Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot activering van noodhulp uit hoofde van Verordening (EU) 2016/369 van de Raad van 15 maart 2016 en tot wijziging van de bepalingen ervan naar aanleiding van de uitbraak van COVID-19
Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot activering van noodhulp uit hoofde van Verordening (EU) 2016/369 van de Raad van 15 maart 2016 en tot wijziging van de bepalingen ervan naar aanleiding van de uitbraak van COVID-19
VERORDENING VAN DE RAAD
Brussel, 2.4.2020 |
COM(2020) 175 final |
2020/0056(NLE) |
Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot activering van noodhulp uit hoofde van Verordening (EU) 2016/369 van de Raad van 15 maart 2016 en tot wijziging van de bepalingen ervan naar aanleiding van de uitbraak van COVID-19 |
TOELICHTING
De COVID-19-pandemie maakt een ongezien aantal dodelijke slachtoffers in de Europese Unie en veroorzaakt veel ongemak voor de Europese bevolking. De lidstaten treffen uitzonderlijke maatregelen, waarbij de persoonlijke vrijheden worden beperkt om het verlies van mensenlevens te beperken en ervoor te zorgen dat het virus zich niet verder verspreidt. Door de verstoring van de economische activiteiten ontstaan liquiditeitsproblemen en gaat de financiële situatie van de economische actoren er sterk op achteruit.
De snelle verspreiding van het virus en het grote aantal patiënten dat in het ziekenhuis moet worden verzorgd, zet de gezondheidszorgstelsels van de lidstaten onder immense druk. Alle lidstaten zijn genoodzaakt meer middelen voor gezondheidszorg uit te trekken om te voorzien in de toenemende behoeften ten gevolge van de COVID-19-pandemie en er tegelijkertijd voor te zorgen dat ook alle andere patiënten essentiële medische zorgen krijgen. Tevens moeten de EU-lidstaten personeel inzetten dat ervoor zorgt dat dringend noodzakelijke medische uitrusting en de bijbehorende benodigdheden worden geïnventariseerd en aangekocht en tijdig worden geleverd.
Hoewel de situatie momenteel per lidstaat verschilt, doen zich snel nieuwe ontwikkelingen voor en wordt het steeds duidelijker dat de Europese Unie in haar geheel getroffen is en dat er een collectieve, gecoördineerde en urgente respons nodig is om de verspreiding van het virus doeltreffend tegen te gaan en de gevolgen ervan zo spoedig mogelijk in te dammen. Om deze uitzonderlijke situatie doeltreffend het hoofd te kunnen bieden, is een gecoördineerde strategie nodig waarbij verschillende maatregelen worden getroffen om met name mensenlevens te redden, menselijk leed te voorkomen en te verlichten en de menselijke waardigheid te beschermen.
Een gecoördineerd optreden op EU-niveau zou het mogelijk maken de huidige crisis aan te pakken en tevens een passend antwoord te bieden op problemen in de nasleep ervan, onder meer door de volgende acties:
een bredere en snellere opbouw van voorraden en coördinatie van de verdeling van essentiële hulpmiddelen in heel de EU;
vervoer van beschermende uitrusting die door internationale partners wordt verzonden, ook binnen de EU;
grensoverschrijdend vervoer van patiënten in nood naar ziekenhuizen die vrije bedden hebben;
grensoverschrijdende samenwerking om de druk op het gezondheidszorgstelsel van de meest getroffen EU-regio’s te verlichten;
centrale aanbestedingen en distributie van essentiële medische benodigdheden voor ziekenhuizen en noodvoorraden van beschermingsmiddelen voor ziekenhuispersoneel, zoals ademhalingsmaskers, beademingstoestellen, persoonlijke beschermingsmiddelen, herbruikbare mondmaskers, geneesmiddelen, therapeutische en laboratoriumbenodigdheden en ontsmettingsmiddelen;
verhoging en omschakeling van de productiecapaciteit van EU-ondernemingen met het oog op een snelle productie en inzet van uitrusting en materiaal om tekorten aan essentiële producten en geneesmiddelen spoedig op te vangen;
uitbreiding van de faciliteiten en middelen voor de gezondheidszorg, onder meer via tijdelijke en semi-permanente veldhospitalen en steun voor omgebouwde faciliteiten;
een hogere productie van testkits en steun voor de aanschaf van de voornaamste basisstoffen;
stimulansen voor de snelle ontwikkeling van geneesmiddelen en testmethoden;
de ontwikkeling, aankoop en distributie van testmateriaal (testkits, reagentia, apparatuur).
De maatregelen in het kader van het Uniemechanisme voor civiele bescherming (rescEU), het investeringsinitiatief coronavirusrespons voor de inzet van de Europese structuur- en investeringsfondsen 1 en andere instrumenten van de Unie dragen gedeeltelijk bij tot de aanpak van de huidige volksgezondheidscrisis. De omvang en reikwijdte van de uitdaging vereist echter een sterkere respons waarbij met name wordt gefocust op de zorgsector in de EU. Daarom stelt de Commissie voor het instrument voor noodhulp te activeren om de EU uit te rusten met een breder instrumentarium dat in verhouding staat tot de grootschaligheid van de huidige COVID-19-pandemie.
In het licht van wat voorafgaat, moet zo snel mogelijk steun in het kader van de verordening inzake noodhulp (Verordening (EU) 2016/369) worden geactiveerd. Dit zal de Unie in staat stellen maatregelen te treffen ter voorkoming en verzachting van ernstige problemen in een of meer lidstaten en op een gecoördineerde manier te voorzien in de behoeften in verband met de door COVID-19 veroorzaakte ramp, door de uit hoofde van andere EU-instrumenten verleende bijstand aan te vullen.
De verordening inzake noodhulp maakt het mogelijk op een concrete manier blijk te geven van solidariteit op EU-niveau door burgers en het maatschappelijk middenveld te betrekken bij de strijd tegen de crisis. Aan de uitgavenkant maakt het instrument betrokkenheid mogelijk van zowel ngo’s als internationale organisaties en regionale en nationale autoriteiten (bijvoorbeeld de gezondheidssector). Aan de inkomstenkant zijn niet alleen extra bijdragen van de lidstaten mogelijk, maar ook donaties van particulieren en stichtingen en zelfs crowdfunding. De Commissie onderzoekt de totstandbrenging van alle nodige voorwaarden voor een snelle verzameling van bijdragen en donaties.
Rekening houdend met bovenstaande overwegingen stelt de Commissie voor om noodhulp te activeren overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EU) 2016/369 en een aantal bepalingen van die verordening te wijzigen om tegemoet te komen aan de bijzondere behoeften waarmee de uitbraak van COVID-19 gepaard gaat. Met name stelt de Commissie het volgende voor:
activering van EU-steun vanaf 1 februari 2020 voor een periode van twee jaar;
uitbreiding van de subsidiabele acties en de in aanmerking komende uitvoerende partners gezien het brede bereik van de maatregelen die nodig zijn om de COVID-19-crisis aan te pakken, en nadere bepaling van de reikwijdte van de subsidiabele kosten;
toepassing van de verordening met terugwerkende kracht vanaf 1 februari 2020, waarbij relevante acties vanaf die datum subsidiabel zijn, teneinde te zorgen voor gelijke behandeling van de lidstaten;
een ruime periode voor het aangaan van juridische verbintenissen teneinde flexibiliteit te bieden bij de uitvoering van de noodhulp;
de mogelijkheid voor de Commissie om te voorzien in noodhulp voor de lidstaten op basis van hun behoeften in verband met de COVID-19-pandemie, onder meer door middel van gezamenlijke aanbestedingen en gecentraliseerde aanbestedingen namens de lidstaten.
De gecoördineerde actie en maatregelen die uit hoofde van de voorgestelde verordening zijn toegestaan, zullen de in het kader van andere EU-instrumenten verleende steun aanvullen.
De activering van het instrument voor noodhulp ter bestrijding van COVID-19 in de EU steunt op het subsidiariteitsbeginsel. Vanwege de wereldwijde dimensie van de COVID-19-pandemie, de grootschaligheid van de economische en sociale gevolgen ervan en de grote druk op de gezondheidszorgstelsels in alle lidstaten, is de Unie beter dan de lidstaten alleen in staat om de crisis op een holistische en gecoördineerde manier over de gehele linie aan te pakken.
Alleen via een gecoördineerde actie in een geest van solidariteit tussen de lidstaten kan ervoor worden gezorgd dat de verspreiding van COVID-19 efficiënt en snel een halt wordt toegeroepen, dat de impact van de ramp zoveel mogelijk wordt beperkt en dat in de nasleep ervan maatregelen worden genomen om een heropleving te voorkomen. De dringende noodzaak om voldoende middelen beschikbaar te stellen en die middelen in te zetten naargelang de behoeften van de verschillende lidstaten, noopt de EU ertoe op te treden in samenwerking met alle lidstaten die door de COVID-19-pandemie getroffen zijn.
De mobilisering en benutting door de EU van alle middelen die nodig zijn om de verspreiding van COVID-19 tegen te gaan, zou een stevige impuls geven aan de maatregelen om mensenlevens en de menselijke gezondheid en waardigheid te beschermen, en aan de heropleving van de economieën van de lidstaten. Gezien de ongekende gevolgen van COVID-19 voor alle EU-burgers en alle economische sectoren en de noodzaak van snelle en efficiënte maatregelen, gaat het voorstel niet verder dan wat nodig is om de doelstellingen van het huidige instrument te verwezenlijken.
2020/0056 (NLE) |
Voorstel voor een |
Rekening houdend met de omvang van de COVID-19-pandemie en de reikwijdte van de sociale, economische en financiële gevolgen, acht de Commissie het passend dat een verordening wordt vastgesteld die een algemeen toepassingsgebied heeft en rechtstreeks en onmiddellijk van toepassing is. Doel is een snel inzetbaar, uniform en voor de hele Unie geldend mechanisme voor financiële bijstand tot stand te brengen.
Het voorstel moest dringend worden voorbereid zodat het tijdig door de Raad kan worden aangenomen. Daardoor kon geen raadpleging van de belanghebbenden worden uitgevoerd.
Niet relevant.
Gezien de urgentie van het voorstel heeft geen effectbeoordeling plaatsgevonden.
Niet relevant.
Niet relevant.
Voor 2020 wordt een toewijzing van 2,7 miljard EUR voorgesteld ter ondersteuning van de financiering van acties in het kader van het geheractiveerde instrument voor noodhulp. De financieringsbronnen worden nader omschreven in het financieel memorandum bij dit voorstel en zijn weergegeven in het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/2020.
De aanvullende financiering kan worden verleend afhankelijk van de manier waarop de crisis zich ontwikkelt en van de behoeften die daardoor ontstaan en waarvoor geen andere instrumenten beschikbaar zijn.
Niet relevant.
tot activering van noodhulp uit hoofde van Verordening (EU) 2016/369 van de Raad van 15 maart 2016 en tot wijziging van de bepalingen ervan naar aanleiding van de uitbraak van COVID-19
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 122, lid 1,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
De COVID-19-crisis, die op 11 maart 2020 door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) tot een pandemie is uitgeroepen, heeft de samenleving en de economie in de Europese Unie zwaar getroffen en heeft de lidstaten ertoe genoodzaakt een reeks buitengewone maatregelen te treffen.
Bovenop de economische en sociale gevolgen van de pandemie, heeft de crisis de gezondheidszorgstelsels van de lidstaten zwaar onder druk gezet. Alle lidstaten worden geconfronteerd met een toegenomen behoefte aan met name medische uitrusting en benodigdheden, essentiële openbare diensten en productiecapaciteit voor dergelijke materialen.
Gezien de beperkingen als gevolg van de snelle verspreiding van het virus, zijn snelle en gediversifieerde maatregelen nodig om de Unie in staat te stellen als geheel en in een geest van solidariteit de crisis het hoofd te bieden. Die maatregelen moeten er met name op gericht zijn om overal waar dat nodig is als gevolg van de huidige COVID-19-crisis, mensenlevens te redden, menselijk leed te voorkomen en te verlichten en de menselijke waardigheid in stand te houden.
De grootschalige en grensoverschrijdende aard en gevolgen van de COVID-19-uitbraak vereisen een alomvattende reactie. De maatregelen in het kader van het bij Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad 4 vastgestelde Uniemechanisme voor civiele bescherming (“rescEU”) en andere bestaande instrumenten van de Unie hebben een beperkte reikwijdte en maken het derhalve niet mogelijk afdoende te reageren en de grootschalige gevolgen van de COVID-19-crisis in de Unie doeltreffend aan te pakken.
Daarom is het noodzakelijk noodhulp uit hoofde van Verordening (EU) 2016/369 van de Raad te activeren.
Om de mate van flexibiliteit te kunnen bieden die nodig is met het oog op een langdurige gecoördineerde respons in onvoorziene omstandigheden, zoals in het geval van de COVID-19-crisis, bijvoorbeeld door het verstrekken van medische benodigdheden en geneesmiddelen, herstelmaatregelen en relevant medisch onderzoek, moet ervoor worden gezorgd dat tijdens de activeringsperiode gedane begrotingsvastleggingen gedurende de hele activeringsperiode kunnen worden gebruikt voor het aangaan van juridische verbintenissen, onverminderd de algemene financiële regels die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Unie, zoals vastgelegd in artikel 114, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad 5 . De in het kader van dergelijke juridische verbintenissen gemaakte kosten moeten gedurende de volledige uitvoeringsperiode subsidiabel zijn.
Met het oog op een gelijke behandeling van en een gelijk speelveld voor alle lidstaten moet het mogelijk zijn dat kosten met terugwerkende kracht vanaf de datum van activering van de steun subsidiabel zijn, ook voor acties die al voltooid zijn, mits die acties na die datum van start zijn gegaan.
Om ervoor te zorgen dat de uit hoofde van Verordening (EU) 2016/369 verleende noodhulp van subsidiaire aard blijft, moet die steun louter een aanvulling zijn op bijstand die beschikbaar is uit hoofde van andere Unie-instrumenten.
In het kader van de COVID-19-crisis is gebleken dat het toepassingsgebied van Verordening (EU) 2016/369 moet worden uitgebreid zodat financiering kan worden verstrekt voor dringende behoeften aan medische uitrusting en medisch materiaal, zoals beademingsapparaten en beschermingsmiddelen, chemische benodigdheden voor tests, kosten voor de ontwikkeling, productie en distributie van geneesmiddelen en andere uitrusting en materiaal. Tevens moet het mogelijk zijn acties te financieren ter ondersteuning van de noodzakelijke stappen voor het verkrijgen van goedkeuring voor het gebruik van medische producten.
Ter verlichting van de acute druk op de gezondheidswerkers en op de overheidsmiddelen ten gevolge van de ontoereikende capaciteit van essentiële openbare diensten en om een levensvatbaar gezondheidszorgstelsel in stand te houden, moet financiële of organisatorische steun worden geboden voor de tijdelijke versterking en uitwisseling van medisch personeel en voor de behandeling van patiënten uit andere lidstaten.
Uitoefenaren van een beroep in de gezondheidszorg en de logistiek moeten ook een opleiding krijgen in het kader van de strijd tegen namaak van producten voor de gezondheidszorg.
Gezien de grootschalige gevolgen van COVID-19 is een snelle en alomvattende betrokkenheid vereist van alle relevante partners, waaronder overheden, openbare en particuliere zorgverleners in de eerste lijn en in ziekenhuizen en verpleeghuizen enzovoort. Er zijn maatregelen nodig om de druk op de gezondheidsinfrastructuur te verlichten en om risicogroepen van kwetsbare personen te ondersteunen.
Om leveringstekorten aan te pakken moet de productiecapaciteit voor essentiële medische producten als geneesmiddelen, diagnostische tests, laboratoriumbenodigdheden, beschermende uitrusting enzovoort worden ondersteund en moet worden voorzien in financiering voor het aanhouden van een voorraad van die producten.
Er moeten financiële of organisatorische middelen worden vrijgemaakt ter ondersteuning van aanvullende of alternatieve testmethoden om de capaciteit te verhogen, en van relevant medisch onderzoek.
In noodsituaties ondervinden de aanbestedende diensten van de lidstaten aanzienlijke juridische en praktische moeilijkheden bij de aankoop van benodigdheden of diensten. Om de aanbestedende diensten in staat te stellen maximaal te profiteren van de mogelijkheden van de interne markt met betrekking tot schaalvoordelen en het delen van risico’s en voordelen, is het van het grootste belang dat de Commissie meer mogelijkheden krijgt om namens de lidstaten benodigdheden of diensten aan te kopen. De Commissie moet in staat worden gesteld de desbetreffende aanbestedingsprocedures uit te voeren. Een aanbestedende dienst van een lidstaat die verantwoordelijk is voor bepaalde onderdelen van de procedure, bijvoorbeeld een nieuwe oproep tot mededinging volgens een raamovereenkomst of de gunning van individuele opdrachten op basis van een dynamisch aankoopsysteem, zou verder verantwoordelijk blijven tijdens de fasen waarin hij optreedt.
Indien in een noodsituatie een gezamenlijke aanbesteding tussen de Commissie en een of meer aanbestedende diensten van de lidstaten noodzakelijk is, moeten de lidstaten de gezamenlijk verworven capaciteit volledig kunnen aankopen, huren of leasen.
De Commissie moet in staat worden gesteld benodigdheden en diensten aan te kopen en op te slaan en door te verkopen, te doneren en te verhuren aan de lidstaten of aan door de Commissie geselecteerde partnerorganisaties.
Verordening (EU) 2016/369 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.
Gezien de situatie in verband met de COVID-19-crisis moet deze verordening met spoed in werking treden.
Met het oog op een gelijke behandeling van en een gelijk speelveld voor alle lidstaten en om dekking te bieden ongeacht het tijdstip van de uitbraak in elke lidstaat, moet deze verordening van toepassing zijn met ingang van 1 februari 2020,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De noodhulp uit hoofde van Verordening (EU) 2016/369 wordt geactiveerd voor de periode van 1 februari 2020 tot en met 31 januari 2022 ter financiering van de uitgaven die noodzakelijk zijn om het hoofd te bieden aan de COVID-19-pandemie.
Artikel 2
In afwijking van en onverminderd artikel 114, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 hebben de globale vastleggingen in de begroting die aanleiding geven tot uitgaven voor steun uit hoofde van deze verordening, betrekking op de totale kosten van de betrokken juridische verbintenissen die worden aangegaan tot het einde van de in artikel 1 bedoelde activeringsperiode.
De uitgaven zijn subsidiabel vanaf de in artikel 1 bedoelde datum waarop de hulp wordt geactiveerd.
In afwijking van artikel 193, lid 3, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 kunnen subsidies worden toegekend voor acties die reeds vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening waren voltooid, op voorwaarde dat de acties van start zijn gegaan na de in artikel 1 bedoelde activeringsdatum.
Artikel 3
Verordening (EU) 2016/369 wordt als volgt gewijzigd:
De artikelen 3 en 4 worden vervangen door:
“Artikel 3
Subsidiabele acties
1. Met de uit hoofde van deze verordening verleende noodhulp wordt een op behoeften toegesneden spoedreactie geboden die de reactie van de getroffen lidstaten aanvult en die gericht is op het redden van levens, het voorkomen en verlichten van menselijk leed en het behoud van de menselijke waardigheid wanneer de noodzaak daartoe zich voordoet als gevolg van een in artikel 1, lid 1, bedoelde ramp. Onverminderd de in artikel 2, lid 1, bedoelde activeringsperiode kan ook steun worden verleend om te voorzien in behoeften in de nasleep van een ramp of om de heropleving ervan te voorkomen.
2. De noodhulp als bedoeld in lid 1 kan bestaan uit een van de acties op het vlak van humanitaire hulpverlening die op grond van de artikelen 2, 3 en 4 van Verordening (EG) nr. 1257/96 voor financiering door de Unie in aanmerking zou komen en kan bijgevolg betrekking hebben op bijstand, hulpverlening en in voorkomend geval beschermingsoperaties teneinde levens te redden en te sparen bij rampen of in de onmiddellijke nasleep daarvan. Voorts kunnen uitgaven worden gefinancierd die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van acties op het gebied van noodhulp uit hoofde van deze verordening. De steun kan met name worden gebruikt voor de financiering van de in bijlage 1 genoemde acties.
3. Onverminderd lid 4 wordt de uit hoofde van deze verordening verstrekte noodhulp toegekend en besteed overeenkomstig de fundamentele humanitaire beginselen van menselijkheid, neutraliteit, onpartijdigheid en onafhankelijkheid.
4. De in lid 2 bedoelde acties worden uitgevoerd door de Commissie of door partnerorganisaties die door de Commissie zijn geselecteerd. De volgende organisaties kunnen door de Commissie als partnerorganisaties worden geselecteerd: niet-gouvernementele organisaties, gespecialiseerde diensten van de lidstaten, nationale autoriteiten en andere overheidsinstanties, internationale organisaties en de agentschappen daarvan en, indien van toepassing en noodzakelijk voor de uitvoering van een actie, andere organisaties en entiteiten die beschikken over de vereiste deskundigheid of die actief zijn in sectoren die hulpverlening bieden bij rampen, zoals particuliere dienstverleners, fabrikanten van apparatuur en wetenschappers en onderzoeksinstellingen. De Commissie werkt hierbij voortdurend nauw samen met de getroffen lidstaat.
Artikel 4
Financieringsvormen en uitvoeringsprocedures
1. De Commissie verleent de financiële steun van de Unie overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad 6 . De financiering door de Unie ter ondersteuning van acties uit hoofde van deze verordening wordt met name uitgevoerd door middel van direct of indirect beheer overeenkomstig respectievelijk punt a) en punt c) van artikel 62, lid 1, van die verordening.
2. De uit hoofde van deze verordening verstrekte noodhulp wordt gefinancierd met middelen uit de algemene begroting van de Unie en met bijdragen van de lidstaten en andere openbare of particuliere donoren als externe bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 5, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.
3. Financiering door de Unie voor de hulpacties uit hoofde van deze verordening die onder direct beheer moeten worden uitgevoerd, kan direct door de Commissie worden toegekend zonder een oproep tot het indienen van voorstellen overeenkomstig artikel 195 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046. Hiertoe kan de Commissie kader-partnerschapsovereenkomsten sluiten of een beroep doen op bestaande kader-partnerschapsovereenkomsten die reeds zijn gesloten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1257/96.
4. Wanneer de Commissie acties op het gebied van noodhulp uitvoert door een beroep te doen op niet-gouvernementele organisaties, wordt geacht te zijn voldaan aan de criteria voor financiële en operationele capaciteit wanneer een kader-partnerschapsovereenkomst is gesloten tussen deze organisatie en de Commissie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1257/96.
5. Noodhulp uit hoofde van deze verordening kan worden verleend in een van de volgende vormen:
a) een gezamenlijke aanbesteding met de lidstaten als bedoeld in artikel 165, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046, waarbij de lidstaten de gezamenlijk verworven capaciteit volledig kunnen aankopen, huren of leasen;
b) een aanbesteding door de Commissie namens de lidstaten op basis van een overeenkomst tussen de Commissie en de lidstaten;
c) een aanbesteding door de Commissie waarbij benodigdheden en diensten in het groot worden aangekocht en opgeslagen, en doorverkocht, gedoneerd of verhuurd aan de lidstaten of aan door de Commissie geselecteerde partnerorganisaties.
6. In het geval van een in lid 5, onder b), bedoelde aanbestedingsprocedure, worden de daaruit voortvloeiende contracten op een van de volgende manieren gesloten:
a) door de Commissie, waarbij de diensten of goederen aan de lidstaten of de door de Commissie geselecteerde partnerorganisaties worden geleverd;
b) door de deelnemende lidstaten, die de capaciteit waarvoor de Commissie namens hen een aanbesteding heeft gedaan, rechtstreeks verwerven, huren of leasen.
7. In het geval van de in lid 5, onder b) en c), bedoelde aanbestedingsprocedures volgt de Commissie de voorschriften van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 voor haar eigen aanbestedingen.”.
In artikel 5 worden de leden 1 en 2 vervangen door:
“1. De financiering door de Unie kan dienen ter dekking van alle directe kosten die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van in artikel 3 bedoelde subsidiabele acties, inclusief de aankoop, de voorbereiding, de inzameling, het vervoer, de opslag en de distributie van goederen en diensten in het kader van deze acties, alsmede de investeringskosten van acties of projecten die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstellingen van de overeenkomstig deze verordening geactiveerde noodhulp.
2. De indirecte kosten van de partnerorganisaties kunnen ook worden gedekt overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.”.
De volgende bijlage 1 wordt toegevoegd:
“BIJLAGE 1
Subsidiabele acties
De volgende acties kunnen worden gefinancierd in geval van pandemieën met grootschalige gevolgen:
a) tijdelijke versterking van het medisch personeel, uitwisseling van medisch personeel, opvang van buitenlandse patiënten of andere soorten wederzijdse steun;
b) het inzetten van tijdelijke gezondheidszorgfaciliteiten en tijdelijke uitbreiding van bestaande gezondheidszorgfaciliteiten om de druk op de bestaande structuren te verlichten en de totale capaciteit van de gezondheidszorg te vergroten;
c) activiteiten ter ondersteuning van het beheer van de grootschalige toepassing van medische tests en ter voorbereiding van de nodige wetenschappelijke teststrategieën en -protocollen;
d) het opzetten van tijdelijke quarantainefaciliteiten en andere passende maatregelen aan de grenzen van de Unie;
e) de ontwikkeling, productie of aankoop en distributie van medische producten;
f) vergroting en omschakeling van productiecapaciteiten voor de in punt e) bedoelde medische producten om leveringstekorten aan te pakken;
g) het aanhouden van een voorraad van de in punt e) bedoelde medische producten, en het verwijderen ervan;
h) acties ter ondersteuning van de noodzakelijke stappen voor het verkrijgen van goedkeuring voor het gebruik van de in punt e) bedoelde medische producten, indien nodig;
j) acties om passende methoden te ontwikkelen voor het volgen van de ontwikkeling van de epidemie en de resultaten van de maatregelen ter bestrijding ervan;
k) organisatie van klinische proeven ad hoc van mogelijke therapieën of diagnostische methoden volgens op Unieniveau overeengekomen proefnormen;
l) wetenschappelijke validering van medische producten, waaronder potentiële nieuwe testmethoden.
Deze lijst is niet uitputtend.”.
Artikel 3
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel,
FINANCIEEL MEMORANDUM
FINANCIEEL MEMORANDUM
X Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie
◻ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na een proefproject/een voorbereidende actie 8
◻ Het voorstel/initiatief betreft de verlenging van een bestaande actie
◻ Het voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naar een nieuwe actie
Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben op de begunstigden/doelgroepen.
Vermeld de indicatoren aan de hand waarvan kan worden nagegaan in hoeverre het voorstel/initiatief is uitgevoerd.
X Voorstel met een beperkte geldigheidsduur
vanaf de datum van vaststelling geldig voor een periode van 24 maanden (“activeringsperiode”); de uitvoeringsperiode van acties die in het kader van deze activering financiële steun uit hoofde van Verordening (EU) 2016/369 ontvangen, mag na het einde van de activeringsperiode eindigen, maar niet meer dan 24 maanden erna;
financiële gevolgen: 2020 voor vastleggingskredieten en van 2020 tot en met 2023 voor betalingskredieten.
X Direct beheer door de Commissie
X door haar diensten, waaronder het personeel in de delegaties van de Unie;
◻ door de uitvoerende agentschappen
◻ Gedeeld beheer met lidstaten
X Indirect beheer door begrotingsuitvoeringstaken te delegeren aan:
◻ derde landen of de door hen aangewezen organen;
X internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);
◻ de EIB en het Europees Investeringsfonds;
◻ de in de artikelen 208 en 209 van het Financieel Reglement bedoelde organen;
X publiekrechtelijke organen;
X privaatrechtelijke organen met een openbare dienstverleningstaak, voor zover zij voldoende financiële garanties bieden;
◻ privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiële garanties bieden;
◻ personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.
Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder "Opmerkingen".
Opmerkingen
Vermeld frequentie en voorwaarden.
Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen.
Bestaande begrotingsonderdelen
In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen.
Rubriek van het meerjarig financieel kader |
Begrotingsonderdeel |
Soort
|
Bijdrage |
|||
Nummer
|
GK/ NGK 10 . |
van EVA-landen 11 |
van kandidaat-lidstaten 12 |
van derde landen |
in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement |
|
3 |
18 01 04 05 Ondersteunende uitgaven voor noodhulp binnen de Unie |
NGK |
NEE |
NEE |
NEE |
NEE |
3 |
18 07 01 Instrument voor noodhulp binnen de Unie |
GK |
NEE |
NEE |
NEE |
NEE |
Er hoeven geen nieuwe begrotingsonderdelen te worden gecreëerd
in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)
Rubriek van het meerjarig financieel
|
3 |
Veiligheid en burgerschap |
DG: ECHO |
Jaar
|
Jaar
|
Jaar
|
Jaar
|
TOTAAL |
||
• Beleidskredieten |
|||||||
18 07 01 |
Vastleggingen |
(1) |
2 646,000 |
- |
- |
- |
2 646,000 |
Betalingen |
(2) |
1 326,000 |
790,000 |
265,000 |
265,000 |
2 646,000 |
|
Uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten 13 |
|||||||
18 01 04 05 |
(3) |
54,000 |
- |
- |
- |
54,000 |
|
TOTAAL kredieten
|
Vastleggingen |
=1+1a +3 |
2 700,000 |
- |
- |
- |
2 700,000 |
Betalingen |
=2+2a +3 |
1 380,000 |
790,000 |
265,000 |
265,000 |
2 700,000 |
|
Vastleggingen |
(4) |
2 646,000 |
- |
- |
- |
2 646,000 |
Betalingen |
(5) |
1 326,000 |
790,000 |
265,000 |
265,000 |
2 646,000 |
|
• TOTAAL uit het budget van specifieke programma’s gefinancierde administratieve kredieten |
(6) |
54,000 |
- |
- |
- |
54,000 |
|
TOTAAL kredieten
|
Vastleggingen |
=4+ 6 |
2 700,000 |
- |
- |
- |
2 700,000 |
Betalingen |
=5+ 6 |
1 380,000 |
790,000 |
265,000 |
265,000 |
2 700,000 |
|
5 |
“Administratieve uitgaven” |
in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)
Jaar
|
Jaar
|
Jaar
|
Jaar
|
TOTAAL |
|||
Commissie |
|||||||
• Personele middelen |
2,700 |
2,700 |
1,550 |
1,150 |
8,100 |
||
• Andere administratieve uitgaven |
- |
- |
- |
- |
- |
||
TOTAAL Commissie |
Kredieten |
2,700 |
2,700 |
1,550 |
1,150 |
8,100 |
TOTAAL kredieten
|
(Totaal vastleggingen = totaal betalingen) |
2,700 |
2,700 |
1,550 |
1,150 |
8,100 |
in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)
Jaar
|
Jaar
|
Jaar
|
Jaar
|
TOTAAL |
|||
TOTAAL kredieten
|
Vastleggingen |
2 702,700 |
2,700 |
1,550 |
1,150 |
2 708,100 |
|
Betalingen |
1 382,700 |
792,700 |
266,550 |
266,150 |
2 708,100 |
◻ Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig
X Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:
Vastleggingskredieten, in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)
Vermeld doelstellingen en outputs⇩ |
Jaar
|
Jaar
|
TOTAAL |
||||||
OUTPUTS |
|||||||||
Gem. kosten |
Aantal |
Kosten |
Aantal |
Kosten |
Totaal aantal |
Totale kosten |
|||
SPECIFIEKE DOELSTELLING 14 : |
|||||||||
Vervoer van uitrusting |
1 |
80 |
80 |
20 |
20 |
100 |
100 |
||
Tijdelijke ziekenhuizen en medische teams |
10 |
9,6 |
96 |
2,4 |
24 |
12 |
120 |
||
Gespecialiseerde ziekenhuizen voor COVID |
100 |
8 |
800 |
2 |
200 |
10 |
1 000 |
||
Medische uitrusting (beademingsapparaten) |
0,018 |
14 000 |
252 |
3 500 |
63 |
17 500 |
315 |
||
Medische uitrusting (overig) |
0,002 |
428 000 |
856 |
107 000 |
214 |
535 000 |
1 070 |
||
Vliegende medische teams |
0,04 |
800 |
32 |
200 |
8 |
1 000 |
40 |
||
Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1 |
442 898 |
2 116 |
110 724 |
529 |
553 622 |
2 645 |
|||
TOTAAL |
442 898 |
2 116 |
110 724 |
529 |
553 622 |
2 645 |
◻ Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig
X Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:
in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)
Jaar
|
Jaar
|
Jaar
|
Jaar
|
TOTAAL |
RUBRIEK 5
|
|||||
Personele middelen |
2,700 |
2,700 |
1,550 |
1,150 |
8,100 |
Andere administratieve uitgaven |
|||||
Subtotaal RUBRIEK 5
|
2,700 |
2,700 |
1,550 |
1,150 |
8,100 |
Buiten RUBRIEK 5
15
|
|||||
Personele middelen |
|||||
Andere uitgaven
|
54,000 |
- |
- |
- |
54,000 |
Subtotaal
|
TOTAAL |
56,700 |
2,700 |
1,550 |
1,150 |
62,100 |
De benodigde kredieten voor personeel en andere administratieve uitgaven zullen worden gefinancierd uit de kredieten van het DG die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.
◻ Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig
X Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:
Raming in voltijdequivalenten
Jaar
|
Jaar
|
Jaar 2022 |
Jaar 2023 |
|||
• Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen) |
||||||
XX 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie) |
10 |
10 |
5 |
5 |
||
XX 01 01 02 (delegaties) |
||||||
XX 01 05 01/11/21 (onderzoek door derden) |
||||||
10 01 05 01/11 (eigen onderzoek) |
||||||
Extern personeel (in voltijdequivalenten – VTE) 16 |
||||||
XX 01 02 01 (AC, END, INT van de "totale financiële middelen") |
15 |
15 |
10 |
5 |
||
XX 01 02 02 (AC, AL, END, INT en JPD in de delegaties) |
||||||
XX 01 04 jj 17 |
- zetel |
|||||
- delegaties |
||||||
XX 01 05 02/12/22 (AC, END, INT – onderzoek door derden) |
||||||
10 01 05 02/12 (AC, END, SNE – eigen onderzoek) |
||||||
Andere begrotingsonderdelen (vermeld welke) |
||||||
TOTAAL |
25 |
25 |
15 |
10 |
XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel.
Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van de DG’s dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen de DG’s is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan de beherende DG’s kunnen worden toegewezen.
Beschrijving van de uit te voeren taken:
Ambtenaren en tijdelijk personeel |
|
Extern personeel |
◻ Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidige meerjarige financiële kader
◻ Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van het meerjarige financiële kader
X Voor het voorstel/initiatief moet een beroep worden gedaan op de niet-toegewezen marge in de desbetreffende rubriek van het MFK en/of op de speciale instrumenten of de herziening van het meerjarig financieel kader.
X Het voorstel/initiatief voorziet niet in medefinanciering door derden 18 .
◻ Het voorstel/initiatief voorziet in medefinanciering, zoals hieronder wordt geraamd:
Kredieten in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)
Jaar
|
Jaar
|
Jaar
|
Jaar
|
Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) |
Totaal |
|||
Medefinancieringsbron |
||||||||
TOTAAL medegefinancierde kredieten |
X Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten.
◻ Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:
◻ voor de eigen middelen
◻ voor de diverse ontvangsten