Home

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot vaststelling van een EU-noodreisdocument en tot intrekking van Besluit 96/409/GBVB

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot vaststelling van een EU-noodreisdocument en tot intrekking van Besluit 96/409/GBVB

RICHTLIJN VAN DE RAAD

Brussel, 31.5.2018

COM(2018) 358 final

2018/0186(CNS)

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot vaststelling van een EU-noodreisdocument en tot intrekking van Besluit 96/409/GBVB

{SEC(2018) 263 final}{SWD(2018) 272 final}{SWD(2018) 273 final}

TOELICHTING

Beveiligde en betrouwbare documenten zijn een belangrijk onderdeel van het grensbeheer.

Het rechtskader voor EU-NRD's moet echter worden aangepast om een aantal uitvoeringsproblemen die bij de evaluatie zijn geconstateerd, op te lossen. Deze aanpassingen moeten met name zorgen voor consistentie met Richtlijn (EU) 2015/637 en voor een verbetering van de veiligheidskenmerken van de EU-NRD's in het licht van de veranderende behoeften op het gebied van veiligheid. De belangrijkste problemen die bij de evaluatie zijn vastgesteld, houden verband met verschillen tussen de lidstaten wat de afgifte van NRD's betreft (niet alle lidstaten maken gebruik van het bij Besluit 96/409/GBVB vastgestelde model), mogelijke beperkte acceptatie, juridische onzekerheid, afdwingbaarheid en bezorgdheid over de beveiliging van het uniforme NRD-model. Het doel van dit voorstel is om de problemen op te lossen die bij de evaluatie van Besluit 96/409/GBVB zijn geconstateerd.

Voor het raadplegingsproces is gebruikgemaakt van zowel instrumenten met een algemeen bereik (zoals publieksraadplegingen) als gerichte raadplegingen en enquêtes bij lidstaten en groepen belanghebbenden. Er is onder meer overleg gepleegd met bevoegde instanties van de lidstaten en van derde landen, missies van de lidstaten in derde landen, brancheorganisaties (zoals reisorganisatoren, luchtvaartmaatschappijen en verzekeringsmaatschappijen), burgers en burgergroeperingen, en deskundigen van de Europese Commissie, de Europese Dienst voor extern optreden en het secretariaat van de Raad. De standpunten van deze belanghebbenden zijn in aanmerking genomen bij het opstellen van dit voorstel.

Nadere informatie over de uitkomsten van de raadplegingsprocedure is te vinden in bijlage 2 van de effectbeoordeling bij dit voorstel.

De Commissie heeft overeenkomstig het desbetreffende raamcontract opdracht gegeven voor een studie over de evaluatie van een bestaand EU-instrument inzake een Europees noodreisdocument en een effectbeoordeling.

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de EU.

2018/0186 (CNS)

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot vaststelling van een EU-noodreisdocument en tot intrekking van Besluit 96/409/GBVB

RICHTLIJN VAN DE RAAD

tot vaststelling van een EU-noodreisdocument en tot intrekking van Besluit 96/409/GBVB

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 23, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement 19 ,

Handelend volgens een bijzondere wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. De hoedanigheid van burger van de Unie is de primaire hoedanigheid van onderdanen van de lidstaten. Op grond van dat burgerschap geniet iedere burger van de Unie op het grondgebied van derde landen waar de lidstaat waarvan hij onderdaan is, niet vertegenwoordigd is, de bescherming van de diplomatieke en consulaire instanties van een andere lidstaat, onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van die lidstaat. Richtlijn (EU) 2015/637 van de Raad 20 geeft uitvoering aan dat recht door de coördinatie- en samenwerkingsmaatregelen vast te stellen die nodig zijn om de consulaire bescherming van niet-vertegenwoordigde burgers van de Unie te vergemakkelijken.

  2. In Richtlijn (EU) 2015/637 worden noodreisdocumenten genoemd als één vorm van consulaire bijstand die de ambassades en consulaten van de lidstaten moeten verlenen aan niet-vertegenwoordigde burgers. Een noodreisdocument (NRD) is een document voor een enkele reis dat de houder ervan in staat stelt naar huis terug te keren of, in uitzonderlijke gevallen, naar een andere bestemming te reizen wanneer hij niet over zijn gebruikelijke reisdocument beschikt, bijvoorbeeld omdat dit gestolen of verloren is.

  3. Bij Besluit 96/409/GBVB van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten 21 is een gemeenschappelijk noodreisdocument vastgesteld dat de lidstaten aan burgers van de Unie afgeven op plaatsen waar de lidstaat waarvan die burgers onderdaan zijn ("de lidstaat van nationaliteit"), geen diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging heeft. De in dat besluit vastgelegde voorschriften moeten worden geactualiseerd en er moet een modern en beter beveiligd model voor het EU-noodreisdocument (EU-NRD) worden vastgesteld. Er moet worden gezorgd voor coherentie tussen de specifieke voorwaarden en de specifieke procedure voor de afgifte van EU-NRD's enerzijds en de algemene regels inzake consulaire bescherming zoals vastgelegd in Richtlijn (EU) 2015/637 anderzijds, omdat die richtlijn, met inbegrip van de financiële procedure van artikel 14, van toepassing is op de afgifte van EU-NRD's aan niet-vertegenwoordigde burgers. In de onderhavige richtlijn dienen aanvullende voorschriften te worden opgenomen die in voorkomend geval naast die van Richtlijn (EU) 2015/637 moeten worden toegepast.

  4. Desgevraagd moet een EU-NRD worden afgegeven aan een niet-vertegenwoordigde burger van wie het paspoort of reisdocument verloren, gestolen of vernietigd is, tijdelijk niet beschikbaar is, is verstreken, of om een andere reden niet binnen een redelijke termijn kan worden verkregen, bijvoorbeeld aan pasgeborenen die tijdens de reis zijn geboren, zodra de lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger de nationaliteit van deze burger heeft bevestigd ten aanzien van de lidstaat die de burger bijstand verleent.

  5. Aangezien het verlies van een paspoort of een reisdocument tot aanzienlijke problemen voor burgers in derde landen kan leiden, dient een vereenvoudigde procedure te worden vastgesteld voor samenwerking en coördinatie tussen de bijstandverlenende lidstaat en de lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger. Tegelijkertijd moet in uitzonderlijke gevallen voldoende ruimte worden gelaten voor flexibiliteit. In crisissituaties moet de bijstandverlenende lidstaat EU-NRD's kunnen afgeven zonder voorafgaande raadpleging van de lidstaat van nationaliteit. In dergelijke gevallen moet de bijstandverlenende lidstaat de lidstaat van nationaliteit zo spoedig mogelijk in kennis stellen van de namens hem verleende bijstand teneinde te waarborgen dat de lidstaat van nationaliteit adequaat geïnformeerd is.

  6. Om veiligheidsredenen moeten de houders van een EU-NRD dit document retourneren zodra zij veilig thuis zijn aangekomen. Voorts moet een kopie van elk EU-NRD worden opgeslagen bij de instantie van afgifte van de bijstandverlenende lidstaat en moet een tweede kopie worden toegezonden aan de lidstaat van nationaliteit van de aanvrager. De geretourneerde EU-NRD's en de opgeslagen kopieën ervan moeten na een bepaalde periode worden vernietigd.

  1. Niet-vertegenwoordigde burgers moeten een EU-NRD kunnen aanvragen bij de ambassade of het consulaat van om het even welke lidstaat. Krachtens artikel 7, lid 2, van Richtlijn (EU) 2015/637 kunnen de lidstaten praktische regelingen overeenkomen betreffende het delen van verantwoordelijkheden voor het verstrekken van EU-NRD's aan niet-vertegenwoordigde burgers. De lidstaten moeten bij ontvangst van elke aanvraag voor een EU-NRD bepalen of een EU-NRD moet worden afgegeven, dan wel of de zaak moet worden verwezen naar de ambassade of het consulaat die/dat volgens een reeds getroffen specifieke regeling als bevoegd is aangewezen.

  2. Aangezien het EU-NRD bedoeld is als document voor een enkele reis, dient het zo lang geldig te zijn als nodig is om die reis te maken. De reismogelijkheden zijn tegenwoordig zo talrijk en het reizen gaat zo snel dat een EU-NRD, behalve in bijzondere omstandigheden, niet langer dan vijftien kalenderdagen geldig hoeft te zijn.

  3. Deze richtlijn dient gunstigere nationale bepalingen onverlet te laten voor zover die bepalingen verenigbaar zijn met de richtlijn.

  4. Deze richtlijn mag de lidstaten niet beletten om in andere situaties EU-NRD's af te geven, rekening houdend met het nationaal recht en de nationale praktijk. De lidstaten moeten tevens EU-NRD's kunnen afgeven aan niet-vertegenwoordigde burgers op het grondgebied van de Unie, aan vertegenwoordigde burgers en aan hun eigen onderdanen of ingezetenen. De lidstaten moeten daarbij de nodige maatregelen nemen om misbruik en fraude te voorkomen.

  5. Om de doeltreffende uitoefening van het in artikel 20, lid 2, onder c), van het Verdrag vastgelegde recht en van het in artikel 7 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie erkende recht op eerbiediging van het privé-, familie- en gezinsleven te waarborgen en om rekening te houden met het nationaal recht en de nationale praktijk, moet een bijstandverlenende lidstaat overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn (EU) 2015/637 een EU-NRD aan uit derde landen afkomstige familieleden van burgers van de Unie kunnen afgeven naargelang de omstandigheden van het concrete geval.

  6. Het EU-NRD, bestaande uit een formulier en een sticker, moet alle vereiste informatie bevatten en moet aan strenge technische normen voldoen, met name wat waarborgen tegen namaak en vervalsing betreft. Het moet geschikt zijn om door alle lidstaten te worden gebruikt en moet algemeen herkenbare veiligheidskenmerken hebben die met het blote oog duidelijk waarneembaar zijn.

  7. Het uniforme EU-NRD-formulier moet blanco pagina's bevatten, zodat doorreisvisa in voorkomend geval rechtstreeks op het formulier kunnen worden aangebracht. Dat formulier moet dienen als drager voor de EU-NRD-sticker, die de relevante informatie over de aanvrager bevat. De sticker moet worden ontworpen volgens het uniforme visummodel zoals vastgelegd in Verordening (EG) nr. 1683/95 van de Raad 22 en moet gelijkwaardige veiligheidskenmerken bevatten. De EU-NRD-sticker moet in de ambassade of het consulaat van de bijstandverlenende lidstaat worden gepersonaliseerd met behulp van dezelfde printers die voor visa worden gebruikt.

  8. Om de afgifte beter te beveiligen en te bespoedigen, moet de voor het EU-NRD bestemde gezichtsopname van de aanvrager op de ambassade of het consulaat worden gemaakt met een digitale camera of een gelijkwaardige methode. Deze gezichtsopname moet aan de lidstaat van nationaliteit van de aanvrager worden doorgezonden met het oog op bevestiging van de identiteit van de aanvrager.

  9. Voor in deze richtlijn vastgestelde specificaties geldt geen geheimhoudingsplicht. Indien nodig kunnen deze specificaties worden aangevuld met geheime specificaties om namaak en vervalsing te voorkomen.

  10. Om de geheimhouding van eventuele aanvullende technische specificaties te waarborgen, moeten uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend aan de Commissie. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 23 .

  11. Om het aantal personen dat over de informatie inzake de aanvullende technische specificaties beschikt, tot het strikte minimum te beperken, moet elke lidstaat één organisatie aanwijzen die de verantwoordelijkheid voor het drukken van het uniforme EU-NRD draagt. De lidstaten moeten zo nodig van organisatie kunnen veranderen. Om veiligheidsredenen dient elke lidstaat de naam van de verantwoordelijke organisatie mee te delen aan de Commissie en aan de andere lidstaten.

  12. Om de acceptatie van de EU-NRD's te verbeteren, moeten de delegaties van de Unie in derde landen de relevante autoriteiten van derde landen in kennis stellen van zowel het uniforme model voor het EU-NRD als latere wijzigingen ervan, en dienen zij het gebruik van het model te stimuleren.

  13. Overeenkomstig de punten 22 en 23 van het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven 24 dient de Commissie voor deze richtlijn een evaluatie uit te voeren, met name op basis van via specifieke monitoringregelingen verzamelde informatie, om de effecten van de verordening en de behoefte aan verdere acties na te gaan.

  14. Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad 25 is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens door de lidstaten in het kader van deze richtlijn. Voor de werking van het EU-NRD-systeem moeten de persoonsgegevens worden verwerkt die nodig zijn om de identiteit van de aanvrager te verifiëren, de EU-NRD-sticker te drukken en de reis van de betrokkene te vergemakkelijken. Er dient nader te worden gespecificeerd welke waarborgen op de verwerkte persoonsgegevens van toepassing zijn, bijvoorbeeld ten aanzien van de maximale bewaringstermijn voor de verzamelde persoonsgegevens. Om misbruik te voorkomen, moet worden voorzien in een maximale bewaringstermijn van drie jaar. Het wissen van persoonsgegevens van aanvragers mag geen afbreuk doen aan de capaciteit van de lidstaten om toezicht te houden op de toepassing van deze richtlijn.

  15. Aangezien de doelstellingen van deze verordening onvoldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en beter op het niveau van de Unie kunnen worden gerealiseerd teneinde versnippering en een daaruit voortvloeiende geringere acceptatie van door lidstaten aan niet-vertegenwoordigde burgers afgegeven noodreisdocumenten te voorkomen, kan de Unie maatregelen nemen overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel. Overeenkomstig het in datzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om die doelstellingen te verwezenlijken.

  16. Deze richtlijn is gericht op het bevorderen van de consulaire bescherming, zoals gewaarborgd bij artikel 46 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. De richtlijn eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name zijn erkend in het Handvest, met inbegrip van het recht op eerbiediging van het privé-, familie- en gezinsleven en het recht op bescherming van persoonsgegevens. Deze richtlijn dient in het licht van deze rechten en beginselen te worden uitgelegd en toegepast.

  17. Besluit 96/409/GBVB dient te worden ingetrokken,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I
VOORWERP EN DEFINITIES

Artikel 1
Voorwerp

In deze richtlijn wordt vastgesteld onder welke voorwaarden en volgens welke procedure niet-vertegenwoordigde burgers in derde landen een EU-noodreisdocument (EU-NRD) kunnen verkrijgen, en wordt een uniform model voor dergelijke documenten vastgelegd.

Artikel 2
Definities

Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:

  1. "niet-vertegenwoordigde burger": elke burger die de nationaliteit bezit van een lidstaat die niet wordt vertegenwoordigd in een derde land als bedoeld in artikel 6 van Richtlijn (EU) 2015/637;

  2. "aanvrager": de persoon die een EU-NRD aanvraagt;

  3. "bijstandverlenende lidstaat": de lidstaat die een aanvraag voor een EU-NRD ontvangt;

  4. "lidstaat van nationaliteit": de lidstaat waarvan de aanvrager stelt een onderdaan te zijn;

  5. "EU-noodreisdocument" of "EU-NRD": een reisdocument dat door een lidstaat aan een niet-vertegenwoordigde burger in een derde land wordt afgegeven voor een enkele reis naar de lidstaat van nationaliteit of de lidstaat van verblijf van die burger, zoals aangevraagd door de burger, dan wel, in uitzonderlijke gevallen, naar een andere bestemming.

HOOFDSTUK II
HET EU-NOODREISDOCUMENT (EU-NRD)

Artikel 3
Het EU-noodreisdocument (EU-NRD)

De lidstaten geven overeenkomstig de in artikel 4 opgenomen procedure EU-NRD's af aan niet-vertegenwoordigde burgers in derde landen van wie het paspoort of reisdocument verloren, gestolen, vernietigd of tijdelijk niet beschikbaar is, is verstreken of om een andere reden niet binnen een redelijke termijn kan worden verkregen.

Artikel 4
Procedure

  1. Lidstaten die een aanvraag voor een EU-NRD ontvangen, raadplegen overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Richtlijn (EU) 2015/637 binnen 24 uur de lidstaat van nationaliteit met het oog op de verificatie van de nationaliteit van de aanvrager.

  2. De bijstandverlenende lidstaat verstrekt de lidstaat van nationaliteit alle relevante informatie, met inbegrip van:

    1. de gegevens betreffende de aanvrager die op de EU-NRD-sticker moeten worden opgenomen in overeenstemming met bijlage II;

    2. een gezichtsopname van de aanvrager, die, behalve in uitzonderlijke omstandigheden, door de instanties van de bijstandverlenende lidstaat moet worden gemaakt op de dag van de aanvraag.

  3. Binnen 36 uur na ontvangst van de in lid 2 bedoelde informatie antwoordt de lidstaat van nationaliteit op de raadpleging overeenkomstig artikel 10, lid 3, van Richtlijn (EU) 2015/637 en bevestigt hij of de aanvrager zijn onderdaan is. Na bevestiging van de nationaliteit van de aanvrager verstrekt de bijstandverlenende lidstaat de aanvrager een EU-NRD uiterlijk op de werkdag na die waarop het antwoord van de lidstaat van nationaliteit is ontvangen.

  4. In uitzonderlijke, naar behoren gemotiveerde gevallen mogen de lidstaten de in de leden 1 en 3 vastgestelde termijnen overschrijden.

  5. In crisissituaties mag de bijstandverlenende lidstaat een EU-NRD afgeven zonder voorafgaande raadpleging van de lidstaat van nationaliteit. De bijstandverlenende lidstaat meldt zo spoedig mogelijk aan de lidstaat van nationaliteit dat een EU-NRD is afgegeven en welke de identiteit is van de persoon aan wie het EU-NRD is afgegeven. Die kennisgeving bevat de naam van de persoon en alle gegevens die in het EU-NRD zijn opgenomen.

  1. De instantie van de lidstaat die het EU-NRD heeft afgegeven, slaat een kopie van de afgegeven EU-NRD op en zendt een tweede kopie toe aan de lidstaat van nationaliteit van de aanvrager. De kopieën worden binnen 60 dagen na het verstrijken van het EU-NRD vernietigd, tenzij zij nodig zijn voor de afgifte van een nieuw paspoort of reisdocument.

  2. De houder van een EU-NRD wordt verzocht het EU-NRD te retourneren, ongeacht of dit reeds is verstreken, wanneer hij een nieuw paspoort of reisdocument aanvraagt. De lidstaten zorgen ervoor dat het geretourneerde EU-NRD tijdig en veilig wordt vernietigd.

  3. Artikel 14 van Richtlijn (EU) 2015/637 is van toepassing op aanvragen voor een EU-NRD.

Artikel 5
Geldigheid

Een NRD is zolang geldig als nodig is om de reis te maken waarvoor het document wordt verstrekt. Bij de berekening van deze periode dienen eventueel noodzakelijke overnachtingen of aansluitingen in aanmerking te worden genomen. In de geldigheidsduur is een marge van twee dagen verrekend. Behalve in uitzonderlijke omstandigheden is een EU-NRD niet langer geldig dan vijftien kalenderdagen.

Artikel 6
Gunstiger behandeling

De lidstaten mogen bepalingen vaststellen of handhaven die gunstiger zijn dan die van deze richtlijn, voor zover zij daarmee verenigbaar zijn.

Artikel 7
Andere personen aan wie een EU-NRD mag worden afgegeven

Een lidstaat mag een EU-NRD afgeven aan aanvragers van wie het paspoort of de identiteitskaart verloren, gestolen of vernietigd is, tijdelijk niet beschikbaar is, is verstreken, of om een andere reden niet binnen een redelijke termijn kan worden verkregen, en die tot de volgende categorieën behoren:

  1. familieleden van niet-vertegenwoordigde burgers die zelf geen burgers van de Unie zijn en niet-vertegenwoordigde burgers vergezellen, als bedoeld in artikel 5 van Richtlijn (EU) 2015/637;

  2. zijn eigen onderdanen of ingezetenen;

  3. onderdanen van een andere lidstaat die vertegenwoordigd is in het land waar deze onderdanen het EU-NRD willen aanvragen;

  4. EU-burgers en hun familieleden op het grondgebied van de Unie;

  5. andere personen die banden met die lidstaat onderhouden en die die lidstaat bereid is toe te laten.

HOOFDSTUK III
UNIFORM MODEL VOOR EU-NRD's

Artikel 8
Uniform model voor EU-NRD's

  1. Het EU-NRD bestaat uit een uniform formulier en een uniforme sticker. Het formulier en de sticker voldoen aan de specificaties als vastgesteld in de bijlagen I en II en in Uitvoeringsbesluit C(2018) 674 van de Commissie van 9 maart 2018 inzake aanvullende technische specificaties voor het uniforme visummodel en tot intrekking van Besluit C(2010) 3191 van de Commissie.

  2. Bij het invullen van de EU-NRD-sticker worden de in bijlage II opgenomen rubrieken ingevuld en wordt het machineleesbare gedeelte ingevuld overeenkomstig ICAO-document 9303, deel 2.

  3. De lidstaten kunnen alle nodige nationale vermeldingen toevoegen in de rubriek "Opmerkingen" van de EU-NRD-sticker. Deze nationale vermeldingen mogen de in bijlage II opgenomen rubrieken inhoudelijk niet overlappen.

  1. Alle vermeldingen op de EU-NRD-sticker moeten worden gedrukt. Er mogen met de hand geen wijzigingen worden aangebracht op een gedrukte EU-NRD-sticker.

  2. EU-NRD-stickers mogen uitsluitend in geval van technische overmacht met de hand worden ingevuld. Er mogen geen wijzigingen worden aangebracht op een EU-NRD-sticker die met de hand is ingevuld.

  3. Indien een fout wordt opgemerkt op een EU-NRD-sticker die nog niet op het EU-NRD-formulier is aangebracht, wordt deze sticker ongeldig gemaakt. Indien een fout wordt opgemerkt nadat de EU-NRD-sticker op het formulier is aangebracht, worden sticker en formulier vernietigd en worden een nieuwe sticker en een nieuw formulier gemaakt.

  4. De gedrukte EU-NRD-sticker met de ingevulde rubrieken wordt overeenkomstig bijlage I aangebracht op het EU-NRD-formulier.

  5. In crisissituaties mag een ander dan het bij dit artikel vastgesteld model worden gebruikt, mits dit alle in bijlage II opgenomen in te vullen rubrieken bevat.

Artikel 9
Aanvullende specificaties

De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast waarin aanvullende technische specificaties voor EU-NRD's worden vastgesteld met betrekking tot:

  1. het ontwerp, de afmetingen en de kleuren van het uniforme EU-NRD-formulier en de bijbehorende uniforme EU-NRD-visumsticker;

  2. aanvullende veiligheidskenmerken en -vereisten, met inbegrip van strengere normen ter voorkoming van vervalsing en namaak;

  3. andere voorschriften die in acht moeten worden genomen bij het invullen en afgeven van het EU-NRD.

Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 11, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. Er kan worden besloten dat deze specificaties geheim moeten blijven en niet bekend worden gemaakt. In dat geval worden zij uitsluitend verstrekt aan de door de lidstaten aangewezen organisatie die de verantwoordelijkheid voor het drukken van de EU-NRD's draagt, en aan personen die door een lidstaat of de Commissie naar behoren zijn gemachtigd.

Artikel 10
Het drukken van de EU-NRD's

Elke lidstaat wijst één organisatie aan die de verantwoordelijkheid draagt voor het drukken van de EU-NRD's. De lidstaat deelt de naam van die organisatie mee aan de Commissie en aan de andere lidstaten. Twee of meer lidstaten kunnen daartoe een zelfde organisatie aanwijzen. Indien een lidstaat de door hem aangewezen organisatie verandert, stelt hij de Commissie en de andere lidstaten daarvan in kennis.

Artikel 11
Comitéprocedure

  1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

  2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing,

Artikel 12
Kennisgeving aan derde landen

  1. Uiterlijk 21 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn stelt de lidstaat die overeenkomstig artikel 16, lid 9, van het Verdrag betreffende de Europese Unie het voorzitterschap van de Raad uitoefent, generieke modellen van het uniforme formulier en de uniforme sticker voor het EU-NRD ter beschikking van de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden.

  2. De Europese Dienst voor extern optreden stuurt deze generieke modellen van het formulier en de sticker door naar de delegaties van de Unie in derde landen.

  3. De delegaties van de Unie in derde landen stellen de bevoegde instanties van de derde landen in kennis van het uniforme EU-NRD-model en de belangrijkste veiligheidskenmerken ervan, onder meer door generieke modellen van het formulier en de sticker ter beschikking te stellen voor referentiedoeleinden. De delegaties van de Unie in derde landen stellen voor opleidings- of referentiedoeleinden generieke modellen van het uniforme formulier en de uniforme sticker voor het EU-NRD ter beschikking van de diplomatieke en consulaire missies van de lidstaten.

  1. Telkens wanneer het uniforme model van het formulier en de sticker voor het EU-NRD wordt gewijzigd, wordt de in de leden 1, 2 en 3 bedoelde procedure herhaald. De in lid 1 bedoelde termijn bedraagt drie maanden na de goedkeuring van het gewijzigde model.

HOOFDSTUK IV
SLOTBEPALINGEN

Artikel 13
Bescherming van persoonsgegevens

  1. Voor de toepassing van deze richtlijn verwerkte persoonsgegevens, met inbegrip van de overeenkomstig artikel 4, lid 2, gemaakte gezichtsopname van de aanvrager, worden uitsluitend gebruikt om de identiteit van de aanvrager overeenkomstig de procedure van artikel 4 te verifiëren, om de EU-NRD-sticker te drukken en om de reis van de betrokken persoon te vergemakkelijken. De bijstandverlenende lidstaat en de lidstaat van nationaliteit zorgen voor een passende beveiliging van de persoonsgegevens.

  2. Onverminderd de toepassing van Verordening (EU) 2016/679 hebben de aanvragers aan wie een EU-NRD wordt afgegeven, het recht de in het EU-NRD opgenomen persoonsgegevens te verifiëren en zo nodig te verzoeken dat deze worden gecorrigeerd.

  3. In een EU-NRD wordt geen informatie in machineleesbare vorm opgenomen, tenzij deze informatie tevens wordt vermeld in de rubrieken als bedoeld in de punten 6 tot en met 14 van bijlage II.

  4. De bijstandverlenende lidstaat en de lidstaat van nationaliteit bewaren de persoonsgegevens van een aanvrager niet langer dan drie jaar. Bij het verstrijken van de bewaringstermijn worden de persoonsgegevens van de aanvrager gewist.

Artikel 14
Toezicht

  1. De lidstaten houden regelmatig toezicht op de toepassing van deze richtlijn aan de hand van de volgende indicatoren:

    • overeenkomstig artikel 3 afgegeven EU-NRD's;

    • overeenkomstig artikel 7 afgegeven EU-NRD's;

    • gevallen van fraude en namaak van EU-NRD's.

  2. De lidstaten organiseren de productie en verzameling van de gegevens die nodig zijn om veranderingen met betrekking tot de in lid 1 opgenomen indicatoren te meten, en verstrekken die informatie jaarlijks aan de Commissie.

  3. De Commissie kan overeenkomstig de in artikel 11, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure uitvoeringshandelingen vaststellen voor het bepalen van andere dan de in lid 1 opgenomen indicatoren.

Artikel 15
Evaluatie

  1. Op zijn vroegst vijf jaar na de datum van omzetting van deze richtlijn verricht de Commissie een evaluatie van de richtlijn en brengt zij aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de belangrijkste bevindingen, onder meer wat de geschiktheid van het niveau van beveiliging van de persoonsgegevens betreft.

  2. De lidstaten verstrekken de Commissie de informatie die nodig is voor de opstelling van dit verslag.

Artikel 16
Intrekking

  1. Besluit 96/409/GBVB wordt ingetrokken met ingang van 24 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn.

  1. Verwijzingen naar het ingetrokken besluit gelden als verwijzingen naar deze richtlijn.

  2. De lidstaten zien erop toe dat overeenkomstig Besluit 96/409/GBVB geproduceerde NRD-formulieren uiterlijk op de in lid 1 bedoelde datum worden vernietigd.

Artikel 17
Omzetting

  1. De lidstaten dienen uiterlijk twaalf maanden na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de tekst van die bepalingen onverwijld mee aan de Commissie.

Zij passen die bepalingen toe met ingang van 24 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

  1. De lidstaten delen aan de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van nationaal recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 18
Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 19
Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel,

BIJLAGEN bij het Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot vaststelling van een EU-noodreisdocument en tot intrekking van Besluit 96/409/GBVB

Brussel,31.5.2018

COM(2018) 358 final

{SEC(2018) 263 final}{SWD(2018) 272 final}{SWD(2018) 273 final}

BIJLAGE I
Uniform EU-NRD-formulier

Het uniforme EU-NRD-formulier moet in overeenstemming zijn met de onderstaande specificaties.

  1. Ontwerp en afmetingen

Het EU-NRD-formulier bestaat uit een op beide zijden bedrukt, in drieën gevouwen blad. De afmetingen van het opgevouwen formulier stemmen overeen met de norm ISO/IEC 7810 ID-3.

  1. Schutblad

Het schutblad van het EU-NRD bevat, in deze volgorde, de woorden 'EUROPESE UNIE' in alle officiële talen van de Unie, en de woorden 'EMERGENCY TRAVEL DOCUMENT' en 'TITRE DE VOYAGE PROVISOIRE'.

  1. Aanbrengen van de EU-NRD-sticker

De EU-NRD-sticker wordt zodanig op de tweede bladzijde van het uniforme EU-NRD-formulier aangebracht dat hij niet gemakkelijk kan worden verwijderd. De sticker wordt evenwijdig aan de rand van de bladzijde aangebracht. De machineleesbare zone van de sticker wordt op de hoek van de bladzijde uitgelijnd. Het stempel van de instantie van afgifte wordt zodanig in de zone 'OPMERKINGEN' aangebracht dat het voorbij de rand van de sticker doorloopt op de bladzijde.

  1. Derde bladzijde

De derde bladzijde bevat een vertaling van 'Noodreisdocument" in alle officiële talen van de Unie, behalve het Engels en het Frans.

  1. Doorreisvisum

De vierde en de vijfde bladzijde bevatten de vermelding 'TRANSIT VISA – VISA DE TRANSIT' en zijn voor het overige blanco.

  1. Inreis-/uitreisstempels

De zesde bladzijde bevat de vermelding 'ENTRY/EXIT STAMPS – CACHETS D’ENTRÉE/DE SORTIE' en is voor het overige blanco.

  1. Nummer van de EU-NRD-sticker

De drieletterige landencode van de lidstaat van afgifte als opgenomen in ICAO-document 9303 en het nationale nummer van de EU-NRD-sticker als bedoeld in punt 6 van bijlage II worden voorgedrukt op elke bladzijde van het EU-NRD-formulier.

  1. Papier

De EU-NRD's worden gedrukt op veiligheidspapier (circa 90 g/m2), zonder witmakers, waarbij gebruik wordt gemaakt van een ten behoeve van de vervaardiger van het document wettelijk beschermd model watermerk met een "kettingdraadmotief", met twee kleuren onzichtbare vezels (blauw en geel, SSI/05) die fluoresceren onder ultraviolet licht, en van reagentia tegen chemische radering.

  1. Aanvullende veiligheidskenmerken

De volgende druktechnieken worden toegepast:

  1. PLAATDRUK, recto, inclusief de tekst op bladzijde 1, latent beeld en microprint in blauwe reflecterende inkt;

  2. OFFSET, recto en verso, in twee kleuren en IRIS-druk;

  3. blz. 1: tekst, in blauwe reflecterende inkt;

  4. blz. 2: tegen scannen beveiligde lichtblauwe ondergrondbedrukking;

  5. blz. 3: geguillocheerde ondergrondbedrukking met IRIS-effect in twee kleuren, groen en violet, de laatste met gele fluorescentie onder ultraviolet licht.

De gebruikte inktsoorten zijn tegen kopiëren beveiligd. Pogingen om kleurkopieën te maken dienen duidelijk zichtbare kleurafwijkingen te veroorzaken. Bovendien worden aan ten minste één kleur fluorescerende agentia toegevoegd. De inktsoorten bevatten tevens reagentia tegen chemische radering.

  1. Drukvormen

Er wordt gebruik gemaakt van speciaal voor het EU-NRD-formulier gecreëerde drukvormen voor een geguillocheerde ondergrondbedrukking in meerdere kleuren, met geïntegreerde microprinting.

  1. Opslag van blanco EU-NRD-formulieren

Teneinde het risico van vervalsing of namaak zoveel mogelijk te beperken, zorgen de lidstaten voor een tegen diefstal beveiligde opslag van blanco NRD's.

BIJLAGE II
Uniforme EU-NRD-sticker

De uniforme EU-NRD-sticker moet in overeenstemming zijn met de onderstaande specificaties.

Veiligheidskenmerken

  1. De sticker bevat een volgens hoge veiligheidsnormen vervaardigde geïntegreerde kleurenfoto van de houder. De gezichtsopname is die welke wordt gebruikt voor de toepassing van artikel 4, lid 2.

  2. De sticker bevat een diffractief optisch variabel beeldmerk ("kinegram" of soortgelijk beeldmerk). Afhankelijk van de gezichtshoek worden de letters 'EU', 'EUE' en kinematische guillochelijnen zichtbaar in verschillende grootten en kleuren.

  3. De sticker bevat in optisch variabele inkt de in ICAO-document 9303 betreffende machineleesbare reisdocumenten vermelde drieletterige landencode van de lidstaat van afgifte. Afhankelijk van de gezichtshoek is de landencode in verschillende kleuren zichtbaar.

  4. De volgende vermeldingen worden in hoofdletters opgenomen:

    1. de afkorting 'EU ETD'; de bijstandverlenende lidstaat kan de equivalente benaming opnemen in een andere officiële taal van de Unie;

    2. de naam van de bijstandverlenende lidstaat, in het Engels, het Frans en een andere officiële taal van de Unie;

  1. de in ICAO-document 9303 vermelde drieletterige landencode van de bijstandverlenende lidstaat.

    1. De sticker bevat het negencijferige nationale nummer van de EU-NRD-sticker in horizontale richting, dat is voorgedrukt in zwart. Er wordt een bijzonder lettertype gebruikt.

    2. De sticker bevat het negencijferige nationale nummer van de EU-NRD-sticker in verticale richting, dat is voorgedrukt in rood. Er wordt een bijzonder lettertype gebruikt, dat verschilt van het in punt 5 bedoelde lettertype.

    3. De sticker bevat de letters 'EU' met een latent-beeldeffect. Die letters zijn donker wanneer zij worden weggedraaid van het oog en licht wanneer zij vervolgens 90° worden gedraaid.

    4. De sticker bevat de code als bedoeld in punt 3, met een latent-beeldeffect. Die code is donker wanneer hij wordt weggedraaid van het oog en licht wanneer hij vervolgens 90° wordt gedraaid.

In te vullen rubrieken

De beschrijving van de in te vullen rubrieken zijn in het Engels en in het Frans gesteld. De lidstaat van afgifte kan daaraan een vertaling in een andere taal van de Unie toevoegen.

Data worden als volgt geschreven: twee cijfers voor de dag; indien één cijfer daarvoor volstaat, wordt het voorafgegaan door een nul; twee cijfers voor de maand; indien één cijfer daarvoor volstaat, wordt het voorafgegaan door een nul; twee cijfers voor het jaar, te weten de laatste twee cijfers van het jaar. Na de dag en de maand volgt een horizontaal streepje. Bijvoorbeeld: 20-01-18 = 20 januari 2018.

De uniforme EU-NRD-sticker bevat de onderstaande, in te vullen rubrieken.

  1. Een rubriek die begint met de woorden "voor een enkel reis naar" en die verder op de lijn het woord "via" bevat. De instantie van afgifte geeft hier het land van bestemming en eventueel een of meerdere doorreislanden aan waarvoor het EU-NRD wordt afgegeven.

  2. Een rubriek die begint met de woorden "geldig van" en die verder op de lijn de woorden "tot en met" bevat. De instantie van afgifte geeft hier de geldigheidsduur van het EU-NRD aan.

  3. Een rubriek die begint met de woorden "afgegeven door", waarin wordt aangegeven welke instantie het EU-NRD afgeeft en waar deze gevestigd is. Verder op de lijn komt het woord "op", gevolgd door de datum van afgifte die door de instantie van afgifte wordt ingevuld.

  4. Een rubriek die begint met de woorden "Naam, voornaam". Verder op de lijn komt het woord "Nationaliteit".

  5. Een rubriek die begint met het woord "Geboortedatum". Verder op de lijn komt het woord "Geboorteplaats".

  6. Een rubriek die begint met het woord "Opmerkingen". De ruimte onder het woord "Opmerkingen" wordt door de instantie van afgifte gebruikt voor bijkomende noodzakelijke gegevens, zoals het type en het nummer van het document dat wordt vervangen.

Machineleesbare informatie

  1. De uniforme EU-NRD-sticker bevat de relevante machineleesbare informatie om controles aan de buitengrenzen te vergemakkelijken. Het machineleesbare gedeelte bevat in de zichtbare ondergrondbedrukking een gedrukte tekst met de woorden "Europese Unie" in alle officiële talen van de Unie. Die tekst mag de technische elementen van het machineleesbare gedeelte of de leesbaarheid ervan niet beïnvloeden.

  2. Er moet voldoende ruimte zijn om eventueel een gemeenschappelijke 2D-barcode toe te voegen.