VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de uitoefening van de aan de Commissie verleende bevoegdheid tot het vaststellen van gedelegeerde handelingen overeenkomstig Richtlijn 2011/65/EU betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de uitoefening van de aan de Commissie verleende bevoegdheid tot het vaststellen van gedelegeerde handelingen overeenkomstig Richtlijn 2011/65/EU betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur
EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 20.10.2021
COM(2021) 641 final
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
over de uitoefening van de aan de Commissie verleende bevoegdheid tot het vaststellen van gedelegeerde handelingen overeenkomstig Richtlijn 2011/65/EU betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
over de uitoefening van de aan de Commissie verleende bevoegdheid tot het vaststellen van gedelegeerde handelingen overeenkomstig Richtlijn 2011/65/EU betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur
1. INLEIDING
Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur1 (de richtlijn gevaarlijke stoffen) voorziet in voorschriften om het gebruik van gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (EEA) te beperken en zo bij te dragen tot de bescherming van de volksgezondheid en het milieu, met inbegrip van de milieuhygiënisch verantwoorde nuttige toepassing en verwijdering van afgedankte EEA.
Artikel 4 van de richtlijn gevaarlijke stoffen verplicht de lidstaten ervoor te zorgen dat EEA die in de handel wordt gebracht, geen van de in bijlage II genoemde stoffen bevat. De bijlagen III en IV bevatten een lijst van toepassingen die van die beperking zijn vrijgesteld.
De richtlijn verleent de Commissie de bevoegdheid gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot drie verschillende bepalingen, met het oog op:
·de specificatie van gedetailleerde regels voor de naleving van de in bijlage II van de richtlijn genoemde maximale concentratiewaarden in gewichtsprocent in homogene materialen, overeenkomstig artikel 4, lid 2, van de richtlijn gevaarlijke stoffen;
·de aanpassing van de bijlagen III en IV aan de vooruitgang van wetenschap en techniek, zowel wat de opneming als de schrapping van vrijstellingen van de in artikel 4, lid 1, bedoelde beperking betreft, overeenkomstig artikel 5, lid 1, van de richtlijn gevaarlijke stoffen;
·de herziening en wijziging van de in bijlage II bij de richtlijn gevaarlijke stoffen opgenomen lijst van stoffen waarvoor beperkingen gelden, overeenkomstig artikel 6, lid 3, van die richtlijn.
2. RECHTSGRONDSLAG
Dit verslag moet worden opgesteld uit hoofde van artikel 20, lid 1, van de richtlijn gevaarlijke stoffen. Krachtens die bepaling wordt de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen aan de Commissie verleend voor een termijn van vijf jaar te rekenen vanaf 21 juli 2011 en moet de Commissie uiterlijk zes maanden voor het verstrijken van de termijn van vijf jaar een verslag over de gedelegeerde bevoegdheden opstellen. De bevoegdheidsdelegatie wordt automatisch met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad die delegatie intrekt overeenkomstig artikel 21. Het vorige verslag2 over de uitoefening van de aan de Commissie verleende bevoegdheid met betrekking tot Richtlijn 2011/65/EU is op 18 april 2016 door de Commissie goedgekeurd. De Commissie heeft het Europees Parlement en de Raad verzocht van dat verslag kennis te nemen.
3. UITOEFENING VAN DE BEVOEGDHEIDSDELEGATIE
Tijdens de verslagperiode was de uitoefening van de gedelegeerde bevoegdheid noodzakelijk met betrekking tot diverse bepalingen van de richtlijn, zoals hieronder toegelicht.
3.1. Regels voor de naleving van de maximale concentratiewaarden (artikel 4, lid 2)
Wat betreft de specificatie van gedetailleerde voorschriften voor de naleving van maximumconcentraties in homogene materialen in gewichtsprocent zoals gespecificeerd in bijlage II bij de richtlijn gevaarlijke stoffen, is er sinds het vorige verslag3 geen verandering opgetreden in de situatie wat betreft de noodzaak om overeenkomstig artikel 4, lid 2, een gedelegeerde handeling vast te stellen om in die voorschriften te voorzien.
3.2. Vrijstellingen van de in artikel 4, lid 1, bedoelde stofbeperkingen (artikel 5, lid 1)
Tijdens de periode waarop dit verslag betrekking heeft4, heeft de Commissie 102 aanvragen ontvangen5 voor de aanpassing van de bijlagen III en IV bij de richtlijn aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang met betrekking tot vrijstellingen van de beperking van een stof overeenkomstig artikel 5 van de richtlijn gevaarlijke stoffen, waarvan er 50 tussen november 2019 en januari 2020 en 26 januari 2021 zijn ingediend. Naar aanleiding van de vereiste wetenschappelijke en technische beoordeling van deze aanvragen heeft de Commissie 32 afzonderlijke gedelegeerde richtlijnen vastgesteld6 tot wijziging van de bijlagen III en IV met betrekking tot vrijstellingen van de stofbeperkingen. De Commissie bereidt momenteel nog eens 19 gedelegeerde handelingen voor en evalueert 57 vrijstellingsaanvragen, wat tot verdere gedelegeerde handelingen kan leiden.
Noch het Europees Parlement noch de Raad heeft bezwaar gemaakt tegen de gedelegeerde richtlijnen van de Commissie die sinds het laatste bovengenoemde verslag zijn vastgesteld. Deze gedelegeerde handelingen zijn bij het verstrijken van de in artikel 22 van de richtlijn vastgestelde toetsingstermijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en ze zijn op de daarin vermelde datum in werking getreden.
3.3. Wijziging van de lijst van stoffen waarvoor beperkingen gelden (artikel 6, lid 3)
Overeenkomstig artikel 6, lid 1, van de richtlijn gevaarlijke stoffen overweegt de Commissie vóór 22 juli 2014 en op gezette tijden daarna op eigen initiatief of na indiening van een voorstel door een lidstaat een herziening op basis van een grondige beoordeling en een wijziging van de lijst van stoffen waarvoor beperkingen gelden in bijlage II. De maatregelen om de lijst van stoffen waarvoor beperkingen gelden in bijlage II te herzien en te wijzigen, worden door de Commissie vastgesteld door middel van een gedelegeerde handeling. Naar aanleiding van de gedelegeerde richtlijn7 tot wijziging van de lijst van stoffen waarvoor beperkingen gelden in bijlage II die in het vorige verslag is opgenomen, is tussen januari 2018 en februari 2021 een wetenschappelijke en technische beoordelingsstudie8 uitgevoerd, met inbegrip van raadplegingen van belanghebbenden en deskundigen van de lidstaten inzake de richtlijn gevaarlijke stoffen9, ter ondersteuning van een herziening van de lijst van stoffen waarvoor beperkingen gelden. In de studie werd ook een door het Zweedse Agentschap voor Chemische Stoffen in juni 2018 bij de Commissie ingediend voorstel beoordeeld om gechloreerde paraffines met een middellange keten (MCCP) toe te voegen aan de lijst van stoffen waarvoor beperkingen gelden.
Op basis van deze studie zal de Commissie verdere stappen ondernemen om een wijziging van de lijst van stoffen waarvoor beperkingen gelden in bijlage II te overwegen.
3.4. Algemene overwegingen in verband met de uitoefening van de gedelegeerde bevoegdheden uit hoofde van de richtlijn gevaarlijke stoffen
Er moeten een aantal stappen worden ondernomen om te voldoen aan de voorschriften van de richtlijn en de beginselen van betere regelgeving van de Commissie voor de voorbereiding en vaststelling van elke gedelegeerde handeling betreffende de beoordeling van een verzoek om vrijstelling of van nieuwe beperkingen op stoffen. Deze omvatten met name een door een externe consulent uitgevoerde wetenschappelijke en technische beoordeling, uitgebreide raadplegingen van belanghebbenden, de raadpleging van de deskundigengroep van de lidstaten die wordt bijeengeroepen voor de voorbereiding van gedelegeerde handelingen uit hoofde van de richtlijn gevaarlijke stoffen en informatie van het Europees Parlement en de Raad, de kennisgeving aan de Commissie technische handelsbelemmeringen van de Wereldhandelsorganisatie, de bekendmaking van ontwerphandelingen met het oog op feedback van het publiek en de daarmee samenhangende inachtneming van feedback van andere diensten en de inachtneming van de termijn van twee maanden voor de beoordeling door het Europees Parlement en de Raad.
Artikel 24, lid 2, van de richtlijn verplicht de Commissie tot een volledige toetsing van de richtlijn. De Commissie voert momenteel deze toetsing uit en er is een effectbeoordelingsstudie aan de gang. Een studie ter ondersteuning van de voorgaande evaluatie van de richtlijn is afgerond10. Daarin is aangegeven op welke punten verbeteringen mogelijk zijn, onder meer met betrekking tot het besluitvormingsproces over de bovengenoemde vrijstellingen, die ook in het evaluatieverslag van de Commissie zullen worden opgenomen. Bij de toetsing van de richtlijn gevaarlijke stoffen zal derhalve worden nagegaan hoe onder meer de desbetreffende procedures kunnen worden aangepakt.
4. CONCLUSIE
De Commissie heeft de gedelegeerde bevoegdheden die haar uit hoofde van Richtlijn 2011/65/EU zijn verleend de voorbije vijf jaar correct uitgeoefend. Zij verzoekt het Europees Parlement en de Raad nota te nemen van dit verslag.
- (1)
PB L 174 van 1.7.2011, blz. 88.
- (2)
COM(2016) 215 final: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52016DC0215&from=NL
- (3)
Ibidem.
- (4)
Tot en met 18 april 2021.
- (5)
Er zij op gewezen dat meerdere aanvragen betrekking kunnen hebben op dezelfde vrijstelling/nieuwe aanvraag die in de bijlage moet worden opgenomen.
- (6)
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2021/884 van de Commissievan 8 maart 2021;
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2021/647 van de Commissie van 15 januari 2021;
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2020/360 van de Commissie van 17 december 2019;
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2020/361 van de Commissie van 17 december 2019;
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2020/364 van de Commissie van 17 december 2019;
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2020/365 van de Commissie van 17 december 2019;
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2020/366 van de Commissie van 17 december 2019;
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2019/1845 van de Commissie van 8 augustus 2019;
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2019/1846 van de Commissie van 8 augustus 2019;
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2019/169 van de Commissie van 16 november 2018;
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2019/170 van de Commissie van 16 november 2018;
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2019/171 van de Commissie van 16 november 2018;
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2019/172 van de Commissie van 16 november 2018;
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2019/173 van de Commissie van 16 november 2018;
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2019/174 van de Commissie van 16 november 2018;
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2019/175 van de Commissie van 16 november 2018;
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2019/176 van de Commissie van 16 november 2018;
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2019/177 van de Commissie van 16 november 2018;
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2019/178 van de Commissie van 16 november 2018;
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2018/739 van de Commissie van 1 maart 2018;
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2018/740 van de Commissie van 1 maart 2018;
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2018/741 van de Commissie van 1 maart 2018;
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2018/742 van de Commissie van 1 maart 2018;
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2018/736 van de Commissie van 27 februari 2018;
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2018/737 van de Commissie van 27 februari 2018;
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2018/738 van de Commissie van 27 februari 2018;
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2017/1975 van de Commissie van 7 augustus 2017, te lezen in samenhang met de rectificatie;
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2017/1009 van de Commissie van maart 2017;
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2017/1010 van de Commissie van maart 2017;
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2017/1011 van de Commissie van maart 2017;
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2016/1028 van de Commissie van 19 april 2016;
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2016/1029 van de Commissievan 19 april 2016;
- (7)
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2015/863 van de Commissie van 31 maart 2015 (PB L 137 van 4.6.2015, blz. 10).
- (8)
Studie ter ondersteuning van de herziening van de lijst van stoffen waarvoor beperkingen gelden en ter beoordeling van een nieuw verzoek om vrijstelling in het kader van de tweede richtlijn gevaarlijke stoffen (Pack 15): https://op.europa.eu/en/publication-detail/-/publication/ce50dc9c-6c19-11eb-aeb5-01aa75ed71a1/language-en/format-PDF/source-197106951
- (9)
Leden van de deskundigengroep voor de aanpassing en handhaving van de tweede richtlijn gevaarlijke stoffen: https://ec.europa.eu/transparency/expert-groups-register/screen/expert-groups/consult?do=groupDetail.groupDetail&groupID=2810
- (10)
Steun voor de evaluatie van Richtlijn 2011/65/EU betreffende de beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur: https://op.europa.eu/en/publication-detail/-/publication/5b807311-9d93-11eb-b85c-01aa75ed71a1/language-en/format-PDF/source-216492720