Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie 2020/C 72/12
Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie 2020/C 72/12
5.3.2020 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 72/18 |
Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie
(2020/C 72/12)
Deze mededeling wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie (1).
MEDEDELING VAN DE GOEDKEURING VAN EEN STANDAARDWIJZIGING
“Bonnezeaux”
Referentienummer: PDO-FR-A0926-AM02
Datum van mededeling: 14 november 2019
BESCHRIJVING VAN EN REDENEN VOOR DE GOEDGEKEURDE WIJZIGING
1. Geografisch gebied
Het geografische gebied wordt als volgt gewijzigd: “Alle stadia van de productie vinden plaats in het geografische gebied dat de volgende gemeente in het departement Maine-et-Loire (op basis van de officiële geografische code van 2018) beslaat: Bellevigne-en-Layon (voormalig grondgebied van de deelgemeente Thouarcé).
De cartografische documenten voor het geografische gebied kunnen worden geraadpleegd op de website van het “Institut National de l’Origine et de la Qualité”.”
Redactionele wijziging: in de nieuwe lijst van gemeenten is rekening gehouden met fusies en andere wijzigingen in de administratieve zonering die hebben plaatsgevonden sinds de homologatie van het productdossier. Omwille van de rechtszekerheid wordt in deze lijst verwezen naar de huidige versie van de officiële geografische code, die elk jaar door het INSEE wordt bijgewerkt. De omtrek van het geografische gebied blijft volledig gelijk.
Om het publiek beter te informeren wordt tot slot vermeld dat de cartografische documenten voor het geografische gebied kunnen worden geraadpleegd op de website van het “Institut National de l’Origine et de la Qualité”.
Bijgevolg wordt ook punt 6 van het enig document betreffende het geografische gebied gewijzigd.
2. Gebied in de onmiddellijke nabijheid
In hoofdstuk I, deel IV, punt 3, wordt de lijst van gemeenten vervangen door:
“Aubigné-sur-Layon, Beaulieu-sur-Layon, Bellevigne-en-Layon (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Champ-sur-Layon, Faveraye-Mâchelles, Faye-d’Anjou en Rablay-sur-Layon), Blaison-Saint-Sulpice (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Blaison-Gohier en Saint-Sulpice), Brissac Loire Aubance (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Alleuds, Brissac-Quincé, Charcé-Saint-Ellier-sur-Aubance, Luigné, Saint-Rémy-la-Varenne, Saint-Saturnin-sur-Loire, Saulgé-l’Hôpital en Vauchrétien), Brossay, Chalonnes-sur-Loire, Chaudefonds-sur-Layon, Chemillé-en-Anjou (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Chanzeaux en Valanjou), Denée, Doué-en-Anjou (voormalig grondgebied van de deelgemeente Brigné), Les Garennes-sur-Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Juigné-sur-Loire en Saint-Jean-des-Mauvrets), Lys-Haut-Layon (voormalig grondgebied van de deelgemeente Tigné), Mozé-sur-Louet, Mûrs-Erigné, Rochefort-sur-Loire, Saint-Melaine-sur-Aubance, Savennières, Soulaines-sur-Aubance, Terranjou (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Chavagnes, Martigné-Briand en Notre-Dame-d’Allençon) en Val-du-Layon (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Saint-Aubin-de-Luigné en Saint-Lambert-du-Lattay).”
Daarbij is rekening gehouden met de verschillende fusies van gemeenten die hebben plaatsgevonden sinds de laatste versie van het productdossier. De omtrek van het “gebied in de onmiddellijke nabijheid” blijft volledig gelijk.
Bijgevolg wordt ook punt 9 van het enig document betreffende aanvullende voorwaarden gewijzigd.
3. Agromilieubepaling
In hoofdstuk I, deel VI, punt 2, wordt het volgende toegevoegd: “Tussen de rijen is een gecontroleerd plantendek – hetzij spontaan, hetzij ingezaaid – verplicht. Indien een dergelijk plantendek niet aanwezig is, moet de grond zodanig worden bewerkt dat de spontane vegetatie onder controle kan worden gehouden of moet worden aangetoond dat gebruik is gemaakt van biologische bestrijdingsmiddelen die zijn gehomologeerd door de met wijnbouw belaste overheidsinstantie. Wanneer op een perceel biologische bestrijdingsmiddelen worden gebruikt, is het verboden om op datzelfde perceel andere herbiciden te gebruiken.”
Deze wijziging moet worden gezien in het kader van de huidige ontwikkeling van agro-ecologische praktijken bij de exploitanten op de wijngaarden van Anjou. Ze weerspiegelt de toenemende aandacht voor milieuoverwegingen in de technische procedés. Door de aanwezigheid van een plantendek of de toepassing van mechanisch wieden of het gebruik van biologische bestrijdingsmiddelen te bevorderen, zal deze wijziging ertoe leiden dat minder chemische herbiciden worden gebruikt. Zo kunnen de bodems van de wijngaarden beter worden beschermd en kunnen de natuurlijke functies ervan (vruchtbaarheid, biodiversiteit, biologische zuivering) worden behouden, hetgeen bijdraagt aan de kwaliteit en de authenticiteit van de wijn en het concept van “terroir” versterkt.
Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.
4. Besluit tot opening van de oogsttijd
In hoofdstuk I, deel VII, punt 1, onder a), wordt de volgende zin geschrapt: “De begindatum voor de druivenoogst wordt vastgesteld volgens de bepalingen van artikel D. 645-6 van de “Code rural et de la pêche maritime” (Frans wetboek landbouw en zeevisserij).”.
Het is tegenwoordig niet meer nodig om een begindatum voor de oogst vast te stellen, aangezien de exploitanten nu over een breed scala aan hulpmiddelen beschikken om de rijpheid van de druiven zo goed mogelijk te kunnen beoordelen. Elke exploitant beschikt over een aantal eigen en gedeelde apparaten en voorzieningen om de optimale datum voor de aanvang van het oogsten van elk perceel nauwkeurig te bepalen in het licht van de productiedoelstellingen.
Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.
5. Capaciteit van de gistingsruimte
In hoofdstuk I, deel IX, punt 1, onder c), wordt de zin “Elke exploitant beschikt over een gistingsruimte met een capaciteit van minstens 1,4 keer de gemiddelde opbrengst van het bedrijf over de laatste vijf jaar.” vervangen door de volgende zin: “Elke exploitant beschikt over een gistingsruimte met een capaciteit van minstens 1,4 keer het gemiddelde tot wijn verwerkte volume van de laatste vijf jaar.”.
In het productdossier werd niet verwezen naar een capaciteit (uitgedrukt in hl of m3) maar naar een opbrengst, d.w.z. een oogstvolume gedeeld door de productieoppervlakte (uitgedrukt in bijvoorbeeld hl/ha). Door de wijziging kan deze inconsistentie betreffende de grootheden worden verholpen zonder inhoudelijke wijzigingen (nog steeds minstens 1,4 keer het gemiddelde door het bedrijf tot wijn verwerkte volume van de voorgaande jaren).
Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.
6. In het verkeer brengen van de wijn
In hoofdstuk I, deel IX, punt 5, wordt b) in verband met de datum van het in het verkeer brengen van de wijnen tussen erkende entrepothouders geschrapt.
Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.
7. Overgangsmaatregel
In hoofdstuk I, deel XI, wordt het volgende toegevoegd: “De bepalingen betreffende het verplichte gecontroleerd plantendek – hetzij spontaan, hetzij ingezaaid – of, indien een dergelijk plantendek ontbreekt, de verplichting voor de exploitant om de bodem te bewerken of biologische bestrijdingsmiddelen te gebruiken zodat de spontane vegetatie onder controle kan worden gehouden, zijn niet van toepassing voor wijnpercelen die op de datum van homologatie van dit productdossier reeds bestonden en waarvan de afstand tussen de rijen ten hoogste 1,70 meter bedraagt.”.
De overgangsmaatregel moet ervoor zorgen dat reeds bestaande wijnpercelen die niet zijn aangeplant overeenkomstig de agromilieubepalingen, niet worden benadeeld. In wijngaarden met een hoge dichtheid, die worden gekenmerkt door een afstand tussen de rijen van hoogstens 1,70 meter, kunnen het onderhoud van permanente bodemvegetatie of de bewerking van de bodem immers tot technische problemen leiden (mechanisatie, materieel, gereedschap). Bij de lage wijnstokken verhoogt het plantendek ook het risico op vorstschade in het voorjaar. Hoe hoger de beplantingsdichtheid van de wijnstokken, hoe groter bovendien de impact van de bodembedekking op de watervoorziening van de wijnstokken. De wijnstokken die na de homologatie van het productdossier worden aangeplant, moeten echter voldoen aan de ingevoerde agromilieubepalingen, ongeacht de beplantingsdichtheid en de afstand tussen de rijen.
Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.
8. Bijhouden van een register
In hoofdstuk II, deel II, punt 3, wordt “potentieel” vervangen door “natuurlijk”.
Naar analogie met de formulering in alle productdossiers voor de streek Anjou Saumur worden de uitdrukkingen “potentieel gehalte” of “graden” vervangen door de formulering “natuurlijk alcoholvolumegehalte”. Deze wijzigingen zorgen voor een betere leesbaarheid van deze productdossiers. De harmonisatie van de bepalingen betreffende het bijhouden van een register is bedoeld om de opstelling van het inspectieplan en de controle van de registers te vergemakkelijken.
Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.
9. Voornaamste te controleren punten
Hoofdstuk III is herzien om te zorgen voor samenhang in de tekst over de te controleren punten in de productdossiers uit de streek Anjou Saumur.
Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.
ENIG DOCUMENT
1. Naam van het product
Bonnezeaux
2. Type geografische aanduiding
BOB – beschermde oorsprongsbenaming
3. Categorieën wijnbouwproducten
1. | Wijn |
4. Beschrijving van de wijn(en)
Het betreft niet-mousserende witte wijnen op basis van overrijp geoogste druiven. Het zijn krachtige wijnen met een zeer zoet karakter, complexe fruitige aroma’s (gedroogd en exotisch fruit, witte bloemen...) en een goudgele kleur met een groene glans.
Ze hebben:
een natuurlijk alcoholvolumegehalte van minstens 15 %;
een gehalte aan fermenteerbare suikers (glucose + fructose), na gisting, van minstens 51 g/l;
een effectief alcoholgehalte van minstens 11 en van minstens 12 voor wijn met een natuurlijk alcoholvolumegehalte van minder dan 19 %.
Het totaalgehalte aan zuren en het totale gehalte aan zwaveldioxide komen overeen met de in de Europese regelgeving vastgestelde gehalten.
Algemene analytische kenmerken | |
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) | |
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) | |
Minimale totale zuurgraad | in milli-equivalent per liter |
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) | |
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
5. Wijnbereidingsprocedés
a. Essentiële oenologische procedés
Verrijking is toegestaan overeenkomstig de voorschriften van het productdossier.
Het gebruik van houtspaanders is verboden.
De opvoeding van de wijn loopt ten minste tot 15 maart van het jaar dat volgt op het oogstjaar.
Naast de bovengenoemde bepalingen moeten de wijnen, wat oenologische procedés betreft, voldoen aan de verplichtingen die zijn vastgesteld op Europees niveau en in het Franse wetboek landbouw en zeevisserij.
Teeltmethode
De minimale beplantingsdichtheid van de wijngaarden bedraagt 4 000 wijnstokken per hectare. De afstand tussen de rijen mag niet meer dan 2,50 m bedragen en de afstand tussen de wijnstokken binnen eenzelfde rij niet minder dan 1 m. De gecontroleerde oorsprongsbenaming mag worden gebruikt voor de oogst van wijngaardpercelen met een beplantingsdichtheid van minder dan 4 000 wijnstokken/ha, maar minstens 3 300 wijnstokken/ha, op voorwaarde dat de voorschriften in het productdossier inzake opbinding en hoogte van de bladeren worden nageleefd. Op deze percelen mag de afstand tussen de rijen niet meer dan 3 m bedragen en de afstand tussen de wijnstokken binnen eenzelfde rij niet minder dan 1 m.
Teeltmethode
De wijnstokken worden uiterlijk op 30 april gesnoeid volgens de gemengde snoeimethode, met hoogstens twaalf ogen per wijnstok. Tijdens het fenologische stadium dat overeenkomt met 11 of 12 blaadjes is het aantal vruchtdragende takken van dat jaar niet groter dan 10 per wijnstok.
Teeltmethode
De druiven worden manueel geoogst in opeenvolgende plukbeurten.
Teeltmethode
Irrigatie is verboden.
b. Maximumopbrengsten
30 hectoliter per hectare
6. Afgebakend geografisch gebied
Alle stadia van de productie vinden plaats in het geografische gebied dat de volgende gemeente in het departement Maine-et-Loire (op basis van de officiële geografische code van 2018) beslaat: Bellevigne-en-Layon (voormalig grondgebied van de deelgemeente Thouarcé).
De cartografische documenten voor het geografische gebied kunnen worden geraadpleegd op de website van het “Institut National de l’Origine et de la Qualité”.
7. Voornaamste wijndruivenras(sen)
Chenin B
8. Beschrijving van het (de) verband(en)
1. Informatie over het geografische gebied
a) Beschrijving van de natuurlijke factoren die bijdragen tot het verband
Het geografische gebied, dat zich midden in de wijngaarden van Anjou bevindt, is (in 2018) beperkt tot de deelgemeente Thouarcé. Het grondgebied van deze gemeente in het departement Maine-et-Loire ligt langs beide kanten van de rivier Layon. Op de rechteroever steekt het gehucht “Bonnezeaux”, boven op een steile helling, uit over de rivier. Dat gehucht lijkt zijn naam te danken aan bronnen van ijzerwater.
De wijngaard is gelegen op drie opeenvolgende heuvels met een zuidwestelijke oriëntatie: “La Montagne”, “Beauregard” en “Fesles”, die samen een strook van 2800 m lang en 500 m breed vormen. Deze heuvels hebben een hellingsgraad van 15 à 20 %, die het grootst is op de westelijke heuvel “Beauregard” en op de centrale heuvel, die terecht “La Montagne” wordt genoemd en die ontstaat in de buurt van het gehucht “Petit Bonnezeaux”. Ten noorden van deze drie afgebakende hellingen bevindt zich een licht golvend plateau met een gemiddelde hoogte van 90 m, terwijl de Layon op 29 m hoogte stroomt.
Het geologische substraat behoort tot de “série de Saint-Georges-sur-Loire”, een leisteen-/zandsteencomplex dat dateert uit de periode van het boven-ordovicium tot het onder-devoon. Het is op sommige plaatsen, met name op de heuvel “Fesles”, bedekt met grindhoudende en zanderige kleiformaties uit het cenomaan. Door erosie is de schistsokkel bloot komen te liggen, maar het zand en de klei zijn nog aanwezig op de achterkant van de helling en op het plateau. De percelen die zijn afgebakend voor de druivenoogst hebben dan ook een ondiepe grijsgroenachtige, soms wijnrode bodem met een grove structuur. Deze bodem heeft een waterreserve van minder dan 100 mm en een uitstekende drainagecapaciteit.
Het geografische gebied geniet een gematigd zeeklimaat en kent weinig neerslag doordat het door het hogere reliëf van Choletais en Mauges wordt beschermd tegen de vochtige lucht die afkomstig is van de oceaan. De heuvels zijn plaatselijk blootgesteld aan de overheersende winden uit het zuidwesten en het westen. De jaarneerslag bedraagt er 550 tot 600 mm, tegenover meer dan 800 mm op het reliëf van Choletais en Mauges. De neerslag tijdens de vegetatiecyclus van de wijnstok ligt ongeveer 100 mm lager dan het gemiddelde van het departement. De mediterrane flora op deze heuvels getuigt van deze relatieve droogte en van een temperatuur die hoger is dan die in de omgeving.
b) Beschrijving van de menselijke factoren die bijdragen tot het verband
Voor het druivenras chenin B, dat waarschijnlijk afkomstig is uit de streek van Anjou, is “Bonnezeaux” een ideale locatie. Het is een robuust ras, dat zijn potentieel ontplooit op plaatsen waar de bodem aanmerkelijke beperkingen inhoudt.
De producenten hadden al snel begrepen dat dit ras het beste bij gevorderde rijpheid en met bijzondere technieken kan worden geoogst. In zijn “Traité des cépages” (“Verhandeling over de druivenrassen”) schrijft de graaf Odart het in 1845 als volgt: “Hierbij moet ook als voorwaarde worden gesteld dat [dit druivenras] pas mag worden geoogst wanneer er sprake is van overrijpheid, zoals die wordt bereikt rond Allerheiligen, wanneer de schil van de druiven door de regen zacht is geworden en begint af te sterven.” Overrijpheid is dus onlosmakelijk verbonden met de oogst. In 1816 vermeldt Jullien in zijn “Topographie de tous les vignobles connus” (“Topografie van alle gekende wijngaarden”) het volgende: “In de beste wijngaarden wordt in meerdere fasen geoogst; de eerste twee fasen, waarbij uitsluitend de rijpste druiven worden geoogst, leveren de wijnen voor de export op; de wijnen die worden geproduceerd met de oogst van de derde fase, zijn bestemd voor de nationale consumptie...”.
De bevindingen en analyses van de producenten in de loop der generaties hebben ertoe geleid dat de wijnen van “Bonnezeaux” tot de beste van Anjou behoren. In de Franse vertaling van de “Nouvelle Géographie Universelle” van William Guthrie (1708-1770), Engels aardrijkskundige, die verscheen in 1802, staat te lezen: “De wijnen van Anjou kunnen worden onderverdeeld in drie klassen. De eerste klasse bestaat uit wijnen die afkomstig zijn uit Faye, Saint-Lambert, Rablé, Maligny, Chavagne en Thouarcé en tot die klasse behoort de “cru” van Bonnezeaux.”
In alle perioden die volgen staat de wijngaard van “Bonnezeaux” in hoog aanzien. De druifluizenplaag remt de bloei ervan echter sterk af en enkel de lokale markt wordt nog bevoorraad. Dankzij de daadkracht en de ernst van de producentenvereniging van “Bonnezeaux”, die vasthoudt aan een lage opbrengst en aan de praktijk van opeenvolgende plukbeurten, wordt de nationale markt heroverd en wordt vervolgens ook opnieuw de Franse grens overgestoken. De gecontroleerde oorsprongsbenaming “Bonnezeaux” wordt op 6 november 1951 erkend.
2. Informatie over de kwaliteit en de kenmerken van het product
Deze wijnen worden gewaardeerd om hun kracht. Ze hebben een zeer zoet karakter, toe te schrijven aan een hoog gehalte aan fermenteerbare suikers, gecombineerd met complexe fruitige aroma’s (gedroogd en exotisch fruit, witte bloemen...), en een lichte goudgele kleur met een groene glans. Dankzij een evenwicht tussen zuurte, alcohol en smeuïgheid neemt de complexiteit van deze wijnen tijdens de rijping nog toe.
3. Oorzakelijke interacties
Deze wijngaard, met zijn steile zuidwestgerichte hellingen en zijn ondiepe, kiezelige bodems met een uitzonderlijk thermisch gedrag, bevordert een vroege vegetatiecyclus en de rijping van het druivenras chenin B. De combinatie van overheersende winden die over de heuvels jagen en een beperkte watertoevoer naar de wijnstokken op een skeletbodem zorgt voor concentratie van de druiven door verschrompeling of indroging aan de stok, die kenmerkend is voor deze wijngaard. De producenten zijn erin geslaagd zich aan te passen aan deze bijzonderheid. De zeer lage opbrengsten tonen aan dat de wijnbouwers gehecht zijn aan de kwaliteit van de druiven.
Door de late oogst van het ras chenin B op deze heuvels, aan de hand van verschillende plukbeurten om de rijpste druiven te selecteren, hebben de wijnen van “Bonnezeaux” hun vermaardheid verworven. De geschiedenis en de bekendheid van de wijnen van “Bonnezeaux” zijn nauw verbonden met die van de wijnen van Anjou en “Coteaux du Layon”.
9. andere essentiële voorwaarden (verpakking, etikettering, andere vereisten)
Gebied in de onmiddellijke nabijheid
Rechtskader:
nationale wetgeving
Soort aanvullende voorwaarde:
afwijking betreffende de productie in het afgebakende geografische gebied
Beschrijving van de voorwaarde:
Het gebied in de onmiddellijke nabijheid waar de vinificatie, de bereiding en de opvoeding van de wijnen bij wijze van uitzondering mag plaatsvinden, bestaat uit het grondgebied van de volgende gemeenten van het departement Maine-et-Loire (op basis van de officiële geografische code van 2018):
Aubigné-sur-Layon, Beaulieu-sur-Layon, Bellevigne-en-Layon (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Champ-sur-Layon, Faveraye-Mâchelles, Faye-d’Anjou en Rablay-sur-Layon), Blaison-Saint-Sulpice (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Blaison-Gohier en Saint-Sulpice), Brissac Loire Aubance (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Alleuds, Brissac-Quincé, Charcé-Saint-Ellier-sur-Aubance, Luigné, Saint-Rémy-la-Varenne, Saint-Saturnin-sur-Loire, Saulgé-l’Hôpital en Vauchrétien), Brossay, Chalonnes-sur-Loire, Chaudefonds-sur-Layon, Chemillé-en-Anjou (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Chanzeaux en Valanjou), Denée, Doué-en-Anjou (voormalig grondgebied van de deelgemeente Brigné), Les Garennes-sur-Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Juigné-sur-Loire en Saint-Jean-des-Mauvrets), Lys-Haut-Layon (voormalig grondgebied van de deelgemeente Tigné), Mozé-sur-Louet, Mûrs-Erigné, Rochefort-sur-Loire, Saint-Melaine-sur-Aubance, Savennières, Soulaines-sur-Aubance, Terranjou (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Chavagnes, Martigné-Briand en Notre-Dame-d’Allençon) en Val-du-Layon (voormalig grondgebied van de deelgemeenten Saint-Aubin-de-Luigné en Saint-Lambert-du-Lattay).
Etikettering: facultatieve aanduidingen
Rechtskader:
nationale wetgeving
Soort aanvullende voorwaarde:
aanvullende bepalingen betreffende de etikettering
Beschrijving van de voorwaarde:
— | De facultatieve aanduidingen waarvan het gebruik, krachtens Europese bepalingen, door de lidstaten mag worden geregeld, worden aangebracht op de etiketten in lettertekens die maximaal tweemaal zo hoog, breed en dik zijn als de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming. |
Etikettering: geografische benaming “Val de Loire”
Rechtskader:
nationale wetgeving
Soort aanvullende voorwaarde:
aanvullende bepalingen betreffende de etikettering
Beschrijving van de voorwaarde:
De lettertekens van de geografische benaming “Val de Loire” mogen niet groter of breder zijn dan twee derde van de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming.
Etikettering: kleinere geografische eenheid
Rechtskader:
nationale wetgeving
Soort aanvullende voorwaarde:
aanvullende bepalingen betreffende de etikettering
Beschrijving van de voorwaarde:
Op het etiket van de wijnen met de gecontroleerde oorsprongsbenaming mag de naam van een kleinere geografische eenheid worden vermeld op voorwaarde dat: - het gaat om een plaatsnaam die is opgenomen in het kadaster; - die naam vermeld staat op de oogstaangifte. De lettertekens van de betrokken plaatsnaam mogen niet groter of breder zijn dan de helft van de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming.
Link naar het productdossier
https://info.agriculture.gouv.fr/gedei/site/bo-agri/document_administratif-9d4179cc-6768-4be5-bd1b-2e66d9483314