Home

Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie 2020/C 122/06

Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie 2020/C 122/06

15.4.2020

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 122/7


Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie

(2020/C 122/06)

Deze mededeling wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie (1).

MEDEDELING VAN DE GOEDKEURING VAN EEN STANDAARDWIJZIGING

“Stredoslovenská/Stredoslovenský/Stredoslovenské”

PDO-SK-A1355-AM01

Datum van mededeling: 29 november 2019

BESCHRIJVING VAN EN REDENEN VOOR DE GOEDGEKEURDE WIJZIGING

1. Aanvrager en rechtmatig belang

Zväz vinohradníkov a vinárov Slovenska (vereniging van Slowaakse wijnbouwers en wijnmakers)

De wijziging wordt aangevraagd door de belanghebbende groepering die ook de registratie van de BOB “Stredoslovenská/Stredoslovenské/Stredoslovenský” had aangevraagd, maar onder een andere naam.

2. Toevoeging van de wijnbouwgemeente Devičie

In Devičie zijn aanplantrechten toegekend en wijngaarden aangeplant, en derhalve wordt deze gemeente toegevoegd aan de lijst van wijnbouwgemeenten. Al in de periode van 1980 tot 2000 werden in Devičie wijngaarden aangeplant, maar die werden niet geregistreerd en de gemeente werd dan ook niet opgenomen in het register van wijnbouwgemeenten. In 2018 zijn de wijngaarden echter vernieuwd en er zijn nog meer aanplantingen gepland, waarvan de productie voldoet aan de voorwaarden voor opname onder de BOB “Stredoslovenská” (Centraal-Slowakije).

Oorspronkelijke formulering onder “afgebakend gebied”:

Het Centraal-Slowaakse wijnbouwgebied (Stredoslovenská vinohradnícka oblasť) wordt afgebakend door de grenzen van de kadastrale gebieden van de volgende gemeenten: Abovce, Balog nad Ipľom, Bátka, Bátorová, Belín, Bielovce, Blhovce, Bulhary, Bušince, Buzitka, Čamovce, Čebovce, Čeláre, Dolinka, Dolná Strehová, Dolné Plachtince, Dolné Semerovce, Dolné Zahorany, Drienovo, Dudince, Dulovo, Ďurkovce, Fiľakovo, Fiľakovské Kováče, Gemer, Gemerské Dechtáre, Gemerský Jablonec, Glabušovce, Hajnáčka, Hodejov, Ref. Ares(2019)6803175 — 04/11/2019 2 Hokovce, Holiša, Hontianske Moravce, Hontianske Nemce, Hontianske Tesáre, Horná Strehová, Horné Semerovce, Horné Turovce, Hrkovce, Hrnčiarske, Hubovo, Chrámec, Chrťany, Ipeľské Predmostie, Ipeľské Úľany, Ipeľský Sokolec, Jesenské, Jestice, Kalinovo, Kaloša, Kamenné Kosihy, Kiarov, Kleňany, Koláre, Kosihovce, Kosihy nad Ipľom, Kováčovce, Kráľ, Krupina, Kubáňovo, Ladzany, Lontov, Malá Čalomija, Malé Zlievce, Malý Krtíš, Medovarce, Modrý Kameň, Nenince, Nová Bašta, Nová Ves, Obeckov, Olováry, Opatovská Nová Ves, Ožďany, Panické Dravce, Pavlovce, Petrovce, Pinciná, Plášťovce, Pôtor, Príbelce, Prša, Radzovce, Ratka, Rimavská Sobota, Rimavské Janovce, Rykynčice, Sazdice, Sebechleby, Sečianky, Seľany, Sklabiná, Slatina, Slovenské Ďarmoty, Stredné Plachtince, Sudince, Súdovce, Sútor, Šahy, Šávoľ, Šimonovce, Širákov, Širkovce, Štrkovec, Šurice, Tachty, Terany, Tomášovce, Tornaľa, Trebušovce, Tupá, Valice, Včelince, Večelkov, Veľká Čalomija, Veľká nad Ipľom, Veľká Ves, Veľká Ves nad Ipľom, Veľké Dravce, Veľké Turovce, Veľké Zlievce, Veľký Blh, Veľký Krtíš, Vinica, Vrbovka, Vyškovce nad Ipľom, Vyšné Valice, Záhorce, Zalužany, Závada, Zombor, Želovce, Žíp.

Nieuwe formulering onder “afgebakend gebied”:

Het Centraal-Slowaakse wijnbouwgebied (Stredoslovenská vinohradnícka oblasť) wordt afgebakend door de grenzen van de kadastrale gebieden van de volgende gemeenten: Abovce, Balog nad Ipľom, Bátka, Bátorová, Belín, Bielovce, Blhovce, Bulhary, Bušince, Buzitka, Čamovce, Čebovce, Čeláre, Devičie, Dolinka, Dolná Strehová, Dolné Plachtince, Dolné Semerovce, Dolné Zahorany, Drienovo, Dudince, Dulovo, Ďurkovce, Fiľakovo, Fiľakovské Kováče, Gemer, Gemerské Dechtáre, Gemerský Jablonec, Glabušovce, Hajnáčka, Hodejov, Hokovce, Holiša, Hontianske Moravce, Hontianske Nemce, Hontianske Tesáre, Horná Strehová, Horné Semerovce, Horné Turovce, Hrkovce, Hrnčiarske, Hubovo, Chrámec, Chrťany, Ipeľské Predmostie, Ipeľské Úľany, Ipeľský Sokolec, Jesenské, Jestice, Kalinovo, Kaloša, Kamenné Kosihy, Kiarov, Kleňany, Koláre, Kosihovce, Kosihy nad Ipľom, Kováčovce, Kráľ, Krupina, Kubáňovo, Ladzany, Lontov, Malá Čalomija, Malé Zlievce, Malý Krtíš, Medovarce, Modrý Kameň, Nenince, Nová Bašta, Nová Ves, Obeckov, Olováry, Opatovská Nová Ves, Ožďany, Panické Dravce, Pavlovce, Petrovce, Pinciná, Plášťovce, Pôtor, Príbelce, Prša, Radzovce, Ratka, Rimavská Sobota, Rimavské Janovce, Rykynčice, Sazdice, Sebechleby, Sečianky, Seľany, Sklabiná, Slatina, Slovenské Ďarmoty, Stredné Plachtince, Sudince, Súdovce, Sútor, Šahy, Šávoľ, Šimonovce, Širákov, Širkovce, Štrkovec, Šurice, Tachty, Terany, Tomášovce, Tornaľa, Trebušovce, Tupá, Valice, Včelince, Večelkov, Veľká Čalomija, Veľká nad Ipľom, Veľká Ves, Veľká Ves nad Ipľom, Veľké Dravce, Veľké Turovce, Veľké Zlievce, Veľký Blh, Veľký Krtíš, Vinica, Vrbovka, Vyškovce nad Ipľom, Vyšné Valice, Záhorce, Zalužany, Závada, Zombor, Želovce, Žíp.

Overeenkomstig artikel 14, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 wordt de wijziging beschouwd als een standaardwijziging, omdat de naam van de BOB niet wordt gewijzigd, de onder de BOB vallende categorieën niet worden gewijzigd, het verband met het geografische gebied niet wordt tenietgedaan en het in de handel brengen van de producten niet wordt beperkt.

ENIG DOCUMENT

1. Naam van het product

Stredoslovenská

Stredoslovenský

Stredoslovenské

2. Type geografische aanduiding

BOB — beschermde oorsprongsbenaming

3. Categorieën wijnbouwproducten

1

Wijn

3

Likeurwijn

4

Mousserende wijn

5

Mousserende kwaliteitswijn

6

Aromatische mousserende kwaliteitswijn

8

Parelwijn

15

Wijn van ingedroogde druiven

16

Wijn van overrijpe druiven

4. Beschrijving van de wijn(en)

Wijn met een beschermde oorsprongsbenaming (BOB-wijn)

Wijn uit het Centraal-Slowaakse wijnbouwgebied wordt uitsluitend verkregen door volledige of gedeeltelijke alcoholische vergisting van uit het gebied afkomstige verse druiven of druivenmost. De wijn uit dit gebied heeft een meer uitgesproken aroma, is extractief en heeft een hogere zuurgraad, terwijl hij toch harmonieus blijft.

Analytische kenmerken

effectief alcoholgehalte

minimaal 9,5 % vol

getitreerde zuurgraad

minimaal 3,5 g/l

totaalgehalte aan zwaveldioxide

maximaal 150 mg/l voor rode wijn en 200 mg/l voor witte wijn en roséwijn

wanneer het gehalte aan suikerresidu meer bedraagt dan 5 g/l

maximaal 200 mg/l voor rode wijn en 250 mg/l voor witte wijn en roséwijn

totaalgehalte aan vluchtige zuren

maximaal 1,1 g/l voor witte wijn en 1,2 g/l voor rode wijn

Organoleptische kenmerken

Helderheid: helder en enigszins parelend; kan afzonderlijke vezels van het filtermateriaal, afzonderlijke kurkdeeltjes, fijne wijnsteenkristallen en (in rode wijnen) een licht bezinksel van kleurstof bevatten.

Kleur: wit, rosé of rood, naargelang de benaming en het oogstjaar; de witte wijnen mogen een licht bruingele of rozige tint hebben en de rode wijnen mogen een bruinachtige tint hebben.

Aroma: typisch en uitgesproken, naargelang het ras of het merk, maar kan ook een minder uitgesproken aroma hebben.

Smaak: zuiver, typisch voor het ras, vol, harmonieus en uitgesproken, maar kan ook minder harmonieus zijn.

Hoewel sommige kenmerken niet in de tabel zijn opgenomen, wordt aan alle in de EU-wetgeving vastgelegde voorwaarden voldaan.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

9,5

Minimale totale zuurgraad

Maximumgehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

Kwaliteitswijn

Analytische kenmerken

effectief alcoholgehalte

minimaal 10,0 %

suikervrij extract

minimaal 16 g/l

getitreerde zuurgraad

minimaal 3,5 g/l

totaalgehalte aan zwaveldioxide

maximaal 150 mg/l voor rode wijn en 200 mg/l voor witte wijn en roséwijn

wanneer het gehalte aan suikerresidu meer bedraagt dan 5 g/l

maximaal 200 mg/l voor rode wijn en 250 mg/l voor witte wijn en roséwijn

totaalgehalte aan vluchtige zuren

maximaal 1,1 g/l voor witte wijn en 1,2 g/l voor rode wijn

Organoleptische kenmerken

Helderheid: helder en enigszins parelend; kan afzonderlijke vezels van het filtermateriaal, afzonderlijke kurkdeeltjes, fijne wijnsteenkristallen en (in rode wijnen) een licht bezinksel van kleurstof bevatten.

Kleur: wit, rosé of rood, naargelang de benaming en het oogstjaar; de witte wijnen mogen een licht bruingele of rozige tint hebben en de rode wijnen mogen een bruinachtige tint hebben.

Aroma: zuiver, typisch en uitgesproken, naargelang het ras of het merk, maar kan ook een minder uitgesproken aroma hebben.

Smaak: zuiver, typisch, vol, harmonieus en fris, met mogelijk kleine afwijkingen wat betreft de volheid en de typerende kenmerken.

Hoewel sommige kenmerken niet in de tabel zijn opgenomen, wordt aan alle in de EU-wetgeving vastgelegde voorwaarden voldaan.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

10,0

Minimale totale zuurgraad

Maximumgehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

Likérové víno (likeurwijn)

Likeurwijn wordt verkregen uit gistende druivenmost of wijn waaraan neutrale alcohol of een distillaat uit wijnbouwproducten is toegevoegd.

Analytische kenmerken

effectief alcoholgehalte

minimaal 15 % vol en maximaal 22 % vol

totaal alcoholgehalte

minimaal 17,5 % vol

getitreerde zuurgraad

minimaal 3,5 g/l

totaal zwaveldioxide

maximaal 150 mg/l voor wijnen met een gehalte aan suikerresidu van niet meer dan 5 g/l, maximaal 200 mg/l voor wijnen met een gehalte aan suikerresidu van meer dan 5 g/l

totaalgehalte aan vluchtige zuren

maximaal 1,1 g/l voor witte wijn en 1,2 g/l voor rode wijn

Organoleptische kenmerken

Kleur: wit, rosé of rood, naargelang de benaming en het oogstjaar.

Aroma: zuiver, typisch en uitgesproken, naargelang het ras of het merk, maar kan ook een minder uitgesproken aroma hebben.

Smaak: zuiver, typisch, vol, harmonieus en uitgesproken, met mogelijk kleine afwijkingen wat betreft de volheid en de typerende kenmerken.

Hoewel sommige kenmerken niet in de tabel zijn opgenomen, wordt aan alle in de EU-wetgeving vastgelegde voorwaarden voldaan.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

15,0

Minimale totale zuurgraad

Maximumgehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

“Sekt V.O.” en “pestovateľský sekt”

“Sekt V.O.” en “pestovateľský sekt” zijn producten die worden verkregen bij een eerste of een tweede gisting van verse druiven, druivenmost of wijn waaruit, bij het openen van de fles of de recipiënt, koolzuurgas vrijkomt dat uitsluitend door vergisting is ontstaan.

Analytische kenmerken

effectief alcoholgehalte

minimaal 10 % vol

totaal alcoholgehalte

minimaal 10,0 % vol

getitreerde zuurgraad

minimaal 3,5 g/l

suikervrij extract

minimaal 16,0 g/l

totaal zwaveldioxide

maximaal 185 mg/l

totaalgehalte aan vluchtige zuren

maximaal 1,1 g/l voor witte wijn en 1,2 g/l voor rode wijn

Organoleptische kenmerken

Kleur: wit, rosé of rood, naargelang de benaming en het oogstjaar.

Aroma: zuiver, typisch, uitgesproken en fris, naargelang het ras of het merk. Bellen: fijn en lang aanhoudend.

Smaak: uitgesproken, fris, harmonieus, zuiver en vol.

Hoewel sommige kenmerken niet in de tabel zijn opgenomen, wordt aan alle in de EU-wetgeving vastgelegde voorwaarden voldaan.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

10,0

Minimale totale zuurgraad

Maximumgehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

185

Kwaliteitswijn met het predicaat “kabinetné”

Analytische kenmerken

effectief alcoholgehalte

minimaal 9,5 % vol

suikervrij extract

minimaal 16 g/l

getitreerde zuurgraad

minimaal 3,5 g/l

totaal zwaveldioxide

maximaal 150 mg/l voor rode wijn en 200 mg/l voor witte wijn en roséwijn

indien het gehalte aan suikerresidu meer bedraagt dan 5 g/l, ligt de waarde 50 mg/l hoger

totaalgehalte aan vluchtige zuren

maximaal 1,1 g/l voor witte wijn en roséwijn en 1,2 g/l voor rode wijn

Organoleptische kenmerken

Helderheid: helder en enigszins parelend; kan fijne wijnsteenkristallen en (in rode wijnen) een licht bezinksel van kleurstof bevatten.

Kleur: wit, rosé of rood, naargelang het ras, het oogstjaar en het predicaat.

Aroma: zuiver, typisch en uitgesproken, naargelang het ras of het merk.

Smaak: zuiver, typisch, vol, harmonieus en fris.

Hoewel sommige kenmerken niet in de tabel zijn opgenomen, wordt aan alle in de EU-wetgeving vastgelegde voorwaarden voldaan.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

9,5

Minimale totale zuurgraad

Maximumgehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

Kwaliteitswijn met het predicaat “neskorý zber”

Analytische kenmerken

effectief alcoholgehalte

minimaal 9,5 % vol

suikervrij extract

minimaal 16 g/l

getitreerde zuurgraad

minimaal 3,5 g/l

totaalgehalte aan zwaveldioxide

maximaal 300 mg/l

totaalgehalte aan vluchtige zuren

maximaal 1,1 g/l voor witte wijn en roséwijn en 1,2 g/l voor rode wijn

Organoleptische kenmerken

Helderheid: helder en enigszins parelend; kan fijne wijnsteenkristallen en (in rode wijnen) een licht bezinksel van kleurstof bevatten.

Kleur: wit, rosé of rood, naargelang het ras, het oogstjaar en het predicaat.

Aroma: zuiver, typisch en uitgesproken, naargelang het ras of het merk.

Smaak: zuiver, typisch, vol, harmonieus en fris.

Hoewel sommige kenmerken niet in de tabel zijn opgenomen, wordt aan alle in de EU-wetgeving vastgelegde voorwaarden voldaan.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

9,5

Minimale totale zuurgraad

Maximumgehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

300

Kwaliteitswijn met het predicaat “výber z hrozna”

Analytische kenmerken

effectief alcoholgehalte

minimaal 9,5 % vol

suikervrij extract

minimaal 16 g/l

getitreerde zuurgraad

minimaal 3,5 g/l

totaal zwaveldioxide

maximaal 350 mg/l

totaalgehalte aan vluchtige zuren

maximaal 1,8 g/l

Organoleptische kenmerken

Helderheid: helder en enigszins parelend; kan fijne wijnsteenkristallen en (in rode wijnen) een licht bezinksel van kleurstof bevatten.

Kleur: wit, rosé of rood, naargelang het ras, het oogstjaar en het predicaat.

Aroma: zuiver, typisch en uitgesproken, naargelang het ras of het merk.

Smaak: zuiver, typisch, vol, harmonieus en fris.

Hoewel sommige kenmerken niet in de tabel zijn opgenomen, wordt aan alle in de EU-wetgeving vastgelegde voorwaarden voldaan.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

9,5

Minimale totale zuurgraad

Maximumgehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

1,8

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

350

Kwaliteitswijn met het predicaat “bobuľový výber”

Analytische kenmerken

effectief alcoholgehalte

minimaal 8,0 % vol

suikervrij extract

minimaal 16 g/l

getitreerde zuurgraad

minimaal 3,5 g/l

totaal zwaveldioxide

maximaal 400 mg/l

totaalgehalte aan vluchtige zuren

maximaal 1,8 g/l

Organoleptische kenmerken

Helderheid: helder en enigszins parelend; kan fijne wijnsteenkristallen en (in rode wijnen) een licht bezinksel van kleurstof bevatten.

Kleur: wit, rosé of rood, naargelang het ras, het oogstjaar en het predicaat.

Aroma: zuiver, typisch en uitgesproken, naargelang het ras of het merk.

Smaak: zuiver, typisch, vol, harmonieus en fris.

Hoewel sommige kenmerken niet in de tabel zijn opgenomen, wordt aan alle in de EU-wetgeving vastgelegde voorwaarden voldaan.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

8,0

Minimale totale zuurgraad

Maximumgehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

1,8

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

400

Kwaliteitswijn met het predicaat “hrozienkový výber”

Analytische kenmerken

effectief alcoholgehalte

minimaal 8,0 % vol

suikervrij extract

minimaal 16 g/l

getitreerde zuurgraad

minimaal 3,5 g/l

totaal zwaveldioxide

maximaal 400 mg/l

totaalgehalte aan vluchtige zuren

maximaal 2,1 g/l

Organoleptische kenmerken

Helderheid: helder en enigszins parelend; kan fijne wijnsteenkristallen en (in rode wijnen) een licht bezinksel van kleurstof bevatten.

Kleur: wit, rosé of rood, naargelang het ras, het oogstjaar en het predicaat.

Aroma: zuiver, typisch en uitgesproken, naargelang het ras of het merk.

Smaak: zuiver, typisch, vol, harmonieus en fris.

Hoewel sommige kenmerken niet in de tabel zijn opgenomen, wordt aan alle in de EU-wetgeving vastgelegde voorwaarden voldaan.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

8,0

Minimale totale zuurgraad

Maximumgehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

2,1

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

400

Kwaliteitswijn met het predicaat “cibébový/botrytický výber”

Analytische kenmerken

effectief alcoholgehalte

minimaal 8,0 % vol

suikervrij extract

minimaal 16 g/l

getitreerde zuurgraad

minimaal 3,5 g/l

totaal zwaveldioxide

maximaal 400 mg/l

totaalgehalte aan vluchtige zuren

maximaal 2,1 g/l

Organoleptische kenmerken

Helderheid: helder en enigszins parelend; kan fijne wijnsteenkristallen en (in rode wijnen) een licht bezinksel van kleurstof bevatten.

Kleur: wit, rosé of rood, naargelang het ras, het oogstjaar en het predicaat.

Aroma: zuiver, typisch en uitgesproken, naargelang het ras of het merk.

Smaak: zuiver, typisch, vol, harmonieus en fris.

Hoewel sommige kenmerken niet in de tabel zijn opgenomen, wordt aan alle in de EU-wetgeving vastgelegde voorwaarden voldaan.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

8,0

Minimale totale zuurgraad

Maximumgehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

2,1

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

400

Kwaliteitswijn met het predicaat “ľadové víno”

Analytische kenmerken

effectief alcoholgehalte

minimaal 6,0 % vol

suikervrij extract

minimaal 16 g/l

getitreerde zuurgraad

minimaal 3,5 g/l

totaal zwaveldioxide

maximaal 400 mg/l

totaalgehalte aan vluchtige zuren

maximaal 1,8 g/l

Organoleptische kenmerken

Helderheid: helder en enigszins parelend; kan fijne wijnsteenkristallen en (in rode wijnen) een licht bezinksel van kleurstof bevatten.

Kleur: wit, rosé of rood, naargelang het ras, het oogstjaar en het predicaat.

Aroma: zuiver, typisch en uitgesproken, naargelang het ras of het merk.

Smaak: zuiver, typisch, vol, harmonieus en fris.

Hoewel sommige kenmerken niet in de tabel zijn opgenomen, wordt aan alle in de EU-wetgeving vastgelegde voorwaarden voldaan.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

6,0

Minimale totale zuurgraad

Maximumgehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

1,8

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

400

Kwaliteitswijn met het predicaat “slamové víno”

Analytische kenmerken

effectief alcoholgehalte

minimaal 6,0 % vol

suikervrij extract

minimaal 16 g/l

getitreerde zuurgraad

minimaal 3,5 g/l

totaal zwaveldioxide

maximaal 400 mg/l

totaalgehalte aan vluchtige zuren

maximaal 2,1 g/l

Organoleptische kenmerken

Helderheid: helder en enigszins parelend; kan fijne wijnsteenkristallen en (in rode wijnen) een licht bezinksel van kleurstof bevatten.

Kleur: wit, rosé of rood, naargelang het ras, het oogstjaar en het predicaat.

Aroma: zuiver, typisch en uitgesproken, naargelang het ras of het merk.

Smaak: zuiver, typisch, vol, harmonieus en fris.

Hoewel sommige kenmerken niet in de tabel zijn opgenomen, wordt aan alle in de EU-wetgeving vastgelegde voorwaarden voldaan.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

6,0

Minimale totale zuurgraad

Maximumgehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

2,1

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

400

5. Wijnbereidingsprocedés

a. Essentiële oenologische procedés

Specifiek oenologisch procedé

Stredoslovenská, Stredoslovenský, Stredoslovenské

Toepasselijke beperkingen op de wijnbereiding

Gemeenschappelijke bepalingen

Alle voor de wijnproductie bestemde druiven moeten afkomstig zijn uit het onder d) omschreven Centraal-Slowaakse wijnbouwgebied. De voor de verwerking van de druiven en het bottelen van de wijn aangewezen geografische eenheid is de met wijnstokken beplante oppervlakte van de Slowaakse Republiek (Slovenský vinohradnícky región of Slowaakse wijnbouwregio). Wijn uit het Centraal-Slowaakse wijnbouwgebied mag niet buiten de Slowaakse wijnbouwregio worden geproduceerd of gebotteld.

Víno CHOP (BOB-wijn)

Specifiek oenologisch procedé

Voor de productie van “víno CHOP” moeten de druiven bij de oogst een suikergehalte van ten minste 16 °NM hebben. De druiven of de druivenmost mogen worden verrijkt tot maximaal 22 °NM voor witte wijn en maximaal 24 °NM voor rode wijn.

Akostné víno (kwaliteitswijn)

Specifiek oenologisch procedé

Voor de productie van “akostné víno CHOP” (kwaliteitswijn met BOB) moeten de druiven bij de oogst een suikergehalte van ten minste 16 °NM hebben. De druiven of de druivenmost mogen worden verrijkt tot maximaal 22 °NM voor witte wijn en maximaal 24 °NM voor rode wijn.

Akostné víno s prívlastkom (kwaliteitswijn met predicaat)

Specifiek oenologisch procedé

Voor de productie van “akostné víno s prívlastkom” moet worden gebruikgemaakt van volrijpe druiven die bij de oogst zijn gecertificeerd. De wijn mag niet worden verrijkt en mag uitsluitend met behulp van zwaveldioxide chemisch worden geconserveerd.

Voor de productie van kwaliteitswijn met het predicaat “kabinetné” moet worden gebruikgemaakt van volrijpe druiven met een suikergehalte bij de oogst van minstens 19 °NM.

Voor de productie van kwaliteitswijn met het predicaat “neskorý zber” moet worden gebruikgemaakt van volrijpe druiven met een suikergehalte bij de oogst van minstens 21 °NM.

Voor de productie van kwaliteitswijn met het predicaat “výber z hrozna” moet worden gebruikgemaakt van zorgvuldig geselecteerde trossen volrijpe druiven met een suikergehalte bij de oogst van minstens 23 °NM.

Voor de productie van kwaliteitswijn met het predicaat “bobuľový výber” moet worden gebruikgemaakt van geselecteerde trossen overrijpe druiven waaruit de onrijpe en beschadigde druiven zijn verwijderd, met een suikergehalte van ten minste 26 °NM.

Akostné víno s prívlastkom (kwaliteitswijn met een predicaat)

Specifiek oenologisch procedé

Voor de productie van kwaliteitswijn met het predicaat “hrozienkový výber” moet worden gebruikgemaakt van handmatig geselecteerde overrijpe druiven met een suikergehalte bij de oogst van minstens 28 °NM.

Voor de productie van kwaliteitswijn met het predicaat “cibébový” of “botrytický výber” mag uitsluitend worden gebruikgemaakt van handmatig geselecteerde overrijpe druiven die door de inwerking van Botrytis cinerea Persoon zijn verfijnd en een natuurlijk suikergehalte van minstens 28 °NM hebben.

Voor de productie van kwaliteitswijn met het predicaat “ľadové víno” mag uitsluitend worden gebruikgemaakt van druiven die zijn geoogst bij een temperatuur van ten hoogste – 7 °C. De druiven moeten tijdens de oogst en de verwerking bevroren blijven en de verkregen most moet een suikergehalte van minstens 27 °NM hebben.

Voor de productie van kwaliteitswijn met het predicaat “slamové víno” moet worden gebruikgemaakt van goed gerijpte druiven die vóór de verwerking op strooien of rieten matten zijn opgeslagen of die aan touwen zijn opgehangen, en de verkregen most moet een suikergehalte van minstens 27 °NM hebben.

Sekt V.O.

Specifiek oenologisch procedé

Voor de productie van “Sekt V.O.” moeten de druiven, de most, de wijn en alle bij de productie gebruikte elementen afkomstig zijn uit het Centraal-Slowaakse wijnbouwgebied.

Pestovateľský sekt

Specifiek oenologisch procedé

Voor de productie van “pestovateľský sekt” moeten de druiven, de most of de wijn en alle bij de productie gebruikte elementen afkomstig zijn van de wijngaard van een producent in het Centraal-Slowaakse wijnbouwgebied.

Odrodové víno (cépagewijn)

Specifiek oenologisch procedé

Cépagewijn wordt van één enkele druivensoort gemaakt; vermenging met andere rassen tot maximaal 15 % van het gewicht is toegestaan.

Značkové víno (merkwijn)

“Merkwijn”is het resultaat van een specifiek oenologisch procedé op basis van een door de producent goedgekeurd recept. Deze omstandigheid moet steeds in het productieregister worden vermeld.

b. Maximumopbrengsten

Víno CHOP

18 000 kg druiven per hectare

Kwaliteitswijn

17 500 kg druiven per hectare

Kwaliteitswijn met een predicaat

12 000 kg druiven per hectare

Likeurwijn

18 000 kg druiven per hectare

Sekt V.O.

18 000 kg druiven per hectare

Pestovateľský sekt

16 000 kg druiven per hectare

6. Afgebakend geografisch gebied

Het Centraal-Slowaakse wijnbouwgebied wordt afgebakend door de grenzen van de kadastrale gebieden van de volgende gemeenten: Abovce, Balog nad Ipľom, Bátka, Bátorová, Belín, Bielovce, Blhovce, Bulhary, Bušince, Buzitka, Čamovce, Čebovce, Čeláre, Devičie, Dolinka, Dolná Strehová, Dolné Plachtince, Dolné Semerovce, Dolné Zahorany, Drienovo, Dudince, Dulovo, Ďurkovce, Fiľakovo, Fiľakovské Kováče, Gemer, Gemerské Dechtáre, 19 Gemerský Jablonec, Glabušovce, Hajnáčka, Hodejov, Hokovce, Holiša, Hontianske Moravce, Hontianske Nemce, Hontianske Tesáre, Horná Strehová, Horné Semerovce, Horné Turovce, Hrkovce, Hrnčiarske, Hubovo, Chrámec, Chrťany, Ipeľské Predmostie, Ipeľské Úľany, Ipeľský Sokolec, Jesenské, Jestice, Kalinovo, Kaloša, Kamenné Kosihy, Kiarov, Kleňany, Koláre, Kosihovce, Kosihy nad Ipľom, Kováčovce, Kráľ, Krupina, Kubáňovo, Ladzany, Lontov, Malá Čalomija, Malé Zlievce, Malý Krtíš, Medovarce, Modrý Kameň, Nenince, Nová Bašta, Nová Ves, Obeckov, Olováry, Opatovská Nová Ves, Ožďany, Panické Dravce, Pavlovce, Petrovce, Pinciná, Plášťovce, Pôtor, Príbelce, Prša, Radzovce, Ratka, Rimavská Sobota, Rimavské Janovce, Rykynčice, Sazdice, Sebechleby, Sečianky, Seľany, Sklabiná, Slatina, Slovenské Ďarmoty, Stredné Plachtince, Sudince, Súdovce, Sútor, Šahy, Šávoľ, Šimonovce, Širákov, Širkovce, Štrkovec, Šurice, Tachty, Terany, Tomášovce, Tornaľa, Trebušovce, Tupá, Valice, Včelince, Večelkov, Veľká Čalomija, Veľká nad Ipľom, Veľká Ves, Veľká Ves nad Ipľom, Veľké Dravce, Veľké Turovce, Veľké Zlievce, Veľký Blh, Veľký Krtíš, Vinica, Vrbovka, Vyškovce nad Ipľom, Vyšné Valice, Záhorce, Zalužany, Závada, Zombor, Želovce, Žíp.

7. Voornaamste wijndruivenras(sen)

Furmint

8. Beschrijving van het (de) verband(en)

Stredoslovenská, Stredoslovenský, Stredoslovenské

Bijzonderheden over het geografische gebied

Het Centraal-Slowaakse wijnbouwgebied ligt langs de zuidelijke grens van Slowakije met Hongarije, rond de steden Veľký Krtíš, Lučenec en Rimavská Sobota, in het Zuid-Slowaaks bekken. Het grenst in het noorden aan het plateau van Krupinská Planina en aan het Slowaakse Ertsgebergte, in het oosten aan de Slowaakse Karst en in het zuiden aan Hongarije. Het Zuid-Slowaaks bekken is een smal, langwerpig gebied dat zich van oost naar west langs de rivier de Ipeľ uitstrekt. Het omvat de bekkens van de Ipeľ, de Lučenec en de Rimava en grenst aan de zuidelijke uitlopers van het Revúca-hoogland, dat tot het Slowaakse Ertsgebergte behoort. Het is een ruw gebied, met laagvlakten langs de Ipeľ en rivierterrassen die overgaan in een glooiend landschap. De hoogstgelegen plaatsen zijn Bukovina (525 m), Bučina (409 m) en Kamenná Hora (359 m).

Het reliëf wordt gekenmerkt door horizontale tafelformaties, waarvan de uniformiteit hier en daar wordt doorbroken door andesietaders. Het Zuid-Slowaaks bekken is gevormd door tektonische werking, waarbij de aardkorst in het neogeen ging doorbuigen ten gevolge van differentiële bewegingen tijdens vulkanische activiteit in nabijgelegen vulkanische bergketens. De morfologie van de bodem van het bekken is het resultaat van erosie, denudatie en accumulatie in het bovenste plioceen en in het pleistoceen. Een groot deel van het bekken bestaat uit systemen van rivierterrassen en brede stroken uiterwaarden van de rivier. Het reliëf is voornamelijk gevormd door rivierwerking: uitgestrekte rivierterrassen en alluviale uiterwaarden van de Ipeľ, de Blh, de Rimava en de Slaná bestrijken het grootste deel van het bekken. Het oorspronkelijke substraat is door de rivieren ingesneden, waardoor afgeplatte heuvels zijn ontstaan die van elkaar worden gescheiden door brede riviervalleien. Daardoor bevat het bekken veel rivierafzettingen (grindformatie van Poltár met keramische kleiafzettingen), alluviale kegels van stromen en rivieren, en löss en lössklei.

Het Centraal-Slowaakse wijnbouwgebied heeft een warm klimaat. In de winter ligt de temperatuur tussen – 1 en – 3 °C en in de zomer tussen 18 en 20 °C. Jaarlijks ligt er op minder dan vijftig dagen een sneeuwlaag en zijn er zestig tot zeventig dagen waarop de temperatuur tot boven 25 °C stijgt. Het klimaat is zacht en droog, met een gemiddelde neerslag van 450 mm en een gemiddelde luchttemperatuur van 13 à 20 °C in de periode van mei tot september. De gemiddelde temperatuur tijdens het groeiseizoen is 15 °C. Het aantal uren zonneschijn bedraagt gemiddeld 2 100 uren per jaar en de som van de actieve temperaturen in het groeiseizoen bedraagt minstens 3 100 °C.

Het substraat van andesiet en de kleiige of lemig-kleiige bodems vormen de basis voor de wijnbouw in dit gebied. De wijngaarden liggen op de zuidelijke, zuidoostelijke en zuidwestelijke hellingen en in de vlakten. De beste wijnbouwgronden liggen op de zuidelijke hellingen van het plateau van Krupinska Planina en in het bekken van de Ipeľ.

De wijnstokken worden voornamelijk halfhoog of hoog opgebonden.

Productgegevens

Het milde klimaat en de bodemsamenstelling van het Zuid-Slowaaks bekken bieden optimale omstandigheden voor de productie van rijke kwaliteitswijnen met een meer uitgesproken bouquet en raskenmerken, met name als zij zijn verkregen van tramín červený, rulandské biele, rizling rýnsky, frankovka, cabernet sauvignon of svätovavrinecké.

Wittewijnrassen kunnen heel snel en goedkoop worden verwerkt. Witte wijnen hebben bij de verwerking gewoonlijk een hogere zuurgraad, wat een optimale suiker/zuur-verhouding oplevert. De witte wijnen zijn fris en zijn geschikt voor een lange kelderbewaring en rijping.

De blauwe druivenrassen vergisten met de schil, waarbij het appelzuur met behulp van Oenoccocus oeni gecontroleerd wordt omgezet in melkzuur. Zo worden extractievere wijnen verkregen die, na twee jaar rijping, fluweelzacht en vol zijn.

In uitzonderlijk warme jaren (temperatuursom van meer dan 3 100 °C) zijn deze bodems geschikt voor de productie van kwaliteitswijnen en kwaliteitswijnen met een predicaat die uitzonderlijke kenmerken op het gebied van extractie, volheid, rijpheid en bouquet hebben.

De mousserende wijnen (“sekt”) uit dit gebied hebben een jeugdig temperament, een fruitige frisheid en een harmonieus floraal bouquet. Zij worden gekenmerkt door een krachtige, dynamische pareling en hun groene tot goudgele kleur.

Causaal verband

De eerste schriftelijke vermelding van de wijnbouw in dit gebied dateert van 1135, toen koning Belo II twee wijngaarden schonk aan het benedictijnerklooster in Bzovík. Sindsdien kent het gebied een florerende wijnbouw met de rassen tramín červený, rizling rýnsky, rulandské biele, frankovka, cabernet sauvignon en svätovavrinecké.

Het Centraal-Slowaakse wijnbouwgebied omvat momenteel 2 328 ha wijngaarden in 7 wijnbouwdistricten en 107 wijnbouwgemeenten.

Door de interactie tussen de bodem, de klimaatomstandigheden, de geteelde rassen, de verwerkingstechnieken en de specifieke rijpingsprocessen kunnen wijnen met verschillende eigenschappen en van verschillende categorieën worden geproduceerd.

De hogere warmtestroom vanuit de bruinkoollagen is bijzonder belangrijk voor de rijping van de druiven in dit gebied. Die kunnen rijpen tot zij een optimaal suikergehalte van gemiddeld 19 °NM hebben bij een zuurgehalte van 6 g/l, wat bevorderlijk is voor de productie van hoogwaardige wijnen met predicaat. De wijnen uit dit gebied hebben een hogere en stabielere aromatische kwaliteit, en de productie van aromatischere wijnen is dan ook een typerend kenmerk van het gebied.

Wijn met een beschermde oorsprongsbenaming en kwaliteitswijn

Wijn met een beschermde oorsprongsbenaming en kwaliteitswijn worden verkregen uit druiven met een suikergehalte van minstens 16 °NM. De beplantingsdichtheid van de wijngaarden wordt zowel voor de witte als voor de rode rassen op een niveau gehouden dat opbrengsten van ongeveer 12‐18 t/ha oplevert. De meeste kwaliteitswijnen — ongeveer 70 % van de productie — zijn droge wijnen met een gehalte aan suikerresidu van ongeveer 3,5 g/l voor witte wijn en 2,0 g/l voor rode wijn. Gelet op de mogelijkheid van verrijking met suiker bedraagt het alcoholgehalte 11,50‐12,00 % vol voor witte wijn en 0,50 procentpunt meer voor rode wijn.

Het substraat van andesiet met lemige of kleiig-lemige bodems geeft de wijnen uit het Centraal-Slowaakse wijnbouwgebied meer mineraliteit, waardoor de gemiddelde waarde van het suikervrij extract tot wel 19,0 g/l bedraagt, zowel bij witte als bij rode wijn. De kwaliteitswijnen hebben een gemiddelde volheid. De witte en rode wijnen hebben een rijpingspotentieel van twee jaar. De wijnen uit dit gebied worden gekenmerkt door hun meer uitgesproken zuurgehalte, dat varieert van 6,3 g/l voor witte wijn tot 5,8 g/l voor rode wijn.

Voor kwaliteitswijnen met het predicaat “kabinetné” of “neskorý zber” groeien de druiven aan wijnstokken met 10‐12 knoppen, waarvan het rendement tijdens het groeiseizoen niet significant afneemt. De opbrengst bedraagt gemiddeld ongeveer 7 t/ha, maar is sterk afhankelijk van de leeftijd van de wijngaard, de locatie en de stokafstand. Voor oudere wijngaarden met 2 000 wijnstokken per hectare bedraagt de opbrengst 4‐5 t/ha, terwijl dat voor nieuwe wijngaarden met een stokafstand van 2,2 × 1 m en ten minste 4 000 wijnstokken per hectare al 10‐12 t/ha is.

Zowel “kabinetné víno” als “neskorý zber” zijn gewoonlijk droge wijnen met een gehalte aan suikerresidu van ongeveer 4 g/l. Het zijn zeer frisse, fruitige en scherpe wijnen. De totale zuurgraad van de witte wijnen bedraagt 6,0 g/l en die van de rode wijnen 5,0 g/l.

Het suikervrij extract is gemiddeld 19,5 g/l voor witte wijn en 20‐22 g/l voor rode wijn. Dit houdt verband met de bodemsamenstelling, de teeltwijze en de manier waarop de druiven tot wijn worden verwerkt. Zowel de witte als de rode wijnen worden reductief, d.w.z. afgeschermd van zuurstof, verwerkt. De witte wijnen hebben een alcoholgehalte van ongeveer 12,5‐13,0 % vol en een rijpingspotentieel van 2‐3 jaar.

Kwaliteitswijnen met de predicaten “výber z hrozna”, “bobuľový výber” en “hrozienkový výber”

De vaardigheden van de wijnbouwers en wijnmakers en de specifieke traditionele manier waarop de druiven worden geteeld en de wijn wordt verwerkt en geproduceerd, komen het duidelijkst tot uiting in de wijnen met een hoger predicaat, zoals “výber z hrozna”, “bobuľový výber” en “hrozienkový výber”. Voor de productie van dergelijke wijnen wordt de druivenopbrengst opzettelijk beperkt tot 4‐5 t/ha.

De wijnbouwers beperken de oogst door sterker te snoeien (tot 6‐8 knoppen per stok), maar vooral ook door groene snoei toe te passen. Ook wordt een deel van de onrijpe druiven verwijderd (“groen oogsten”). Daardoor liggen de opbrengsten lager, maar hebben de druiven een hoger suikergehalte (moet minstens 23 °NM zijn voor “výber z hrozna”). Voor hogere predicaten, zoals “bobuľový výber” en “hrozienkový výber”, moet de most een suikergehalte hebben van respectievelijk 26 °NM en 28 °NM. Druiven met een suikergehalte van 28 °NM leveren een most op met 28 kg vergistbare suikers per 100 liter.

De verwerking van zulke most is niet eenvoudig. Alleen echte meester-wijnmakers, met een uitzonderlijke kennis en kunde, slagen daarin. Zij baseren zich daarvoor op de ervaring die van de ene op de andere generatie wijnmakers wordt doorgegeven. Voor de vergisting van de most, die plaatsvindt in kelders bij een gecontroleerde temperatuur van 12 °C, wordt een speciale gist gebruikt. De tweede gisting gebeurt bij een nog lagere temperatuur, namelijk 4‐5 °C. Het is van het grootste belang dat deze wijnen biologisch stabiel worden gehouden. Als conserveermiddel mag uitsluitend zwaveldioxide worden toegevoegd.

Dankzij het klimaat van het Centraal-Slowaakse wijnbouwgebied en het gebruik van reductieve technieken kunnen wijnen worden geproduceerd met een totaal zuurgehalte van 5,0‐6,0 g/l, zelfs voor wijnen met een hoog predicaat. Het resultaat zijn harmonieuze wijnen die geschikt zijn voor kelderbewaring. Zij hebben een rijpingspotentieel van 5‐6 jaar voor witte wijn en 6‐7 jaar voor rode wijn. Het gemiddelde alcoholgehalte is 13‐14 % vol voor zowel witte als rode wijnen.

De wijnen met het predicaat “výber z hrozna” zijn gewoonlijk droge rode wijnen of halfdroge witte wijnen, met een gemiddeld gehalte aan suikerresidu van ongeveer 8‐14 g/l. De wijnen met het predicaat “bobuľový výber” of “hrozienkový výber” zijn gewoonlijk halfzoete of zoete wijnen met een gemiddeld gehalte aan suikerresidu van 35‐70 g/l.

De bodem van het Centraal-Slowaakse wijnbouwgebied geeft de wijnen meer mineraliteit. Dit zorgt, samen met de teeltmethode en de verwerkingstechnologie, voor een opmerkelijke volheid en intensiteit, zowel wat het aroma als de smaak betreft. De uit dit gebied afkomstige wijnen met een hoger predicaat bewaren hun zeer fruitige karakter langer en bereiken de hoogste waarden voor volheid en intensiteit.

De interactie tussen de bodem en de druiventeelttechnologie komt tot uiting in de hogere extractiewaarden van wijnen uit dit gebied. Over de laatste vijf jaar was de gemiddelde waarde voor witte wijn 20,0 g/l voor “výber z hrozna” en meer dan 26,6 g/l voor “bobuľový výber”, “cibébový výber” en “hrozienkový výber”. Voor rode wijn was dat 26,0 g/l voor alle “výber”-wijnen.

Kwaliteitswijn met de predicaten “cibébový výber”, “ľadové víno” en “slamové víno”

Kwaliteitswijn met het predicaat “cibébový výber” kan uitsluitend worden geproduceerd in jaren met uitzonderlijke klimaatomstandigheden, op geselecteerde locaties waar edele rotting (Botrytis cinerea) zich kan ontwikkelen. Die zorgt voor een afname van het vochtgehalte in de druiven, waardoor het suikergehalte sterk toeneemt. Dergelijke omstandigheden doen zich in het Centraal-Slowaakse wijnbouwgebied ongeveer om de vier jaar voor. Bij de oogst moeten de druiven een suikergehalte van minste 28 °NM hebben.

De wijnbouwers trachten dit te bereiken door een nauwgezette snoei en door het hele jaar door groene snoei toe te passen. De ontwikkeling van nobele rotting is echter afhankelijk van de weersomstandigheden eind september.

In het geval van “cibébový výber” bedraagt de oogst ongeveer 4 t/ha. Het gaat om halfzoete tot zoete wijnen met een gehalte aan suikerresidu van 20‐70 g/l. Het alcoholgehalte schommelt rond 13,0 % vol voor zowel witte als rode wijnen. Dankzij het klimaat en de reductieve verwerkingsmethode bedraagt het gemiddelde zuurgehalte 6,1 g/l, wat er in combinatie met het alcoholgehalte en het gehalte aan suikerresidu voor zorgt dat de wijnen lang houdbaar zijn (rijpingspotentieel van 5‐6 jaar). Het gaat om volle, zeer intense wijnen met een suikervrij extract van 26,00 g/l. Deze parameters worden bereikt dankzij de kenmerken van het substraat van de voor deze wijncategorie geselecteerde bodems.

Ten gevolge van de toegepaste verwerkingstechniek en het effect van de edele rotting hebben deze wijnen geen zeer uitgesproken raskenmerken of fruitigheid. De overwegende kenmerken zijn honingtoetsen (door de zonneschijn tijdens uitzonderlijke najaarsseizoenen), een volle rijpheid en een broodachtige smaak dankzij de edele rotting en de vakkundige verwerking van de wijn.

Dankzij de koude winters biedt het Centraal-Slowaakse wijnbouwgebied wijnliefhebbers ook zeer zeldzame en uitzonderlijke kwaliteitswijnen met het predicaat “ľadové víno”. De winter begint hier al in november. De druiven voor “l’adové vino” worden geoogst in december, wanneer de temperaturen meerdere dagen na elkaar grotendeels onder – 7 °C blijven. De druiven krijgen een speciale behandeling en worden door netten beschermd tegen spreeuwen, wespen en andere dieren die worden aangetrokken door de zoete druiven.

De druiven voor “l’adové víno” moeten bij de oogst en de verwerking bevroren zijn. De verkregen most moet een suikergehalte van minstens 27 °NM hebben. Tijdens de groeiperiode worden de wijnstokken voor de productie van “ľadové víno” gesnoeid en worden er landbouwbewerkingen op toegepast, waardoor zij een gemiddelde opbrengst hebben van 3,5 t/ha. Door het hoge suikergehalte bij de oogst wordt de most niet volledig vergist, aangezien de gist in deze omstandigheden wordt blootgesteld aan een hoge osmotische stress, ook al wordt krachtige gist gebruikt.

Voor deze wijnen gebruiken de producenten hun eigen specifieke, inheemse gisten. Er vindt een gecontroleerde vergisting plaats bij een temperatuur van ongeveer 12 °C, gevolgd door een tweede gisting bij een nog lagere temperatuur, namelijk 5‐6 °C. Het alcoholgehalte bedraagt ten minste 9,5 % vol, maar kan door de in dit gebied gebruikte gisten tot 13 % vol oplopen. De hogere zuurgraad, die typisch is voor dit gebied, wordt gehandhaafd op 5,0 g/l, waardoor harmonieuze wijnen met een rijpingspotentieel van meer dan zes jaar kunnen worden geproduceerd. De waarden voor volheid en intensiteit zijn zeer hoog en het suikervrij extract bedraagt gemiddeld 26 g/l. Met een gehalte aan restsuiker van gewoonlijk ongeveer 60 g/l is “l’adové vino” altijd een zoete wijn.

Vanwege de bodem, maar vooral dankzij de inspanningen van de wijnbouwers, kan in het Centraal-Slowaakse wijnbouwgebied ook de zeldzame “slamové víno” worden geproduceerd. Het verschil tussen de dag- en de nachttemperaturen van tot tien graden levert uitstekende druiven op. De productie van “slamové víno” vereist niet alleen geschikte bodems en klimaatomstandigheden, maar vooral ook veel kennis van de wijnmaker. De verwerking van de druiven tot wijn is immers een risicovolle, technologie-intensieve bewerking. Het suikergehalte bij de oogst is minstens 21‐22 °NM en neemt nog toe wanneer de druiven gedurende drie maanden drogen op stro of riet. De most heeft een suikergehalte van minstens 28 °NM. Als de wijn klaar is, heeft hij een gemiddelde zuurgraad van ongeveer 5,0 g/l, een alcoholgehalte van 7‐9,5 % vol en een gehalte aan suikerresidu van ongeveer 110 g/l. Het volle karakter en de extractiewaarde van 28,00 g/l gaan gepaard met de hoogste waarde voor intensiteit.

“Likérové víno”, “Sekt V.O.” en “pestovateľský sekt”

Het uitzonderlijke karakter van het Centraal-Slowaakse wijnbouwgebied komt duidelijk tot uiting in de likeurwijnen, waarvan er echter maar weinig worden geproduceerd. Het gemiddeld alcoholgehalte van de likeurwijn ligt in de buurt van de ondergrens (17,8‐18,5 % vol) en het suikervrij extract bedraagt 17,5‐18,5 g/l. In de wijn komen de bodemkenmerken van de wijngaarden en de reductieve verwerkingsmethode tot uiting. Deze wijnen hebben een groot rijpingspotentieel (tot tien jaar) en zijn dus geschikt voor kelderbewaring.

In het gebied worden pas sinds kort “sekt V.O.” en “pestovateľský sekt” geproduceerd, hoewel de hogere zuurgraad van de wijnen dankzij de lokale klimaatomstandigheden ook geschikt basismateriaal voor de bereiding van mousserende wijn oplevert. “Sekt” wordt vervaardigd volgens de traditionele methode. Hij heeft een gemiddeld alcoholgehalte van 11,17 % vol en een hogere zuurgraad (6,45 g/l), die typisch is voor dit gebied. Het terroir komt tot uiting in het hogere extractiegehalte, namelijk 19,00‐21,45 g/l. De wijnen zijn lichter, matig fruitig en sprankelend, met een hogere zuurgraad.

9. Andere essentiële voorwaarden (verpakking, etikettering, andere vereisten)

Stredoslovenská, Stredoslovenský, Stredoslovenské

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering

Beschrijving van de voorwaarde:

In overeenstemming met Wet nr. 313/2009 betreffende de wijnbouw en de wijnbereiding, als gewijzigd

Besluit nr. 350/2009 van het Ministerie van Landbouw van de Slowaakse Republiek tot uitvoering van een aantal bepalingen van Wet nr. 313/2009 betreffende de wijnbouw en de wijnbereiding

Etiketteringsvoorschriften

De in dit productdossier bedoelde beschermde oorsprongsbenaming mag worden gebruikt in de volgende varianten:

Variant 1: “Stredoslovenská vinohradnícka oblast”, samen met één van de in punt 4 vermelde termen

Variant 2: “Stredosloven/-ská, ‐ské, ‐ský”, samen met één van de in punt 4 vermelde termen

De aanduiding “odrodové víno” or “značkové víno” mag alleen worden gebruikt met een van de namen van de in punt 4 vermelde soorten wijn.

Voor kwaliteitswijn met het predicaat “neskorý zber” mag die verkorte aanduiding worden gebruikt in plaats van de volledige aanduiding “akostné víno s prívlastkom neskorý zber”. Deze vorm van etikettering mag worden gebruikt voor alle in punt 4 vermelde predicaten.

Wanneer op het etiket van een wijn een onder dit productdossier vallende beschermde oorsprongsbenaming wordt vermeld, mag de naam van een kleinere geografische eenheid, namelijk de naam van een wijnbouwdistrict, een gemeente of een wijngaard, worden gebruikt in combinatie met de term “víno” of “vinohradnícky región”, op voorwaarde dat de druiven uitsluitend uit dat district, die gemeente of die wijngaard afkomstig zijn en dat het district, de gemeente of de wijngaard in het Centraal-Slowaakse wijnbouwgebied ligt. De naam van een district, een gemeente of een wijngaard die een beschermde oorsprongsbenaming is, mag niet worden gebruikt.

De wijnproducent van een onder dit productdossier vallende wijn met een beschermde oorsprongsbenaming moet op het etiket worden vermeld. Indien de bottelaar en de producent dezelfde entiteit zijn, volstaat het om de naam van de bottelaar te vermelden overeenkomstig Wet nr. 313/2009.

Link naar het productdossier

https://www.indprop.gov.sk/?zmena-specifikacie-vyrobku-stredosloven-ska-ske-sky