Resolutie van het Europees Parlement van 8 oktober 2020 over de wet “buitenlandse agenten” in Nicaragua (2020/2814(RSP))
Resolutie van het Europees Parlement van 8 oktober 2020 over de wet “buitenlandse agenten” in Nicaragua (2020/2814(RSP))
29.9.2021 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 395/54 |
P9_TA(2020)0259
De wet inzake “buitenlandse agenten” in Nicaragua
Resolutie van het Europees Parlement van 8 oktober 2020 over de wet “buitenlandse agenten” in Nicaragua (2020/2814(RSP))
(2021/C 395/07)
Het Europees Parlement,
— | gezien zijn eerdere resoluties over Nicaragua, met name die van 31 mei 2018 (1), 14 maart 2019 (2) en 19 december 2019 (3), |
— | gezien de Overeenkomst van 29 juni 2012 waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Midden-Amerika, anderzijds (4), |
— | gezien het landenstrategiedocument en het indicatief meerjarenprogramma 2014-2020 van de EU voor Nicaragua, |
— | gezien de conclusies van de Raad over Nicaragua, |
— | gezien Verordening (EU) 2019/1716 van 14 oktober 2019 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Nicaragua (5), en de Uitvoeringsverordening (EU) 2020/606 van de Raad van 4 mei 2020 waarbij zes Nicaraguaanse functionarissen in de lijst zijn opgenomen van gerichte sancties, waaronder bevriezing van tegoeden en reisverboden (6), |
— | gezien de verklaringen van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (VV/HV) namens de Europese Unie over de situatie in Nicaragua, met name die van 20 november 2019 en 4 mei 2020, |
— | gezien de verklaring van de Hoge Commissaris van de VN voor de mensenrechten, Michelle Bachelet, tijdens de zitting van de Mensenrechtenraad van 14 september 2020, en het verslag van de VN-Mensenrechtenraad over Nicaragua van 19 juni 2020, |
— | gezien de nieuwsbrieven die worden gepubliceerd door het speciaal toezichtsmechanisme voor Nicaragua (MESENI), dat is opgericht door de Inter-Amerikaanse Commissie voor de mensenrechten, |
— | gezien het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (ICCPR) van 1966, |
— | gezien de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van 1948, |
— | gezien de EU-richtsnoeren inzake mensenrechtenverdedigers en die inzake de vrijheid van meningsuiting online en offline, |
— | gezien de grondwet van Nicaragua, |
— | gezien artikel 144, lid 5, en artikel 132, lid 4, van zijn Reglement, |
A. | overwegende dat op 22 september 2020 de leden van de regeringspartij Alianza Frente Sandinista de Liberación Nacional (Sandinistisch Front voor Nationale Bevrijding) in de Nationale Assemblee van Nicaragua een wet voor de regulering van buitenlandse agenten hebben gepresenteerd, naar het voorbeeld van de Russische wet van 2012 inzake buitenlandse agenten, die, indien aangenomen, elke persoon, organisatie of instelling, waaronder mediakanalen en niet-gouvernementele organisaties, die middelen uit het buitenland ontvangen, verplicht om zich te laten registreren bij het ministerie van Binnenlandse Zaken (Migob) en zich te onderwerpen aan financieel toezicht door de eenheid Financiële Analyse (UAF); |
B. | overwegende dat elke persoon of entiteit die bij het ministerie van Binnenlandse Zaken als “buitenlandse agent” is geregistreerd, onder nauwlettend toezicht zou staan en zich zou moeten “onthouden van inmenging in binnenlandse politieke zaken of aangelegenheden”, zoals bepaald in artikel 12, waardoor hun burgerlijke en politieke rechten worden beperkt en zij vervolgd, geïntimideerd en strafrechtelijk vervolgd zouden kunnen worden; overwegende dat deze wet, indien aangenomen, negatieve gevolgen zou hebben voor het recht op gelijke politieke en publieke participatie, met inbegrip van de oppositie, waardoor het politieke bestel in Nicaragua verder wordt verstoord; overwegende dat dit kan leiden tot ernstige situaties van onwettige criminalisering van maatschappelijke organisaties, activisten en mensenrechtenverdedigers; |
C. | overwegende dat de wet voor de regulering van buitenlandse agenten, indien aangenomen, zou worden gebruikt als instrument voor repressie van mensen en mensenrechtenorganisaties die middelen ontvangen in het kader van de internationale samenwerking in Nicaragua; overwegende dat de vaststelling van deze wet rechtstreekse gevolgen kan hebben voor de EU-samenwerking in het land en voor personen die betrokken zijn bij Europese belangen; |
D. | overwegende dat verschillende leden van de regeringspartij in de Nationale Assemblee ook een speciale wet inzake cybercriminaliteit hebben voorgesteld die gericht is op het censureren van digitale media, alsmede een nieuwe wet inzake haatmisdrijven die het wetboek van strafrecht zodanig zou hervormen dat levenslange gevangenisstraf kan worden opgelegd voor afwijkende politieke standpunten, zonder dat het gedrag waarop een dergelijke strenge straffen van toepassing zou zijn duidelijk gedefinieerd wordt, en die gebruikt zou kunnen worden om diegenen te straffen die zich uitspreken tegen het repressieve beleid van de regering; |
E. | overwegende dat deze wetsvoorstellen duidelijk bedoeld zijn om fundamentele vrijheden zoals de vrijheid van meningsuiting, zowel online als offline, de vrijheid van vereniging en de godsdienstvrijheid te begrenzen, de civiele ruimte voor Nicaraguaanse burgers verder te beperken en totalitaire controle uit te oefenen over de Nicaraguaanse burgers, mediakanalen, het maatschappelijk middenveld en mensenrechtenorganisaties, zonder enige vorm van checks-and-balances en met een grote beoordelingsvrijheid bij de tenuitvoerlegging, door op al hun activiteiten toezicht te houden, met de nadruk op politiek, arbeids- en economisch gebied; overwegende dat deze wetten, indien aangenomen, een ernstige schending zouden vormen van de rechten en fundamentele vrijheden die zijn verankerd in de Nicaraguaanse grondwet, en allemaal erkend zijn in de internationale overeenkomsten, convenanten en verdragen waarbij Nicaragua partij is; |
F. | overwegende dat deze initiatieven de meest recente voorbeelden zijn van dergelijke schendingen en een meer algemene tendens bevestigen van repressie en schendingen van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden; overwegende dat vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, milieuactivisten, journalisten, bekende leden van de politieke oppositie, leden van religieuze gemeenschappen, met name de katholieke kerk, studenten, voormalige politieke gevangenen, en hun families nog steeds het doelwit zijn van veiligheidstroepen en regeringsgezinde gewapende groeperingen, met arrestaties, criminalisering, buitensporig geweld, invallen van hun huizen, intimidatie door de politie, aanrandingen en toenemend geweld en intimidatie jegens vrouwelijke activisten, doodsbedreigingen, vandalisme, publieke smaad en online lastercampagnes; |
G. | overwegende dat Michelle Bachelet, de Hoge Commissaris van de VN voor de mensenrechten, heeft verklaard dat er geen vooruitgang is geboekt ten aanzien van de mensenrechtensituatie en dat niets erop wijst dat de regering de spanningen en structurele problemen die tot de sociaal-politieke crisis in april 2018 hebben geleid, constructief aanpakt; overwegende dat maatschappelijke organisaties melden dat 94 personen die als tegenstanders van de regering worden beschouwd, nog steeds willekeurig worden vastgehouden, meestal op grond van valse beschuldigingen van niet-gerelateerde strafbare feiten; |
1. | veroordeelt de pogingen om de ongrondwettelijke “wet voor de regulering van buitenlandse agenten”, de “speciale wet voor cybercriminaliteit” en de “wet tegen haatdelicten” aan te nemen, en roept de Nationale Vergadering op om deze wetten te verwerpen, evenals alle andere wetten die de fundamentele vrijheden van het Nicaraguaanse volk zouden beperken; benadrukt dat deze wetten, indien goedgekeurd, de regering van Daniel Ortega een nieuw repressief instrument zullen verschaffen om niet alleen de critici van het regime het zwijgen op te leggen maar ook alle personen of organisaties die buitenlandse financiering ontvangen, wat ertoe zal leiden dat deze repressie nog meer slachtoffers zal maken en het bredere klimaat van intimidatie en bedreiging nog slechter wordt, met onaanvaardbare mensenrechtenschendingen in Nicaragua tot gevolg; |
2. | betuigt zijn solidariteit met het Nicaraguaanse volk en veroordeelt alle repressieve acties van de Nicaraguaanse regering, en met name dat daarbij doden zijn gevallen; veroordeelt de onderdrukking van activisten uit het maatschappelijk middenveld, persoonlijkheden uit de politieke oppositie, studenten, journalisten, inheemse groeperingen, leden van religieuze gemeenschappen, met name de katholieke kerk en mensenrechtenactivisten; dringt aan op de onmiddellijke vrijlating van alle politieke gevangenen die willekeurig worden vastgehouden, op de intrekking van alle aanklachten tegen deze personen en op de eerbiediging van de fundamentele juridische waarborgen; |
3. | vraagt de Nicaraguaanse regering met klem onafhankelijke stemmen niet langer strafbaar te stellen en op te houden met het controleren en beperken van het werk van de maatschappelijke en mensenrechtenorganisaties, de politieke oppositie, de media en journalisten; dringt er bij de Nicaraguaanse regering op aan geconfisqueerde eigendommen terug te geven aan de nieuwszenders, hun exploitatievergunningen terug te geven en de rechtspersoonlijkheid van niet-gouvernementele organisaties te herstellen; dringt erop aan dat volledig wordt samengewerkt met internationale organisaties en dat zij terug in het land worden toegelaten, onder meer de Inter-Amerikaanse Commissie voor de mensenrechten, het Bureau van de Hoge Commissaris van de VN voor de mensenrechten, MESENI en de Internationale Groep van onafhankelijke deskundigen van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS); is ingenomen met de resolutie van de VN-Mensenrechtenraad van juni 2020 waarin de Hoge Commissaris voor de mensenrechten van de VN wordt opgedragen om intensiever toezicht uit te oefenen op de situatie in Nicaragua, en met de steun van de EU voor de aanneming van deze resolutie; |
4. | benadrukt dat alle beperkingen van het recht op vrijheid van meningsuiting, zowel online als offline, de vrijheid van vreedzame vergadering en vereniging en het recht om de mensenrechten te verdedigen, onverenigbaar zijn met de grondwet van Nicaragua en zijn internationale verplichtingen uit hoofde van de mensenrechtenverdragen; |
5. | verwerpt het oneigenlijke gebruik van instellingen en wetten door de autoritaire regering van Nicaragua met de bedoeling om maatschappelijke organisaties en politieke tegenstanders strafbaar te stellen voor politieke en illegale doeleinden; roept de regering van Nicaragua in dit verband op zich volledig te houden aan de verbintenissen die zijn aangegaan in de overeenkomsten van maart 2019 met de oppositiegroeperingen en de Burgeralliantie, die nu deel uitmaken van de nationale coalitie, om een democratische, vreedzame en door onderhandelingen tot stand gekomen oplossing voor de politieke crisis in Nicaragua te vinden; |
6. | herinnert de Nicaraguaanse regering eraan dat vrije, geloofwaardige, inclusieve en transparante verkiezingen alleen mogelijk zijn als er geen sprake is van repressie, als de rechtsstaat wordt hersteld en de grondwettelijke rechten van alle Nicaraguaanse burgers, waaronder het recht op vrije meningsuiting, vergadering, geloofsovertuiging en vreedzaam protest, worden geëerbiedigd; roept de Nicaraguaanse regering op om met de oppositiegroeperingen, waaronder de Nationale Coalitie, via democratische, vreedzame en onderhandelde middelen overeenstemming te bereiken over de electorale en institutionele hervormingen die nodig zijn voor het waarborgen van geloofwaardige, inclusieve en transparante verkiezingen, die momenteel gepland staan voor november 2021, en dit alles in overeenstemming met de internationale normen, door ook uitvoering te geven aan de aanbevelingen van de EU-verkiezingswaarnemingsmissie van 2011 en van de OAS; meent dan ook dat de verkiezingen door naar behoren geaccrediteerde nationale en internationale waarnemers moeten worden bijgewoond; |
7. | geeft uiting aan zijn ernstige bezorgdheid over recente berichten van Nicaraguaanse organisaties dat de autoriteiten de nationale politie hebben opgedragen de mensenrechten te schenden en dat zij bij deze repressie worden bijgestaan door regeringsgezinde burgergroeperingen en territoriale organisaties van de regerende partij, waarvan sommige gewapend zijn en georganiseerd zijn als paramilitaire groeperingen; dringt erop aan dat de regering deze paramilitaire groeperingen ontwapent en dat degenen die verantwoordelijk zijn voor schendingen van de mensenrechten en voor de ondermijning van de democratie en de rechtsstaat ter verantwoording worden geroepen, en dringt ook aan op een herziening van de omstreden amnestiewet, die zou kunnen verhinderen dat degenen die verantwoordelijk zijn voor ernstige mensenrechtenschendingen vervolgd worden; |
8. | vraagt dat de Raad, in het licht van de aanhoudende ernstige mensenrechtenschendingen, indien de voorgestelde “wet voor de regulering van buitenlandse agenten”, de “bijzondere wet inzake cybercriminaliteit” en de “wet tegen haatdelicten” worden aangenomen, als de regering van Nicaragua nog steeds niet bereid is een nationale dialoog te starten voor een echte electorale hervorming en als de onderdrukking van het maatschappelijk middenveld en de democratische oppositie in Nicaragua voortduurt, de lijst van te bestraffen personen en entiteiten, waaronder de president en de vicepresident, snel uitbreidt en er met name op toeziet dat het Nicaraguaanse volk geen schade wordt berokkend; herhaalt zijn dringende verzoek om een mondiaal mensenrechtenmechanisme van de EU; verzoekt de Raad dit mechanisme aan te nemen in de vorm van een besluit met betrekking tot de strategische belangen en doelstellingen van de Unie uit hoofde van artikel 22, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie; |
9. | roept het Parlement ertoe op zo snel mogelijk een delegatie naar Nicaragua te sturen om de situatie in het land opnieuw te monitoren en dringt er bij de Nicaraguaanse autoriteiten op aan deze delegatie vrij toe te laten tot het land en toegang te verschaffen tot alle gesprekspartners en faciliteiten; |
10. | herinnert aan zijn oproep in zijn resolutie van 14 maart 2019 om Alessio Casimirri, die nog steeds in Managua woont onder de bescherming van de Nicaraguaanse regering, onmiddellijk uit te leveren aan Italië, waar hij definitief is veroordeeld tot zes levenslange gevangenisstraffen voor zijn bewezen betrokkenheid bij de ontvoering en de moord op de voormalige premier en leider van de christendemocratische partij Aldo Moro en de moord op zijn bewakers op 16 maart 1978 in Rome; |
11. | vraagt dat de Europese Dienst voor extern optreden, samen met de speciale vertegenwoordiger van de EU voor de mensenrechten, zijn materiële en technische steun aan mensenrechtenverdedigers en onafhankelijke media in Nicaragua voortzet en intensiveert; verzoekt de delegatie van de Europese Unie in Nicaragua en de lidstaten met diplomatieke missies ter plaatse de EU-richtsnoeren inzake mensenrechtenverdedigers volledig ten uitvoer te leggen; |
12. | wijst erop dat Nicaragua in het kader van de associatieovereenkomst tussen de EU en Midden-Amerika de beginselen van de rechtsstaat, de democratie en de mensenrechten moet eerbiedigen en bestendigen, en herhaalt zijn eis dat de democratieclausule van de associatieovereenkomst gezien de huidige omstandigheden in werking moet worden gesteld; |
13. | benadrukt dat de steun van de EU aan maatschappelijke organisaties moet worden gehandhaafd en versterkt om de gevolgen van COVID-19 te verzachten; |
14. | verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten, de Euro-Latijns-Amerikaanse Parlementaire Vergadering, het Midden-Amerikaans Parlement, de Groep van Lima en de regering en het parlement van de Republiek Nicaragua. |
(1)PB C 76 van 9.3.2020, blz. 164.
(2) Aangenomen teksten, P8_TA(2019)0219.
(3) Aangenomen teksten, P9_TA(2019)0111.
(4)PB L 346 van 15.12.2012, blz. 3.