Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/789 waarbij Hongarije wordt gemachtigd een bijzondere maatregel in te voeren die afwijkt van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde
Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/789 waarbij Hongarije wordt gemachtigd een bijzondere maatregel in te voeren die afwijkt van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD
Brussel, 30.7.2021 |
COM(2021) 433 final |
2021/0247(NLE) |
Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/789 waarbij Hongarije wordt gemachtigd een bijzondere maatregel in te voeren die afwijkt van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde |
TOELICHTING
Overeenkomstig artikel 395, lid 1, van Richtlijn 2006/112/EG van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde 1 (hierna "de btw-richtlijn" genoemd) kan de Raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen elke lidstaat machtigen bijzondere, van de bepalingen van deze richtlijn afwijkende maatregelen te nemen, teneinde de belastinginning te vereenvoudigen of bepaalde vormen van belastingfraude of -ontwijking te voorkomen.
Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 18 februari 2021, heeft Hongarije verzocht om machtiging tot voortzetting van de derogatie van artikel 193 van de btw-richtlijn betreffende de tot voldoening van de btw gehouden persoon ter zake van bepaalde prestaties verricht door belastingplichtigen in liquidatie of waartegen een andere procedure loopt waarbij officieel hun staat van insolventie is vastgesteld. Overeenkomstig artikel 395, lid 2, van de btw-richtlijn heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 7 april 2021 van het verzoek van Hongarije in kennis gesteld. Bij brief van 8 april 2021 heeft de Commissie Hongarije meegedeeld dat zij over alle benodigde gegevens beschikte voor de beoordeling van het verzoek.
Hoewel Hongarije heeft verzocht om verlenging van de derogatie tot en met 31 december 2026, wordt voorgesteld toe te staan de derogatie tot en met 31 december 2024 te verlengen. Een derogatie waarbij gebruik wordt gemaakt van de verleggingsregeling is een laatste redmiddel en moet zo veel mogelijk in de tijd worden beperkt. Bovendien moet die periode volstaan om andere klassieke maatregelen te nemen om de verliezen voor de overheidsbegroting te verminderen, met name verliezen die verband houden met frauduleus gedrag, zodat wordt voorkomen dat deze maatregel nogmaals moet worden verlengd.
2021/0247 (NLE) |
Voorstel voor een |
Het voorstel voor een uitvoeringsbesluit strekt ertoe de belastinginkomsten en de budgettaire belangen te vrijwaren ten aanzien van bedrijven waartegen een insolventieprocedure loopt, voor zover deze bedrijven kapitaalgoederen dan wel goederen of diensten met een normale waarde van meer dan 100 000 HUF leveren. Volgens Hongarije heeft de toepassing van de verleggingsregeling op dit soort transacties de belastinginning daadwerkelijk vereenvoudigd en belastingontduiking voorkomen. De uitvoering van de maatregel heeft de inkomstenderving voor de overheid beperkt en heeft extra begrotingsinkomsten van ongeveer 1,5-2 miljard HUF (ongeveer 4,2-5,6 miljoen EUR) per jaar gegenereerd. Daarom heeft de derogatiemaatregel een positief effect, zij het zeer beperkt. Gezien dit beperkte effect moet Hongarije andere, klassieke maatregelen nemen om de verliezen voor de begroting te beperken, waarmee vergelijkbare resultaten zouden kunnen worden behaald.
Gelet op de beperkte werkingssfeer en toepassingsduur van de derogatie zal het effect in ieder geval beperkt zijn.
Het voorstel bevat een vervalbepaling en verstrijkt op 31 december 2024.
tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/789 waarbij Hongarije wordt gemachtigd een bijzondere maatregel in te voeren die afwijkt van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde 3 , en met name artikel 395, lid 1, eerste alinea,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
Overeenkomstig artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG is de belastingplichtige die op belastbare wijze goederen levert of diensten verricht, in de regel ook de persoon die tot voldoening van de btw is gehouden.
Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/789 van de Raad 4 , is Hongarije gemachtigd tot invoering van een maatregel die afwijkt van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG, wat betreft de tot voldoening van de btw gehouden persoon (“de bijzondere maatregel”) wanneer bepaalde prestaties worden verricht door een belastingplichtige die in liquidatie is of in een andere procedure waarbij officieel zijn staat van insolventie is vastgesteld.
Bij brief van 18 februari 2021 heeft Hongarije bij de Commissie een verzoek ingediend om de machtiging tot toepassing van de bijzondere maatregel te verlengen tot en met 31 december 2026 (hierna “het verzoek” genoemd). Hongarije heeft tegelijk met het verzoek een verslag ingediend, waarin het onder meer een evaluatie van de speciale maatregel heeft opgenomen.
Overeenkomstig artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie het verzoek bij brief van 7 april 2021 aan de andere lidstaten toegezonden. Bij brief van 8 april 2021 heeft de Commissie Hongarije meegedeeld dat zij over alle benodigde gegevens beschikte voor de beoordeling van het verzoek.
Hongarije voert aan dat belastingplichtigen die in liquidatie of in staat van insolventie zijn, vaak de verschuldigde btw niet afdragen. Tegelijkertijd is de koper een belastingplichtige met recht op aftrek die nog altijd de btw in mindering kan brengen; dit heeft negatieve gevolgen voor de begroting en de liquidatie wordt zo gefinancierd. Hongarije heeft ook fraude geconstateerd waarbij bedrijven in liquidatie fictieve facturen uitreiken aan actieve bedrijven, waardoor de belasting die deze bedrijven moeten betalen, fors daalt zonder dat er een garantie is dat de uitreiker van de factuur de verschuldigde btw betaalt.
Overeenkomstig artikel 199, lid 1, punt g), van Richtlijn 2006/112/EG kunnen de lidstaten bepalen dat de btw moet worden voldaan door de belastingplichtige aan wie onroerend goed wordt geleverd dat in een openbare verkoop op grond van een executoriale titel door de executieschuldenaar is verkocht (“de verleggingsgregeling”). De speciale maatregel stelt Hongarije in staat de verleggingsregeling ook toe te passen op andere leveringen door belastingplichtigen in staat van insolventie, namelijk de levering van kapitaalgoederen en de levering van andere goederen of diensten met een normale waarde van meer dan 100 000 HUF.
Op grond van door Hongarije verstrekte informatie heeft de toepassing van de verleggingsregeling op dat soort transacties de belastinginning daadwerkelijk vereenvoudigd en belastingontduiking voorkomen. De uitvoering van de maatregel heeft de inkomstenderving voor de overheid beperkt en heeft extra begrotingsinkomsten gegenereerd. Bovendien kunnen de economische gevolgen van de COVID-19-uitbraak in de nabije toekomst tot een sterke toename van het aantal liquidaties leiden, wat de noodzaak van verlenging van de bijzondere maatregel onderstreept.
De gevraagde derogatie moet in de tijd worden beperkt om de belastingdienst de tijd te geven om in de periode totdat de derogatiemaatregel is verstreken andere, klassieke maatregelen te nemen om het probleem aan te pakken en de verliezen voor de overheidsbegroting te verminderen, met name verliezen die verband houden met frauduleuze praktijken, zodat een verlenging van de derogatie overbodig wordt. Een derogatie op grond waarvan de verleggingsregeling kan worden gebruikt, wordt slechts bij uitzondering verleend voor specifieke frauduleuze gebieden en moet als een laatste redmiddel worden gezien. De machtiging mag daarom slechts tot en met 31 december 2024 worden verlengd.
De derogatiemaatregel zal geen negatieve gevolgen hebben voor de eigen middelen van de Unie uit de btw.
Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/789 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In artikel 2 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/789 wordt de tweede alinea vervangen door:
“Dit besluit verstrijkt op 31 december 2024.”
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot Hongarije.
Gedaan te Brussel,