Home

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Vijtiende verslag over de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 866/2004 van de Raad van 29 april 2004 en over de situatie die het gevolg is van de toepassing van deze verordening, voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2018

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Vijtiende verslag over de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 866/2004 van de Raad van 29 april 2004 en over de situatie die het gevolg is van de toepassing van deze verordening, voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2018

Brussel, 5.7.2019

COM(2019) 323 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

Vijtiende verslag over de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 866/2004 van de Raad van 29 april 2004 en over de situatie die het gevolg is van de toepassing van deze verordening, voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2018

{SWD(2019) 290 final}


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

Vijftiende verslag over de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 866/2004 van de Raad van 29 april 2004 en over de situatie die het gevolg is van de toepassing van deze verordening, voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2018

Verordening (EG) nr. 866/2004 van de Raad inzake een regeling op grond van artikel 2 van Protocol nr. 10 van de Toetredingsakte1 (hierna de „groenelijnverordening” genoemd) is van kracht sinds 1 mei 2004. In deze verordening worden de voorwaarden vastgesteld waaronder de rechtsvoorschriften van de Europese Unie gelden ten aanzien van het verkeer van personen, goederen en diensten waarbij de groene lijn wordt overschreden tussen de gebieden van de Republiek Cyprus waarover de regering feitelijk het gezag uitoefent en de gebieden waarover zij niet feitelijk het gezag uitoefent. Om de doeltreffendheid van deze regels te garanderen, is de toepassing ervan uitgebreid tot de scheidslijn tussen deze gebieden en de Eastern Sovereign Base Area van het Verenigd Koninkrijk (ESBA)2.

Dit verslag heeft betrekking op de periode van 1 januari tot en met 31 december 2018.

Gedurende de verslagperiode heeft de Commissie een constructieve dialoog over de tenuitvoerlegging van de verordening gevoerd met de betrokken autoriteiten van de Republiek Cyprus en de autoriteiten van de Sovereign Base Area (SBA), alsook met de Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel.

1.LIJNOVERSCHRIJDEND PERSONENVERKEER

1.1.Lijnoverschrijding bij de toegestane doorlaatposten

De verordening biedt een stabiel juridisch kader voor het verkeer van Cyprioten, andere EU-burgers en onderdanen van derde landen die de groene lijn passeren via de toegestane doorlaatposten. Ten opzichte van voorgaande jaren zijn in 2018 meer Grieks-Cyprioten en minder Turks-Cyprioten de groene lijn overgestoken.

Volgens gegevens van de politie van de Republiek Cyprus (hierna „CYPOL” genoemd) waren er tijdens de verslagperiode 1 014 340 lijnoverschrijdingen door Grieks-Cyprioten (het jaar daarvoor: 646 569) en 486 040 door Grieks-Cypriotische voertuigen (het jaar daarvoor: 267 467) van de door de regering gecontroleerde gebieden naar het noordelijke deel van Cyprus. Daarnaast waren er 1 076 667 lijnoverschrijdingen door Turks-Cyprioten (het jaar daarvoor: 1 140 682) en 417 629 door Turks-Cypriotische voertuigen (het jaar daarvoor: 435 882) van het noordelijke deel van Cyprus naar de door de regering gecontroleerde gebieden3. Zowel de aanzienlijke stijging van het aantal Grieks-Cyprioten die de groene lijn overstaken als de lichte daling van het aantal Turks-Cyprioten die deze lijn overstaken, had voornamelijk te maken met de waardevermindering van de Turkse lira ten opzichte van de euro in 2018.

Het aantal niet-Cypriotische EU-burgers en onderdanen van derde landen die de groene lijn overstaken, bleef stijgen. Tijdens de verslagperiode waren er 1 129 293 lijnoverschrijdingen door niet-Cypriotische EU-burgers en onderdanen van derde landen (het jaar daarvoor: 822 318).

De aangehaalde cijfers van CYPOL omvatten geen gegevens over personen en voertuigen die vanuit het noordelijke deel van Cyprus de groene lijn overstaken bij de doorlaatposten Pergamos en Strovilia. Deze posten staan onder het gezag van de ESBA. Volgens de ESBA waren er 236 156 lijnoverschrijdingen door Grieks-Cyprioten (het jaar daarvoor: 140 913) en 133 270 door Grieks-Cypriotische voertuigen (het jaar daarvoor: 59 852) naar het noordelijke deel van Cyprus. Daarnaast werden er 471 690 lijnoverschrijdingen door Turks-Cyprioten (het jaar daarvoor: 457 314) en 292 099 door Turks-Cypriotische voertuigen (het jaar daarvoor: 272 090) in tegengestelde richting geregistreerd4.

Op 12 november 2018 zijn twee nieuwe doorlaatposten operationeel geworden: Deryneia en Lefka-Apliki5.

In 2018 is het aantal personeelsleden van CYPOL die werkzaam zijn op de doorlaatposten, verhoogd van 69 naar 95, in verband met het inzetten van 26 functionarissen in de doorlaatposten Deryneia en Lefka-Apliki.

De door de Turks-Cypriotische gemeenschap verzamelde gegevens wijzen op een toename van het aantal lijnoverschrijdingen door Grieks-Cyprioten (1 633 076 tegenover 1 066 284 in het jaar daarvoor) en door Grieks-Cypriotische voertuigen (731 215 tegenover 392 300 in het jaar daarvoor) uit de door de regering gecontroleerde gebieden naar het noordelijke deel van Cyprus. Voorts blijkt uit de cijfers dat het aantal lijnoverschrijdingen in de andere richting door Turks-Cyprioten licht is gedaald (1 759 837 tegenover 1 796 353 in het jaar daarvoor), maar is toegenomen voor Turks-Cypriotische voertuigen (794 474 tegenover 782 656 in het jaar daarvoor). Volgens de verstrekte statistieken zijn 1 814 194 niet-Cypriotische EU-burgers en onderdanen van derde landen overgestoken van de door de regering gecontroleerde gebieden naar het noordelijke deel van Cyprus (het jaar daarvoor: 1 546 475).

Er werden in 2018 geen incidenten bij lijnoverschrijdingen gemeld. De autoriteiten van de Republiek Cyprus verbieden echter nog steeds dat Turks-Cypriotische bussen met EU-burgers de groene lijn oversteken naar de door de regering gecontroleerde gebieden.

De VN-vredeshandhavingsmissie in Cyprus (UNFICYP) is de godsdienstuitoefening door beide gemeenschappen blijven faciliteren6. Ten opzichte van dezelfde periode in 2017 constateerde UNFICYP een toename van het aantal toestemmingen voor godsdienstoefeningen die zij verzocht werd te faciliteren in het noordelijke deel van Cyprus.

1.2.Irreguliere migratie over de groene lijn en asiel

Het aantal migranten dat de door de regering gecontroleerde gebieden heeft bereikt door de groene lijn vanuit het noordelijke deel van Cyprus irregulier over te steken, is volgens de cijfers van CYPOL voor 2018 sterk gestegen. In 2018 staken 4 451 irreguliere migranten de groene lijn op deze manier over. In 2017, 2016 en 2015 waren er dat 1 686, 1 499 en 1 290. De voornaamste landen van herkomst van de irreguliere migranten waren Syrië (1 573), Kameroen (472), Pakistan (444), Bangladesh (391) en Irak (328). De bezorgdheid van de autoriteiten van de Republiek Cyprus over de sterk stijgende migratie neemt toe.

Van de 4 451 irreguliere migranten verzocht 95 % (4 233) om internationale bescherming in de Republiek Cyprus. Het land van herkomst met de meeste verzoekers was Syrië (1 571); de autoriteiten van de Republiek Cyprus hebben gemeld dat het aantal succesvolle asielaanvragen aanzienlijk is gestegen ten opzichte van 2017.

CYPOL kon personen identificeren aan de hand van dezelfde criteria als in voorgaande jaren, en baseerde zich daarbij voornamelijk op gegevens in de reisdocumenten en op verklaringen van de betrokken migranten. Volgens CYPOL waren vrijwel alle migranten die in de door de regering gecontroleerde gebieden werden aangehouden nadat zij de groene lijn irregulier waren overgestoken, in het noordelijke deel van Cyprus aangekomen vanuit Turkije.

De Turks-Cypriotische gemeenschap bevestigde dat in het noordelijke deel van Cyprus de inspanningen om irreguliere migratie tegen te gaan, waren voortgezet. In 2018 werd aan 3 773 personen7 de toegang tot het noordelijke deel van Cyprus ontzegd en werden 870 personen8 die in het noordelijke deel van Cyprus waren aangehouden, teruggestuurd naar Turkije, het land van waaruit zij naar het eiland waren gekomen.

Vertegenwoordigers van de twee gemeenschappen komen onder auspiciën van de VN bijeen in het kader van een technisch comité van beide gemeenschappen inzake criminaliteit en strafrecht. Als uitbreiding van dit comité gebruiken beide gemeenschappen nog steeds een gezamenlijke communicatieruimte, die fungeert als een forum voor de uitwisseling van strafrechtelijke informatie.

CYPOL omschreef de samenwerking met de andere overheidsinstanties van de Republiek Cyprus en het bestuur van de ESBA als zeer goed.

Eastern Sovereign Base Area (ESBA)

De irreguliere migratie vanuit het noordelijke deel van Cyprus via de ESBA is toegenomen. In 2018 werden 18 irreguliere migranten aangehouden nadat zij irregulier de groene lijn waren overgestoken9. 1 248 personen kregen geen toestemming om de groene lijn te passeren; de grootste groep onder hen bestond uit Turkse burgers (277). Overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van Protocol nr. 3 bij de Akte van toetreding van de Republiek Cyprus hebben de autoriteiten van de ESBA buitenlandse onderdanen uit de VS, Oekraïne, Rusland, Argentinië en Bosnië en Herzegovina die via het noordelijke deel van Cyprus waren aangekomen, geen toestemming gegeven om de groene lijn te passeren10. Deze personen werden doorverwezen naar doorlaatposten buiten de ESBA om daar de voor toelating tot de Republiek Cyprus vereiste controles te ondergaan.

De functionarissen van de Sovereign Base Area (SBA) omschreven hun samenwerking met de Republiek Cyprus nog steeds als uitstekend.

Naast de controles aan de doorlaatposten voerde de politie van de SBA op risicoanalyses en inlichtingen gebaseerde patrouilles uit om irreguliere migratie tegen te gaan. Deze patrouilles werden aangevuld met douane- en legerpatrouilles van de SBA.

Vier „niet-officiële doorlaatposten” in of bij het dorp Pergamos, die door lokale inwoners en boeren worden gebruikt, zijn bijzonder moeilijk te controleren. Zoals beschreven in eerdere verslagen blijven deze „niet-officiële doorlaatposten” een punt van zorg en moet er een geschikte oplossing overeenkomstig de vereisten van artikel 5, lid 2, van Protocol nr. 3 bij de Toetredingsakte van 2003 worden gevonden11. De SBA heeft verklaard dat personeel snel naar de niet-officiële doorlaatposten kan worden gestuurd als dat nodig is.

2.LIJNOVERSCHRIJDEND GOEDERENVERKEER

2.1.Waarde van de handel

Uit hoofde van artikel 4 van de groenelijnverordening mogen goederen gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus het gezag uitoefent, worden binnengebracht vanuit gebieden waarover de regering niet het gezag uitoefent, op voorwaarde dat zij voldoen aan de in artikel 4 vastgestelde criteria12 en vergezeld gaan van een document dat is afgegeven door de Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel. Overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1480/2004 van de Commissie13 hebben de Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel en de autoriteiten van de Republiek Cyprus maandelijks gegevens verstrekt over de soort, hoeveelheid en waarde van de goederen waarvoor begeleidende documenten zijn afgegeven.

Volgens de Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel bedroeg de totale waarde van de goederen waarvoor begeleidende documenten waren afgegeven 5 405 121 EUR (het jaar daarvoor: 5 697 695 EUR): een daling ten opzichte van 2017 met 5,1 %.

Volgens de door de autoriteiten van de Republiek Cyprus verstrekte statistieken is de totale handelswaarde van de goederen die, vergezeld van begeleidende documenten, de groene lijn passeerden, met 1,4 % toegenomen tot 4 856 892 (het jaar daarvoor: 4 790 964 EUR).

De handel vanuit de door de regering gecontroleerde gebieden naar het noordelijke deel van Cyprus valt niet onder de groenelijnverordening, maar nam volgens cijfers van de Kamer van Koophandel en Industrie van Cyprus fors af met circa 14,3 %, van 1 343 524 EUR in 2017 tot 1 151 723 EUR in 2018. De handel uit de door de regering gecontroleerde gebieden naar het noordelijke deel van Cyprus bedraagt 23,7 % van de handel in omgekeerde richting (28 % in 2017).

De Turks-Cypriotische gemeenschap paste nog steeds een handelsregeling toe die in principe de beperkingen van de groenelijnverordening „weerspiegelt”. De Turks-Cypriotische belanghebbenden stellen dat de bescherming van lokale ondernemingen de voornaamste reden hiervoor is. Deze handelsregeling wordt echter niet altijd consequent toegepast.

2.2.Soort goederen

Kunststofproducten waren in 2018 de meest verhandelde koopwaar, gevolgd door verse vis, bouwmaterialen en afval en schroot14. De handel in aardappelen is sterk afgenomen als gevolg van een slechte oogst.

Er zijn ook nieuwe producten bij gekomen, zoals vochtige doekjes, afgedankte batterijen, plastic watertanks en industriële, roestvrijstalen ovens. Alle handel over de groene lijn vond plaats binnen Cyprus.

2.3.Onregelmatigheden

De dienst douane en accijnzen van de Republiek Cyprus heeft de Commissie geraadpleegd over de vraag of een container gevuld met een als „verdunner” gedeclareerde stof die over de groene lijn werd verhandeld, voldeed aan de in artikel 4, lid 1, van de groenelijnverordening bedoelde oorsprongscriteria15. De Commissie heeft de douane-instanties meegedeeld dat het mengsel naar haar oordeel in overeenstemming was met artikel 4, lid 1. Zij concludeerde echter ook dat naar alle waarschijnlijk inbreuk was gepleegd op de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1272/2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, aangezien de container niet voldeed aan de voorschriften inzake de etikettering van gevaarlijke stoffen. De Commissie heeft de Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel in kennis gesteld van haar beoordeling en deze heeft op haar beurt de producent gewezen op de regels voor de handel in dit soort producten.

2.4.Verkeer van goederen: obstakels en problemen

Er zijn nog steeds belemmeringen voor de handel over de groene lijn en de Commissie en de Turks-Cypriotische ondernemers zijn van oordeel dat deze mee aan de basis liggen van het beperkte handelsverkeer.

Zoals in voorgaande verslagen werd gemeld16, is de kwestie van Turks-Cypriotische bedrijfsvoertuigen die oversteken naar de door de regering gecontroleerde gebieden, nog niet opgelost en mogen Turks-Cypriotische bedrijfsvoertuigen van meer dan 7,5 ton de groene lijn nog steeds niet oversteken zonder documenten die volledig in overeenstemming met het acquis zijn en die door de Republiek Cyprus zijn afgegeven. De autoriteiten van de Republiek Cyprus hebben de Commissie meegedeeld dat zij bepalingen hebben ingesteld die het voor Turks-Cyprioten gemakkelijker maken om een keuringsattest en een professioneel rijbewijs te verkrijgen. De Commissie is ervan overtuigd dat het bijzonder gunstig zou zijn voor de handel als deze kwestie zou worden verholpen, aangezien het goederenvervoer erdoor zou worden vergemakkelijkt. Bovendien zou dit het contact tussen de Cypriotische marktdeelnemers ten goede komen, hetgeen het vertrouwen tussen beide gemeenschappen sterk zou bevorderen. In het verlengde hiervan buigt de Commissie zich momenteel over de mogelijkheid EU-steun te verlenen op het gebied van vervoersveiligheid.

Zoals in de voorgaande jaren is gemeld, staan de autoriteiten van de Republiek Cyprus niet toe dat verwerkte voedingsmiddelen en materialen die met voedsel in contact komen, de groene lijn overschrijden. Als reden hiervoor voeren zij aan dat het productieproces in het noordelijke deel van Cyprus volgens de gezondheidsdiensten niet aan de normen beantwoordt. Tijdens de verslagperiode heeft de Commissie de Republiek Cyprus meegedeeld dat deze producten op grond van het toepasselijke rechtskader de groene lijn mogen overschrijden en niet mogen worden verboden door de autoriteiten van de Republiek Cyprus. De autoriteiten van de Republiek Cyprus mogen overeenkomstig de groenelijnverordening weliswaar monsters van de producten nemen voor verdere analyse, maar mogen niet voor alle verwerkte voedingsmiddelen een lijnoverschrijdingsverbod opleggen. De Commissie heeft voorgesteld een mechanisme in te voeren dat het gemakkelijker maakt om verwerkte voedingsmiddelen en materialen die met voedsel in contact komen, de groene lijn te laten overschrijden en dat tegelijkertijd rekening houdt met extra veiligheidsoverwegingen. Toen dit verslag werd opgesteld, hadden de door de Commissie aangevraagde verdere besprekingen over een oplossing voor dit probleem nog niet plaatsgevonden. De Commissie blijft bezorgd over de correcte tenuitvoerlegging van de groenelijnverordening en zal bekijken hoe de zaak verder kan worden aangepakt.

Net als in voorgaande jaren blijven Turks-Cypriotische handelaren berichten over handelsbelemmerende moeilijkheden bij de levering van hun producten aan winkels en bij het adverteren van hun producten en diensten in de door de regering gecontroleerde gebieden. Handelaren blijven melding maken van terughoudendheid bij Grieks-Cyprioten om Turks-Cypriotische producten te kopen. Voorts werd gemeld dat handelaren van beide gemeenschappen te maken krijgen met tal van administratieve problemen als zij zaken willen doen met de andere gemeenschap. De marktdeelnemers van beide zijden moeten vrij zijn om handelsbetrekkingen aan te gaan op basis van hun bedrijfsbehoeften.

2.5.Smokkel van goederen

De smokkel van goederen is nog steeds wijdverbreid, aangezien het moeilijk is om onregelmatige bewegingen over de groene lijn te controleren.

In 2018 verrichtte de Republiek Cyprus 1 711 inbeslagnames van gesmokkelde waar (het jaar daarvoor: 1 334). In 2018 heeft de Republiek Cyprus meer sigaretten en roltabak bij de groene lijn in beslag genomen (respectievelijk 469 870 stuks en 587 513 gram tegenover 203 290 stuks en 440 259 gram in het jaar daarvoor). Deze forse stijging werd toegeschreven aan de waardevermindering van de Turkse lire ten opzichte van de euro in 2018. De smokkel van goederen die niet in overeenstemming waren met de intellectuele-eigendomsrechten, is eveneens sterk toegenomen, met 45 % ten opzichte van 2017. Andere in beslag genomen producten zijn alcohol, pesticiden, landbouwproducten, dierlijke producten en zuivel. Er is éénmaal vervolging voor smokkel ingesteld bij de arrondissementsrechtbank. Gevallen van smokkel van kleine hoeveelheden sigaretten werden doorgaans afgehandeld met een administratieve sanctie en verbeurdverklaring.

De autoriteiten van de ESBA registreerden in 2018 meer inbeslagnames van smokkelwaar binnen de ESBA dan het jaar daarvoor, nl. 555 (tegenover 432 in 2017). Net als in 2017 ging het in de meeste gevallen om sigaretten en roltabak.

Wat betreft de traditionele bevoorrading van de Turks-Cypriotische bevolking van het dorp Pyla, dat in de bufferzone ligt (artikel 4, lid 10, van de groenelijnverordening), werden de hoeveelheden bouwmateriaal, vis, sigaretten enz. gecontroleerd en geregistreerd door de autoriteiten van de ESBA.

2.6.Bevordering van de handel

De Commissie blijft naar methoden zoeken om de handel over de groene lijn te stimuleren.

In juli 2015 heeft de Commissie een voorstel tot wijziging van de groenelijnverordening vastgesteld. Doel van dat voorstel is te bepalen op welke wijze het controlemechanisme voor goederen met een overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1151/2012 geregistreerde benaming moet worden toegepast in de gebieden van de Republiek Cyprus waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent17. Het voorstel was aan het einde van de verslagperiode nog niet goedgekeurd. Het is gebaseerd op de consensus over een tijdelijke oplossing voor Halloumi/Hellim-kaas, die moet worden toegepast in afwachting van de hereniging van Cyprus en werd bereikt onder leiding van voorzitter Juncker tijdens zijn bezoek aan Cyprus op 16 juli 201518.

Om de lijnoverschrijdende handel in verse vis te vergemakkelijken, hebben de autoriteiten van de Republiek Cyprus de openingstijden voor de veterinaire controle van verse vis bij de doorlaatpost van Agios Dhometios uitgebreid. De controle vindt plaats op weekdagen tussen 7:30 en 15:00 uur (einde van de controle).

De Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel bleef blijk geven van een algemene belangstelling voor de opheffing van het verbod op handel in alle levende dieren en dierlijke producten mits deze producten aan de wet- en regelgeving van de EU beantwoorden. De Republiek Cyprus heeft zich herhaaldelijk bereid verklaard om te onderzoeken of de lijst van goederen die over de groene lijn naar de door de regering gecontroleerde gebieden mogen worden vervoerd, kan worden uitgebreid.

De Commissie moedigt de marktdeelnemers aan om de kansen om zaken te doen te benutten en is ingenomen met de intensieve inspanningen die de Kamer van Koophandel en Industrie van Cyprus en de Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel hebben geleverd.

2.7.EU-goederen die opnieuw worden binnengebracht in de gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus feitelijk het gezag uitoefent, na te zijn vervoerd via de gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent

De autoriteiten van de Republiek Cyprus hebben gemeld dat 3 093 artikelen opnieuw zijn binnengebracht in de door de regering gecontroleerde gebieden na te zijn vervoerd via de niet door de regering gecontroleerde gebieden. Daarbij is gemeld dat deze lijnoverschrijdingen probleemloos verlopen en dat het grootste deel van dit handelsverkeer plaatsvindt van en naar de doorlaatposten van Kato Pyrgos-Karavostasi en Astromeritis-Zhodia.

2.8. Goederen in de persoonlijke bagage van personen die de groene lijn overschrijden

Tijdens de verslagperiode hebben de autoriteiten van de ESBA de Commissie geraadpleegd over het overbrengen van brandstof voor persoonlijke consumptie over de groene lijn. Krachtens artikel 6, lid 1, van de groenelijnverordening zijn goederen die zich bevinden in de persoonlijke bagage van personen die de lijn overschrijden, vrijgesteld van omzetbelasting en accijns alsook van invoerrechten mits zij geen commercieel karakter dragen en hun totale waarde niet meer dan 260 EUR per persoon bedraagt. De Commissie heeft ten aanzien van de autoriteiten van de ESBA en de Republiek Cyprus bevestigd dat voor brandstof in plastic containers geval per geval moet worden nagegaan of de brandstof bij elke lijnoverschrijding voor commerciële doeleinden is bestemd en, indien dat niet het geval is, of de waarde ervan meer bedraagt dan 260 EUR per persoon. Er zij op gewezen dat de groenelijnverordening niet voorziet in controles op de brandstof in de standaardtanks van de voertuigen die de groene lijn overschrijden, en dat er dus geen reden is om deze overschrijdingen te weigeren of te beperken.

3.CONCLUSIES

Zoals werd gesteld in eerdere verslagen, verloopt de controle van de groene lijn aan de toegestane doorlaatposten door de autoriteiten van de Republiek Cyprus en de Sovereign Base Area bevredigend. De twee doorlaatposten Lefka-Apliki en Deryneia zijn operationeel geworden. Het aantal personen dat de groene lijn op irreguliere wijze overschrijdt, is aanzienlijk toegenomen. De bezorgdheid van de Republiek Cyprus hierover neemt toe en de situatie moet nauwlettend in het oog worden gehouden.De Commissie dringt er bij de autoriteiten van de SBA op aan de nodige personele middelen in te zetten om het probleem van de “niet-officiële doorlaatposten” aan te pakken. De Commissie blijft van mening dat de stabiliteit, voorspelbaarheid en rechtszekerheid in verband met de vereisten aan de doorlaatposten alsook het vrije verkeer van EU-burgers van cruciaal belang zijn.

De waarde van de lijnoverschrijdende handel is in 2018 toegenomen met 1,4 % (van 4 790 964 EUR tot 4 856 892 EUR), terwijl de waarde van de goederen waarvoor begeleidende documenten werden afgegeven, is afgenomen met 5,1 % (van 5 697 695 EUR tot 5 405 121 EUR). Kunststofproducten waren de meest verhandelde koopwaar, gevolgd door verse vis, bouwmaterialen en afval en schroot.

De Kamer van Koophandel en Industrie van Cyprus en de Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel hebben met het oog op het economische belang van beide gemeenschappen hun nauwe samenwerking voortgezet.

Tijdens de verslagperiode is een aantal handelsbelemmeringen blijven bestaan. De Republiek Cyprus geeft nog altijd geen toestemming om de groene lijn over te steken met Turks-Cypriotische bedrijfsvoertuigen van meer dan 7,5 ton. Die situatie is in 2018 ongewijzigd gebleven. Evenmin staat de Republiek Cyprus toe dat verwerkte voedingsmiddelen en materialen die met voedsel in contact komen, de groene lijn overschrijden. De Commissie heeft ten aanzien van de Republiek Cyprus bevestigd dat deze producten op grond van het toepasselijke rechtskader de groene lijn mogen overschrijden en niet mogen worden verboden door de autoriteiten van de Republiek Cyprus. De Commissie heeft voorgesteld een mechanisme in te voeren dat het gemakkelijker maakt om verwerkte voedingsmiddelen en materialen die met voedsel in contact komen, de lijn te laten overschrijden en dat tegelijkertijd rekening houdt met extra veiligheidsoverwegingen. Toen dit verslag werd opgesteld, hadden er nog geen contacten plaatsgevonden om dit probleem op te lossen. De Commissie blijft bezorgd over de correcte tenuitvoerlegging van de groenelijnverordening en zal bekijken hoe de zaak verder kan worden aangepakt.

Over het geheel genomen blijft de groenelijnverordening een werkbare basis vormen voor het verkeer van personen en goederen van en naar de door de regering gecontroleerde gebieden van de Republiek Cyprus, maar de Commissie blijft bezorgd over het feit dat het handelsverkeer in het algemeen beperkt is. De Commissie is van mening dat het wegnemen van de in dit verslag genoemde handelsbelemmeringen het handelsverkeer over de groene lijn aanzienlijk zal bevorderen. Ook hoopt zij dat het streven van de twee Kamers naar intensivering van de contacten tussen het bedrijfsleven aan beide zijden de economische banden zal versterken.

Tegen deze achtergrond blijft de Commissie rekenen op de medewerking van de Republiek Cyprus en de SBA voor een doeltreffende tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 866/2004 van de Raad. De Commissie blijft de uitvoering van de verordening in het oog houden.

(1)

PB L 161 van 30.4.2004, blz. 128. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 685/2013 van de Raad van 15 juli 2013 (PB L 196 van 19.7.2013, blz. 1), bekend als de „groenelijnverordening”.

(2)

Zie de derde overweging van de groenelijnverordening.

(3)

De autoriteiten van de Republiek Cyprus houden niet bij hoeveel Grieks-Cyprioten terugkeren naar de door de regering gecontroleerde gebieden of hoeveel Turks-Cyprioten terugkeren naar het noordelijke deel van Cyprus.

(4)

Voor deze verslagperiode zijn geen statistieken voor niet-Cypriotische EU-burgers en onderdanen van derde landen beschikbaar.

(5)

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1472 van de Commissie van 26 augustus 2015 (PB L 225 van 28.8.2015, blz. 3).

(6)

Verslag van de secretaris-generaal over UNFICYP [S/2019/37] van 11 januari 2019, punt 31.

(7)

Turken: 380, Syriërs: 411, Turkmenen: 708, Iraniërs: 284, Irakezen: 333, andere: 1 657.

(8)

Turken: 373, Pakistanen: 85; Nigerianen: 58, Syriërs: 54, Turkmenen: 20, andere: 280.

(9)

Twaalf van de 18 irreguliere migranten die binnen de ESBA werden aangehouden, vroegen asiel aan en werden overgedragen aan de autoriteiten van de Republiek Cyprus. Zij zijn opgeteld bij het totale aantal personen dat irregulier de groene lijn is gepasseerd en waarvoor in tabel VII van het werkdocument van de diensten SWD(2019) 290 een uitsplitsing per nationaliteit is opgenomen.

(10)

Onderdanen van de VS: 55, van Oekraïne: 96, van Rusland: 63, van Argentinië: 27, van Bosnië en Herzegovina: 29.

(11)

PB L 236 van 23.9.2003, blz. 940.

(12)

Artikel 4, lid 1, bepaalt dat goederen geheel en al moeten zijn verkregen in de gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent of hun laatste, wezenlijke, economisch gerechtvaardigde be- of verwerking moeten hebben ondergaan in een daartoe geschikt bedrijf in de gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent.

(13)

Verordening (EG) nr. 1480/2004 van de Commissie van 10 augustus 2004 (PB L 272 van 20.8.2004, blz. 3).

(14)

SWD(2019) 290, tabel IV.

(15)

Krachtens artikel 2, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1480/2004 van de Commissie moeten de autoriteiten van de Republiek Cyprus de diensten van de Commissie op de hoogte brengen van gevallen waarin eraan getwijfeld wordt of de goederen voldoen aan de oorsprongscriteria.

(16)
(17)

COM(2015) 380 final – 2015/0165 (NLE).

(18)

http://europa.eu/rapid/press-release_MEX-15-5402_en.htm