Bekendmaking van een aanvraag tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van een productdossier overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen 2020/C 170/08
Bekendmaking van een aanvraag tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van een productdossier overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen 2020/C 170/08
18.5.2020 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 170/38 |
Bekendmaking van een aanvraag tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van een productdossier overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen
(2020/C 170/08)
Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de wijzigingsaanvraag binnen drie maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.
AANVRAAG TOT GOEDKEURING VAN EEN NIET-MINIMALE WIJZIGING VAN HET PRODUCTDOSSIER INZAKE BESCHERMDE OORSPRONGSBENAMINGEN/BESCHERMDE GEOGRAFISCHE AANDUIDINGEN
Aanvraag tot goedkeuring van een wijziging overeenkomstig artikel 53, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012
“FRAISE DU PÉRIGORD”
EU-nr.: PGI-FR-0133-AM01 — 11.8.2017
BOB ( ) BGA (X)
1. Aanvragende groepering en rechtmatig belang
Union Interprofessionnelle de la Fraise du Périgord (UIFP) |
Mairie de Vergt |
24 380 Vergt |
FRANKRIJK |
Tel. +33 0622062573
E‐mail: contact@fraiseduperigord.com
Samenstelling en rechtmatig belang: De vereniging bestaat uit producenten en expediteurs van “Fraise du Périgord”. Zij is daarom gerechtigd om wijzigingen van het productdossier aan te vragen.
2. Lidstaat of derde land
Frankrijk
3. Rubriek van het productdossier waarop de wijziging(en) betrekking heeft/hebben
☐ Naam van het product
☒ Beschrijving van het product
☒ Geografisch gebied
☒ Bewijs van oorsprong
☒ Werkwijze voor het verkrijgen van het product
☒ Verband
☒ Etikettering
☒ Andere: schrapping van de inhoudsopgave van het productdossier, bijwerking van de contactgegevens, productcategorie, verpakking, controlestructuur, nationale eisen, bijwerking van het enig document.
4. Aard van de wijziging(en)
☒ Wijziging van een productdossier van een geregistreerde BOB of BGA die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd.
☐ Wijziging van een productdossier van een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document (of gelijkwaardig document) is bekendgemaakt, die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd.
5. Wijziging(en)
De wijzigingsaanvraag heeft tot doel om, enerzijds, de bepalingen van het nu geldende productdossier te herzien en, anderzijds, de vormgeving van de bepalingen van het productdossier bij te werken, wat nodig is geworden door de ontwikkeling van de inhoud van het productdossier van de BGA (de BGA werd reeds in 2004 geregistreerd).
5.1. Beschrijving van het product
Dit deel van het productdossier is helemaal herschreven en gewijzigd om het volledig toe te spitsen op de beschrijving van het product “Fraise du Périgord”. Zo is de uit de woordenboek geciteerde definitie van “aardbei” geschrapt.
De beschrijving in het nu geldende productdossier is vervangen door:
“De “Fraise du Périgord” wordt in de volle grond geteeld en wordt rijp geplukt.
De “Fraise du Périgord” wordt verkregen uit de rassen die de “Commission interprofessionnelle d’agrément des variétés” (sectorale commissie voor de keuring van rassen) van de groepering heeft geselecteerd op basis van hun smaakpotentieel. Een verkoopeenheid mag alleen aardbeien van hetzelfde ras bevatten.
De “Fraise du Périgord” is gezond, niet misvormd, glanzend en vrij van verontreiniging. Zij bevat het minimale suikergehalte (in graden Brix) dat per oogstperiode en per ras is vastgesteld. Kleur, grootte en rijpheid zijn homogeen. De aardbeien zijn van klasse Extra of I.
De “Fraise du Périgord” wordt aangeboden in verse of bevroren vorm.
In verse vorm moeten de aardbeien een frisse, groene kraag hebben. Zij worden op verzorgde wijze aangeboden, ongeacht het soort verpakking dat wordt gebruikt.
In bevroren vorm zijn de aardbeien geheel of versneden en al dan niet van de steel ontdaan.”.
De belangrijkste wijziging heeft tot doel de bevroren vorm toe te voegen.
Door deze toevoeging kunnen de bevroren aardbeien worden gebruikt in de agrovoedingsindustrie, die de oorsprong wil markeren van de aardbeien die zij, na invriezing, gebruikt om er met name confituur van te maken. De aankoop van bevroren aardbeien stelt de verwerkers in staat hun productie te spreiden en tegelijk de kwaliteit te garanderen van een product dat maar enkele dagen vers blijft.
Alleen aardbeien die voldoen aan de criteria om in verse vorm met de BGA in de handel te worden gebracht, komen in aanmerking om te worden ingevroren. Er is geen verschil in productie- of sorteervoorwaarden. Deze wijziging heeft geen invloed op het verband met de oorsprong van de “Fraise du Périgord”.
Het invriezen van de aardbeien moet op korte termijn gebeuren (binnen 72 uur) zodat de smaakkenmerken van de “Fraise du Périgord”, die de basis vormen van de faam van het product, niet worden aangetast.
Uit de door de groepering uitgevoerde tests is gebleken dat invriezing geen negatieve invloed heeft op de organoleptische kenmerken (suikergehalte, homogene rijpheid enz.) en er niet toe leidt dat de vruchten aan elkaar gaan kleven, wat de kwaliteit van de presentatie (kleur, grootte enz.) negatief zou kunnen beïnvloeden. De “Fraise du Périgord” blijft gezond, niet misvormd, glanzend en vrij van verontreiniging.
In de beschrijving worden de algemene kenmerken van de “Fraise du Périgord” gepreciseerd, ongeacht of het gaat om verse dan wel om bevroren aardbeien, en worden vervolgens de verschillen opgesomd die het gevolg zijn van de afzet in verse of bevroren vorm.
De bevroren “Fraise du Périgord” kan geheel zijn of versneden, al dan niet van de steel ontdaan, terwijl de verse “Fraise du Périgord” in haar geheel wordt aangeboden met een frisse, groene kraag.
Aan de algemene beschrijving is het volgende toegevoegd: “De “Fraise du Périgord” wordt in de volle grond geteeld.” Deze toevoeging wijst op een bijzonder kenmerk van de productie van “Fraise du Périgord”, dat reeds in de gepubliceerde samenvatting en in het productdossier was opgenomen, maar niet expliciet tot uiting kwam in de rubriek “Beschrijving” van het productdossier. Hetzelfde geldt voor de precisering: “Een verkoopeenheid mag alleen aardbeien van hetzelfde ras bevatten.” In deze zin vervangt de term “verkoopeenheid” de term “bakje”, die te restrictief is geworden. Deze wijziging maakt het mogelijk om de “Fraise du Périgord” aan te bieden in andere recipiënten dan bakjes en om beter op de verwachtingen van de consument in te spelen.
De termen waarmee de “Fraise du Périgord” werd beschreven, zijn samengevat in de zin: “De “Fraise du Périgord” is gezond, niet misvormd, glanzend en vrij van verontreiniging.” Het volgende is geschrapt: “De aardbeien moeten een glanzend uitzicht hebben. De vorm moet homogeen zijn, zonder afwijkingen (van het type “hanenkam” enz.). De aardbeien mogen geen rot of sporen van ziekte vertonen. De aardbeien moeten stevig aanvoelen.” Deze elementen zijn evenwel in de hierboven geciteerde zin weergegeven met de adjectieven “gezond, niet misvormd, glanzend en vrij van verontreiniging”.
De verwijzing naar de kleur “helderrood” is ook verwijderd. Dat het hierbij niet om een echt criterium ging, blijkt uit het feit dat in het nu geldende productdossier is bepaald dat dit criterium kan variëren naargelang van het ras. In het nieuwe productdossier staat voortaan het volgende: “De “Fraise du Périgord” heeft ook een homogene kleur die kenmerkend is voor het ras en in overeenstemming is met het keuringsraster.”
De onderstaande alinea is geschrapt omdat de rassenlijst slechts een indicatieve waarde heeft en kan worden gewijzigd en omdat het selectieproces onder de werkwijze voor het verkrijgen van het product valt:
“Voor elk nieuw ras dat in de lijst van voor de BGA in aanmerking komende rassen wordt opgenomen, wordt een aanhangsel aan de BGA toegevoegd.
De rassen die vanaf de datum van erkenning van de BGA zijn geselecteerd, zijn:
— | voor productie vanaf het begin van het voorjaar tot en met 31 oktober: Gariguette, Elsanta, Darselect, Seascape en Mara des Bois; |
— | voor productie van 15 juni tot en met 31 oktober: Selva.”. |
De criteria voor de keuring in het pakstation van de door de marktdeelnemers geleverde partijen aardbeien zijn verplaatst naar het deel over de werkwijze voor het verkrijgen van het product.
In het punt “Beschrijving” van het enig document wordt de nieuwe formulering van het productdossier overgenomen. Ten opzichte van de samenvatting bestaat deze wijziging in de toevoeging van de elementen met betrekking tot de bevroren aardbeien en in de schrapping van de verplichting om de aardbeien in bakjes van 250 of 500 g in de handel te brengen. Deze verplichting is commercieel gezien te restrictief geworden.
5.2. Geografisch gebied
De afbakening van het geografische gebied is niet gewijzigd. De wijzigingen in het productdossier en het enig document zijn van formele aard: de lijst van kantons en gemeenten is vervangen door een lijst met alle gemeenten, zonder dat de perimeter is gewijzigd. Eén gemeente (Saint-Pantaly-d’Ans) is toegevoegd om een vergetelheid in de lijst in het nu geldende productdossier te corrigeren. Deze gemeente bevindt zich immers in het gebied en staat dan ook op de kaart. De kaart met het geografische gebied is vervangen door een nieuwe, beter leesbare kaart.
De elementen van het deel van het nu geldende productdossier en van de samenvatting waarin het geografische gebied wordt beschreven, zijn geschrapt. Enkel de elementen die het geografische productiegebied van de “Fraise du Périgord” beschrijven, zijn behouden; zij zijn verplaatst naar hoofdstuk 6 betreffende de elementen die het verband met de geografische oorsprong rechtvaardigen. De algemene overwegingen die niet rechtstreeks verband houden met de presentatie van het geografische gebied van de “Fraise du Périgord”, zijn geschrapt.
5.3. Bewijs van oorsprong
De alinea’s die volgen na de titel “Lijst van producenten van het afgebakende gebied”:
“De producenten van aardbeien die bestemd zijn om met de BGA te worden verkocht, moeten zich in het bovengenoemde afgebakende productiegebied bevinden en aan dit productdossier voldoen.
De producenten zijn opgenomen in een lijst die door de afzetstructuren wordt bijgehouden.”,
worden vervangen door een nieuwe alinea die voortvloeit uit de nationale regelgeving:
“Elke marktdeelnemer die bij de productie of de verpakking van de BGA “Fraise du Périgord” betrokken is, moet zich vóór het begin van de betrokken activiteit bij de groepering bekendmaken om de vereiste vergunning te verkrijgen.”.
De hieronder volgende alinea met als titel “Productie op geïnventariseerde percelen binnen het afgebakende gebied” is verplaatst naar het deel over de werkwijze voor het verkrijgen van het product:
“De “Fraises du Périgord” zijn afkomstig van percelen die jaarlijks worden geselecteerd en geïnventariseerd. De criteria voor de selectie en inventarisatie van de percelen zijn als volgt:
— | de geografische ligging van het perceel: in het afgebakende gebied; |
— | de kenmerken van het perceel: bodems die gemakkelijk kunnen opwarmen en waar geen overstromingsgevaar is. |
Elk geïnventariseerd perceel dat bestemd is voor de productie van aardbeien, wordt geïdentificeerd aan de hand van zijn kadasternummer.”.
De alinea met als titel “Traceerbaarheid van productie tot afzet” wordt geschrapt en vervangen.
Als inleiding op dit deel van het productdossier wordt de volgende alinea toegevoegd om te herinneren aan het doel van de in het productdossier omschreven traceerbaarheidsprocedure:
“Vanaf de oogst wordt stroomopwaartse en stroomafwaartse traceerbaarheid van de partijen gegarandeerd, die tot doel heeft:
— | terug te traceren van consument naar producent; |
— | de producent in staat te stellen de op een bepaalde datum geoogste teeltpercelen terug te vinden; |
— | op het niveau van de afzet partijen te traceren aan de hand van het partijnummer van de producent.”. |
De definitie van “partij”, die in het deel over de werkwijze voor het verkrijgen van het product stond, is naar hier verplaatst; zij is hier overgenomen en aangevuld met tijds- en plaatsaanduidingen:
“Onder een partij aardbeien wordt verstaan de hoeveelheid product die van één enkele teler afkomstig is, in een halve dag op een enkel teeltperceel is geoogst en afkomstig is van een enkel ras.”.
In deze definitie is de verwijzing naar het kadastrale perceel vervangen door de verwijzing naar het teeltperceel, in aansluiting op de definitie die is gegeven in het deel over de werkwijze voor het verkrijgen van het product. Een teeltperceel kan betrekking hebben op een of meer kadastrale percelen, en deze verwijzing is met het oog op controle consistenter, aangezien dit perceel met een productie-eenheid overeenstemt.
Gelinkt aan het deel “Beschrijving van de werkwijze voor het verkrijgen van het product” wordt de verplichting toegevoegd om een bedrijfslogboek bij te houden voor de registratie van de teeltpraktijken:
“De op elk perceel toegepaste teeltpraktijken worden in het bedrijfslogboek geregistreerd, ongeacht de gebruikte drager (op papier of elektronisch). Door die registratie kunnen alle handelingen en interventies op elk teeltperceel in kaart worden gebracht.
De teeltpercelen worden elk jaar in dit logboek geregistreerd voordat met de teeltwerkzaamheden wordt begonnen.”.
Er is een alinea toegevoegd waarin een omschrijving wordt gegeven van de “bon d’apport” (aanvoerbon), die in de plaats komt van de “fiche palette livraison” (leveringsformulier voor pallets). “Bon d’apport” is de term die tegenwoordig in de sector wordt gebruikt voor dit document, waarvan de inhoud ongewijzigd blijft; wel is de verplichting toegevoegd om het nummer of de referentie van het teeltperceel te vermelden. De verduidelijking met betrekking tot het soort verpakking “bakje van 500 of 250 g” is geschrapt in aansluiting op de schrapping van de term “bakje”, zoals reeds vermeld.
Hetzelfde geldt voor de alinea over de “fiche d’agréage” (keuringsformulier), die in de plaats komt van de “fiche pallet” (palletformulier). “Fiche d’agréage” is de term die tegenwoordig in de sector wordt gebruikt voor dit document, waarvan de inhoud ongewijzigd blijft; wel is de verplichting toegevoegd om het uur van levering te vermelden, alsook de verschillende gecontroleerde criteria:
— | nummer of referentie van het teeltperceel; |
— | suikergehalte; |
— | temperatuur van de vruchten; |
— | identificatie van de keurder; |
— | het keuringscijfer voor elk criterium van het keuringsraster; |
— | de keuring als BGA “Fraise du Périgord”. |
Voorts wordt hier ter verbetering van de traceerbaarheid het volgende toegevoegd:
— | “Elke partij wordt geïdentificeerd aan de hand van het nummer van het keuringsformulier dat bij ontvangst van de partij wordt opgesteld.”. |
De verplichting om op de verpakkingseenheden een nummer aan te brengen waarmee de teler kan worden geïdentificeerd, wordt gehandhaafd. De term “verkoopeenheid voor de consument” vervangt de term “bakje”, zoals in de rest van het productdossier.
Er is een alinea toegevoegd waarin een omschrijving wordt gegeven van “bon de livraison et/ou la facture” (leveringsbon en/of factuur), die in de plaats komen van de “fiche expédition” (verzendingsformulier). “Bon de livraison et/ou facture” is de term die tegenwoordig in de sector wordt gebruikt voor dit document, waarvan de inhoud nauwkeuriger is omschreven, ook voor de vruchten die zullen worden ingevroren:
“Op deze documenten wordt het volgende vermeld: het nummer van het keuringsformulier (nummer van de partij), de naam van het ras, het soort verpakking, de hoeveelheid, de datum en het tijdstip van verzending.”.
Voorts is een alinea toegevoegd met het oog op de tracering van ingevroren producten:
“De verwerker heeft een voorraadboekhouding.
Elke bevroren partij wordt geïdentificeerd aan de hand van een voorraadfiche waarop het volgende is vermeld:
— | nummer van de pallet in de vrieseenheid; |
— | nummer van de pallet van de klant (indien van toepassing); |
— | nummer van de leveringsbon; |
— | naam van het product/het ras; |
— | aantal colli; |
— | nettogewicht na invriezing; |
— | datum en tijdstip van het invriezen; |
— | datum van minimale houdbaarheid.”. |
Tot slot is ook een termijn voor de archivering van documenten toegevoegd om controle op de traceerbaarheid mogelijk te maken:
“Alle betrokken marktdeelnemers moeten de documenten die de traceerbaarheid van elke partij garanderen, gedurende ten minste twee jaar bijhouden.”.
Al deze wijzigingen zijn bedoeld om, door precisering van de te registreren gegevens, de traceerbaarheid te verbeteren en de controles te vergemakkelijken.
5.4. Werkwijze voor het verkrijgen van het product
Dit deel is volledig herschreven om de organisatie, de inhoud en de controleerbaarheid te verbeteren. Bijgevolg zijn alle vorige hoofdstukken geschrapt en vervangen. Inhoudelijk doet de nieuwe formulering evenwel geen afbreuk aan de belangrijkste punten van de BGA: aardbeien die in de volle grond worden geteeld, geselecteerde en geïnventariseerde percelen, geselecteerde rassen en handmatige oogst wanneer de aardbeien rijp zijn.
Met het oog op de traceerbaarheid van het product is een definitie van “teeltperceel” toegevoegd die strookt met de definitie van “partij”. Die definitie luidt als volgt:
“Onder “teeltperceel” wordt verstaan een geheel van aardbeitunnels die (ongeacht het type plant) op dezelfde wijze wordt beheerd wat betreft bemesting, irrigatie en fytosanitaire behandelingen en waarvan elke tunnel een lokaal irrigatiesysteem heeft. Op een teeltperceel mag slechts één ras aanwezig zijn.”.
De jaarlijkse procedure voor de selectie en inventarisatie van de percelen is aangevuld.
De verwijzing naar het teeltperceel is toegevoegd, in samenhang met de reeds vermelde definitie.
Het concept van een jaarlijkse inventaris is toegevoegd om de door de marktdeelnemers te volgen procedure te verduidelijken.
De selectiecriteria zijn vervolledigd (zanderige, filtrerende, niet-kalkhoudende bodems) in overeenstemming met de in het productdossier vermelde specifieke kenmerken van het geografische gebied en de beschrijving van de geologie en bodemgesteldheid:
“De teeltpercelen worden jaarlijks geselecteerd en geïnventariseerd.
Jaarlijks maken de telers, samen met de door de groepering gedelegeerde technicus, vóór de aanvang van de teeltwerkzaamheden een inventaris op van de teeltpercelen die bestemd zijn voor de teelt van de “Fraise du Périgord”.
De technicus neemt de volgende criteria in aanmerking: gronden die zorgvuldig geselecteerd zijn op basis van hun bodem- en klimaatkenmerken (zanderige, filtrerende, niet-kalkhoudende bodems). De gekozen terreinen moeten gemakkelijk kunnen opwarmen, lopen geen overstromingsgevaar en hebben bodems met een zure pH, die gunstig is voor de aardbeienteelt.”.
Er zijn preciseringen toegevoegd over de regeneratie van de percelen. De vruchtwisseling wordt gehandhaafd en de duur van de rusttijd is toegevoegd (even lang als de beplantingstijd van het aardbeienveld). De bodembehandeling wordt voortaan gereguleerd door de groepering, die de marktdeelnemers een lijst met de door haar gespecificeerde producten verstrekt:
“Regeneratie van de percelen om problemen van bodemuitputting of monocultuur in verband met eerdere teelten tegen te gaan, is vóór elke nieuwe aanplant mogelijk door:
— | hetzij wisselbouw. In dat geval moet de rusttijd voor de bodem ten minste gelijk zijn aan de beplantingstijd van het aardbeienveld; |
— | hetzij bodembehandeling. Bij voorkeur wordt, voor zover mogelijk, voor het klaarmaken van de bodem gebruikgemaakt van milde desinfectiemiddelen (met name stoom). Bij bodembehandeling moeten de gebruikte producten vermeld zijn in de lijst van de door de groepering gespecificeerde producten.”. |
Er is toegevoegd op welke elementen de bodemanalyse van elk nieuw perceel dat als aardbeienveld zal worden gebruikt, betrekking moet hebben. Op basis van die analyse zal vervolgens vóór elke jaarlijkse aanplant van aardbeiplanten een grondverbeterings- en bemestingsplan worden toegepast.
De bepaling luidt als volgt:
“Vóór elke aanplanting stellen de telers een algemeen grondverbeterings- en bemestingsplan op of laten zij een dergelijk plan opstellen door een door de groepering gedelegeerde technicus.
Dat plan is gebaseerd op de resultaten van een volledige bodemanalyse (vruchtbaarheidsanalyse) voor elk nieuw perceel dat als aardbeienveld zal worden gebruikt. Die analyse geeft de in de bodem beschikbare gehalten assimileerbaar fosforpentoxide (P2O5), kaliumoxide (K2O), magnesiumoxide (MgO) en kalk (CaO) aan, alsook de pH.”.
Irrigatie door middel van een lokaal besproeiingssysteem is, rekening houdend met de aard van de bodem, toegevoegd. Deze bepaling is een aanvulling op de bestaande bepalingen van het productdossier, dat voorziet in perfect gecontroleerde irrigatie waarmee aan de behoeften van de planten wordt voldaan:
“Irrigatie door middel van een lokaal besproeiingssysteem is verplicht.”.
Aangezien de bepalingen inzake de gewasbescherming ongewijzigd zijn gebleven, zijn zij als dusdanig overgenomen.
De elementen betreffende de rassen, die tot dusver in het deel met de beschrijving van het product waren opgenomen, zijn naar dit deel van het productdossier verplaatst zonder te zijn gewijzigd. Deze elementen beschrijven niet het product, maar de werkwijze voor het verkrijgen van het product.
“De “Fraise du Périgord” wordt geproduceerd op basis van:
— | gecertificeerd plantgoed; |
— | rassen die zijn vermeld in de lijst van de door de groepering geselecteerde rassen. |
De rassen worden door een “Commission Interprofessionnelle d’Agrément des variétés” (sectorale commissie voor de keuring van rassen) geselecteerd aan de hand van de volgende criteria, die door de telers zijn beoordeeld tijdens tests van het nieuwe ras:”.
Dit deel is aangevuld met criteria voor de rassenselectie, waarbij zowel naar elementen van de beschrijving van de “Fraise du Périgord” als naar keuringscriteria wordt teruggegrepen:
“— | uitzicht: kleur, vorm, glans en grootte; |
— | suikergehalte: minstens 6 à 6,5° Brix naargelang van het ras; |
— | houdbaarheid; |
— | goede smaak.”. |
Voorts zijn nadere gegevens over de werking van de “Commission Interprofessionnelle d’Agrément des variétés” (sectorale commissie voor de keuring van rassen) toegevoegd:
“Deze commissie, die bestaat uit zeven personen, meestal telers of expediteurs, komt ten minste eenmaal per jaar bijeen om te bepalen welke wijzigingen in de lijst van geselecteerde rassen moeten worden aangebracht: toevoeging van nieuwe rassen of schrapping van reeds ingeschreven rassen. De besluiten worden genomen met een meerderheid van de aanwezige leden.”.
De lijst van rassen is uit het productdossier (“Beschrijving van het product”) geschrapt omdat zij slechts een indicatieve waarde met betrekking tot een specifiek tijdstip had. Het productdossier bood immers reeds de mogelijkheid om die lijst bij te werken. Hieraan is toegevoegd dat de wijzigingen van de lijst vóór het begin van het volgende plantseizoen worden meegedeeld aan de marktdeelnemers, de controle-instantie en het INAO (Institut national de l’origine et de la qualité):
“De groepering deelt de wijzigingen van de lijst vóór het begin van het volgende plantseizoen mee aan de marktdeelnemers, de controle-instantie en het INAO.”.
Zoals in het deel “Beschrijving van het product” is de teelt in de volle grond, die in het nu geldende productdossier slechts impliciet wordt vermeld, nu uitdrukkelijk genoemd en aangevuld met de verplichting om te telen met aanaarding. Ook de datum waarop de tunnels moeten worden aangebracht, is toegevoegd. Het productdossier luidt dan ook als volgt:
“Het gaat om een teelt in de volle grond, die uiterlijk vanaf de bloei onder tunnels plaatsvindt.
De aardbeiplanten worden geteeld met aanaarding om het drainerend vermogen van de grond te versterken.”.
Deze praktijken zijn verduidelijkt omdat zij deel uitmaken van de knowhow van de telers, die bijdraagt aan de kwaliteitskenmerken van de “Fraise du Périgord”.
De plantdichtheid is gelijk gebleven (ten hoogste zes planten per overdekte vierkante meter).
Aan dit punt is toegevoegd: “In deze fase gaat het om de pluk, het plaatsen van de vruchten in verkoopeenheden en het vervoer naar het pakstation.” Het productdossier is aangevuld om te verduidelijken dat de aardbeien handmatig worden geplukt; dit is in overeenstemming met het deel “Verband” en met de knowhow van de plukkers, van wie de kwaliteiten op het gebied van het oogsten van essentieel belang zijn voor de kwaliteit van het product. De aardbeien worden met de hand geoogst en direct in een verkoopeenheid gelegd, waarbij de grootste zorg wordt besteed aan presentatie en kwaliteit. De beoordeling van het werk van de plukkers vertaalt zich in het keuringscijfer.
Het productdossier is gewijzigd om de term “bakje” te vervangen door “verkoopeenheid” en om de gewichtsaanduiding van 250 of 500 g, die voor de handel te restrictief is, te verwijderen. In het productdossier worden de verschillende soorten verkoopeenheden niet gedefinieerd, maar wordt een maximumgewicht vastgesteld (10 kg), met vermelding van voorwaarden om te voorkomen dat de vruchten worden geplet.
Het productdossier luidt dan ook als volgt:
“De aardbeien worden met de hand geoogst en direct in hun verkoopeenheid gelegd, waarvan het gewicht hoogstens 10 kg netto mag bedragen. Om te voorkomen dat de aardbeien worden geplet, mogen er maximaal drie lagen op elkaar worden gestapeld.
Een verkoopeenheid mag alleen aardbeien van hetzelfde ras en van dezelfde categorie bevatten.”.
Er zijn ook voorwaarden in verband met de oogsttemperatuur toegevoegd omdat het voor de kwaliteit van de aardbeien en de arbeidsomstandigheden van de plukkers van belang is dat niet wordt geoogst wanneer het te warm is. In het productdossier wordt dit vermeld als volgt:
“Er wordt niet geplukt bij een buitentemperatuur van meer dan 28 °C vóór 15 juni en van 30 °C na 15 juni, tenzij de temperatuur in de tunnels minder hoog is.”.
Voorts is, om aantasting van het product te voorkomen, het volgende toegevoegd: “De tussentijd tussen de oogst en de levering in het pakstation mag niet meer dan een halve dag bedragen.”
Tot slot wordt, in overeenstemming met het beschrijvend gedeelte, toegevoegd dat de geoogste aardbeien op homogene wijze de kenmerkende kleur van het ras moeten vertonen.
De elementen betreffende de keuring van de aardbeien, die tot dusver in het deel met de beschrijving van het product waren opgenomen, zijn naar dit deel van het productdossier verplaatst.
In deze nieuwe formulering wordt een onderscheid gemaakt tussen de controle van het suikergehalte en de keuring, aangezien dit in de praktijk in twee opeenvolgende fasen gebeurt. Alleen de partijen aardbeien die bij de controle van het suikergehalte in orde blijken te zijn, worden vervolgens aangeboden voor keuring als BGA:
“Van elke partij aardbeien wordt het suikergehalte gecontroleerd om na te gaan of de aardbeien het minimale suikergehalte bevatten dat is vastgesteld in een tabel met de minimale suikergehalten per ras en per periode.
Deze tabel wordt bijgewerkt bij elke wijziging van de lijst van toegestane rassen. De groepering deelt die wijzigingen mee aan de marktdeelnemers, de controle-instantie en het INAO.
Partijen aardbeien waarvan de analyse van het suikergehalte aan de voorschriften voldoet, worden vervolgens aangeboden voor de keuringsprocedure.”.
In het productdossier wordt verwezen naar een tabel met minimale suikergehalten per ras en per periode, die wordt bijgewerkt bij elke wijziging van de lijst van toegestane rassen. Die wijzigingen worden ter kennis gebracht van de marktdeelnemers, de controle-instantie en het INAO.
De bepalingen inzake de keuring zijn verduidelijkt om aan te geven dat een partij wordt uitgesloten als zij op één enkel criterium van het keuringsraster een score haalt van 0, – 1 of of – 2. Zo is de volgende alinea toegevoegd:
“Een partij aardbeien moet in totaal minstens 9 op 15 halen om in aanmerking te komen voor de BGA “Fraise du Périgord” en mag voor geen enkel criterium een score van 0, – 1 of – 2 halen.”.
De keuringscriteria kleur, stevigheid, grootte, glans, presentatie en vorm zijn overgenomen. De formulering “voldoende kwaliteitsniveau” (afwezigheid van rot, ziekte, onrijpe of overrijpe vruchten, ernstig misvormde, fletse, zacht geworden vruchten of vruchten die kleiner zijn dan de norm, bakjes waarin minder mooie vruchten zijn verstopt) is geschrapt en vervangen door de term “gezondheidstoestand” voor wat betreft ziekte, rot en bakjes waarin minder mooie vruchten zijn verstopt; de controle van het suikergehalte en van de kleur dekt de gevallen van onrijpe of overrijpe vruchten, de controle van de vorm dekt de gevallen van misvormde vruchten, de controle van de glans de gevallen van fletse vruchten en tot slot de controle van de grootte de gevallen van te kleine vruchten. De term “vochtigheid van de vruchten” is toegevoegd ter aanvulling van het criterium “droog/nat uitzicht van de aardbeien”.
Na ontvangst en keuring worden de aardbeien gekoeld. In het ontwerp voor het productdossier zijn de voorwaarden voor koeling nauwkeuriger omschreven om ervoor te zorgen dat de aardbeien al hun kwaliteiten behouden:
“Om de aardbeien te beschermen tegen thermische stress, die de kwaliteit onomkeerbaar zou aantasten, moet de snelheid waarmee de vruchten worden gekoeld, worden aangepast aan hun temperatuur bij ontvangst.
Als de temperatuur van de aardbeien bij ontvangst hoger is dan 20 °C, mogen zij niet worden geplaatst in een dynamische voorkoelmodule met ventilatie bij een temperatuur van + 2 °C tot + 4 °C. In dat geval moeten de vruchten in een “statische” koelruimte bij een temperatuur van + 6 °C of in een koelruimte met mechanische ventilatie bij een temperatuur van 10 tot 12 °C worden opgeslagen om een langzame, geleidelijke daling van de temperatuur mogelijk te maken.”.
De maximale duur van de opslag van de aardbeien na ontvangst (48 uur) en de temperatuur van de aardbeien op het tijdstip van verzending (tussen 6 en 12 °C) zijn ongewijzigd overgenomen.
De voor de vrachtwagens vastgestelde temperaturen zijn vervangen door een inspanningsverplichting: “De aardbeien worden gekoeld vervoerd.” De bij de controle gemeten temperaturen blijken immers niet correct te zijn wanneer de laaddeuren van de vrachtwagen in de laadfase openstaan.
De aanbevelingen voor de fase van de afzet zijn geschrapt.
De voornaamste beweegreden voor de aanvraag tot wijziging van de BGA is de opname in het productdossier van de mogelijkheid om de aardbeien in te vriezen. Zo kunnen bevroren aardbeien worden gebruikt in de agrovoedingsindustrie, die de oorsprong wil markeren van de aardbeien die zij gebruikt.
Invriezing doet geen afbreuk aan de organoleptische kenmerken en de presentatie van de aardbeien, die de specifieke kenmerken van de BGA vormen. De aardbeien worden binnen maximaal 72 uur na ontvangst in het pakstation ingevroren. Uit de door de groepering uitgevoerde tests is gebleken dat invriezing geen negatieve invloed heeft op de organoleptische kenmerken (suikergehalte, homogene rijpheid enz.) en er niet toe leidt dat de vruchten aan elkaar gaan kleven, wat de kwaliteit van de presentatie (kleur, grootte enz.) negatief zou kunnen beïnvloeden. De “Fraise du Périgord” blijft gezond, zonder misvormingen, glanzend en vrij van verontreiniging.
De volgende bepalingen zijn toegevoegd aan het productdossier:
“De aardbeien die een keuring als BGA hebben gekregen en voor invriezing zijn bestemd, worden ingevroren binnen maximaal 72 uur na ontvangst in het pakstation; in die tussentijd worden zij koel opgeslagen.
De aardbeien worden ingevroren hetzij direct in de oogstverpakking, hetzij als aparte vruchten in een vriestunnel. In dat laatste geval worden de aardbeien verpakt na de invriezing.
Bevroren aardbeien zijn minimaal twee jaar houdbaar.”.
5.5. Verband
Dit hoofdstuk is in drie delen opgesplitst om een onderscheid te kunnen maken tussen de specificiteit van het geografische gebied, de specificiteit van het product en het causale verband. Hierbij gaat het om tekstwijzigingen of verduidelijkingen waarbij inhoudelijk niets is gewijzigd.
In het enig document is het deel “Verband” op dezelfde wijze bijgewerkt; het deel “Verband” van de samenvatting is dus gewijzigd en aangevuld.
In het onderdeel betreffende de specifieke kenmerken van het geografische gebied worden de elementen overgenomen die nodig zijn om het departement Dordogne te situeren en de bodem en het klimaat ervan gedetailleerd te beschrijven. Daarop volgt een historische beschrijving van hoe de aardbeienproductie in het gebied ontstaan is, waarbij de knowhow van de telers de nodige aandacht krijgt. De nadruk wordt gelegd op de goede beheersing van de teelt in de volle grond (aanaarding en tunnels) en van de oogst (handmatige oogst waarbij de aardbeien direct in hun verpakkingseenheden worden gelegd).
In het onderdeel betreffende de specifieke kenmerken van het product wordt de beschrijving van de “Fraise du Périgord” overgenomen, waarbij nadruk wordt gelegd op de unieke kenmerken ervan. Kenmerkend voor de “Fraise du Périgord” is de teelt in de volle grond, terwijl overal in Europa niet-grondgebonden productie gebruikelijk is. Voorts onderscheidt de “Fraise du Périgord” zich van standaardaardbeien door de wijze waarop deze aardbei wordt geoogst en gepresenteerd. De “Fraise du Périgord” moet op homogene wijze de kenmerkende kleur van het geselecteerde ras vertonen om rijp te kunnen worden geplukt.
Het causale verband is gebaseerd op de kwaliteit en de faam van het product en legt een verband tussen de aard van de bodem, de teelt- en oogstmethoden en de kwaliteiten van de “Fraise du Périgord”.
5.6. Etikettering
Het deel “Etikettering” van het nu geldende productdossier en van de samenvatting is gewijzigd.
De verplichting om een lijst van gecertificeerde kenmerken op het etiket te vermelden, is geschrapt op grond van ontwikkelingen in de nationale wet- en regelgeving.
Toegevoegd is de verplichting dat elke verkoopeenheid voor de consument een nummer heeft aan de hand waarvan de teler kan worden geïdentificeerd.
Ook het aanbrengen van het logo van de groepering is verplicht gesteld.
Voor de etikettering van bevroren aardbeien gelden dezelfde regels; daarnaast moet ook de minimale houdbaarheidsdatum worden vermeld.
5.7. Overige
De inhoudsopgave van het productdossier is geschrapt.
Bevoegde dienst van de lidstaat
Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1151/2012 zijn de contactgegevens van het “Institut national de la qualité et de l’origine” (INAO) toegevoegd als bevoegde dienst van de lidstaat.
De contactgegevens van de aanvragende groepering zijn bijgewerkt. Het beschrijvende gedeelte is geschrapt.
De verwijzing naar de productcategorie is in overeenstemming gebracht met bijlage XI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014.
De verplichting dat het verpakken in het geografische gebied moet plaatsvinden, staat reeds uitdrukkelijk vermeld in het nu geldende productdossier. Die verplichting heeft alleen betrekking op verse aardbeien, maar is nu uitgebreid tot bevroren aardbeien. De aardbeien worden ingevroren hetzij direct in de oogstverpakking, hetzij als aparte vruchten in een vriestunnel. In dat laatste geval worden de aardbeien verpakt na de invriezing.
Het productdossier is aangevuld met de nodige onderbouwende elementen. De volgende alinea’s zijn toegevoegd:
“Wanneer de “Fraise du Périgord” vers in de handel wordt gebracht, wordt zij in het afgebakende geografische gebied verpakt. De aardbeien, die zeer kwetsbaar zijn, worden bij het plukken direct in hun verkoopeenheden gelegd om elke onnodige behandeling, die nadelig is voor de kwaliteit en de houdbaarheid van het product, te vermijden. Het verpakken in het gebied vergemakkelijkt bovendien de traceerbaarheid en de controle van de producten.
De “Fraise du Périgord” kan worden bevroren. In dat geval mag het verpakken buiten het geografische gebied plaatsvinden.”.
Overeenkomstig de nationale instructies die tot doel hebben de wijze waarop de productdossiers worden opgesteld, te harmoniseren, zijn de naam en de contactgegevens van de certificerende instantie geschrapt. In deze rubriek worden voortaan de contactgegevens vermeld van de autoriteiten die bevoegd zijn voor de controle op het niveau van Frankrijk: het Institut national de l’origine et de la qualité (INAO) en de Direction générale de la concurrence, de la consommation et de la répression des fraudes (DGCCRF). De naam en de contactgegevens van de certificerende instantie kunnen worden geraadpleegd op de website van het INAO en in de databank van de Europese Commissie.
In het licht van ontwikkelingen in de nationale wet- en regelgeving is de rubriek “Nationale eisen” in een tabel gegoten met de belangrijkste te controleren parameters en de methode voor de evaluatie daarvan.
Bijwerking van het enig document
Punt 4.4 betreffende het bewijs van oorsprong, punt 4.5 betreffende de werkwijze voor het verkrijgen van het product en punt 4.7 betreffende de controlestructuur zijn in het enig document geschrapt. Zij maken immers niet langer deel uit van het model dat in Verordening (EU) nr. 668/2014 is vastgesteld.
ENIG DOCUMENT
“FRAISE DU PÉRIGORD”
EU-nr.: PGI-FR-0133-AM01 — 11.8.2017
BOB ( ) BGA (X)
1. Naam/namen
“Fraise du Périgord”
2. Lidstaat of derde land
Frankrijk
3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel
3.1. Productcategorie
Categorie 1.6. Groenten en fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt.
3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is
De “Fraise du Périgord” wordt in de volle grond geteeld en wordt rijp geplukt. Zij wordt verkregen uit rassen die zijn geselecteerd op basis van hun smaakpotentieel. Een verkoopeenheid mag alleen aardbeien van hetzelfde ras bevatten.
De “Fraise du Périgord” is gezond, zonder misvormingen, glanzend en vrij van verontreiniging. Zij bevat een minimaal suikergehalte (in graden Brix) dat is vastgesteld per oogstperiode en per ras. Kleur, grootte en rijpheid zijn homogeen. De aardbeien zijn van klasse Extra of I.
De “Fraise du Périgord” wordt aangeboden in verse of bevroren vorm.
In verse vorm moeten de aardbeien een frisse, groene kraag hebben. Zij worden op verzorgde wijze aangeboden, ongeacht het soort verpakking dat wordt gebruikt.
In bevroren vorm zijn de aardbeien geheel of versneden en al dan niet van de steel ontdaan.
3.3. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)
—
3.4. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden
De productie van de aardbeien moet plaatsvinden in het geografische gebied. Hiertoe behoren de fasen van het planten, oogsten en keuren.
3.5. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
Wanneer de “Fraise du Périgord” vers in de handel wordt gebracht, wordt zij vóór verzending verpakt en opgeslagen in het afgebakende geografische gebied. De aardbeien, die zeer kwetsbaar zijn, worden bij het plukken direct in hun verkoopeenheden gelegd om elke onnodige behandeling, die nadelig is voor de kwaliteit en de houdbaarheid van het product, te vermijden. Het verpakken in het gebied vergemakkelijkt bovendien de traceerbaarheid en de controle van de producten.
De aardbeien worden met de hand geoogst en direct in hun verkoopeenheid gelegd, waarvan het gewicht hoogstens 10 kg netto mag bedragen. Om te voorkomen dat de aardbeien worden geplet, worden er maximaal drie lagen op elkaar gestapeld.
Een verkoopeenheid mag alleen aardbeien van hetzelfde ras en van dezelfde categorie bevatten.
De aardbeien worden vervolgens gedurende maximaal 48 uur gekoeld opgeslagen vóór verzending en verkoop aan de consument. Om de aardbeien te beschermen tegen thermische stress, die de kwaliteit onomkeerbaar zou aantasten, moet de snelheid waarmee de vruchten worden gekoeld, worden aangepast aan hun temperatuur bij ontvangst.
De “Fraise du Périgord” mag buiten het geografische gebied worden ingevroren.
Wanneer de “Fraise du Périgord” wordt ingevroren, mag het verpakken buiten het geografische gebied plaatsvinden.
3.6. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
Naast de verplichte vermeldingen die in de regelgeving betreffende de etikettering en de presentatie van voedingsmiddelen zijn voorgeschreven, vermeldt het etiket ook de geregistreerde naam van het product en bevat het, in het hetzelfde gezichtsveld, het BGA-logo van de Europese Unie.
Op de etiketten die op de verkoopeenheden worden aangebracht, staat het volgende:
— | de beschermde geografische aanduiding (BGA): “Fraise du Périgord”; |
— | “Certifié par:” (Gecertificeerd door:) (naam van de certificerende instantie). |
Elke verkoopeenheid voor de consument heeft een nummer aan de hand waarvan de teler kan worden geïdentificeerd.
Voor aardbeien die vers in de handel worden gebracht, wordt op elke (met deksel of folie) gesloten verkoopeenheid voor de consument het onderstaande logo aangebracht, dat door de groepering is vastgesteld en ter beschikking van alle marktdeelnemers is gesteld. Voor niet-gesloten verkoopeenheden voor consumenten, aangeboden in kistjes, wordt het logo ofwel op de verkoopeenheid ofwel op het kistje aangebracht.
Op de etikettering van bevroren aardbeien staan dezelfde gegevens als op de etikettering van verse producten, aangevuld met de bewaartemperatuur en de datum van minimale houdbaarheid.
4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied
Het geografische productiegebied van de “Fraise du Périgord” omvat een groot deel van het departement Dordogne en enkele aangrenzende gemeenten van het departement Lot:
Departement Dordogne
De kantons Bergerac‐1, Bergerac‐2, Coulounieix-Chamiers, Isle-Manoire, Lalinde, Montpon-Ménestérol, Pays de la Force, Périgord Central, Saint-Astier, Sarlat-la-Canéda, Vallée Dordogne, Vallée de l’Isle en Vallée de l’Homme.
De gemeenten Agonac, Ajat, Allemans, Antonne-et-Trigonant, Archignac, Auriac-du-Périgord, Azerat, (La)Bachellerie, Bardou, Bars, Bertric-Burée, Biras, Blis-et-Born, Boisse, (La)Boissière-d’Ans, Borrèze, Bouniagues, Bourdeilles, Bourg-des-Maisons, Bourg-du-Bost, Brantôme en Périgord (het deel dat overeenkomt met het grondgebied, op 1 januari 2016, van de deelgemeente Saint-Julien-de-Bourdeilles), Brouchaud, Bussac, Calviac-en-Périgord, Carlux, Carsac-Aillac, (La)Cassagne, Cazoulès, Celles, Cercles, Champcevinel, (Le)Change, Chapdeuil, Chassaignes, Château-l’Évêque, Chavagnac, Chourgnac, Colombier, Coly, Comberanche-et-Épeluche, Condat-sur-Vézère, Conne-de-Labarde, Cornille, Coulaures, Coutures, Creyssac, Cubjac, (La)Dornac, Douchapt, Escoire, Faurilles, Faux, Fossemagne, Gabillou, (La)Gonterie-Boulouneix, Grand-Brassac, Granges-d’Ans, Hautefort, Issigeac, Jayac, (La)Jemaye, (Le)Lardin-Saint-Lazare, Léguillac-de-Cercles, Limeyrat, Lisle, Lusignac, Mayac, Milhac-d’Auberoche, Monbazillac, Monmadalès, Monmarvès, Monsaguel, Montagnac-d’Auberoche, Montagrier, Montaut, Nadaillac, Orliaguet, Paulin, Paussac-et-Saint-Vivien, Périgueux, Petit-Bersac, Peyrillac-et-Millac, Plaisance, Ponteyraud, Port-Sainte-Foy-et-Ponchapt, Prats-de-Carlux, Ribagnac, Ribérac, Sadillac, Saint-André-de-Double, Saint-Antoine-d’Auberoche, Saint-Aubin-de-Cadelech, Saint-Aubin-de-Lanquais, Saint-Capraise-d’Eymet, Saint-Cernin-de-Labarde, Saint-Crépin-et-Carlucet, Sainte-Eulalie-d’Ans, Saint-Geniès, Saint-Géraud-de-Corps, Saint-Julien-de-Lampon, Saint-Just, Saint-Léon-d’Issigeac, Saint-Martin-de-Gurson, Saint-Martin-de-Ribérac, Saint-Méard-de-Drône, Saint-Méard-de-Gurçon, Sainte-Mondane, Sainte-Orse, Saint-Pantaly-d’Ans, Saint-Pardoux-de-Drône, Saint-Paul-Lizonne, Saint-Perdoux, Saint-Rabier, Sainte-Radegonde, Saint-Rémy, Saint-Sulpice-de-Roumagnac, Saint-Victor, Saint-Vincent-de-Connezac, Salignac-Eyvigues, Savignac-les-Églises, Segonzac, Sencenac-Puy-de-Fourches, Simeyrols, Siorac-de-Ribérac, Temple-Laguyon, Thenon, Tocane-Saint-Apre, Tourtoirac, Trélissac, Vanxains, Veyrignac en Villetoureix.
Departement Lot
De gemeenten Angars-Nozac, Fajoes, Gourdon, Léobard, Masclo, Milhac, Payrignac, Rouffilhac en Saint-Cirq-Madelon.
5. Verband met het geografische gebied
Specificiteit van het gebied
Het geografische gebied van de BGA “Fraise du Périgord” valt samen met het historische productiegebied van aardbeien in de Périgord, waar aardbeienbedden zijn aangelegd op terreinen die bijzonder geschikt zijn voor deze teelt.
Het geografische productiegebied van de BGA “Fraise du Périgord” omvat voornamelijk het centrum en het zuiden/zuidoosten van het departement Dordogne en een zeer klein deel van het aangrenzende departement Lot ten zuidoosten van het departement Dordogne.
Wat bodem en geologie betreft, is het productiegebied heuvelachtig in het westen, met steilere hellingen in het oosten, dat vrijwel onafgebroken bebost is geweest. Specifiek voor deze regio is de vrijwel permanente aanwezigheid van bos, dat nauw verweven is met de teeltpercelen. Die bevinden zich meestal op voordien ontboste percelen op goed aan het zonlicht blootgestelde hellingen.
De hele Périgord ondervindt een sterke invloed van de oceaan en heeft een gematigd zeeklimaat. De gemiddelde temperatuur bedraagt ongeveer 12 °C, zonder grote jaarschommelingen. Er is vrij veel neerslag: 800 tot 900 mm per jaar.
Aan het einde van de 19e eeuw ging het telen van aardbeien in de Dordogne van start, zij het op zeer beperkte schaal. Pas na de Tweede Wereldoorlog was er sprake van een echte aardbeienteelt op de lichte, zanderige en zure gronden van de hellingen van Eglise-Neuve de Vergt.
In de jaren 1960 werden de producenten er zich van bewust dat de plantages, die vrij snel achteruitgingen als gevolg van bodemuitputting, moesten worden vernieuwd. Om over nieuwe gronden te beschikken, begonnen zij dan ook kastanjehakhout te rooien en merkten zij dat die humusbodems zeer geschikt waren voor de aardbeienteelt: in 1960 bedroeg de productie 1 000 ton. In 1988 werd de “Union Interprofessionnelle de la Fraise du Périgord” (UIFP) opgericht, die bestaat uit producenten, coöperaties, de veilingmarkt van Vergt en particuliere expediteurs.
De lange productietraditie en de oprichting van specifieke beroepsstructuren hebben het mogelijk gemaakt gemeenschappelijke praktijken te ontwikkelen op basis van de knowhow van de telers van de “Fraise du Périgord”. Die knowhow komt tot uiting in de selectie van de percelen (aard van de bodem) en van de rassen (smaakvariëteiten) en in een goed beheer van de teelt (aanaarding, tunnels) en van de oogst (met de hand, direct in de verpakkingseenheden). Deze traditionele productiemethoden leveren een aardbei van hoge kwaliteit op. Gezien de kwetsbaarheid ervan zijn er ook voorschriften vastgesteld voor de opslag vóór verzending.
Specificiteit van het product
Kenmerkend voor de “Fraise du Périgord” is de teelt in de volle grond, terwijl overal in Europa niet-grondgebonden productie gebruikelijk is. Voorts onderscheidt de “Fraise du Périgord” zich van standaardaardbeien door de wijze waarop deze aardbei wordt geoogst en gepresenteerd. De “Fraise du Périgord” moet op homogene wijze de kenmerkende kleur van het geselecteerde ras vertonen om rijp te kunnen worden geplukt.
De “Fraise du Périgord” wordt met de hand geplukt en direct in haar verkoopeenheid gelegd, waarbij de grootste zorg aan de presentatie wordt besteed. Zij is gezond, zonder misvormingen en glanzend. Het is een aardbei die met grote zorg is gesorteerd op grootte; er mogen niet meer dan drie lagen op elkaar worden gestapeld om te voorkomen dat de vruchten in de grootste recipiënten worden geplet. De aardbeien hebben een homogene kleur, grootte en rijpheid.
Causaal verband
Het oorzakelijk verband is gebaseerd op de kwaliteit en de faam van de “Fraise du Périgord”.
De bodem en de weersgesteldheid in het gebied zijn bevorderlijk voor de productie van de “Fraise du Périgord”. Deze aardbei wordt meestal op hellingen geteeld, vaak op percelen die van tevoren zijn ontbost, dat wil zeggen met “nieuwe” gronden, en die aan het zonlicht zijn blootgesteld zodat de aardbeien goed kunnen rijpen. De gronden worden geselecteerd aan de hand van hun kenmerken: filtrerende, vrij zanderige bodems, met een licht zurige pH en zonder actieve kalk. De aardbeiplanten worden geteeld met aanaarding om het drainerend vermogen van de grond te versterken en verstikking van de plant te voorkomen. Er wordt gebruikgemaakt van bemesting en plaatselijke irrigatie, rekening houdend met de aard van de bodem en perfect afgestemd op de behoeften van de plant.
De aardbeien kunnen in de Périgord rekenen op milde temperaturen zonder al te grote schommelingen, wat een gelijkmatige groei en rijping van de vruchten mogelijk maakt.Door de teelt in de volle grond, die uiterlijk vanaf de bloei onder tunnels plaatsvindt, kan de consument de “Fraise du Périgord” gedurende ten minste zes maanden per jaar, van april tot en met oktober, kopen. Bovendien zorgt deze lange productieperiode ervoor dat voortdurend een beroep kan worden gedaan op dezelfde plukkers, van wie de knowhow op het vlak van de oogst essentieel is voor de kwaliteit van het product. De verse aardbeien worden immers met de hand geoogst en direct in een verkoopeenheid voor de consument gelegd, waarbij de grootste zorg wordt besteed aan presentatie, vorm en kleur. Doordat de aardbeien in tunnels worden geteeld, worden zij beschermd tegen de grillen van het weer (hevige wind, regen en hagel) en blijven zij rein en glanzend; bovendien kan zo warmtewinst worden geboekt, waardoor het productieseizoen vroeger kan starten en langer kan duren. Hierdoor worden de aardbeien ook beschermd tegen te grote warmte, die de vruchten eveneens kan aantasten. Als het al te warm wordt, moet de teler de aardbeien tijdens de koelste perioden plukken en ze naarmate de oogst vordert, tegen de hitte beschermen. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan de oogst- en opslagtemperaturen. De aldus verkregen aardbeien kunnen vervolgens worden ingevroren, maar mogen slechts zolang worden bewaard als de eigenschappen van de aardbeien behouden blijven.
Dat de “Fraise du Périgord” een goede faam geniet, blijkt uit het feit dat die aardbeien sinds lang een hogere waardering krijgen. Zo heeft de “Fraise du Périgord” haar plaats kunnen veroveren op de diverse afzetplaatsen, zoals blijkt uit het marktbericht in een krant van 31 mei 1974: “A Rungis, la Fraise du Périgord s’est négociée de 3,50 F à 4,80 F le kg, celle du Lot-et-Garonne de 2,80 F à 3,80 F.” (In Rungis wordt de “Fraise du Périgord” verhandeld tegen een prijs van 3,50 tot 4,80 Franse frank per kg en de aardbei van Lot-et-Garonne tegen een prijs van 2,80 tot 3,80 Franse frank.)
Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier
(artikel 6, lid 1, tweede alinea, van deze verordening)
https://extranet.inao.gouv.fr/fichier/CDC-FraisePerigord.pdf