Bekendmaking van een aanvraag tot registratie van een naam overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen 2021/C 463/20
Bekendmaking van een aanvraag tot registratie van een naam overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen 2021/C 463/20
16.11.2021 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 463/24 |
Bekendmaking van een aanvraag tot registratie van een naam overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen
(2021/C 463/20)
Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) binnen drie maanden na de datum van deze bekendmaking bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag.
ENIG DOCUMENT
“Zagorski bagremov med”
EU-nr.: PDO-HR-02612 – 1 juni 2020
BOB (X) BGA ( )
1. Naam/Namen [van de BOB of de BGA]
“Zagorski bagremov med”
2. Lidstaat of derde land
Republiek Kroatië
3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel
3.1. Productcategorie
Categorie 1.4 Andere producten van dierlijke oorsprong (eieren, honing, diverse zuivelproducten met uitzondering van boter enz.)
3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is
3.2.1. Definitie van het product
“Zagorski bagremov med” wordt geproduceerd uit de nectar van acacia (Robinia pseudoacacia), als overheersende plantensoort, en van begeleidende honingdragende planten uit de regio Hrvatsko Zagorje. De specifieke geomorfologische en klimatologische omstandigheden in de regio hebben de opkomst van de begeleidende plantensoorten beïnvloed, die samen met de voornaamste drachtplant van invloed zijn op de botanische oorsprong van de honing. Het product wordt in de handel gebracht in de vorm van slingerhoning, raathoning of slingerhoning met raatbrokken.
3.2.2. Melissopalynologische eigenschappen
Naast het pollen van acacia (Robinia pseudoacacia) kan ook pollen van de volgende drachtplanten voorkomen in het pollenspectrum van “Zagorski bagremov med”: rode kornoelje (Cornus sanguinea), sporkehout (Frangula alnus), Loranthus europaeus, planten van de composietenfamilie (Asteraceae), esdoorn (Acer spp.), rode klaver (Trifolium pratense), paardenbloem (Taraxacum officinale), planten van de kruisbloemenfamilie (Brassicaceae), fruitsoorten (Prunus spp.), planten van de paardenbloemachtige composietenfamilie (Asteraceae: geslacht Taraxacum) planten van de schermbloemenfamilie (Apiaceae), mosterdplanten (Sinapis spp.), linden (Tilia spp.), rolklaver (Lotus corniculatus), knoopkruid (Centaurea spp.), en het pollen van andere plantensoorten in kleinere verhoudingen. Pollen van de volgende niet-nectarproducerende plantensoorten kunnen ook aanwezig zijn in het pollenspectrum: es (Fraxinus spp.), kropaar (Dactylis glomerata), planten van de grassenfamilie (Poaceae), weegbree (Plantago spp.), spirea (Filipendula spp.), zegge (Carex spp.), eik (Quercus spp.) en papaver (Papaver spp.).
De totale hoeveelheid pollen in “Zagorski bagremov med”, minus het pollengehalte van niet-nectarproducerende plantensoorten, moet voor meer dan 27 % uit pollen van acacia (Robinia pseudoacacia) bestaan.
3.2.3. Organoleptische kenmerken
“Zagorski bagremov med” heeft de volgende organoleptische kenmerken:
Uiterlijk
Kleur: zeer licht, variërend van bijna kleurloos tot licht- en strogeel, afhankelijk van hoe monofloraal het honingmonster is.
Helderheid: zeer helder.
Kristallisatie: De honing blijft lang in een vloeibare toestand en kristalliseert zelden.
Geur
Niet intens, en kan een waarneembare geur van acaciabloem en verse bijenwas hebben, afhankelijk van hoe unifloraal het honingmonster is.
Smaak
Middelmatig tot zeer zoet, met een lage zuurgraad.
Aroma
Kort tot middellang aroma van vanille, acaciabloem, zuivere honingraat en verse boter.
3.2.4. Fysisch-chemische eigenschappen
Watergehalte: maximaal 18,0 %
Elektrische geleidbaarheid: maximaal 0,25 mS/cm
Gehalte aan hydroxymethylfurfural (HMF): maximaal 15 mg/kg honing.
3.3. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)
Het is verboden de bijenkoloniën te voederen terwijl de bijen aan het foerageren zijn.
3.4. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden
Alle stadia van de productie van “Zagorski bagremov med” (foerageren en extraheren) moeten plaatsvinden in het in punt 4 afgebakende geografische gebied.
3.5. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
Om de kwaliteit en traceerbaarheid van het product te waarborgen, moet “Zagorski bagremov med” in het afgebakende geografische gebied worden verpakt. Tijdens het vervoer kunnen ongeschikte (hoge) temperaturen de fysisch-chemische parameters en organoleptische kenmerken van “Zagorski bagremov med” veranderen of ertoe leiden dat de honing ongewenste vreemde geuren opneemt of vocht uit de lucht aantrekt. Daarom worden hermetische deksels gebruikt voor het verpakken van de honing en wordt het gebruik van metalen deksels aanbevolen.
Voor het verpakken van de honing worden verpakkingen van verschillende grootte gebruikt, afhankelijk van de marktomstandigheden, en wordt daarvan een register bijgehouden.
3.6. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
Alvorens in de handel te worden gebracht, moet op elke verpakking het speciale logo van “Zagorski bagremov med” zijn aangebracht, dat groter moet zijn dan de andere vermeldingen op de verpakking. De grafische voorstelling van het logo bestaat uit een zwarte achtergrond, met de tekst “ZAGORSKI BAGREMOV MED” in het midden, de woorden “zagorski” en “med” in het wit en het woord “bagremov” in het geel. Links van de tekst staan drie gestileerde witte bijen van verschillende grootte (figuur 1).
Figuur 1: het logo van “Zagorski bagremov med”.
4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied
Het geografische productiegebied van “Zagorski bagremov med” omvat de regio Hrvatsko Zagorje, meer bepaald: de provincie Krapina-Zagorje in haar geheel; het westelijke deel van de provincie Varaždin, dat de steden en gemeenten Bednja, Lepoglava, Ivanec, Novi Marof, Breznički Hum en Breznica omvat; en de rand van de provincie Zagreb die grenst aan de provincies Krapina-Zagorje en Varaždin en die de gemeenten Brdovec, Marija Gorica, Pušća, Dubravica, Luka, Jakovlje, Bistra en Bedenica en de plaatsen Kupljenovo, Bregovljana, Hruševec Kupljenski en Pojatno omvat.
5. Verband met het geografische gebied
Specificiteit van het geografische gebied
Natuurlijke vegetatie en extensieve landbouw zijn kenmerkend voor het grootste deel van de regio Hrvatsko Zagorje, die weinig intensieve landbouwproductie of industrie kent. Het in punt 4 afgebakende geografische gebied biedt dus optimale omstandigheden voor de ontwikkeling van de bijenteelt.
De specificiteit van “Zagorski bagremov med” wordt grotendeels bepaald door topografische en klimatologische factoren en de florale rijkdommen van het afgebakende geografische gebied.
Het afgebakende geografische gebied heeft een vochtig klimaat van het continentale type. De winter is relatief zacht, de zomer redelijk warm, de herfst iets warmer dan de lente, en de gemiddelde waarden van beide overgangsseizoenen zijn hoger dan de gemiddelde jaartemperatuur. In de late herfst en de winter is het vaak warmer en zonniger op de heuvels dan in de vlakten. In de valleien vriest het geregeld, iets waarvan de heuvels gespaard blijven. Hrvatsko Zagorje heeft een continentaal neerslagpatroon, met frequente, zware regenval in mei, juni en juli, d.w.z. tijdens de vegetatieperiode. In november is er opnieuw een neerslagpiek terwijl in februari en maart de minste neerslag valt. De jaarlijkse neerslag bedraagt ongeveer 1 000 mm. Het heuvelachtige terrein beïnvloedt de winden. Westenwinden komen het vaakst voor, gedurende 45 % van het jaar, gevolgd door oostenwinden, gedurende 29 % van het jaar, terwijl het ongeveer 6 % van het jaar windstil is. De maximale windsterkte varieert van kracht 6 tot kracht 9 en de sterkste winden waaien van de late herfst tot de vroege lente (Crkvenčić et al., 1974b, in: Geografija SR Hrvatske [Geografie van de Socialistische Republiek Kroatië], blz. 69-81).
Een specifiek en herkenbaar kenmerk van Hrvatsko Zagorje is zijn veelheid aan heuvels, die de acaciaopstanden behoeden voor late voorjaarsvorst. Door het heuvelachtige terrein kan de acacia langer bloeien – en kunnen de bijen zich langer met zijn nectar voeden – aangezien de acacia eerst in de beschermde lagergelegen gebieden bloeit en pas daarna op grotere hoogten. Terwijl bijen gemiddeld ongeveer tien tot twaalf dagen acacianectar verzamelen in de vlakten van Kroatië, loopt dit in het afgebakende geografische gebied door het reliëf van het landschap op tot twintig dagen (Šimić, 1980, in: Naše medonosno bilje [Onze honingdragende planten], blz. 84 en 85).
De klimatologische omstandigheden in het afgebakende geografische gebied hebben een grote invloed op de afscheiding van nectar. Volgens Farkas en Zajacz (2007) (Nectarproductie voor de Hongaarse honingindustrie, blz. 134), zijn de optimale condities voor de afscheiding van acacianectar geen wind, warme nachten (circa 15 °C) met voldoende ochtenddauw, en gematigd warme dagen met een dagtemperatuur van 25 °C. Approximatieve waarden met betrekking tot luchttemperatuur werden bevestigd door een driejarige studie van Krušelj tijdens de bloei van de acacia in de provincie Krapina-Zagorje (proefschrift uit 2012, Utjecaj vremenskih i proizvodnih uvjeta na kakvoću bagremova meda s područja Krapinsko-zagorske županije [De invloed van het weer en de productieomstandigheden op de kwaliteit van acaciahoning uit de provincie Krapina-Zagorje], blz. 66, 77 en 81).
De specificiteit van het afgebakende geografische gebied wordt ook weerspiegeld in zijn florale hulpbronnen, d.w.z. de aanwezigheid van opstanden van acacia’s, waarvan de meeste voorkomen in groepen of gemengd met andere boomsoorten. Doordat acacia een zeer hoge reproductiviteit heeft, verspreidt hij zich gemakkelijk, neemt hij snel vochtige, vruchtbare grond in en kan hij fungeren als pioniersoort.
Het afgebakende geografische gebied kent een eeuwenoude bijenteelttraditie, die een van de belangrijkste landbouwactiviteiten was op de heerlijkheden en landgoederen van Zagorje. Honing en was behoorden tot de meest gewilde producten op de markt. Om die reden heeft het Kroatische parlement al in 1626 gedecreteerd (Petrić, 2011, in: Samobor i okolica u ranom novom vijeku [Samobor en omgeving tijdens de vroegmoderne tijd], blz. 309-310 en F. Šišić, 1918, in: Podatci o skladištima meda [Gegevens over honingpakhuizen], Kroatische parlementaire documenten, blz. 458, 465) dat honing uitsluitend vanuit de steden Krapina, Varaždin en Samobor mocht worden uitgevoerd (Mudrinjak, 2017, in: Hrvatska pčela [De Kroatische honingbij], blz. 203-205). De uit Kroatië uitgevoerde honing moest worden gewogen en er werd 2 kreuzer betaald voor elke 100 kg gewogen honing.
Specificiteit van het product
De aanwezigheid van pollen van de in het productiegebied aanwezige plantensoorten maakt het mogelijk zowel de geografische als de botanische oorsprong van de honing te bepalen. Uit de resultaten van de pollenanalysen van tal van studies blijkt dat het percentage acaciastuifmeelkorrels in “Zagorski bagremov med” oploopt tot 27 %, terwijl het minimale percentage om een honingvariëteit als unifloraal te bestempelen 20 % bedraagt. Het uitgesproken uniflorale karakter van deze honing komt tot uiting in zijn fysisch-chemische eigenschappen (elektrische geleidbaarheid) en de expressiviteit van de organoleptische kenmerken ervan, wat de specificiteit en eigenheid van de honing benadrukt in vergelijking met monsters van dezelfde soort honing uit andere regio’s. Hoewel de acaciahoning uit het afgebakende geografische gebied al jaren wordt geanalyseerd, zijn bij het testen van de monsters bovendien nooit sporen van pollen van koolzaad gevonden. Dit onderstreept de specificiteit van de regio ten opzichte van de meeste andere streken van Kroatië waar acaciahoning kan worden geproduceerd.
Causaal verband tussen de specificiteit van het geografisch gebied en de specificiteit van het product
De topografische en klimatologische factoren en de florale hulpbronnen van het afgebakende geografische gebied voor de productie van “Zagorski bagremov med” bepalen de specificiteit ervan. Het reliëf van het landschap (heuvelachtig terrein) van Hrvatsko Zagorje beïnvloedt de duur van de bloei van de acacia, en dus van de periode waarin de bijen voedsel kunnen verzamelen, waardoor deze oploopt tot twintig dagen. Tegelijkertijd bestaat er vanwege de eigenschappen van de bodem (zwaardere, zure bodems), de kleine, versnipperde percelen en de moeilijkheid om landbouwtechnieken toe te passen, geen traditie op het gebied van koolzaadteelt, waardoor het afgebakende geografische gebied bijzonder geschikt is voor de productie van “Zagorski bagremov med” in vergelijking met andere delen van Kroatië waar acaciahoning wordt geproduceerd in gebieden waar koolzaad is geplant en het onmogelijk is de aanwezigheid van de nectar (en dus het pollen) ervan te voorkomen.
De specificiteit van “Zagorski bagremov med” berust op de gevestigde bijenteelttraditie, waardoor het verband met het afgebakende geografische gebied ook tot uiting komt in historische, traditionele en culturele elementen.
Een van de belangrijkste historische banden met de productie van honing en was in Hrvatsko Zagorje is de productie van liticar [een zoet koekje van honingdeeg, vergelijkbaar met kruidkoek] en kaarsen. Het kruidkoekambacht deed zijn intrede in deze regio bij de wisseling van de 16e en de 17e eeuw via handelsroutes in de context van de Stiermarkse gilde van liticar-makers, en is er nog steeds aanwezig. Het kruidkoekambacht in Hrvatsko Zagorje werd in 2010 erkend en opgenomen in de Representatieve Lijst van het Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid van Unesco.
De hoge kwaliteit van de productie van “Zagorski bagremov med” is het resultaat van de vaardigheden die bijenhouders van Hrvatsko Zagorje hebben verworven op het gebied van moderne technologische benaderingswijzen voor het houden van bijenkoloniën en op het gebied van het marktklaar maken van de honing. Deze bijenhouders besteden bijzondere aandacht aan het zoeken van de beste locaties voor zowel stationaire als nomadische bijenstallen, en aan tijdige extractie, wat een noodzakelijke voorwaarde voor de productie van kwaliteitshoning is.
De afgelopen 16 jaar hebben de provincie Krapina-Zagorje en de federatie van bijenhoudersverenigingen van de provincie Krapina-Zagorje een evenement georganiseerd om de kwaliteit van “Zagorski bagremov med” en de bijenhouders uit Zagorje te promoten, waar honing uit de provincie Krapina-Zagorje wordt gepresenteerd en beoordeeld.
Dat een acaciahoning van een bijenhouder uit Konjščina in Hrvatsko Zagorje tot het beste ter wereld werd uitgeroepen op het in 2010 in Ljubljana gehouden forum “Apimedica and Apiquality” bewijst het specifieke karakter van “Zagorski bagremov med” ten opzichte van acaciahoning uit andere delen van Kroatië. Naast dit succes is er het feit dat “Zagorski bagremov med” uit het afgebakende geografische gebied voortdurend hoge ogen gooit op evenementen waar honing wordt gejureerd en die al vele jaren worden gehouden in Kroatië en het nabije Slovenië.
Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier
(Artikel 6, lid 1, tweede alinea, van de onderhavige verordening)
https://poljoprivreda.gov.hr/UserDocsImages/dokumenti/hrana/zoi-zozp-zts/dokumenti-zoi-zozp-zts/Specifikacija_proizvoda_Zagorski_bagremov_med.pdf