Home

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 23 november 2022 over het gemeenschappelijk ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2023, goedgekeurd door het bemiddelingscomité in het kader van de begrotingsprocedure (14783/2022 — C9-0389/2022 — 2022/0212(BUD))

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 23 november 2022 over het gemeenschappelijk ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2023, goedgekeurd door het bemiddelingscomité in het kader van de begrotingsprocedure (14783/2022 — C9-0389/2022 — 2022/0212(BUD))

11.5.2023

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 167/141


P9_TA(2022)0403

Begrotingsprocedure 2023: gemeenschappelijk ontwerp

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 23 november 2022 over het gemeenschappelijk ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2023, goedgekeurd door het bemiddelingscomité in het kader van de begrotingsprocedure (14783/2022 — C9-0389/2022 — 2022/0212(BUD))

(2023/C 167/30)

Het Europees Parlement,

gezien het door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerp en de daarop betrekking hebbende verklaringen van het Parlement, de Raad en de Commissie (14783/2022 — C9-0389/2022),

gezien het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2023, goedgekeurd door de Commissie op 1 juli 2022 (COM(2022)0400),

gezien het standpunt inzake het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2023, vastgesteld door de Raad op 6 september 2022 en toegezonden aan het Europees Parlement op 9 september 2022 (12108/2022 — C9-0306/2022),

gezien nota van wijzigingen nr. 1/2023 bij het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2023, ingediend door de Commissie op 5 oktober 2022 (COM(2022)0670),

gezien zijn resolutie van 19 oktober 2022 over het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2023 (1) en de daarin opgenomen begrotingsamendementen,

gezien artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien artikel 106 bis van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

gezien Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU, Euratom (2),

gezien Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (3),

gezien Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027 (4),

gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 16 december 2020 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie betreffende begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen (5),

gezien de artikelen 95 en 96 van zijn Reglement,

gezien het verslag van zijn delegatie in het bemiddelingscomité (A9-0278/2022),

1.

keurt het gemeenschappelijk ontwerp goed;

2.

bevestigt de gemeenschappelijke verklaringen die als bijlage bij deze resolutie zijn gevoegd;

3.

neemt kennis van de aan deze resolutie gehechte verklaring van de Commissie;

4.

verzoekt zijn Voorzitter te constateren dat de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2023 definitief is vastgesteld en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

5.

verzoekt zijn Voorzitter deze wetgevingsresolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de overige instellingen en de betrokken organen, alsmede aan de nationale parlementen.

(1) Aangenomen teksten, P9_TA(2022)0366.

(2)PB L 424 van 15.12.2020, blz. 1.

(3)PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1.

(4)PB L 433 I van 22.12.2020, blz. 11.

(5)PB L 433 I van 22.12.2020, blz. 28.


BIJLAGE

DEFINITIEVE VERSIE

Begroting 2023 — Elementen voor gezamenlijke conclusies

Deze gezamenlijke conclusies hebben betrekking op de volgende onderwerpen:

1.

Begroting 2023

2.

Begroting 2022 — Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 5/2022

3.

Verklaringen

Samenvatting

A. Begroting 2023

De elementen voor gezamenlijke conclusies behelzen het volgende:

De totale hoogte van de vastleggingskredieten in de begroting 2023 bedraagt 186 616,7 miljoen EUR. Per saldo blijft er daardoor een marge onder de MFK-maxima voor 2023 over van 421,2 miljoen EUR aan vastleggingskredieten.

De totale hoogte van de betalingskredieten in de begroting 2023 bedraagt 168 648,7 miljoen EUR. Per saldo blijft er daardoor een marge onder de MFK-maxima voor 2023 over van 3 554,2 miljoen EUR aan betalingskredieten.

Uit het flexibiliteitsinstrument voor 2023 wordt een bedrag van 1 235,7 miljoen EUR aan vastleggingskredieten beschikbaar gesteld, waarvan 182,2 miljoen EUR voor subrubriek 2b Veerkracht en waarden, 170,6 miljoen EUR voor rubriek 5 Veiligheid en defensie en 882,9 miljoen EUR voor rubriek 6 Nabuurschap en internationaal beleid.

De betalingskredieten voor 2023 in verband met de beschikbaarstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument in de jaren 2019-2023 worden door de Commissie geraamd op 948,1 miljoen EUR. Het geraamde betalingsschema van de desbetreffende uitstaande bedragen voor deze jaren wordt in de volgende tabel gespecificeerd:

Flexibiliteitsinstrument — betalingsprofiel (in miljoen EUR)

Jaar van beschikbaarstelling

2023

2024

2025

2026

Totalen

2019

82,2

0,0

0,0

0,0

223,2

2020

39,9

0,0

0,0

0,0

106,1

2021

10,3

7,6

0,0

0,0

58,9

2022

62,7

49,8

36,7

0,0

368,4

2023

752,9

279,0

120,6

83,2

1 235,7

Totalen

948,1

336,4

157,4

83,2

1 992,3

Overeenkomstig artikel 11, lid 1, punt a), van de MFK-verordening wordt in subrubriek 2b Veerkracht en waarden uit het enkelvoudig marge-instrument een bedrag van 280 miljoen EUR beschikbaar gesteld in vastleggingskredieten.

B. Begroting 2022

Het ontwerp van gewijzigde begroting (OGB) nr. 5/2022 wordt goedgekeurd, met één wijziging ten opzichte van het Commissievoorstel: als gevolg van de late vaststelling van de rechtsgrondslag van de wet ter versterking van de Europese defensie-industrie door middel van gemeenschappelijke aanbestedingen (EDIRPA) wordt het bedrag van 82 972 301 EUR aan vastleggingskredieten dat voor dit doel in de reserve is opgenomen, niet aanvaard en wordt het overeenkomstige begrotingsonderdeel 13 06 01 niet gecreëerd voor het begrotingsjaar 2022.

1. Begroting 2023

1.1. “Afgesloten” lijnen

Tenzij verder in deze conclusies anders is vermeld, worden alle begrotingslijnen bevestigd zoals voorgesteld door de Commissie in de ontwerpbegroting voor 2023, als gewijzigd bij nota van wijzigingen nr. 1/2023.

Voor de overige begrotingslijnen heeft het bemiddelingscomité de conclusies vastgesteld die zijn opgenomen in de secties 1.2 tot en met 1.7.

1.2. Horizontale kwesties

Gedecentraliseerde agentschappen

De bijdrage van de EU (in vastleggings- en betalingskredieten) en het aantal posten in de personeelsformatie voor alle gedecentraliseerde agentschappen worden vastgesteld op het door de Commissie in de ontwerpbegroting voor 2023 voorgestelde niveau, als gewijzigd bij nota van wijzigingen nr. 1/2023, met de volgende uitzonderingen:

In subrubriek 2b:

Het Europees Openbaar Ministerie (EOM, begrotingsartikel 07 10 08), waarvoor de begroting 2023 voorziet in een verhoging met 2,5 miljoen EUR en de omzetting van twintig posten voor arbeidscontractanten in posten voor tijdelijke functionarissen in de personeelsformatie, ervan uitgaande dat de aanwerving gemiddeld halverwege het jaar plaatsvindt.

In rubriek 4:

Het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA, begrotingsartikel 11 10 02), waarvoor zes posten aan de personeelsformatie worden toegevoegd en het niveau van de vastleggings- en betalingskredieten met 0,5 miljoen EUR wordt verhoogd, ervan uitgaande dat de aanwerving gemiddeld halverwege het jaar plaatsvindt.

Het Asielagentschap van de Europese Unie (EUAA, begrotingsartikel 10 10 01), waarvoor de vastleggings- en betalingskredieten met 3 miljoen EUR worden verhoogd.

Het Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex, begrotingsartikel 11 10 01), waarvoor de vastleggings- en betalingskredieten met 50 miljoen EUR worden verlaagd, zoals voorgesteld door de Raad en goedgekeurd door het Europees Parlement in hun lezingen.

Uitvoerende agentschappen

De EU-bijdrage (in vastleggings- en betalingskredieten) en het aantal posten in de personeelsformatie voor de uitvoerende agentschappen worden vastgesteld op het niveau dat door de Commissie in de ontwerpbegroting is voorgesteld.

Proefprojecten / Voorbereidende acties

Er is overeenstemming bereikt over een omvattend pakket van 39 proefprojecten/voorbereidende acties (PP/VA), waarvan er 29 nieuw zijn, voor een totaalbedrag van 80,1 miljoen EUR aan vastleggingskredieten, zoals voorgesteld door het Parlement.

Het niveau van de kredieten voor de voortzetting van het proefproject van de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) (Proefproject — Naar de oprichting van een Europese diplomatieke academie, begrotingspost 2 2 5 0) is vastgesteld op het door de EDEO gevraagde en door de Commissie in de ontwerpbegroting 2023 voorgestelde niveau.

Dit pakket is in overeenstemming met de maxima voor proefprojecten en voorbereidende acties zoals vastgelegd in het Financieel Reglement.

1.3. Uitgavenrubrieken van het financieel kader — vastleggingskredieten

Met inachtneming van de bovenstaande conclusies over de agentschappen en de proefprojecten en voorbereidende acties heeft het bemiddelingscomité overeenstemming bereikt over de volgende punten:

Rubriek 1 — Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid

De vastleggingskredieten worden vastgesteld op het niveau dat de Commissie heeft voorgesteld in de ontwerpbegroting, als gewijzigd bij nota van wijzigingen nr. 1/2023, maar met de volgende aanpassingen waarover het bemiddelingscomité overeenstemming heeft bereikt, zoals weergegeven in onderstaande tabel:

Begrotingsonderdeel / programma

Benaming

Variatie in vastleggingskredieten (in EUR)

OB 2023 (incl. NvW 1)

Begroting 2023

Verschil

1.0.11

Horizon Europa

12 342 890 425

12 352 890 425

10 000 000

01 02 01 02

Marie Skłodowska-Curie-acties

864 130 546

874 130 546

10 000 000

1.0.13

Internationale thermonucleaire experimentele reactor (ITER)

1 019 848 352

839 848 352

- 180 000 000

01 04 01

Bouw, inbedrijfstelling en exploitatie van de ITER-faciliteiten — Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER — en de ontwikkeling van fusie-energie

1 012 128 572

832 128 572

- 180 000 000

1.0.221

CEF — Vervoer

1 792 540 197

1 852 540 197

60 000 000

02 03 01

Connecting Europe Facility (CEF) — Vervoer

1 782 813 707

1 842 813 707

60 000 000

1.0.222

CEF — Energie

815 673 939

859 173 939

43 500 000

02 03 02

Connecting Europe Facility (CEF) — Energie

810 644 269

854 144 269

43 500 000

1.0.31

Programma voor de eengemaakte markt (incl. kmo’s)

592 820 090

602 820 090

10 000 000

03 02 02

De concurrentiepositie van ondernemingen, en met name kmo’s, verbeteren en hun toegang tot de markt ondersteunen

126 384 000

136 384 000

10 000 000

PPVA

Pilootprojecten en voorbereidende acties

37 325 000

Totalen

-19 175 000

Als gevolg hiervan wordt het overeengekomen niveau van de vastleggingskredieten vastgesteld op 21 548,4 miljoen EUR, waardoor er een marge van 178,6 miljoen EUR overblijft onder het uitgavenplafond van rubriek 1.

Overeenkomstig artikel 15, lid 3, van het Financieel Reglement (1) komt het bemiddelingscomité overeen om opnieuw vastleggingskredieten voor begrotingslijnen voor onderzoek beschikbaar te stellen voor een totaalbedrag van 148,8 miljoen EUR. Deze kredieten maken deel uit van het totaalbedrag van maximaal 0,5 miljard EUR (in prijzen van 2018) voor de periode 2021-2027, zoals overeengekomen in het kader van de MFK-overeenkomst. Hierdoor is 238,0 miljoen EUR in prijzen van 2018 beschikbaar voor de periode 2024-2027. Een mogelijke verdere activering van artikel 15, lid 3, zal worden besproken in het kader van de wetgevingsprocedure inzake de Europese chipverordening en de financiering daarvan.

Het volgende begrotingsonderdeel wordt versterkt en de begrotingstoelichting wordt dienovereenkomstig herzien:

(in EUR)

Begrotingsonderdeel

Benaming

Vastleggingskredieten

01 02 02 20

Cluster “Cultuur, creativiteit en inclusieve samenleving”

29 762 369

01 02 02 40

Cluster “Digitaal, industrie en ruimtevaart”

89 287 105

01 02 02 50

Cluster “Klimaat, energie en mobiliteit”

29 762 369

Totalen

148 811 843

Subrubriek 2a — Economische, sociale en territoriale samenhang

De vastleggingskredieten worden vastgesteld op het niveau dat de Commissie heeft voorgesteld in de ontwerpbegroting, maar met de volgende aanpassingen waarover het bemiddelingscomité overeenstemming heeft bereikt, zoals weergegeven in onderstaande tabel:

Begrotingsonderdeel / programma

Benaming

Variatie in vastleggingskredieten (in EUR)

OB 2023 (incl. NvW 1)

Begroting 2023

Verschil

PPVA

Pilootprojecten en voorbereidende acties

3 500 000

Totalen

3 500 000

Bijgevolg zijn de vastleggingskredieten vastgesteld op 62 926,5 miljoen EUR, waardoor er een marge van 12,5 miljoen EUR onder het uitgavenplafond van subrubriek 2a overblijft.

Subrubriek 2b — Veerkracht en waarden

De vastleggingskredieten worden vastgesteld op het niveau dat de Commissie heeft voorgesteld in de ontwerpbegroting, als gewijzigd bij nota van wijzigingen nr. 1/2023, maar met de volgende aanpassingen waarover het bemiddelingscomité overeenstemming heeft bereikt, zoals weergegeven in onderstaande tabel:

Begrotingsonderdeel / programma

Benaming

Variatie in vastleggingskredieten (in EUR)

OB 2023 (incl. NvW 1)

Begroting 2023

Verschil

2.2.23

Financieringskosten van het herstelinstrument voor de Europese Unie (EURI)

1 485 775 000

1 315 775 000

- 170 000 000

06 04 01

Herstelinstrument voor de Europese Unie (EURI) — Periodieke couponbetaling en aflossing op de vervaldatum

1 479 775 000

1 309 775 000

- 170 000 000

2.2.25

EU4Health

731 750 309

739 250 309

7 500 000

06 06 01

EU4Health-programma

707 621 072

715 121 072

7 500 000

2.2.32

Erasmus+

3 648 525 437

3 668 525 437

20 000 000

07 03 01 01

Bevordering van de leermobiliteit van particulieren, en van samenwerking, inclusie, excellentie, creativiteit en innovatie op het niveau van organisaties en beleid op het gebied van onderwijs en opleiding — Indirect beheer

2 382 120 171

2 400 120 171

18 000 000

07 03 03

Bevordering van de leermobiliteit van sportcoaches en -personeel, en van samenwerking, inclusie, creativiteit en innovatie op het niveau van sportorganisaties en sportbeleid

67 664 711

69 664 711

2 000 000

2.2.33

Europees Solidariteitskorps (ESK)

141 196 320

144 196 320

3 000 000

07 04 01

Europees Solidariteitskorps

134 298 196

137 298 196

3 000 000

2.2.34

Creatief Europa

325 290 321

332 790 321

7 500 000

07 05 01

Cultuur

100 040 879

102 540 879

2 500 000

07 05 02

Media

175 661 827

180 661 827

5 000 000

2.2.352

Burgers, gelijkheid, rechten en waarden

212 282 092

215 282 092

3 000 000

07 06 02

Bevordering van de betrokkenheid van de burgers bij en hun participatie in het democratisch bestel van de Unie

32 154 085

33 154 085

1 000 000

07 06 03

Daphne

25 257 735

26 757 735

1 500 000

07 06 04

Bescherming en bevordering van de waarden van de Unie

108 683 873

109 183 873

500 000

2.2.3DAG

Gedecentraliseerde agentschappen

268 478 848

270 978 848

2 500 000

07 10 08

Europees Openbaar Ministerie (EOM)

62 101 095

64 601 095

2 500 000

PPVA

Pilootprojecten en voorbereidende acties

31 590 500

Totalen

-94 909 500

In het licht van de rentetarieven en het aantal NGEU-financieringsverrichtingen tot eind 2022 kunnen de kredieten voor begrotingsonderdeel 06 04 01 met 170,0 miljoen EUR worden verlaagd, waarbij het vermogen om de niet-terugvorderbare component van NGEU in 2023 te financieren, volledig in stand wordt gehouden.

Voor Erasmus+ zou de verhoging van begrotingsartikel 07 03 03 — Bevordering van de leermobiliteit van sportcoaches en -personeel, en van samenwerking, inclusie, creativiteit en innovatie op het niveau van sportorganisaties en sportbeleid een bijdrage kunnen leveren aan de financiering van acties in verband met de volgende speciale Olympische Spelen.

Bijgevolg is het overeengekomen niveau van de vastleggingskredieten vastgesteld op 7 660,2 miljoen EUR, zonder marge onder het uitgavenplafond van subrubriek 2b en de beschikbaarstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument voor een bedrag van 182,2 miljoen EUR overeenkomstig artikel 12 van de MFK-verordening en de beschikbaarstelling van middelen uit het enkelvoudig marge-instrument voor een bedrag van 280,0 miljoen EUR overeenkomstig artikel 11, lid 1, punt a), van de MFK-verordening.

Rubriek 3 — Natuurlijke hulpbronnen en milieu

De vastleggingskredieten worden vastgesteld op het niveau dat de Commissie heeft voorgesteld in de ontwerpbegroting, als gewijzigd bij nota van wijzigingen nr. 1/2023, maar met de volgende aanpassingen waarover het bemiddelingscomité overeenstemming heeft bereikt, zoals weergegeven in onderstaande tabel:

Begrotingsonderdeel / programma

Benaming

Variatie in vastleggingskredieten (in EUR)

OB 2023 (incl. NvW 1)

Begroting 2023

Verschil

3.2.21

Programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE)

725 521 280

755 521 280

30 000 000

09 02 01

Natuur en biodiversiteit

272 761 676

279 011 676

6 250 000

09 02 02

Circulaire economie en levenskwaliteit

173 862 556

179 112 556

5 250 000

09 02 03

Klimaatmitigatie en -adaptatie

122 358 139

128 608 139

6 250 000

09 02 04

Transitie naar schone energie

130 752 568

143 002 568

12 250 000

PPVA

Pilootprojecten en voorbereidende acties

6 700 000

Totalen

36 700 000

Als gevolg hiervan wordt het overeengekomen niveau van de vastleggingskredieten vastgesteld op 57 259,3 miljoen EUR, waardoor er een marge van 35,7 miljoen EUR overblijft onder het uitgavenplafond van rubriek 3.

Rubriek 4 — Migratie en grensbeheer

De vastleggingskredieten worden vastgesteld op het niveau dat de Commissie heeft voorgesteld in de ontwerpbegroting, maar met de volgende aanpassingen waarover het bemiddelingscomité overeenstemming heeft bereikt, zoals weergegeven in onderstaande tabel:

Begrotingsonderdeel / programma

Benaming

Variatie in vastleggingskredieten (in EUR)

OB 2023 (incl. NvW 1)

Begroting 2023

Verschil

4.0.11

Fonds voor asiel, migratie en integratie

1 418 121 253

1 454 621 253

36 500 000

10 02 01

Fonds voor asiel, migratie en integratie

1 414 824 860

1 451 324 860

36 500 000

4.0.1DAG

Gedecentraliseerde agentschappen

169 169 287

172 169 287

3 000 000

10 10 01

Ondersteuningsbureau van de Europese Unie voor asielzaken (EUAA)

169 169 287

172 169 287

3 000 000

4.0.211

Fonds voor geïntegreerd grensbeheer (IBMF) — Instrument voor grensbeheer en visa (BMVI)

946 798 303

956 798 303

10 000 000

11 02 01

Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visa

944 798 303

954 798 303

10 000 000

4.0.2DAG

Gedecentraliseerde agentschappen

1 052 269 675

1 002 769 675

-49 500 000

11 10 01

Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex)

793 614 137

743 614 137

-50 000 000

11 10 02

Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA)

258 655 538

259 155 538

500 000

Totalen

0

Als gevolg hiervan wordt het overeengekomen niveau van de vastleggingskredieten vastgesteld op 3 727,3 miljoen EUR, waardoor er een marge van 86,7 miljoen EUR overblijft onder het uitgavenplafond van rubriek 4.

Rubriek 5 — Veiligheid en defensie

De vastleggingskredieten worden vastgesteld op het niveau dat de Commissie heeft voorgesteld in de ontwerpbegroting, maar met de volgende aanpassingen waarover het bemiddelingscomité overeenstemming heeft bereikt, zoals weergegeven in onderstaande tabel:

Begrotingsonderdeel / programma

Benaming

Variatie in vastleggingskredieten (in EUR)

OB 2023 (incl. NvW 1)

Begroting 2023

Verschil

5.0.22

Militaire mobiliteit

236 685 681

295 185 681

58 500 000

13 04 01

Militaire mobiliteit

234 970 661

293 470 661

58 500 000

Totalen

58 500 000

Bovendien zullen, in afwachting van het akkoord over het programma voor beveiligde ruimtevaartconnectiviteit, de in de ontwerpbegroting voor dit doel voorgestelde bedragen in de reserve worden opgenomen, die moeten worden vrijgegeven of gewijzigd in overeenstemming met de financieringsoplossing die uiteindelijk door het Europees Parlement en de Raad wordt overeengekomen. De details zijn te vinden in afdeling 1.5 hierna.

Als gevolg hiervan wordt het niveau van de vastleggingskredieten vastgesteld op 2 116,6 miljoen EUR, waarbij er geen marge onder het uitgavenplafond van rubriek 5 overblijft en er uit het flexibiliteitsinstrument een bedrag van 170,6 miljoen EUR beschikbaar wordt gesteld.

Rubriek 6 — Nabuurschap en internationaal beleid

De vastleggingskredieten worden vastgesteld op het niveau dat de Commissie heeft voorgesteld in de ontwerpbegroting, als gewijzigd bij nota van wijzigingen nr. 1/2023, maar met de volgende aanpassingen waarover het bemiddelingscomité overeenstemming heeft bereikt, zoals weergegeven in onderstaande tabel:

Begrotingsonderdeel / programma

Benaming

Variatie in vastleggingskredieten (in EUR)

OB 2023 (incl. NvW 1)

Begroting 2023

Verschil

6.0.111

Instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking — Europa in de wereld (NDICI — Europa in de wereld)

11 970 770 313

12 250 770 313

280 000 000

14 02 01 10

Zuidelijk nabuurschap

1 657 209 546

1 727 209 546

70 000 000

14 02 01 11

Oostelijk nabuurschap

618 890 238

828 890 238

210 000 000

Totalen

280 000 000

Voor het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking — Europa in de wereld zal de verhoging met 210 miljoen EUR aan vastleggingskredieten voor het Oostelijk Nabuurschap (begrotingspost 14 02 01 11) bestemd zijn voor maatregelen in Oekraïne en Moldavië naar aanleiding van de Russische agressie. De verhoging met 70 miljoen EUR aan vastleggingskredieten voor het Zuidelijk Nabuurschap (begrotingspost 14 02 01 10) is bedoeld voor de financiering van migratiegerelateerde acties, met name acties ter ondersteuning van het beheer en de governance van migratie en gedwongen ontheemding en de UNRWA.

Als gevolg hiervan wordt het niveau van de vastleggingskredieten vastgesteld op 17 211,9 miljoen EUR, waarbij er geen marge onder het uitgavenplafond van rubriek 6 overblijft en er een bedrag van 882,9 miljoen EUR uit het flexibiliteitsinstrument beschikbaar wordt gesteld.

Rubriek 7 — Europees openbaar bestuur

Het aantal posten in de personeelsformatie van de instellingen en de kredieten die de Commissie heeft voorgesteld in de ontwerpbegroting, als gewijzigd bij nota van wijzigingen nr. 1/2023, worden goedgekeurd door het bemiddelingscomité, maar met de volgende uitzonderingen:

De afdeling van het Hof van Justitie van de Europese Unie, waarvoor vier extra posten aan de personeelsformatie worden toegevoegd en waarvan de vastleggings- en betalingskredieten met 634 903 EUR worden verhoogd, ervan uitgaande dat de aanwerving gemiddeld halverwege het jaar plaatsvindt;

De afdeling van de Europese Rekenkamer, waarvoor negen extra posten aan de personeelsformatie worden toegevoegd en waarvan de vastleggings- en betalingskredieten met 1 005 422 EUR worden verhoogd, ervan uitgaande dat de aanwerving gemiddeld halverwege het jaar plaatsvindt. De overeenkomstige posten zijn tijdelijk toegestaan, tot 2027;

De afdeling van het Europees Economisch en Sociaal Comité, waarvoor twee extra posten aan de personeelsformatie worden toegevoegd en waarvan de vastleggings- en betalingskredieten met 115 497 EUR worden verhoogd, ervan uitgaande dat de aanwerving gemiddeld halverwege het jaar plaatsvindt;

De afdeling van de Europese Ombudsman, waarvoor twee extra posten aan de personeelsformatie worden toegevoegd en waarvan de vastleggings- en betalingskredieten met 101 388 EUR worden verhoogd, ervan uitgaande dat de aanwerving gemiddeld halverwege het jaar plaatsvindt;

De afdeling van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, waarvoor vijf ambten worden toegevoegd, waarvan drie posten aan de personeelsformatie van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en twee aan die van het Europees Comité voor gegevensbescherming. Het niveau van de vastleggings- en betalingskredieten wordt daarom verhoogd met 388 202 EUR, ervan uitgaande dat de aanwerving gemiddeld halverwege het jaar plaatsvinden;

De afdeling van de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO), waarvan het personeel wordt uitgebreid met 11 arbeidscontractanten en de vastleggings- en betalingskredieten met 420 239 EUR worden verhoogd, ervan uitgaande dat de aanwerving gemiddeld halverwege het jaar plaatsvindt.

De aanpassingen, die tot gevolg hebben dat rubriek 7 met 2,7 miljoen EUR wordt verhoogd, zijn nader beschreven in de volgende tabellen:

Afdeling 4 — Hof van Justitie

Begrotingsonderdeel / programma

Benaming

Variatie in vastleggingskredieten (in EUR)

OB 2023 (incl. NvW 1)

Begroting 2023

Verschil

1 2 0 0

Salaris en toelagen

304 868 000

305 502 903

634 903

Totalen

634 903


Afdeling 5 — Europese Rekenkamer

Begrotingsonderdeel / programma

Benaming

Variatie in vastleggingskredieten (in EUR)

OB 2023 (incl. NvW 1)

Begroting 2023

Verschil

1 2 0 0

Salaris en toelagen

129 600 000

130 605 422

1 005 422

Totalen

1 005 422


Afdeling 6 — Europees Economisch en Sociaal Comité

Begrotingsonderdeel / programma

Benaming

Variatie in vastleggingskredieten (in EUR)

OB 2023 (incl. NvW 1)

Begroting 2023

Verschil

1 2 0 0

Salaris en toelagen

82 849 505

82 965 001

115 496

Totalen

115 496


Afdeling 8 — Europese Ombudsman

Begrotingsonderdeel / programma

Benaming

Variatie in vastleggingskredieten (in EUR)

OB 2023 (incl. NvW 1)

Begroting 2023

Verschil

1 2 0 0

Salaris en toelagen

9 002 978

9 104 366

101 388

Totalen

101 388


Afdeling 9 — Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

Begrotingsonderdeel / programma

Benaming

Variatie in vastleggingskredieten (in EUR)

OB 2023 (incl. NvW 1)

Begroting 2023

Verschil

1 1 0 0

Salaris en toelagen

7 491 500

7 724 420

232 920

3 0 1 0

Salaris en toelagen

2 123 500

2 278 782

155 282

Totalen

388 202


Afdeling 10 — Europese Dienst voor extern optreden

Begrotingsonderdeel / programma

Benaming

Variatie in vastleggingskredieten (in EUR)

OB 2023 (incl. NvW 1)

Begroting 2023

Verschil

1 2 0 0

Arbeidscontractanten

20 967 900

21 388 139

420 239

Totalen

420 239

Als gevolg hiervan wordt het overeengekomen niveau van de vastleggingskredieten vastgesteld op 11 311,3 miljoen EUR, waardoor er een marge van 107,7 miljoen EUR onder het uitgavenplafond van rubriek 7 overblijft, waarvan 28,2 miljoen EUR onder de submarge voor “Administratieve uitgaven van de instellingen”.

Thematische speciale instrumenten: EFG, SEAR en BAR

De vastleggingskredieten voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG), de reserve voor solidariteit en noodhulp (SEAR) en de reserve voor aanpassing aan de brexit (BAR) worden vastgesteld op het niveau dat door de Commissie is voorgesteld in de ontwerpbegroting.

1.4. Betalingskredieten

De totale hoogte van de betalingskredieten in de begroting 2023 wordt vastgesteld op het niveau van de ontwerpbegroting, als gewijzigd bij nota van wijzigingen nr. 1/2023, met de volgende aanpassingen als overeengekomen door het bemiddelingscomité:

1.

Er wordt rekening gehouden met het overeengekomen niveau van vastleggingskredieten voor niet-gesplitste uitgaven (rubrieken 1 t/m 6), waarvoor het niveau van de betalingskredieten gelijk is aan de hoogte van de vastleggingskredieten. Dit geldt ook voor de verlaging van de financieringskosten van het herstelinstrument voor de Europese Unie (EURI) met 170,0 miljoen EUR. Daarbij ook rekening houdend met de aanpassing van de bijdrage van de Unie aan gedecentraliseerde agentschappen is het gecombineerde gevolg een daling van 214,0 miljoen EUR;

2.

De aanpassing in rubriek 7 resulteert in een stijging van 2,7 miljoen EUR;

3.

De betalingskredieten voor alle nieuwe door het Parlement voorgestelde proefprojecten en voorbereidende acties worden vastgesteld op 25 % van de overeenkomstige vastleggingskredieten of op het door het Parlement voorgestelde niveau indien dit lager is. In het geval van verlenging van bestaande proefprojecten en voorbereidende acties is het niveau van de betalingskredieten het niveau dat in de ontwerpbegroting, als gewijzigd bij nota van wijzigingen nr. 1/2023, is vastgesteld plus 25 % van de overeenkomstige nieuwe vastleggingskredieten, of het door het Parlement voorgestelde niveau, indien dit lager is. Het gezamenlijk gevolg is een verhoging van 19,8 miljoen EUR.

4.

Het gecombineerde gevolg van de aanpassingen aan de begrotingsonderdelen voor gesplitste uitgaven is een stijging van 177,0 miljoen EUR.

De aanpassingen, die resulteren in een totale daling van 14,5 miljoen EUR, zijn nader beschreven in de volgende tabel:

Begrotingsonderdeel / programma

Benaming

Variatie in betalingskredieten (in EUR)

OB 2023 (incl. NvW 1)

Begroting 2023

Verschil

Titel 1

1.0.11

Horizon Europa

11 903 569 694

11 908 569 694

5 000 000

01 02 01 02

Marie Skłodowska-Curie-acties

602 437 939

607 437 939

5 000 000

1.0.13

Internationale thermonucleaire experimentele reactor (ITER)

721 228 782

671 228 782

-50 000 000

01 04 01

Bouw, inbedrijfstelling en exploitatie van de ITER-faciliteiten — Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER — en de ontwikkeling van fusie-energie

563 509 002

513 509 002

-50 000 000

1.0.221

CEF — Vervoer

1 922 486 490

1 943 486 490

21 000 000

02 03 01

Connecting Europe Facility (CEF) — Vervoer

973 760 000

994 760 000

21 000 000

1.0.222

CEF — Energie

713 629 670

723 629 670

10 000 000

02 03 02

Connecting Europe Facility (CEF) — Energie

246 000 000

256 000 000

10 000 000

1.0.31

Programma voor de eengemaakte markt (incl. kmo’s)

610 260 036

615 260 036

5 000 000

03 02 02

De concurrentiepositie van ondernemingen, en met name kmo’s, verbeteren en hun toegang tot de markt ondersteunen

132 069 500

137 069 500

5 000 000

PPVA

Pilootprojecten en voorbereidende acties

9 331 250

Totaal rubriek 1

331 250

Subrubriek 2a

PPVA

Pilootprojecten en voorbereidende acties

875 000

Totaal subrubriek 2a

875 000

Subrubriek 2b

2.2.23

Financieringskosten van het herstelinstrument voor de Europese Unie (EURI)

1 485 775 000

1 315 775 000

- 170 000 000

06 04 01

Herstelinstrument voor de Europese Unie (EURI) — Periodieke couponbetaling en aflossing op de vervaldatum

1 479 775 000

1 309 775 000

- 170 000 000

2.2.25

EU4Health

619 341 615

626 841 615

7 500 000

06 06 01

EU4Health-programma

570 712 378

578 212 378

7 500 000

2.2.32

Erasmus+

3 274 197 196

3 291 597 196

17 400 000

07 03 01 01

Bevordering van de leermobiliteit van particulieren, en van samenwerking, inclusie, excellentie, creativiteit en innovatie op het niveau van organisaties en beleid op het gebied van onderwijs en opleiding — Indirect beheer

2 280 250 000

2 296 250 000

16 000 000

07 03 03

Bevordering van de leermobiliteit van sportcoaches en -personeel, en van samenwerking, inclusie, creativiteit en innovatie op het niveau van sportorganisaties en sportbeleid

55 000 000

56 400 000

1 400 000

2.2.33

Europees Solidariteitskorps (ESK)

122 118 124

124 118 124

2 000 000

07 04 01

Europees Solidariteitskorps

104 000 000

106 000 000

2 000 000

2.2.34

Creatief Europa

306 962 192

312 462 192

5 500 000

07 05 01

Cultuur

89 452 597

91 452 597

2 000 000

07 05 02

Media

137 922 353

141 422 353

3 500 000

2.2.352

Burgers, gelijkheid, rechten en waarden

155 069 755

156 569 755

1 500 000

07 06 02

Bevordering van de betrokkenheid van de burgers bij en hun participatie in het democratisch bestel van de Unie

18 510 511

19 010 511

500 000

07 06 03

Daphne

26 078 886

26 828 886

750 000

07 06 04

Bescherming en bevordering van de waarden van de Unie

54 381 753

54 631 753

250 000

2.2.3DAG

Gedecentraliseerde agentschappen

263 290 848

265 790 848

2 500 000

07 10 08

Europees Openbaar Ministerie (EOM)

62 101 095

64 601 095

2 500 000

PPVA

Pilootprojecten en voorbereidende acties

7 897 625

Totaal subrubriek 2b

- 125 702 375

Rubriek 3

3.2.21

Programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE)

513 989 167

522 689 167

8 700 000

09 02 01

Natuur en biodiversiteit

97 698 396

99 323 396

1 625 000

09 02 02

Circulaire economie en levenskwaliteit

69 504 430

71 129 430

1 625 000

09 02 03

Klimaatmitigatie en -adaptatie

47 000 000

48 625 000

1 625 000

09 02 04

Transitie naar schone energie

53 000 000

56 825 000

3 825 000

PPVA

Pilootprojecten en voorbereidende acties

1 675 000

Totaal rubriek 3

10 375 000

Rubriek 4

4.0.11

Fonds voor asiel, migratie en integratie

1 314 919 500

1 329 919 500

15 000 000

10 02 01

Fonds voor asiel, migratie en integratie

710 919 500

725 919 500

15 000 000

4.0.1DAG

Gedecentraliseerde agentschappen

169 169 287

172 169 287

3 000 000

10 10 01

Ondersteuningsbureau van de Europese Unie voor asielzaken (EUAA)

169 169 287

172 169 287

3 000 000

4.0.211

Fonds voor geïntegreerd grensbeheer (IBMF) — Instrument voor grensbeheer en visa (BMVI)

394 492 752

396 992 752

2 500 000

11 02 01

Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visa

276 492 752

278 992 752

2 500 000

4.0.2DAG

Gedecentraliseerde agentschappen

1 117 019 143

1 067 519 143

-49 500 000

11 10 01

Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex)

793 614 137

743 614 137

-50 000 000

11 10 02

Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA)

323 405 006

323 905 006

500 000

PPVA

Pilootprojecten en voorbereidende acties

0

Totaal rubriek 4

-29 000 000

Rubriek 5

5.0.22

Militaire mobiliteit

106 715 020

131 715 020

25 000 000

13 04 01

Militaire mobiliteit

105 000 000

130 000 000

25 000 000

Totaal rubriek 5

25 000 000

Rubriek 6

6.0.111

Instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking — Europa in de wereld (NDICI — Europa in de wereld)

8 842 716 018

8 943 716 018

101 000 000

14 02 01 10

Zuidelijk nabuurschap

423 893 255

444 893 255

21 000 000

14 02 01 11

Oostelijk nabuurschap

185 608 958

265 608 958

80 000 000

Totaal rubriek 6

101 000 000

Rubriek 7

7.1.24

Hof van Justitie van de Europese Unie

485 342 893

485 977 796

634 903

7.1.25

Europese Rekenkamer

174 054 500

175 059 922

1 005 422

7.1.26

Europees Economisch en Sociaal Comité

158 652 474

158 767 970

115 496

7.1.28

Europese Ombudsman

12 943 383

13 044 771

101 388

7.1.29

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

21 941 500

22 329 702

388 202

7.1.2X

Europese Dienst voor extern optreden

819 647 241

820 067 480

420 239

Totaal rubriek 7

2 665 650

TOTAAL

-14 455 475

Per saldo resulteert dit in een totaal niveau van betalingskredieten van 168 648,7 miljoen EUR, wat neerkomt op een daling van 14,5 miljoen EUR ten opzichte van de ontwerpbegroting, zoals gewijzigd bij nota van wijzigingen nr. 1/2023.

1.5. Reserves

Er zijn geen andere reserves boven op die van de ontwerpbegroting, zoals gewijzigd bij nota van wijzigingen nr. 1/2023.

1.6. Begrotingstoelichting

De tekst van de begrotingstoelichting stemt overeen met de ontwerpbegroting, zoals gewijzigd bij nota van wijzigingen nr. 1/2023, met de volgende aanpassingen die in de uitvoerbaarheidsnota zijn voorgesteld en door het bemiddelingscomité zijn goedgekeurd:

Begrotingsonderdelen waarvoor het Europees Parlement amendementen in zijn eigen afdeling heeft aangebracht, worden zonder wijzigingen goedgekeurd. Het gaat hierbij om de volgende wijziging:

Post 1 2 0 0 — Salaris en toelagen

Tekst toevoegen:

98 bijkomende posten in de personeelsformatie voor het jaar 2023. Deze posten zijn bestemd voor één begrotingsjaar en worden geschrapt uit de personeelsformatie in de ontwerpbegroting 2024. Deze posten zijn bedoeld om de continuïteit van de tewerkstelling van tijdelijk personeel te vergemakkelijken in het licht van de toepassing van artikel 29, lid 4, van het Statuut. Er zijn geen extra kredieten vereist.

Het bemiddelingscomité onderschrijft ook dat het aantal posten in de personeelsformatie van de Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen en het Comité van onafhankelijke vooraanstaande personen duidelijk moet worden aangegeven in de personeelsformatie van het Europees Parlement door de toevoeging van een nieuwe regel onder het totaal-generaal van het Europees Parlement, met de vermelding “waarvan voor de Autoriteit”.

Begrotingsonderdelen waarvoor de door het Europees Parlement aangebrachte amendementen zijn goedgekeurd zonder wijzigingen:

Artikel 14 04 02 — Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound)

Tekst als volgt wijzigen:

Dit krediet dekt de uitgaven in verband met de salarissen van de SVEU’s en de installatie van hun teams en/of hun ondersteunende structuren, met inbegrip van reiskosten en andere personeelskosten dan de kosten in verband met door lidstaten van de Unie gedetacheerd personeel. Voorts dekt het de kosten van mogelijke, onder de rechtstreekse verantwoordelijkheid van een SVEU uitgevoerde projecten.

Begrotingsonderdelen waarvoor de desbetreffende in de ontwerpbegroting voorgestelde begrotingstoelichting, zoals gewijzigd bij de nota van wijzigingen, worden goedgekeurd met de volgende wijzigingen:

Post 13 03 01 — Defensieonderzoek

Alinea als volgt wijzigen:

studies, zoals haalbaarheidsstudies om de haalbaarheid te onderzoeken van nieuwe of verbeterde technologieën, producten, processen, diensten en oplossingen, onder meer op het gebied van cyberdefensie en cyberbeveiliging,

Nieuwe begrotingsonderdelen na de goedkeuring op 9 november 2022 van het voorstel van de Commissie voor een verordening tot vaststelling van een instrument voor de toekenning van steun aan Oekraïne voor 2023 (macrofinanciële bijstand+), waarvoor de respectieve begrotingstoelichting wordt goedgekeurd met de volgende tekst:

Artikel 14 01 06 — Ondersteunende uitgaven voor macrofinanciële bijstand plus Oekraïne (MFB+)

Tekst toevoegen:

Naast de uitgaven die in dit hoofdstuk worden beschreven, is dit krediet ook en meer specifiek bedoeld ter dekking van ondersteunende uitgaven voor de uitvoering van het instrument en voor de verwezenlijking van de doelstellingen ervan, waaronder administratieve ondersteuning in verband met de verwezenlijking van de doelstellingen ervan, waaronder administratieve ondersteuning in verband met activiteiten inzake voorbereiding, follow-up, toezicht, controle, audit en evaluatie die noodzakelijk zijn voor de uitvoering, alsmede van uitgaven bij de centrale diensten en bij de delegaties van de Unie voor de administratieve en coördinerende ondersteuning die nodig is voor het instrument en voor het beheer van in het kader van dit instrument gefinancierde verrichtingen, met inbegrip van informatie- en communicatieactiviteiten en institutionele informatietechnologiesystemen.

Hoofdstuk 14 07 — Macrofinanciële bijstand plus Oekraïne (MFB+)

Tekst toevoegen:

De kredieten van dit hoofdstuk dienen ter dekking van beleidsuitgaven in verband met acties in het kader van het instrument voor de toekenning van steun aan Oekraïne voor 2023 (macrofinanciële bijstand+). De algemene doelstelling van het instrument is het op voorspelbare, continue, ordelijke en tijdige wijze verstrekken van financiële bijstand op korte termijn, de financiering van rehabilitatie en initiële steun voor de wederopbouw na de oorlog, waar passend, teneinde Oekraïne te ondersteunen op zijn weg naar Europese integratie.

Om de algemene doelstelling te bereiken, zijn de belangrijkste specifieke doelstellingen met name de ondersteuning van:

macrofinanciële stabiliteit en verlichting van de externe en interne financieringsproblemen van het land;

een hervormingsagenda in de aanloop naar de vroege voorbereidingsfase van het pretoetredingsproces, in voorkomend geval, met inbegrip van versterking van de Oekraïense instellingen, hervorming en versterking van de doeltreffendheid van het openbaar bestuur, alsmede transparantie, structurele hervormingen en goed bestuur op alle niveaus;

herstel van kritieke functies en infrastructuur en hulpverlening aan mensen in nood.

Overeenkomstig de artikelen 21, 22 en 24 van het Financieel Reglement geven van derde landen (de EVA-staten uit hoofde van de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte, kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, of andere derde landen) ontvangen bijdragen voor deelname aan programma’s van de Unie en eventuele andere bestemmingsontvangsten die in de staat van ontvangsten zijn opgenomen, aanleiding tot de opvoering van overeenkomstige kredieten en tot uitvoering onder dit hoofdstuk.

De desbetreffende geraamde bedragen en de overeenkomstige artikelen of posten van de staat van ontvangsten worden waar mogelijk in de betrokken begrotingsonderdelen vermeld.

Artikel 14 07 01 — MFB+ Oekraïne — rentesubsidie

Tekst toevoegen:

Dit krediet dient ter dekking van activiteiten die gericht zijn op het verlenen van een rentesubsidie in verband met opgenomen en verstrekte leningen, met uitzondering van de kosten in verband met de vervroegde aflossing van de lening, met betrekking tot de leningen in het kader van deze verordening.

Deze bijdragen vormen externe bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, punten d) en e), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.

Artikel 14 07 02 — MFB+ Oekraïne — niet-terugbetaalbare steun

Tekst toevoegen:

Dit krediet dient ter dekking van aanvullende bedragen die door de lidstaten en belanghebbende derde landen en partijen ter beschikking worden gesteld en die worden uitgevoerd als niet-terugbetaalbare steun wanneer daarin is voorzien in het op grond van artikel 7 van de voorgestelde verordening te sluiten memorandum van overeenstemming of overeenkomstig Verordening (EU) 2021/947 en Verordening (EG) nr. 1257/96 ter financiering van maatregelen ter verwezenlijking van de in artikel 2, lid 2, punten b) tot en met c), van de voorgestelde verordening bedoelde doelstellingen.

Dit krediet heeft met name betrekking op:

een hervormingsagenda in de aanloop naar de vroege voorbereidingsfase van het pretoetredingsproces, in voorkomend geval, met inbegrip van versterking van de Oekraïense instellingen, hervorming en versterking van de doeltreffendheid van het openbaar bestuur, alsmede transparantie, structurele hervormingen en goed bestuur op alle niveaus;

herstel van kritieke functies en infrastructuur en hulpverlening aan mensen in nood.

Deze bijdragen vormen externe bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, punten d) en e), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.

Het bemiddelingscomité stemt ermee in de volgende voetnoot op te nemen in de personeelsformatie van de Europese Rekenkamer.

Tekst toevoegen:

“Extra posten (2023) (29 auditoren in verband met NGEU en toegekend tot 2027)”.

Overeenkomstig artikel 15, lid 3, van het Financieel Reglement stemt het bemiddelingscomité ermee in om opnieuw vastleggingskredieten voor begrotingsonderdeel 01 02 02 20 ter beschikking te stellen. De begrotingstoelichting wordt dienovereenkomstig aangepast:

Begrotingsonderdeel

Benaming

01 02 02 20

Volgende tekst toevoegen:

Overeenkomstig artikel 15, lid 3, van het Financieel Reglement is voor deze begrotingspost 29 762 369 EUR aan vastleggingskredieten beschikbaar na vrijmakingen in 2020 die het gevolg zijn van gehele of gedeeltelijke niet-uitvoering van onderzoeksprojecten.

Overeenkomstig artikel 15, lid 3, van het Financieel Reglement stemt het bemiddelingscomité ermee in om opnieuw vastleggingskredieten voor begrotingsonderdeel 01 02 02 40 ter beschikking te stellen. De begrotingstoelichting wordt dienovereenkomstig aangepast:

Begrotingsonderdeel

Benaming

01 02 02 40

Volgende tekst toevoegen:

Overeenkomstig artikel 15, lid 3, van het Financieel Reglement is voor deze begrotingspost 89 287 105 EUR aan vastleggingskredieten beschikbaar na vrijmakingen in 2020 die het gevolg zijn van gehele of gedeeltelijke niet-uitvoering van onderzoeksprojecten.

Overeenkomstig artikel 15, lid 3, van het Financieel Reglement stemt het bemiddelingscomité ermee in om opnieuw vastleggingskredieten voor begrotingsonderdeel 01 02 02 50 ter beschikking te stellen. De begrotingstoelichting wordt dienovereenkomstig aangepast:

Begrotingsonderdeel

Benaming

01 02 02 50

Volgende tekst toevoegen:

Overeenkomstig artikel 15, lid 3, van het Financieel Reglement is voor deze begrotingspost 29 762 369 EUR aan vastleggingskredieten beschikbaar na vrijmakingen in 2020 die het gevolg zijn van gehele of gedeeltelijke niet-uitvoering van onderzoeksprojecten.

Dit met dien verstande dat de door het Europees Parlement of de Raad aangebrachte amendementen het toepassingsgebied van een bestaande basishandeling niet kunnen wijzigen of uitbreiden, noch afbreuk kunnen doen aan de administratieve autonomie van de instellingen, en dat het optreden met de beschikbare middelen kan worden gedekt.

1.7. Begrotingsnomenclatuur

Er wordt overeenstemming bereikt over de door de Commissie in de ontwerpbegroting voorgestelde begrotingsnomenclatuur, zoals gewijzigd bij nota van wijzigingen nr. 1/2023, met de opname van de nieuwe proefprojecten en voorbereidende acties. Het bemiddelingscomité onderschrijft ook de invoering van één nieuwe begrotingslijn in de afdeling van het Europees Parlement (artikel 5 0 2 — Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen — Salaris en toelagen). Ten slotte, in overeenstemming met het financiële memorandum bij het op 9 november 2022 goedgekeurde voorstel van de Commissie voor een verordening tot vaststelling van een instrument voor de toekenning van steun aan Oekraïne voor 2023 (macrofinanciële bijstand+) onderschrijft het bemiddelingscomité de toevoeging van de volgende drie nieuwe begrotingslijnen in de afdeling van de Europese Commissie:

Artikel 14 01 06 — Ondersteunende uitgaven voor macrofinanciële bijstand plus Oekraïne (MFB+)

Artikel 14 07 01 — MFB+ Oekraïne — rentesubsidie

Artikel 14 07 02 — MFB+ Oekraïne — niet-terugbetaalbare steun

2. Begroting 2022

Het ontwerp van gewijzigde begroting (OGB) nr. 5/2022 wordt goedgekeurd, met één wijziging ten opzichte van het Commissievoorstel: als gevolg van de late vaststelling van de rechtsgrondslag van de wet ter versterking van de Europese defensie-industrie door middel van gemeenschappelijke aanbestedingen (EDIRPA) wordt het bedrag van 82 972 301 EUR aan vastleggingskredieten dat voor dit doel in de reserve is opgenomen, niet aanvaard en wordt het overeenkomstige begrotingsonderdeel 13 06 01 niet gecreëerd voor het begrotingsjaar 2022.

3. Verklaringen

3.1. Verklaring van het Europees Parlement en de Raad over betalingskredieten

Het Europees Parlement en de Raad roepen de Commissie op om gedurende het jaar 2023 nauwlettend en actief te blijven toezien op de uitvoering van de programma’s van het huidige en het voorgaande MFK (met name subrubriek 2a en plattelandsontwikkeling). Daartoe verzoeken het Europees Parlement en de Raad de Commissie tijdig geactualiseerde cijfers over de stand van zaken en de ramingen voor de betalingskredieten voor 2023 voor te leggen (in voorkomend geval rekening houdend met de verbeterde nauwkeurigheid van de ramingen van de lidstaten). Indien uit de cijfers blijkt dat de kredieten in de begroting voor 2023 ontoereikend zijn om in de behoeften te voorzien, verzoeken het Europees Parlement en de Raad de Commissie zo spoedig mogelijk een passende oplossing te presenteren, onder andere een ontwerp van gewijzigde begroting, om het Europees Parlement en de Raad in staat te stellen zo spoedig mogelijk en zonder onnodige vertraging in te spelen op gerechtvaardigde behoeften. Het Europees Parlement en de Raad zullen in voorkomend geval rekening houden met de urgentie van de kwestie, en de periode van acht weken voor de besluitvorming inkorten indien zij dat nodig achten. Hetzelfde geldt mutatis mutandis indien uit de cijfers blijkt dat de kredieten in de begroting voor 2023 hoger zijn dan nodig.

3.2. Gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de financiering van de Europese chipverordening en het programma van de Unie voor beveiligde connectiviteit

De drie instellingen erkennen dat de financiering van de Europese chipverordening en van het programma van de Unie voor beveiligde connectiviteit afhankelijk zal zijn van het eindresultaat van de lopende wetgevingsonderhandelingen. Gezien de definitieve tekst van de goedgekeurde verordeningen en de bijbehorende financiële memoranda verzoeken het Europees Parlement en de Raad de Commissie om onverwijld de nodige overschrijvingen te doen of een ontwerp van gewijzigde begroting aan de begrotingsautoriteit voor te leggen, zodat voldoende kredieten beschikbaar worden gesteld voor gebruik in het begrotingsjaar 2023.

Indien het Europees Parlement en de Raad overeenstemming bereiken over de financiering van de Europese chipverordening, en ook over het gebruik van opnieuw beschikbaar te stellen kredieten op basis van artikel 15, lid 3, van het Financieel Reglement voor Horizon Europa, zal een dergelijke wijziging worden opgenomen in een ontwerp van gewijzigde begroting.

3.3. Gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over cyberbeveiliging

Robuuste en gecoördineerde cyberbeveiliging is van cruciaal belang voor de bedrijfscontinuïteit van de EU-instellingen en -organen, met name in de aanloop naar de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2024. De drie instellingen erkennen dat er een centrale capaciteit nodig is om cyberdreigingen en -incidenten aan te pakken. Een gecoördineerde aanpak is het meest kosteneffectief en hierdoor kan iedereen, ook de meest kwetsbaren, in hoge mate worden beschermd.

De drie instellingen erkennen dat er binnen elke instelling, en met name binnen het computercrisisresponsteam voor de instellingen, organen en instanties van de Europese Unie (CERT-EU), voldoende middelen voor cyberbeveiliging nodig zijn.

De Commissie wordt verzocht om, in nauwe samenwerking met CERT-EU en de andere instellingen, uiterlijk medio 2023 in kaart te brengen hoeveel cyberbeveiligingsposten er nodig zijn binnen CERT-EU en binnen de andere instellingen, alsook om het mandaat van CERT-EU te beoordelen.

De begrotingsautoriteit verzoekt de EU-instellingen samen te werken om de cyberbeveiliging in alle EU-instellingen te versterken. Naar aanleiding van de beoordeling van de Commissie moeten de voor de EU-instellingen gereserveerde middelen voor cyberbeveiliging in de begroting 2023 op gecoördineerde wijze beschikbaar worden gesteld om de instellingen zo goed mogelijk te beschermen, met name, maar niet uitsluitend, door de centrale cyberbeveiligingscapaciteit te versterken.

Dit doet geen afbreuk aan het gebruik van personele en begrotingsmiddelen van de deelnemende instellingen door CERT-EU als gevolg van het akkoord over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende maatregelen voor een hoog gemeenschappelijk niveau van cyberbeveiliging in de instellingen, organen en instanties van de Unie (COM(2022)0122).

3.4. Verklaring van de Europese Commissie over de evaluatie van het meerjarig financieel kader

De Commissie zal de houdbaarheid van de maxima en submaxima voor uitgaven in alle rubrieken van het meerjarig financieel kader (MFK) 2021-2027 beoordelen in het kader van de tussentijdse evaluatie van de MFK-verordening, die zij voornemens is uiterlijk medio 2023 uit te voeren, zoals uiteengezet in het werkprogramma van de Commissie voor 2023.


(1) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).