Home

Bekendmaking van een aanvraag tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van een productdossier overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen 2021/C 514/05

Bekendmaking van een aanvraag tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van een productdossier overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen 2021/C 514/05

21.12.2021

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 514/17


Bekendmaking van een aanvraag tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van een productdossier overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

(2021/C 514/05)

Deze bekendmaking verleent het recht om binnen drie maanden na de datum van deze bekendmaking op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de wijzigingsaanvraag.

AANVRAAG TOT GOEDKEURING VAN EEN NIET-MINIMALE WIJZIGING VAN HET PRODUCTDOSSIER INZAKE BESCHERMDE OORSPRONGSBENAMINGEN/BESCHERMDE GEOGRAFISCHE AANDUIDINGEN

Aanvraag tot goedkeuring van een wijziging overeenkomstig artikel 53, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012

“Carne de Ávila”

EU-nr.: PGI-ES-0093-AM02 – 12 december 2019

BOB ( ) BGA (X)

1. Aanvragende groepering en rechtmatig belang

Consejo Regulador de la Indicación Geográfica Protegida “Carne de Ávila” (raad van toezicht voor de BGA “Carne de Ávila”)

Padre Tenaguillo 8

05004 Ávila

Spanje

Tel. +34 920 35 22 28

E-mailadres: consejoregulador@carnedeavila.org

De Consejo Regulador is officieel erkend als het leidinggevend orgaan voor de BGA “Carne de Ávila” in overeenstemming met de eerste aanvullende bepaling van de wet betreffende transregionale beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (wet 6/2015 van 12 mei 2015); een van de specifieke taken van het orgaan is om wijzigingen aan het productdossier voor te stellen.

2. Lidstaat of derde land

Spanje

3. Rubriek van het productdossier waarop de wijziging(en) betrekking heeft/hebben:

Naam van het product

Beschrijving van het product

Geografisch gebied

Bewijs van oorsprong

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Verband

Etikettering

Overige [controleorgaan, nationale voorschriften]

4. Aard van de wijziging(en)

Wijziging van een productdossier van een geregistreerde BOB of BGA die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd.

Wijziging van een productdossier van een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document (of gelijkwaardig document) is bekendgemaakt, die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd.

5. Wijziging(en)

5.1. Beschrijving van het product

Rubriek B van het productdossier (Beschrijving van het product) en punt 3.2 van het enig document (Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is) zijn gewijzigd zodat de juiste verwijzing naar het SEUROP-classificatiesysteem is opgenomen.

Hiervoor luidde de passage:

De karkassen waarop de BGA van toepassing is, moeten in het Europese classificatiesysteem voor karkassen ingedeeld zijn in een bevleesdheidklasse die is begrepen tussen O en U+ en een vetheidklasse die is begrepen tussen 2 en 4.

Nu luidt deze:

De karkassen waarop de BGA van toepassing is, moeten in het Europese classificatiesysteem voor karkassen ingedeeld zijn in een bevleesdheidklasse die is begrepen tussen U+ en O en een vetheidklasse die is begrepen tussen 2 en 4.

In de tabel onder punt 3.2 van het enig document is ook een rij “S” toegevoegd (Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is).

De vorige tabel zag er als volgt uit:

Vetheidklasse

1

1+

2-

2

2+

3-

3

3+

4-

4

4+

5-

5

Bevleesdheid

E

U+

X

X

X

X

X

X

X

U

X

X

X

X

X

X

X

U-

X

X

X

X

X

X

X

R+

X

X

X

X

X

X

X

R

X

X

X

X

X

X

X

R-

X

X

X

X

X

X

X

O+

X

X

X

X

X

X

X

O

X

X

X

X

X

X

X

O-

P+

P

P-

Dit is de gewijzigde tabel:

Vetheidklasse

1

1+

2-

2

2+

3-

3

3+

4-

4

4+

5-

5

Bevleesdheid

S

E

U+

X

X

X

X

X

X

X

U

X

X

X

X

X

X

X

U-

X

X

X

X

X

X

X

R+

X

X

X

X

X

X

X

R

X

X

X

X

X

X

X

R-

X

X

X

X

X

X

X

O+

X

X

X

X

X

X

X

O

X

X

X

X

X

X

X

O-

P+

P

P-

Motivering voor deze wijziging van de rubriekBeschrijving van het product:

Het doel van deze wijziging van de rubriek “beschrijving van het product” is om te zorgen voor samenhang met de nomenclatuur die wordt gebruikt in het SEUROP-classificatiesysteem voor vlees van volwassen runderen.

5.2. Geografisch gebied

Rubriek C van het productdossier (Geografisch gebied) en punt 4 van het enig document (Beknopte definitie van het geografische gebied) zijn gewijzigd door het productiegebied uit te breiden met de volgende gebieden:

De rubriek “autonome gemeenschap Andalucía” luidde hiervoor:

autonome gemeenschap Andalucía:

Huelva: Sierra

Jaén: Sierra Morena

Sevilla: Sierra Norte

Na de toevoeging van de regio’s Pedroches, La Sierra en Campiña Baja — allemaal in de provincie Córdoba — luidt deze rubriek nu:

autonome gemeenschap Andalucía:

Córdoba: Pedroches, La Sierra en Campiña Baja

Huelva: Sierra

Jaén: Sierra Morena

Sevilla: Sierra Norte

De rubriek “autonome gemeenschap Castilla-La Mancha” luidde hiervoor:

autonome gemeenschap Castilla-La Mancha:

Ciudad Real: Montes Norte, Campo de Calatrava, Montes Sur en Pastos

Toledo: Talavera, Torrijos, Sagra-Toledo, La Jara, Montes de Navahermosa en Monte de los Yébenes

Na de toevoeging van alle regio’s in de provincie Guadalajara luidt deze rubriek nu:

autonome gemeenschap Castilla-La Mancha:

Ciudad Real: Montes Norte, Campo de Calatrava, Montes Sur en Pastos

Guadalajara: alle regio’s

Toledo: Talavera, Torrijos, Sagra-Toledo, La Jara, Montes de Navahermosa en Monte de los Yébenes

De rubriek “autonome gemeenschap Castilla y León” luidde hiervoor:

autonome gemeenschap Castilla y León:

Ávila: alle regio’s

Burgos: Demanda

León: La Montaña de Riaño

Palencia: Guardo and Cervera

Salamanca: alle regio’s

Segovia: alle regio’s

Soria: Pinares

Valladolid: centrum, zuiden en zuidoosten

Zamora: Sayago

Na de toevoeging van de regio Sahagún in de provincie León en de regio Duero Bajo in de provincie Zamora luidt deze rubriek nu:

autonome gemeenschap Castilla y León:

Ávila: alle regio’s

Burgos: Demanda

León: La Montaña de Riaño en Sahagún

Palencia: Guardo and Cervera

Salamanca: alle regio’s

Segovia: alle regio’s

Soria: Pinares

Valladolid: centrum, zuiden en zuidoosten

Zamora: Sayago en Duero Bajo

De rubriek “autonome gemeenschap Extremadura” luidde hiervoor:

autonome gemeenschap Extremadura:

Cáceres: alle regio’s

Badajoz: Alburquerque, Mérida, Don Benito, Puebla Alcocer, Herrera Duque, Badajoz, Almendralejo, Olivenza, Jerez de los Caballeros en Llerena

Na de toevoeging van de regio’s Castuera en Azuaga in de provincie Badajoz — waarmee alle regio’s van die provincie nu zijn inbegrepen — luidt deze rubriek nu:

autonome gemeenschap Extremadura:

Cáceres: alle regio’s

Badajoz: alle regio’s

Motivering voor deze wijziging van het productiegebied:

Het productiegebied is uitgebreid met alle landbouwgebieden in de provincie Guadalajara, de regio’s Pedroches, La Sierra en Campiña Baja in de provincie Córdoba, de regio Sahagún in de provincie León, de regio Duero Bajo in de provincie Zamora en de regio’s Castuera en Azuaga in de provincie Badajoz.

Deze wijziging is gerechtvaardigd omdat de nieuwe regio’s dezelfde kenmerken hebben als de regio’s die al deel uitmaakten van het in het productdossier omschreven afgebakende productiegebied. Hiertoe is een door de Katholieke Universiteit van Ávila uitgevoerd onderzoek (Study supporting the amendment of the product specification for the Protected Geographical Indication “Carne de Ávila” – studie ter ondersteuning van de wijziging van het productdossier voor de beschermde geografische aanduiding “Carne de Ávila”) ter beschikking gesteld van de bevoegde autoriteit.

Er zijn veel overeenkomsten tussen de fysieke omgeving en het klimaat van de in deze wijziging toegevoegde landbouwgebieden en de topografie, bodemeigenschappen en het klimaat van de reeds in het productiegebied gelegen regio’s.

Het bodemgebruik en de vegetatie zijn eveneens overeenkomend. De veehouderijen in de nieuwe regio’s waar het ras Avileña-Negra Ibérica wordt gehouden, voldoen aan alle eisen van het productdossier op het gebied van genetica, diervoeder, bezettingsgraad en fokpraktijken.

Aangezien de nieuwe regio’s bovendien dicht bij de bestaande regio’s liggen en qua fysieke omgeving, klimaat en vegetatie sterk op elkaar lijken, zou de goedkeuring van deze wijziging van het BGA-productiegebied slechts inhouden dat de huidige geografische grens wordt uitgebreid met regio’s die grenzen aan — of in sommige gevallen zelfs omringd zijn door — grondgebied dat reeds tot het productiegebied van de BGA “Carne de Ávila” behoort.

De provincie Guadalajara (waarvan alle landbouwgebieden moeten worden toegevoegd) grenst aan de provincies Segovia, Madrid en Teruel, die reeds deel uitmaken van het in het productdossier vastgestelde productiegebied. Guadalajara deelt zijn geografie met die provincies, die de hoge plateaus van het centrale Iberische schiereiland bezetten. Via de Iberische bergketen is de provincie bovendien verbonden met Segovia, Madrid en Teruel. Dit houdt in dat zij hetzelfde klimaatprofiel heeft, dat kenmerkend is voor het centrale plateau, en hetzelfde gevarieerde plantenleven (steeneiken, zavelbomen, pijnbomen, eiken en enkele beukenbomen).

De provincie Córdoba wordt begrensd door provincies die reeds zijn opgenomen in het geografische gebied dat is vastgelegd in het productdossier: Sevilla en Badajoz in het westen en Badajoz en Ciudad Real in het noorden. Córdoba is onderverdeeld in drie geografische gebieden: de Sierra Morena in het noorden, de Guadalquivirvallei in het midden en de tot het Andalusische gebergte behorende bergketens (Sierras Subbéticas) in het zuiden. Het op te nemen gebied omvat de regio’s Pedroches, La Sierra en Campiña Baja, die grenzen aan de provincies Sevilla, Badajoz en Ciudad Real, welke reeds deel uitmaken van het in het productdossier vastgelegde productiegebied.

De studie ter ondersteuning van de wijziging van het productdossier voor de beschermde geografische aanduiding “Carne de Ávila” toont aan dat de nieuwe gebieden die in dit amendement zijn toegevoegd dezelfde natuurlijke kenmerken hebben als het oorspronkelijk in het productdossier afgebakende geografische gebied. Dit houdt in dat het gebied na de wijziging dezelfde mate van uniformiteit heeft als die van het gebied vóór de wijziging, zonder dat de continuïteit ervan wordt veranderd. Deze gemeenschappelijke kenmerken zijn grotendeels het gevolg van de geografische nabijheid tussen de in deze wijziging opgenomen regio’s en de regio’s die reeds het productiegebied vormden.

De in de voorgestelde wijziging opgenomen provincies hebben een gevarieerd reliëf: plateauvlaktes, uitgestrekte valleien en hooglandgebieden. Aangezien het landschap van het huidige productiegebied ongelijkmatig is — met diepe valleien, nauwe dalengten, grillige bergtoppen, steile hellingen en uitgestrekte plateaus, evenals zogenaamde dehesas (traditionele bosweidelandbouwecosystemen waar vee extensief wordt gehouden op arme of niet-landbouwgrond), waar het terrein vlakker is — is er sprake van grote gelijkenis tussen beide.

In de regio Duero Bajo domineren xerochrept-bodems, met hun zanderige leemtextuur en een opmerkelijke aanwezigheid van zandsteen, conglomeraten en detritus. In de regio’s die samen de provincie Guadalajara vormen, zijn xerochrepts en xerumbrepts de meest voorkomende bodems. De bodemtextuur van de xerumbrepts is kleileem, met kalksteen over het basisgesteente heen en geplooide krijtstructuren. De bodems die in de provincie Córdoba het meest voorkomen zijn xerochrepten en palexeralfen, evenals chromoxererts in sommige gebieden.

Gezien de overheersing van xerochrepten en xerumbrepts — en, in mindere mate, haploxeralfen en palexeralfen — in het geografische gebied dat reeds in het productdossier is opgenomen, zijn er sterke overeenkomsten wat betreft bodemkenmerken en geologische ondergrond.

In de nieuwe gebieden groeien ook dezelfde soorten vegetatie als in het bestaande BGA-productiegebied: Maquis met eiken kreupelhout, Cistus ladanifer, brem, tijm en Genista florida; dehesas met eikenbomen, zavelbomen, steeneiken en jeneverstruiken; en in de hooggelegen gebieden overheersen de pijnbomen.

“Gematigd mediterraan” en “koud gematigd mediterraan” zijn in deze gebieden de overheersende klimatologische profielen. De regio’s van Guadalajara hebben het typische klimaat van een centraal plateau (lange, hete, droge zomers, lange, strenge winters en korte, milde voor- en najaren), jaarlijkse regenval van 700-900 millimeter en gevarieerde vegetatie (eiken, zavelbomen, steeneiken, pijnbomen en enkele beukenbomen). In Córdoba en de regio’s ervan heerst een continentaal mediterraan klimaat, met milde winters, zeer hete zomers en een jaarlijkse regenval van 600-750 millimeter, die hoofdzakelijk tussen oktober en april valt.

Deze voorwaarden weerspiegelen de reeds in het productdossier vastgelegde voorwaarden en hebben een impact op de veehouderijpraktijken, waaronder de seizoenstrek (transhumance) en extensieve veeteelt. Gezien de grote verspreiding van het ras, de gebieden waar de dieren zich vestigen en hoe het vee wordt verplaatst tijdens de seizoenstrek is er dan ook sprake van aanzienlijke variaties. De dieren grazen in de bergen, in de valleien en op de beboste weilanden (dehesas): de berggebieden kennen frisse zomers en strenge winters met lange vorstperioden; de dehesas daarentegen kennen gewoonlijk zeer warme zomers en zachte winters.

Wat het ras betreft, schrijft het productdossier voor dat de dieren ofwel van het ras Avileña-Negra Ibérica moeten zijn, ofwel moeten voortkomen uit een eerste kruising van vrouwelijke dieren van het ras Avileña-Negra Ibérica met mannelijke dieren van de rassen Charolais en Limousin (Charolais en Limousin hebben de status van “gevestigd ras” in Spanje).

In dit opzicht komt het nieuwe geografische gebied in deze wijziging overeen met het oorspronkelijke gebied, in zowel historisch als landbouwkundig opzicht: zoals blijkt uit de studie ter ondersteuning van de wijziging van het productdossier voor de beschermde geografische aanduiding “Carne de Ávila” komt het ras Avileña-Negra Ibérica traditioneel in die provincies voor en wordt het daar al eeuwenlang gehouden.

Bovendien wordt het ras Avileña-Negra Ibérica, dat bij geboorte op het bedrijf aan dat ras wordt toegewezen, ook vermeld in het stamboek van dat ras. In de voor opname voorgestelde regio’s zijn fokkoeien naargelang hun uiterlijk ingedeeld en opgenomen in het stamboek van de Avileña-Negra Ibérica. Hetzelfde geldt voor de mannelijke dieren van het ras Avileña-Negra Ibérica die worden gebruikt om de stal vrouwelijke fokdieren aan te vullen.

De fokkoeien van het ras Avileña-Negra Ibérica worden gehouden met dezelfde technieken, waarbij de beschikbare natuurlijke hulpbronnen op vergelijkbare wijze worden benut door middel van extensieve veeteelt of de inzet van seizoenstrek. Er wordt gebruikt wat de natuur te bieden heeft, het milieu wordt beschermd en het dierenwelzijn wordt gewaarborgd.

Het productdossier verwijst naar productiesystemen waarbij de dieren vrij mogen rondlopen en de bezettingsgraad laag is, gemiddeld tussen 0,2 en 0,4 grootvee-eenheden per hectare in gebieden waar dit ras van oudsher wordt gehouden. Uit studies blijkt dat extensieve veeteelt plaatsvindt in het gebied dat in het productdossier moet worden opgenomen, en bedrijven natuurlijke hulpbronnen gebruiken en een veebezetting hebben die onder de grens van 0,4 grootvee-eenheden per hectare ligt.

Landbouwbedrijven in de nieuwe regio’s maken gebruik van dezelfde fokpraktijken — natuurlijke dekking — als beschreven in het productdossier.

Ten slotte beslaat het geografische gebied dat in de huidige versie van het productdossier is vastgesteld 12 172 491 hectare. Door de gevraagde wijziging zou deze oppervlakte met 20 % toenemen en zou er nog eens 2 543 196 hectare worden toegevoegd.

Deze uitbreiding van het geografische gebied zal zichtbaar zijn in de productiecijfers. Op basis van de bedrijven die actief zijn in de nieuwe gebieden die in het productdossier moeten worden opgenomen, wordt de productiestijging geschat op 19 %, of ongeveer 900 runderen per jaar, op basis van de 4 700 karkassen die in 2018 zijn geproduceerd.

Deze berekening is uitgevoerd door de auteurs van de studie ter ondersteuning van de wijziging van het productdossier voor de beschermde geografische aanduiding “Carne de Ávila” met behulp van geografische en cartografische databases die door het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening voor het publiek beschikbaar zijn gesteld.

De reden waarom het geografische gebied op dit moment moet worden uitgebreid, is om ervoor te zorgen dat het hele gebied waar het ras Avileña-Negra Ibérica van oudsher voorkomt in Spanje, wordt bestreken; het ras vormt immers de basis van het product “Carne de Ávila”. Het ras zorgt voor het verband en de relatie tussen het geografische gebied en de productkwaliteit, kenmerken en faam of andere aspecten. Het toe te voegen gebied heeft kenmerken die gelijkwaardig zijn aan de kenmerken van het geografische gebied die het verband vormen, en het ras wordt daar volgens hetzelfde systeem gehouden.

5.3. Bewijs van oorsprong

1.

Het volgende, namelijk punt 2 van rubriek D van het productdossier (Bewijs van de oorsprong), is gewijzigd:

Alle runderen op veehouderijen die in de BGA-registers zijn opgenomen, worden afzonderlijk geïdentificeerd zoals vereist door de geldende wetgeving. De identificatie van runderen van het ras Avileña-Negra Ibérica omvat ook hun vermelding in het stamboek van het ras met de identificatiecode die bij de geboorte aan het dier is toegekend — bestaande uit een acroniem dat het bedrijf van herkomst aangeeft, gevolgd door de laatste twee cijfers van het geboortejaar van het dier en het volgnummer in de reeks geboorten op het bedrijf dat jaar — en het logo van de BGA.

Deze passage is gewijzigd door een verwijzing toe te voegen naar de noodzaak om de correlatie tussen officiële en stamboekidentificatiekenmerken bij te houden, en luidt nu als volgt:

Alle runderen op veehouderijen die in de BGA-registers zijn opgenomen, worden afzonderlijk geïdentificeerd zoals vereist door de geldende wetgeving. Runderen van het ras Avileña-Negra Ibérica worden ook vermeld in het stamboek van het ras met de identificatiecode die bij de geboorte aan het dier is toegekend, bestaande uit een acroniem dat het bedrijf van herkomst aangeeft, gevolgd door de laatste twee cijfers van het geboortejaar van het dier en het volgnummer in de reeks geboorten op het bedrijf dat jaar. De correlatie tussen officiële en stamboekidentificatiekenmerken moet worden bijgehouden.

Motivering voor deze wijziging van de rubriekBewijs van oorsprong:

Deze wijziging is aangebracht ter verduidelijking: voor controledoeleinden is het nuttig om ervoor te zorgen dat de gegevens over de correlatie tussen officiële identificatiekenmerken en stamboekidentificatiekenmerken op elkaar worden afgestemd, aangezien controles en inspecties hierdoor eenvoudiger kunnen worden uitgevoerd.

2.

Het volgende is aan het einde van punt 3 van rubriek D van het productdossier (Bewijs van de oorsprong) toegevoegd:

Karkassen die voldoen aan de eisen van het productdossier moeten zodanig worden gemerkt en geëtiketteerd dat ze op elk moment tijdens het schoonmaken kunnen worden geïdentificeerd.

Nadat de karkassen zijn gecontroleerd op de toegekende classificatie en hun overeenstemming met de vereisten voor bevleesdheid, vetheidsklasse en kleur is nagegaan zoals uiteengezet in dit productdossier, moeten alle karkassen die de exploitant in aanmerking neemt om de beschermde geografische aanduiding voor te gebruiken, in het slachthuis worden gemarkeerd.

Motivering voor deze wijziging van de rubriekBewijs van oorsprong:

Deze wijziging is aangebracht ter verduidelijking: De nieuwe tekst ondersteunt de controle en de specifieke controles die in het slachthuis moeten worden uitgevoerd, waardoor het gemakkelijker wordt om nalevingscontroles uit te voeren door de aspecten te vermelden die moeten worden onderzocht wanneer het karkas wordt gemarkeerd.

5.4. Werkwijze voor het verkrijgen van het product

1.

Rubriek E van het productdossier (Werkwijze voor het verkrijgen van het product) is gewijzigd door de schrapping van punt 7, dat betrekking had op partnerschapsovereenkomsten en als volgt luidde:

Partnerschapsovereenkomsten. Er zullen partnerschapsovereenkomsten worden gesloten tussen de BGA en de verkooppunten om de oorsprong en kwaliteit van het rundvlees dat als “Carne de Ávila” op de markt wordt gebracht, te garanderen.

Motivering voor deze wijziging van de rubriekWerkwijze voor het verkrijgen van het product:

Deze wijziging is aangebracht ter verduidelijking: De geschrapte passage was geen regel inzake technische details over hoe het product wordt verkregen, geëtiketteerd of verpakt en zou dus geen deel moeten uitmaken van dit gedeelte van het productdossier. Het sluiten van partnerschapsovereenkomsten heeft meer te maken met de taken van het bevorderen en verdedigen van het beschermde product die zijn toevertrouwd aan de Consejo Regulador van de BGA “Carne de Ávila” op grond van artikel 16, lid 1, van de wet inzake transregionale beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Wet 6/2015 van 12 mei 2015) dan met de werkwijze voor het verkrijgen van het product.

De geschrapte paragraaf zou ook als een verplichting kunnen worden opgevat, wat een onnodige beperking inhoudt.

De schrapping van deze paragraaf betekent dus de verwijdering van informatie die niet relevant wordt geacht voor de productie, etikettering en/of verpakking van het product zoals gedefinieerd in het productdossier — die alle ongewijzigd blijven.

2.

Het volgende is toegevoegd aan punt 6 van rubriek E van het productdossier (Werkwijze voor het verkrijgen van het product):

Bedrijven die het product fileren, verpakken en etiketteren voor eindgebruikers zullen worden onderworpen aan controles om de oorsprong en kwaliteit van het beschermde rundvlees en het juiste gebruik van conformiteitsmarkeringen te waarborgen.

Motivering voor deze wijziging van de rubriekWerkwijze voor het verkrijgen van het product:

Deze wijziging is bedoeld ter verduidelijking: de nieuwe passage is een regel over de etikettering en verpakking van het product die duidelijkheid verschaft aan bedrijven die het product etiketteren of verpakken en de controle op die handelingen vergemakkelijkt.

5.5. Controleorgaan

In rubriek G van het productdossier (Controleorgaan) is het volgende gewijzigd:

Directoraat-generaal voor de Voedingsindustrie

Ministerie van Landbouw, Voeding en Milieu

Paseo Infanta Isabel 1, 28014 Madrid

Tel. +34 91 3475361/8477; Fax +34 91 3475700

E-mail: dgia@magrama.es

Het directoraat-generaal voor de Voedingsindustrie controleert via zijn subdirectoraat-generaal Kwaliteitsregelingen en Biologische landbouw de naleving van dit productdossier in het kader van de toepassing van het “Controlesysteem voor naleving van de kwaliteitsregeling van andere levensmiddelen dan wijnbouwproducten in verband met geografische oorsprong en gegarandeerde traditionele specialiteiten”, onderdeel van het Nationaal Controleplan Voedselketen 2011-2015, dat onder de bevoegdheid van de rijksoverheid valt, met toepassing van het sanctiesysteem van titel III van de Wet wijnbouw en wijnbereiding (Wet 24/2003 van 10 juli 2003).

De informatie over het controleorgaan is gewijzigd om de huidige opzet van de bevoegde autoriteit weer te geven, met inbegrip van de website van de voor nalevingscontroles verantwoordelijke instantie en haar contactgegevens. Deze passage luidt nu als volgt:

De BGA “Carne de Ávila” valt onder de bevoegdheid van het directoraat-generaal voor de Voedingsindustrie via het subdirectoraat-generaal Kwaliteitsregelingen en Biologische landbouw. De controles op de naleving van het productdossier worden uitgevoerd door:

Agencia de Información y Control Alimentarios (vergelijkbaar met de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit)

Paseo Infanta Mercedes 31, vijfde verdieping

28020 Madrid

Motivering voor deze wijziging van de rubriekControleorgaan:

De reden voor deze wijziging is dat de in de vorige versie van het productdossier opgenomen beschrijving van de nationale wetgeving achterhaald en ongeschikt was geworden voor de doeleinden van de betreffende paragraaf. De oude tekst is vervangen door informatie over het controleorgaan dat toeziet op de naleving van het productdossier in overeenstemming met artikel 37, lid 1, punt b), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen.

5.6. Etikettering

1.

Punt 3 van rubriek H van het productdossier (Etikettering) en punt 3.6 van het enig document (Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst) zijn vervangen. Hiervoor luidde de passage:

contra-etiketten, die toegevoegd worden wanneer het deel in porties wordt verzonden; deze contra-etiketten worden uitgegeven door de Consejo Regulador en bevatten dezelfde informatie als de etiketten op de karkassen.

De nieuwe tekst luidt als volgt:

contra-etiketten, die toegevoegd worden wanneer het deel in porties wordt verzonden; deze contra-etiketten worden uitgegeven door de Consejo Regulador en zorgen ervoor dat de traceerbaarheid kan worden gecontroleerd.

Motivering voor deze wijziging van de rubriekEtikettering:

Deze wijziging is aangebracht om punt 3 aan te passen aan de specifieke wetgeving ter zake en de huidige praktijk. In het productdossier en het enig document was eerder vermeld dat dezelfde informatie moest worden gebruikt als die op het [karkas]etiket, en dit is problematisch als het gaat om enkele wijzen waarop delen nu worden verkocht.

De nieuwe formulering vergemakkelijkt de toepassing van het deel en de naleving van de specifieke nationale wetgeving, waardoor het product kan worden getraceerd naar de partij van oorsprong en in elk geval de traceerbaarheidscontroles worden vergemakkelijkt.

Dit gedeelte moest dan ook worden gewijzigd naar een eenvoudigere formulering waardoor het gemakkelijker wordt om controles op de traceerbaarheid van producten in te voeren en deze in elk geval mogelijk te maken en te vergemakkelijken.

2.

De in punt 4 van rubriek H van het productdossier opgenomen etiketteringsvoorschriften (Etikettering) zijn toegevoegd aan paragraaf 3.6 van het enig document (Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst).

Vóór deze wijziging luidde de passage als volgt:

Naast de verplichte informatie moeten de etiketten van “Carne de Ávila” ten minste het volgende bevatten: identificatie door de Consejo Regulador, officiële identificatie, slachtdatum, karkasnummer, logo van de Consejo Regulador, EU-logo van de BGA en streepjescode.

De tekst van deze passage na de voorgestelde wijziging is als volgt:

Naast de verplichte informatie moeten de etiketten van “Carne de Ávila” ten minste het volgende bevatten: referentienummer, identificatiecode van de Consejo Regulador, officiële identificatiecode, beschrijving van de uitsnijding, datum van slachting, oorsprong, vergunningnummer, locatie van het slachten, karkasnummer, logo van de Consejo Regulador van de BGA “Carne de Ávila”, EU-logo van de BGA, streepjescode en de naam waaronder het rundvlees in de handel wordt gebracht (“ternera” [kalfsvlees], “añojo” [eenjarig rundvlees] of “novillo” [jong rundvlees]).

Motivering voor deze wijziging van de rubriekEtikettering:

Deze wijziging is aangebracht om de samenhang tussen het productdossier en het enig document op dit punt te verbeteren: ze bevatten nu dezelfde lijst met punten die op de etiketten moeten zijn opgenomen.

5.7. Nationale eisen

De volgende lijst met wetgeving is geschrapt uit punt I van het productdossier (Nationale eisen):

Wet 25/1970 van 2 december 1970 betreffende de regeling voor de wijnbouw, wijn en alcohol

Besluit van 20 april 1988 tot verlening van voorlopige erkenning van de specifieke aanduiding “Carne de Ávila”;

Besluit van 4 december 1990 tot goedkeuring van de voorschriften van de specifieke aanduiding “Carne de Ávila” en van de desbetreffende Consejo Regulador

Besluit van 10 november 1993 tot wijziging van het besluit van 4 december 1990 tot goedkeuring van de voorschriften van de specifieke aanduiding “Carne de Ávila”

Besluit van het directoraat-generaal voor de Voedingsindustrie van 27 april 2011 tot wijziging van het productdossier voor de beschermde geografische aanduiding “Carne de Ávila”

Wet betreffende transregionale beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Wet 6/2015 van 12 mei 2015)

Motivering voor deze wijziging van de rubriekNationale eisen:

Deze verwijzingen naar wetgeving zijn geschrapt aangezien de meeste ervan achterhaald zijn na wijziging en/of intrekking. Zij kunnen ook worden geschrapt omdat ze verwijzen naar algemene wetgeving en omdat Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 betreffende kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen niet vereist dat het productdossier dit gedeelte over “nationale eisen” bevat.

ENIG DOCUMENT

“Carne de Ávila”

EU-nr.: PGI-ES-0093-AM02 – 12 december 2019

BOB ( ) BGA (X)

1. Naam/Namen [van de BOB of de BGA]

“Carne de Ávila”

2. Lidstaat of derde land

Spanje

3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1. Productcategorie

Categorie 1.1. Vers vlees (en verse slachtafval)

3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

Runderen die het door de BGA beschermde vlees kunnen leveren, moeten ofwel van het ras Avileña-Negra Ibérica zijn, ofwel voortkomen uit een eerste kruising van vrouwelijke dieren van het ras Avileña-Negra Ibérica met mannelijke dieren van de rassen Charolais en Limousin (Charolais en Limousin hebben de status van “gevestigd ras” in Spanje).

De runderen zijn ingedeeld naar leeftijd:

Ternera (kalfsvlees): moet op een leeftijd van maximaal 12 maanden worden geslacht, na ten minste vijf maanden bij het moederdier te hebben doorgebracht;

Añojo (eenjarig rundvlees): gespeend op een leeftijd van minimaal vijf maanden, moet tussen 12 en 24 maanden worden geslacht;

Novillo (jong rundvlees): moet tussen 24 en 48 maanden worden geslacht;

De karkassen waarop de BGA van toepassing is, moeten in het Europese classificatiesysteem voor karkassen ingedeeld zijn in een bevleesdheidklasse die is begrepen tussen U+ en O en een vetheidklasse die is begrepen tussen 2 en 4.

Vetheidklasse

1

1+

2-

2

2+

3-

3

3+

4-

4

4+

5-

5

Bevleesdheid

S

E

U+

X

X

X

X

X

X

X

U

X

X

X

X

X

X

X

U-

X

X

X

X

X

X

X

R+

X

X

X

X

X

X

X

R

X

X

X

X

X

X

X

R-

X

X

X

X

X

X

X

O+

X

X

X

X

X

X

X

O

X

X

X

X

X

X

X

O-

P+

P

P-

Het vlees dat afkomstig is van deze dieren voelt stevig aan, is licht vochtig en heeft een fijne textuur. De kleur is glanzend en gaat van lichtrood naar purperrood. Het vet is wit tot roomwit van kleur.

De minimale rijpingsperiode van het vlees “Carne de Ávila” bedraagt vier dagen.

3.3. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

De dieren worden gehouden volgens een extensief houderijsysteem en/of seizoenstrek (transhumance) met gebruikmaking van weiden en bossen (eikels, loten). De transhumance is een oeroud foksysteem waarbij veehouders gebruiken wat de natuur te bieden heeft. Dat houdt in dat het vee naargelang het seizoen telkens naar een andere plek wordt gebracht, wat zorgt voor diversiteit en complementariteit. De dieren grazen op hogergelegen weiden tijdens de zomer en de herfst, en op dehesas (traditionele bosweidelandbouwecosystemen waar vee extensief wordt gehouden op arme of niet-landbouwgrond) met eiken (groene eiken en kurkeiken) tijdens de winter en de lente. Het betreft een productiesysteem waarbij de dieren vrij mogen rondlopen en de bezettingsgraad laag is, namelijk gemiddeld tussen 0,2 en 0,4 grootvee-eenheden per hectare, dat is ingevoerd in gebieden waar dit ras — dat onder andere omstandigheden moeilijk te houden zou zijn — van oudsher door middel van vetweiden wordt gehouden In perioden van schaarste krijgen de dieren krachtvoer dat granen, eiwithoudende gewassen en andere grondstoffen, steeds van plantaardige oorsprong, alsook de nodige mineralen en vitamines bevat.

3.4. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

Het in punt 4 beschreven geografische gebied is het gebied waar de voor de slacht bestemde dieren worden geboren, gehouden en afgemest op bedrijven waar de vrouwelijke fokdieren op basis van extensieve veehouderij worden gehouden.

3.5. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

3.6. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

Om de identificatie en de traceerbaarheid van het karkas, de delen en de porties te garanderen, zijn er voor de karkassen waarop de BGA van toepassing is, verschillende etiketten voorzien. Het betreft:

1)

etiketten voor de karkassen, waarop de hierna vermelde gedetailleerde gegevens zijn vermeld; er wordt evenwel geen deel vermeld;

2)

etiketten voor de delen, waarop de vereiste gegevens zijn vermeld, alsook welk deel het betreft (voorschenkel, schenkel enz.);

3)

contra-etiketten, die toegevoegd worden wanneer het deel in porties wordt verzonden; deze contra-etiketten worden uitgegeven door de Consejo Regulador en zorgen ervoor dat de traceerbaarheid kan worden gecontroleerd.

4)

etiketten “Carne de Ávila”, die behalve de verplichte vermeldingen, minstens de volgende gegevens vermelden: referentienummer, identificatie door de Consejo Regulador, officiële identificatie, beschrijving van de delen, slachtdatum, oorsprong, vergunningnummer, slachtlocatie, karkasnummer, logo van de Consejo Regulador van de BGA “Carne de Ávila”, EU-logo van de BGA, streepjescode en de naam waaronder het rundvlees in de handel wordt gebracht (“ternera” [kalfsvlees], “añojo” [eenjarig rundvlees] of “novillo” [jong rundvlees]).

Image 1

4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

Het productiegebied van het ras Avileña-Negra Ibérica bestaat uit de hierna vermelde landbouwgebieden (gegroepeerd per provincie en per autonome regio):

autonome gemeenschap Andalucía:

Córdoba: de regio’s Pedroches, La Sierra en Campiña Baja

Huelva: Sierra

Jaén: Sierra Morena

Sevilla: Sierra Norte

autonome gemeenschap Aragón:

Teruel: Serranía de Albarracín en Maestrazgo.

autonome gemeenschap Castilla-La Mancha:

Ciudad Real: Montes Norte, Campo de Calatrava, Montes Sur en Pastos

Guadalajara: alle regio’s

Toledo: Talavera, Torrijos, Sagra-Toledo, La Jara, Montes de Navahermosa en Monte de los Yébenes

autonome gemeenschap Castilla y León:

Ávila: alle regio’s

Burgos: Demanda

León: La Montaña de Riaño en Sahagún

Palencia: Guardo and Cervera

Salamanca: alle regio’s

Segovia: alle regio’s

Soria: Pinares

Valladolid: centrum, zuiden en zuidoosten

Zamora: Sayago en Duero Bajo

autonome gemeenschap Extremadura:

Cáceres: alle regio’s

Badajoz: alle regio’s

autonome gemeenschap La Rioja: alle regio’s

autonome gemeenschap Madrid:

Lozoya Somosierra, Guadarrama, Area Metropolitana en Sur Occidental

Het productiegebied van het vlees bestaat uit de hierna vermelde landbouwgebieden (gegroepeerd per provincie en per autonome regio):

autonome gemeenschap Castilla y León:

Ávila: alle regio’s

Salamanca: alle regio’s

Segovia: alle regio’s

Valladolid: centrum, zuiden en zuidoosten

autonome gemeenschap Castilla-La Mancha:

Toledo: Talavera en Sagra-Toledo

autonome gemeenschap Extremadura:

Cáceres: Cáceres, Trujillo, Brozas, Valencia de Alcántara, Plasencia en Hervás

Badajoz: Mérida, Badajoz en Olivenza

autonome gemeenschap Madrid:

Lozoya Somosierra, Guadarrama, Area Metropolitana en Sur Occidental

5. Verband met het geografische gebied

5.1. Specificiteit van het geografische gebied

(a) Landschap

De berggebieden worden gekenmerkt door een geaccidenteerd reliëf en een complexe orografie met diepe valleien, nauwe dalengten, steile hellingen en uitgestrekte plateaus, die vaak uitmonden in gebieden die zijn blootgesteld aan hevige rukwinden en stormen. De dehesa-gebieden (beboste weilanden) bevinden zich in een uitgestrekte vlakte die verschillende hoogten beslaat — gaande van 300 tot 1 200 meter boven de zeespiegel — met een weinig uitgesproken reliëf.

(b) Klimaat

Contrastrijk klimaat als gevolg van de grote verspreiding van het ras, de uiteenlopende plaatsen waar de dieren zich bevinden en de seizoenstrek. De dieren grazen in de bergen, in de valleien en op de beboste weilanden (dehesas): de berggebieden kennen frisse zomers en strenge winters met lange vorstperioden; de dehesas daarentegen kennen gewoonlijk zeer warme zomers en zachte winters.

(c) Flora

Het houden van het ras Avileña-Negra Ibérica gaat gepaard met de exploitatie van dehesas waarin zones met weidegrassen, cultuurgewassen, maquis en bossen overheersen.

Er zijn dehesas met uitsluitend grasland, gemengde dehesas (d.w.z. met gewas en grasland), en gebieden met kreupelbos. Eiken, zavelbomen, steeneiken en jeneverstruiken zijn opvallend aanwezig op dehesas met uitsluitend grasland, waar dus weinig bomen maar uitgestrekte weilanden voorkomen. De gemengde terreinen zijn met groene eiken, zomereiken en grassen beplante zones waarop de dieren zich aan wat hun door de bomen wordt geboden (met name eikels en loten) en aan de stoppels tegoed kunnen doen.

In het gebergte zijn het de pijnbomen die overheersen. De seizoenstrek van de dieren wordt verklaard door het feit dat het gebergte gedurende een gedeelte van het jaar met sneeuw is bedekt.

5.2. Specificiteit van het product

Het vlees met de BGA “Carne de Ávila” vertoont de hiernavolgende kenmerken.

Het vlees dat afkomstig is van deze dieren is bij aanraking vast van consistentie, licht vochtig en heeft een fijne textuur. De kleur is glanzend en gaat van lichtrood naar purperrood. Het vet is wit tot roomwit van kleur en wordt in het algemeen zeer gewaardeerd om zijn zachtheid, kwaliteit en intense smaak.

5.3. Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA)

De vrouwelijke dieren van het ras Avileña-Negra Ibérica maken deel uit van een autochtoon runderras dat reeds lang perfect is aangepast aan de houderijmethoden in deze geografische gebieden en dat een steeds groter aandeel krijgt in de veestapel.

Aanvankelijk werden zij als trekdieren gebruikt, maar door de mechanisering van de landbouw heeft het ras zich tot een vleesras ontwikkeld. Andere voor consumptie geschikte rassen, waarvan de rassen Charolais en Limousin de meest gebruikte waren, werden derhalve met de Avileña-Negra Ibérica gekruist.

Door het houden van deze autochtone rasdieren, die perfect aan hun omgeving zijn aangepast, kan optimaal gebruik worden gemaakt wat de natuur te bieden heeft, zoals flora, weiden, voedergewassen, loten en eikels. Dankzij het gevarieerde eetpatroon en de bijzondere kenmerken van de vrouwelijke dieren van het ras Avileña-Negra Ibérica en van de dieren die zijn voortgekomen uit de eerste kruising met rassen die qua bevleesdheid beter scoren, kan rundvlees worden geproduceerd dat nergens mee te vergelijken is. Het behoort tot de meest gegeerde vleessoorten, met name wegens de zachtheid, de intense smaak, de kwaliteit en de glanzende kleur die van lichtrood tot purperrood varieert. Zijn kenmerken dankt dit vlees hoofdzakelijk aan twee factoren: enerzijds zijn er de omgeving en de wijze van voederen waarop een beroep kan worden gedaan doordat het ras perfect is aangepast aan het in het betrokken geografische gebied gehanteerde productiemodel, en anderzijds is er het ras.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

(Artikel 6, lid 1, tweede alinea, van de onderhavige verordening)

De herziene versie van het productdossier met de wijzigingen waarop deze aanvraag tot goedkeuring van een wijziging betrekking heeft, kan online worden geraadpleegd op:

https://www.mapa.gob.es/es/alimentacion/temas/calidad-diferenciada/pliegodecondicionesavila10062020_tcm30-511997.pdf


(1)PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.