Home

Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie2020/C 42/05

Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie2020/C 42/05

7.2.2020

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 42/14


Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie

(2020/C 42/05)

Deze mededeling wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie (1).

MEDEDELING VAN DE GOEDKEURING VAN EEN STANDAARDWIJZIGING

“Cabernet d’Anjou”

Referentienummer: PDO-FR-A1005-AM01

Datum van de mededeling: 14.11.2019

BESCHRIJVING VAN EN REDENEN VOOR DE GOEDGEKEURDE WIJZIGING

1. Geografisch gebied

Het geografische gebied wordt als volgt gewijzigd: “Alle fasen van de productie van de wijnen die in aanmerking komen voor de gecontroleerde oorsprongsbenamingen […] “Cabernet d’Anjou” vinden plaats in het geografische gebied dat zich uitstrekt over het grondgebied van de volgende gemeenten (op basis van de officiële geografische code van 2018):

departement Deux-Sèvres: Argenton-l’Église, Bouillé-Loretz, Brion-près-Thouet, Louzy, Mauzé-Thouarsais, Oiron, Saint-Cyr-la-Lande, Sainte-Radegonde, Sainte-Verge, Saint-Martin-de-Mâcon, Saint-Martin-de-Sanzay, Thouars, Tourtenay, Val en Vignes (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Bouillé-Saint-Paul en Cersay);

departement Maine-et-Loire: Allonnes, Angers, Antoigné, Artannes-sur-Thouet, Aubigné-sur-Layon, Beaulieu-sur-Layon, Bellevigne-en-Layon (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Champ-sur-Layon, Faveraye-Mâchelles, Faye-d’Anjou, Rablay-sur-Layon en Thouarcé), Blaison-Saint-Sulpice (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Blaison-Gohier en Saint-Sulpice), Bouchemaine, Brain-sur-Allonnes, Brézé, Brissac Loire Aubance (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Alleuds, Brissac-Quincé, Charcé-Saint-Ellier-sur-Aubance, Chemellier, Coutures, Luigné, Saint-Rémy-la-Varenne, Saint-Saturnin-sur-Loire en Vauchrétien), Brossay, Cernusson, Chacé, Chalonnes-sur-Loire, Champtocé-sur-Loire, Chaudefonds-sur-Layon, Chemillé-en-Anjou (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Chanzeaux, La Jumellière en Valanjou), Cizay-la-Madeleine, Cléré-sur-Layon, Le Coudray-Macouard, Courchamps, Denée, Dénezé-sous-Doué, Distré, Doué-en-Anjou (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Brigné, Concourson-sur-Layon, Doué-la-Fontaine, Forges, Meigné, Montfort, Saint-Georges-sur-Layon en Les Verchers-sur-Layon), Épieds, Fontevraud-l’Abbaye, Les Garennes sur Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Juigné-sur-Loire en Saint-Jean-des-Mauvrets), Gennes-Val-de-Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Chênehutte-Trèves-Cunault, Gennes, Grézillé, Saint-Georges-des-Sept-Voies en Le Thoureil), Huillé, Ingrandes-Le Fresne sur Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeente Ingrandes), Jarzé Villages (voormalig grondgebied van de deelgemeente Lué-en-Baugeois), Louresse-Rochemenier, Lys-Haut-Layon (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Cerqueux-sous-Passavant, La Fosse-de-Tigné, Nueil-sur-Layon, Tancoigné, Tigné, Trémont en Vihiers), Mauges-sur-Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeenten La Chapelle-Saint-Florent, Le Mesnil-en-Vallée, Montjean-sur-Loire, La Pommeraye, Saint-Florent-le-Vieil, Saint-Laurent-de-la-Plaine en Saint-Laurent-du-Mottay), Mazé-Milon (voormalig grondgebied van de deelgemeente Fontaine-Milon), Montilliers, Montreuil-Bellay, Montsoreau, Mozé-sur-Louet, Mûrs-Erigné, Orée d’Anjou (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Bouzillé, Champtoceaux, Drain, Landemont, Liré en La Varenne), Parnay, Passavant-sur-Layon, La Possonnière, Le Puy-Notre-Dame, Rochefort-sur-Loire, Rou-Marson, Saint-Cyr-en-Bourg, Sainte-Gemmes-sur-Loire, Saint-Georges-sur-Loire, Saint-Germain-des-Prés, Saint-Just-sur-Dive, Saint-Macaire-du-Bois, Saint-Melaine-sur-Aubance, Saumur, Savennières, Soulaines-sur-Aubance, Souzay-Champigny, Terranjou (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Chavagnes, Martigné-Briand en Notre-Dame-d’Allençon), Tuffalun (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Ambillou-Château, Louerre en Noyant-la-Plaine), Turquant, Les Ulmes, Val-du-Layon (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Saint-Aubin-de-Luigné en Saint-Lambert-du-Lattay), Varennes-sur-Loire, Varrains, Vaudelnay, Villevêque;

departement Vienne: Berrie, Curçay-sur-Dive, Glénouze, Pouançay, Ranton, Saint-Léger-de-Montbrillais, Saix, Ternay, Les Trois-Moutiers.

Het cartografisch materiaal waarin het geografische gebied wordt weergegeven, kan worden geraadpleegd op de website van het Institut national de l’origine et de la qualité.”.

Redactionele wijziging: in de nieuwe lijst van administratieve instanties wordt rekening gehouden met fusies of andere wijzigingen in de administratieve zonering sinds de goedkeuring van het productdossier. Voor meer rechtszekerheid wordt in de lijst verwezen naar de huidige versie van de officiële geografische code, die jaarlijks door het INSEE wordt gepubliceerd. De omtrek van het geografische gebied blijft ongewijzigd.

Tot slot wordt ook vermeld dat op de website van het INAO cartografisch materiaal beschikbaar wordt gesteld waarin het geografische gebied wordt weergegeven om het publiek beter te informeren.

Bijgevolg wordt ook punt 6 van het enig document gewijzigd wat het geografische gebied betreft.

2. Afgebakend perceelgebied

In hoofdstuk I, deel IV, punt 2, van het productdossier worden na de woorden “5 september 2007” de woorden “en 19 januari 2017” toegevoegd.

Met deze wijziging wordt de datum toegevoegd waarop de bevoegde nationale autoriteit een wijziging van het afgebakende perceelgebied binnen het geografische productiegebied heeft goedgekeurd. Met de afbakening van het perceelgebied wordt bepaald welke percelen binnen het geografische productiegebied geschikt zijn voor de productie van de betrokken beschermde oorsprongsbenaming.

In hoofdstuk I, deel IV, punt 2, van het productdossier worden de woorden “4 september 1996” vervangen door de woorden “4 en 5 september 1996”.

Deze wijziging is een correctie van de data waarop de nationale instantie het afgebakende perceelgebied heeft goedgekeurd.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

3. Gebied in de onmiddellijke nabijheid

In hoofdstuk I, deel IV, punt 3, wordt de lijst van gemeenten vervangen door:

departement Indre-et-Loire: Saint-Nicolas-de-Bourgueil;

departement Loire-Atlantique: Ancenis, Le Loroux-Bottereau, Le Pallet, La Remaudière, Vair-sur-Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeente Anetz), Vallet;

departement Maine-et-Loire: Orée d’Anjou (voormalig grondgebied van de deelgemeente Saint-Laurent-des-Autels), Saint-Martin-du-Fouilloux.

Hierdoor kan rekening worden gehouden met de verschillende fusies van gemeenten die sinds de laatste versie van het productdossier hebben plaatsgevonden. De omtrek van het gebied in de onmiddellijke nabijheid blijft ongewijzigd.

Bijgevolg wordt ook punt 9 van het enig document gewijzigd wat de aanvullende voorwaarden betreft.

4. Agromilieubepalingen

In hoofdstuk I, deel VI, punt 2, wordt het volgende toegevoegd: “Tussen de rijen moet een gecontroleerde — spontane of ingezaaide — bodemvegetatie aanwezig zijn; bij gebrek daaraan moet de exploitant de grond bewerken om te zorgen voor een gecontroleerde spontane vegetatie of moet de exploitant het gebruik van door de overheid voor de wijnbouw goedgekeurde biologische bestrijdingsmiddelen rechtvaardigen. Wanneer op een perceel biologische bestrijdingsmiddelen worden gebruikt, is het gebruik van andere onkruidverdelgers verboden.”.

Deze wijziging kadert in de huidige ontwikkeling van op conserveringslandbouw gerichte praktijken door de exploitanten in het hele wijnbouwgebied in Anjou. De wijziging weerspiegelt de toenemende integratie van milieuoverwegingen in technische processen. Door de aanwezigheid van een bodemvegetatie, mechanisch wieden of het gebruik van biologische bestrijdingsmiddelen te bevorderen, wordt het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen verminderd. Zo kunnen de wijnbouwgronden beter worden beschermd en kunnen de natuurlijke functies ervan (vruchtbaarheid, biodiversiteit, biologische zuivering) worden behouden, hetgeen bijdraagt aan de kwaliteit en de authenticiteit van de wijn en het concept van “terroir” versterkt.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

5. Besluit tot opening van de oogsttijd

In hoofdstuk I, deel VII, punt 1, onder a), wordt de volgende zin geschrapt: “De begindatum van de druivenoogst wordt vastgesteld volgens de bepalingen van artikel D. 645-6 van de “Code rural et de la pêche maritime” (Frans wetboek landbouw en zeevisserij).”.

Het is tegenwoordig niet meer nodig om een begindatum voor de oogst vast te stellen, aangezien de exploitanten nu over een breed scala aan hulpmiddelen beschikken om de rijpheid van de druiven zo goed mogelijk te kunnen beoordelen. Elke exploitant beschikt over een aantal eigen of gedeelde apparaten en voorzieningen om de optimale datum voor de aanvang van het oogsten van elk perceel nauwkeurig te bepalen in functie van de productiedoelstellingen.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

6. Suikergehalte

In hoofdstuk I, deel IX, punt 1, onder c), worden na “De wijnen bevatten” de woorden “na gisting” ingevoegd.

Het doel van deze wijziging is om mogelijke verwarring te vermijden over het suikergehalte vóór gisting. Het is namelijk belangrijk te verduidelijken dat dit gehalte moet worden gecontroleerd ná gisting.

Bijgevolg wordt punt 4 van het enig document gewijzigd.

7. Subtractieve verrijkingstechnieken

In hoofdstuk I, deel IX, punt 1, onder d), wordt de volgende alinea toegevoegd: “Voor de bereiding […] van de roséwijnen die in aanmerking komen voor de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Cabernet d’Anjou” […] zijn subtractieve verrijkingstechnieken toegestaan en het maximumpercentage gedeeltelijke concentratie ten opzichte van de gebruikte hoeveelheid is vastgesteld op 10 %.”.

Deze wijziging vloeit voort uit een over meerdere wijnjaren uitgevoerde test, waaruit is gebleken dat de techniek van omgekeerde osmose, toegepast op geschikte grondstof met kwalitatief potentieel en met een maximumconcentratie van 10 %, voor verrijkingen tot een totaal alcoholvolumegehalte van 15 %, geen negatieve gevolgen voor de wijnen heeft. Dankzij de subtractieve verrijkingstechnieken kan de samenstelling van de most in jaren met ongunstige weersomstandigheden opnieuw in evenwicht worden gebracht.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

8. Vermogen van de gistingsruimte

In hoofdstuk I, deel IX, punt 1, onder e), wordt de zin: “Elke exploitant heeft een gistingsruimte ter beschikking met een capaciteit van ten minste 1,4 maal de gemiddelde opbrengst van het bedrijf in de laatste vijf jaar.” vervangen door de zin: “Elke exploitant heeft een gistingsruimte ter beschikking met een capaciteit van ten minste 1,4 maal het gemiddeld verwerkte volume tijdens de laatste vijf jaar.”.

In het productdossier werd niet verwezen naar een volumecapaciteit (uitgedrukt in hl of m3), maar naar een opbrengst, met andere woorden: een geoogst volume gedeeld door de oppervlakte van het productiegebied (bijvoorbeeld uitgedrukt in hl/ha). Via de voorgestelde wijziging kan deze inconsistentie qua eenheden worden verholpen zonder inhoudelijke wijzigingen (minimum nog steeds vastgelegd op 1,4 maal het gemiddelde door het bedrijf verwerkte volume tijdens de voorgaande verkoopseizoenen).

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

9. In het verkeer brengen van de wijn

In hoofdstuk I, deel IX, punt 5, wordt punt b) in verband met de datum van het in verkeer brengen van de wijnen tussen erkende entrepothouders geschrapt.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

10. Verband met het geografische gebied

Het verband is herzien wegens de actualisatie van het aantal betrokken gemeenten (70 in plaats van 126).

Bijgevolg wordt punt 8 van het enig document gewijzigd wat het verband betreft.

11. Overgangsmaatregel

De niet langer geldende overgangsmaatregelen zijn geschrapt.

In hoofdstuk I, deel XI, wordt het volgende toegevoegd: “De bepalingen betreffende de verplichte gecontroleerde — spontane of ingezaaide — bodemvegetatie tussen de rijen; of bij gebrek daaraan, de verplichting voor de exploitant om de grond te bewerken of biologische bestrijdingsmiddelen te gebruiken teneinde te zorgen voor een gecontroleerde spontane vegetatie, gelden niet voor wijngaardpercelen die op de datum van goedkeuring van dit productdossier reeds bestonden en waarop de afstand tussen de rijen kleiner is dan of gelijk is aan 1,70 meter.”.

Dankzij de overgangsmaatregel worden de bestaande wijngaarden die zijn aangeplant op een wijze die niet overeenkomt met de agromilieubepalingen niet benadeeld. In wijngaarden met een hoge dichtheid, die worden gekenmerkt door een afstand tussen de rijen van 1,70 meter of kleiner, kunnen het onderhoud van permanente bodemvegetatie of de bewerking van de bodem namelijk tot technische problemen leiden (mechanisatie, materieel, gereedschap). In wijngaarden met lage begroeiing verhoogt het plantendek ook het risico op voorjaarsvorst. De aanwezigheid van bodemvegetatie heeft bovendien een impact op de waterbevoorrading van de wijnstokken, die groter is bij een hogere beplantingsdichtheid. De wijnstokken die na de goedkeuring van het productdossier worden aangeplant, moeten daarentegen volledig aan de ingevoerde agromilieumaatregelen voldoen, ongeacht de beplantingsdichtheid en de afstand tussen de rijen.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

12. Bijhouden van een register

In hoofdstuk II, deel II, punt 3, wordt het woord “potentieel” vervangen door “natuurlijk”.

In overeenstemming met de formulering die is gekozen voor alle productdossiers van de zone Anjou Saumur, komt de term “natuurlijk alcoholvolumegehalte” in de plaats van de woorden “potentieel gehalte” of “graad”. Deze wijzigingen verbeteren de leesbaarheid van deze productdossiers. De harmonisatie van de bepalingen betreffende het bijhouden van registers heeft tot doel de opmaak van het inspectieplan en de controle van die registers te vergemakkelijken.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

13. De voornaamste te controleren punten

Hoofdstuk 3 werd herzien om te zorgen voor een coherente opmaak van de voornaamste te controleren punten in de productdossiers van de zone Anjou Saumur.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

ENIG DOCUMENT

1. Naam van het product

Cabernet d’Anjou

2. Type geografische aanduiding

BOB — beschermde oorsprongsbenaming

3. Categorieën van wijnbouwproducten

1. Wijn

4. Beschrijving van de wijn(en)

Het betreft niet-mousserende roséwijnen met de volgende analytische kenmerken:

De wijnen hebben een natuurlijk alcoholvolumegehalte van ten minste 10,5 %.

Het gehalte aan fermenteerbare suikers (glucose + fructose) van de wijnen bedraagt ten minste 10 gram per liter.

Het totaal alcoholvolumegehalte van de wijnen mag na verrijking niet hoger liggen dan 13 %.

Het gehalte aan vluchtige zuren, de totale zuurgraad en het totaalgehalte aan zwaveldioxide komen overeen met de in de Europese regelgeving vastgestelde gehalten, maar het gehalte aan vluchtige zuren van elke onverpakte partij wijn die voor de vermelding “primeur” of “nouveau” in aanmerking komt, bedraagt ten hoogste 10,2 milli-equivalent per liter.

De wijnen hebben in meer of mindere mate hoge gehalten aan (fermenteerbare) suikers. Hun intense aroma’s weerspiegelen de specifieke kenmerken van de druivenrassen. Het fruitige aspect (perzik, aardbei, citrusvruchten) blijft evenwel onmiskenbaar. De wijnen vertonen de juiste balans tussen frisheid en een volle smaak. Ze hebben een intense afdronk.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

10

Minimale totale zuurgraad

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

5. Wijnbereidingsprocedés

a. Essentiële oenologische procedés

Beplantingsdichtheid — plantafstand

Teeltwijze

De minimale beplantingsdichtheid bedraagt 4 000 wijnstokken per hectare. De afstand tussen de rijen van deze wijngaarden mag niet meer dan 2,50 meter bedragen en de afstand tussen de wijnstokken binnen eenzelfde rij niet minder dan 1 m. Voor de oogst op de wijnpercelen met een beplantingsdichtheid van minder dan 4 000 wijnstokken per hectare, maar meer dan of gelijk aan 3 300 wijnstokken per hectare, mag de gecontroleerde oorsprongsbenaming worden gebruikt, mits de in het productdossier vastgestelde voorschriften betreffende het geleiden en de hoogte van de loofwand worden nageleefd. De afstand tussen de rijen van deze wijnpercelen mag niet meer dan 3 meter bedragen en de afstand tussen de wijnstokken binnen eenzelfde rij niet minder dan 1 m.

Regels voor het snoeien en geleiden van de wijnstokken

Teeltwijze

De wijnstokken worden uiterlijk op 30 april volgens een gemengde snoeitechniek gesnoeid, met een maximum van 14 ogen per stok en 8 ogen op de lange vruchttak.

De hoogte van de loofwand is ten minste gelijk aan 0,6 maal de afstand tussen de rijen. De hoogte van de loofwand wordt gemeten tussen de ondergrens van de loofwand, vastgesteld op ten minste 0,4 m boven de grond, en de bovenste snoeigrens, vastgesteld op ten minste 0,2 m boven de bovenste leidraad.

De wijnpercelen met een beplantingsdichtheid van minder dan 4 000 wijnstokken per hectare, maar meer dan of gelijk aan 3 300 wijnstokken per hectare, moeten bovendien voldoen aan de volgende voorschriften betreffende de geleiding: de minimale hoogte van de steunpalen bedraagt 1,90 m boven de grond; het leisysteem bestaat uit draden op vier hoogten; de bovenste draad bevindt zich minimaal 1,85 m boven de grond.

Irrigatie

Teeltwijze

Irrigatie is verboden.

Specifiek oenologisch procedé

Het gebruik van kool voor oenologische doeleinden, als afzonderlijk product en in mengsels, is verboden.

Het gebruik van stukjes hout is verboden.

Het totaal alcoholvolumegehalte van de wijnen mag na verrijking niet hoger liggen dan 13 %.

Naast de bovengenoemde bepalingen moeten de wijnen, wat oenologische procedés betreft, voldoen aan de verplichtingen die zijn vastgesteld op Europees niveau en in het wetboek landbouw en zeevisserij.

b. Maximumopbrengsten

69 hectoliter per hectare

6. Afgebakend geografisch gebied

Alle fasen van de productie van de wijnen die in aanmerking komen voor de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Cabernet d’Anjou” vinden plaats in het geografische gebied dat zich uitstrekt over het grondgebied van de volgende gemeenten (op basis van de officiële geografische code van 2018):

departement Deux-Sèvres: Argenton-l’Église, Bouillé-Loretz, Brion-près-Thouet, Louzy, Mauzé-Thouarsais, Oiron, Saint-Cyr-la-Lande, Sainte-Radegonde, Sainte-Verge, Saint-Martin-de-Mâcon, Saint-Martin-de-Sanzay, Thouars, Tourtenay, Val en Vignes (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Bouillé-Saint-Paul en Cersay);

departement Maine-et-Loire: Allonnes, Angers, Antoigné, Artannes-sur-Thouet, Aubigné-sur-Layon, Beaulieu-sur-Layon, Bellevigne-en-Layon (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Champ-sur-Layon, Faveraye-Mâchelles, Faye-d’Anjou, Rablay-sur-Layon en Thouarcé), Blaison-Saint-Sulpice (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Blaison-Gohier en Saint-Sulpice), Bouchemaine, Brain-sur-Allonnes, Brézé, Brissac Loire Aubance (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Alleuds, Brissac-Quincé, Charcé-Saint-Ellier-sur-Aubance, Chemellier, Coutures, Luigné, Saint-Rémy-la-Varenne, Saint-Saturnin-sur-Loire en Vauchrétien), Brossay, Cernusson, Chacé, Chalonnes-sur-Loire, Champtocé-sur-Loire, Chaudefonds-sur-Layon, Chemillé-en-Anjou (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Chanzeaux, La Jumellière en Valanjou), Cizay-la-Madeleine, Cléré-sur-Layon, Le Coudray-Macouard, Courchamps, Denée, Dénezé-sous-Doué, Distré, Doué-en-Anjou (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Brigné, Concourson-sur-Layon, Doué-la-Fontaine, Forges, Meigné, Montfort, Saint-Georges-sur-Layon en Les Verchers-sur-Layon), Épieds, Fontevraud-l’Abbaye, Les Garennes sur Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Juigné-sur-Loire en Saint-Jean-des-Mauvrets), Gennes-Val-de-Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Chênehutte-Trèves-Cunault, Gennes, Grézillé, Saint-Georges-des-Sept-Voies en Le Thoureil), Huillé, Ingrandes-Le Fresne sur Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeente Ingrandes), Jarzé Villages (voormalig grondgebied van de deelgemeente Lué-en-Baugeois), Louresse-Rochemenier, Lys-Haut-Layon (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Cerqueux-sous-Passavant, La Fosse-de-Tigné, Nueil-sur-Layon, Tancoigné, Tigné, Trémont en Vihiers), Mauges-sur-Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeenten La Chapelle-Saint-Florent, Le Mesnil-en-Vallée, Montjean-sur-Loire, La Pommeraye, Saint-Florent-le-Vieil, Saint-Laurent-de-la-Plaine en Saint-Laurent-du-Mottay), Mazé-Milon (voormalig grondgebied van de deelgemeente Fontaine-Milon), Montilliers, Montreuil-Bellay, Montsoreau, Mozé-sur-Louet, Mûrs-Erigné, Orée d’Anjou (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Bouzillé, Champtoceaux, Drain, Landemont, Liré en La Varenne), Parnay, Passavant-sur-Layon, La Possonnière, Le Puy-Notre-Dame, Rochefort-sur-Loire, Rou-Marson, Saint-Cyr-en-Bourg, Sainte-Gemmes-sur-Loire, Saint-Georges-sur-Loire, Saint-Germain-des-Prés, Saint-Just-sur-Dive, Saint-Macaire-du-Bois, Saint-Melaine-sur-Aubance, Saumur, Savennières, Soulaines-sur-Aubance, Souzay-Champigny, Terranjou (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Chavagnes, Martigné-Briand en Notre-Dame-d’Allençon), Tuffalun (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Ambillou-Château, Louerre en Noyant-la-Plaine), Turquant, Les Ulmes, Val-du-Layon (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Saint-Aubin-de-Luigné en Saint-Lambert-du-Lattay), Varennes-sur-Loire, Varrains, Vaudelnay, Villevêque;

departement Vienne: Berrie, Curçay-sur-Dive, Glénouze, Pouançay, Ranton, Saint-Léger-de-Montbrillais, Saix, Ternay, Les Trois-Moutiers.

7. Voornaamste wijndruivenras(sen)

Cabernet-sauvignon N

Cabernet franc N

8. Beschrijving van het (de) verband(en)

Informatie over het geografische gebied

Beschrijving van de natuurlijke factoren die bijdragen tot het verband

Het geografische gebied strekt zich uit over twee grote geologische formaties, waar de wijngaarden voornamelijk gelegen zijn op de hellingen langs de rivieren en op een aantal plateaus: in het westen de precambrische en paleozoïsche sokkel van het Armoricaans Massief; in het oosten het mesozoïsche en cenozoïsche substraat van het Bekken van Parijs, dat bovenop de sokkel werd afgezet. Die geologische bijzonderheid onderscheidt het westelijke deel van het geografische gebied, dat wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van schist en met name leisteen, plaatselijk ook wel “Anjou noir” genoemd, en het oostelijke deel van het geografische gebied, waar de kalktuf (Saumur) opvalt, plaatselijk ook wel “Anjou blanc” genoemd.

Het geografische gebied is van oudsher verbonden met de voormalige provincie Anjou, en bestrijkt (in 2018) hoofdzakelijk de zuidelijke helft van het departement Maine-et-Loire (70 gemeenten) en de noordelijke delen van de departementen Deux-Sèvres (14 gemeenten) en Vienne (9 gemeenten).

De bodems van de voor de druivenoogst afgebakende percelen zijn ontstaan uit verschillende geologische formaties. Die verschillen weliswaar sterk van elkaar, maar het gaat over het algemeen om arme gronden met matige waterreserves. Daarnaast vertonen de bodems ook gunstige warmteomstandigheden.

Het geografische gebied heeft een gematigd zeeklimaat, met relatief lage temperatuurverschillen als gevolg van de relatieve nabijheid van de Atlantische Oceaan, de warmteregulerende rol die de Loire en haar zijrivieren spelen, en de aanplanting van de wijngaarden op de heuvels. Het gaat hier om de spreekwoordelijke “douceur angevine” (“tederheid van Anjou”) die met name tot uiting komt tijdens de winter, de lange lente, en de herfst. De zomer kent daarentegen geregeld hoge temperaturen. De op het noordwesten/zuidoosten gerichte heuvels bieden bescherming tegen de wind uit het westen, die vaak vochtige lucht meebrengt. Er valt om die reden weinig neerslag in het geografische gebied, dat van het föhneffect profiteert doordat het dankzij de hogere heuvels van Choletais en Mauges wordt beschermd tegen de vochtige lucht afkomstig van de oceaan. De jaarlijkse neerslag bedraagt ongeveer 585 mm, terwijl in de regio Choletais per jaar bijna 800 mm valt.

Beschrijving van de menselijke factoren die bijdragen tot het verband

Het is bekend dat in Anjou al sinds de eerste eeuw na Christus wijngaarden bestaan. De wijnstok gedijt er goed, getuige enkele regels uit een gedicht van Apollonius (6e eeuw): “Niet ver van Bretagne ligt een stad op een rots, rijk aan de druiventrossen van Ceres en Bacchus, die zijn naam Andégave (Angers) heeft ontleend aan een Griekse naam.” Gedurende de hele middeleeuwen ontwikkelt de wijnbouw van Anjou zich en worden wijngaarden aangelegd onder auspiciën van de kloosters aan de oevers van de Loire en rondom Angers, maar het is vooral vanaf de 12e en 13e eeuw dat de plaatselijke wijnbouw faam verwerft. Onder invloed van het koninkrijk van Hendrik en Eleonora van Aquitanië komt de “vin d’Anjou” in de hoogste kringen op tafel.

De productie maakt vanaf de 16e eeuw een sterke groei door dankzij de komst van Nederlandse wijnmakelaars die op zoek zijn naar wijnen voor hun land en hun koloniën. De Nederlanders slaan grote voorraden in en de handel kent in de 18e eeuw een zodanige bloei dat de rivier Layon, die het geografische gebied doorkruist, bevaarbaar wordt gemaakt om het vervoer te bevorderen. De goede reputatie van de “vins d’Anjou” leidt echter tot afgunst en er worden allerlei belastingen geheven (droit de cloison, de boîte, d’appetissement, de huitième, de passe-debout, …) die de handel schaden. De verwoestingen die de Vendée-opstand met zich meebrengt, betekenen de doodsteek voor het wijnbouwgebied. In de loop van de 19e eeuw leeft de streek opnieuw op. In 1881 bestrijkt het wijnbouwgebied 45 000 hectare, waarvan in 1893, als gevolg van de phylloxeraplaag, slechts 10 000 hectare overblijft.

“L’Anjou” is voornamelijk vermaard vanwege zijn productie van witte wijnen van het druivenras chenin B. Niettemin neemt de aanplant van de caberbet franc N, en even later die van de cabernet-sauvignon N, een hoge vlucht na de phylloxeracrisis. De vinificatie is aan het begin van de 20e eeuw vooral gericht op de bereiding van “rouget”, de lokale naam voor een lichte wijn die in cafés wordt geschonken, hetgeen de aanzet vormt tot de transformatie van de wijngaarden in Anjou. Tevens aan de hand van de grolleau N en grolleau gris G, die lichtgekleurde clairets opleveren, en in mindere mate de gamay N en pineau d’Aunis N, begint de ontwikkeling van een aanzienlijke productie van emblematische roséwijnen, die bekendheid en erkenning genieten onder de gecontroleerde oorsprongsbenamingen “Cabernet d’Anjou” en “Rosé d’Anjou”. De tweede stap in deze transformatie berust op de ervaring die de producenten hebben opgedaan met het beheer van al deze druivensoorten. Dankzij observatie en analyse van welke rassen en welke locaties het best op elkaar zijn afgestemd, inschatting van het potentieel van de geoogste druiven en een goede beheersing van vinificatietechnieken, komt de productie van rode wijnen vanaf de jaren “60 tot ontwikkeling.

Informatie over de kwaliteit en de kenmerken van het product

De wijnen hebben in meer of mindere mate hoge gehalten aan (fermenteerbare) suikers. Hun intense aroma’s getuigen van de kenmerken van de specifieke voor die wijn gebruikte druivenrassen. Het fruitige aspect (perzik, aardbei, citrusvruchten) blijft evenwel onmiskenbaar. De wijnen vertonen de juiste balans tussen frisheid en een volle smaak. Ze hebben een intense afdronk.

Oorzakelijke verbanden

Niet-mousserende wijnen

De combinatie van de noordelijke ligging, een uniek landschap, een zacht klimaat en een authentieke aard- en bodemgesteldheid, verlenen de wijnen een eigen smaakkarakter dat in de frisheid ervan tot uiting komt.

De diversiteit van de wijnbouwlocaties, met gevarieerde aard- en bodemgesteldheden, biedt de producenten de mogelijkheid om voor elk van de belangrijke plaatselijke druivenrassen de optimale omstandigheden te creëren. Door observatie en analyse van het gedrag van hun wijnstokken kunnen de wijnbouwers een correcte locatie voor de wijngaard bepalen.

9. Andere essentiële voorwaarden (verpakking, etikettering, andere vereisten)

Gebied in de onmiddellijke nabijheid

Rechtskader:

EU-wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Afwijking betreffende de productie in het afgebakende geografische gebied

Beschrijving van de voorwaarde:

Het gebied in de onmiddellijke nabijheid waar de vinificatie en de bereiding van de wijnen die in aanmerking komen voor de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Cabernet d’Anjou” bij wijze van uitzondering mogen plaatsvinden, strekt zich uit over het grondgebied van de volgende gemeenten (op basis van de officiële geografische code van 2018):

departement Indre-et-Loire: Saint-Nicolas-de-Bourgueil;

departement Loire-Atlantique: Ancenis, Le Loroux-Bottereau, Le Pallet, La Remaudière, Vair-sur-Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeente Anetz), Vallet;

departement Maine-et-Loire: Orée d’Anjou (voormalig grondgebied van de deelgemeente Saint-Laurent-des-Autels), Saint-Martin-du-Fouilloux.

Etikettering

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering

Beschrijving van de voorwaarde:

De gecontroleerde oorsprongsbenaming mag worden aangevuld met de aanduiding “primeur” of “nouveau” volgens de regels die in het productdossier zijn vastgelegd.

Facultatieve aanduidingen waarvoor de lidstaten op grond van communautaire regelgeving zelf voorschriften voor het gebruik kunnen vaststellen, worden aangegeven in lettertekens die maximaal tweemaal zo hoog, breed en dik zijn als de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming.

De gecontroleerde oorsprongsbenaming mag worden aangevuld met de aanvullende geografische benaming “Val de Loire” volgens de regels die in het productdossier zijn vastgelegd. De lettertekens van de vermelding van de geografische benaming “Val de Loire” mogen niet groter of breder zijn dan twee derde van de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming.

Bij wijnen met de aanduiding “primeur” of “nouveau” moet het oogstjaar zijn aangeduid.

Op het etiket van de wijnen mag de naam van een kleinere geografische eenheid worden vermeld op voorwaarde dat: — de betrokken plaatsnaam is opgenomen in het kadaster; — deze naam staat vermeld op de oogstaangifte. De in het kadaster opgenomen plaatsnaam wordt vermeld in lettertekens die niet groter of breder zijn dan de helft van de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming.

Link naar het productdossier

https://info.agriculture.gouv.fr/gedei/site/bo-agri/document_administratif-c7cad5d3-da9f-4088-aebd-c22f0626c5c3