Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Een EU-strategie voor het digitale geldwezen (COM(2020) 591 final)
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Een EU-strategie voor het digitale geldwezen (COM(2020) 591 final)
30.4.2021 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 155/27 |
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Een EU-strategie voor het digitale geldwezen
(COM(2020) 591 final)
(2021/C 155/04)
Rapporteur: | Petru Sorin DANDEA |
Corapporteur: | Jörg Freiherr FRANK VON FÜRSTENWERTH |
Raadpleging | Europese Commissie, 11.11.2020 |
Rechtsgrondslag | Artikel 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie |
Bevoegde afdeling | Economische en Monetaire Unie, Economische en Sociale Samenhang |
Goedkeuring door de afdeling | 12.2.2021 |
Goedkeuring door de voltallige vergadering | 24.2.2021 |
Zitting nr. | 558 |
Stemuitslag (voor/tegen/onthoudingen) | 237/0/5 |
1. Conclusies en aanbevelingen
1.1. | Het EESC is ingenomen met het door de Commissie voorgelegde pakket voor het digitale geldwezen, dat strategische wetgevende en niet-wetgevende elementen bevat om de sector verder te ontwikkelen. |
1.2. | Het door de Commissie voorgestelde programma, dat op vier prioriteiten berust, bestrijkt in wezen bijna alle belangrijke activiteitengebieden in verband met de digitale transformatie van de financiële sector van de EU. Het EESC kan zich vinden in deze aanpak van de Commissie. |
1.3. | Hoewel de Commissie er terecht op inzet dat digitale financiële diensten verleend gaan worden door sterke Europese marktdeelnemers, is het EESC van mening dat niet voorbijgegaan mag worden aan de bijzondere rol van gespecialiseerde regionale en/of coöperatieve of onderlinge lokale dienstverleners in de financiële sector. |
1.4. | De digitalisering brengt een gigantisch transformatieproces met zich mee voor de financiële sector van de EU, dat gepaard gaat met verregaande herstructureringsprocessen, sluiting van lokale vestigingen, veranderingen in de beroepskwalificaties van werknemers en volledig nieuwe vormen van werk. Deze grote uitdagingen mogen niet genegeerd worden. Dienstverleners en — uiteraard — werknemers in de financiële sector staan in dit verband namelijk voor een enorme opgave. |
1.5. | De Commissie kondigt aan te zullen onderzoeken of het nodig is een EU-platform voor het digitale geldwezen op te zetten. Het EESC staat hier positief tegenover en beveelt aan de sociale partners en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld bij dit proces te betrekken. |
1.6. | In het licht van de uitdagingen en risico’s rond de digitale transformatie zijn regelgeving voor technologieaanbieders, bescherming van consumenten, het verlenen van toegang tot financiële diensten, operationele veerkracht en beveiliging van netwerk- en informatiesystemen van cruciaal belang voor de totstandbrenging van de digitale eengemaakte markt voor financiële diensten. |
1.7. | Het EESC is ingenomen met het GAIA-X-project, dat bedoeld is om tegenwicht te bieden aan de dominantie van de VS en China op het gebied van clouddiensten. In het kader van dit project, waarbij ook de Europese Commissie betrokken is, wordt een EU-gebaseerd cloudnetwerk opgezet met het oog op datasoevereiniteit of gegevensbeheer op EU-niveau. |
1.8. | Het feit dat de Commissie het beginsel “dezelfde activiteit, hetzelfde risico, dezelfde regels” wil toepassen is van fundamenteel belang en een essentieel aspect in verband met de inspanningen om de nieuwe uitdagingen, waaronder het waarborgen van hetzelfde toezicht, met succes het hoofd te bieden. Het EESC acht het bijzonder belangrijk dat er een gelijk speelveld voor alle financiële instellingen tot stand wordt gebracht. |
2. De Commissievoorstellen
2.1. | Op 24 september 2020 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan het pakket voor het digitale geldwezen, dat bestaat uit een strategie voor het digitale geldwezen (1), een strategie voor retailbetalingen (2), wetgevingsvoorstellen voor een EU-regelgevingskader betreffende cryptoactiva (3) en de onderliggende “distributed ledger”-technologie (4), alsook voorstellen voor een EU-regelgevingskader inzake digitale operationele veerkracht (5). |
2.2. | In de bijzonder dynamische context van digitale innovatie, versneld door de COVID-19-crisis, stelt de Commissie een strategie voor met één strategisch doel en vier prioriteiten plus aanverwante acties op het gebied van het digitale geldwezen. Deze strategie wordt in het onderhavige EESC-advies besproken. |
2.3. | Het strategische doel van de Commissie is het digitale geldwezen te omarmen ten bate van consumenten en bedrijven. De vier prioriteiten zijn: 1) het aanpakken van de versnippering van de digitale eengemaakte markt voor financiële diensten, zodat de Europese consument toegang krijgt tot grensoverschrijdende diensten en Europese financiële ondernemingen worden geholpen hun digitale activiteiten op te schalen; 2) ervoor te zorgen dat het regelgevingskader van de EU digitale innovatie bevordert in het belang van de consument en de marktefficiëntie; 3) de totstandbrenging van een Europese ruimte voor financiële data om datagestuurde innovatie te bevorderen, voortbouwend op de Europese datastrategie, inclusief betere toegang tot en uitwisseling van gegevens binnen de financiële sector; 4) in te gaan op nieuwe uitdagingen en risico’s in verband met de digitale transformatie. |
3. Algemene en specifieke opmerkingen
3.1. | Met het initiatief om een nieuwe strategie voor het digitale geldwezen in Europa te ontwikkelen en uit te voeren (als onderdeel van haar pakket voor het digitale geldwezen) bevestigt de Commissie hoe belangrijk digitalisering in de financiële sector is (digitale financiële diensten). Tijdens de COVID-19-crisis is dit overduidelijk geworden. Het door de Commissie voorgestelde programma, dat op vier prioriteiten berust, bestrijkt in wezen bijna alle belangrijke activiteitengebieden in verband met de digitale transformatie van de financiële sector van de EU. Het EESC steunt deze aanpak van de Commissie. |
3.2. | Hoewel de Commissie er terecht op inzet dat digitale financiële diensten verleend gaan worden door sterke Europese marktdeelnemers, is het EESC van mening dat de bijzondere rol van gespecialiseerde regionale en/of coöperatieve of onderlinge dienstverleners in de financiële sector in aanmerking moet worden genomen. Diversiteit binnen de financiële sector kan immers helpen voorzien in de specifieke behoeften van consumenten en kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) en draagt bij tot concurrerende markten. Het EESC spoort de Commissie aan om te streven naar evenredigheid wat betreft de aard, schaal en complexiteit van financiële instellingen en hun producten. |
3.3. | De mededeling van de Commissie is uiterst technisch van aard en er is een kwestie die niet aan bod komt, nl. het feit dat de financiële sector van de EU als gevolg van de digitalisering een gigantisch transformatieproces wacht, dat gepaard gaat met ingrijpende herstructureringsprocessen, sluiting van lokale vestigingen, veranderingen in de beroepskwalificaties van werknemers en volledig nieuwe vormen van werk. Deze grote uitdagingen mogen niet genegeerd worden. Dienstverleners en — uiteraard — werknemers in de financiële sector staan in dit verband namelijk voor een enorme opgave. Het EESC pleit ervoor dat de sociale dialoog zich richt op de gebieden waarop de transformatie plaatsvindt. |
3.4. | De Commissie stelt dat een goed functionerende eengemaakte markt voor digitale financiële diensten zal helpen de toegang tot financiële diensten voor consumenten en retailbeleggers in de EU te verbeteren. Het EESC kan zich vinden in deze aanpak van de Commissie. Om de versnippering van de digitale eengemaakte markt voor financiële diensten terug te dringen is het van essentieel belang dat de markten zich kunnen ontwikkelen. |
3.5. | De Commissie zegt te zullen onderzoeken of het nodig is een EU-platform voor het digitale geldwezen op te zetten. Het EESC staat hier positief tegenover en beveelt aan de sociale partners en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld bij dit proces te betrekken. |
3.6. | Uit de praktijk blijkt dat een eengemaakte markt voor digitale financiële diensten alleen kan werken als nieuwe klanten snel en gemakkelijk toegang hebben tot financiële diensten (“onboarding”). Het EESC neemt kennis van de cruciale problematiek op de door de Commissie aangegeven gebieden. |
3.7. | Het feit dat de regels tegen witwassen per lidstaat verschillen, maakt het grensoverschrijdende gebruik van digitale identiteiten aanzienlijk moeilijker, zo niet onmogelijk. De regels inzake de identificatie van klanten moeten in de hele EU worden geharmoniseerd. Daarom beveelt het EESC aan te zorgen voor juridische interoperabiliteit van digitale identiteiten in heel Europa. |
3.8. | Bij het opstellen van de EU-strategie voor het digitale geldwezen mag de veiligheid van de burgers niet uit het oog worden verloren. In de strategie moet de aanbeveling aan de lidstaten worden opgenomen om tegelijk met de uitvoering van de strategie wettelijke en organisatorische maatregelen in te voeren om identiteitsdiefstal tegen te gaan. Met de ontwikkeling van digitale diensten en producten komt dit probleem steeds vaker voor en als er geen actie wordt ondernomen, kan het een factor zijn die de uitvoering van de strategie in de weg staat. |
3.9. | Het EESC steunt de voorstellen van de Commissie om een innovatievriendelijk en concurrerend kader voor financiële markten tot stand te brengen, waarvan consumenten en het bedrijfsleven zullen profiteren. Daarbij moet er echter zorg voor worden gedragen dat de toezichtpraktijken en de EU-wetgeving gebaseerd blijven op het leidende beginsel van technologieneutraliteit en dat bestaande documentatievereisten tegen het licht worden gehouden. |
3.10. | Op de digitale markt is het echter zo dat sommige fintechbedrijven diensten verlenen aan financiële ondernemingen, terwijl andere met hen concurreren. De Commissie moet bij het opstellen van nieuwe regelgeving rekening houden met deze kwesties. Het EESC beveelt dan ook aan dat de nieuwe regels gericht zijn op de ondersteuning van partnerschappen tussen gevestigde financiële instellingen en de fintechsector. Hoewel duidelijk is dat banken de belangrijkste instellingen zijn, moet worden voorkomen dat de wetgeving een knip- en plakwerk wordt van vereisten die mogelijk niet voor alle soorten financiële diensten geschikt zijn. Er dient een onderscheid te worden gemaakt tussen enerzijds consumentgerichte producten die als standaardproducten kunnen worden beschouwd en anderzijds complexere producten waarbij scope en klantenservice van wezenlijk belang zijn. |
3.11. | Het EESC acht het noodzakelijk dat het delen van gegevens zich niet beperkt tot de financiële sector en herinnert de Commissie aan zijn aanbeveling (6) met betrekking tot haar mededeling over een Europese datastrategie: daarin toont het zich ingenomen met de voorgestelde datastrategie waarin van sectoroverschrijdende gegevensuitwisseling een prioriteit wordt gemaakt, met als doel het gebruik, de uitwisseling en de governance van alsook de toegang tot data te verbeteren met wetgevende, sectorspecifieke maatregelen, en benadrukt het dat bij een dergelijk kader strikte normen op het gebied van gegevensbescherming, sectoroverschrijdende en verantwoorde gegevensuitwisseling, duidelijke criteria voor sectorspecifieke governance en gegevenskwaliteit en meer controle van gegevens door particulieren gecombineerd moeten worden. Het is van essentieel belang ervoor te zorgen dat gegevens die worden verzameld door een dochtermaatschappij van een bigtechgroep die betalingsdiensten verleent, niet worden verstrekt aan of samengevoegd met de gegevens waarover de moedermaatschappij beschikt. Daartoe moeten er firewalls komen tussen de dochtermaatschappij die betalingsdiensten verleent en de moedermaatschappij. |
3.12. | In het licht van de uitdagingen en risico’s rond de digitale transformatie zijn regelgeving voor technologieaanbieders, bescherming van consumenten, het verlenen van toegang tot financiële diensten, operationele veerkracht en beveiliging van netwerk- en informatiesystemen allemaal van cruciaal belang voor de totstandbrenging van de digitale eengemaakte markt voor financiële diensten. |
3.13. | Wat cyberbeveiliging betreft, wijst het EESC erop dat de meeste Europese systeemrelevante financiële instellingen gebruikmaken van fintechdiensten die door ondernemingen buiten de EU worden verleend. Het door de Commissie voorgestelde wetgevingsinitiatief inzake digitale operationele veerkracht (7) kan in bepaalde situaties ontoereikend blijken te zijn. Het EESC is dan ook ingenomen met het GAIA-X-project, dat bedoeld is om tegenwicht te bieden aan de dominantie van de VS en China op het gebied van clouddiensten. In het kader van dit project, waarbij ook de Europese Commissie betrokken is, wordt een EU-gebaseerd cloudnetwerk opgezet met het oog op datasoevereiniteit of gegevensbeheer op EU-niveau. Nu we steeds meer leunen op digitale diensten is het in het belang van de belanghebbenden in de EU om onafhankelijk te zijn van externe aanbieders van clouddiensten en heeft de EU er zelf belang bij om haar economische en politieke soevereiniteit te versterken. Een Europees cloudnetwerk zou ook gegevensstromen tussen de lidstaten vergemakkelijken. |
3.14. | Het feit dat de Commissie het beginsel “dezelfde activiteit, hetzelfde risico, dezelfde regels” wil toepassen is van fundamenteel belang en een essentieel aspect in verband met de inspanningen om de nieuwe uitdagingen, waaronder het waarborgen van hetzelfde toezicht, het hoofd te bieden. Gezien de opkomst van bigtechbedrijven, platforms en technologiebedrijven en de nuttige activiteiten van technologiebedrijven in de financiële sector is het bijzonder belangrijk dat er een gelijk speelveld voor alle marktdeelnemers tot stand wordt gebracht. |
3.15. | De Commissie overweegt een strategie voor ondersteuning van en investeringen in algemene financiële educatie, waarbij extra aandacht uitgaat naar digitalisering. Dit kan leiden tot meer openheid op het vlak van digitale diensten en tot een betere bescherming van consumenten, ongeacht leeftijd, geslacht of beroepsstatus. Het EESC spoort de Commissie aan om haar inspanningen op dit gebied voort te zetten. |
Brussel, 24 februari 2021.
De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité
Christa SCHWENG
(1) COM(2020) 591 final.
(2) COM(2020) 592 final.
(3) COM(2020) 593 final.
(4) COM(2020) 594 final.
(5) COM(2020) 595 final en COM(2020) 596 final.
(6)PB C 429 van 11.12.2020, blz. 290.
(7) COM(2020) 595 final. Zie ook het gerelateerde advies van het EESC over Digitale operationele veerkracht (ECO/536) (zie bladzijde 38 van dit Publicatieblad).