MEDEDELING VAN DE COMMISSIE Update verscherpt toezicht - Griekenland, november 2021
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE Update verscherpt toezicht - Griekenland, november 2021
EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 24.11.2021
COM(2021) 916 final
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE
Update verscherpt toezicht - Griekenland, november 2021
{SWD(2021) 364 final}
ACHTERGROND
De economische ontwikkelingen en het beleid in Griekenland worden gemonitord in het kader van zowel het Europees Semester voor de coördinatie van het economisch beleid als het raamwerk voor verscherpt toezicht overeenkomstig de artikelen 2 en 3 van Verordening (EU) nr. 472/2013 (1). Met het verscherpt toezicht voor Griekenland (2) wordt erkend dat Griekenland maatregelen moet blijven doorvoeren om de (potentiële) oorzaken van economische en financiële moeilijkheden aan te pakken, en tegelijkertijd structurele hervormingen moet doorvoeren om een robuuste en duurzame economische groei te ondersteunen.
Verscherpt toezicht biedt een omvattend raamwerk voor het monitoren van de economische ontwikkelingen en de voortzetting van het beleid dat nodig is om voor een duurzaam economisch herstel te zorgen. Daarmee kunnen recente economische en financiële ontwikkelingen in Griekenland op regelmatige basis worden beoordeeld, kunnen de financieringsvoorwaarden voor overheidsschuld worden gemonitord en kan de schuldhoudbaarheidsanalyse worden geactualiseerd. Verscherpt toezicht biedt tevens een raamwerk voor de evaluatie van de algemene toezegging die Griekenland op 22 juni 2018 aan de Eurogroep heeft gedaan om de hervormingen die in het kader van het programma van het Europees Stabiliteitsmechanisme zijn goedgekeurd, voort te zetten en te voltooien en om ervoor te zorgen dat de doelstellingen van de belangrijke hervormingen die in het kader van de programma’s voor financiële bijstand zijn goedgekeurd, worden veiliggesteld. In dat verband wordt met het verscherpt toezicht de uitvoering gemonitord van specifieke toezeggingen om, in de periode tot medio 2022, de in het kader van het programma ingezette essentiële structurele hervormingen op zes sleutelgebieden binnen de overeengekomen termijnen te voltooien: i) budgettair en budgettair-structureel beleid; ii) sociale zekerheid; iii) financiële stabiliteit; iv) arbeidsmarkten en productmarkten; v) de Hellenic Corporation of Assets and Participations (HCAP) en privatisering, en vi) de modernisering van de overheidsdiensten (3).
Dit is het twaalfde verscherpt-toezichtverslag voor Griekenland. Dit verslag is gebaseerd op de bevindingen van een missie in Athene op 19-20 oktober 2021 en op regelmatig overleg met de autoriteiten. Deze missie is door de Europese Commissie in samenwerking met de Europese Centrale Bank uitgevoerd (4). Het Internationaal Monetair Fonds heeft deelgenomen in het kader van zijn raamwerk voor post-financieringsmonitoring, terwijl het Europees Stabiliteitsmechanisme heeft deelgenomen in het kader van zijn systeem voor vroegtijdige waarschuwing en in overeenstemming met het memorandum van overeenstemming van 27 april 2018 over de taakverdeling tussen de Europese Commissie en het Europees Stabiliteitsmechanisme. In dit verslag wordt een beoordeling gemaakt van de stand van uitvoering van de toezeggingen die Griekenland aan de Eurogroep heeft gedaan ten aanzien van de voltooiing van hervormingen tegen medio 2021.
Dit verslag kan voor de Eurogroep als basis dienen wanneer deze moet beslissen over de vrijgave van de volgende reeks beleidsafhankelijke schuldmaatregelen ter waarde van 767 miljoen EUR. Deze maatregelen zijn op 22 juni 2018 met de Eurogroep overeengekomen en omvatten de overdracht van bedragen die gelijk zijn aan de opbrengsten (income equivalent amounts) van de Griekse overheidsobligaties die in het kader van het Securities Markets Programme (SMP) en de Agreement on Net Financial Assets (ANFA) door centrale banken worden aangehouden, en het afschaffen van de renteopslag voor bepaalde leningen die door de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit zijn verstrekt. De vijfde tranche beleidsafhankelijke schuldmaatregelen is vrijgegeven na de bijeenkomst van de Eurogroep van 17 juni 2021.
De toezeggingen die Griekenland in juni 2018 aan de partners van de Eurogroep heeft gedaan – en die de basis vormen voor verdere schuldverlichtingsmaatregelen – zijn vastgelegd voor de periode tot medio 2022. Griekenland zit nu dus in het laatste jaar van deze regeling. De autoriteiten hebben aangegeven hun inspanningen te willen richten op het nakomen van de uitstaande verplichtingen vóór medio 2022. Besluiten over de resterende schuldverlichtingsmaatregelen en het beëindigen van het verscherpt toezicht zullen rekening moeten houden met de gemaakte progressie bij het voltooien van toegezegde hervormingen, maar ook met de bredere economische beleidsomgeving.
ALGEHELE BEOORDELING
Het herstel van de Griekse economie komt op stoom, ondanks de aanhoudende pandemie. Na een sterke eerste helft van het jaar en het beter dan verwachte toeristische seizoen wordt er in de najaarsprognose van de Commissie mee gerekend dat de groei in 2021 zal uitkomen op 7,1 %, waarmee de economische bedrijvigheid nagenoeg terugkeert naar het niveau van vóór de pandemie. Het reële bbp zal in 2022 naar verwachting met 5,2 % groeien. Hoewel het nog altijd goed voelbaar is, zal het effect van de pandemie naar verwachting geleidelijk afnemen onder invloed van de voortschrijdende vaccinatiecampagne. Het accommoderende begrotings- en monetaire beleid, gekoppeld aan de krachtige impuls die vermoedelijk zal uitgaan van de tenuitvoerlegging van het Griekse herstel- en veerkrachtplan, zullen het momentum de komende tijd in stand houden. De arbeidsmarkt blijft veerkrachtig, mede dankzij de overheidssteunregelingen die nog altijd arbeidsplaatsen in kwetsbare sectoren beschermen. Het ontwerpbegrotingsplan 2022 bevestigde dat de bestaande noodsteun tegen eind 2021 naar verwachting grotendeels zal zijn uitgefaseerd, waarbij de maatregelen die van kracht blijven zullen worden aangepast aan de evoluerende behoeften van de economie. Dit, evenals het economische herstel, moet de geleidelijke terugdringing van het algemene overheidstekort in de hand werken.
De autoriteiten hebben een bijkomende reeks specifieke toezeggingen uitgevoerd:
·In het kader van de hervorming van het gemeenschappelijke rekeningstelsel, dat een gezamenlijke economische, administratieve en functionele indeling tot stand brengt voor begrotings- en boekhoudkundige doeleinden, voltooiden de autoriteiten het eerste niveau van de functionele indeling voor zowel de reguliere begroting als de begroting voor overheidsinvesteringen, die in november als onderdeel van de begroting 2022 zal worden gepresenteerd. Hiermee komt Griekenland een specifieke verplichting na als het gaat om het beheer van de overheidsfinanciën, namelijk de voltooiing van het gemeenschappelijke rekeningstelsel voor de centrale overheid.De ontwikkeling van het tweede niveau van de functionele indeling (een specifieke toezegging voor medio 2022) ligt op schema.
·Dankzij de door de autoriteiten goedgekeurde maatregelen op grond van antitrustwetgeving kunnen de concurrenten van het Griekse staatselektriciteitsbedrijf (PPC/DEI) meer elektriciteit inkopen, waarmee een einde komt aan deze slepende antitrustzaak. Dit voltooit de hervorming van de energiesector, hetgeen een specifieke toezegging was (5).
Daarnaast werd goede vooruitgang geboekt bij de uitvoering van hervormingen voor een hele reeks specifieke toezeggingen, binnen de overeengekomen termijnen. Meer bepaald:
·Er werd de nodige vooruitgang geboekt bij de vereenvoudiging van wetgeving inzake investeringsvergunningen, waarbij de meeste probleempunten inmiddels zijn geregeld. Het onderdeel waarover als laatste overeenstemming is bereikt, d.w.z. de secundaire uitvoeringswetgeving voor de vereenvoudiging van vergunningsprocedures voor economische activiteiten in de onderwijssector, zal naar verwachting in januari 2022 worden voltooid.
·De Hellenic Corporation of Assets and Participations legde de laatste hand aan de actualisering van haar strategisch plan, dat haar doelen uiteenzet en haar rol als een actieve aandeelhouder in de bedrijven die deel uitmaken van haar portefeuille versterkt. In het kader van de actualisering van haar strategisch plan boekte de Corporation ook goede vooruitgang als het gaat om de wetswijzigingen die vereist zullen zijn om van staatsondernemingen beter presterende bedrijven te maken. Naarmate de Corporation zich verder ontwikkelt en overgaat tot de uitvoering van het strategische plan, blijft het voor alle partijen cruciaal om de onafhankelijkheid van de Corporation overeenkomstig de wet waarbij ze is opgericht te waarborgen, aangezien dit zal bijdragen tot de vervulling van haar mandaat en de Griekse staatsactiva verder in waarde zal doen stijgen. Voor het gemeentelijk vervoersbedrijf Athene (OASA) werd een prestatiecontract overeengekomen, waaronder de specifieke methode voor de raming van het bedrag aan overheidssteun dat OASA ontvangt, terwijl de nog te nemen maatregelen voor de uitvoering van het contract naar verwachting eind november zullen worden voltooid.
·Er werd in de afgelopen maanden goede vooruitgang geboekt bij de lopende privatiseringstransacties. Allereerst, na de selectie van de voorkeursinvesteerder voor de langlopende concessie van de Egnatia-snelweg op 26 augustus 2021, met een financiële aanbieding die voorziet in een vooruitbetaling van bijna 1,5 miljard EUR en een jaarlijkse betaling van 7,5 % van de jaarlijkse totale bruto-omzet van de concessiehouder, stelden de autoriteiten een tijdschema op voor de voltooiing en exploitatie van de tolstations en de vergunningverlening voor alle tunnels. Vervolgens, na de selectie van de voorkeursinvesteerder voor de verkoop van het staatsgasbedrijf DEPA Infrastructure op 9 september 2021, werd het dossier ingediend en goedgekeurd door de Algemene Rekenkamer. Ten derde werd vooruitgang geboekt inzake de aanbesteding voor een aantal transacties betreffende de regionale havens, en werd op 15 oktober 2021 een bindend bod uitgebracht voor Gournes Heraklion op Kreta (ontwikkeling van een deel van de voormalige Amerikaanse legerbasis in Gournes). Ook hechtten de autoriteiten hun goedkeuring aan het geactualiseerde Asset Development Plan, dat het privatiseringsprogramma vormt en de volgende stappen voor de daarin opgenomen transacties uiteenzet.
·Wat hervormingen van de sociale zekerheid betreft, keurden de autoriteiten primaire wetgeving goed met nieuwe regels voor de vaststelling van het recht op persoonlijke bijstand voor mensen met een arbeidsongeschiktheid, met secundaire wetgeving voor de experimentele implementatieperiode die begin 2022 van start moet gaan, iets later dan verwacht in het elfde verslag. De opening van resterende directoraten van de Single Social Security Fund (e-EFKA) verspreid over heel Griekenland vordert gestaag, zij het dat de IT-infrastructuur nog niet uitontwikkeld is.
·Op het gebied van overheidsdiensten wordt goede progressie gemaakt bij de inspanningen om het geïntegreerde personeelsbeheersysteem te voltooien, waarbij 81 % van alle functiebeschrijvingen inmiddels zijn voltooid; in januari 2022 zullen alle functiebeschrijvingen zijn voltooid. De wettelijke bepalingen om de aanstelling van de permanente secretaris op het ministerie van Onderwijs en Eredienst te vereenvoudigen zullen naar verwachting eind november 2021 worden goedgekeurd, waarbij tevens wordt gewaarborgd dat deze bepalingen verenigbaar zijn met de ondertekeningsbevoegdheden zoals vastgelegd in de nationale uitvoeringswetgeving. De autoriteiten hebben daarnaast goede vooruitgang geboekt bij het doorvoeren van maatregelen ter uitvoering van de resterende aanbevelingen van de Groep van Staten tegen Corruptie, die tot doel hebben om corruptie van parlementsleden, rechters en aanklagers, maar ook omkoping van overheidsfunctionarissen te voorkomen.
·Er is goede progressie gemaakt bij de voltooiing van kadastrale metingen en het opzetten van het nieuwe kadasterkantoor, volgens het overeengekomen stappenplan.
·De autoriteiten bevestigden hun toezegging om de ENFIA-onroerendzaakbelasting verder te hervormen, met een nieuwe bredere heffingsgrondslag en afdrachten die in maart 2022 van start gaan, en hebben daarvoor een stappenplan uitgewerkt.
Sommige specifieke toezeggingen hebben niettemin vertraging opgelopen ten opzichte van de in het elfde verslag overeengekomen termijnen. Daarbij gaat het met name om de volgende maatregelen:
·Bij het wegwerken van achterstallen is slechts sprake van een marginale verbetering ten opzichte van het elfde verslag, vanwege vertragingen bij het ten uitvoer leggen van beleidsmaatregelen uit het plan voor het wegwerken van achterstanden van maart 2021, de vorming van nieuwe achterstallen en een hoger dan verwachte instroom van nieuwe pensioenaanvragen. De maatregelen om het wegwerken van achterstanden te versnellen zijn inmiddels van kracht, en de autoriteiten gaan er momenteel van uit dat de achterstallige betalingen niet zijnde pensioenen in december 2021 en het volume nog niet behandelde pensioenaanvragen medio 2022 moeten zijn weggewerkt. Om verdere vertragingen te voorkomen, zijn de autoriteiten ermee akkoord gegaan in oktober 2021 van start te gaan met het maandelijks monitoren van de geboekte vooruitgang bij de uitvoering van het beleid. De uitvoering van de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer en de vereenvoudiging van de begrotingsprocedures verliepen volgens planning.
·Wat de hervorming van de Belastingdienst betreft, is de testfase voor het 'end-to-end' systeem voor de inning van inkomstenbelasting weliswaar voltooid, maar het systeem zal naar verwachting pas in april 2022 volledig operationeel zijn, terwijl in het elfde verslag eind 2021 als streefdoel overeengekomen was.
·De hervorming van de eerstelijnszorg, een specifieke toezegging, heeft verdere vertraging opgelopen door de pandemie en de recente regeringswisseling. De autoriteiten zegden toe vóór december 2021 een ontwerpwet in te dienen, teneinde deze in februari 2022 goed te keuren, samen met de secundaire wetgeving die vereist is om de regierol van en de verplichte inschrijving bij huisartsen te verwezenlijken, op tijd voor het dertiende verscherpt-toezichtverslag. De inning van terug te vorderen bedragen (d.w.z. uitgaven die het bij wet vastgestelde plafond voor overheidsuitgaven aan farmaceutische producten en andere zorgdiensten overschrijden en die bij zorgverstrekkers moet worden teruggevorderd) vordert goed voor de recente bedragen maar heeft veel vertraging opgelopen voor wat de over 2020 te innen bedragen betreft. Ten aanzien van inkopen in de zorg zal het nieuwe wetgevingsraamwerk naar verwachting vóór 10 december 2021 worden goedgekeurd en liggen de inkoopactiviteiten op koers om de mijlpaal voor midden 2022 te halen, waarbij gecentraliseerde inkopen 40 % van de totale ziekenhuisuitgaven moeten uitmaken.
·Wat justitie betreft, heeft de voorbereidende fase voor het uitschrijven van de aanbesteding voor het geïntegreerde systeem voor het beheer van rechtszaken opnieuw vertraging opgelopen, waardoor het vorige streefdoel - gunning van de opdracht in het eerste kwartaal van 2022 - niet meer haalbaar is. Dit is zorgwekkend, gezien het belang van het project en de voorziene lange implementatieperiode. Wat e-filing betreft, is verdere vooruitgang geboekt voor zowel burgerlijke als administratieve rechtbanken, en de maatregelen moeten in april 2022 voltooid zijn.
·Terwijl de autoriteiten welkome stappen namen inzake de hervorming van het inspectieraamwerk voor het toezicht op economische activiteiten en productmarkten, laat de voltooiing op terreinen die in het kader van het verscherpt toezicht worden gemonitord nog op zich wachten. In het bijzonder op het laatst overgebleven terrein, milieubescherming, keurden de autoriteiten primaire wetgeving goed om het raamwerk inzake sancties en handhavingsbevoegdheden van inspectieautoriteiten te wijzigen, teneinde milieu-inspecties transparanter, bedrijfsvriendelijk en bevorderlijk voor zelfregulering te maken. De uitwerking van een beheermodel om een geharmoniseerde toepassing van het handhavingssysteem mogelijk te maken is noodzakelijk om deze hervorming te voltooien.
·De voltooiing van de specifieke toezegging inzake de ratificatie van boskaarten, die noodzakelijk is voor de voltooiing van het kadasterproject, heeft verdere vertraging opgelopen, deels vanwege de bosbranden eerder dit jaar. Hoewel er begrip bestaat voor deze factoren, brengen de herhaalde verlengingen van de termijn voor de ratificatie van de kaarten de tijdige voltooiing van de kadasterhervorming in gevaar. De autoriteiten gaven aan dat de kaarten medio 2022 kunnen worden geratificeerd, hetgeen aanzienlijke implementatierisico's met zich meebrengt.
Naast de vooruitgang op specifieke toezeggingen, juicht het verslag een aantal bredere structurele hervormingen toe die in het kader van het verscherpt toezicht door de autoriteiten op gang zijn gebracht. Daarbij gaat het met name om de volgende maatregelen:
·De nieuwe Project Preparation Facility, een eenheid binnen het privatiseringsbureau die investeringsprojecten begeleidt en brede ondersteuning biedt om projecten van strategisch belang versneld uit te voeren, waaronder projecten die in het Griekse herstel- en veerkrachtplan zijn opgenomen, is inmiddels volledig operationeel. De eerste reeks contracten die van strategisch belang worden geacht, en daarom met voorrang moeten worden opgenomen in de strategische projectpijpleiding, is op 8 november 2021 aan de Faciliteit overgedragen. Bovendien vorderen de autoriteiten gestaag bij de operationalisering van het nieuwe regelgevingskader voor overheidsopdrachten, ook in de bredere context van de onlangs aangenomen strategie. Goedkeuring van de resterende secundaire wetgeving voor de wet inzake overheidsopdrachten heeft enige vertraging opgelopen en zal nu naar verwachting eind november 2021 worden afgerond. Al deze maatregelen zijn van cruciaal belang voor de succesvolle implementatie van investeringen uit het Griekse herstel- en veerkrachtplan.
·Ook bij bredere hervormingen op het gebied van justitie werd goede progressie gemaakt, waaronder de invoering van gespecialiseerde kamers, de goedkeuring van het herziene Wetboek inzake de organisatie van justitie en de operationalisering van de 'JustStat'-eenheid, die tot taak heeft de kwaliteit van de gerechtelijke statistieken te verbeteren.
·De implementatie van nieuwe digitale diensten en toepassingen vordert gestaag, mede dankzij uitvoeringsmaatregelen om de systeeminteroperabiliteit en gegevensuitwisseling in het openbaar bestuur te bevorderen.
·Om de forse toename van het aantal personeelsleden met een tijdelijke aanstelling bij de overheidsdiensten sinds 2018 tegen te gaan, hebben een autoriteiten een plafond ingevoerd voor tijdelijk personeel dat in 2022 zal worden aangesteld, hetgeen moet worden toegejuicht. Door onvoorziene ontwikkelingen, zoals het onverwacht grote aantal leerkrachten dat met pensioen ging en de toegenomen vraag naar speciale ondersteuning voor leerlingen, was het echter niet mogelijk om de verwachte inkrimping te realiseren om daarmee de omzetting van de arbeidsovereenkomsten van 10500 tijdelijke leerkrachten in vaste contracten, die voor aanvang van het huidige schooljaar plaatsvond, volledig te compenseren. De autoriteiten hebben toegezegd de behoefte aan vast en tijdelijk onderwijspersoneel in kaart te brengen en ervoor te zorgen dat de nieuwe indienstnemingen van 3000 tijdelijke leerkrachten voor het volgende schooljaar zal worden gecompenseerd.
De Europese instellingen verwelkomen het voornemen van de autoriteiten om de personeelsbehoeften in het openbaar bestuur in kaart te brengen en na te gaan hoe bekwaam personeel kan worden aangetrokken, en benadrukken tegelijkertijd dat het van belang is de totale kosten van het openbaar bestuur te beheersen om op middellange termijn een prudent begrotingsbeleid in stand te houden. Het personeelsbestand binnen de overheidsdiensten steeg in totaal met 2,6 % sinds Griekenland in augustus 2018 uit het financiële steunprogramma stapte, vooral vanwege personeelsleden met een tijdelijke aanstelling, waarvan het aantal met 24,5 % toenam. Dit komt tot uiting in de loonsom, die naar verwachting met 6 % zal toenemen in de periode 2018-2022. In verhouding tot het bbp zal de loonsom in 2022 naar verwachting toenemen tot 9,5 %, tegenover 9,3 % in 2018(6). Aanhoudende nauwlettende monitoring en grotere inspanningen om het centrale toezicht op aanstellingsprocedures, maar ook het aanpakken van de bestaande ondoelmatigheden (7), zullen er mede voor zorgen dat de omvang en de kosten van het overheidsapparaat stabiel blijven. Tegelijkertijd worden de autoriteiten aangemoedigd om de in de uniforme salaristabel ingebouwde flexibiliteit te benutten om de overheid als een aantrekkelijke werkgever te blijven positioneren.
De banksector registreerde een forse daling van het volume niet-renderende leningen, maar kwetsbaarheidsfactoren blijven bestaan. Dankzij securitisatietransacties kwam het aandeel niet-renderende leningen in juni 2021 uit op 20,3 % (8), d.w.z. de helft van het aandeel eind 2019. De securitisaties van niet-renderende leningen leiden tot een toegenomen behoefte aan voorzieningen, die de winstgevendheid van banken en hun kapitaalposities op korte termijn weliswaar nadelig beïnvloedt, maar banken ook in staat zal stellen op termijn hun risicokosten te beperken en ruimte vrij te maken op hun balans voor nieuwe leningen. Het aandeel latente belastingvorderingen in het kapitaal van banken blijft hoog. Gedurende de zomer zijn succesvolle kapitaalversterkende maatregelen doorgevoerd, en andere staan gepland voor de komende maanden. Het risico van een cliff-edge-effect na het aflopen van de moratoria heeft zich tot dusver niet verwezenlijkt, maar neerwaartse risico's blijven bestaan.
De tenuitvoerlegging van overeengekomen beleidsmaatregelen in de financiële sector is verbeterd maar het inlopen van achterstanden blijft een uitdaging. De werking van het insolventieraamwerk wordt inmiddels ondersteund door de relevante elektronische infrastructuur. De gunningsprocedure voor het opzetten van de sale-and-lease-back-entiteit voor kwetsbare debiteuren heeft verdere vertraging opgelopen, maar dit lijkt geen invloed te hebben gehad op de tenuitvoerlegging van het insolventieraamwerk. Wat de specifieke toezegging om de achterstanden bij particuliere insolventiezaken weg te werken betreft, wordt vooruitgang geboekt maar het tempo blijft traag. Een groot aantal zaken is nog aanhangig, en voor circa 19,5 % daarvan is een nieuwe datum voor een hoorzitting vastgesteld, in sommige gevallen pas na 2022. De autoriteiten bereiden relevante maatregelen voor, onder meer om de zaken beter te behandelen in specifieke rechtbanken, teneinde de achterstand grotendeels in 2022 weg te werken, hetgeen een uitdaging blijft. Ondanks een versnelling van de achterstallige betalingen bij opgevraagde overheidsgaranties in het derde kwartaal van 2021, voldoet het tempo voor het wegwerken van betalingsachterstand nog altijd niet aan de verwachtingen. De autoriteiten hebben toegezegd maandelijkse updates te verschaffen over de vooruitgang bij het wegwerken van beide achterstanden (particuliere insolventiezaken en opgevraagde overheidsgaranties). De recente goedkeuring van een omvangrijke herziening van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering is toe te juichen, aangezien deze de rechtspleging naar verwachting zal versnellen en de doeltreffendheid van handhavingsprocedures zal vergroten, onder meer door het houden van elektronische veilingen. Er wordt ook gewerkt aan het doorvoeren van verbeteringen in het elektronische veilingplatform.
Overleg is gaande over de toekomst van het Hellenic Financial Stability Fund.De hervorming van het juridische raamwerk van het fonds zal zich naar verwachting richten op de looptijd, governance, strategie voor de afstoting van activa en bijzondere rechten van het fonds. De Griekse autoriteiten verwachten momenteel dat de wetswijziging later dit jaar zal worden goedgekeurd,
Al met al concludeert dit verslag dat Griekenland vooruitgang heeft geboekt bij het uitvoeren van zijn specifieke toezeggingen, zij het dat zich op sommige terreinen vertragingen hebben voorgedaan, die deels samenhangen met de uitdagende omstandigheden als gevolg van de pandemie of de rampzalige bosbranden in augustus 2021. De autoriteiten hebben specifieke toezeggingen in de energiesector en inzake het beheer van de overheidsfinanciën verwezenlijkt, en belangrijke en welkome stappen genomen om de meeste van hun specifieke toezeggingen vóór april 2022 te voltooien De Europese instituties verwelkomen de hechte en constructieve samenwerking op alle gebieden en moedigen de autoriteiten aan om de ontstane dynamiek vast te houden en de vertragingen te verhelpen, met name wat betreft de hervormingen van de financiële sector, het wegwerken van achterstallen, gezondheidszorg en justitie.
MACRO-ECONOMISCHE ONTWIKKELINGEN
Het herstel komt op stoom. De economie groeide in het eerste en tweede kwartaal van 2021 met respectievelijk 4,5 % en 3,4 % (op kwartaalbasis). De externe sector zal zich naar verwachting fors verbeteren in het derde kwartaal van 2021 door de goede voorlopige cijfers over het toerisme nadat het land in mei werd opengesteld voor toeristen, en het opheffen van mobiliteitsbeperkingen in de hele EU gedurende de zomer. Tegelijkertijd heeft de goederenuitvoer in de eerste helft van 2021 marktaandeel gewonnen en daarmee bijgedragen aan de groei over dezelfde periode. Ook de implementatie van investeringen uit het Griekse herstel- en veerkrachtplan en andere overheidssteunmaatregelen zullen naar verwachting gunstig uitpakken voor de reële bbp-groei in 2021. De netto buitenlandse directe investeringen in Griekenland namen in het tweede kwartaal van 2021 fors toe, maar het volume ervan uitgedrukt als percentage van het bbp ligt nog altijd ver onder het EU-gemiddelde. Mede dankzij de wereldwijde inflatiedruk bleef de inflatie in de zomermaanden toenemen.
De werkgelegenheid nam verder toe in de zomerperiode, dankzij overheidsregelingen om arbeidsplaatsen in kwetsbare sectoren te beschermen, terwijl het herstel van de economie en de grote vraag naar seizoensarbeiders in de toeristische sector de creatie van arbeidsplaatsen hebben versneld. Volgens de laatste gegevens uit het Ergani-informatiesysteem was de nettostroom van werknemers naar de particuliere sector gedurende het derde kwartaal van 2021 positief, met 6,7 % meer indienstnemingen dan het jaar voordien. De regeling werktijdverkorting (‘Synergasia’) bleef steun verschaffen aan rond 37800 werknemers in 3560 ondernemingen (september 2021). Het werkloosheidspercentage in september bedroeg 13,3 %, drie procentpunten onder het niveau van september 2020, dankzij het herstel, met name in de toeristische sector. De werkloosheid onder jongeren nam in het tweede kwartaal van het jaar af tot 38,5 %, maar is nog altijd 2,3 procentpunten hoger dan het betreffende percentage in het tweede kwartaal van 2020. Volgens de meest recente gegevens daalde het percentage mensen dat risico loopt op armoede of sociale uitsluiting in 2020 tot
27,5 %, 1,5 procentpunt onder het betreffende niveau in 2019.
Volgens de najaarsprognose 2021 van de Commissie zal het bbp in 2021 naar verwachting met 7,1% stijgen, en ook in 2022 en 2023 krachtige groei doormaken (respectievelijk 5,2 % en 3,6 %). Het onlangs goedgekeurde Griekse herstel- en veerkrachtplan moet de dynamiek in 2022 en 2023 grotendeels vasthouden en particuliere en publieke investeringen op termijn versterken. Nu dankzij de komst van buitenlandse toeristen geleidelijk een deel van de verliezen tegenover 2019 wordt goedgemaakt, is de verwachting dat de ontvangsten uit het toerisme in de komende jaren een belangrijke groei-aanjager blijven. Ondanks de stijging van de energieprijzen zal de nominale inflatie in 2021 naar verwachting net boven nul uitkomen, vanwege de negatieve inflatie in de eerste helft van het jaar. De huidige prognose gaat ervan uit dat de stijging van de energieprijzen van voorbijgaande aard is. De inflatie zou uitkomen op 1,0 % in 2022 en op 0,4 % in 2023.
De onder druk staande prijzen op de groothandelsmarkt voor elektriciteit in het derde kwartaal van 2021, als gevolg van de ontwikkeling van de wereldwijde gas- en olieprijzen, vormen een extra last voor huishoudens en bedrijven. De elektriciteitsprijzen in Griekenland stegen in september 2021 met 14 % ten opzichte van de maand voordien. Vergeleken met de rest van de EU liggen de energiekosten van huishoudens in Griekenland circa 14 % boven het EU-gemiddelde(9). De regering heeft maatregelen doorgevoerd om het effect te dempen(10). De relatief hoge elektriciteitsprijs brengt aanvullende risico's met zich mee voor de 'energie-armen' en huishoudens met lage of middellage inkomens. Op basis van de meest recente gegevens (2020) was circa 16,7 % van de Grieken niet in staat hun huizen naar behoren te verwarmen, ongeveer 8,5 procentpunten boven het EU-gemiddelde. De stijgende elektriciteitsprijzen komen voort uit een combinatie van internationale ontwikkelingen en binnenlandse factoren, zoals de afhankelijkheid van aardgas, terwijl volledige integratie in de pan-Europese energiemarkten en deelname aan vraagrespons (11) op de elektriciteitsmarkten nog een proces in volle gang is. Niettemin voorziet het Griekse herstel- en veerkrachtplan in aanvullende maatregelen als het gaat om de opwekking van duurzame energie, energie-efficiëntie, opslag en netwerkinvesteringen, hervormingen van de elektriciteitsmarkt, maar ook de verbinding van niet onderling verbonden eilanden met het vasteland. De tenuitvoerlegging van deze projecten zal eindafnemers naar verwachting beter beschermen tegen toekomstige schokken op middellange termijn.
Er zijn aanwijzingen dat de dynamiek van het bedrijfsleven mede dankzij de overheidssteunmaatregelen behouden is gebleven tijdens de pandemie. Op basis van bedrijfsdemografische gegevens(12) was het saldo van oprichtingen van nieuwe bedrijven minus sluitingen van bestaande bedrijven in 2020 nog altijd positief en overtrof het in de eerste twee kwartalen van 2021 het niveau van vóór de pandemie. Deze uitkomst werd tevens in de hand gewerkt door het herstel van de vraag in 2021, die de oprichting van nieuwe bedrijven versnelde, met name in de dienstensector. Deze gegevens moeten niettemin met de nodige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd, omdat Griekenland van oudsher een geringe ondernemingsdynamiek heeft (13); het effect van de pandemie zou daardoor kunnen worden onderschat.
De vooruitzichten blijven omgeven met grote onzekerheid en risico's. Het effect van de pandemie op de economische bedrijvigheid is in de afgelopen kwartalen afgenomen, maar het herstel staat of valt nog altijd met een mogelijke verergering van de pandemie, zowel nationaal als internationaal, en kwetsbaarheidsfactoren blijven bestaan. De uitfasering van de steunmaatregelen voor de particuliere sector en op de arbeidsmarkt zal daarnaast nauwlettend moeten worden gemonitord en zorgvuldig worden getimed om cliff-edge-effecten te voorkomen. De stijging van de energieprijzen en de knelpunten in de toeleveringsketen zijn extra factoren van onzekerheid voor de inflatieverwachtingen. De externe geopolitieke factoren en de mogelijke heropflakkering van de migratiecrisis wanneer de pandemie is weggeëbd, blijven een bron van onzekerheid. Positief is wel dat de aankopen die vorig jaar werden uitgesteld en nu deels weer mogelijk zijn dankzij de recentelijk toegenomen besparingen van huishoudens, een extra impuls kunnen geven aan de particuliere consumptie.
Tabel 1:Overzicht belangrijkste macro-economische variabelen (%) |
Bron: Europese Commissie |
BEGROTINGSONTWIKKELINGEN
Het begrotingsbeleid zal in 2021 accommoderend blijven en het herstel in heel 2022 blijven ondersteunen. De prognoses van de Commissie en van de autoriteiten komen in grote mate overeen en voorspellen een aanzienlijke vermindering van het primaire tekort in 2022.In de najaarsprognose 2021 van de Commissie wordt ermee gerekend dat het primaire tekort, dat in het kader van het verscherpt toezicht wordt gemonitord, zal teruglopen van 7,6 % van het bbp in 2021 tot 1,2 % van het bbp in 2022 (14). Dit is te vergelijken met een tekortprognose van 1,0 % van het bbp in het Griekse ontwerpbegrotingsplan 2022.De voor 2022 verwachte balansverbetering weerspiegelt het aanhoudende herstel en de uitfasering van de meeste noodmaatregelen. Tegelijkertijd zal de herstel- en veerkrachtfaciliteit (RRF) naar verwachting een aanzienlijk effect hebben op de groei, hetgeen weer positief uitpakt voor de overheidsontvangsten. De tekortprognose van de Commissie voor 2022 is iets hoger dan het tekort dat in het voorjaar van 2021 werd voorspeld. De herziening weerspiegelt de kosten van aanvullende maatregelen (zie hieronder) en hogere defensie-uitgaven in 2022 vanwege een eerder dan geplande levering van militair materieel, met een balansverslechterend effect van 0,1 % van het bbp in 2022.
De meeste aan de pandemie gerelateerde maatregelen zullen eind 2021 zijn uitgefaseerd, maar er zijn aanvullende maatregelen genomen om de door de bosbranden veroorzaakte schade te vergoeden, en kleinere permanente maatregelen werden eveneens goedgekeurd. De meeste goedgekeurde maatregelen om door de crisis getroffen huishoudens en bedrijven te ondersteunen zullen tegen eind 2021 naar verwachting geleidelijk zijn opgeheven. De steunmaatregelen zullen naar verwachting een begrotingseffect hebben van 6,4 % van het bbp in 2021 en 1,4 % van het bbp in 2022. De maatregelen die in 2022 van kracht blijven hebben tot doel het herstel te ondersteunen door de totale vraag en de werkgelegenheid te stimuleren en de gezondheidszorg verder te ondersteunen (15). Hiertoe behoren bijvoorbeeld:
·een verlaagd tarief voor sociale premies en een korting op de sociale solidariteitsheffing voor de particuliere sector;
·een verlengd programma voor wervingssubsidies dat 50000 nieuwe banen moet creëren door voor elke nieuwe arbeidsovereenkomst gedurende zes maanden de socialezekerheidsbijdragen te subsidiëren;
·verlaagde btw-tarieven voor vervoer, dranken en bioscoopkaartjes tot en met juni 2022;
·toegenomen zorguitgaven, deels gekoppeld aan de vaccinatiecampagne.
De ontwerpbegroting 2022 omvat maatregelen om de gevolgen van de verwoestende bosbranden in de zomer van 2021 aan te pakken. Hiertoe behoren subsidies en leningen, uitstel van belastingen en schuldverplichtingen, opschorting van de onroerendzaakbelasting (ENFIA) voor 2021-2023 voor de getroffen huishoudens en bedrijven en een tegemoetkoming in de kosten voor de heropbouw van de getroffen regio's.
Tot slot omvat de ontwerpbegroting een aantal nieuwe kleinere maatregelen ter ondersteuning van de economie, goed voor 0,1 % van het bbp, waarvan de kosten deels worden gedekt door de vrijmaking van niet-gebruikte reserves in de socialezekerheidsbegroting (16). Tot de maatregelen behoren:
·verlaging van de abonnementskosten voor mobiele telefonie;
·opschorting van de belasting op schenkingen van minder dan 800000 EUR tussen bloedverwanten van de eerste graad;
·verlaging met 50 % van de belasting op de accumulatie van kapitaal;
·stimulansen om de werkgelegenheid voor jongeren te bevorderen.
Naar aanleiding van de recente stijging van de energieprijzen kondigde Griekenland maatregelen aan om de economische en sociale gevolgen hiervan tegen te gaan. Na de forse stijging van de elektriciteitsprijzen voerden de autoriteiten een nieuwe subsidieregeling in die voorziet in een korting van 60 EUR/MWh voor de eerste 300 kWh die per maand wordt verbruikt tot aan het einde van het jaar voor alle laagspanningsverbruikers met variabele tariefcontracten, terwijl de kwetsbaarste huishoudens een toelage van 80 EUR/MWh (17) zullen ontvangen. Als de energieprijzen langer dan verwacht hoog blijven, worden de maatregelen mogelijk verlengd. De autoriteiten lieten weten dat, mochten toekomstige ontwikkelingen extra steun noodzakelijk maken, deze gericht zou worden verleend aan kwetsbare huishoudens en een automatisch aanpassingsmechanisme zou worden opgezet om dit soort onverwachte prijsschommelingen in de toekomst op te vangen. Ook verhoogden de autoriteiten de toelage voor stookkosten waar huishoudens met lage inkomens voor in aanmerking komen. Deze maatregelen vertegenwoordigen 0,2 % van het bbp in 2021 en zullen volledig worden gedekt door de toegenomen ontvangsten uit de rekening van het emissiehandelssysteem die bestemd zijn voor energiegerelateerde uitgaven. Deze maatregelen lijken grotendeels afgestemd op de mededeling van de Commissie (18) over het aanpakken van de stijgende energieprijzen, aangezien deze tijdelijk zijn en voornamelijk ten goede komen van kwetsbaardere consumenten. De ontwikkelingen op de energiemarkten wordt nauwlettend gemonitord door de Europese Commissie.
Grafiek 1: Bronnen van de wijziging in de begrotingsbalans tussen 2021 en 2022 |
Bron: Europese Commissie Opmerking: De grafiek geeft de uitsplitsing weer van de verbetering van het overheidssaldo dat in het kader van het verscherpt toezicht wordt gemonitord, van een primair tekort van 7,6 % van het bbp tot een primair tekort van 1,2 % van het bbp, in bijdragen aan de ontvangsten- en uitgavenzijde. |
De huidige beoordeling en prognose zijn met aanzienlijke risico's omgeven. De risico's hebben deels betrekking op de ontwikkeling van de pandemie, vooral de noodzaak van aanvullende steunmaatregelen bij een verdere escalatie van de gezondheidscrisis en de mogelijke activering van overheidsgaranties (19) die in het kader van de steunmaatregelen worden gegeven. Ook de ontwikkelingen op de energiemarkten kunnen aanleiding vormen voor aanvullende steunmaatregelen. De recente of geplande financiële beleidsregelingen, waaronder de sale-and-leaseback-regeling voor onroerend goed van kwetsbare debiteuren, kunnen een tekort- en schuldverhogend effect hebben, al naar gelang hun uiteindelijke statistische classificatie. Door lopende rechtszaken is de prognose met extra onzekerheid omgeven; hiertoe behoren een zaak over de retroactieve vergoeding voor kortingen van de aanvullende pensioenen en bijzondere uitkeringen, en geschillen met het overheidsvastgoedbedrijf (ETAD). Positief is dan weer dat, uitgaande van de voorlopige gegevens over de vennootschapsbelasting, de winstgevendheid van bedrijven in 2020 mogelijk minder zwaar getroffen is dan werd aangenomen, hetgeen zou leiden tot hogere belastingopbrengsten dit jaar.
FINANCIERING VAN DE OVERHEID
Kasreserves blijven groot. De kasreserves van de overheid bedroegen begin oktober 2021 bijna 40 miljard EUR, het hoogste niveau sinds eind 2019 (20). De toename van de kasbuffer is deels te danken aan de voorfinanciering van 4 miljard EUR die werd ontvangen uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit en aan de uitgiften van obligaties in september 2021. De financieringsvoorwaarden blijven gunstig, en ondanks de recente stijgingen bevinden de spreads voor het rendement op 10-jaarsobligaties zich sinds eind augustus 2021 nog altijd tussen 110 en 150 basispunten.
Het agentschap van de generale thesaurie overweegt om een ander deel van de Griekse staatsschuld bij institutionele crediteuren vervroegd af te lossen, volgens dezelfde stappen als die welke in het voorjaar van 2021 en daarvóór zijn genomen. In het bijzonder overweegt het agentschap om circa 5,3 miljard EUR van de in 2022 en 2023 verschuldigde Griekse kredietfaciliteit vervroegd af te lossen, en ook om de 1,8 miljard EUR aan uitstaande leningen bij het Internationaal Monetair Fonds in de komende maanden volledig af te lossen. Ofschoon dit pakket vervroegde aflossingen een te verwaarlozen invloed op de schuldhoudbaarheid op lange termijn heeft, valt het toch te prijzen, omdat het een positief signaal afgeeft aan de markt over de financiële positie van de Griekse staat, de gemiddelde looptijd van de Griekse schuld verlengt, besparingen op de rentelasten oplevert en het wisselkoersrisico beperkt.
SCHULDHOUDBAARHEIDSANALYSE
De actualisering van de analyse laat zien dat de risico’s voor de houdbaarheid van de schuld grotendeels ongewijzigd zijn gebleven ten opzichte van het elfde verslag, maar de onzekerheid blijft groot. De kortetermijnrisico's voor schuldhoudbaarheid blijven onder controle, terwijl de risico’s op de langere termijn aanzienlijker zijn in het lage-groei-scenario en het scenario met een hogere risicopremie. In het basisscenario daalt de schuld van 203 % van het bbp in 2021 tot circa 54 % van het bbp in 2060, terwijl de brutofinancieringsbehoeften voor de lange termijn onder 15 % van het bbp blijven. In het scenario met een hogere risicopremie daalt de schuld tegen 2060 tot 90 % van het bbp, en fluctueren de brutofinancieringsbehoeften vanaf de jaren 2030 rond 18 % van het bbp. In het scenario met een lage groei stabiliseert het schuldpeil niet en komen de brutofinancieringsbehoeften vanaf de jaren 2050 permanent boven 20 % van het bbp uit. De alternatieve scenario's laten zien dat potentiële veranderingen in de huidige lage-renteomgeving op middellange termijn en een zwakkere economische groei de schuldhoudbaarheid in negatieve zin zouden kunnen beïnvloeden.
Voor de geactualiseerde schuldhoudbaarheidsanalyse wordt uitgegaan van de volgende veronderstellingen:
·De veronderstellingen betreffende de reële bbp-groei bleven gebaseerd op de meest recente kortetermijnprognose van de Commissie voor de jaren 2021-2023. Voor de periode 2024-2031 omvatten de vooruitzichten nu het verwachte groei-effect van de investeringen uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit, uitgaande van de op basis van het QUEST-model aangepaste T+10-standaardsimulaties van de Commissie. De simulatie wordt gelijktijdig uitgevoerd voor alle lidstaten, en houdt daarom ook rekening met spill-over-effecten. Vóór deze actualisering waren de macro-economische vooruitzichten voor Griekenland gebaseerd op de berekeningen van de Commissie tot T+6 en daarna op het Vergrijzingsverslag 2021. De vooruitzichten hielden rekening met het effect van de herstel- en veerkrachtfaciliteit tot T+6. De groei op de lange termijn stemt nog altijd overeen met het Vergrijzingsverslag 2021.
·Aannames over de inflatie die verder gaan dan de korte termijn zijn gebaseerd op de ‘tienjaars-inflatieswaps tien jaar vooruit' (21) tot aan het tiende prognosejaar, en daardoor komen ze volledig overeen met de marktverwachtingen betreffende de kosten voor de financiering van de overheidsschuld. Na het tiende prognosejaar wordt aangenomen dat de inflatie lineair convergeert tot 2 % tegen het dertigste prognosejaar. Vóór deze actualisering werden de inflatieverwachtingen enkel tot het vijfde prognosejaar in aanmerking genomen.
·De aannames over het primaire saldo blijven de in het achtste verscherpt-toezichtverslag vastgelegde methodologie volgen. In het bijzonder is het primaire saldo afgestemd op de laatste prognose van de Commissie, die betrekking heeft op de jaren 2021-2023 en berust op de aanname van ‘geen beleidswijziging’, en daarna uitgaat van een primair saldo van 2,2 % van het bbp.
Als gevolg van deze methodologische aanpassingen namen de brutofinancieringsbehoeften in 2060 met 0,8 procentpunten af in het basisscenario en met 2,5 procentpunten in de andere scenario's.
Grafiek 2:Uitkomsten van de schuldhoudbaarheidsanalyse |
Bron: Europese Commissie |
Tabel 2:Belangrijkste aannames en uitkomsten van het basisscenario |
Bron: Diensten van de Commissie. |
Tabel 3:Belangrijkste aannames van de scenario’s |
Bron: Diensten van de Commissie. |
ONTWIKKELINGEN IN DE FINANCIËLE SECTOR
De toegenomen behoefte aan voorzieningen door securitisaties van niet-renderende leningen blijft op de winstgevendheid van banken drukken. Slechts twee van de vier systeembanken laten positieve resultaten zien. De winstgevendheid in de eerste helft van het jaar werd ondersteund door een aantal factoren, waaronder lagere bijzondere waardeverminderingen op leningen, hogere rentebaten in combinatie met lagere financieringskosten, hogere vergoedingen en lagere exploitatielasten. Hoge voorzieningen bij grote securitisaties van niet-renderende leningen hebben een nadelige invloed gehad op twee andere banken. Daardoor bleef de banksector in het tweede kwartaal van 2021 gecumuleerde verliezen boeken. De algehele kwaliteit van de netto rentebaten van banken wordt beter doordat deze baten met de lopende securitisaties, minder afhankelijk worden van opgebouwde rente van niet-renderende leningen. De winstgevendheid voor het hele jaar 2021 zal sterk beïnvloed worden door enerzijds de resterende securitisaties van niet-renderende leningen, waardoor de behoefte aan voorzieningen zal stijgen en de netto rentebaten zullen dalen (22), en anderzijds het herstel van de economische bedrijvigheid, die de vraag naar nieuwe leningen naar verwachting zal opdrijven, hetgeen meer inkomsten zal genereren. Op termijn zullen securitisaties van niet-renderende leningen banken echter in staat moeten stellen om hun risicokosten te beperken en ruimte vrij te maken op hun balans voor nieuwe leningen, hetgeen hun duurzame winstgevendheid ten goede komt.
De kapitaalpositie van Griekse banken wordt nog altijd nadelig beïnvloed door de kosten van de omvangrijke opschoning van de balansen van banken, maar wordt ondersteund door kapitaalversterkende maatregelen. De tier 1-kernkapitaalratio (CET1) en de totale kapitaalratio van banken bedroeg, aan het einde van het tweede kwartaal van 2021 en op geconsolideerde basis, respectievelijk 12,5 % en 15 % van de risicogewogen activa. Dit veronderstelt een daling ten opzichte van het vorige kwartaal (respectievelijk 13,6 % en 15,6 %), die reeds gebukt ging onder de uitfasering van tijdelijke prudentiële aanpassingen (23) en de jaarlijkse afschrijving van uitgestelde belastingvorderingen, waarvan de meeste gegarandeerd zijn. De succesvolle afronding begin juli van een kapitaalverhoging ter waarde van 800 miljoen EUR door één systeembank, die volgde op een eerdere kapitaalverhoging door een andere systeembank begin mei 2021, maar ook een reeks nakende kapitaalversterkende maatregelen zullen op termijn echter ondersteuning bieden, waardoor de Griekse systeembanken hun ambitieuze strategieën voor de afbouw van niet-renderende leningen verder ten uitvoer kunnen leggen. Deze inspanningen zullen verder worden bevorderd door de recente goedkeuring van een wetswijziging, die voor meer flexibiliteit moet zorgen bij de afschrijving van uitgestelde belastingvorderingen in verband met de verkoop en de securitisatie van niet-renderende leningen. Hoewel de kapitaalpositie nog altijd voldoet aan de wettelijke voorschriften, blijft deze een van de zwakste in de EU. De slechte kapitaalkwaliteit blijft een punt van zorg gezien het hoge aandeel van uitgestelde belastingvorderingen in het kapitaal van banken, dat in de tweede helft van 2021 uitkwam op 74 % van het CET1-kapitaal, vergeleken met 59 % eind 2020.
De banksector registreerde een forse daling van het volume niet-renderende leningen, maar kwetsbaarheidsfactoren blijven aanzienlijk. Dankzij securitisatietransacties nam het aandeel niet-renderende leningen eind juni 2021 sterk af tot 20,3 % op individuele basis, tegenover 30,1 % eind 2020 en 40,6 % eind 2019. Het blijft niettemin het hoogste aandeel in de eurozone. Dit komt overeen met een reductie van het volume niet-renderende leningen van 68,5 miljard EUR eind 2019 en 47,2 miljard EUR eind 2020 tot 29,4 miljard EUR in juni 2021. Andere securitisatietransacties staan gepland voor het eind het van het jaar, evenals de verkoop van portefeuilles met niet-renderende leningen. Hierdoor hadden alle vier de systeembanken er vertrouwen in dat ze uiterlijk eind 2022 zullen voldoen aan de doelstelling om het aandeel niet-renderende leningen tot onder de 10 % terug te brengen. Wat de omvang van de instroom van nieuwe niet-renderende leningen betreft, boekten drie van de vier systeembanken in het tweede kwartaal van 2021 nog altijd een netto-instroom(24) van niet-renderende leningen, voornamelijk in het segment bedrijfsleningen en woninghypotheken.
Grafiek 3:Ontwikkeling van het aandeel niet-renderende leningen van Griekse banken |
(*) Het cijfer voor 2021 betreft gegevens tot aan juni 2021 Bron: Bank of Greece Opmerking: Bruto niet-renderende leningen als percentage van alle leningen aan consumenten, voor leningen op de balans overeenkomstig de definities van de Europese Bankautoriteit. |
Het risico van een aanzienlijk negatief effect op de kwaliteit van activa na het aflopen van de moratoria heeft zich tot dusver niet verwezenlijkt, maar neerwaartse risico's blijven bestaan. Banken rapporteren momenteel een wanbetalingspercentage van 7 % voor leningen na het opheffen van moratoria, veel lager dan de oorspronkelijke verwachtingen. Hoewel verreweg de meeste moratoria eind 2020 zijn afgelopen, zijn diverse maatregelen nog altijd van kracht: voornamelijk de twee Gefyra-regelingen (zie hieronder) en, in mindere mate, de step-up-producten waarbij banken een betaalpauze aanbieden aan levensvatbare cliënten die tijdelijk met moeilijkheden kampen en de resterende betalingsmoratoria voor de horecasector. Twee tijdelijke regelingen die de autoriteiten hebben opgezet waarbij door het coronavirus getroffen debiteuren met renderende of herschikte leningen subsidie ontvangen voor een aantal tranches van hun lening ("Gefyra"- en "Gefyra II"-regelingen) worden momenteel ten uitvoer gelegd(25). Bijgevolg wordt het volledige effect van de pandemie op de activakwaliteit van de banken mogelijk pas in 2022 merkbaar. Doordat neerwaartse risico's blijven bestaan, moeten banken wellicht hun voorzieningen handhaven.
De vertraging van de nettokredietverlening aan niet-financiële vennootschappen houdt aan. In september 2021 daalde het jaarlijkse groeipercentage van nettokredieten aan niet-financiële vennootschappen tot 2,8 %, tegenover 6,7 % in april en 10 % in december 2020, voornamelijk vanwege de negatieve nettokredietverlening aan grote ondernemingen. Het desbetreffende percentage voor huishoudens blijft negatief (-2,7 %) en is in de afgelopen twaalf maanden min of meer gelijk gebleven. De dalende trend voor niet-financiële vennootschappen staat in schril contrast tot de bovengemiddelde prestaties van vorig jaar, die toen mede te danken waren aan de introductie van financiële instrumenten door de Hellenic Development Bank om bedrijven te helpen de gevolgen van de pandemie het hoofd te bieden (het fonds voor COVID-19-garanties voor bedrijven(26) en ‘Tepix II’-regelingen). De voor deze regelingen uitgetrokken middelen raken nu geleidelijk uitgeput(27) doordat specifiekere regelingen ervoor in de plaats komen. De laatste ontwikkelingen op het gebied van kredietverlening weerspiegelen een vrij zwakke kredietvraag, doordat bedrijven kunnen terugvallen op liquiditeitsbuffers die ze in de voorgaande kwartalen uit voorzorg hebben opgebouwd. De huidige prestaties worden tevens beïnvloed door terugbetalingen van omvangrijke kredieten door een aantal grote ondernemingen, die bankleningen vervangen door goedkopere financiering via de uitgifte van obligaties. De ongekend lage kredietkosten van niet-financiële vennootschappen zijn in september verder gedaald (2,7 %, tegenover 3,0 % eind 2020), beduidend lager dan de kredietkosten voor bedrijven zonder rechtspersoonlijkheid (5,1 %) of huishoudens (4,9 %) (28).
Het Hellenic Financial Stability Fund heeft in het kader van de omzetting van de uitgestelde belastingkredieten van de bank een meerderheidsbelang verworven in een minder belangrijke instelling. De autoriteiten keurden de vereiste wetgeving goed die de operationalisering van de omzettingsprocedure voor de uitgestelde belastingkredieten mogelijk maakt, waarbij de staat een equivalente waarde in aandelen ontvangt, nadat de bank in 2020 nettoverliezen rapporteerde. Daarnaast hebben de autoriteiten een wetswijziging goedgekeurd om te voorkomen dat het fonds verplicht is een openbaar bod op de resterende aandelen uit te brengen, omdat het nu meer dan de door de huidige wetgeving vastgelegde drempel van 1/3 van de aandelen bezit. Het fonds buigt zich momenteel(29) over de mogelijkheid om samen met particuliere investeerders deel te nemen in de verhoging van het aandelenkapitaal van de bank, teneinde huidige en toekomstige kapitaalbehoeften als gevolg van de nakende opschoning van zijn balans af te dekken. De voormalige vice-bestuursvoorzitter van het fonds is op 21 mei 2021 benoemd tot bestuursvoorzitter. De nieuwe vice-bestuursvoorzitter werd op 16 november benoemd.
- (1)
()Verordening (EU) nr. 472/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 21 mei 2013 betreffende de versterking van het economische en budgettaire toezicht op lidstaten in de eurozone die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit, PB L140 van 27.5.2013, blz. 1.
- (2)
()Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/1279 van de Commissie van 28 juli 2021 betreffende de verlenging van verscherpt toezicht voor Griekenland.
- (3)
- (4)
()Medewerkers van de Europese Centrale Bank hebben, in overeenstemming met de bevoegdheden van de Europese Centrale Bank, aan de evaluatiemissie deelgenomen en leverden zo deskundigheid aan over beleidsmaatregelen voor de financiële sector en macro-kritische kwesties, zoals nominale begrotingsdoelstellingen en houdbaarheid en financieringsbehoeften. Voorafgaand aan de evaluatiemissie was er een technische missie – op afstand – van 11 tot en met 15 oktober 2021.
- (5)
()Zoals vermeld in het vierde verscherpt-toezichtverslag (november 2019), beloofden de Griekse autoriteiten na de opheffing van de NOME (Nouvelle Organisation de Marché de l’Electricité), hetgeen een specifieke toezegging voor eind 2019 was, aanvullende structurele maatregelen door te voeren om tot een alternatieve oplossing voor de antitrustzaak te komen, die hiermee zijn voltooid.
- (6)
()Ad-hocfactoren zoals de in 2018 betaalde loonkostenvergoedingen, de toename van socialezekerheidsbijdragen, die begrotingsneutraal is, en de tijdelijke toename van de lonen in de gezondheidszorg als gevolg van de pandemie, zijn in de berekening opgenomen.
- (7)
()De ondoelmatigheden betreffen onder meer het lage opleidingsniveau van ambtenaren, het feit dat het personeelsbeleid niet voorziet in prestatiebeoordelingen, en de vermeende geringe integriteit in het openbaar bestuur. Deze werden in kaart gebracht met behulp van het raamwerk voor de beoordeling van het openbaar bestuur, gebaseerd op OECD (2017): SIGMA, Methodological Framework for the Principles of Public Administration.
- (8)
()Bron: Bank of Greece, op individuele basis.
- (9)
()Gegevens zijn gecorrigeerd voor koopkrachtstandaarden (KKS), hetgeen verschillen in het algemene prijsniveau tussen landen wegneemt. De gegevens hebben betrekking op september 2021. Bron: Household Energy Price Index for Europe, VAASAETT, 1 oktober 2021.
- (10)
()Zie hieronder voor een beoordeling van de steunmaatregelen naar aanleiding van de stijgende energieprijzen.
- (11)
()Zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 20, van Richtlijn (EU) 2019/944, is "vraagrespons" de verandering van de elektriciteitsbelasting door eindafnemers ten opzichte van hun normale of bestaande verbruikspatronen, in reactie op de marktsignalen, waaronder tijdvariabele elektriciteitsprijzen of financiële prikkels, of in reactie op het aanvaarden van het bod van de eindafnemer, individueel of via aggregatie, om vraagvermindering of -verhoging voor een bepaalde prijs te verkopen op de georganiseerde markt, zoals gedefinieerd in Artikel 2, punt 4, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1348/2014 van de Commissie;
- (12)
()Bron: ELSTAT, https://www.statistics.gr/en/statistics/-/publication/SBR05/-.
- (13)
()Diepgaande evaluatie voor Griekenland overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden, 2 juni 2021, SWD(2021) 403.
- (14)
()Het nominale saldo van 2020 is in de BTP-kennisgeving van oktober 2021 met -0,4 procentpunten van het bbp bijgesteld, van -9,7 % van het bbp tot -10,1 % van het bbp . -0,2 procentpunten van de herziening is toe te schrijven aan de bijstelling in verband met EU-stromen, naar aanleiding van geactualiseerde informatie over vorderingen waarvan niet meer wordt verwacht dat ze bij de EU worden ingediend. 0,1 procentpunt van de herziening is toe te schrijven aan de geactualiseerde gegevensbronnen inzake leveringen van militair materieel.
- (15)
()Zie ook de beoordeling van het ontwerpbegrotingsplan 2022 in het advies van de Commissie over het ontwerpbegrotingsplan van Griekenland, C(2021)9503 en SWD(2021)915. Daarbij moet worden aangetekend dat de algemene ontsnappingsclausule – die in 2022 actief blijft – de mogelijkheid biedt om tijdelijk af te wijken van de begrotingseisen, op voorwaarde dat een en ander de budgettaire houdbaarheid op middellange termijn niet in het gedrang brengt. Deze clausule werd aanvankelijk in maart 2020 geactiveerd voor 2020 en nadien verlengd tot 2021, zoals aangegeven in de jaarlijkse strategie voor duurzame groei 2021. Op basis van haar voorjaarsprognose 2021 was de Commissie op 2 juni van oordeel dat was voldaan aan de voorwaarden om de algemene ontsnappingsclausule in 2022 te blijven toepassen en vanaf 2023 te deactiveren. Landspecifieke omstandigheden zullen ook na de deactivering van de algemene ontsnappingsclausule verder worden meegewogen.
- (16)
()De ontwerpbegroting bevat daarnaast ook maatregelen uit de in juni 2021 door Griekenland gepresenteerde begrotingsstrategie op middellange termijn en de voorjaarsprognose 2021 van de Commissie, waaronder een verlaging van de vennootschapsbelasting van 24 % tot 22 % vanaf het belastingjaar 2021. Zie het tiende verscherpt-toezichtverslag voor een beoordeling van deze maatregelen: COM(2021) 528 final.
- (17)
()Na de presentatie van het Griekse ontwerpbegrotingsplan en de afsluitingsdatum van de najaarsprognose 2021 van de Commissie, kondigden de autoriteiten een verhoging aan van de elektriciteitstoelage voor november en december tot 130 EUR/MWh voor de eerste 300 kWh voor alle laagspanningsverbruikers en tot 150 EUR/MWh voor de kwetsbaarste huishoudens. De extra kosten van 0,1 % van het bbp zullen worden gedekt door de toegenomen ontvangsten uit het emissiehandelssysteem.
- (18)
()COM(2021) 660 final: Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - De stijgende energieprijzen aanpakken: een toolbox met initiatieven en steunmaatregelen, Brussel, 13.10.2021.
- (19)
()Tot dusver zijn nog geen garanties opgevraagd. Het tekort in 2020 omvat alle voorzieningen ter waarde van 85 miljoen EUR om de eventuele opvraging van garanties te dekken.
- (20)
()Het saldo op de kasbufferrekening bleef ongewijzigd op 15,7 miljard EUR. De kasbufferrekening groeide ook aan via uitkeringen in het kader van het derde steunprogramma, en is bestemd voor de schuldendienst. Griekenland mag dit bedrag, na goedkeuring van de bestuursorganen van het Europees Stabiliteitsmechanisme, ook voor andere doelstellingen gebruiken.
- (21)
()De 10-jaars forward swap rate 10 jaar vooruit verwijst naar de verwachtingen betreffende de 10-jaars inflatie over tien jaar.
- (22)
()Securitisaties van niet-renderende leningen leiden tot een recurrent verlies van netto rentebaten, aangezien de opgebouwde rentebaten uit de portefeuilles met overgedragen niet-renderende leningen verloren gaan. Aangezien opgebouwde rentebaten wel a verworven zijn, maar nog niet ontvangen, wordt de gemiddelde kwaliteit van de recurrente netto rentebaten van de bank er beter op.
- (23)
()Bij deze overgangsregeling gaat het om de infasering van de nieuwe boekhoudkundige normen voor bijzondere waardeverminderingen van financiële activa en de invoering van nieuwe regels waardoor banken niet-renderende blootstellingen sneller moeten afschrijven, overeenkomstig Verordening (EU) 2019/630 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 en de desbetreffende handvatten van toezichthouders.
- (24)
()De term 'netto-instroom' verwijst naar het verschil tussen het aantal nieuwe niet-renderende leningen en het volume eerder gegenereerd niet-renderende leningen die zijn omgevormd tot 'cured loans' of waarvan de zekerheid in een bepaalde periode is uitgewonnen.
- (25)
()Alle aanvragen in het kader van de Gefyra I-regeling zijn verwerkt, met 101962 in aanmerking komende debiteuren, goed voor 8,6 miljard EUR aan leningen, voornamelijk renderend (86,6 %). Voor Gefyra II zijn 40315 aanvragen ingediend waarvan er eind september slechts 13787 subsidiabel werden geacht, hetgeen overeenkomt met 6,7 miljard EUR aan leningen, veelal renderend (86 %). Ook hebben de autoriteiten de eerste regeling met drie maanden verlengd, tegen een gereduceerd subsidiepercentage, om een geleidelijkere terugkeer naar een normaal betaalpatroon voor door het coronavirus getroffen debiteuren mogelijk te maken.
- (26)
()Eind augustus 2021 had de regeling 1,7 miljard EUR aan garanties verstrekt (bron: Table C.2, General Government Monthly Data Bulletin, August 2021, General Accounting Office). Tot dusver zijn naar verluidt nog geen garanties opgevraagd.
- (27)
()Het is een veelzeggend dat, in de eerste acht maanden van 2021, uitkeringen van leningen voor de twee door de Hellenic Development Bank aangeboden financiële instrumenten 1,3 miljard EUR bedroegen, tegenover 6,4 miljard EUR voor heel 2020. Bron: Hellenic Development Bank.
- (28)
()Bron: Bank of Greece, jaarlijkse percentages exclusief vergoedingen.
- (29)
()Sinds 16 november 2021.