Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 23 november 2022 over het gemeenschappelijk ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2023, goedgekeurd door het bemiddelingscomité in het kader van de begrotingsprocedure (14783/2022 — C9-0389/2022 — 2022/0212(BUD))
Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 23 november 2022 over het gemeenschappelijk ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2023, goedgekeurd door het bemiddelingscomité in het kader van de begrotingsprocedure (14783/2022 — C9-0389/2022 — 2022/0212(BUD))
11.5.2023 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 167/141 |
P9_TA(2022)0403
Begrotingsprocedure 2023: gemeenschappelijk ontwerp
Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 23 november 2022 over het gemeenschappelijk ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2023, goedgekeurd door het bemiddelingscomité in het kader van de begrotingsprocedure (14783/2022 — C9-0389/2022 — 2022/0212(BUD))
(2023/C 167/30)
Het Europees Parlement,
— | gezien het door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerp en de daarop betrekking hebbende verklaringen van het Parlement, de Raad en de Commissie (14783/2022 — C9-0389/2022), |
— | gezien het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2023, goedgekeurd door de Commissie op 1 juli 2022 (COM(2022)0400), |
— | gezien het standpunt inzake het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2023, vastgesteld door de Raad op 6 september 2022 en toegezonden aan het Europees Parlement op 9 september 2022 (12108/2022 — C9-0306/2022), |
— | gezien nota van wijzigingen nr. 1/2023 bij het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2023, ingediend door de Commissie op 5 oktober 2022 (COM(2022)0670), |
— | gezien zijn resolutie van 19 oktober 2022 over het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2023 (1) en de daarin opgenomen begrotingsamendementen, |
— | gezien artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, |
— | gezien artikel 106 bis van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, |
— | gezien Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU, Euratom (2), |
— | gezien Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (3), |
— | gezien Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027 (4), |
— | gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 16 december 2020 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie betreffende begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen (5), |
— | gezien de artikelen 95 en 96 van zijn Reglement, |
— | gezien het verslag van zijn delegatie in het bemiddelingscomité (A9-0278/2022), |
1. | keurt het gemeenschappelijk ontwerp goed; |
2. | bevestigt de gemeenschappelijke verklaringen die als bijlage bij deze resolutie zijn gevoegd; |
3. | neemt kennis van de aan deze resolutie gehechte verklaring van de Commissie; |
4. | verzoekt zijn Voorzitter te constateren dat de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2023 definitief is vastgesteld en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie; |
5. | verzoekt zijn Voorzitter deze wetgevingsresolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de overige instellingen en de betrokken organen, alsmede aan de nationale parlementen. |
(1) Aangenomen teksten, P9_TA(2022)0366.
(2)PB L 424 van 15.12.2020, blz. 1.
(3)PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1.
BIJLAGE
DEFINITIEVE VERSIE
Begroting 2023 — Elementen voor gezamenlijke conclusies
Deze gezamenlijke conclusies hebben betrekking op de volgende onderwerpen:
1. | Begroting 2023 |
2. | Begroting 2022 — Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 5/2022 |
3. | Verklaringen |
— Samenvatting
A. Begroting 2023
De elementen voor gezamenlijke conclusies behelzen het volgende:
— | De totale hoogte van de vastleggingskredieten in de begroting 2023 bedraagt 186 616,7 miljoen EUR. Per saldo blijft er daardoor een marge onder de MFK-maxima voor 2023 over van 421,2 miljoen EUR aan vastleggingskredieten. |
— | De totale hoogte van de betalingskredieten in de begroting 2023 bedraagt 168 648,7 miljoen EUR. Per saldo blijft er daardoor een marge onder de MFK-maxima voor 2023 over van 3 554,2 miljoen EUR aan betalingskredieten. |
— | Uit het flexibiliteitsinstrument voor 2023 wordt een bedrag van 1 235,7 miljoen EUR aan vastleggingskredieten beschikbaar gesteld, waarvan 182,2 miljoen EUR voor subrubriek 2b Veerkracht en waarden, 170,6 miljoen EUR voor rubriek 5 Veiligheid en defensie en 882,9 miljoen EUR voor rubriek 6 Nabuurschap en internationaal beleid. |
De betalingskredieten voor 2023 in verband met de beschikbaarstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument in de jaren 2019-2023 worden door de Commissie geraamd op 948,1 miljoen EUR. Het geraamde betalingsschema van de desbetreffende uitstaande bedragen voor deze jaren wordt in de volgende tabel gespecificeerd:
Flexibiliteitsinstrument — betalingsprofiel (in miljoen EUR) | |||||
Jaar van beschikbaarstelling | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | Totalen |
2019 | 82,2 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 223,2 |
2020 | 39,9 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 106,1 |
2021 | 10,3 | 7,6 | 0,0 | 0,0 | 58,9 |
2022 | 62,7 | 49,8 | 36,7 | 0,0 | 368,4 |
2023 | 752,9 | 279,0 | 120,6 | 83,2 | 1 235,7 |
Totalen | 948,1 | 336,4 | 157,4 | 83,2 | 1 992,3 |
— | Overeenkomstig artikel 11, lid 1, punt a), van de MFK-verordening wordt in subrubriek 2b Veerkracht en waarden uit het enkelvoudig marge-instrument een bedrag van 280 miljoen EUR beschikbaar gesteld in vastleggingskredieten. |
B. Begroting 2022
Het ontwerp van gewijzigde begroting (OGB) nr. 5/2022 wordt goedgekeurd, met één wijziging ten opzichte van het Commissievoorstel: als gevolg van de late vaststelling van de rechtsgrondslag van de wet ter versterking van de Europese defensie-industrie door middel van gemeenschappelijke aanbestedingen (EDIRPA) wordt het bedrag van 82 972 301 EUR aan vastleggingskredieten dat voor dit doel in de reserve is opgenomen, niet aanvaard en wordt het overeenkomstige begrotingsonderdeel 13 06 01 niet gecreëerd voor het begrotingsjaar 2022.
— 1. Begroting 2023
1.1. “Afgesloten” lijnen
Tenzij verder in deze conclusies anders is vermeld, worden alle begrotingslijnen bevestigd zoals voorgesteld door de Commissie in de ontwerpbegroting voor 2023, als gewijzigd bij nota van wijzigingen nr. 1/2023.
Voor de overige begrotingslijnen heeft het bemiddelingscomité de conclusies vastgesteld die zijn opgenomen in de secties 1.2 tot en met 1.7.
1.2. Horizontale kwesties
Gedecentraliseerde agentschappen
De bijdrage van de EU (in vastleggings- en betalingskredieten) en het aantal posten in de personeelsformatie voor alle gedecentraliseerde agentschappen worden vastgesteld op het door de Commissie in de ontwerpbegroting voor 2023 voorgestelde niveau, als gewijzigd bij nota van wijzigingen nr. 1/2023, met de volgende uitzonderingen:
— | In subrubriek 2b: |
— | Het Europees Openbaar Ministerie (EOM, begrotingsartikel 07 10 08), waarvoor de begroting 2023 voorziet in een verhoging met 2,5 miljoen EUR en de omzetting van twintig posten voor arbeidscontractanten in posten voor tijdelijke functionarissen in de personeelsformatie, ervan uitgaande dat de aanwerving gemiddeld halverwege het jaar plaatsvindt. |
— | In rubriek 4: |
— | Het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA, begrotingsartikel 11 10 02), waarvoor zes posten aan de personeelsformatie worden toegevoegd en het niveau van de vastleggings- en betalingskredieten met 0,5 miljoen EUR wordt verhoogd, ervan uitgaande dat de aanwerving gemiddeld halverwege het jaar plaatsvindt. |
— | Het Asielagentschap van de Europese Unie (EUAA, begrotingsartikel 10 10 01), waarvoor de vastleggings- en betalingskredieten met 3 miljoen EUR worden verhoogd. |
— | Het Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex, begrotingsartikel 11 10 01), waarvoor de vastleggings- en betalingskredieten met 50 miljoen EUR worden verlaagd, zoals voorgesteld door de Raad en goedgekeurd door het Europees Parlement in hun lezingen. |
Uitvoerende agentschappen
De EU-bijdrage (in vastleggings- en betalingskredieten) en het aantal posten in de personeelsformatie voor de uitvoerende agentschappen worden vastgesteld op het niveau dat door de Commissie in de ontwerpbegroting is voorgesteld.
Proefprojecten / Voorbereidende acties
Er is overeenstemming bereikt over een omvattend pakket van 39 proefprojecten/voorbereidende acties (PP/VA), waarvan er 29 nieuw zijn, voor een totaalbedrag van 80,1 miljoen EUR aan vastleggingskredieten, zoals voorgesteld door het Parlement.
Het niveau van de kredieten voor de voortzetting van het proefproject van de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) (Proefproject — Naar de oprichting van een Europese diplomatieke academie, begrotingspost 2 2 5 0) is vastgesteld op het door de EDEO gevraagde en door de Commissie in de ontwerpbegroting 2023 voorgestelde niveau.
Dit pakket is in overeenstemming met de maxima voor proefprojecten en voorbereidende acties zoals vastgelegd in het Financieel Reglement.
1.3. Uitgavenrubrieken van het financieel kader — vastleggingskredieten
Met inachtneming van de bovenstaande conclusies over de agentschappen en de proefprojecten en voorbereidende acties heeft het bemiddelingscomité overeenstemming bereikt over de volgende punten:
Rubriek 1 — Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid
De vastleggingskredieten worden vastgesteld op het niveau dat de Commissie heeft voorgesteld in de ontwerpbegroting, als gewijzigd bij nota van wijzigingen nr. 1/2023, maar met de volgende aanpassingen waarover het bemiddelingscomité overeenstemming heeft bereikt, zoals weergegeven in onderstaande tabel:
Begrotingsonderdeel / programma | Benaming | Variatie in vastleggingskredieten (in EUR) | ||
OB 2023 (incl. NvW 1) | Begroting 2023 | Verschil | ||
1.0.11 | Horizon Europa | 12 342 890 425 | 12 352 890 425 | 10 000 000 |
01 02 01 02 | Marie Skłodowska-Curie-acties | 864 130 546 | 874 130 546 | 10 000 000 |
1.0.13 | Internationale thermonucleaire experimentele reactor (ITER) | 1 019 848 352 | 839 848 352 | - 180 000 000 |
01 04 01 | Bouw, inbedrijfstelling en exploitatie van de ITER-faciliteiten — Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER — en de ontwikkeling van fusie-energie | 1 012 128 572 | 832 128 572 | - 180 000 000 |
1.0.221 | CEF — Vervoer | 1 792 540 197 | 1 852 540 197 | 60 000 000 |
02 03 01 | Connecting Europe Facility (CEF) — Vervoer | 1 782 813 707 | 1 842 813 707 | 60 000 000 |
1.0.222 | CEF — Energie | 815 673 939 | 859 173 939 | 43 500 000 |
02 03 02 | Connecting Europe Facility (CEF) — Energie | 810 644 269 | 854 144 269 | 43 500 000 |
1.0.31 | Programma voor de eengemaakte markt (incl. kmo’s) | 592 820 090 | 602 820 090 | 10 000 000 |
03 02 02 | De concurrentiepositie van ondernemingen, en met name kmo’s, verbeteren en hun toegang tot de markt ondersteunen | 126 384 000 | 136 384 000 | 10 000 000 |
PPVA | Pilootprojecten en voorbereidende acties | 37 325 000 | ||
Totalen | -19 175 000 |
Als gevolg hiervan wordt het overeengekomen niveau van de vastleggingskredieten vastgesteld op 21 548,4 miljoen EUR, waardoor er een marge van 178,6 miljoen EUR overblijft onder het uitgavenplafond van rubriek 1.
Overeenkomstig artikel 15, lid 3, van het Financieel Reglement (1) komt het bemiddelingscomité overeen om opnieuw vastleggingskredieten voor begrotingslijnen voor onderzoek beschikbaar te stellen voor een totaalbedrag van 148,8 miljoen EUR. Deze kredieten maken deel uit van het totaalbedrag van maximaal 0,5 miljard EUR (in prijzen van 2018) voor de periode 2021-2027, zoals overeengekomen in het kader van de MFK-overeenkomst. Hierdoor is 238,0 miljoen EUR in prijzen van 2018 beschikbaar voor de periode 2024-2027. Een mogelijke verdere activering van artikel 15, lid 3, zal worden besproken in het kader van de wetgevingsprocedure inzake de Europese chipverordening en de financiering daarvan.
Het volgende begrotingsonderdeel wordt versterkt en de begrotingstoelichting wordt dienovereenkomstig herzien:
(in EUR) | ||
Begrotingsonderdeel | Benaming | Vastleggingskredieten |
01 02 02 20 | Cluster “Cultuur, creativiteit en inclusieve samenleving” | 29 762 369 |
01 02 02 40 | Cluster “Digitaal, industrie en ruimtevaart” | 89 287 105 |
01 02 02 50 | Cluster “Klimaat, energie en mobiliteit” | 29 762 369 |
Totalen | 148 811 843 |
Subrubriek 2a — Economische, sociale en territoriale samenhang
De vastleggingskredieten worden vastgesteld op het niveau dat de Commissie heeft voorgesteld in de ontwerpbegroting, maar met de volgende aanpassingen waarover het bemiddelingscomité overeenstemming heeft bereikt, zoals weergegeven in onderstaande tabel:
Begrotingsonderdeel / programma | Benaming | Variatie in vastleggingskredieten (in EUR) | ||
OB 2023 (incl. NvW 1) | Begroting 2023 | Verschil | ||
PPVA | Pilootprojecten en voorbereidende acties | 3 500 000 | ||
Totalen | 3 500 000 |
Bijgevolg zijn de vastleggingskredieten vastgesteld op 62 926,5 miljoen EUR, waardoor er een marge van 12,5 miljoen EUR onder het uitgavenplafond van subrubriek 2a overblijft.
Subrubriek 2b — Veerkracht en waarden
De vastleggingskredieten worden vastgesteld op het niveau dat de Commissie heeft voorgesteld in de ontwerpbegroting, als gewijzigd bij nota van wijzigingen nr. 1/2023, maar met de volgende aanpassingen waarover het bemiddelingscomité overeenstemming heeft bereikt, zoals weergegeven in onderstaande tabel:
Begrotingsonderdeel / programma | Benaming | Variatie in vastleggingskredieten (in EUR) | ||
OB 2023 (incl. NvW 1) | Begroting 2023 | Verschil | ||
2.2.23 | Financieringskosten van het herstelinstrument voor de Europese Unie (EURI) | 1 485 775 000 | 1 315 775 000 | - 170 000 000 |
06 04 01 | Herstelinstrument voor de Europese Unie (EURI) — Periodieke couponbetaling en aflossing op de vervaldatum | 1 479 775 000 | 1 309 775 000 | - 170 000 000 |
2.2.25 | EU4Health | 731 750 309 | 739 250 309 | 7 500 000 |
06 06 01 | EU4Health-programma | 707 621 072 | 715 121 072 | 7 500 000 |
2.2.32 | Erasmus+ | 3 648 525 437 | 3 668 525 437 | 20 000 000 |
07 03 01 01 | Bevordering van de leermobiliteit van particulieren, en van samenwerking, inclusie, excellentie, creativiteit en innovatie op het niveau van organisaties en beleid op het gebied van onderwijs en opleiding — Indirect beheer | 2 382 120 171 | 2 400 120 171 | 18 000 000 |
07 03 03 | Bevordering van de leermobiliteit van sportcoaches en -personeel, en van samenwerking, inclusie, creativiteit en innovatie op het niveau van sportorganisaties en sportbeleid | 67 664 711 | 69 664 711 | 2 000 000 |
2.2.33 | Europees Solidariteitskorps (ESK) | 141 196 320 | 144 196 320 | 3 000 000 |
07 04 01 | Europees Solidariteitskorps | 134 298 196 | 137 298 196 | 3 000 000 |
2.2.34 | Creatief Europa | 325 290 321 | 332 790 321 | 7 500 000 |
07 05 01 | Cultuur | 100 040 879 | 102 540 879 | 2 500 000 |
07 05 02 | Media | 175 661 827 | 180 661 827 | 5 000 000 |
2.2.352 | Burgers, gelijkheid, rechten en waarden | 212 282 092 | 215 282 092 | 3 000 000 |
07 06 02 | Bevordering van de betrokkenheid van de burgers bij en hun participatie in het democratisch bestel van de Unie | 32 154 085 | 33 154 085 | 1 000 000 |
07 06 03 | Daphne | 25 257 735 | 26 757 735 | 1 500 000 |
07 06 04 | Bescherming en bevordering van de waarden van de Unie | 108 683 873 | 109 183 873 | 500 000 |
2.2.3DAG | Gedecentraliseerde agentschappen | 268 478 848 | 270 978 848 | 2 500 000 |
07 10 08 | Europees Openbaar Ministerie (EOM) | 62 101 095 | 64 601 095 | 2 500 000 |
PPVA | Pilootprojecten en voorbereidende acties | 31 590 500 | ||
Totalen | -94 909 500 |
In het licht van de rentetarieven en het aantal NGEU-financieringsverrichtingen tot eind 2022 kunnen de kredieten voor begrotingsonderdeel 06 04 01 met 170,0 miljoen EUR worden verlaagd, waarbij het vermogen om de niet-terugvorderbare component van NGEU in 2023 te financieren, volledig in stand wordt gehouden.
Voor Erasmus+ zou de verhoging van begrotingsartikel 07 03 03 — Bevordering van de leermobiliteit van sportcoaches en -personeel, en van samenwerking, inclusie, creativiteit en innovatie op het niveau van sportorganisaties en sportbeleid een bijdrage kunnen leveren aan de financiering van acties in verband met de volgende speciale Olympische Spelen.
Bijgevolg is het overeengekomen niveau van de vastleggingskredieten vastgesteld op 7 660,2 miljoen EUR, zonder marge onder het uitgavenplafond van subrubriek 2b en de beschikbaarstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument voor een bedrag van 182,2 miljoen EUR overeenkomstig artikel 12 van de MFK-verordening en de beschikbaarstelling van middelen uit het enkelvoudig marge-instrument voor een bedrag van 280,0 miljoen EUR overeenkomstig artikel 11, lid 1, punt a), van de MFK-verordening.
Rubriek 3 — Natuurlijke hulpbronnen en milieu
De vastleggingskredieten worden vastgesteld op het niveau dat de Commissie heeft voorgesteld in de ontwerpbegroting, als gewijzigd bij nota van wijzigingen nr. 1/2023, maar met de volgende aanpassingen waarover het bemiddelingscomité overeenstemming heeft bereikt, zoals weergegeven in onderstaande tabel:
Begrotingsonderdeel / programma | Benaming | Variatie in vastleggingskredieten (in EUR) | ||
OB 2023 (incl. NvW 1) | Begroting 2023 | Verschil | ||
3.2.21 | Programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) | 725 521 280 | 755 521 280 | 30 000 000 |
09 02 01 | Natuur en biodiversiteit | 272 761 676 | 279 011 676 | 6 250 000 |
09 02 02 | Circulaire economie en levenskwaliteit | 173 862 556 | 179 112 556 | 5 250 000 |
09 02 03 | Klimaatmitigatie en -adaptatie | 122 358 139 | 128 608 139 | 6 250 000 |
09 02 04 | Transitie naar schone energie | 130 752 568 | 143 002 568 | 12 250 000 |
PPVA | Pilootprojecten en voorbereidende acties | 6 700 000 | ||
Totalen | 36 700 000 |
Als gevolg hiervan wordt het overeengekomen niveau van de vastleggingskredieten vastgesteld op 57 259,3 miljoen EUR, waardoor er een marge van 35,7 miljoen EUR overblijft onder het uitgavenplafond van rubriek 3.
Rubriek 4 — Migratie en grensbeheer
De vastleggingskredieten worden vastgesteld op het niveau dat de Commissie heeft voorgesteld in de ontwerpbegroting, maar met de volgende aanpassingen waarover het bemiddelingscomité overeenstemming heeft bereikt, zoals weergegeven in onderstaande tabel:
Begrotingsonderdeel / programma | Benaming | Variatie in vastleggingskredieten (in EUR) | ||
OB 2023 (incl. NvW 1) | Begroting 2023 | Verschil | ||
4.0.11 | Fonds voor asiel, migratie en integratie | 1 418 121 253 | 1 454 621 253 | 36 500 000 |
10 02 01 | Fonds voor asiel, migratie en integratie | 1 414 824 860 | 1 451 324 860 | 36 500 000 |
4.0.1DAG | Gedecentraliseerde agentschappen | 169 169 287 | 172 169 287 | 3 000 000 |
10 10 01 | Ondersteuningsbureau van de Europese Unie voor asielzaken (EUAA) | 169 169 287 | 172 169 287 | 3 000 000 |
4.0.211 | Fonds voor geïntegreerd grensbeheer (IBMF) — Instrument voor grensbeheer en visa (BMVI) | 946 798 303 | 956 798 303 | 10 000 000 |
11 02 01 | Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visa | 944 798 303 | 954 798 303 | 10 000 000 |
4.0.2DAG | Gedecentraliseerde agentschappen | 1 052 269 675 | 1 002 769 675 | -49 500 000 |
11 10 01 | Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex) | 793 614 137 | 743 614 137 | -50 000 000 |
11 10 02 | Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA) | 258 655 538 | 259 155 538 | 500 000 |
Totalen | 0 |
Als gevolg hiervan wordt het overeengekomen niveau van de vastleggingskredieten vastgesteld op 3 727,3 miljoen EUR, waardoor er een marge van 86,7 miljoen EUR overblijft onder het uitgavenplafond van rubriek 4.
Rubriek 5 — Veiligheid en defensie
De vastleggingskredieten worden vastgesteld op het niveau dat de Commissie heeft voorgesteld in de ontwerpbegroting, maar met de volgende aanpassingen waarover het bemiddelingscomité overeenstemming heeft bereikt, zoals weergegeven in onderstaande tabel:
Begrotingsonderdeel / programma | Benaming | Variatie in vastleggingskredieten (in EUR) | ||
OB 2023 (incl. NvW 1) | Begroting 2023 | Verschil | ||
5.0.22 | Militaire mobiliteit | 236 685 681 | 295 185 681 | 58 500 000 |
13 04 01 | Militaire mobiliteit | 234 970 661 | 293 470 661 | 58 500 000 |
Totalen | 58 500 000 |
Bovendien zullen, in afwachting van het akkoord over het programma voor beveiligde ruimtevaartconnectiviteit, de in de ontwerpbegroting voor dit doel voorgestelde bedragen in de reserve worden opgenomen, die moeten worden vrijgegeven of gewijzigd in overeenstemming met de financieringsoplossing die uiteindelijk door het Europees Parlement en de Raad wordt overeengekomen. De details zijn te vinden in afdeling 1.5 hierna.
Als gevolg hiervan wordt het niveau van de vastleggingskredieten vastgesteld op 2 116,6 miljoen EUR, waarbij er geen marge onder het uitgavenplafond van rubriek 5 overblijft en er uit het flexibiliteitsinstrument een bedrag van 170,6 miljoen EUR beschikbaar wordt gesteld.
Rubriek 6 — Nabuurschap en internationaal beleid
De vastleggingskredieten worden vastgesteld op het niveau dat de Commissie heeft voorgesteld in de ontwerpbegroting, als gewijzigd bij nota van wijzigingen nr. 1/2023, maar met de volgende aanpassingen waarover het bemiddelingscomité overeenstemming heeft bereikt, zoals weergegeven in onderstaande tabel:
Begrotingsonderdeel / programma | Benaming | Variatie in vastleggingskredieten (in EUR) | ||
OB 2023 (incl. NvW 1) | Begroting 2023 | Verschil | ||
6.0.111 | Instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking — Europa in de wereld (NDICI — Europa in de wereld) | 11 970 770 313 | 12 250 770 313 | 280 000 000 |
14 02 01 10 | Zuidelijk nabuurschap | 1 657 209 546 | 1 727 209 546 | 70 000 000 |
14 02 01 11 | Oostelijk nabuurschap | 618 890 238 | 828 890 238 | 210 000 000 |
Totalen | 280 000 000 |
Voor het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking — Europa in de wereld zal de verhoging met 210 miljoen EUR aan vastleggingskredieten voor het Oostelijk Nabuurschap (begrotingspost 14 02 01 11) bestemd zijn voor maatregelen in Oekraïne en Moldavië naar aanleiding van de Russische agressie. De verhoging met 70 miljoen EUR aan vastleggingskredieten voor het Zuidelijk Nabuurschap (begrotingspost 14 02 01 10) is bedoeld voor de financiering van migratiegerelateerde acties, met name acties ter ondersteuning van het beheer en de governance van migratie en gedwongen ontheemding en de UNRWA.
Als gevolg hiervan wordt het niveau van de vastleggingskredieten vastgesteld op 17 211,9 miljoen EUR, waarbij er geen marge onder het uitgavenplafond van rubriek 6 overblijft en er een bedrag van 882,9 miljoen EUR uit het flexibiliteitsinstrument beschikbaar wordt gesteld.
Rubriek 7 — Europees openbaar bestuur
Het aantal posten in de personeelsformatie van de instellingen en de kredieten die de Commissie heeft voorgesteld in de ontwerpbegroting, als gewijzigd bij nota van wijzigingen nr. 1/2023, worden goedgekeurd door het bemiddelingscomité, maar met de volgende uitzonderingen:
— | De afdeling van het Hof van Justitie van de Europese Unie, waarvoor vier extra posten aan de personeelsformatie worden toegevoegd en waarvan de vastleggings- en betalingskredieten met 634 903 EUR worden verhoogd, ervan uitgaande dat de aanwerving gemiddeld halverwege het jaar plaatsvindt; |
— | De afdeling van de Europese Rekenkamer, waarvoor negen extra posten aan de personeelsformatie worden toegevoegd en waarvan de vastleggings- en betalingskredieten met 1 005 422 EUR worden verhoogd, ervan uitgaande dat de aanwerving gemiddeld halverwege het jaar plaatsvindt. De overeenkomstige posten zijn tijdelijk toegestaan, tot 2027; |
— | De afdeling van het Europees Economisch en Sociaal Comité, waarvoor twee extra posten aan de personeelsformatie worden toegevoegd en waarvan de vastleggings- en betalingskredieten met 115 497 EUR worden verhoogd, ervan uitgaande dat de aanwerving gemiddeld halverwege het jaar plaatsvindt; |
— | De afdeling van de Europese Ombudsman, waarvoor twee extra posten aan de personeelsformatie worden toegevoegd en waarvan de vastleggings- en betalingskredieten met 101 388 EUR worden verhoogd, ervan uitgaande dat de aanwerving gemiddeld halverwege het jaar plaatsvindt; |
— | De afdeling van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, waarvoor vijf ambten worden toegevoegd, waarvan drie posten aan de personeelsformatie van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en twee aan die van het Europees Comité voor gegevensbescherming. Het niveau van de vastleggings- en betalingskredieten wordt daarom verhoogd met 388 202 EUR, ervan uitgaande dat de aanwerving gemiddeld halverwege het jaar plaatsvinden; |
— | De afdeling van de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO), waarvan het personeel wordt uitgebreid met 11 arbeidscontractanten en de vastleggings- en betalingskredieten met 420 239 EUR worden verhoogd, ervan uitgaande dat de aanwerving gemiddeld halverwege het jaar plaatsvindt. |
De aanpassingen, die tot gevolg hebben dat rubriek 7 met 2,7 miljoen EUR wordt verhoogd, zijn nader beschreven in de volgende tabellen:
Afdeling 4 — Hof van Justitie
Begrotingsonderdeel / programma | Benaming | Variatie in vastleggingskredieten (in EUR) | ||
OB 2023 (incl. NvW 1) | Begroting 2023 | Verschil | ||
1 2 0 0 | Salaris en toelagen | 304 868 000 | 305 502 903 | 634 903 |
Totalen | 634 903 |
Afdeling 5 — Europese Rekenkamer
Begrotingsonderdeel / programma | Benaming | Variatie in vastleggingskredieten (in EUR) | ||
OB 2023 (incl. NvW 1) | Begroting 2023 | Verschil | ||
1 2 0 0 | Salaris en toelagen | 129 600 000 | 130 605 422 | 1 005 422 |
Totalen | 1 005 422 |
Afdeling 6 — Europees Economisch en Sociaal Comité
Begrotingsonderdeel / programma | Benaming | Variatie in vastleggingskredieten (in EUR) | ||
OB 2023 (incl. NvW 1) | Begroting 2023 | Verschil | ||
1 2 0 0 | Salaris en toelagen | 82 849 505 | 82 965 001 | 115 496 |
Totalen | 115 496 |
Afdeling 8 — Europese Ombudsman
Begrotingsonderdeel / programma | Benaming | Variatie in vastleggingskredieten (in EUR) | ||
OB 2023 (incl. NvW 1) | Begroting 2023 | Verschil | ||
1 2 0 0 | Salaris en toelagen | 9 002 978 | 9 104 366 | 101 388 |
Totalen | 101 388 |
Afdeling 9 — Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming
Begrotingsonderdeel / programma | Benaming | Variatie in vastleggingskredieten (in EUR) | ||
OB 2023 (incl. NvW 1) | Begroting 2023 | Verschil | ||
1 1 0 0 | Salaris en toelagen | 7 491 500 | 7 724 420 | 232 920 |
3 0 1 0 | Salaris en toelagen | 2 123 500 | 2 278 782 | 155 282 |
Totalen | 388 202 |
Afdeling 10 — Europese Dienst voor extern optreden
Begrotingsonderdeel / programma | Benaming | Variatie in vastleggingskredieten (in EUR) | ||
OB 2023 (incl. NvW 1) | Begroting 2023 | Verschil | ||
1 2 0 0 | Arbeidscontractanten | 20 967 900 | 21 388 139 | 420 239 |
Totalen | 420 239 |
Als gevolg hiervan wordt het overeengekomen niveau van de vastleggingskredieten vastgesteld op 11 311,3 miljoen EUR, waardoor er een marge van 107,7 miljoen EUR onder het uitgavenplafond van rubriek 7 overblijft, waarvan 28,2 miljoen EUR onder de submarge voor “Administratieve uitgaven van de instellingen”.
Thematische speciale instrumenten: EFG, SEAR en BAR
De vastleggingskredieten voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG), de reserve voor solidariteit en noodhulp (SEAR) en de reserve voor aanpassing aan de brexit (BAR) worden vastgesteld op het niveau dat door de Commissie is voorgesteld in de ontwerpbegroting.
1.4. Betalingskredieten
De totale hoogte van de betalingskredieten in de begroting 2023 wordt vastgesteld op het niveau van de ontwerpbegroting, als gewijzigd bij nota van wijzigingen nr. 1/2023, met de volgende aanpassingen als overeengekomen door het bemiddelingscomité:
1. | Er wordt rekening gehouden met het overeengekomen niveau van vastleggingskredieten voor niet-gesplitste uitgaven (rubrieken 1 t/m 6), waarvoor het niveau van de betalingskredieten gelijk is aan de hoogte van de vastleggingskredieten. Dit geldt ook voor de verlaging van de financieringskosten van het herstelinstrument voor de Europese Unie (EURI) met 170,0 miljoen EUR. Daarbij ook rekening houdend met de aanpassing van de bijdrage van de Unie aan gedecentraliseerde agentschappen is het gecombineerde gevolg een daling van 214,0 miljoen EUR; |
2. | De aanpassing in rubriek 7 resulteert in een stijging van 2,7 miljoen EUR; |
3. | De betalingskredieten voor alle nieuwe door het Parlement voorgestelde proefprojecten en voorbereidende acties worden vastgesteld op 25 % van de overeenkomstige vastleggingskredieten of op het door het Parlement voorgestelde niveau indien dit lager is. In het geval van verlenging van bestaande proefprojecten en voorbereidende acties is het niveau van de betalingskredieten het niveau dat in de ontwerpbegroting, als gewijzigd bij nota van wijzigingen nr. 1/2023, is vastgesteld plus 25 % van de overeenkomstige nieuwe vastleggingskredieten, of het door het Parlement voorgestelde niveau, indien dit lager is. Het gezamenlijk gevolg is een verhoging van 19,8 miljoen EUR. |
4. | Het gecombineerde gevolg van de aanpassingen aan de begrotingsonderdelen voor gesplitste uitgaven is een stijging van 177,0 miljoen EUR. |
De aanpassingen, die resulteren in een totale daling van 14,5 miljoen EUR, zijn nader beschreven in de volgende tabel:
Begrotingsonderdeel / programma | Benaming | Variatie in betalingskredieten (in EUR) | ||
OB 2023 (incl. NvW 1) | Begroting 2023 | Verschil | ||
Titel 1 | ||||
1.0.11 | Horizon Europa | 11 903 569 694 | 11 908 569 694 | 5 000 000 |
01 02 01 02 | Marie Skłodowska-Curie-acties | 602 437 939 | 607 437 939 | 5 000 000 |
1.0.13 | Internationale thermonucleaire experimentele reactor (ITER) | 721 228 782 | 671 228 782 | -50 000 000 |
01 04 01 | Bouw, inbedrijfstelling en exploitatie van de ITER-faciliteiten — Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER — en de ontwikkeling van fusie-energie | 563 509 002 | 513 509 002 | -50 000 000 |
1.0.221 | CEF — Vervoer | 1 922 486 490 | 1 943 486 490 | 21 000 000 |
02 03 01 | Connecting Europe Facility (CEF) — Vervoer | 973 760 000 | 994 760 000 | 21 000 000 |
1.0.222 | CEF — Energie | 713 629 670 | 723 629 670 | 10 000 000 |
02 03 02 | Connecting Europe Facility (CEF) — Energie | 246 000 000 | 256 000 000 | 10 000 000 |
1.0.31 | Programma voor de eengemaakte markt (incl. kmo’s) | 610 260 036 | 615 260 036 | 5 000 000 |
03 02 02 | De concurrentiepositie van ondernemingen, en met name kmo’s, verbeteren en hun toegang tot de markt ondersteunen | 132 069 500 | 137 069 500 | 5 000 000 |
PPVA | Pilootprojecten en voorbereidende acties | 9 331 250 | ||
Totaal rubriek 1 | 331 250 | |||
Subrubriek 2a | ||||
PPVA | Pilootprojecten en voorbereidende acties | 875 000 | ||
Totaal subrubriek 2a | 875 000 | |||
Subrubriek 2b | ||||
2.2.23 | Financieringskosten van het herstelinstrument voor de Europese Unie (EURI) | 1 485 775 000 | 1 315 775 000 | - 170 000 000 |
06 04 01 | Herstelinstrument voor de Europese Unie (EURI) — Periodieke couponbetaling en aflossing op de vervaldatum | 1 479 775 000 | 1 309 775 000 | - 170 000 000 |
2.2.25 | EU4Health | 619 341 615 | 626 841 615 | 7 500 000 |
06 06 01 | EU4Health-programma | 570 712 378 | 578 212 378 | 7 500 000 |
2.2.32 | Erasmus+ | 3 274 197 196 | 3 291 597 196 | 17 400 000 |
07 03 01 01 | Bevordering van de leermobiliteit van particulieren, en van samenwerking, inclusie, excellentie, creativiteit en innovatie op het niveau van organisaties en beleid op het gebied van onderwijs en opleiding — Indirect beheer | 2 280 250 000 | 2 296 250 000 | 16 000 000 |
07 03 03 | Bevordering van de leermobiliteit van sportcoaches en -personeel, en van samenwerking, inclusie, creativiteit en innovatie op het niveau van sportorganisaties en sportbeleid | 55 000 000 | 56 400 000 | 1 400 000 |
2.2.33 | Europees Solidariteitskorps (ESK) | 122 118 124 | 124 118 124 | 2 000 000 |
07 04 01 | Europees Solidariteitskorps | 104 000 000 | 106 000 000 | 2 000 000 |
2.2.34 | Creatief Europa | 306 962 192 | 312 462 192 | 5 500 000 |
07 05 01 | Cultuur | 89 452 597 | 91 452 597 | 2 000 000 |
07 05 02 | Media | 137 922 353 | 141 422 353 | 3 500 000 |
2.2.352 | Burgers, gelijkheid, rechten en waarden | 155 069 755 | 156 569 755 | 1 500 000 |
07 06 02 | Bevordering van de betrokkenheid van de burgers bij en hun participatie in het democratisch bestel van de Unie | 18 510 511 | 19 010 511 | 500 000 |
07 06 03 | Daphne | 26 078 886 | 26 828 886 | 750 000 |
07 06 04 | Bescherming en bevordering van de waarden van de Unie | 54 381 753 | 54 631 753 | 250 000 |
2.2.3DAG | Gedecentraliseerde agentschappen | 263 290 848 | 265 790 848 | 2 500 000 |
07 10 08 | Europees Openbaar Ministerie (EOM) | 62 101 095 | 64 601 095 | 2 500 000 |
PPVA | Pilootprojecten en voorbereidende acties | 7 897 625 | ||
Totaal subrubriek 2b | - 125 702 375 | |||
Rubriek 3 | ||||
3.2.21 | Programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) | 513 989 167 | 522 689 167 | 8 700 000 |
09 02 01 | Natuur en biodiversiteit | 97 698 396 | 99 323 396 | 1 625 000 |
09 02 02 | Circulaire economie en levenskwaliteit | 69 504 430 | 71 129 430 | 1 625 000 |
09 02 03 | Klimaatmitigatie en -adaptatie | 47 000 000 | 48 625 000 | 1 625 000 |
09 02 04 | Transitie naar schone energie | 53 000 000 | 56 825 000 | 3 825 000 |
PPVA | Pilootprojecten en voorbereidende acties | 1 675 000 | ||
Totaal rubriek 3 | 10 375 000 | |||
Rubriek 4 | ||||
4.0.11 | Fonds voor asiel, migratie en integratie | 1 314 919 500 | 1 329 919 500 | 15 000 000 |
10 02 01 | Fonds voor asiel, migratie en integratie | 710 919 500 | 725 919 500 | 15 000 000 |
4.0.1DAG | Gedecentraliseerde agentschappen | 169 169 287 | 172 169 287 | 3 000 000 |
10 10 01 | Ondersteuningsbureau van de Europese Unie voor asielzaken (EUAA) | 169 169 287 | 172 169 287 | 3 000 000 |
4.0.211 | Fonds voor geïntegreerd grensbeheer (IBMF) — Instrument voor grensbeheer en visa (BMVI) | 394 492 752 | 396 992 752 | 2 500 000 |
11 02 01 | Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visa | 276 492 752 | 278 992 752 | 2 500 000 |
4.0.2DAG | Gedecentraliseerde agentschappen | 1 117 019 143 | 1 067 519 143 | -49 500 000 |
11 10 01 | Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex) | 793 614 137 | 743 614 137 | -50 000 000 |
11 10 02 | Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA) | 323 405 006 | 323 905 006 | 500 000 |
PPVA | Pilootprojecten en voorbereidende acties | 0 | ||
Totaal rubriek 4 | -29 000 000 | |||
Rubriek 5 | ||||
5.0.22 | Militaire mobiliteit | 106 715 020 | 131 715 020 | 25 000 000 |
13 04 01 | Militaire mobiliteit | 105 000 000 | 130 000 000 | 25 000 000 |
Totaal rubriek 5 | 25 000 000 | |||
Rubriek 6 | ||||
6.0.111 | Instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking — Europa in de wereld (NDICI — Europa in de wereld) | 8 842 716 018 | 8 943 716 018 | 101 000 000 |
14 02 01 10 | Zuidelijk nabuurschap | 423 893 255 | 444 893 255 | 21 000 000 |
14 02 01 11 | Oostelijk nabuurschap | 185 608 958 | 265 608 958 | 80 000 000 |
Totaal rubriek 6 | 101 000 000 | |||
Rubriek 7 | ||||
7.1.24 | Hof van Justitie van de Europese Unie | 485 342 893 | 485 977 796 | 634 903 |
7.1.25 | Europese Rekenkamer | 174 054 500 | 175 059 922 | 1 005 422 |
7.1.26 | Europees Economisch en Sociaal Comité | 158 652 474 | 158 767 970 | 115 496 |
7.1.28 | Europese Ombudsman | 12 943 383 | 13 044 771 | 101 388 |
7.1.29 | Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming | 21 941 500 | 22 329 702 | 388 202 |
7.1.2X | Europese Dienst voor extern optreden | 819 647 241 | 820 067 480 | 420 239 |
Totaal rubriek 7 | 2 665 650 | |||
TOTAAL | -14 455 475 |
Per saldo resulteert dit in een totaal niveau van betalingskredieten van 168 648,7 miljoen EUR, wat neerkomt op een daling van 14,5 miljoen EUR ten opzichte van de ontwerpbegroting, zoals gewijzigd bij nota van wijzigingen nr. 1/2023.
1.5. Reserves
Er zijn geen andere reserves boven op die van de ontwerpbegroting, zoals gewijzigd bij nota van wijzigingen nr. 1/2023.
1.6. Begrotingstoelichting
De tekst van de begrotingstoelichting stemt overeen met de ontwerpbegroting, zoals gewijzigd bij nota van wijzigingen nr. 1/2023, met de volgende aanpassingen die in de uitvoerbaarheidsnota zijn voorgesteld en door het bemiddelingscomité zijn goedgekeurd:
— | Begrotingsonderdelen waarvoor het Europees Parlement amendementen in zijn eigen afdeling heeft aangebracht, worden zonder wijzigingen goedgekeurd. Het gaat hierbij om de volgende wijziging: |
— | Post 1 2 0 0 — Salaris en toelagen |
Tekst toevoegen:
98 bijkomende posten in de personeelsformatie voor het jaar 2023. Deze posten zijn bestemd voor één begrotingsjaar en worden geschrapt uit de personeelsformatie in de ontwerpbegroting 2024. Deze posten zijn bedoeld om de continuïteit van de tewerkstelling van tijdelijk personeel te vergemakkelijken in het licht van de toepassing van artikel 29, lid 4, van het Statuut. Er zijn geen extra kredieten vereist.
— | Het bemiddelingscomité onderschrijft ook dat het aantal posten in de personeelsformatie van de Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen en het Comité van onafhankelijke vooraanstaande personen duidelijk moet worden aangegeven in de personeelsformatie van het Europees Parlement door de toevoeging van een nieuwe regel onder het totaal-generaal van het Europees Parlement, met de vermelding “waarvan voor de Autoriteit”. |
— | Begrotingsonderdelen waarvoor de door het Europees Parlement aangebrachte amendementen zijn goedgekeurd zonder wijzigingen: |
— | Artikel 14 04 02 — Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound) |
Tekst als volgt wijzigen:
Dit krediet dekt de uitgaven in verband met de salarissen van de SVEU’s en de installatie van hun teams en/of hun ondersteunende structuren, met inbegrip van reiskosten en andere personeelskosten dan de kosten in verband met door lidstaten van de Unie gedetacheerd personeel. Voorts dekt het de kosten van mogelijke, onder de rechtstreekse verantwoordelijkheid van een SVEU uitgevoerde projecten.
— | Begrotingsonderdelen waarvoor de desbetreffende in de ontwerpbegroting voorgestelde begrotingstoelichting, zoals gewijzigd bij de nota van wijzigingen, worden goedgekeurd met de volgende wijzigingen: |
— | Post 13 03 01 — Defensieonderzoek |
Alinea als volgt wijzigen:
studies, zoals haalbaarheidsstudies om de haalbaarheid te onderzoeken van nieuwe of verbeterde technologieën, producten, processen, diensten en oplossingen, onder meer op het gebied van cyberdefensie en cyberbeveiliging,
— | Nieuwe begrotingsonderdelen na de goedkeuring op 9 november 2022 van het voorstel van de Commissie voor een verordening tot vaststelling van een instrument voor de toekenning van steun aan Oekraïne voor 2023 (macrofinanciële bijstand+), waarvoor de respectieve begrotingstoelichting wordt goedgekeurd met de volgende tekst: |
— | Artikel 14 01 06 — Ondersteunende uitgaven voor macrofinanciële bijstand plus Oekraïne (MFB+) |
Tekst toevoegen:
Naast de uitgaven die in dit hoofdstuk worden beschreven, is dit krediet ook en meer specifiek bedoeld ter dekking van ondersteunende uitgaven voor de uitvoering van het instrument en voor de verwezenlijking van de doelstellingen ervan, waaronder administratieve ondersteuning in verband met de verwezenlijking van de doelstellingen ervan, waaronder administratieve ondersteuning in verband met activiteiten inzake voorbereiding, follow-up, toezicht, controle, audit en evaluatie die noodzakelijk zijn voor de uitvoering, alsmede van uitgaven bij de centrale diensten en bij de delegaties van de Unie voor de administratieve en coördinerende ondersteuning die nodig is voor het instrument en voor het beheer van in het kader van dit instrument gefinancierde verrichtingen, met inbegrip van informatie- en communicatieactiviteiten en institutionele informatietechnologiesystemen.
— | Hoofdstuk 14 07 — Macrofinanciële bijstand plus Oekraïne (MFB+) |
Tekst toevoegen:
De kredieten van dit hoofdstuk dienen ter dekking van beleidsuitgaven in verband met acties in het kader van het instrument voor de toekenning van steun aan Oekraïne voor 2023 (macrofinanciële bijstand+). De algemene doelstelling van het instrument is het op voorspelbare, continue, ordelijke en tijdige wijze verstrekken van financiële bijstand op korte termijn, de financiering van rehabilitatie en initiële steun voor de wederopbouw na de oorlog, waar passend, teneinde Oekraïne te ondersteunen op zijn weg naar Europese integratie.
Om de algemene doelstelling te bereiken, zijn de belangrijkste specifieke doelstellingen met name de ondersteuning van:
— | macrofinanciële stabiliteit en verlichting van de externe en interne financieringsproblemen van het land; |
— | een hervormingsagenda in de aanloop naar de vroege voorbereidingsfase van het pretoetredingsproces, in voorkomend geval, met inbegrip van versterking van de Oekraïense instellingen, hervorming en versterking van de doeltreffendheid van het openbaar bestuur, alsmede transparantie, structurele hervormingen en goed bestuur op alle niveaus; |
— | herstel van kritieke functies en infrastructuur en hulpverlening aan mensen in nood. |
Overeenkomstig de artikelen 21, 22 en 24 van het Financieel Reglement geven van derde landen (de EVA-staten uit hoofde van de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte, kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, of andere derde landen) ontvangen bijdragen voor deelname aan programma’s van de Unie en eventuele andere bestemmingsontvangsten die in de staat van ontvangsten zijn opgenomen, aanleiding tot de opvoering van overeenkomstige kredieten en tot uitvoering onder dit hoofdstuk.
De desbetreffende geraamde bedragen en de overeenkomstige artikelen of posten van de staat van ontvangsten worden waar mogelijk in de betrokken begrotingsonderdelen vermeld.
— | Artikel 14 07 01 — MFB+ Oekraïne — rentesubsidie |
Tekst toevoegen:
Dit krediet dient ter dekking van activiteiten die gericht zijn op het verlenen van een rentesubsidie in verband met opgenomen en verstrekte leningen, met uitzondering van de kosten in verband met de vervroegde aflossing van de lening, met betrekking tot de leningen in het kader van deze verordening.
Deze bijdragen vormen externe bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, punten d) en e), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.
— | Artikel 14 07 02 — MFB+ Oekraïne — niet-terugbetaalbare steun |
Tekst toevoegen:
Dit krediet dient ter dekking van aanvullende bedragen die door de lidstaten en belanghebbende derde landen en partijen ter beschikking worden gesteld en die worden uitgevoerd als niet-terugbetaalbare steun wanneer daarin is voorzien in het op grond van artikel 7 van de voorgestelde verordening te sluiten memorandum van overeenstemming of overeenkomstig Verordening (EU) 2021/947 en Verordening (EG) nr. 1257/96 ter financiering van maatregelen ter verwezenlijking van de in artikel 2, lid 2, punten b) tot en met c), van de voorgestelde verordening bedoelde doelstellingen.
Dit krediet heeft met name betrekking op:
— | een hervormingsagenda in de aanloop naar de vroege voorbereidingsfase van het pretoetredingsproces, in voorkomend geval, met inbegrip van versterking van de Oekraïense instellingen, hervorming en versterking van de doeltreffendheid van het openbaar bestuur, alsmede transparantie, structurele hervormingen en goed bestuur op alle niveaus; |
— | herstel van kritieke functies en infrastructuur en hulpverlening aan mensen in nood. |
Deze bijdragen vormen externe bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, punten d) en e), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.
— | Het bemiddelingscomité stemt ermee in de volgende voetnoot op te nemen in de personeelsformatie van de Europese Rekenkamer. |
Tekst toevoegen:
“Extra posten (2023) (29 auditoren in verband met NGEU en toegekend tot 2027)”.
— | Overeenkomstig artikel 15, lid 3, van het Financieel Reglement stemt het bemiddelingscomité ermee in om opnieuw vastleggingskredieten voor begrotingsonderdeel 01 02 02 20 ter beschikking te stellen. De begrotingstoelichting wordt dienovereenkomstig aangepast: |
Begrotingsonderdeel | Benaming |
01 02 02 20 | Volgende tekst toevoegen: Overeenkomstig artikel 15, lid 3, van het Financieel Reglement is voor deze begrotingspost 29 762 369 EUR aan vastleggingskredieten beschikbaar na vrijmakingen in 2020 die het gevolg zijn van gehele of gedeeltelijke niet-uitvoering van onderzoeksprojecten. |
— | Overeenkomstig artikel 15, lid 3, van het Financieel Reglement stemt het bemiddelingscomité ermee in om opnieuw vastleggingskredieten voor begrotingsonderdeel 01 02 02 40 ter beschikking te stellen. De begrotingstoelichting wordt dienovereenkomstig aangepast: |
Begrotingsonderdeel | Benaming |
01 02 02 40 | Volgende tekst toevoegen: Overeenkomstig artikel 15, lid 3, van het Financieel Reglement is voor deze begrotingspost 89 287 105 EUR aan vastleggingskredieten beschikbaar na vrijmakingen in 2020 die het gevolg zijn van gehele of gedeeltelijke niet-uitvoering van onderzoeksprojecten. |
— | Overeenkomstig artikel 15, lid 3, van het Financieel Reglement stemt het bemiddelingscomité ermee in om opnieuw vastleggingskredieten voor begrotingsonderdeel 01 02 02 50 ter beschikking te stellen. De begrotingstoelichting wordt dienovereenkomstig aangepast: |
Begrotingsonderdeel | Benaming |
01 02 02 50 | Volgende tekst toevoegen: Overeenkomstig artikel 15, lid 3, van het Financieel Reglement is voor deze begrotingspost 29 762 369 EUR aan vastleggingskredieten beschikbaar na vrijmakingen in 2020 die het gevolg zijn van gehele of gedeeltelijke niet-uitvoering van onderzoeksprojecten. |
Dit met dien verstande dat de door het Europees Parlement of de Raad aangebrachte amendementen het toepassingsgebied van een bestaande basishandeling niet kunnen wijzigen of uitbreiden, noch afbreuk kunnen doen aan de administratieve autonomie van de instellingen, en dat het optreden met de beschikbare middelen kan worden gedekt.
1.7. Begrotingsnomenclatuur
Er wordt overeenstemming bereikt over de door de Commissie in de ontwerpbegroting voorgestelde begrotingsnomenclatuur, zoals gewijzigd bij nota van wijzigingen nr. 1/2023, met de opname van de nieuwe proefprojecten en voorbereidende acties. Het bemiddelingscomité onderschrijft ook de invoering van één nieuwe begrotingslijn in de afdeling van het Europees Parlement (artikel 5 0 2 — Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen — Salaris en toelagen). Ten slotte, in overeenstemming met het financiële memorandum bij het op 9 november 2022 goedgekeurde voorstel van de Commissie voor een verordening tot vaststelling van een instrument voor de toekenning van steun aan Oekraïne voor 2023 (macrofinanciële bijstand+) onderschrijft het bemiddelingscomité de toevoeging van de volgende drie nieuwe begrotingslijnen in de afdeling van de Europese Commissie:
— | Artikel 14 01 06 — Ondersteunende uitgaven voor macrofinanciële bijstand plus Oekraïne (MFB+) |
— | Artikel 14 07 01 — MFB+ Oekraïne — rentesubsidie |
— | Artikel 14 07 02 — MFB+ Oekraïne — niet-terugbetaalbare steun |
— 2. Begroting 2022
Het ontwerp van gewijzigde begroting (OGB) nr. 5/2022 wordt goedgekeurd, met één wijziging ten opzichte van het Commissievoorstel: als gevolg van de late vaststelling van de rechtsgrondslag van de wet ter versterking van de Europese defensie-industrie door middel van gemeenschappelijke aanbestedingen (EDIRPA) wordt het bedrag van 82 972 301 EUR aan vastleggingskredieten dat voor dit doel in de reserve is opgenomen, niet aanvaard en wordt het overeenkomstige begrotingsonderdeel 13 06 01 niet gecreëerd voor het begrotingsjaar 2022.
— 3. Verklaringen
3.1. Verklaring van het Europees Parlement en de Raad over betalingskredieten
Het Europees Parlement en de Raad roepen de Commissie op om gedurende het jaar 2023 nauwlettend en actief te blijven toezien op de uitvoering van de programma’s van het huidige en het voorgaande MFK (met name subrubriek 2a en plattelandsontwikkeling). Daartoe verzoeken het Europees Parlement en de Raad de Commissie tijdig geactualiseerde cijfers over de stand van zaken en de ramingen voor de betalingskredieten voor 2023 voor te leggen (in voorkomend geval rekening houdend met de verbeterde nauwkeurigheid van de ramingen van de lidstaten). Indien uit de cijfers blijkt dat de kredieten in de begroting voor 2023 ontoereikend zijn om in de behoeften te voorzien, verzoeken het Europees Parlement en de Raad de Commissie zo spoedig mogelijk een passende oplossing te presenteren, onder andere een ontwerp van gewijzigde begroting, om het Europees Parlement en de Raad in staat te stellen zo spoedig mogelijk en zonder onnodige vertraging in te spelen op gerechtvaardigde behoeften. Het Europees Parlement en de Raad zullen in voorkomend geval rekening houden met de urgentie van de kwestie, en de periode van acht weken voor de besluitvorming inkorten indien zij dat nodig achten. Hetzelfde geldt mutatis mutandis indien uit de cijfers blijkt dat de kredieten in de begroting voor 2023 hoger zijn dan nodig.
3.2. Gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de financiering van de Europese chipverordening en het programma van de Unie voor beveiligde connectiviteit
De drie instellingen erkennen dat de financiering van de Europese chipverordening en van het programma van de Unie voor beveiligde connectiviteit afhankelijk zal zijn van het eindresultaat van de lopende wetgevingsonderhandelingen. Gezien de definitieve tekst van de goedgekeurde verordeningen en de bijbehorende financiële memoranda verzoeken het Europees Parlement en de Raad de Commissie om onverwijld de nodige overschrijvingen te doen of een ontwerp van gewijzigde begroting aan de begrotingsautoriteit voor te leggen, zodat voldoende kredieten beschikbaar worden gesteld voor gebruik in het begrotingsjaar 2023.
Indien het Europees Parlement en de Raad overeenstemming bereiken over de financiering van de Europese chipverordening, en ook over het gebruik van opnieuw beschikbaar te stellen kredieten op basis van artikel 15, lid 3, van het Financieel Reglement voor Horizon Europa, zal een dergelijke wijziging worden opgenomen in een ontwerp van gewijzigde begroting.
3.3. Gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over cyberbeveiliging
Robuuste en gecoördineerde cyberbeveiliging is van cruciaal belang voor de bedrijfscontinuïteit van de EU-instellingen en -organen, met name in de aanloop naar de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2024. De drie instellingen erkennen dat er een centrale capaciteit nodig is om cyberdreigingen en -incidenten aan te pakken. Een gecoördineerde aanpak is het meest kosteneffectief en hierdoor kan iedereen, ook de meest kwetsbaren, in hoge mate worden beschermd.
De drie instellingen erkennen dat er binnen elke instelling, en met name binnen het computercrisisresponsteam voor de instellingen, organen en instanties van de Europese Unie (CERT-EU), voldoende middelen voor cyberbeveiliging nodig zijn.
De Commissie wordt verzocht om, in nauwe samenwerking met CERT-EU en de andere instellingen, uiterlijk medio 2023 in kaart te brengen hoeveel cyberbeveiligingsposten er nodig zijn binnen CERT-EU en binnen de andere instellingen, alsook om het mandaat van CERT-EU te beoordelen.
De begrotingsautoriteit verzoekt de EU-instellingen samen te werken om de cyberbeveiliging in alle EU-instellingen te versterken. Naar aanleiding van de beoordeling van de Commissie moeten de voor de EU-instellingen gereserveerde middelen voor cyberbeveiliging in de begroting 2023 op gecoördineerde wijze beschikbaar worden gesteld om de instellingen zo goed mogelijk te beschermen, met name, maar niet uitsluitend, door de centrale cyberbeveiligingscapaciteit te versterken.
Dit doet geen afbreuk aan het gebruik van personele en begrotingsmiddelen van de deelnemende instellingen door CERT-EU als gevolg van het akkoord over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende maatregelen voor een hoog gemeenschappelijk niveau van cyberbeveiliging in de instellingen, organen en instanties van de Unie (COM(2022)0122).
3.4. Verklaring van de Europese Commissie over de evaluatie van het meerjarig financieel kader
De Commissie zal de houdbaarheid van de maxima en submaxima voor uitgaven in alle rubrieken van het meerjarig financieel kader (MFK) 2021-2027 beoordelen in het kader van de tussentijdse evaluatie van de MFK-verordening, die zij voornemens is uiterlijk medio 2023 uit te voeren, zoals uiteengezet in het werkprogramma van de Commissie voor 2023.
(1) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).