Home

P9_TA(2022)0111 Datagovernanceverordening ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 6 april 2022 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese datagovernance (Datagovernanceverordening) (COM(2020)0767 — C9-0377/2020 — 2020/0340(COD)) P9_TC1-COD(2020)0340 Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 6 april 2022 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) 2022/… van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese datagovernance en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1724 (Datagovernanceverordening)

P9_TA(2022)0111 Datagovernanceverordening ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 6 april 2022 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese datagovernance (Datagovernanceverordening) (COM(2020)0767 — C9-0377/2020 — 2020/0340(COD)) P9_TC1-COD(2020)0340 Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 6 april 2022 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) 2022/… van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese datagovernance en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1724 (Datagovernanceverordening)

15.11.2022

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 434/119


P9_TA(2022)0111

Datagovernanceverordening ***I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 6 april 2022 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese datagovernance (Datagovernanceverordening) (COM(2020)0767 — C9-0377/2020 — 2020/0340(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

(2022/C 434/22)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2020)0767),

gezien artikel 294, lid 2, en artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C9-0377/2020),

gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 27 april 2021 (1),

na raadpleging van het Comité van de Regio’s,

gezien het overeenkomstig artikel 74, lid 4, van zijn Reglement door de bevoegde commissie goedgekeurde voorlopig akkoord en de door de vertegenwoordiger van de Raad bij brief van 15 december 2021 gedane toezegging om het standpunt van het Europees Parlement overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie goed te keuren,

gezien artikel 59 van zijn Reglement,

gezien de adviezen van de Commissie interne markt en consumentenbescherming, de Commissie juridische zaken en de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken,

gezien het verslag van de Commissie industrie, onderzoek en energie (A9-0248/2021),

1.

stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.

verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

(1)PB C 286 van 26.7.2021, blz. 38.


P9_TC1-COD(2020)0340

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 6 april 2022 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) 2022/… van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese datagovernance en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1724 (Datagovernanceverordening)

(Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement overeen met de definitieve rechtshandeling: Verordening (EU) 2022/868.)