Home

P9_TA(2022)0256Beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering — aanvraag EGF/2021/008 EL/Attica Vervaardiging van elektrische apparatuur — GriekenlandResolutie van het Europees Parlement van 23 juni 2022 over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers naar aanleiding van een aanvraag van Griekenland — EGF/2021/008 EL/Attica Vervaardiging van elektrische apparatuur (COM(2022)0248 — C9-0190/2022 — 2022/0170(BUD))2023/C 32/20

P9_TA(2022)0256Beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering — aanvraag EGF/2021/008 EL/Attica Vervaardiging van elektrische apparatuur — GriekenlandResolutie van het Europees Parlement van 23 juni 2022 over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers naar aanleiding van een aanvraag van Griekenland — EGF/2021/008 EL/Attica Vervaardiging van elektrische apparatuur (COM(2022)0248 — C9-0190/2022 — 2022/0170(BUD))2023/C 32/20

Het Europees Parlement,

  • gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2022)0248 — C9-0190/2022),

  • gezien Verordening (EU) 2021/691 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers (EFG) en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1309/2013(1) (“EFG-verordening”),

  • gezien Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027(1) (de “MFK-verordening”), en met name artikel 8,

  • gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 16 december 2020 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie betreffende begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen(1), en met name punt 9,

  • gezien de brieven van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken en van de Commissie regionale ontwikkeling,

  • gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A9-0185/2022),

  1. overwegende dat de Unie wetgevings- en begrotingsinstrumenten in het leven heeft geroepen om aanvullende steun te verlenen aan werknemers die de gevolgen ondervinden van globalisering en van technologische en milieuveranderingen, zoals verschuivingen in de wereldhandelsstromen, handelsgeschillen, significante verschuivingen in de handelsbetrekkingen van de Unie of de samenstelling van de interne markt en financiële of economische crises, alsook de overgang naar een koolstofneutrale economie, of als gevolg van digitalisering of automatisering;

  2. overwegende dat de Unie het toepassingsgebied van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers (EFG) heeft uitgebreid om financiële steun te verlenen in geval van grote herstructureringen en aldus de economische gevolgen van de coronacrisis te dekken;

  3. overwegende dat Griekenland aanvraag EGF/2021/008 EL/Attica Vervaardiging van elektrische apparatuur heeft ingediend voor een financiële bijdrage uit het EFG naar aanleiding van het ontslag van 206 werknemers in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2-afdeling 27 (Vervaardiging van elektrische apparatuur) in de regio van NUTS-niveau 2 Attica (EL30) in Griekenland, met als referentieperiode voor de aanvraag de periode van 1 april 2021 tot 1 oktober 2021;

  4. overwegende dat de aanvraag betrekking heeft op 206 ontslagen werknemers die tijdens de referentieperiode hun werkzaamheden in zes ondernemingen hebben beëindigd(1) en die allemaal als in aanmerking komend zullen worden beschouwd; overwegende dat 180 van de ontslagen werknemers man zijn (87,4 %) en 26 vrouw (12,6 %); overwegende dat 26 van de ontslagen werknemers jonger dan 30 jaar zijn (12,6 %), dat 137 van hen in de leeftijdsgroep 30 tot 54 jaar vallen (66,5 %) en dat 43 van hen een leeftijd boven de 54 jaar hebben (20,9 %); overwegende dat 167 van de ontslagen werknemers een lager voortgezet onderwijsniveau (of daaronder) hebben behaald (81,1 %), dat 6 van hen middelbaar of postmiddelbaar onderwijs hebben genoten (2,9 %) en dat 33 van hen hoger onderwijs hebben genoten (16,0 %);

  5. overwegende dat de aanvraag is ingediend op grond van de criteria voor steunverlening van artikel 4, lid 2, punt b), van de EFG-verordening, waarin is bepaald dat de beëindiging van de werkzaamheden van ten minste 200 ontslagen werknemers binnen een referentieperiode van zes maanden moet hebben plaatsgevonden in ondernemingen die actief zijn in dezelfde NACE Rev. 2-afdeling en gelegen zijn in een NUTS 2-regio of twee aan elkaar grenzende NUTS 2-regio’s in een lidstaat;

  6. overwegende dat de uitgaven voor nieuwe huishoudelijke apparaten in Griekenland in de eerste plaats sterk zijn gedaald als gevolg van de economische crisis in de jaren 2008-2016 (daling met 35 %) en ten tweede als gevolg van de COVID-19-pandemie (een daling van 50 % tussen 2019 en 2020), nadat voor de periode tussen 2017 en 2019 een stijging met 9,5 % was gemeten;

  7. overwegende dat de digitale basisvaardigheden van de Griekse bevolking nog steeds onderontwikkeld zijn en onder het gemiddelde voor de Unie liggen, hetgeen wijst op een hoog risico op technologische achterstand en digitale ongeletterdheid; overwegende dat, volgens de index van de digitale economie en samenleving (DESI) 2021 van de Commissie(1), Griekenland op de 22e plaats staat van de 27 EU-lidstaten wat de integratie van digitale technologieën in bedrijfsactiviteiten betreft en dat slechts 23 % van de bevolking over meer dan elementaire digitale vaardigheden beschikt, tegenover een EU-gemiddelde van 31 %;

  8. overwegende dat in dit verband het verlies aan concurrentievermogen van de Pitsos-fabriek als gevolg van een combinatie van factoren, waaronder een gebrek aan automatisering en geavanceerde fabricage, de hoge productiekosten van elektrische huishoudelijke apparaten, een tekort aan elektrische onderdelen in de binnenlandse aanvoerketen, het besluit van de directie van BSH-Pitsos om niet te willen investeren in het optimaliseren van de productiefaciliteit van de fabriek en het besluit om de productie tegen lagere productiekosten naar Turkije te verplaatsen (terwijl het merk en de verkoop- en de onderhoudsafdeling in Griekenland werden behouden) hebben geleid tot de aankondiging van de sluiting van de Pitsos-fabriek in september 2017; overwegende dat de productie werd verlengd tot begin 2021 en dat in 2021 166 werknemers zijn ontslagen;

  9. overwegende dat 40 werknemers zijn ontslagen in vijf andere ondernemingen, die zich moesten aanpassen aan de snel veranderende digitale economie;

  10. overwegende dat, alhoewel de werkloosheid in Griekenland sinds 2013, toen ze een hoogtepunt bereikte met 27,5 %, geleidelijk is gedaald, Griekenland nog steeds een zeer hoog werkloosheidspercentage heeft; overwegende dat Griekenland in 2021 met 14,7 % het land was met de op één na hoogste werkloosheid in de Unie, terwijl het Europees gemiddelde op 7,0 % lag(1);

  11. overwegende dat het EFG het jaarlijkse maximumbedrag van 186 miljoen EUR (in prijzen van 2018) niet mag overschrijden, zoals vastgelegd in artikel 8 van de MFK-verordening;

  12. overwegende dat de financiële bijdragen uit het EFG in de eerste plaats gericht moeten zijn op actieve arbeidsmarktbeleidsmaatregelen en op gepersonaliseerde steunmaatregelen die tot doel hebben de begunstigden snel aan een fatsoenlijke en duurzame betrekking te helpen binnen of buiten de sector waar zij oorspronkelijk werkzaam waren, en hen voor te bereiden op een groenere en meer digitale Europese economie;

BIJLAGEBESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAADbetreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers naar aanleiding van een aanvraag van Griekenland (EGF/2021/008 EL/Attica Vervaardiging van elektrische apparatuur)

(De tekst van de bijlage wordt hier niet weergegeven, aangezien deze overeenkomt met de definitieve handeling: Besluit (EU) 2022/1163.)