Home

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Een digitaal decennium voor kinderen en jongeren: de nieuwe Europese strategie voor een beter internet voor kinderen (BIK+)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Een digitaal decennium voor kinderen en jongeren: de nieuwe Europese strategie voor een beter internet voor kinderen (BIK+)

Brussel, 11.5.2022

COM(2022) 212 final

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Een digitaal decennium voor kinderen en jongeren:


de nieuwe Europese strategie voor een beter internet voor kinderen (BIK+)


1.Inleiding

In 2012 werd de eerste Europese strategie voor een beter internet voor kinderen (BIK) opgesteld. De geactualiseerde strategie voor een beter internet voor kinderen (BIK+), die in deze mededeling wordt uiteengezet, zal ervoor zorgen dat kinderen in het nieuwe digitale decennium online worden beschermd, worden gerespecteerd en leren opkomen voor zichzelf.

De eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van het kind, is een van de intrinsieke waarden waarop de Europese Unie is gebouwd1. Die rechten moeten zowel online als offline worden gerespecteerd2. In het digitale decennium moet elk kind in Europa kunnen gedijen in een veilige en stimulerende digitale omgeving en kunnen deelnemen aan de wereldwijde digitale transitie.

Al vanaf steeds jongere leeftijd maken kinderen – voor hun schoolwerk, als amusement, voor sociale interactie en om hun plaats in te nemen in de samenleving – gebruik van digitale technologieën om dingen te creëren, om te spelen of om contacten te leggen. Daarbij worden zij vaak geconfronteerd met digitale inhoud en diensten die niet voor kinderen zijn ontworpen.

Kinderen en jongeren3 vormen geen homogene groep: ze verschillen van leeftijd, van gender, hebben uiteenlopende sociale en economische achtergronden en ontwikkelen gaandeweg hun vaardigheden. Kinderen in kwetsbare situaties, zoals kinderen met een beperking, kinderen die tot een raciale of etnische minderheid behoren, vluchtelingenkinderen, kinderen in opvang, LGBTQI+-kinderen en kinderen met een kansarme sociaaleconomische achtergrond, kunnen in de digitale omgeving met extra uitdagingen worden geconfronteerd.

De COVID-19-pandemie heeft ons geattendeerd op de voordelen van digitale technologie, maar ook op het cruciale belang van gelijke toegang tot technologie (apparaten en netwerken), digitale vaardigheden en competenties zoals mediageletterdheid voor alle kinderen4. Kinderen die geen toegang tot internet hebben, worden uitgesloten van middelen die hen kunnen helpen in hun leer- en groeiproces. Ongelijkheden geven hogere risico’s tot slechtere onderwijsresultaten, slechte geestelijke gezondheid en een gebrek aan langetermijnvooruitzichten5.

Met dit in gedachten, en om de risico’s en schade van de steeds meer gedigitaliseerde samenleving, ook voor kinderen, aan te pakken, heeft de Commissie in december 2020 een ambitieuze hervorming van het bestaande rulebook voorgesteld om een veiligere digitale ruimte te creëren waarin de grondrechten van alle gebruikers van digitale diensten worden beschermd. Uit het recente politieke akkoord over de wet inzake digitale diensten blijkt dat de bescherming van minderjarigen een van de hoekstenen van de nieuwe regels is, waardoor bedrijven verplicht zijn de belangen van kinderen voorop te stellen in hun overwegingen6.

Als onderdeel van haar visie op de digitale transformatie van Europa tegen 20307 heeft de Commissie bovendien een Europese verklaring over digitale rechten en beginselen voor het digitale decennium8 voorgesteld, waarin de waarden van de EU, zoals de bescherming en empowerment van kinderen, tot uiting komen.

In de Europese strategie van 2012 voor een beter internet voor kinderen (BIK-strategie)9 is een globale benchmark vastgesteld die het nationale beleid in de EU moest sturen en vormgeven. Alle lidstaten hebben elementen van de BIK-strategie gebruikt. In maart 2021 heeft de Commissie haar allereerste alomvattende EU-strategie voor de rechten van het kind vastgesteld, waarin zij een actualisering van de BIK-strategie aankondigde10.

De geactualiseerde BIK+-strategie vormt de digitale tak van de kinderrechtenstrategie en weerspiegelt het onlangs voorgestelde digitale beginsel dat kinderen en jongeren online moeten worden beschermd en voor zichzelf moeten leren opkomen11. De strategie houdt rekening met de resolutie van het Europees Parlement over kinderrechten12, de conclusies van de Raad over mediawijsheid13 en de aanbeveling van de Raad tot instelling van een Europese kindergarantie14.

Deze nieuwe strategie is gebaseerd op een uitgebreid raadplegingsproces met kinderen, aangevuld met gerichte raadplegingen van ouders, leerkrachten, lidstaten, de ICT- en mediasector, het maatschappelijk middenveld, academici en internationale organisaties15.

Daarom is BIK+ bedoeld als aanvulling op en ondersteuning van de praktische uitvoering van de bestaande maatregelen om kinderen online te beschermen, hen te helpen hun vaardigheden te ontwikkelen en hen in staat te stellen op een veilige manier plezier te beleven en richting te geven aan hun leven online.

2.Wat de EU tot dusver heeft gedaan

Sinds 2012 speelt de BIK-strategie op Europees, nationaal en internationaal niveau een centrale rol bij de bescherming en empowerment van kinderen op het internet. De deskundigengroep veiliger internet16 maakt de uitwisseling van goede praktijken tussen de lidstaten mogelijk, en via de Alliantie voor een betere bescherming van minderjarigen op internet17 heeft de Commissie het bedrijfsleven aangemoedigd om samen te werken met het maatschappelijk middenveld en jongeren.

Als gevolg van de BIK-strategie van 2012 zijn het door de EU medegefinancierde netwerk van centra voor een veiliger internet (“Safer Internet Centres” of SIC’s)18, de door de EU gefinancierde portaalsite betterinternetforkids.eu en het centrale infopunt over veiligheid van kinderen op het internet in het leven geroepen. SIC’s bieden elk jaar steun aan 30 miljoen mensen19.Zij organiseren in de lidstaten lokale bewustmakingsactiviteiten en verstrekken materiaal over alle aspecten van veiligheid van kinderen online; zij bieden hulp en brengen via de hulplijnen nieuwe gevaren in kaart; en zij ondersteunen de verwijdering van onlinemateriaal over seksueel misbruik van kinderen via de INHOPE-meldpunten20, die in 46 landen aanwezig zijn. SIC’s werken samen met een netwerk van BIK-jongerenambassadeurs en BIK-jongerenpanels21 die beleidsmakers en mensen uit de praktijk adviseren en informeren, bijvoorbeeld met de BIK-jongerenverklaring voor een beter internet22 over kindvriendelijke communicatie.De “Dag van een veiliger internet”23, oorspronkelijk een EU-initiatief, wordt nu wereldwijd gevierd.

De Commissie werkt ook samen met internationale organisaties, ngo’s, academici die zich bezighouden met de digitale rechten van kinderen, en de particuliere sector.

Sinds 2012 is het rechts- en beleidskader van de EU voor een nog doeltreffendere veiligheid van kinderen op het internet aanzienlijk veranderd24. Zo gelden in het kader van de herziene richtlijn audiovisuele mediadiensten25 de verplichtingen om minderjarigen te beschermen tegen illegale inhoud26 en tegen schadelijke inhoud die hun lichamelijke, geestelijke en morele ontwikkeling kan aantasten, nu ook voor videoplatforms. In de algemene verordening gegevensbescherming (AVG) is bepaald dat de persoonsgegevens van kinderen bijzondere bescherming vereisen, waarbij ouderlijke toestemming nodig is tot een bepaalde leeftijd (afhankelijk van de lidstaat tussen 13 en 16 jaar).27,28De richtlijn oneerlijke handelspraktijken29 biedt kinderen bescherming als kwetsbare consumenten en verbiedt het om hen rechtstreeks aan te zetten tot kopen.

Tot slot, maar daarom niet minder belangrijk, zal de wet inzake digitale diensten alle onlineplatforms ertoe verplichten hun systemen te ontwerpen met inachtneming van de rechten van kinderen. Kinderen moeten met name de voorwaarden van de door hen gebruikte dienst gemakkelijk kunnen begrijpen. Maar dat is nog maar het begin. Volgens de nieuwe regels zullen alle onlineplatforms die diensten aanbieden aan kinderen in de EU, zoals sociale media of interactieve games, verplicht zijn passende en evenredige maatregelen te nemen om de privacy, veiligheid en beveiliging van kinderen op hun diensten te waarborgen. Daarnaast wordt het onlineplatforms verboden kinderen advertenties voor te schotelen op basis van profilering. Tot slot zullen zeer grote onlineplatforms en zoekmachines rekening moeten houden met eventuele systeemrisico’s met betrekking tot hun diensten, inclusief eventuele feitelijke of voorzienbare negatieve gevolgen met betrekking tot de bescherming van kinderen.

De voorgestelde wet op de artificiële intelligentie30 (AI) stelt uniforme regels vast voor AI in de EU en streeft naar de totstandbrenging van een eengemaakte markt voor betrouwbare AI-toepassingen die kunnen worden gebruikt met volledige inachtneming van de grondrechten, waaronder de rechten van het kind. Dankzij het voorstel voor een Europees kader voor digitale identiteit (eID)31 zullen minderjarigen op basis van nationale wetgeving gebruik kunnen maken van een portemonnee voor digitale identiteit, bijvoorbeeld om hun leeftijd te bewijzen zonder andere persoonsgegevens openbaar te maken.

Een nieuw voorstel voor een verordening tot vaststelling van regels ter voorkoming en bestrijding van seksueel misbruik van kinderen32, dat tegelijk met de BIK+-strategie wordt gepresenteerd, bevat bepaalde verplichtingen voor aanbieders van hostingdiensten of interpersoonlijke communicatiediensten om online seksueel misbruik van kinderen op te sporen, te melden en te verwijderen. Het voorstel voorziet ook in een nieuw Europees Centrum voor de preventie en bestrijding van seksueel misbruik van kinderen, dat de opsporing, melding en verwijdering van seksueel misbruik van kinderen online zou vergemakkelijken, ondersteuning zou bieden aan slachtoffers en zou dienen als knooppunt voor kennis, expertise en onderzoek op het gebied van de preventie en bestrijding van seksueel misbruik van kinderen online.

In de EU-strategie voor de bestrijding van mensenhandel wordt erkend dat kinderen online een bijzonder risico lopen om het slachtoffer te worden van mensenhandelaars33. Bijzondere aandacht voor minderjarige slachtoffers maakt deel uit van de EU-strategie inzake de rechten van slachtoffers34.

In de EU-strategie voor gendergelijkheid35 wordt benadrukt dat meisjes het slachtoffer kunnen worden van gendergerelateerd geweld – geweld tegen vrouwen of meisjes precies omdat zij vrouw of meisje zijn, of dat hen onevenredig zwaar treft. Het voorstel voor een richtlijn ter bestrijding van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld is onder meer gericht op de strafbaarstelling van gendergerelateerd cybergeweld en voorziet in maatregelen om slachtoffers van dergelijk geweld online en offline te beschermen en te ondersteunen, ongeacht hun leeftijd36.

De mededeling over de bescherming van migrerende kinderen37 gaat over de bescherming van migrantenkinderen, met inbegrip van veilige toegang tot nieuwe technologieën.

Met het actieplan voor digitaal onderwijs (2021-2027)38 worden de uitdagingen voor onderwijs en opleiding aangepakt die door de COVID-19-pandemie zijn versterkt. Dit gebeurt door middel van een duurzame digitale transformatie in het onderwijs waarbij een goed presterend digitaal onderwijsecosysteem tot stand wordt gebracht en de digitale vaardigheden en competenties van kinderen, leerkrachten en opvoeders worden verbeterd.

De EU-strategie voor jongeren 2019-202739 bevordert de deelname van jongeren aan het democratische leven en ondersteunt sociale en maatschappelijke betrokkenheid.

De BIK+-strategie zal voortbouwen op deze resultaten en zorgen voor synergieën met de desbetreffende initiatieven om tegemoet te komen aan de bezorgdheden en behoeften van kinderen in het digitale decennium.

3.Wat is er veranderd, waarom is een nieuwe strategie nodig?

Kinderen als gebruikers van digitale technologieën

Kinderen gebruiken digitale technologieën nu op een totaal andere manier dan in 2012. Met moderne apparaten kunnen kinderen op anderen reageren, met anderen contact opnemen, spelen en dingen delen, vaak zonder ouderlijk toezicht. Uit de bevindingen van het onderzoek “EU Kids Online 2020”40 blijkt dat de meerderheid van de kinderen aangeeft dagelijks of bijna voortdurend hun smartphone te gebruiken, en dat de tijd die ze online doorbrengen in veel landen bijna verdubbeld is ten opzichte van 2010. Kinderen beginnen ook steeds jonger digitale apparaten te gebruiken.

Een dergelijk stijging van het internetgebruik kan leiden tot een sedentaire levensstijl met mogelijke gevolgen voor de gezondheid. Veel psychologen hebben hun bezorgdheid geuit over kinderen die aandachtstekortstoornissen ontwikkelen en moeite hebben om offline te gaan.

Hoewel een gezond schermgebruik wordt aangemoedigd, is digitale onthouding geen optie voor de kinderen van vandaag, aangezien ze voor informatie, aspecten van het regulier onderwijs, sociaal interactie en amusement steeds vaker online moeten gaan.

De technologie blijft zich snel ontwikkelen, waardoor zowel nieuwe mogelijkheden als risico’s ontstaan. In de nabije toekomst zullen AI, virtual reality, augmented reality en extended reality, het internet der dingen, cryptovaluta en andere technologische veranderingen die gevolgen hebben voor kinderen, nieuwe sociale en ethische uitdagingen met zich meebrengen (bv. bias, gebrek aan billijkheid, gebrek aan transparantie bij het gebruik van AI, interactie met deep fakes, avatars en robots).

Deze kwesties werden ook op de voorgrond gesteld op de Conferentie over de toekomst van Europa. Het Europees burgerpanel “Waarden en rechten” pleitte er voor een betere bescherming van minderjarigen online. Dit werd goedgekeurd door de plenaire vergadering van de Conferentie en is opgenomen in een voorstel dat aan de voorzitters van het Europees Parlement, de Raad en de Europese Commissie is voorgelegd41.

Kinderen en gevaren online

Online kunnen kinderen vaak worden geconfronteerd met schadelijke en illegale inhoud, gedragingen, contacten en gebruikersrisico’s. Digitale diensten, van sociale media tot interactieve spelletjes, kunnen kinderen blootstellen aan risico’s zoals ongeschikte inhoud, pesterijen, grooming42, seksueel misbruik van kinderen of radicalisering.

Uit de door de Commissie gehouden raadpleging bleek dat op de lijst met bezorgdheden die de kinderen zelf uiten, onder meer de confrontatie met schadelijke inhoud staat, die automutilatie, zelfmoord, geweld, haatzaaiende uitlatingen, seksuele intimidatie, druggebruik, riskante online uitdagingen, eetstoornissen en gevaarlijke diëten kan verheerlijken en aanmoedigen. Kinderen kunnen gemakkelijk toegang krijgen tot dergelijke inhoud die gewelddadig, angstaanjagend of anderszins ongeschikt is voor hun leeftijd. Er zijn kinderen die melden dat ze al op jonge leeftijd in contact komen met pornografie43, wat hun beeld van een gezonde relatie kan aantasten.

Ondanks de bestaande EU-wetgeving (richtlijn audiovisuele mediadiensten en AVG) zijn leeftijdsverificatiemechanismen en instrumenten voor ouderlijke toestemming in veel gevallen nog steeds ondoeltreffend en hoeven gebruikers bij registratie vaak alleen hun geboortedatum in te vullen44.

Zoals uiteengezet in punt 2 hierboven, wordt echter verwacht dat de recent goedgekeurde wet inzake digitale diensten de veiligheid van alle gebruikers, ook die van kinderen, aanzienlijk zal verbeteren en hen in staat zal stellen om online geïnformeerde keuzes te maken.

Als onderdeel van het kader voor risicobeheer van de wet inzake digitale diensten, moet met name specifiek aandacht worden besteed aan systeemrisico’s met betrekking tot minderjarigen. Zeer grote onlineplatforms zullen moeten nagaan hoe gemakkelijk het voor kinderen is om het ontwerp en de werking van hun dienst te begrijpen, en hoe kinderen kunnen worden blootgesteld aan inhoud die hun lichamelijke en geestelijke gezondheid en hun morele ontwikkeling kan aantasten. Dergelijke risico’s kunnen zich bijvoorbeeld voordoen bij het ontwerp van online-interfaces die al dan niet opzettelijk misbruik maken van de onervarenheid van kinderen of die tot verslavingsgedrag kunnen leiden. Zeer grote onlineplatforms zullen in dit verband gerichte maatregelen moeten nemen om de rechten van het kind te beschermen, onder meer met leeftijdsverificatiemechanismen en instrumenten voor ouderlijk toezicht, of instrumenten om kinderen te helpen misbruik te melden of hulp te krijgen. Cybergeweld, inclusief het zonder toestemming delen van intieme inhoud, is een voorbeeld van inhoud die snel moet worden behandeld indien deze door gebruikers, waaronder kinderen, wordt gesignaleerd, en vraagt om een gedegen aanpassing van de praktijken voor inhoudsmoderatie.

Het EU-netwerk van meldpunten INHOPE gaf aan dat het aantal online beelden van vermoedelijk seksueel misbruik van kinderen wereldwijd bijna is verdubbeld tussen 2017 en 2019. Het probleem is tijdens de COVID-19-pandemie alleen maar toegenomen, met name voor kinderen die bij hun misbruikers wonen45. Kinderen kunnen online worden gelokt46 met het oog op seksueel misbruik of mensenhandel, en lopen het risico dat expliciete beelden en video’s, ongeacht of deze in een consensuele relatie met andere kinderen of onder dwang zijn gemaakt, zonder hun toestemming verder worden gedeeld.

Wereldwijd heeft meer dan een derde van de jongeren gemeld slachtoffer te zijn van cyberpesten47. Kinderen kunnen worden blootgesteld aan en deelnemen aan toxisch, agressief, verstorend of verslavend gedrag48 of het mikpunt zijn van ongepaste, seksistische of racistische inhoud. Dit kan dan weer deelname aan onlineactiviteiten ontmoedigen (bijvoorbeeld door meisjes) en tornen aan de rechten van het kind49.

Er zijn steeds meer gevallen van online racisme, vreemdelingenhaat, antisemitisme, desinformatie en politiek extremisme die tot radicalisering leiden. De Commissie heeft in 2016 een gedragscode voor de bestrijding van illegale haatzaaiende uitlatingen op het internet50 gelanceerd om scherper te kunnen reageren op dergelijke uitlatingen. In samenwerking met het netwerk voor voorlichting over radicalisering wil zij webdevelopers en gameontwerpers bewuster maken van de internetrisico’s van radicalisering voor kinderen. De praktijkcode betreffende desinformatie51 wordt herzien om de verbintenissen op dit gebied aan te scherpen.

Kinderen als actieve digitale consumenten

Kinderen zijn vandaag actievere en onafhankelijkere digitale consumenten dan tien jaar geleden en maken vaak gebruik van digitale producten en diensten die zijn ontworpen voor volwassenen. Zij worden blootgesteld aan of zijn het doelwit van een reeks onlinemarketingtechnieken. Via aanbevelingssystemen en andere algoritmen op sociale media, gerichte reclame, marketing via influencers en gamificatie van marketing52, wordt jonge gebruikers schadelijke of ongepaste inhoud voorgesteld, waarbij misbruik wordt gemaakt van hun onervarenheid en gebrek aan zelfcontrole53. Zo kan de marketing van producten met een hoog vet-, suiker- of zoutgehalte bij kinderen54 slechte eetgewoonten versterken. Ook de agressieve, op kinderen gerichte marketing van risicovolle investeringen als veilige keuzes kan ernstige financiële gevolgen hebben. Om de daaraan verbonden risico’s en schade voor kinderen aan te pakken, legt de wet inzake digitale diensten een aantal verplichtingen op. Zo mogen onlineplatforms minderjarigen geen reclame voorschotelen op basis van profilering, en moeten ze transparantie bieden over hun aanbevelingssystemen en over de mogelijkheden voor gebruikers om de belangrijkste parameters die in de aanbevelingssystemen worden gebruikt, te wijzigen of te beïnvloeden.

Digitale diensten verzamelen en delen nu voortdurend gegevens over kinderen en die “dataficatie”55 begint zelfs al vóór de geboorte. Hoewel geaggregeerde big data baanbrekende inzichten kunnen bieden in bijvoorbeeld de gezondheid en het onderwijs van kinderen, kan de dataficatie van de kindertijd ook potentieel levenslange negatieve gevolgen hebben voor het welzijn en de ontwikkeling van kinderen. Zowel de kinderen als hun ouders zijn zich onvoldoende bewust van de grote schaal waarop persoonsgegevens kunnen worden uitgewisseld als gevolg van het gebruik van digitale diensten, met name die waarvoor geen geld hoeft te worden betaald56. Hoewel de industrie op grote schaal gegevens verzamelt over het gebruik van digitale diensten door kinderen en over de daarmee samenhangende risico’s, hebben academici geen of zeer beperkte toegang tot deze belangrijke datasets.

Kinderen worden nu systematisch blootgesteld aan ongepaste inhoud en handelspraktijken. Er moet nog onderzoek worden gedaan naar de neurologische langetermijneffecten op kinderen van methoden die voor commerciële doeleinden worden gebruikt, zoals overtuigend ontwerp (“persuasive design”), waaronder kansspelmechanismen zoals “loot boxes57”.

Online gamen is nu een belangrijke activiteit van kinderen: van de kinderen in de EU speelt 73 % in de leeftijdsgroep 6-10 jaar, 84 % in de leeftijdsgroep 11-14 jaar en 74 % in de leeftijdsgroep 15-24 jaar videospelletjes. Leeftijdsgeschikte online games kunnen een rol spelen bij constructieve educatieve en participatieve activiteiten op het internet, ervoor zorgen dat het kind digitale vaardigheden en competenties ontwikkelt en andere maatschappelijke voordelen opleveren (bv. therapie en cultuur). Inspanningen vanuit het bedrijfsleven zijn belangrijk voor een veilige spelomgeving waarin kinderen zich beschermd weten en waarin gezonde spelgewoonten worden aangemoedigd. Tot die inspanningen moet ook de toepassing van het beginsel van veilig ontwerp horen wanneer digitale producten en diensten voor minderjarigen worden ontwikkeld.

Ontoereikende vaardigheden

Iets wat vaker terugkwam in de raadplegingen van de Commissie met kinderen, was de noodzaak van betere mediageletterdheid en voorlichting over onlineveiligheid voor kinderen op school. Digitale vaardigheden en competenties, waaronder digitale geletterdheid en inzicht in de inzet van persoonsgegevens, zijn essentieel voor de huidige generatie kinderen, om te studeren, om met elkaar in contact te treden en om hun wereld actief en met kennis van zaken vorm te geven.

Volwassenen die verantwoordelijk zijn voor kinderen (ouders, verzorgers, leerkrachten, club- en sportleiders, religieuze leiders, maatschappelijk werkers, zorgpersoneel, jeugdwerkers enz.) hebben vaardigheden nodig om de kinderen te ondersteunen, te adviseren en te begeleiden. Uit onze raadplegingen is gebleken dat deze vaardigheden vaak ontbreken.

Digitale kloof

Niet alle kinderen hebben gelijke, effectieve, veilige en inclusieve toegang tot digitale technologie.

Kinderen in kwetsbare situaties, kinderen die risico lopen op armoede en sociale uitsluiting, en kinderen in landelijke en afgelegen gebieden met ontoereikende breedbandinfrastructuur zouden gelijke toegang moeten hebben tot digitale apparatuur, evenveel mogelijkheden moeten hebben om digitale vaardigheden te ontwikkelen, en gelijke kansen moeten krijgen om de mogelijkheden van het digitale decennium te benutten als andere kinderen.

Uit recente studies58 over digitale deprivatie blijkt dat in sommige Europese landen ongeveer 20 % van de kinderen in gezinnen leeft die zich thuis geen computer of internetverbinding kunnen veroorloven. Van de huishoudens op het platteland heeft 40 % geen toegang tot snelle breedband. In sommige gebieden heeft meer dan 15 % van de 15-jarigen het gevoel dat ze digitaal niet meekunnen, en in heel Europa ontbreekt het 8 % van die leeftijdscategorie aan digitaal vertrouwen.

Op mondiaal niveau is de situatie nog slechter: naar schatting hebben 1,3 miljard kinderen tussen 3 en 17 jaar thuis geen internetverbinding59. Digitale deprivatie in de kinderjaren kan leiden tot een gebrek aan digitale vaardigheden en digitaal vertrouwen als volwassene en kan de digitale kloof vergroten.

Onvoldoende actieve participatie

Kinderen zijn niet langer passieve consumenten van technologie, maar maken er actief gebruik van om zich uit te drukken en grip te krijgen op de wereld om hen heen. Er moet meer naar de kinderen worden geluisterd en er moet meer rekening met hen worden gehouden bij de ontwikkeling en evaluatie van digitale producten en diensten en digitaal beleid.

4.De visie op een digitaal decennium voor kinderen en jongeren

Onze visie: Leeftijdgebonden digitale diensten, waarbij niemand aan zijn lot wordt overgelaten en elk kind in Europa online bescherming, empowerment en respect geniet.

De acties die worden voorgesteld in het kader van BIK+, een vlaggenschipinitiatief van het Europees Jaar van de Jeugd 2022, zijn opgebouwd rond drie pijlers:

1.veilige digitale ervaringen om de kinderen te beschermen tegen schadelijke en illegale inhoud, gedragingen, contacten en gebruikersrisico’s, en om hun welzijn online te verbeterendankzij een veilige, leeftijdsgeschikte digitale omgeving die ontworpen is met respect voor de belangen van het kind;

2.digitale empowerment zodat kinderenzich de nodige vaardigheden en competenties eigen maken om goede keuzes te maken en zichzelf op een veilige en verantwoorde manier uit te drukken online;

3.actieve participatie, respect voorkinderen door hen inspraak te geven in de digitale omgeving, met meer door kinderen aangestuurde activiteiten ter bevordering van innovatieve en creatieve veilige digitale ervaringen.

De uitvoering van BIK+ vereist empirisch onderbouwde beleidsvorming en samenwerking en coördinatie op Europees en internationaal niveau. De afgelopen jaren hebben de VN, UNICEF, de OESO en de Raad van Europa, alsook ngo’s die actief zijn op het gebied van kinderrechten allemaal aandacht besteed aan de rechten van kinderen in de digitale omgeving60.

5.Verwezenlijking: pijlers en acties

De hieronder vermelde nieuwe acties zullen voortbouwen op de hierboven beschreven, reeds bestaande BIK-infrastructuur van de Commissie, en deze versterken.

5.1.Veilige digitale ervaringen (Hoe kinderen online beter te beschermen)

“Wij weten allemaal dat jongeren deze platforms gebruiken, vaak zonder toestemming van hun ouders. En als ik dat weet, dan weten de platforms en bedrijven het ook.” – een Spaanse leerkracht61

De Commissie zal een alomvattende EU-gedragscode inzake leeftijdsgeschikt ontwerp voorstaan, voortbouwend op de nieuwe regels in de wet inzake digitale diensten en in lijn met de richtlijn audiovisuele mediadiensten en de AVG. De gedragscode heeft tot doel de privacy, veiligheid en beveiliging van kinderen te waarborgen wanneer zij gebruikmaken van digitale producten en diensten. Bij dit proces zullen de sector, beleidsmakers, het maatschappelijk middenveld en kinderen worden betrokken.

De mederegulerende aard van een dergelijke gedragscode zou een toegevoegde waarde zijn. In het kader van de wet inzake digitale diensten kan de Commissie aanbieders van zeer grote onlineplatforms uitnodigen om gedragscodes te onderschrijven en hen verzoeken zich ertoe te verbinden specifieke risicobeperkende maatregelen te nemen om specifieke risico’s of vastgestelde schade aan te pakken door zich aan te sluiten bij een bepaalde gedragscode. Hoewel deelname aan dergelijke gedragscodes vrijwillig blijft, worden alle door de aanbieders van zeer grote onlineplatforms aangegane verbintenissen onderworpen aan onafhankelijke audits.

De industrie draagt een grote verantwoordelijkheid. Zij beschikken over de instrumenten om producten te creëren die door ontwerp en door standaardinstellingen veilig en gebruiks- en privacyvriendelijk zijn. Alle digitale producten en diensten die waarschijnlijk door kinderen worden gebruikt, moeten daarom voldoen aan eerlijke en fundamentele ontwerpkenmerken die de Europese waarden in zich dragen, zoals vastgelegd in de wet inzake digitale diensten. Alle producten en diensten die waarschijnlijk door kinderen worden gebruikt, moeten bijvoorbeeld vergezeld gaan van leeftijdsgeschikte, gemakkelijk te begrijpen en toegankelijke informatie, zoals algemene voorwaarden, instructies en waarschuwingen, en van eenvoudige mechanismen om schade te melden. Iedereen die betrokken is bij digitaal ontwerp moet inzien welke mogelijk schadelijke gevolgen ontwerp- en ontwikkelingskeuzes kunnen hebben voor kinderen62 en welke risico’s en schade, zoals grooming, mogelijk voortvloeien uit het gebruik van verschillende digitale diensten door kinderen.

De Commissie zal steun verlenen aan privacyvriendelijke en veilige methoden voor leeftijdsverificatie die in de hele EU moeten worden erkend, en daarbij voortbouwen op de lopende werkzaamheden63 en rekening houden met de nieuwe regels voor onlineplatforms van de wet inzake digitale diensten. Om bij wijze van prioriteit doeltreffende methoden voor leeftijdsverificatie te bevorderen, zal de Commissie samenwerken met belanghebbenden, Europese normalisatieorganisaties en de lidstaten64 (die er in overeenstemming met hun nationale wetgeving voor kunnen kiezen om in het kader van de recent voorgestelde verordening betreffende een Europese digitale identiteit elektronische identiteitsbewijzen af te geven aan personen jonger dan 18 jaar). Zo zullen met een robuust kader voor certificering en interoperabiliteit marktoplossingen worden gestimuleerd.

Naast leeftijdsverificatie om toegang te krijgen tot bepaalde online-inhoud zal de Commissie in de gedragscode voor onlineleveranciers, die moet worden opgesteld in het kader van de strategie voor gendergelijkheid 2020-2025, ook een deel wijden aan inhoud die uitsluitend voor volwassenen is bestemd, in het bijzonder om te voorkomen dat intieme beelden, al dan niet van kinderen, zonder toestemming worden gedeeld, ongeacht of deze authentiek of gemanipuleerd zijn.

Ondanks de bestaande maatregelen is cyberpesten het voorbije decennium nog steeds het meest gemelde probleem bij de hulplijnen van de Safer Internet Centres (SIC). Het bestaande nummer 116 111 is speciaal bestemd voor kinderhulplijnen in de EU. Cyberpesten en andere onlineproblemen kunnen via dit nummer of rechtstreeks via de SIC-hulplijnen worden aangepakt. Omdat de strategie zal zorgen voor nauwere samenwerking rond 116 111 en aanverwante onlinediensten (bv. apps van hulplijnen) die ook toegankelijk moeten zijn voor kinderen in kwetsbare situaties, zal de steun die SIC’s bieden zichtbaarder maken. Daarnaast zal een ad-hocdeskundigengroep beleidsaanbevelingen doen met betrekking tot (cyber)pesten en welzijn op school65.

De door de EU medegefinancierde hulplijnen en meldpunten voor veiliger internet66 zullen het publiek, en in het bijzonder kinderen, blijven bijstaan wanneer zij worden geconfronteerd met schadelijke en illegale inhoud. Als zij de status van “betrouwbare flagger” krijgen overeenkomstig de voorwaarden van de wet inzake digitale diensten, zullen zij ertoe kunnen bijdragen dat meldingen van illegale online-inhoud sneller worden beoordeeld en dat er sneller actie wordt ondernomen. Voorbeelden van dergelijke inhoud zijn materiaal van seksueel misbruik van kinderen en racistische en xenofobe haatzaaiende uitlatingen overeenkomstig de gedragscode voor de bestrijding van illegale haatzaaiende uitlatingen op het internet, inclusief antisemitische haatzaaiende uitlatingen, zoals uiteengezet in de EU-strategie ter bestrijding van antisemitisme en ter bevordering van het Joodse leven67.

De Commissie zal de uitwisseling van goede praktijken tussen de EU-autoriteiten en de lidstaten voor de handhaving van het consumentenrecht met betrekking tot kinderen coördineren en bevorderen. De Commissie zal ook onderzoek naar de gevolgen van neuromarketing voor kinderen in kaart brengen zodat de nationale consumentenautoriteiten beter kunnen beoordelen hoe commerciële beïnvloedingstechnieken oneerlijk kunnen zijn voor kinderen. Deze kennis zal worden gebruikt voor de gecoördineerde handhavingsactiviteiten die in het kader van de verordening betreffende samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming68 zullen worden uitgevoerd.

De Commissie zal:

·voortbouwend op het kader van de wet inzake digitale diensten de opstelling aanmoedigen en bevorderen van een alomvattende EU-gedragscode inzake leeftijdsgeschikt ontwerp – uiterlijk in 2024;

·een normalisatieverzoek indienen voor een Europese norm inzake online leeftijdsgarantie/leeftijdsverificatie in het kader van het eID-voorstel – vanaf 2023;

·steun verlenen aan de ontwikkeling van een in de hele EU erkend digitaal bewijs van leeftijd, gebaseerd op de geboortedatum in het kader van het eID-voorstel – vanaf 2024;

·in de geplande gedragscode in het kader van de strategie voor gendergelijkheid 2020-2025 aandacht besteden aan inhoud die uitsluitend voor volwassenen is bestemd;

·ervoor zorgen dat het geharmoniseerde nummer 116 111 cyberpesten aanpakt, in samenwerking met de door de EU medegefinancierde SIC-hulplijnen – uiterlijk in 2023;

·de hulplijnen en meldpunten voor veiliger internet in de EU medefinancieren, ook die welke in de toekomst zullen worden erkend als “betrouwbare flaggers” in het kader van de wet inzake digitale diensten, om het publiek, met name kinderen, bij te staan wanneer zij worden geconfronteerd met schadelijke en illegale inhoud – vanaf 2022;

·de aanbevelingen inzake (cyber)pesten van de deskundigengroep delen ter ondersteuning van welzijn op school – vanaf 2023;

·het bestaande onderzoek naar de gevolgen van neuromarketing voor kinderen tegen eind 2022 in kaart brengen ter ondersteuning van gecoördineerde handhavingsactiviteiten in het kader van de verordening betreffende samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming – vanaf 2023.

De Commissie verzoekt de lidstaten:

·doeltreffende methoden voor leeftijdsverificatie te ondersteunen, in overeenstemming met het eID-voorstel;

·ondersteuning te bieden aan het geharmoniseerde nummer 116 111, onder meer met opgeleid personeel, om cyberpesten aan te pakken.

De Commissie verzoekt het bedrijfsleven:

·specifieke risico’s voor kinderen die voortvloeien uit het gebruik van hun producten en diensten consequent te beoordelen en af te dekken;

·bij te dragen aan en zich te verbinden tot een alomvattende EU-gedragscode inzake leeftijdsgeschikt ontwerp, en het deel over inhoud die uitsluitend voor volwassenen is bestemd in de gedragscode die in het kader van de strategie voor gendergelijkheid 2020-2025 moet worden opgesteld;

·daadwerkelijk uitvoering te geven aan maatregelen inzake de toegang tot inhoud met een leeftijdsbeperking, waaronder websites die uitsluitend voor volwassenen zijn bestemd en 18+-spelletjes, in overeenstemming met de nationale en Europese regels;

·samen te werken met betrouwbare flaggers om illegale inhoud snel te beoordelen en te verwijderen en actie te ondernemen bij melding van schadelijke inhoud;

·academische onderzoekers toegang te geven tot desbetreffende gegevens en informatie over kansen en risico’s voor kinderen, met volledige inachtneming van de regels inzake gegevensbescherming.

5.2.Digitale empowerment (Hoe kunnen we kinderen de vaardigheden aanleren om online gezonde keuzes te maken?)

“Kinderen krijgen een ingewikkeld toestel in handen, maar niet de gebruikswaanwijzing”69– een Portugees kind.

In de mededeling van de Europese Commissie over het digitale decennium zijn ambitieuze doelstellingen vastgesteld: tegen 2030 moet 80 % van de volwassen bevolking over digitale basisvaardigheden beschikken en moeten 20 miljoen ICT-specialisten tewerk worden gesteld70. Om dit doel ter bereiken moeten kinderen vanaf jonge leeftijd digitale vaardigheden verwerven. De EU-programmeerweek71 geeft kinderen bijvoorbeeld inzicht in de manier waarop algoritmen en de digitale wereld werken.

Hoewel de meeste EU-lidstaten strategieën hebben uitgewerkt voor de ontwikkeling van digitale vaardigheden (vakoverschrijdend of als afzonderlijk vak) wordt slechts in weinig lidstaten regelmatig gemonitord en geëvalueerd welke impact die strategieën hebben. De Commissie werkt aan een voorstel voor een aanbeveling van de Raad over een beter aanbod inzake digitale vaardigheden in het onderwijs72 om een gemeenschappelijke interpretatie te bevorderen, grensoverschrijdende politieke betrokkenheid tot stand te brengen, peer learning en wederzijdse uitwisseling te bevorderen en investeringen aan te moedigen.

Het bijhouden van een actuele kennisbasis en het monitoren van de gevolgen van de digitale transformatie voor het welzijn van kinderen zijn van essentieel belang, ook voor toekomstige generaties kinderen in de EU.

Digitale geletterdheid (of een gebrek daaraan) speelt al vroeg in het leven een rol. Kinderen hebben cruciale vaardigheden op het gebied van mediageletterdheid73 om informatie op het internet te begrijpen, er hun weg in te vinden, om onlinerisico’s zoals misleidende informatie en desinformatie, oplichting en fraude en verborgen reclame te herkennen, en om actief en verantwoordelijk deel te nemen aan de digitale economie, de samenleving en democratische processen.

Uit de feedback van leerkrachten tijdens de raadplegingen van de Commissie bleek dat het lastig was om collega’s hierbij te betrekken. De redenen die ze daarbij noemden, waren onder meer dat er onvoldoende bewustzijn is, dat veel leerkrachten niet over de vereiste kennis, vaardigheden en vertrouwen beschikken en dat het moeilijk is op de hoogte te blijven van de voortdurende technologische ontwikkelingen. Er is behoefte aan opleidingen voor onderwijzend personeel, promotie van betrouwbare middelen en meer campagnes gericht op ouders en verzorgers. Ook moeten deze initiatieven voorzien in opleidingen over de onlinerechten van kinderen zodat het besef groeit dat kinderrechten online dezelfde zijn als offline, zoals bepaald in algemene opmerking nr. 25 van de VN.

BIK+ kan, via het platform betterinternetforkids.eu (“BIK-portaal”) en het netwerk van SIC’s, de ontwikkeling ondersteunen van modules voor leerkrachten (bv. Massive Open Online Courses — “MOOC's”) voor verschillende leeftijdsgroepen met lessen over mediageletterdheid, onlineveiligheid, onlineconsumentenrisico’s, persoonsgegevens, cyberpesten, geestelijk welzijn, schadelijke stereotypen, de onjuiste voorstelling van seks in pornografie, digitale toestemming en respect, en gamificatie74 in het onderwijs75.

De uitwisseling van goede praktijken tussen de lidstaten zal worden gecoördineerd en bevorderd in het kader van de gestructureerde dialoog over digitaal onderwijs en digitale vaardigheden76 en via de relevante deskundigengroepen.

BIK+ zal grootschalige campagnes voor mediageletterdheid ondersteunen om kinderen, gezinnen en leerkrachten te bereiken, en daarbij gebruikmaken van bestaande nationale en Europese organisaties met een versterkend effect, zoals scholen, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven. Kinderen, en waar passend ouders en leerkrachten, moeten hierbij worden betrokken zodat de benaderingen meer op hun leeftijd worden afgestemd en er tussen verschillende generaties ideeën kunnen worden uitgewisseld over hoe digitale technologieën op een creatieve en verantwoorde manier kunnen worden ingezet om kinderen als jonge consumenten beter bewust te maken van risico’s en het gebruik van persoonsgegevens.

Daarnaast werkt de Commissie samen met de OESO aan de ontwikkeling van een kader voor financiële competenties voor kinderen77, dat tegen eind 2022 moet worden gepubliceerd en dat de essentiële financiële vaardigheden zal omvatten die kinderen in de digitale wereld nodig hebben.

De BIK+-strategie vormt een aanvulling op en werkt in synergie met het actieplan voor digitaal onderwijs, bijvoorbeeld door de nationale SIC’s te promoten als centraal loket voor betrouwbare en leeftijdsgeschikte informatie en ondersteuning, afgestemd op de nationale behoeften in het formeel en informeel onderwijs. De Commissie zal de middelen die via het BIK-portaal voor het grote publiek beschikbaar zijn, blijven delen en promoten, en het welzijnswerk van de SIC’s en andere actoren blijven aanmoedigen, zodat kinderen op uiteenlopende plaatsen, van sportclubs tot scholen, kunnen leren om respectvol om te gaan met anderen in een digitale omgeving.

Peer learning, cocreatie en het voorbeeld van de BIK-jongerenambassadeurs en BIK-jongerenpanels zullen worden gepromoot als goede praktijken voor onderwijsbenaderingen in de EU en daarbuiten.

De digitale omgeving moet divers, inclusief, niet-discriminerend en vrij van stereotypen zijn, zodat alle kinderen ondersteuning krijgen.Kinderen moeten online toegang hebben tot objectieve, leeftijdsgeschikte informatie over geslacht en gender.Bewustmakingscampagnes over diversiteit en gender voor ICT-professionals moeten worden ondersteund zodat zij een beter inzicht krijgen in de specifieke behoeften van meisjes, jonge gebruikers met een beperking en kinderen in andere kwetsbare situaties. Positieve rolmodellen voor meisjes — die ondervertegenwoordigd zijn in de ICT-sector — moeten worden aangemoedigd en jongens en meisjes moeten gelijke kansen krijgen. De industrie moet een inclusieve omgeving bieden en kinderen met een beperking moeten online kunnen spelen, leren en reageren.

Om de vruchten van de digitale wereld te kunnen plukken, hebben kinderen een betrouwbare en betaalbare internetverbinding en geschikte digitale apparaten nodig. De connectiviteitsdoelstellingen van het digitale decennium en de digitale beginselen, alsook aanzienlijke EU-investeringen en -financiering zijn allemaal gericht op connectiviteit voor woningen en scholen; de bepalingen inzake universele dienstverlening van het wetboek voor elektronische communicatie vereisen dat connectiviteitsdiensten betaalbaar zijn78. Met de maatregelen van de lidstaten in het kader van beginsel 20 van de Europese pijler van sociale rechten wordt de betaalbaarheid van “essentiële diensten”, waaronder elektronische communicatie, aangepakt.In de aanbeveling van de Raad tot instelling van een Europese kindergarantie wordt aanbevolen dat de lidstaten “de voor afstandsonderwijs benodigde [...] adequate apparatuur” aanbieden en “de nodige investeringen [...] doen om de digitale kloof in al zijn vormen aan te pakken”.

Om alle kinderen te bereiken, zal de Commissie extra aandacht besteden aan kinderen met bijzondere of specifieke behoeften of met een kansarme en kwetsbare achtergrond. Migranten en EU-burgers met een migratieachtergrond botsen bijvoorbeeld vaak op obstakels wanneer ze toegang proberen te krijgen tot digitale cursussen en diensten, onder meer door een gebrek aan digitale vaardigheden om van deze diensten gebruik te maken7980. Kinderen die risico lopen op armoede en sociale uitsluiting, kinderen met een migratie- of Roma-achtergrond en andere kinderen die bijzonder kwetsbaar zijn voor discriminatie en segregatie81, kinderen van wie de ouders niet over digitale basisvaardigheden beschikken, kinderen met een beperking, kinderen in zorginstellingen, allemaal hebben ze specifieke behoeften. De initiatieven moeten gericht zijn op genderevenwicht, zodat zowel meisjes als jongens van jongs af aan digitale vaardigheden verwerven. De doeltreffendheid van de initiatieven moet worden gemeten en beste praktijken moeten in kaart worden gebracht.

BIK+ zal helpen door het werkterrein van SIC’s uit te breiden om de digitale kloof te helpen dichten, met name door kwetsbare groepen digitale vaardigheden bij te brengen. SIC’s kunnen ter zake doende programma’s op nationaal en EU-niveau ondersteunen.

De Commissie zal:

·de lidstaten, het bedrijfsleven en de academische wereld via het BIK-portaal ondersteunen om de gevolgen van de digitale transformatie voor het welzijn van kinderen te monitoren – vanaf 2023;

·onderwijsmodules (MOOC’s) voor leerkrachten ontwikkelen en verspreiden via het BIK-portaal en de SIC’s – 2023/2024;

·de uitwisseling van goede praktijken voor nationale curricula inzake mediageletterdheid tussen de lidstaten en tussen scholen en onderwijspersoneel in de hele EU bevorderen in het kader van de gestructureerde dialoog over digitaal onderwijs en digitale vaardigheden en via de betrokken deskundigengroepen – vanaf 202282;

·via organisaties met een versterkend effect campagnes over mediageletterdheid organiseren, gericht op kinderen, leerkrachten, ouders en verzorgers – vanaf 2022;

·bewustmakingsinstrumenten en -activiteiten ontwikkelen in verband met de risico’s waarmee kinderen als jonge consumenten worden geconfronteerd, met de steun van het BIK-portaal en de SIC’s – vanaf 2022;

·de ondersteuning door SIC’s in de lidstaten versterken om kinderen in kwetsbare situaties niet-formeel onderwijs en niet-formele opleidingen aan te bieden om de digitale kloof te dichten – vanaf 2022.

De Commissie verzoekt de lidstaten om:

·de gevolgen van de digitale transformatie voor het welzijn van kinderen te monitoren;

·goede praktijken uit te wisselen in het kader van de gestructureerde dialoog over digitaal onderwijs en digitale vaardigheden en via de betrokken deskundigengroepen;

·SIC’s te promoten als centrale loketten voor betrouwbare hulpmiddelen op het gebied van mediageletterdheid en onlineveiligheid voor kinderen, hun families en leerkrachten;

·de nodige investeringen te doen om de digitale kloof in al haar vormen aan te pakken, in overeenstemming met de Europese kindergarantie, onder meer met steun van de Europese fondsen en met name het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO).

De Commissie verzoekt het bedrijfsleven:

·de gevolgen van de digitale transformatie voor het welzijn van kinderen te monitoren;

·te investeren in vaardigheden om het bewustzijn over de uiteenlopende behoeften van kinderen te vergroten, stereotypen te bestrijden en digitale toegankelijkheid bij productontwikkeling te waarborgen.

5.3.Actieve participatie (Hoe kunnen we rekening houden met de meningen van kinderen?)

“Ik ben er voorstander van dat jongeren tegen 2030 meer inspraak krijgen. Het is tenslotte onze generatie die in de onlinewereld is opgegroeid.”– een Oostenrijkse BIK-jongerenambassadeur.

Kinderen zijn actieve burgers. Als aanjagers van verandering maken zij steeds vaker gebruik van sociale media om krachten te bundelen voor en deze te bepleiten, denk maar aan de beweging Schoolstaking voor het klimaat. In de BIK+-strategie wordt deze ontwikkeling toegejuicht en wordt erkend dat het belangrijk is de meningen van kinderen te respecteren en er rekening mee te houden bij de vormgeving van het digitale decennium. Kinderen moeten worden aangemoedigd burgerschapsvaardigheden in het kader van overheidsbeleid en politieke debatten te verwerven en te hanteren en hun recht op vergadering en vereniging via sociale onlineplatforms uit te oefenen. Uit onderzoek is echter gebleken dat er nog ruimte is voor meer onlineactiviteiten in verband met creativiteit en digitaal burgerschap83. De conclusie luidt dat de kinderen van vandaag ondervertegenwoordigd dreigen te worden in beleidsvormingsprocessen, wat leidt tot onvervulde behoeften en niet-ingeloste verwachtingen84.

BIK+ erkent daarom dat het belangrijk is kinderen, in al hun diversiteit, actief te betrekken bij de vormgeving van de digitale omgeving, aangezien jongeren onder de 18 jaar een uniek inzicht hebben in een digitale kindertijd.

In het kader van de strategie voor de rechten van het kind heeft de Commissie zich ertoe verbonden de participatie van kinderen te versterken door een nieuw EU-platform voor de participatie van kinderen85 op te richten. In synergie met dit platform zal BIK+ door kinderen aangestuurde activiteiten aanmoedigen, zodat kinderen in de digitale omgeving zich positief en kritisch opstellen tegenover onderwerpen die van belang zijn voor de jonge generatie, zoals cyberbeveiliging, ethische kwesties en duurzame ontwikkeling.

De inbreng van kinderen over digitale kwesties zal in het kader van BIK+ meer worden gebruikt, met name ten aanzien van de industrie. Voortbouwend op bestaande initiatieven zoals de BIK-jongerenambassadeurs, de BIK-jongerenpanels en de BIK-jongerenverklaring voor een beter internet, zal de Commissie de door kinderen aangestuurde activiteiten versterken.

BIK+ zal de participatie van jongeren verder aanmoedigen, ook in de lidstaten. Lokale regelingen kunnen bijvoorbeeld peer-to-peeropleiders erkennen.

Er zal een kindvriendelijke versie van de BIK+-strategie worden verstrekt in overeenstemming met de richtsnoeren die zijn ontwikkeld in het kader van de strategie voor de rechten van het kind86.

De Commissie zal ook kinderen betrekken bij het toezicht op de uitvoering van BIK+.

De Commissie zal:

·kinderen betrekken bij de opstelling van de EU-gedragscode voor leeftijdsgeschikt ontwerp die vermeld wordt in pijler 1 – vanaf 2023;

·een door kinderen geïnitieerde en geleide actie starten met betrekking tot een digitaal onderwerp dat relevant is voor de jonge generatie, in nauwe samenwerking met het EU-platform voor de participatie van kinderen – vanaf 2023;

·de rol van de BIK-jongerenambassadeurs en -jongerenpanels uitbreiden om peer-to-peeractiviteiten op nationaal, regionaal en lokaal niveau te ondersteunen – vanaf 2022;

·een kindvriendelijke versie van de BIK+-strategie maken – 2022;

·een door kinderen aangestuurde evaluatie van de BIK+-strategie organiseren – om de twee jaar.

De Commissie verzoekt de lidstaten:

·peer-to-peeropleidingen en kennisoverdracht van kind naar volwassene op digitaal gebied te ondersteunen;

·een inclusieve groep jongerenambassadeurs te laten bijdragen aan het digitaal beleid op lokaal, regionaal en nationaal niveau.

De Commissie verzoekt het bedrijfsleven:

·kinderen systematisch te raadplegen en actief te betrekken bij de ontwikkeling en uitrol van hun digitale producten en diensten;

·samen met kinderen van verschillende leeftijden en achtergronden kindvriendelijke communicatie over hun digitale producten en diensten te ontwikkelen, waaronder hun algemene voorwaarden;

·inclusieve87 producten en diensten te ontwikkelen die het recht van kinderen om zichzelf uit te drukken, bevorderen en hun deelname aan het openbare leven vergemakkelijken.

6.Internationale toenadering en samenwerking

Onlinebescherming en digitale empowerment zijn mondiale uitdagingen die nationale grenzen en jurisdicties overstijgen. In het voorjaar van 2021 heeft het VN-Comité voor de Rechten van het Kind in zijn algemene opmerking nr. 25 richtsnoeren uitgebracht over de wijze waarop het Verdrag inzake de rechten van het kind en de bijbehorende facultatieve protocollen doeltreffend kunnen worden uitgevoerd om de rechten van kinderen in de digitale omgeving expliciet aan te pakken.

Via de Global Gateway88 zal de EU de banden tussen Europa en de wereld aanhalen en partnerlanden helpen de digitale kloof aan te pakken en verder te integreren in het mondiale digitale ecosysteem.

Door onze krachten te bundelen kunnen we deze mondiale kwesties doeltreffend en efficiënt het hoofd bieden en Europese waarden uitdragen door hoge veiligheidsnormen te stellen en ervoor te zorgen dat kinderen in de hele wereld slagvaardiger en actiever deelnemen aan het digitale decennium, en tegelijkertijd bij te dragen tot de verwezenlijking van de duurzameontwikkelingsdoelen.

Eén goed voorbeeld is de bestrijding van seksueel misbruik van kinderen. In overeenstemming met de EU-strategie voor een doeltreffender bestrijding van seksueel misbruik van kinderen werkt de Commissie nauw samen met technologiebedrijven binnen het overkoepelende kader van het EU-internetforum89 en werkt zij samen met maatschappelijke, internationale en regionale organisaties via “WeProtect Global Alliance to End Child Sexual Exploitation Online”. De Commissie heeft ook jarenlang wereldwijde inspanningen ondersteund door het netwerk van meldpunten INHOPE in 46 landen te financieren. Deze werkzaamheden zullen worden voortgezet en moeten worden versneld in het kader van de in deze strategie voorgestelde wetgeving.

De Commissie zal ervaringen, expertise en waarden blijven delen met internationale organisaties en partners, en een gemeenschappelijke aanpak inzake digitale rechten voor kinderen wereldwijd blijven steunen, bijvoorbeeld door desbetreffende technische normen, maatstaven, definities en benaderingen aan te moedigen.

Op het jaarlijkse Safer Internet Forum90 zal de balans worden opgemaakt van de internationale ontwikkelingen en de uitwisseling van beste praktijken. Met de SIC’s zullen de bestaande mentorschaps- en uitwisselingsprogramma’s buiten de EU worden versterkt; de Dag van een veiliger internet zal internationaal gevierd blijven worden.

Het komende jeugdactieplan voor het externe optreden van de EU zal de sleutelrol van jongeren in de digitale transitie versterken en steun bieden voor veilige digitale omgevingen die de participatie en empowerment van kinderen en jongeren bevorderen.

De Commissie zal de BIK+-strategie promoten in het kader van haar betrekkingen met andere internationale organisaties en partnerlanden, met de ambitie internationale partners te sturen in de richting van een digitale transformatie met een op kinderrechten gebaseerde aanpak.

7.Conclusie

“Om sterker te worden moet onze Unie meer gaan lijken op onze volgende generatie: bedachtzaam, vastberaden en zorgzaam. Gedreven door waarden en krachtdadig.”91

Bij de aankondiging van het Europees Jaar van de jeugd moedigde voorzitter Von der Leyen jongeren aan om een drijvende kracht van verandering te worden. Dankzij de BIK+-strategie krijgen ze een stem in de digitale omgeving en komen er betere maatregelen voor hun digitale welzijn, vaardigheden en veiligheid.

Een veilige, beveiligde en betrouwbare digitale omgeving is een hoeksteen van de EU. De Commissie wil zich ten volle inzetten om kinderen bij de digitale transformatie te beschermen, voor zichzelf te leren opkomen en te respecteren.

De BIK+-strategie bouwt voort op de strategie van 2012 en besteedt bijzondere aandacht aan de kansen en risico’s op het internet voor kinderen in kwetsbare situaties. Alle kinderen zullen beter toegerust zijn om online te gedijen en van meer leeftijdsgeschikte ervaringen te genieten.

Een brede reeks meningen, in de eerste plaats die van kinderen, zijn in deze BIK+-strategie verwerkt. Ook bij de uitvoering en monitoring ervan zullen kinderen worden betrokken. Om succesvol te zijn, moeten de Commissie, de lidstaten en belangrijke partners zoals de branche, het maatschappelijk middenveld en internationale organisaties samenwerken aan concrete oplossingen voor een beter en gezond gebruik van het internet voor kinderen en jongeren.

De Commissie zal de strategie om de twee jaar evalueren, ook met kinderen, en zal online een verslag publiceren92.

De Commissie verzoekt het Europees Parlement en de Raad om de strategie goed te keuren en bij de uitvoering ervan samen te werken. De Commissie verzoekt het Comité van de Regio’s en het Europees Economisch en Sociaal Comité om hierover de dialoog met lokale en regionale overheden, economische en sociale spelers en het maatschappelijk middenveld te bevorderen.

Het is onze gedeelde verantwoordelijkheid om naar de kinderen te luisteren en nu actie te ondernemen. Zoals Yevgeny, Lili en João het hebben verwoord voor de Youth Advisory Group #DigitalDecade4YOUth: “Het is nu aan beleidsmakers en andere belanghebbenden om de uitdaging aan te gaan... [zodat] wij, als kinderen en jongeren, voelen dat iedereen samen werk maakt van een betere en veiligere digitale wereld.”

(1)

Verdrag betreffende de Europese Unie, artikel 2, en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, met name artikel 24.

(2)

Algemene opmerking nr. 25 van de VN bij het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind (waarbij alle EU-lidstaten partij zijn) is uitdrukkelijk toegespitst op de rechten van het kind in de digitale omgeving.

(3)

Mensen jonger dan 18 jaar, overeenkomstig het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind. In het kader van de Europese Strategie voor een beter internet voor kinderen (BIK+-strategie) wordt onder “jongeren” ook kinderen jonger dan 18 jaar verstaan. In de wetgeving wordt de term “minderjarigen” gebruikt.

(4)

JRC, “How children (10-18) experienced online risks during the Covid-19 lockdown”.

JRC, “Emergency remote schooling during COVID-19”.

(5)

JRC, “How families handled emergency remote schooling during the time of Covid lockdown in spring 2020”.

T20-Italy, “Digital learning for every child: closing the gaps for an inclusive and prosperous future”.

(6)

Wetgevingspakket inzake digitale diensten: Wet inzake digitale diensten: Commissie is ingenomen met het politieke akkoord

(7)

Digitaal kompas 2030:de Europese aanpak voor het digitale decennium (COM(2021) 118 final).

(8)

Europese verklaring over digitale rechten en beginselen voor het digitale decennium(COM(2022) 27 final).

(9)

Europese Strategie voor een beter internet voor kinderen (COM/2012/0196 final). Afgekort “beter internet voor kinderen” of “BIK”.

(10)

EU-strategie voor de rechten van het kind (COM/2021/142 final).

(11)

Europese verklaring over digitale rechten en beginselen voor het digitale decennium.

(12)

Resolutie 2019/2876 van het Europees Parlement van 26 november 2019, punt 19.

(13)

Conclusies van de Raad over mediawijsheid in een voortdurend veranderende wereld (2020/C 193/06).

(14)

Aanbeveling van de Raad tot instelling van een Europese kindergarantie, ST 9106 2021 INIT.

(15)

“How to make Europe’s Digital Decade fit for children and young people?”

Samenvatting van de raadplegingen van belanghebbenden. Meer dan 60 % van de respondenten van de openbare raadpleging over de rechten van het kind vond een nieuwe BIK-strategie (BIK+) noodzakelijk. Bijna 80 % van de respondenten was het ermee eens dat IT-bedrijven op dit gebied een grotere rol moeten spelen.

(16)

Webpagina van de deskundigengroep.

(17)

Webpagina van de Alliantie.

(18)

Webpagina over Safer Internet Centres.

(19)

BIK-evaluatie van het jaar 2021.

(20)

Website INHOPE.

(21)

BIK-jongerenwebsite.

(22)

Webpagina over de jongerenverklaring voor een beter internet.

(23)

Website van de Dag van een veiliger internet.

(24)

Zie overzicht met formele teksten van de EU over kinderen in de digitale wereld.

(25)

Richtlijn audiovisuele mediadiensten (Richtlijn (EU) 2018/1808).

(26)

Illegaal voor alle gebruikers: xenofobe inhoud, terroristische inhoud of materiaal van seksueel misbruik van kinderen.

(27)

Algemene verordening gegevensbescherming (Verordening (EU) 2016/679).

(28)

Het Europees Comité voor gegevensbescherming zal in 2022 richtsnoeren publiceren over de verwerking van persoonsgegevens van kinderen en de rechten van kinderen als betrokkenen in het kader van de AVG.

(29)

Richtlijn oneerlijke handelspraktijken (Richtlijn 2005/29/EG).

(30)

Voorstel voor een verordening tot vaststelling van geharmoniseerde regels betreffende artificiële intelligentie (wet op de artificiële intelligentie) en tot wijziging van bepaalde wetgevingshandelingen van de Unie (COM/2021/206 final).

(31)

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 910/2014 betreffende een Europees kader voor een digitale identiteit (COM/2021/281 final).

(32)

Voorstel voor een verordening tot vaststelling van regels ter voorkoming en bestrijding van seksueel misbruik van kinderen(COM(2022) 209).

(33)

EU-strategie voor de bestrijding van mensenhandel 2021-2025 (COM(2021) 171 final).

(34)

EU-strategie inzake de rechten van slachtoffers (2020-2025) (COM(2020) 258 final).

(35)

Een Unie van gelijkheid:strategie voor gendergelijkheid 2020-2025” (COM(2020) 152 final).

(36)

Voorstel voor een richtlijn ter bestrijding van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (COM(2022) 105 final).

(37)

Mededeling “Bescherming van migrerende kinderen” (COM(2017) 211 final).

(38)

Actieplan voor digitaal onderwijs 2021-2027 Onderwijs en opleiding herbronnen voor het digitale tijdperk (COM(2020) 624 final).

(39)

De EU-strategie voor jongeren 2019-2027 (ST/14944/2018/INIT).

(40)

EU Kids Online 2020.

(41)

Europees burgerpanel 2: “Europese democratie/waarden en rechten, rechtsstaat, veiligheid”, december 2021

(42)

Benadering van kinderen voor seksuele doeleinden

(43)

EU Kids Online 2020, bladzijden 89-99, afbeeldingen 82, 83, 84.

(44)

Study on the implementation of the new provisions in the revised Audiovisual MediaSMART 2018/0066.

(45)

EUROPOL, Exploiting Isolation: Offenders and victims of online child sexual abuse during the COVID-19 pandemic

JRC, How children (10-18) experienced online risks during the Covid-19 lockdown.

UNICEF, COVID-19 and its implications for protecting children online.

IWF, Jaarverslag 2020.

(46)

Het aantal gevallen van grooming waarvan het NCMEC melding maakte, lag in 2020 dubbel zo hoog als in 2019.

(47)

Onderzoek UNICEF, 2019.

(48)

COST action: European Network for Problematic Usage of the internet.

(49)

UNICEF, Recommendations for The Online Gaming Industry on Assessing Impact on Children (bladzijde 15) (2020).

(50)

Gedragscode voor de bestrijding van illegale haatzaaiende uitlatingen op het internet.

(51)

Praktijkcode betreffende desinformatie.

(52)

Gamificatie is volgens Kevin Werbach (2014) het proces waarbij activiteiten spelachtiger worden gemaakt. Gamificatie wordt in toenemende mate gebruikt bij sociale marketing, door middel van technieken zoals puntentelling, beloning en competitie, en laat bedrijven toe klanten op een amusante manier aan te trekken en voor zich te winnen en er gegevens over te verzamelen.

(53)

EP, Loot boxes in online games and their effect on consumers, in particular young consumers, bladzijden 27-29.

(54)

EP, Study on the exposure of children to linear, non-linear and online marketing of foods high in fat, salt or sugar.Landverslag 6, Nederland.

WHO, Spotlight on adolescent health and well-being.

(55)

Dataficatie is een technologische trend waarbij veel aspecten van ons leven worden omgezet indata waaruit vervolgens informatie wordt gepuurd als een nieuwe vorm van waarde.

(56)

Zie bijvoorbeeldin 2021 door de Italiaanse consumenten- en marktautoriteit gevorderde boetes (in het Italiaans).

(57)

“Loot boxes” (virtuele dozen met “buit”) zijn elementen van videogames die meestal toegankelijk zijn tijdens het spel of die kunnen worden gekocht met echt geld – EP, Loot boxes in online games and their effect on consumers, in particular young consumers bladzijde 14.

(58)

Website van DigiGen.

(59)

UNICEF en ITU (2020) “How Many Children and Youth Have internet Access at Home?”

(60)

VN, Algemene opmerking nr. 25.

Duurzameontwikkelingsdoelen van de VN.

“Manifesto on children’s data governance” van UNICEF.

“Recommendation of the Council on Children in the Digital Environment” van de OESO.

Raad van Europa,Aanbeveling inzake Richtlijnen voor de eerbiediging, bescherming en naleving van de rechten van het kind in de digitale omgeving, CM/Rec(2018)7.

(61)

Dit citaat komt uit de raadpleging “How to make Europe’s Digital Decade fit for children and young people?”.

(62)

Zo verplicht de voorgestelde AI-verordening aanbieders van AI-toepassingen met een hoog risico om een risicobeoordeling en beperkende maatregelen uit te voeren voordat zij hun systemen in de handel brengen, waarbij ze bijzondere aandacht besteden aan de vraag of het waarschijnlijk is dat kinderen toegang zullen hebben tot het AI-systeem of dat het gevolgen voor hen zal hebben (artikel 9, lid 8, van de AI-verordening).

(63)

euCONSENT is een door de EU gefinancierd proefproject dat tot doel heeft een interoperabele oplossing voor leeftijdsverificatie en ouderlijke toestemming te ontwerpen en te testen.

(64)

In de eerste plaats via de deskundigengroep “veiliger internet voor kinderen”.

(65)

Mededeling “De Europese onderwijsruimte tegen 2025 tot stand brengen” (COM(2020) 625 final).

(66)

Werkprogramma Digitaal Europa 2021-2022.

(67)

EU-strategie ter bestrijding van antisemitisme en ter bevordering van het Joodse leven (2021-2030) (COM(2021) 615 final).

(68)

Verordening betreffende samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming (Verordening (EU) 2017/2394).

(69)

Dit citaat komt uit de raadpleging “How to make Europe’s Digital Decade fit for children and young people?”.

(70)

Digitaal kompas 2030:de Europese aanpak voor het digitale decennium (COM(2021) 118 final); doelstelling gebaseerd op hetactieplan voor de Europese pijler van sociale rechten.

(71)

De EU-programmeerweek (“EU Code Week”) is een grassrootsinitiatief om op een leuke en boeiende manier kennis over programmeren en digitale geletterdheid over te brengen.

(72)

Actieplan voor digitaal onderwijs — actie 10.

(73)

Overweging 59 van de richtlijn audiovisuele mediadiensten: “Mediageletterdheid” heeft betrekking op vaardigheden, kennis en inzicht die burgers in staat stellen media op doeltreffende en veilige wijze te gebruiken. [...] Mediageletterdheid mag niet beperkt blijven tot het leren over hulpmiddelen en technologieën, maar moet tot doel hebben burgers de nodige vaardigheden tot kritisch nadenken aan te reiken om een oordeel te kunnen vellen, complexe feiten te kunnen analyseren en het verschil tussen mening en feit te zien.

(74)

Zie bijvoorbeeld het spel Happy Onlife.

(75)

De desbetreffende modules zullen in overeenstemming zijn met de gemeenschappelijke richtsnoeren voor leerkrachten en onderwijspersoneel om digitale geletterdheid te bevorderen en desinformatie aan te pakken, die in het kader van het actieplan voor digitaal onderwijs zijn ontwikkeld.

(76)

Pershoek van de Commissie.

(77)

Financiële geletterdheid

(78)

Richtlijn (EU) 2018/1972tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie;

(79)

Actieplan voor integratie en inclusie 2021-2027 (COM(2020) 758 final).

(80)

8,1 % van de personen die buiten de EU zijn geboren, geeft aan zich geen computer te kunnen veroorloven, tegenover 3,1 % van degenen die in het rapporterende land zijn geboren, Eurostat, EU-SILC (gegevens van 2018). Voor ouders in gezinnen met een migratieachtergrond kan het moeilijker zijn hun kinderen te ondersteunen bij afstandsleren wanneer zij de onderwijstaal niet beheersen.

(81)

Een Unie van gelijkheid:strategisch EU-kader voor gelijkheid, integratie en participatie van de Roma(COM(2020) 620 final).

(82)

Afhankelijk van de gestructureerde dialoog.

(83)

Eukids Online 2020.

(84)

“Is there a ladder of children’s online participation? Findings from three Global Kids Online countries”, Innocenti-onderzoeksconclusies nr. 2019-02.

(85)

EU-strategie voor de rechten van het kind (COM/2021/142 final).

(86)

“Guide on creating child-friendly versions of written documents”.

(87)

Enkele voorbeelden: diverse rolmodellen, producten en diensten die toegankelijk zijn voor kinderen met een beperking.

(88)

Gezamenlijke mededeling “De Global Gateway” (JOIN(2021) 30 final).

(89)

Het EU-Internetforum, dat in 2015 door de Europese Commissie werd gelanceerd, brengt vertegenwoordigers van technologiebedrijven, de EU-lidstaten en de Commissie samen om misbruik van het internet voor terroristische doeleinden aan te pakken en de strijd tegen seksueel misbruik van kinderen op te voeren.

(90)

Webpagina over het Safer Internet Forum

(91)

Toespraak over de staat van de Unie 2021

(92)

De bestaande beleidskaart inzake een beter internet voor kinderen (“BIK map tool”) zal worden aangepast aan de BIK+-strategie.