Home

Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie 2020/C 88/06

Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie 2020/C 88/06

17.3.2020

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 88/8


Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie

(2020/C 88/06)

Deze mededeling wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie (1).

MEDEDELING VAN DE GOEDKEURING VAN EEN STANDAARDWIJZIGING

“Savennières”

PDO-FR-A0158-AM01

Datum van de mededeling: 15 november 2019

BESCHRIJVING VAN EN REDENEN VOOR DE GOEDGEKEURDE WIJZIGING

1. Geografisch gebied

Het geografische gebied wordt als volgt gewijzigd: “Alle productiestadia vinden plaats in het geografische gebied, dat het grondgebied bestrijkt van de volgende gemeenten in het departement Maine-et-Loire, op basis van de officiële geografische code van 2018: Bouchemaine, La Possonnière en Savennières.

Het cartografische materiaal waarin het geografische gebied wordt weergegeven, kan worden geraadpleegd op de website van het Institut national de l’origine et de la qualité.”.

Redactionele wijziging: in de nieuwe lijst van bestuurlijke entiteiten wordt rekening gehouden met fusies of andere wijzigingen in de administratieve zonering sinds de goedkeuring van het productdossier. Voor meer rechtszekerheid wordt in de lijst verwezen naar de toepasselijke versie van de officiële geografische code, die jaarlijks door het INSEE wordt gepubliceerd. De perimeter van het geografische gebied blijft ongewijzigd.

Tot slot wordt, om het publiek beter te informeren, ook vermeld dat op de website van het INAO cartografisch materiaal beschikbaar wordt gesteld waarin het geografische gebied wordt weergegeven.

Punt 6 van het enig document betreffende het geografische gebied wordt dienovereenkomstig gewijzigd.

2. Gebied in de onmiddellijke nabijheid

In hoofdstuk I, deel IV, punt 3, wordt de lijst van gemeenten vervangen door:

Angers, Beaulieu-sur-Layon, Bellevigne-en-Layon (voormalige grondgebieden van de deelgemeenten Champ-sur-Layon, Faveraye-Mâchelles, Faye-d’Anjou, Rablay-sur-Layon en Thouarcé), Blaison-Saint-Sulpice (voormalige grondgebieden van de deelgemeenten Blaison-Gohier en Saint-Sulpice), Brissac Loire Aubance (voormalige grondgebieden van de deelgemeenten Alleuds, Brissac-Quincé, Charcé-Saint-Ellier-sur-Aubance, Luigné, Saint-Rémy-la-Varenne, Saint-Saturnin-sur-Loire, Saulgé-l’Hôpital en Vauchrétien), Chalonnes-sur-Loire, Chaudefonds-sur-Layon, Chemillé-en-Anjou (voormalige grondgebieden van de deelgemeenten Chanzeaux en Valanjou), Denée, Doué-en-Anjou (voormalig grondgebied van de deelgemeente Brigné), Les Garennes sur Loire (voormalige grondgebieden van de deelgemeenten Juigné-sur-Loire en Saint-Jean-des-Mauvrets), Mauges-sur-Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeente Saint-Laurent-de-la-Plaine), Mozé-sur-Louet, Mûrs-Erigné, Rochefort-sur-Loire, Sainte-Gemmes-sur-Loire, Saint-Melaine-sur-Aubance, Soulaines-sur-Aubance, Terranjou (voormalige grondgebieden van de deelgemeenten Chavagnes, Martigné-Briand en Notre-Dame-d’Allençon) en Val-du-Layon (voormalige grondgebieden van de deelgemeenten Saint-Aubin-de-Luigné en Saint-Lambert-du-Lattay).

Hierdoor kan rekening worden gehouden met de verschillende fusies van gemeenten die sinds de recentste versie van het productdossier hebben plaatsgevonden. De perimeter van het gebied in de onmiddellijke nabijheid blijft ongewijzigd.

Punt 9 van het enig document betreffende de aanvullende voorwaarden wordt dienovereenkomstig gewijzigd.

3. Landbouwmilieumaatregelen

Aan hoofdstuk I, deel VI, punt 2, wordt het volgende toegevoegd: “Tussen de rijen moet een gecontroleerde – spontane of ingezaaide – bodemvegetatie aanwezig zijn; bij gebrek daaraan moet de exploitant de grond bewerken om te zorgen voor een gecontroleerde spontane vegetatie of moet hij het gebruik van door de overheid voor de wijnbouw goedgekeurde biologische bestrijdingsmiddelen rechtvaardigen. Wanneer op een perceel biologische bestrijdingsmiddelen worden gebruikt, is het gebruik van andere onkruidverdelgers verboden.”.

Deze wijziging past in de huidige ontwikkeling van op agro-ecologie gerichte praktijken door de exploitanten in het hele wijnbouwgebied in de Anjou. De wijziging weerspiegelt de toenemende integratie van milieuoverwegingen in de technische procedés. Door de aanwezigheid van een bodemvegetatie, mechanisch wieden of het gebruik van biologische bestrijdingsmiddelen te bevorderen, wordt het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen verminderd. Dit verminderd gebruik van onkruidverdelgers moet het mogelijk maken om de wijnbouwgronden beter te beschermen en hun natuurlijke kenmerken (vruchtbaarheid, biodiversiteit, biologische zuivering) te behouden, wat tot de kwaliteit en de authenticiteit van de wijnen bijdraagt en het begrip “terroir” versterkt.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

4. Besluit tot opening van de oogsttijd

In hoofdstuk I, deel VII, punt 1, wordt de zin “De begindatum van de druivenoogst wordt vastgesteld volgens de bepalingen van artikel D. 645-6 van de “Code rural et de la pêche maritime” (Frans wetboek landbouw en zeevisserij).” geschrapt.

Er hoeft niet langer een begindatum voor de druivenoogst te worden vastgesteld, aangezien de exploitanten tegenwoordig over een breed scala aan instrumenten beschikken waarmee zij de rijpheid van de druiven uitermate nauwkeurig kunnen beoordelen. Elke exploitant beschikt over de nodige voorzieningen en apparatuur, zowel individueel als collectief, om de optimale datum voor de start van de oogst op elk perceel nauwkeurig te kunnen bepalen, afhankelijk van de productiedoelstellingen.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

5. Capaciteit van de wijntanks

In hoofdstuk I, deel IX, punt 1, onder c), wordt de zin: “Elke exploitant beschikt over vinificatietanks met een totale capaciteit van minstens 1,4 maal de gemiddelde opbrengst van het bedrijf in de laatste vijf jaar.” vervangen door de zin: “Elke exploitant beschikt over vinificatietanks met een totale capaciteit van ten minste 1,4 maal het volume dat gemiddeld tijdens de laatste vijf jaar werd gevinifieerd.”.

In het productdossier werd niet verwezen naar een volumecapaciteit (uitgedrukt in hl of m3), maar naar een opbrengst, d.w.z. een geoogst volume gedeeld door het productieareaal (uitgedrukt in bijvoorbeeld hl/ha). Via de voorgestelde wijziging kan deze inconsistentie in eenheden worden verholpen zonder dat inhoudelijk iets wordt gewijzigd (de minimumcapaciteit is nog steeds 1,4 maal het gemiddelde van de volumes die tijdens de voorgaande verkoopseizoenen op het bedrijf werden gevinifieerd).

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

6. Verkeer van de wijnen

Hoofdstuk I, deel IX, punt 5, onder b), betreffende de datum van het in het verkeer brengen van de wijnen tussen erkende entrepothouders wordt geschrapt.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

7. Bijhouden van registers

In hoofdstuk II, deel II, punt 3, wordt de term “potentieel’ vervangen door “natuurlijk”.

In overeenstemming met de formulering die voor alle productdossiers van de zone Anjou Saumur wordt gehanteerd, komt de term “natuurlijk alcoholvolumegehalte” in de plaats van de woorden “potentieel gehalte” of “graad”. Deze wijzigingen verbeteren de leesbaarheid van deze productdossiers. De harmonisatie van de bepalingen betreffende het bijhouden van registers heeft tot doel de opmaak van het inspectieplan en de controle van die registers te vergemakkelijken.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

8. Voornaamste te controleren punten

Hoofdstuk III werd herzien om te zorgen voor een coherente opmaak van de voornaamste te controleren punten in de productdossiers van de zone Anjou Saumur.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

ENIG DOCUMENT

1. Naam van het product

Savennières

2. Type geografische aanduiding

BOB – beschermde oorsprongsbenaming

3. Categorieën wijnbouwproducten

1.

Wijn

4. Beschrijving van de wijn(en)

Productkenmerken

Het gaat om niet-mousserende droge, halfdroge, zachte (“moelleux”) of zoete witte wijnen met als belangrijkste analytische kenmerken: – De droge wijnen hebben een natuurlijk alcoholvolumegehalte van ten minste 11,5 %. – De andere wijnen hebben een natuurlijk alcoholvolumegehalte van ten minste 12,5 %. – Na gisting bedraagt het gehalte aan fermenteerbare suikers (glucose + fructose) bij de droge wijnen niet meer dan 4 gram per liter, of 8 gram per liter wanneer het totaalgehalte aan zuren, uitgedrukt in gram wijnsteenzuur per liter, niet meer dan 2 gram per liter lager ligt dan het gehalte aan fermenteerbare suikers. – Het totaal alcoholvolumegehalte van de droge wijnen ligt na verrijking niet hoger dan 13 %. Het gehalte aan vluchtige zuren, het totale zuurgehalte en het totale gehalte aan zwaveldioxide komen overeen met de in de Europese regelgeving vastgestelde gehalten.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

11

Minimale totale zuurgraad

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

Totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

Omschrijving

Het betreft witte, meestal droge wijnen. Soms kunnen zij evenwel fermenteerbare suikers bevatten. Zij hebben een lichtgele tot goudgele kleur. De neus bestaat meestal uit bloemengeuren of florale aromatische toetsen (acacia, linden enz.), gemengd met fruitige toetsen die aan peren, perziken, kweeperen, gegrilde amandelen, rozijnen of honing kunnen doen denken, dit alles opgesmukt met een vleugje mineraliteit. Bij de eerste smaakindruk, die vol en vet is, openbaart zich de hele aromatische complexiteit. De nasmaak bestaat uit een mengsel van frisheid, mineraliteit en een vleugje bitterheid, wat de wijnen harmonie en evenwicht verschaft. Deze wijnen komen volledig tot hun recht na enkele jaren op de fles. De wijnen met fermenteerbare suikers zijn bijzonder goed geschikt om lang te worden bewaard.

5. Wijnbouwpraktijken

a. Essentiële oenologische procedés

Specifiek oenologisch procedé

Het gebruik van stukjes hout is verboden. Het totaal alcoholvolumegehalte van de droge wijnen ligt na verrijking niet hoger dan 13 %.

Voor de andere wijnen is verrijking verboden. Naast de bovengenoemde bepalingen moeten de wijnen wat oenologische procedés betreft voldoen aan de verplichtingen die zijn vastgesteld op communautair niveau en in het wetboek landbouw en zeevisserij.

De wijnverzorging duurt minstens tot 15 maart van het jaar dat volgt op dat van de oogst.

Beplantingsdichtheid – plantafstand

Teeltwijze

De minimale beplantingsdichtheid bedraagt 4 000 wijnstokken per hectare. De afstand tussen de rijen van deze wijngaarden mag niet meer dan 2,50 meter bedragen en tussen de wijnstokken in eenzelfde rij moet er een tussenruimte van minstens 1 meter zijn. Voor de oogst van percelen waarvan de beplantingsdichtheid minder dan 4 000 wijnstokken per hectare, maar minstens 3 300 wijnstokken per hectare bedraagt, mag de gecontroleerde oorsprongsbenaming worden gebruikt voor zover wordt voldaan aan de voorschriften van het productdossier betreffende opbinding en hoogte van de bladeren. De afstand tussen de rijen van deze wijnbouwpercelen mag niet meer dan 3 meter bedragen en tussen de wijnstokken in eenzelfde rij moet er een tussenruimte van minstens 1 meter zijn.

Snoei- en opbindregels

Teeltwijze

De wijnstokken worden uiterlijk op 30 april volgens een gemengde snoeitechniek gesnoeid, met een maximum van twaalf ogen per wijnstok, waarvan ten hoogste vier ogen op de lange rank.

Het opgebonden gebladerte is minstens 0,6 maal zo hoog als de afstand tussen de rijen, waarbij de hoogte van het opgebonden gebladerte wordt gemeten tussen het laagste punt van het gebladerte, dat zich op minstens 0,40 m boven de grond moet bevinden, en het hoogste snoeipunt, dat zich op minstens 0,20 m boven de bovenste spalierdraad moet bevinden.

Voor de wijnbouwpercelen met een beplantingsdichtheid van minder dan 4 000 wijnstokken per hectare, maar minstens 3 300 wijnstokken per hectare, gelden daarnaast ook de volgende opbindregels: de minimale hoogte van de spalierpalen boven de grond bedraagt 1,90 meter; het spalierwerk bestaat uit vier draadhoogten; de bovenste draad bevindt zich minstens op 1,85 meter boven de grond.

Irrigatie

Teeltwijze

Irrigatie is verboden.

Oogst

Teeltwijze

Voor de oogst worden de druiventrossen op de wijnstok geselecteerd. Het gebruik van oogstmachines is verboden.

b. Maximumopbrengsten

Droge en halfdroge wijnen

50 hectoliter per hectare.

Andere wijnen

35 hectoliter per hectare.

6. Afgebakend geografisch gebied

Alle productiestadia vinden plaats in het geografische gebied, dat het grondgebied bestrijkt van de volgende gemeenten in het departement Maine-et-Loire, op basis van de officiële geografische code van 2018: Bouchemaine, La Possonnière en Savennières.

7. Voornaamste wijndruivenras(sen)

Chenin B

8. Beschrijving van het (de) verband(en)

1. Informatie over het geografische gebied

a) Beschrijving van de natuurlijke factoren die van belang zijn voor het verband

Het geografische gebied bevindt zich op de rechteroever van de Loire, ongeveer 15 kilometer van de stad Angers. Kenmerkend zijn de zuid/zuidoost georiënteerde hellingen, die zich over een lengte van ongeveer zes kilometer langs de Loire uitstrekken over een breedte die, gerekend vanaf de Loire, varieert van 500 tot 1 500 meter. Ten noorden van het geografische gebied bevindt zich een grote, koudere hoogvlakte, die aan de wind is blootgesteld en voornamelijk voor veeteelt en granenteelt wordt gebruikt.

Het geologische substraat bestaat uit schistformaties en schist-zandformaties uit het Boven-Ordovicium tot het Onder-Devoon, en op sommige plaatsen uit vulkanische aderen (ryolieten en spilieten). Aan de rand van de hoogvlakte heeft zich, in min of meer dikke lagen, eolisch zand uit het quartair afgezet. Op de helling ligt het moedergesteente meestal zeer dicht aan de oppervlakte.

Het geografische gebied bestrijkt het grondgebied van drie gemeenten: Bouchemaine, La Possonnière en Savennières.

Het gebied heeft een oceaanklimaat. De maritieme kenmerken worden getemperd door het föhn-effect dat wordt veroorzaakt door het ten westen van de wijngaard gelegen massief Les Mauges. De jaarlijkse gemiddelde neerslag bedraagt er 650 mm, wat typisch is voor het hele gebied dat tegen vochtige winden beschut is, terwijl op de heuvels van Les Mauges meer dan 800 mm neerslag valt. Dit verschil in neerslag is nog meer uitgesproken tijdens de vegetatiecyclus van de wijnstok, met name vanaf juni tot de oogstperiode. De gemiddelde jaartemperaturen zijn vrij hoog (ongeveer 12 °C). De Loire speelt een voorname rol bij de temperatuurregeling van de nabijgelegen, aan de overheersende winden blootgestelde helling en zorgt er op die manier voor dat de temperaturen tijdens de nacht hoog blijven. De rivier is verder ook van belang omdat zij er in de oogstperiode voor zorgt dat zich in de vroege ochtend nevelbanken vormen, die van essentieel belang zijn voor de ontwikkeling van edelrot.

b) Beschrijving van de menselijke factoren die van belang zijn voor het verband

De wijnstokteelt, die eerst beperkt was tot de percelen dicht bij de grote abdijen van Angers, heeft zich overal in de omgeving van Angers verspreid en heeft vervolgens in de 4e eeuw ook de hellingen Prunier en Bouchemaine ingepalmd. Rond 1130 plantten de monniken van de abdij van Saint-Nicolas d’Angers op een helling met zicht op de Loire een wijngaard, die zijn naam zal geven aan “La Roche aux Moines”. In 1140 bouwden Benedictijnse religieuzen in het stadje La Possonnière een klooster genaamd “Le Prieuré”. Rond de gebouwen van het klooster werden vervolgens grote wijngaarden aangelegd. Sindsdien wordt de wijn “Savennières” geapprecieerd aan adellijke tafels; dat was met name het geval in de 15e eeuw aan de tafel van de “goede koning” René (René I van Anjou). Toen deze laatste bij een tussenstop een glas wijn van een perceel ten westen van het stadje proefde, omschreef hij de drank als “goutte d’or” (een druppel goud). Dit perceel staat sindsdien bekend als “Clos de la Goutte d’Or”.

De wijngebieden hebben zich vooral in de 17e en de 18e eeuw ontwikkeld. Bidet en Duhamel de Monceau stellen het in hun “Traité sur la nature et la culture de la vigne”, gepubliceerd in 1749, als volgt: “De hellingen van de Loire, aan beide kanten van de rivier, vormen de diverse wijngaarden van Anjou; de afstand van de ene tot de andere wijngaard bedraagt 0,5 of 0,25 mijl in de buurt van Angers en verder, richting Bretagne, 7 of 8 mijl. Er zijn alleen rotsen, die vroeger totaal onvruchtbaar waren en waarop alleen struikgewas, kreupelhout en oude bomen groeiden; daardoor was het land ontoegankelijk en ondoordringbaar, en bood het een onderkomen aan allerhande wilde of giftige dieren. De zeer moeilijk te ontginnen bodem is nu perfect in cultuur gebracht en is tot aan het punt waar de helling begint af te vlakken en naar het noorden te draaien, d.i. over een afstand van 0,25 mijl of 0,50 mijl, volledig met wijnstokken beplant. De wijngaarden aan de rechterkant van de Loire, stroomafwaarts richting Nantes, zijn op het zuiden gericht; daardoor is de wijn er beter en sterker dan aan de linkerkant (...)”. De hellingen en de gronden in de omgeving van het stadje Savennières zijn met wijnstokken beplant en elke woning op het platteland bezit enkele wijnbouwperceeltjes. Aan de vooravond van de revolutie werd in de door de Staten-generaal opgestelde klachtenlijsten een beschrijving gegeven van de situatie van de wijngaarden op de hellingen. “Savennières: 2 460 inwoners, een derde is beplant met wijngaarden die een uitstekende cru opleveren (...). Ik ken geen enkele parochie die hoger wordt belast dan Savennières”, aldus de heer Dertrou, syndicus.

In de 19e eeuw ondergaat de wijnbouw een radicale gedaanteverandering als gevolg van de grote vooruitgang op het gebied van oenologie en gewasbescherming, niet in het minst door toedoen van eigenaren zoals Guillory, die er een erezaak van maken kwaliteitswijnen te verkrijgen en de reputatie van de “Savennières”-wijnen in stand te houden. In die periode worden tal van experimenten uitgevoerd, zowel wat betreft het gebruik van andere rassen, met name de verdelho van Madeira, waarvan volgens professor Maisonneuve een zestigtal wijnstokken op de “Coulée de Serrant” werden geteeld, als wat betreft de aanleg van terrassen of het leiden van de wijnranken op spalieren. Chenin B blijft echter het druivenras bij uitstek in het wijngebied. Jules Guyot beschreef in 1865 tijdens een van zijn bezoeken de beheerswijze en had het in dat verband over de snoei met korte vruchttakken en het dieven en over de oogst op een ogenblik dat “een groot deel van de druiven overrijp is”.

De gecontroleerde oorsprongsbenaming “Savennières” is erkend bij het besluit van 8 december 1952, waarin hoofdzakelijk wijnen met fermenteerbare suikers zijn omschreven. Dit besluit is, onder impuls van de opeenvolgende voorzitters van de belangenvereniging (“syndicat de défense”), onder wie Michèle Bazin de Jessey, geëvolueerd naar een omschrijving van droge wijnen, waarbij ook de mogelijkheid werd gelaten om wijnen met fermenteerbare suikers te produceren. Zo werd rekening gehouden met de in de wijngaarden toegepaste praktijken en de bijzondere kenmerken van de omgeving.

In 2009 werd de wijngaard door 34 exploitanten gebruikt.

2. Informatie over de kwaliteit en de kenmerken van het product

Het betreft witte, meestal droge wijnen. Soms kunnen zij evenwel fermenteerbare suikers bevatten. Zij hebben een lichtgele tot goudgele kleur.

De neus bestaat meestal uit bloemengeuren of florale aromatische toetsen (acacia, linden enz.), gemengd met fruitige toetsen die aan peren, perziken, kweeperen, gegrilde amandelen, rozijnen of honing kunnen doen denken, dit alles opgesmukt met een vleugje mineraliteit.

Bij de eerste smaakindruk, die vol en vet is, openbaart zich de hele aromatische complexiteit. De nasmaak bestaat uit een mengsel van frisheid, mineraliteit en een vleugje bitterheid, wat de wijnen harmonie en evenwicht verschaft.

Deze wijnen komen volledig tot hun recht na enkele jaren op de fles. De wijnen met fermenteerbare suikers zijn bijzonder goed geschikt om lang te worden bewaard.

3. Oorzakelijke verbanden

Het voor de druivenoogst afgebakende perceelgebied omvat de percelen die zich op beschutte hellingen bevinden, goed op het zuiden gericht zijn en beschikken over een oppervlakkige bodem die zich op schistformaties en schist-zandformaties van het primaire massief heeft ontwikkeld, of over een ondiepe bodem die op eolisch zand is ontstaan. Deze bodems, die weinig vruchtbaar en zeer stenig zijn, hebben een goede drainagecapaciteit en geringe waterreserves.

Deze wijnbouwlocaties vereisen een optimaal beheer van de planten en hun productiepotentieel, wat tot uiting komt in het beheer van de wijnstokken, de strikte snoeiregels en een oogst waarbij een selectie van de druiventrossen wordt gemaakt, ook voor de productie van droge wijnen.

De knowhow van de exploitanten komt tot uiting in hun gehechtheid aan het ras chenin B, een rustieke variëteit, die in die locaties al haar originaliteit en volheid tot ontwikkeling kan brengen. De exploitanten hebben zich aan de specifieke kenmerken en rijkdom van dit ras aangepast door hun technische procedés te diversifiëren. Naargelang van de locatie, het beheer van de wijnstokken en de klimatologische omstandigheden van het betrokken jaar hebben de bereide wijnen traditioneel meer of minder fermenteerbare suikers. Wanneer de weersomstandigheden aan het einde van de oogst gunstig zijn dankzij de temperatuurregelende werking van de Loire, de door de rivier gekanaliseerde winden die de mechanische indroging van de druiven bevorderen, of dankzij de aanwezigheid van ochtendnevels, worden zachte (“moelleux”) of zoete (“doux”) wijnen gemaakt van druiven die pas worden geoogst nadat zij voldoende geconcentreerd zijn door indroging aan de stok, of van druiven die zijn aangetast door edelrot, veroorzaakt door de inwerking van Botrytis cinerea.

Door aanpassing van hun vinificatiemethoden hebben de exploitanten zich ook zeer snel de technieken eigen gemaakt die hen in staat stellen het beste uit de druiven te halen. Om een wijn met complexe aroma’s te verkrijgen is na de gisting een periode van verzorging in de tanks noodzakelijk. Om deze doelstelling te bereiken, is in het productdossier bepaald dat de wijnverzorging minstens moet duren tot 15 maart van het jaar dat volgt op dat van de oogst.

De combinatie van een zo specifieke natuurlijke omgeving, een druivensoort die daaraan perfect is aangepast en vaklui die al de mogelijkheden ervan weten te benutten, maakt het mogelijk originele, buitengewone wijnen te produceren met historische bekendheid. In 1816 heeft André Jullien in zijn “Topographie de tous les vignobles connus” niet geaarzeld om deze wijnen in te delen in de hoogste categorie, en zo hun originaliteit, kwaliteit en reputatie te erkennen.

Het wijngebied “Savennières”, dat symbool staat voor de “douceur angevine”, is sinds 2001 door de Unesco tot werelderfgoed verklaard.

9. Andere essentiële voorwaarden (verpakking, etikettering, andere vereisten)

Gebied in de onmiddellijke nabijheid

Rechtskader:

EU-wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Afwijking betreffende de productie in het afgebakende geografische gebied

Beschrijving van de voorwaarde:

Het gebied in de onmiddellijke nabijheid waar de vinificatie, de bereiding en de verzorging van de wijnen bij wijze van uitzondering mogen plaatsvinden, bestaat uit het grondgebied van de volgende gemeenten, op basis van de officiële geografische code van 2018: Angers, Beaulieu-sur-Layon, Bellevigne-en-Layon (voormalige grondgebieden van de deelgemeenten Champ-sur-Layon, Faveraye-Mâchelles, Faye-d’Anjou, Rablay-sur-Layon en Thouarcé), Blaison-Saint-Sulpice (voormalige grondgebieden van de deelgemeenten Blaison-Gohier en Saint-Sulpice), Brissac Loire Aubance (voormalige grondgebieden van de deelgemeenten Alleuds, Brissac-Quincé, Charcé-Saint-Ellier-sur-Aubance, Luigné, Saint-Rémy-la-Varenne, Saint-Saturnin-sur-Loire, Saulgé-l’Hôpital en Vauchrétien), Chalonnes-sur-Loire, Chaudefonds-sur-Layon, Chemillé-en-Anjou (voormalige grondgebieden van de deelgemeenten Chanzeaux en Valanjou), Denée, Doué-en-Anjou (voormalig grondgebied van de deelgemeente Brigné), Les Garennes sur Loire (voormalige grondgebieden van de deelgemeenten Juigné-sur-Loire en Saint-Jean-des-Mauvrets), Mauges-sur-Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeente Saint-Laurent-de-la-Plaine), Mozé-sur-Louet, Mûrs-Erigné, Rochefort-sur-Loire, Sainte-Gemmes-sur-Loire, Saint-Melaine-sur-Aubance, Soulaines-sur-Aubance, Terranjou (voormalige grondgebieden van de deelgemeenten Chavagnes, Martigné-Briand en Notre-Dame-d’Allençon) en Val-du-Layon (voormalige grondgebieden van de deelgemeenten Saint-Aubin-de-Luigné en Saint-Lambert-du-Lattay).

Etikettering

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Aanvullende bepalingen met betrekking tot de etikettering

Beschrijving van de voorwaarde:

Alle facultatieve aanduidingen zijn op de etiketten vermeld in letters die niet groter of breder zijn dan het dubbele van de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming.

De naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming mag met de geografische benaming “Val de Loire” worden aangevuld volgens de regels die in het productdossier zijn vastgelegd. De lettertekens van de geografische benaming “Val de Loire” mogen niet groter of breder zijn dan twee derde van de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming.

Op de handelsdocumenten, de vervoersbewijzen en de etikettering van de wijn moet de vermelding “demi-sec” (halfdroog), “moelleux” (zacht) of “doux” (zoet) worden aangebracht die overeenstemt met het gehalte aan fermenteerbare suikers (glucose en fructose) in de wijn, zoals gedefinieerd in de communautaire regelgeving. Op het etiket worden deze vermeldingen in hetzelfde gezichtsveld aangebracht als de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming.

Op het etiket van de wijnen met gecontroleerde oorsprongsbenaming mag de naam van een kleinere geografische eenheid worden vermeld op voorwaarde dat: – het gaat om een plaatsnaam die is opgenomen in het kadaster; – die naam vermeld staat op de oogstaangifte. De in het kadaster opgenomen plaatsnaam wordt vermeld in lettertekens die niet groter of breder zijn dan de helft van de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming.

Link naar het productdossier

https://info.agriculture.gouv.fr/gedei/site/bo-agri/document_administratif-a87a8bc4-187d-4cf2-82e7-f4a10eb68f12