Mededeling van de Commissie Zesde wijziging van de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak en wijziging van de bijlage bij de mededeling van de Commissie aan de lidstaten inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op kortlopende exportkredietverzekering 2021/C 473/01
Mededeling van de Commissie Zesde wijziging van de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak en wijziging van de bijlage bij de mededeling van de Commissie aan de lidstaten inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op kortlopende exportkredietverzekering 2021/C 473/01
24.11.2021 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 473/1 |
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE
Zesde wijziging van de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak en wijziging van de bijlage bij de mededeling van de Commissie aan de lidstaten inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op kortlopende exportkredietverzekering
(2021/C 473/01)
1. INLEIDING
1. | Op 19 maart 2020 heeft de Commissie haar mededeling “Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak” (1) (“de tijdelijke kaderregeling”) vastgesteld. Op 3 april 2020 heeft zij een eerste wijziging vastgesteld om onderzoek, tests en productie van voor COVID-19 relevante producten te versnellen, banen te beschermen en de economie tijdens de huidige crisis verder te stutten (2). Op 8 mei 2020 heeft zij een tweede wijziging vastgesteld om de toegang tot kapitaal en liquiditeit voor door de crisis getroffen ondernemingen verder te vergemakkelijken (3). Op 29 juni 2020 heeft zij een derde wijziging vastgesteld om micro- en kleine ondernemingen en start-ups verder te ondersteunen en particuliere investeringen te stimuleren (4). Op 13 oktober 2020 heeft zij een vierde wijziging vastgesteld om de tijdelijke kaderregeling te verlengen en te voorzien in steun ter compensatie van een deel van de niet-gedekte vaste kosten van door de crisis getroffen ondernemingen (5). Op 28 januari 2021 heeft zij een vijfde wijziging vastgesteld om de tijdelijke kaderregeling verder te verlengen, de daarin vastgestelde steunplafonds aan te passen en de omzetting van terugbetaalbare instrumenten in rechtstreekse subsidies onder bepaalde voorwaarden mogelijk te maken (6). |
2. | De tijdelijke kaderregeling moet zorgen voor een passend evenwicht tussen de positieve effecten van de steunmaatregelen ten gunste van ondernemingen en mogelijke negatieve effecten op de mededinging en het handelsverkeer op de interne markt. Een gerichte en evenredige toepassing van het staatssteuntoezicht biedt de garantie dat nationale steunmaatregelen de tijdens de COVID-19-pandemie getroffen ondernemingen doeltreffend ondersteunen, waarbij tegelijkertijd buitensporige verstoringen van de interne markt beperkt blijven, de integriteit van de interne markt in stand wordt gehouden en een gelijk speelveld verzekerd blijft. Een en ander zal helpen om de economische activiteit tijdens de COVID-19-pandemie gaande te houden en zal de economie een goede springplank bieden om de crisis te boven te komen en de noodzakelijke groene en digitale transitie versnellen, in overeenstemming met het EU-recht en de doelstellingen van de Unie. |
3. | Het is noodzakelijk de in de tijdelijke kaderregeling vervatte maatregelen te verlengen tot en met 30 juni 2022, de steunplafonds van de maatregel inzake niet-gedekte vaste kosten aan te passen om de aanhoudende economische gevolgen van de huidige crisis aan te pakken, investeringssteun met het oog op een duurzaam herstel en solvabiliteitssteun mogelijk te maken en de voorwaarden te verduidelijken en te wijzigen voor bepaalde tijdelijke staatssteunmaatregelen die de Commissie in het licht van de door de COVID-19-pandemie veroorzaakte ernstige verstoring van de economieën van alle lidstaten als verenigbaar op grond van artikel 107, lid 3, punt b), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) beschouwt. Daarnaast moet worden voorzien in de verlenging van de schrapping van de lijst van landen met verhandelbare risico’s die is opgenomen in de bijlage bij de mededeling van de Commissie aan de lidstaten inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op kortlopende exportkredietverzekering (7). |
4. | Ten eerste herinnert de Commissie eraan dat de tijdelijke kaderregeling op 31 december 2021 zou aflopen. In de tijdelijke kaderregeling was ook bepaald dat de Commissie die kaderregeling vóór 31 december 2021 zou herzien op basis van belangrijke overwegingen op economisch gebied of op mededingingsgebied. |
5. | In die context heeft de Commissie beoordeeld of de steun op grond van de tijdelijke kaderregeling nog nodig is, om te beslissen of de tijdelijke kaderregeling moet worden verlengd tot na 31 december 2021. De Commissie heeft met name de volgende factoren in aanmerking genomen: enerzijds de ontwikkeling van de economische situatie in de uitzonderlijke omstandigheden als gevolg van de COVID-19-pandemie; anderzijds de geschiktheid van de tijdelijke kaderregeling als instrument om ervoor te zorgen dat nationale steunmaatregelen de tijdens de uitbraak getroffen ondernemingen doeltreffend helpen en dat tegelijkertijd buitensporige verstoringen van de interne markt beperkt blijven en een gelijk speelveld verzekerd blijft. |
6. | Volgens de economische najaarsprognose 2021 (8) zal het bbp zowel in de Unie als in de eurozone groeien met 5,0 % in 2021 en 4,3 % in 2022. Verwacht wordt dat het outputvolume tegen eind 2021 zal terugkeren naar het niveau van vóór de crisis (2019 - vierde kwartaal). Door de heropflakkerende COVID-19-besmettingen in een aantal lidstaten, die de spanningen op het gebied van toeleveringsketens doen toenemen, en de stijging van de energieprijzen blijven de onzekerheid en de risico’s in verband met de groeivooruitzichten evenwel groot. |
7. | De lidstaten hebben veel gebruikgemaakt van de mogelijkheden van de tijdelijke kaderregeling als instrument om de ernstige verstoring van hun economieën aan te pakken en om de ontwikkeling van bepaalde economische activiteiten te vergemakkelijken die nodig zijn om de COVID-19-pandemie aan te pakken. |
8. | Aangezien de tijdelijke kaderregeling haar nut heeft bewezen als instrument om de economische gevolgen van de pandemie aan te pakken, en ook in het licht van de feedback van de lidstaten is de Commissie van oordeel dat een beperkte verlenging van bestaande in die kaderregeling vastgestelde maatregelen tot en met 30 juni 2022 passend is om ervoor te zorgen dat nationale steunmaatregelen de tijdens de uitbraak getroffen ondernemingen doeltreffend helpen en dat de integriteit van de interne markt wordt gehandhaafd en een gelijk speelveld wordt verzekerd. De beperkte verlenging zal er ook voor zorgen dat ondernemingen die nog steeds door de crisis worden getroffen, niet plotseling zonder de noodzakelijke steun komen te zitten en zal veeleer een gecoördineerde uitfasering van de steun in het licht van het economisch herstel mogelijk maken. Die uitfasering moet worden gezien in het licht van de heterogeniteit van het herstel, waarbij specifieke sectoren en regio’s in verschillende lidstaten achterlopen op andere. Op basis van de momenteel beschikbare informatie gaat de Commissie ervan uit dat een verdere verlenging van de bestaande, onder de punten 3.1 tot en met 3.12 vallende maatregelen tot na 30 juni 2022 niet nodig zal zijn. Dit is met name het geval voor bestaande liquiditeitsmaatregelen, waar de nieuwe toekomstgerichte mogelijkheden voor investeringssteun met het oog op een duurzaam herstel en solvabiliteitssteun in de herstelfase beter moeten aansluiten bij de behoeften van het bedrijfsleven en bij de beleidsdoelstellingen, onder meer om buitensporige verstoringen op de interne markt te beperken. De Commissie zal de situatie niettemin nauwlettend blijven volgen en beoordelen of bepaalde maatregelen verder moeten worden verlengd en/of aangepast op basis van belangrijke overwegingen op economisch gebied of op mededingingsgebied. |
9. | Voorts is de Commissie van mening dat de plafonds van de in het kader van punt 3.1 toegekende steun moeten worden aangepast in het licht van deze verlenging. |
10. | Ten tweede is de Commissie, rekening houdend met de aanhoudende impact van de COVID-19-pandemie en de tijd die verlopen is sinds de vaststelling van de tijdelijke kaderregeling, van mening dat de steunplafonds in punt 3.12 van die kaderregeling moeten worden verhoogd, zodat gerichte steun kan worden verleend aan ondernemingen die aanzienlijke omzetverliezen hebben geleden. |
11. | Ten derde hebben meerdere lidstaten gewezen op de noodzaak om het risico op insolventie van ondernemingen te beperken door middel van aanvullende mogelijkheden voor schuldherstructurering en de omzetting van terugbetaalbare steuninstrumenten in andere vormen van steun (bijvoorbeeld rechtstreekse subsidies) (9). Om deze bezorgdheden weg te nemen en het risico op insolventie van ondernemingen te beperken, is de Commissie van oordeel dat terugbetaalbare steuninstrumenten tot en met 30 juni 2023 moeten kunnen worden omgezet in andere vormen van steun in het kader van punt 3.1 en punt 3.12 van de tijdelijke kaderregeling, mits aan de voorwaarden van de toepasselijke punten is voldaan (10). Voorts meent de Commissie dat terugbetaalbare instrumenten in het kader van de punten 3.1, 3.3 en 3.12 wellicht moeten worden geherstructureerd in overeenstemming met de gewone prudentiële praktijken van de betrokken financiële intermediairs. Een dergelijke herstructurering zal als verenigbaar met de interne markt worden beschouwd indien zij uiterlijk op 30 juni 2023 en onder de in deze mededeling vermelde voorwaarden wordt afgerond. Met name moet een dergelijke herstructurering de in de toepasselijke punten vastgestelde voorwaarden in acht nemen en mag zij niet leiden tot een verhoging van de oorspronkelijk toegekende bedragen (11). |
12. | Daarnaast verduidelijkt deze mededeling dat de lidstaten de duur van op grond van de punten 3.1, 3.2 en 3.12 van de tijdelijke kaderregeling verleende garanties ook na het verstrijken van die kaderregeling kunnen verlengen, mits de voorwaarden van die punten en van punt 3.4 in acht worden genomen. De voorwaarden voor een dergelijke verlenging moeten worden vastgelegd in de oorspronkelijke garantieovereenkomsten tussen de Staat en de kredietinstellingen of financiële instellingen. Die voorwaarden mogen de autoriteiten van de lidstaat geen beoordelingsmarge laten bij de verlenging van de duur van de garantie. De eindbegunstigden moeten er op het moment van de oorspronkelijke toekenning van de financiering van in kennis worden gesteld dat zij een verlenging van de looptijd van die financiering kunnen aanvragen, onverminderd het feit dat de kredietinstellingen of financiële instellingen die aanvraag kunnen inwilligen of afwijzen overeenkomstig hun standaardbeleid en standaardprocedures (12). |
13. | Ten vierde is de Commissie van oordeel dat het herstel van de economie van de Unie grotendeels zal worden bepaald door de snelheid van de vaccinatieprogramma’s en de ontwikkeling van mogelijke varianten van het virus, maar ook door andere onbekende factoren zoals de toestand van de internationale economie en het bestedings- en investeringsgedrag van ondernemingen en huishoudens. |
14. | De Commissie herinnert eraan dat het risico van een daling van de investeringen na de crisis zich in de Unie daadwerkelijk heeft voorgedaan in de jaren na de crisis van 2008 als gevolg van de toegenomen schuldenlast van de particuliere sector. Wanneer de huidige crisis tot een einde komt, kunnen financiële moeilijkheden, risicoaversie en reservecapaciteit in sommige sectoren ook een rem zetten op bedrijfsinvesteringen en bijgevolg op de langetermijngroei. |
15. | Er moet worden voorzien in verdere opties voor de lidstaten op basis van artikel 107, lid 3, punt c), VWEU om investeringen in activa rechtstreeks te ondersteunen, alsook in een instrument om de eigenvermogenspositie van Europese ondernemingen te verbeteren door de invoering van een nieuw punt betreffende investeringssteun met het oog op een duurzaam herstel, evenals een nieuw punt betreffende solvabiliteitssteun. Parallel hiermee vindt de Commissie dat de verplichtingen inzake individuele aanmelding voor regelingen uit hoofde van specifieke bestaande richtsnoeren die van bijzonder belang zijn voor het herstel, gedurende een beperkte periode flexibeler moeten worden toegepast. |
16. | Enerzijds moet investeringssteun de ontwikkeling vergemakkelijken van economische activiteiten die nodig zijn om terug te keren naar een duurzame langetermijngroei, en de negatieve economische gevolgen van de crisis, waaronder een vergroting van de investeringskloof, overwinnen. Voorts moet de steun een veerkrachtigere economie voor de toekomst ondersteunen en mogelijke negatieve effecten op de mededinging en het handelsverkeer effectief beperken. |
17. | Dit soort steun kan de lidstaten ook helpen om met name de economische activiteiten te ontwikkelen die nodig zijn om de doelstellingen van de groene en digitale transitie te bereiken en het herstel naar een groenere en digitalere toekomst te ondersteunen, en tegelijkertijd de veerkracht te versterken en een gelijk speelveld te vrijwaren. De steun ook relevant in het kader van een uitfasering van onmiddellijke crisisresponsmaatregelen op korte termijn, voornamelijk wat betreft liquiditeitssteun, en van een transitie naar een herstel van de economie op langere termijn. Om het beoogde effect van versnelde investeringsuitgaven te bereiken, mag deze maatregel niet langer lopen dan 31 december 2022. |
18. | De pandemie en de maatregelen die de lidstaten hebben genomen om de verspreiding van het COVID-19-virus tegen te gaan, hebben onmiddellijk geleid tot een daling van de economische activiteit op een nooit geziene schaal, met name wat investeringen betreft. In het licht van de uitzonderlijke omstandigheden als gevolg van deze crisis is de Commissie van oordeel dat de bepalingen van punt 3.13 van deze wijziging kunnen worden toegepast op steun die na 1 februari 2020 is toegekend, mits aan alle voorwaarden is voldaan en met name een stimulerend effect kan worden aangetoond. Dergelijke maatregelen moeten dezelfde doelstelling nastreven als die welke in punt 3.13 is vastgelegd, namelijk voorzien in een stimulans om een investeringskloof in de economie als gevolg van de crisis te dichten. |
19. | Anderzijds is solvabiliteitssteun een belangrijk element voor de ontwikkeling van economische activiteiten in tal van sectoren in situaties waarin ondernemingen als gevolg van de crisis toegenomen schuldquoten hebben. Gezien de algemene macro-economische toename van de schuldenlast zullen de lidstaten de toegang tot particuliere investeringen in de vorm van eigen vermogen wellicht willen vergemakkelijken en daarbij de mogelijke negatieve effecten op de interne markt beperken. Dergelijke steun kan een belangrijk element zijn om het economisch herstel te versterken. Gezien de complexiteit ervan en de tijd die nodig is om dergelijke regelingen op te zetten, is een langere toepassingsperiode voor dit soort maatregel inzake solvabiliteitssteun wenselijk. Tegen deze achtergrond moet de toepassingsperiode van dit soort maatregel worden verlengd tot en met 31 december 2023. |
20. | Via het instrument voor technische ondersteuning (13) ondersteunt de Commissie de lidstaten bij het ontwerpen en uitvoeren van hervormingen die tot doel hebben de investeringskloof te dichten en de groene en digitale transitie te versnellen. De lidstaten kunnen via het instrument voor technische ondersteuning steun aanvragen voor het ontwerpen en invoeren van maatregelen inzake solvabiliteitssteun. |
21. | Ten vijfde is uit de toepassing van de tijdelijke kaderregeling gebleken dat met betrekking tot andere punten van die kaderregeling aanvullende verduidelijkingen en wijzigingen nodig zijn, met name in de punten 1.3, 3.11 en 4, en dat in de punten 3.13 en 3.14 nieuwe instrumenten moeten worden toegevoegd. |
22. | De lidstaten kunnen bijgevolg overwegen bestaande steunmaatregelen die door de Commissie zijn goedgekeurd op grond van de tijdelijke kaderregeling, te wijzigen om de toepassingsperiode ervan te verlengen tot en met 30 juni 2022, de herstructurering of omzetting van bepaalde instrumenten tot en met 30 juni 2023 toe te staan, nieuwe maatregelen ter ondersteuning van investeringen met het oog op een duurzaam herstel tot en met 31 december 2022 of nieuwe maatregelen inzake solvabiliteitssteun tot en met 31 december 2023 in te voeren. De lidstaten kunnen ook overwegen het budget voor bestaande, in het licht van punt 3.12 goedgekeurde maatregelen te verhogen of andere wijzigingen aan te brengen om deze maatregelen in overeenstemming te brengen met de tijdelijke kaderregeling, zoals gewijzigd bij deze mededeling. Dit kan ook inhouden dat nieuwe of bestaande steunmaatregelen, binnen de grenzen van de gewijzigde kaderregeling, worden toegesneden op sectoren die in bepaalde lidstaten bijzonder worden getroffen door de crisis. |
23. | Lidstaten die voornemens zijn bestaande regelingen te verlengen of te wijzigen, wordt verzocht een lijst mee te delen van alle bestaande steunmaatregelen waarvoor zij een wijziging in het vooruitzicht stellen, samen met de nodige informatie die in de bijlage bij deze mededeling is vermeld. Op die manier kan de Commissie één besluit over de lijst van aangemelde maatregelen vaststellen. |
24. | Tot slot is de Commissie van mening dat de bepalingen van de mededeling over kortlopende exportkredietverzekering ook na 2021 moeten worden toegepast om waar nodig een gecoördineerde overgang naar een normale marktpraktijk of de goedkeuring van specifieke regelingen in het kader van de geldende regels mogelijk te maken. Bijgevolg wordt de tijdelijke schrapping van alle landen op de lijst van landen met verhandelbare risico’s in de bijlage bij de mededeling over kortlopende exportkredietverzekering verlengd tot en met 31 maart 2022. |
25. | In de mededeling over kortlopende exportkredietverzekering is bepaald dat verhandelbare risico’s niet mogen worden gedekt door exportkredietverzekeringen met steun van lidstaten. In maart 2020 stelde de Commissie vast dat er als gevolg van de COVID-19-pandemie een gebrek was aan voldoende particuliere verzekeringscapaciteit voor kortlopende exportkredieten in het algemeen, en beschouwde zij alle commerciële en politieke risico’s die verbonden zijn aan de uitvoer naar de in de bijlage bij de mededeling over kortlopende exportkredietverzekering opgenomen landen, tot en met 31 december 2020 tijdelijk als onverhandelbaar (14). Bij haar mededelingen van 13 oktober 2020 en 28 januari 2021 heeft de Commissie die tijdelijke uitzondering verlengd tot en met respectievelijk 30 juni 2021 en 31 december 2021. De huidige mededeling over kortlopende exportkredietverzekering loopt af op 31 december 2021 en wordt vervangen door een nieuwe mededeling, die eveneens rekening zal houden met het criterium van onverhandelbare risico’s. |
26. | Gezien de aanhoudende moeilijkheden als gevolg van de COVID-19-pandemie heeft de Commissie overeenkomstig de punten 35 en 36 van de mededeling over kortlopende exportkredietverzekering een openbare raadpleging gehouden om de beschikbaarheid van kortlopende exportkredietverzekeringen te beoordelen, teneinde te bepalen of de schrapping van alle landen van de lijst van landen met verhandelbare risico’s in de bijlage bij de mededeling over exportkredietverzekering op grond van de huidige marktsituatie kan worden verlengd tot na 31 december 2021. |
27. | Rekening houdend met de resultaten van de openbare raadpleging en met de mondiale tekenen van de aanhoudende ontwrichtende gevolgen van COVID-19 voor de economie van de Unie als geheel, is een verlenging van de schrapping voor een periode van drie maanden volgens de Commissie een geschikte oplossing om een vlotte overgang mogelijk te maken voordat de risico’s van alle in de bijlage vermelde landen vanaf 1 april 2022 opnieuw als verhandelbaar worden beschouwd. Uit bewijsmateriaal dat in het kader van de raadpleging door particuliere verzekeraars en een aantal lidstaten is aangeleverd, blijkt dat particuliere verzekeraars dekking begonnen te bieden aan exporteurs die actief zijn op de meest relevante markten. Tegelijkertijd duidt verdere feedback op een situatie waarin de marktcapaciteit nog steeds ontoereikend is om alle economisch verantwoorde risico’s voor uitvoer naar landen van de lijst van landen met verhandelbare risico’s in de bij de mededeling over kortlopende exportkredietverzekering te dekken. Onder die omstandigheden zal de Commissie alle commerciële en politieke risico’s die verbonden zijn aan uitvoer naar de in de bijlage bij de mededeling over kortlopende exportkredietverzekering vermelde landen bij wijze van verlenging tot en met 31 maart 2022 tijdelijk als onverhandelbaar beschouwen, om te zorgen voor een vlotte overgang naar een normale marktpraktijk of de goedkeuring van specifieke regelingen in het kader van de geldende regels waar nodig. |
2. WIJZIGINGEN VAN DE TIJDELIJKE KADERREGELING
28. | De volgende wijzigingen van de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie tijdens de huidige COVID-19-uitbraak worden van kracht vanaf 18 november 2021. |
29. | Het volgende punt 14 bis wordt ingevoegd: “De Commissie erkent dat de COVID-19-pandemie en de genomen coronamaatregelen voor tal van ondernemingen tot uitzonderlijke omstandigheden hebben geleid. In deze unieke situatie, en afhankelijk van het individuele geval, verduidelijkt de Commissie dat het gerechtvaardigd kan zijn dat eigen bijdragen in de zin van de punten 62 tot en met 64 van de richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden(*1) (“de reddings- en herstructureringsrichtsnoeren”) onder 50 % van de herstructureringskosten blijven zolang zij aanzienlijk blijven en aanvullende nieuwe financiering tegen marktvoorwaarden omvatten. Gezien het uitzonderlijke en onvoorzienbare karakter van de huidige situatie kan overeenkomstig punt 72 (c) van de reddings- en herstructureringsrichtsnoeren ook worden voorzien in uitzonderingen op het eenmaligheidsbeginsel wanneer de hernieuwde problemen het gevolg zijn van de COVID-19-pandemie en de daaruit voortvloeiende economische neergang, d.w.z. wanneer de betrokken onderneming een onderneming in moeilijkheden is geworden als gevolg van de COVID-19-pandemie en de daaropvolgende economische neergang. Om alle twijfel weg te nemen, zij opgemerkt dat de overige bepalingen van de reddings- en herstructureringsrichtsnoeren, en met name de noodzaak van een herstructureringsplan, de terugkeer naar duurzame levensvatbaarheid op lange termijn en lastendeling van toepassing blijven.” (*1) Mededeling van de Commissie (PB C 249 van 31.7.2014, blz. 1)." |
30. | Voetnoot 19 bij punt 22, a), wordt vervangen door: |
31. | (*) Steun verleend op grond van in het kader van dit punt goedgekeurde regelingen die is terugbetaald voordat nieuwe steun in het kader van dit punt wordt toegekend, wordt niet in aanmerking genomen om te bepalen of het desbetreffende plafond is overschreden.” |
32. | In punt 22 wordt punt a) vervangen door:
(*2) Steun verleend op grond van in het kader van dit punt goedgekeurde regelingen die is terugbetaald voordat nieuwe steun wordt toegekend, wordt niet in aanmerking genomen om te bepalen of het desbetreffende plafond is overschreden.”" |
33. | In punt 22 wordt punt d) vervangen door:
(*3) Indien de steun in de vorm van een belastingvoordeel wordt toegekend, moet de belastingverplichting waarvoor dat voordeel wordt toegekend, uiterlijk 30 juni 2022 zijn ontstaan.”" |
34. | In punt 23 wordt punt a) vervangen door:
(*4) Zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, van Verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector (PB L 190 van 28.6.2014, blz. 45)." (*5) Zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 5, van Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 193 van 1.7.2014, blz. 1)." (*6) Steun verleend op grond van in het kader van dit punt goedgekeurde regelingen die is terugbetaald voordat nieuwe steun wordt toegekend, wordt niet in aanmerking genomen om te bepalen of het desbetreffende plafond is overschreden.”" |
35. | Punt 23 bis wordt vervangen door: “Indien een onderneming actief is in verschillende sectoren waarvoor verschillende maximumbedragen gelden overeenkomstig punt 22, a), en punt 23, a), moet de betrokken lidstaat er met passende middelen, zoals een boekhoudkundige scheiding, voor zorgen dat voor elk van die activiteiten het desbetreffende plafond in acht wordt genomen en dat het totale maximumbedrag van 2,3 miljoen EUR per onderneming niet wordt overschreden. Indien een onderneming actief is in de sectoren die onder punt 23, a), vallen, mag het totale maximumbedrag van 345 000 EUR per onderneming niet worden overschreden.” |
36. | Voetnoot 27 bij punt 23 wordt vervangen door:
|
37. | Punt 23 ter wordt vervangen door:
|
38. | In punt 25 wordt punt c) vervangen door:
|
39. | In punt 25 wordt de aanhef van punt d) vervangen door:
|
40. | In punt 25 wordt punt e) vervangen door:
|
41. | In punt 27 wordt punt c) vervangen door:
|
42. | In punt 27 wordt de aanhef van punt d) vervangen door:
|
43. | In punt 27 wordt punt e) vervangen door:
|
44. | Het volgende punt 27 ter wordt ingevoegd:
|
45. | Punt 33 wordt vervangen door:
|
46. | In punt 35 wordt punt a) vervangen door:
|
47. | In punt 37 wordt punt b) vervangen door:
|
48. | In punt 39 wordt punt b) vervangen door:
|
49. | Punt 41 wordt vervangen door:
|
50. | In punt 43 wordt punt c) vervangen door:
|
51. | Punt 48 wordt vervangen door:
|
52. | Het volgende punt 77 bis wordt ingevoegd:
(*7) Voor de toepassing van dit punt worden hybride kapitaalinstrumenten die worden uitgegeven tot zes maanden na de uitgifte van de COVID-19-hybride kapitaalinstrumenten, geacht op hetzelfde moment als die instrumenten te zijn uitgegeven." (*8) Dergelijke hybride kapitaalinstrumenten worden in aanmerking genomen bij de beoordeling uit hoofde van punt 54." (*9) Tot het totale bedrag aan bestaande COVID-19-hybride kapitaalinstrumenten." (*10) Verschil tussen de contractueel overeengekomen maximum- en minimumcouponrente over de looptijd van de hybride instrumenten." (*11) Wanneer de begunstigde meerdere tranches van hybride kapitaalinstrumenten met verschillende rentevoeten aflost, moeten deze voorwaarde worden toegepast op elke tranche afzonderlijk.”" |
53. | In punt 87 wordt punt a) vervangen door:
|
54. | Voetnoot 75 bij punt 87, b), wordt vervangen door:
|
55. | In punt 87 wordt punt d) vervangen door:
(*12) Steun verleend op grond van in het kader van dit punt goedgekeurde regelingen die is terugbetaald voordat nieuwe steun in het kader van dit punt wordt toegekend, wordt niet in aanmerking genomen om te bepalen of het desbetreffende plafond is overschreden.”" |
56. | Het volgende punt 87 bis wordt ingevoegd:
|
57. | Het volgende punt wordt ingevoegd:
(*13) In de zin van bijlage I bij de algemene groepsvrijstellingsverordening." (*14) In de zin van bijlage I bij de algemene groepsvrijstellingsverordening." (*15) In de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852 (PB L 198 van 22.6.2020, blz. 13)." (*16) Voor maatregelen die identiek zijn aan die in de door de Raad goedgekeurde herstel- en veerkrachtplannen, wordt de naleving van het beginsel “geen ernstige afbreuk doen aan” geacht te zijn vervuld, aangezien dit reeds is nagegaan." (*17) Als omschreven in artikel 2, punt 18, van de algemene groepsvrijstellingsverordening." (*18) Als zij wel reddingssteun hebben ontvangen, moeten zij de lening al hebben terugbetaald of de garantie al hebben beëindigd op het ogenblik dat de steun in het kader van deze mededeling wordt verleend." (*19) Als zij wel herstructureringssteun hebben ontvangen, mogen zij niet meer in een herstructureringsplan zitten op het ogenblik dat de steun in het kader van deze mededeling wordt verleend." (*20) Richtsnoeren staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie 2014-2020 (PB C 200 van 28.6.2014, blz. 1)." (*21) Kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie (PB C 198 van 27.6.2014, blz. 1).”" |
58. | Het volgende punt wordt ingevoegd:
(*22) Zoals gedefinieerd in punt 52, xxvii) van de richtsnoeren inzake staatssteun ter bevordering van risicofinancieringsinvesteringen (PB C 19 van 22.1.2014, blz. 4).”" |
59. | De punten 88 tot en met 96 worden omgenummerd tot de punten 103 tot en met 111. |
60. | Punt 90 wordt omgenummerd tot punt 105 en vervangen door:
|
61. | Punt 93 wordt omgenummerd tot punt 108 en vervangen door:
|
3. VERLENGING VAN DE SCHRAPPING VAN DE LIJST VAN LANDEN MET VERHANDELBARE RISICO’S IN DE MEDEDELING OVER KORTLOPENDE EXPORTKREDIETVERZEKERING
62. | De Commissie beschouwt alle commerciële en politieke risico’s die verbonden zijn aan uitvoer naar de onderstaande landen tot en met 31 maart 2022 tijdelijk als onverhandelbaar.
|
(1) Mededeling van de Commissie van 19 maart 2020, C(2020)1863 (PB C 91 I van 20.3.2020, blz. 1).
(2) Mededeling van de Commissie van 3 april 2020, C(2020) 2215 (PB C 112 I van 4.4.2020, blz. 1).
(3) Mededeling van de Commissie van 8 mei 2020, C(2020) 3156 (PB C 164 van 13.5.2020, blz. 3).
(4) Mededeling van de Commissie van 29 juni 2020, C(2020) 4509 (PB C 218 van 2.7.2020, blz. 3).
(5) Mededeling van de Commissie van 13 oktober 2020, C(2020) 7127 (PB C 340 I van 13.10.2020, blz. 1).
(6) Mededeling van de Commissie van 28 januari 2021, C(2021) 564 (PB C 34 van 1.2.2021, blz. 6).
(7)PB C 392 van 19.12.2012, blz. 1.
(8) Europese Commissie, Economische en financiële zaken: Najaarsprognose 2021 (tussentijds) (november 2021).
(9) Zie ook Europees Comité voor systeemrisico’s: Prevention and management of a large number of corporate insolvencies (april 2021).
(10) De Commissie verduidelijkt dat punt 9 van de mededeling van 13 oktober 2020, C(2020)7127 (PB C 340 I van 13.10.2020, blz. 1), ook van toepassing is op steun die wordt toegekend op grond van punt 3.12 van de tijdelijke kaderregeling.
(11) Dit doet niet af aan de bestaande mogelijkheden om nieuwe steun in het kader van deze tijdelijke kaderregeling te verlenen, die kan worden gebruikt om bestaande instrumenten terug te betalen, mits aan de desbetreffende in die kaderregeling vastgestelde voorwaarden is voldaan. Steun die is terugbetaald vóór of op het moment van de toekenning van nieuwe steun, wordt niet in aanmerking genomen om vast te stellen of het desbetreffende plafond is overschreden.
(12) De verlenging mag niet resulteren in een verhoging van de rente of vergoedingen die van toepassing zijn op het onderliggende instrument (onder meer als gevolg van een verlaging van de rating van de eindbegunstigde zelfs wanneer die plaatsvindt voordat over de verlengingsaanvraag wordt beslist).
(13) Verordening (EU) 2021/240 van het Europees Parlement en de Raad van 10 februari 2021 tot vaststelling van een instrument voor technische ondersteuning (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 1).
(14) Mededeling van de Commissie tot wijziging van de bijlage bij de mededeling van de Commissie aan de lidstaten inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op kortlopende exportkredietverzekering (PB C 101 I van 28.3.2020, blz. 1).
BIJLAGE
Informatie die moet worden verstrekt in de lijst van bestaande steunmaatregelen die zijn goedgekeurd krachtens de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak, waarvoor een verlenging van de toepassingsperiode, een verhoging van de begroting en/of andere wijzigingen om die maatregelen in overeenstemming te brengen met de tijdelijke kaderregeling, als gewijzigd bij deze mededeling, bij de Commissie is aangemeld
De lidstaten wordt verzocht hun wijzigingen te bundelen met behulp van deze lijst in de groepsaanmelding, indien van toepassing.
Lijst van bestaande maatregelen en voorgenomen wijziging | |||||
Staatssteunnummer van de goedgekeurde maatregel(1) | Titel | Aangemelde wijziging (eventueel onder te verdelen in wijzigingen 1, 2, 3 enz.) | Toepasselijk punt in de tijdelijke kaderregeling voor de voorgenomen wijzigingen | Bevestig dat er geen andere wijzigingen zijn in de bestaande maatregel | Nationale rechtsgrondslag voor de wijziging |
(1) Indien de regeling is gewijzigd, geef dan het staatssteunnummer van het oorspronkelijke goedkeuringsbesluit.