Home

Aanbeveling van het Europees Parlement van 23 november 2022 aan de Raad, de Commissie en de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid betreffende de nieuwe uitbreidingsstrategie van de EU (2022/2064(INI))

Aanbeveling van het Europees Parlement van 23 november 2022 aan de Raad, de Commissie en de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid betreffende de nieuwe uitbreidingsstrategie van de EU (2022/2064(INI))

11.5.2023

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 167/105


P9_TA(2022)0406

De nieuwe uitbreidingsstrategie van de EU

Aanbeveling van het Europees Parlement van 23 november 2022 aan de Raad, de Commissie en de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid betreffende de nieuwe uitbreidingsstrategie van de EU (2022/2064(INI))

(2023/C 167/17)

Het Europees Parlement,

gezien artikel 49 van het Verdrag betreffende de Europese Unie,

gezien de conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad in Kopenhagen van 21 en 22 juni 1993, ook bekend als de criteria van Kopenhagen,

gezien de conclusies van de vergadering van de Raad Algemene Zaken van 29 en 30 april 1997 over de toepassing van de voorwaarden teneinde een coherente EU-strategie voor de betrekkingen met de landen van de Westelijke Balkan te ontwikkelen,

gezien de verklaring die werd aangenomen tijdens de top EU-Westelijke Balkan van 21 juni 2003 in Thessaloniki, over het vooruitzicht van de landen van de Westelijke Balkan op toetreding tot de EU,

gezien het proces van Berlijn, gestart op 28 augustus 2014,

gezien zijn eerdere resoluties over dit onderwerp, met name die van 24 oktober 2019 over de opening van toetredingsonderhandelingen met Noord-Macedonië en Albanië (1), zijn aanbeveling van 19 juni 2020 aan de Raad, de Commissie en de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid betreffende de Westelijke Balkan, naar aanleiding van de top in 2020 (2), zijn resolutie over de door de Commissie opgestelde voortgangsverslagen over uitbreidingslanden van 2021 en zijn resolutie van 23 juni 2022 over de status van kandidaat-lidstaat van Oekraïne, de Republiek Moldavië en Georgië (3),

gezien de integrale EU-strategie van 2016, waarin is bepaald dat een geloofwaardig uitbreidingsbeleid een strategische investering in de veiligheid en de welvaart van Europa vormt en reeds aanzienlijk heeft bijgedragen aan vrede in gebieden waar voorheen oorlog woedde,

gezien de mededeling van de Commissie van 6 februari 2018 getiteld “Een geloofwaardig vooruitzicht op toetreding en een grotere EU-betrokkenheid bij de Westelijke Balkan” (COM(2018)0065),

gezien de mededeling van de Commissie van 5 februari 2020 getiteld “Bevordering van het toetredingsproces — Een geloofwaardig EU-perspectief voor de Westelijke Balkan” (COM(2020)0057),

gezien de toppen EU-Westelijke Balkan die op 17 mei 2018 en 6 mei 2020 werden gehouden in Sofia respectievelijk Zagreb en gezien de desbetreffende verklaringen,

gezien de verklaring van Brdo, die werd aangenomen tijdens de top EU-Westelijke Balkan van 6 oktober 2021,

gezien de conclusies van de Europese Raad van 24 en 25 maart 2022,

gezien de conclusies van de Europese Raad van 30 mei 2022 over Oekraïne, de Republiek Moldavië en Georgië,

gezien de door Oekraïne, Moldavië en Georgië ingediende verzoeken om toetreding tot de EU en de daarop betrekking hebbende gunstige adviezen van de Commissie en conclusies van de Europese Raad, namelijk de conclusies van 23 en 24 juni 2022 over Europa in ruimere zin, Oekraïne, de lidmaatschapsverzoeken van Oekraïne, Moldavië en Georgië, de Westelijke Balkan, economische vraagstukken, de Conferentie over de toekomst van Europa, en externe betrekkingen, waarbij de status van kandidaat-lidstaat werd verleend aan Oekraïne en de Republiek Moldavië en de bereidheid werd uitgesproken om hetzelfde te doen voor Georgië,

gezien de conclusies van de Raad van 26 juni 2018, 18 juni 2019, 25 maart 2020 en 14 december 2021 over de uitbreiding en het stabilisatie- en associatieproces, de conclusies van de Raad van 15 juli 2019 en 14 oktober 2019 over de illegale booractiviteiten van Turkije in de oostelijke Middellandse Zee, de conclusies van de Europese Raad van 12 december 2019, 1 en 2 oktober 2020 en 15 en 16 oktober 2020, de verklaring van de ministers van Buitenlandse Zaken van de EU van 15 mei 2020 en de belangrijkste resultaten van hun videoconferentie van 14 augustus 2020 over de situatie in de oostelijke Middellandse Zee, en de resultaten van de informele bijeenkomst van de ministers van Buitenlandse Zaken van de EU van 27 en 28 augustus 2020 in Gymnich,

gezien de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (4), met inbegrip van een diepe en brede vrijhandelsovereenkomst, die op 1 september 2017 in werking is getreden, en gezien de desbetreffende associatieagenda,

gezien Verordening (EU) 2021/1529 van het Europees Parlement en de Raad van 15 september 2021 tot vaststelling van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA III) (5),

gezien de mededeling van de Commissie van 6 oktober 2020 getiteld “Een economisch en investeringsplan voor de Westelijke Balkan” (COM(2020)0641),

gezien het Speciaal verslag 01/2022 van de Europese Rekenkamer van 10 januari 2022 getiteld “EU-steun voor de rechtsstaat in de Westelijke Balkan: ondanks inspanningen nog steeds fundamentele problemen”,

gezien het Speciaal verslag 09/2021 van de Europese Rekenkamer van 3 juni 2021 getiteld “Desinformatie met gevolgen voor de EU: aangepakt, maar niet beteugeld”,

gezien de mededeling van de Commissie van 19 oktober 2021 getiteld “Mededeling 2021 inzake het uitbreidingsbeleid van de EU” (COM(2021)0644),

gezien de conclusies van de Raad van 13 juli 2020 getiteld “Werk maken van een op waarden en regels gebaseerde pan-Europese samenwerking en ondersteunen van een vernieuwde Raad van Europa”,

gezien het strategisch kompas inzake veiligheid en defensie, dat formeel werd goedgekeurd door de Raad op 21 maart 2022,

gezien de politieke verklaring van 12 juni 2022 over de beginselen voor een goed functionerend Bosnië en Herzegovina dat vorderingen maakt op zijn Europees traject,

gezien zijn resolutie van 17 februari 2022 over de uitvoering van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid — jaarverslag 2021 (6),

gezien zijn resolutie van 9 juni 2022 over de oproep tot een conventie voor een herziening van de Verdragen (7),

gezien zijn aanbeveling van 8 juni 2022 aan de Raad en de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid over het buitenlands, veiligheids- en defensiebeleid van de EU na de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne (8),

gezien artikel 118 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken (A9-0251/2022),

A.

overwegende dat uitbreiding het meest doeltreffende instrument van het buitenlands beleid van de EU is en tot de meest succesvolle beleidsmaatregelen van de Unie behoort, en nog steeds geldt als een strategische, toekomstgerichte geopolitieke investering in veiligheid, stabiliteit en welvaart op het Europese continent; overwegende dat in het licht van de toenemende Russische bedreiging van de Europese vrede en stabiliteit, een versterkt uitbreidingsbeleid het krachtigste geopolitieke instrument blijft waarover de EU beschikt;

B.

overwegende dat uitbreiding een win-winproces is en een zeer doeltreffend en succesvol instrument is geweest voor het stimuleren van de noodzakelijke hervormingen, zowel binnen de EU als in de kandidaat-lidstaten, en bijdraagt tot democratische transformatie; overwegende dat de doeltreffendheid ervan in de loop der jaren aanzienlijk is afgenomen doordat de EU haar eigen beloften niet is nagekomen;

C.

overwegende dat het uitbreidingsbeleid niet mag worden gezien als een louter politiek, administratief of technocratisch proces, maar dynamischer moet worden en meer gericht op hulpverlening, aangezien toetredingsonderhandelingen gepaard gaan met de geleidelijke overdracht en versterking van de waarden en het beleid van de EU in de kandidaat-lidstaten;

D.

overwegende dat de EU vastbesloten is kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten van de EU die de gemeenschappelijke waarden van de EU delen, te ondersteunen; overwegende dat de EU de grootste handelspartner van die landen blijft, evenals de grootste verstrekker van investeringen en financiële bijstand via het IPA III, het economisch en investeringsplan voor de Westelijke Balkan, het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI) — Europa in de wereld en macrofinanciële bijstand;

E.

overwegende dat de EU zich grondig moet beraden over de geloofwaardigheid en doeltreffendheid van haar uitbreidingsbeleid, en tegelijkertijd zichzelf moet hervormen en versterken, met name de werking van haar instellingen, haar beleid en haar stemprocedures;

F.

overwegende dat er dringend behoefte is aan een nieuwe, duidelijk omschreven en strategisch, politiek en geopolitiek gerichte impuls, politiek engagement en visie om de status quo te boven te komen, het gebrek aan politieke wil van de EU in de afgelopen tien jaar aan te pakken en het uitbreidingsproces binnen de EU en met name in de kandidaat-lidstaten nieuw leven in te blazen, en tegelijkertijd de continuïteit, consistentie, geloofwaardigheid en impact ervan te waarborgen, tastbare resultaten te boeken in de landen die deel uitmaken van het uitbreidingsproces door concrete hervormingen door te voeren en de benchmarks van de nieuwe uitbreidingsmethode te verwezenlijken;

G.

overwegende dat het Europees Parlement een betrouwbare partner blijft voor de toetredingslanden en een pleitbezorger van het uitbreidingsproces, om institutionele en sociaal-economische hervormingen mogelijk te maken die ten goede komen aan de burgers;

H.

overwegende dat de Raad, als gevolg van interne blokkeringen de voorbije jaren, de uitbreidingslanden in de steek heeft gelaten door het toetredingsproces te blokkeren en de reeds lang geleden door de EU gedane beloften niet in te lossen, hetgeen leidt tot vertragingen met betrekking tot de toetredingsonderhandelingen met Albanië en Noord-Macedonië en met betrekking tot de visumliberalisering voor Kosovo, ondanks het feit dat deze landen voldoen aan de vereiste benchmarks, zoals de Commissie zelf heeft bevestigd; overwegende dat het gebrek aan inzet en geloofwaardigheid van de EU in de voorbije jaren een vacuüm heeft gecreëerd waardoor er ruimte is ontstaan voor Rusland, China en andere kwaadaardige derden;

I.

overwegende dat de beperkte vooruitgang ook te wijten is aan een gebrek aan echte politieke wil van sommige politieke leiders in de uitbreidingslanden om fundamentele hervormingen door te voeren, aangezien de verklaringen die zij hebben afgelegd niet altijd in verhouding staan tot het niveau van de hervormingen in het toetredingsproces van de respectieve landen;

J.

overwegende dat het uitbreidingsbeleid moet worden geactualiseerd om het flexibeler, dynamischer en lonender te maken, door rekening te houden zowel met de politieke realiteit als met de nieuwe geopolitieke context die is ontstaan door de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, waarbij het proces moet worden behouden van toetreding op basis van verdienste; overwegende dat het uitbreidingsbeleid van de EU, om doeltreffender te worden, een sterke focus op fundamentele kwesties — de rechtsstaat, democratische normen, economische hervormingen, grondrechten en fundamentele vrijheden — moet combineren met de geleidelijke opname van de kandidaat-lidstaten in verschillende sectoren van de EU-integratie, waarbij zichtbaar en voortdurend wordt toegewerkt naar volwaardig lidmaatschap om de dynamiek voor hervormingen in kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten te handhaven;

K.

overwegende dat de nieuwe uitbreidingsstrategie van de EU strikt gebaseerd moet zijn op de handhaving van het beginsel dat elk land vrijelijk zijn eigen koers kan kiezen, rekening houdend met de lessen die zijn getrokken uit het lopende proces met de landen van de Westelijke Balkan en het Oostelijk Partnerschap; overwegende dat het derden niet mag worden toegestaan de EU te chanteren of te bedreigen door te beweren dat de uitbreiding van de EU is gericht tegen hen;

L.

overwegende dat de toetredingslanden worden geconfronteerd met uitdagingen die voortvloeien uit kwaadaardige buitenlandse inmenging en desinformatiecampagnes; overwegende dat ontwikkelingen in het verleden hebben aangetoond dat niet-uitbreiding ernstige strategische kosten met zich meebrengt en de veiligheid en stabiliteit op het continent kan ondermijnen;

M.

overwegende dat het trans-Atlantische partnerschap een betrouwbaar en constant platform is geweest voor de ondersteuning van de uitbreiding van de EU; overwegende dat de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne opnieuw het belang van dit partnerschap heeft bevestigd;

N.

overwegende dat de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne drie landen die een associatieovereenkomst met de EU hebben — Oekraïne, Georgië en Moldavië — ertoe heeft aangezet een aanvraag tot lidmaatschap in te dienen, hetgeen de wens van de bevolking van deze landen tot uitdrukking brengt om te wonen in vrije en democratische landen die vast verankerd zijn in de Europese familie; overwegende dat de Commissie op 17 juni 2022 haar adviezen heeft gepubliceerd over de aanvragen tot lidmaatschap van Oekraïne, de Republiek Moldavië en Georgië en daarbij de Raad heeft aanbevolen dat alle drie deze landen het vooruitzicht wordt geboden op lidmaatschap van de Europese Unie, en dat zij meer specifiek de aanbeveling heeft geformuleerd dat de status van kandidaat-lidstaat wordt verleend aan Oekraïne en de Republiek Moldavië, alsmede aan Georgië, zodra het land voldoet aan bepaalde criteria;

O.

overwegende dat de Europese Raad op 23 juni 2022 de status van kandidaat-lidstaat heeft verleend aan Oekraïne en Moldavië en het Europees perspectief heeft erkend van Georgië;

P.

overwegende dat de Westelijke Balkan een gebied is van strategische en geopolitieke concurrentie en dat sommige van de landen daar vatbaar zijn voor destabilisatie, hetgeen een gevaar oplevert voor de veiligheid en stabiliteit van ons continent; overwegende dat derde landen deze kwetsbaarheden uitbuiten, onder meer door middel van strategische investeringen en desinformatiecampagnes; overwegende dat de stabiliteit, veiligheid en democratische weerbaarheid van de toetredingslanden onlosmakelijk verbonden zijn met de stabiliteit, veiligheid en democratische weerbaarheid van de EU;

Q.

overwegende dat de Europese Raad in zijn conclusies van 23 en 24 juni 2022 zijn volledige en ondubbelzinnige steun heeft uitgesproken voor het perspectief voor EU-lidmaatschap van de Westelijke Balkan en heeft opgeroepen tot versnelling van het toetredingsproces;

R.

overwegende dat de Raad in het strategisch kompas inzake veiligheid en defensie heeft benadrukt dat de landen van de Westelijke Balkan tastbare vooruitgang moeten blijven boeken op het gebied van de rechtsstaat en hervormingen op grond van Europese waarden, regels en normen om vooruitgang te boeken op hun Europese traject;

S.

overwegende dat het besluit van de Raad moet worden geschraagd door een concreet actieplan, waarin niet alleen de resultaten worden opgenomen die worden verwacht van de kandidaat-lidstaten, maar ook garanties dat de Republiek Moldavië en Oekraïne voor het EU-lidmaatschap alle nodige ondersteuning krijgen; overwegende dat het plan ook een duidelijk stappenplan moet bieden aan Georgië, met de tastbare vereisten waaraan het land moet voldoen voor het verkrijgen van de status van kandidaat-lidstaat en het vooruitzicht op toetreding;

T.

overwegende dat de door Rusland gevoerde energieoorlog en de vernietiging door Rusland van de kritieke infrastructuur van Oekraïne de afhankelijkheid en kwetsbaarheden van de kandidaat-lidstaten hebben vergroot, waardoor de kans en de dringende behoefte duidelijk zijn geworden van aanzienlijke, onmiddellijke financiële steun van de EU, alsook van investeringen in duurzame energieconnectiviteit op lange termijn met de EU, energiediversificatie en strategische autonomie;

U.

overwegende dat Turkije kandidaat is voor toetreding tot de EU; overwegende dat Turkije nog ver van de waarden en het normatief kader van de EU is verwijderd, dat de kloof tussen Turkije en de EU toeneemt op fundamentele gebieden, zoals de eerbiediging van het internationaal recht, de rechtsstaat, de mensenrechten, individuele vrijheden, burgerrechten en vrijheid van meningsuiting, alsook goede nabuurschapsbetrekkingen en regionale samenwerking;

V.

overwegende dat ieder uitbreidingsland moet worden beoordeeld op zijn eigen verdiensten en dat landen slechts kunnen vooruitkomen op het pad richting EU als er sprake is van volgehouden en onomkeerbare vooruitgang die wordt geboekt door middel van de nodige EU-gerelateerde hervormingen, met name op het gebied van de rechtsstaat;

W.

overwegende dat toetreding tot de EU moet plaatsvinden overeenkomstig artikel 49 van het VEU, op basis van eerbiediging van de desbetreffende procedures en op voorwaarde dat wordt voldaan aan de vastgestelde criteria;

X.

overwegende dat de EU haar beginselen en waarden moet verdedigen door solidariteit te betonen met degenen die opkomen voor gedeelde idealen;

Y.

overwegende dat er in de EU en in landen die er lid van willen worden, geen plaats is voor opruiende taal, ontkenning van volkerenmoord of verheerlijking van oorlogsmisdadigers van welke partij ook; overwegende dat in het reine komen met het verleden de enige manier is om te komen tot echte verzoening, die cruciaal is voor welvarende samenlevingen en succesvolle integratie;

1.

beveelt de Raad, de Commissie en de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid aan:

Geopolitieke context en toekomst en cohesie van de Europese Unie

(a)

te erkennen dat de welvaart en veiligheid van de EU berust op haar vermogen om de vrede, de democratie, de rechtsstaat, de mensenrechten, inclusief de rechten van minderheden, de fundamentele vrijheden en waarden en de op regels gebaseerde multilaterale orde te verdedigen en te bevorderen, ook in haar onmiddellijke nabuurschap;

(b)

het uitbreidingsbeleid van de EU, het doeltreffendste instrument van de EU om de vrede, de welvaart en de fundamentele waarden op het Europese continent veilig te stellen, te bevorderen;

(c)

de geostrategische en geopolitieke relevantie en de geloofwaardigheid van de EU te behouden door de integratie van de lidstaten en de samenwerking met gelijkgestemde partners, met name kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten, op het gebied van het gemeenschappelijk buitenlands, veiligheids- en defensiebeleid te verbeteren, en door haar besluitvormingsprocessen te stroomlijnen om een geloofwaardigere en efficiëntere mondiale speler te worden, en tegelijkertijd de werking en transparantie van haar interne beleid te verbeteren, zodat kandidaat-lidstaten dit gemakkelijk kunnen overnemen;

(d)

het vermogen van de EU te vergroten om op te treden, door de besluitvorming te hervormen, onder meer door de invoering van goedkeuring met gekwalificeerde meerderheid op gebieden die relevant zijn voor het toetredingsproces, en door ervoor te zorgen dat een uitgebreide Unie in haar geheel functioneert op doeltreffende wijze; met name de vereiste af te schaffen van eenparigheid van stemmen wanneer er wordt besloten over het begin van het onderhandelingsproces, en over het openen en sluiten van afzonderlijke onderhandelingsclusters en -hoofdstukken;

(e)

de transformerende kracht van de EU gedurende het gehele integratieproces en eerdere geslaagde uitbreidingsrondes van de EU te erkennen; positieve resultaten te boeken zowel voor de kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan in het kader van het stabilisatie- en associatieproces als voor de kandidaat-lidstaten van het Oostelijk Partnerschap in het kader van het associatieproces;

(f)

te onderkennen dat de EU haar uitbreidingsbeleid doeltreffender moet maken, haar uitbreidingsstrategie moet opwaarderen en een grondige kritische beoordeling en herziening van de uitbreidingscapaciteit en -vooruitzichten van de EU moet uitvoeren, en een en ander moet verbeteren door middel van de nieuwe uitbreidingsstrategie van de EU, onder meer door duidelijke en transparante beleidsdoelstellingen vast te stellen en de noodzakelijke en tijdige institutionele hervormingen door te voeren, waarbij wordt bevestigd dat volledige toetreding tot de EU onvervangbaar is en dat het uitbreidingsproces de langverwachte EU-hervormingen zal aanmoedigen;

(g)

de geldigheid van de criteria van Kopenhagen en de relevantie van de integratiecapaciteit van de EU opnieuw te bevestigen; de kandidaat-lidstaten te betrekken bij de besprekingen over de hervormingen van de EU; voort regelmatige toppen te houden met de landen van de Westelijke Balkan en het Oostelijk Partnerschap om de politieke betrokkenheid te vergroten en het uitbreidingsproces beter te sturen; uitvoering te geven aan het voornemen van de Commissie om de nodige voorbereidingen te treffen voor het opstarten van een Europese conventie en te erkennen dat het welslagen hiervan belangrijk is voor de effectieve verwezenlijking van de uitbreiding van de EU;

(h)

ervoor te zorgen dat de EU een evoluerende gemeenschap van Europese staten blijft die openstaat voor de toetreding van gelijkgestemde democratieën, met gemeenschappelijke waarden, beginselen en belangen die zij ten volle beschermt, en een gemeenschap die de EU-Verdragen eerbiedigt;

(i)

ervoor te zorgen dat de lidstaten zich meer voor uitbreiding engageren door de toezeggingen van de EU aan de landen van de Westelijke Balkan en het Oostelijk Partnerschap na te komen; de uitbreiding van de EU uit te voeren als een op verdienste gebaseerd politiek proces; opnieuw te bevestigen dat het hun vaste politieke wil is om het toetredingsproces voor de landen van het Oostelijk Partnerschap voort te zetten en hun reeds lang bestaande engagement ten aanzien van de landen van de Westelijke Balkan, dat teruggaat tot de top van Thessaloniki in 2003 en de top van Kopenhagen in 1993, te handhaven; te garanderen dat er geen sprake zal zijn van alternatieven ter vervanging van de uitbreiding;

(j)

de actieve betrokkenheid van de lidstaten bij het uitbreidingsproces aan te moedigen om ervoor te zorgen dat de doelstellingen van het proces worden verwezenlijkt door middel van de nieuwe methode, waarbij conditionaliteit wordt gecombineerd met instrumenten voor technische en financiële ondersteuning van de kandidaat-lidstaten; het maatschappelijk middenveld en de lokale en regionale overheden zowel van de EU-lidstaten als van de kandidaat-lidstaten nauwer bij het toetredingsproces te betrekken;

(k)

te voorkomen dat onopgeloste bilaterale en regionale geschillen worden gebruikt om de toetredingsprocessen van kandidaat-lidstaten te blokkeren en een officieel mechanisme voor de beslechting en arbitrage van deze geschillen vast te stellen om de oplossing ervan los van de toetreding tot de EU te ondersteunen, aangezien zij de uitvoering van Europees beleid kunnen belemmeren en de regionale en mondiale invloed van de EU kunnen verzwakken;

(l)

te erkennen dat het gebruik door de lidstaten van bilaterale kwesties voor hun eigen voordeel in strijd is met de geest van de EU-Verdragen; te streven naar regionale samenwerking en de bevordering van Europese waarden;

(m)

de strategische communicatie te versterken en relevante informatie te verstrekken over de wederzijdse voordelen en kansen van de uitbreiding, zowel in de toetredingslanden als in de lidstaten, teneinde de steun voor en het inzicht in het toetredingsproces verder te vergroten, met name buiten de grote steden, met bijzondere aandacht voor de democratie, de rechtsstaat en het welzijn van de burgers; de zichtbaarheid van de EU-financiering en de tastbare resultaten ervan in de toetredingslanden te vergroten;

(n)

strategisch en proactief op te treden om hybride dreigingen tegen te gaan en te voorkomen dat derden zich mengen in de politieke, electorale en andere democratische processen van de toetredingslanden, met name wanneer het gaat om kwaadaardige handelingen die gericht zijn op het manipuleren van de publieke opinie en het ondermijnen van de Europese eenmaking; de weerbaarheid te vergroten tegen desinformatie en ontwrichtende campagnes die bedoeld zijn om de democratische processen te ondermijnen en verdeeldheid te creëren, en kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten aan te moedigen doortastende stappen te ondernemen om manipulatieve desinformatie, kwaadaardige propaganda en andere hybride dreigingen aan te pakken;

Toetredingsproces

(o)

de impasse op het gebied van uitbreiding te doorbreken door het toetredingsproces te vernieuwen, zodat de politieke en sociaal-economische doelstellingen helder worden gedefinieerd, en door daarbij volop gebruik te maken van de nieuwe uitbreidingsmethode om de geloofwaardigheid, voorspelbaarheid en dynamiek daarvan te vergroten; te overwegen om hoofdonderhandelaars van de EU aan te wijzen die op basis van een breed mandaat de onderhandelingen zullen voeren en die ook verantwoording verschuldigd zullen zijn aan het Europees Parlement;

(p)

de integratie te versnellen van landen die blijk geven van strategische oriëntatie en onwrikbare inzet voor EU-gerelateerde hervormingen, consolidatie van de democratie, fundamentele waarden en onderlinge afstemming van het buitenlands beleid, met inbegrip van sancties;

(q)

ervoor te zorgen dat elk land bij de vorderingen op weg naar toetreding wordt beoordeeld op zijn eigen merites en op de mate waarin het fundamentele hervormingen en het EU-acquis heeft goedgekeurd en daar uitvoering aan heeft gegeven; het toetredingsproces weer op de burgers te richten;

(r)

elk afzonderlijk toetredingsland op lidmaatschap gerichte routekaarten met tastbare en concrete stappen, en regelmatige feedback over de behaalde resultaten aan te bieden door de uitbreidingsmethode verder te verbeteren; de nieuwe methode van de Commissie te verankeren als een beleidsaanpassing op lange termijn;

(s)

duidelijke, transparante en consistente prestatiebenchmarks toe te passen, met inbegrip van termijnen, de meting van vooruitgang te verbeteren en te zorgen voor consequente en voortdurende politieke en technische ondersteuning gedurende het hele toetredingsproces op basis van individuele prestaties; de kwaliteit, leesbaarheid en toegankelijkheid van de verslagen van de Commissie, met name over de rechtsstaat, te verbeteren; op systematische en transparante wijze regelmatig verslag uit te brengen over het gebrek aan vooruitgang of terugval, met duidelijke vermelding van de beoordelingsomstandigheden en de indicatoren voor het meten van ernstige of langdurige stagnatie of achteruitgang; duidelijke termijnen vast te stellen voor de afronding van de onderhandelingen met de toetredingslanden, uiterlijk aan het einde van dit decennium;

(t)

meer politieke, economische en technische stimulansen voor toetredingslanden te creëren, waarbij wordt gewaarborgd dat tussentijdse integratiestappen het uiteindelijke doel van EU-lidmaatschap niet vervangen maar vergemakkelijken;

(u)

duurzame vooruitgang te belonen door kandidaat-lidstaten op meer gebieden geleidelijk op te nemen in de desbetreffende EU-beleidsmaatregelen en -initiatieven en de interne markt, en ook de toegang tot EU-middelen op de respectieve gebieden mogelijk te maken, zodat burgers gedurende het hele proces en niet alleen na de voltooiing ervan de vruchten van de toetreding kunnen plukken; ervoor te ijveren dat de ontwikkelingskloof tussen de lidstaten en de kandidaat-lidstaten van de EU kleiner wordt;

(v)

ervoor te zorgen dat de integratie in de interne markt van de EU en op andere gebieden aan strikte voorwaarden verbonden is en gebaseerd is op tastbare vooruitgang met hervormingen, en dat daarbij eventuele achteruitgang of ongerechtvaardigde vertragingen in het hervormingsproces, met name op het gebied van democratie, mediavrijheid, corruptiebestrijding, mensenrechten en de rechtsstaat, in real time worden bestraft;

(w)

de kandidaat-lidstaten meer mogelijkheden te bieden om de werkzaamheden van de EU-instellingen te observeren en daaraan deel te nemen;

(x)

een versterkte gestructureerde politieke dialoog tot stand te brengen met geassocieerde landen, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten, ook door middel van de bijeenkomsten van leiders in de marge van de Europese Raad; sectorale samenwerking met toetredingslanden te starten en te zorgen voor een intensievere uitwisseling van goede praktijken om de verdere economische integratie en harmonisatie van de wetgeving te bevorderen en de geleidelijke integratie te vergemakkelijken;

(y)

de rol van bestaande intergouvernementele organen en fora zoals het Adriatisch-Ionisch initiatief, het Midden-Europees Initiatief en het proces van Berlijn te erkennen en synergie daartussen te bevorderen, teneinde de multilaterale banden tussen de Westelijke Balkan en de lidstaten verder aan te halen en zo de integratie naar een hoger plan te tillen;

(z)

de start van de langverwachte toetredingsonderhandelingen tijdens de eerste intergouvernementele conferenties met de Republiek Albanië en de Republiek Noord-Macedonië op 19 juli 2022 toe te juichen; de verwezenlijkingen van de landen van de Westelijke Balkan tijdig te erkennen, onder meer door Kosovo onverwijld visumliberalisering te verlenen;

(aa)

Bosnië en Herzegovina aan te moedigen en te ondersteunen bij het verbeteren van zijn wetgevend en institutioneel kader, zodat er reële vooruitgang kan worden geboekt bij het aanpakken van de 14 kernprioriteiten, zoals de Europese Raad in zijn conclusies van 23 en 24 juni 2022 nogmaals heeft onderstreept; in dit verband is het Europees Parlement ingenomen met de aanbeveling van de Commissie met voorwaarden voor de verlening aan Bosnië en Herzegovina van de status van kandidaat-lidstaat als duidelijk signaal van steun en ondubbelzinnige inzet voor zijn vooruitzicht op EU-lidmaatschap en als een stap in de richting van de stabilisatie van het land en de regio, en verzoekt het de Europese Raad zo spoedig mogelijk gevolg te geven aan de aanbeveling;

(ab)

te onderstrepen dat er duidelijke vooruitgang moet worden geboekt bij de uitvoering van belangrijke hervormingen met het oog op de toekenning van de status van kandidaat-lidstaat;

(ac)

de versnelling van de toetreding van Montenegro, dat vooroploopt in het EU-toetredingsproces, te blijven aanmoedigen en ondersteunen; het land te helpen om aan alle noodzakelijke voorwaarden te voldoen, onder meer door het vaststellen van de ijkpunten voor de afsluiting van de onderhandelingshoofdstukken; erop aan te dringen dat de multi-etnische identiteit van het land wordt geëerbiedigd; in dit verband uit het Europees Parlement zijn bezorgdheid over de aanhoudende politieke crisis in Montenegro, die reeds negatieve gevolgen heeft gehad en die nog steeds negatieve gevolgen heeft voor het toetredingstraject van het land; herinnert eraan dat alle wetgevingsmaatregelen moeten worden afgestemd op de grondwet van het land, aangezien de rechtsstaat een van de fundamentele Europese waarden en beginselen is;

(ad)

het uitzonderlijk snelle besluit van de Europese Raad betreffende de lidmaatschapsverzoeken van Oekraïne, de Republiek Moldavië en Georgië toe te juichen en deze landen in het licht van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne politiek en technisch te blijven ondersteunen; de overheden van de drie landen uit te nodigen om ondubbelzinnig blijk te geven van hun politieke vastberadenheid om de Europese aspiraties van hun bevolkingen te verwezenlijken door aanzienlijke vooruitgang te boeken met substantiële hervormingen, met name de prioriteiten die zijn uiteengezet in de adviezen van de Commissie van 17 juni 2022, zodat zij zo spoedig mogelijk daadwerkelijk voldoen aan de criteria voor EU-lidmaatschap; een beraad op te starten over de wijze waarop de doeltreffendheid van financiële en technische bijstand in verband met de toetreding overeenkomstig de vermelde hervormingsprioriteiten kan worden verbeterd;

(ae)

de continue en doeltreffende uitvoering van de associatieovereenkomsten en diepe en brede vrijhandelsruimte met Oekraïne, de Republiek Moldavië en Georgië aan te moedigen; de strategie van de EU betreffende het Oostelijk Partnerschap te herzien en regionale samenwerking te verbeteren;

(af)

Oekraïne en de Republiek Moldavië bijstand te verlenen om deze landen te helpen voldoen aan de door de Commissie vastgestelde voorwaarden voor verdere stappen in de richting van een EU-lidmaatschap, en Georgië bijstand te verlenen om het land de nodige stappen te helpen voltooien voor het verkrijgen van de status van kandidaat-lidstaat; met name aandacht te besteden aan de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, de bestrijding van corruptie, democratisch toezicht, mensenrechten en de-oligarchisatie; de transitie van deze landen te faciliteren van het Oostelijk Partnerschap naar het uitbreidingskader, met inbegrip van de overschakeling van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking — Europa in de wereld naar het instrument voor pretoetredingssteun (IPA); de totale begroting van IPA III voldoende te verhogen, zodat de financiering voor de huidige IPA III-begunstigden behouden blijft;

(ag)

de constructieve samenwerking van de EU met de autoriteiten van zowel Servië als Kosovo op te voeren, teneinde in het kader van de dialoog tussen Belgrado en Pristina een alomvattende juridisch bindende en op wederzijdse erkenning gebaseerde normaliseringsovereenkomst tussen beide partijen tot stand te brengen, hetgeen voor beide landen van cruciaal belang is om vorderingen te maken op hun respectieve Europese trajecten, en zal bijdragen tot regionale stabiliteit, welvaart en normalisering van de betrekkingen; te herhalen dat het van cruciaal belang is om alle openstaande kwesties snel, transparant en te goeder trouw te behandelen via de dialoog tussen Belgrado en Pristina;

(ah)

een prioriteit te maken van de afstemming van toetredingslanden op het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU en de toetredingsonderhandelingen met Servië alleen voort te zetten als het land zich aansluit bij de EU-sancties tegen Rusland en aanzienlijke vooruitgang boekt met de EU-gerelateerde hervormingen; Servië op te roepen zich systematisch aan te sluiten bij de beperkende maatregelen en het algemene beleid van de EU ten aanzien van Rusland, blijk te geven van vooruitgang op het gebied van de democratie en de rechtsstaat en de waarden en prioriteiten van de EU te omarmen; eventuele financiële middelen van de lidstaten en van de EU voor Servië die ten goede zouden komen aan de Servische autoriteiten, te heroverwegen, met name middelen voor projecten die worden gefinancierd in het kader van het economisch en investeringsplan voor de Westelijke Balkan, teneinde te waarborgen dat alle EU-uitgaven volledig stroken met de eigen strategische doelstellingen en belangen van de EU;

(ai)

het proces van de toetredingsonderhandelingen met Turkije overeenkomstig het onderhandelingskader bevroren te houden totdat het land daadwerkelijk serieus met de EU samenwerkt en duidelijke en aanzienlijke vooruitgang laat zien op het gebied van fundamentele vrijheden, burger- en mensenrechten en de rechtsstaat, alsmede andere EU-gerelateerde hervormingen, en de territoriale integriteit van de lidstaten volledig eerbiedigt, en tegelijkertijd op essentiële gebieden van gemeenschappelijk belang het partnerschap voort te zetten en de economische en culturele samenwerking, met name met het maatschappelijk middenveld, in stand te houden;

(aj)

de pro-Europese aspiraties van het Belarussische volk, dat in een vrije en democratische samenleving wil leven, te erkennen en te ondersteunen, en formeel samen te werken met de democratische oppositie van Belarus;

Conditionaliteit

(ak)

te bevestigen dat de democratische transformatie en de rechtsstaat, overeenkomstig de nieuwe methode, een centrale rol spelen in het EU-toetredingsproces; prioriteit te geven aan onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, regionale en justitiële samenwerking, goed bestuur, het bestrijden van corruptie, mensenhandel, desinformatie, witwassen van geld en georganiseerde misdaad, het uitbannen van de ongepaste invloed van oligarchen op autoriteiten, de media en de economie, en het bevorderen van de mensenrechten, met inbegrip van de rechten van minderheden, gendergelijkheid, fundamentele vrijheden en mediavrijheid als cruciale, niet-onderhandelbare voorwaarden voor vooruitgang op weg naar het EU-lidmaatschap;

(al)

de betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld, niet-gouvernementele organisaties en deskundigen bij het toezicht op het toetredingsproces te versterken; te erkennen en in de uitbreidingsstrategie te verankeren dat de rechtsstaat, sterke onafhankelijke democratische instellingen, mediavrijheid en een levendig maatschappelijk middenveld onlosmakelijk verbonden zijn met democratische weerbaarheid;

(am)

de EU-sanctieregeling voor de mensenrechten (de Europese Magnitski-wet) ten te uitvoer leggen en deze uit te breiden tot sancties voor corruptiemisdrijven, ook in de toetredingslanden;

(an)

te waarborgen dat democratische en wettelijke beginselen binnen de EU-instellingen of door de lidstaten niet worden ondermijnd of gebagatelliseerd; de Europese commissarissen te herinneren aan hun verplichting om integer, discreet en onafhankelijk te handelen, in overeenstemming met hun gedragscode;

(ao)

de samenhang, efficiëntie, zichtbaarheid en transparantie van pretoetredingssteun te verbeteren en de prioriteiten op de fundamentele gebieden duidelijk te laten meespelen in de toewijzing van financiële middelen uit IPA III; de noodzakelijke corrigerende maatregelen te nemen en richtsnoeren te ontwikkelen voor de toepassing van de IPA III-bepalingen inzake conditionaliteit, in overeenstemming met de bevindingen van de Europese Rekenkamer in haar Speciaal verslag van 10 januari 2022 over EU-steun voor de rechtsstaat in de Westelijke Balkan;

(ap)

het Europees Parlement een volledige en grondige evaluatie te bezorgen van het gebruik van alle pretoetredingssteun, met inbegrip van de financiële middelen en projecten in afzonderlijke landen in de regio sinds 2015;

(aq)

strategisch gebruik te maken van gerichte conditionaliteit op basis van duidelijke voortgangsbenchmarks, waarbij hervormingen worden beloond en achteruitgang of een aanhoudend gebrek aan vooruitgang wordt bestraft;

(ar)

de verslaglegging over de rechtsstaat voor alle toetredingslanden te versterken door de uitbreidingsmethode en de jaarlijkse verslagleggingsprocedure volledig ten uitvoer te leggen en te verbeteren, door monitoring-, dialoog- en waarschuwingsmechanismen in te stellen om belangrijke tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat recht te zetten, positieve voorwaarden te bieden in de vorm van toegang tot EU-beleid of negatieve voorwaarden op te leggen in de vorm van opschorting van de toetredingsonderhandelingen en pretoetredingssteun, met name door de desbetreffende bepalingen van Verordening (EU) 2021/1529 inzake IPA III snel en volledig operationeel te maken, en door de heropening van onderhandelingshoofdstukken op grond van omkeerbaarheidsclausules mogelijk te maken alsook door het maatschappelijk middenveld nauw bij het proces te betrekken;

(as)

een kader vast te stellen voor doeltreffende samenwerking tussen het Europees Openbaar Ministerie (EOM) en de toetredingslanden; kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten van de EU aan te moedigen om snel bilaterale werkafspraken te maken met het EOM, teneinde nauwe samenwerking en de vervolging van misbruik van EU-middelen te vergemakkelijken, onder meer door het detacheren van nationale verbindingsfunctionarissen bij het EOM;

(at)

toetredingslanden formeel te beoordelen in het kader van het EU-mechanisme en de verslaglegging met betrekking tot de rechtsstaat en het EU-scorebord voor justitie, en daarbij dezelfde indicatoren te hanteren die van toepassing zijn op de lidstaten, teneinde een objectief en duidelijk beeld te geven van de stand van zaken en zo een aanhoudend gebrek aan vooruitgang, ernstige tekortkomingen en achteruitgang te voorkomen;

(au)

een speciale taskforce inzake de rechtsstaat op te zetten, die de opdracht krijgt om substantiëlere en doeltreffendere ondersteuning voor kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten te ontwikkelen, en waarbij rechters en openbare aanklagers uit de lidstaten actief worden betrokken; ervoor te zorgen dat de naleving van de gemeenschappelijke waarden van de EU wordt gehandhaafd door toepassing en versterking van interne procedures, zodat problemen met de rechtsstaat doortastend worden aangepakt;

Democratische en sociaal-economische transformatie in kandidaat-lidstaten

(av)

actief mee te werken aan de bevordering van een cultuur van politiek pluralisme en politieke inclusie, alsook van een constructieve politieke dialoog en van parlementaire taken met betrekking tot wetgeving, controle en toezicht;

(aw)

electorale hervormingen te bevorderen met het oog op het waarborgen van onbetwiste vrije, eerlijke en democratische verkiezingsprocessen in alle kandidaat-lidstaten en landen die wensen toe te treden, en het versterken van het verkiezingsproces met inachtneming van de toezeggingen van het OVSE-Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten, de Commissie van Venetië en andere internationale toezeggingen, verplichtingen en normen, van democratisch pluralisme, democratie binnen de partijen en de vaststelling van interne kaders voor integriteit en corruptiebestrijding binnen politieke partijen, transparantie van de financiering van partijen en media, en onafhankelijkheid en vrijheid van justitie en media, door deze benchmarks als voorwaarden te stellen voor financiële steun en verdere vooruitgang in het toetredingsproces;

(ax)

geregeld versterkte missies door deskundigen op het gebied van de rechtsstaat en verkiezingswaarnemingsmissies te laten uitvoeren in de toetredingslanden;

(ay)

actie te ondernemen tegen haatzaaiende uitlatingen, lastercampagnes, bedreigingen en intimidatie jegens journalisten en mediakanalen en aan te dringen op onderzoek naar en vervolging van dergelijke misdrijven, zodat er een veilige omgeving voor journalisten wordt gecreëerd en er tegelijkertijd iets wordt gedaan aan de problemen in verband met de concentratie van de media, de politieke en economische druk en het gebrek aan transparantie inzake media-eigendom; de samenwerking met de Raad van Europa voort te zetten om de toetredingslanden te ondersteunen bij het doorvoeren van essentiële hervormingen en bij opleidingen;

(az)

democratische verantwoordingsplicht te handhaven, de transparantie en inclusiviteit te vergroten en de parlementaire dimensie, met name de parlementaire controle, van het toetredingsproces te versterken; de parlementaire werkzaamheden in de kandidaat-lidstaten en de potentiële kandidaat-lidstaten te ondersteunen en de controle van het Europees Parlement in verband met toetreding en zijn activiteiten ter ondersteuning van de democratie te faciliteren en instrumenten voor de ondersteuning van de democratie, zoals de Jean Monnet-dialoog en de dialoog tussen de partijen, te bevorderen; steun te verlenen aan een nieuwe generatie politieke leiders in de toetredingslanden;

(ba)

ervoor te zorgen dat toezichthoudende instellingen en andere onafhankelijke democratische organen hun rol in de politieke processen van kandidaat-lidstaten overeenkomstig de grondwetten van die landen doeltreffend kunnen vervullen;

(bb)

bilaterale parlementaire bijeenkomsten van de parlementen van zowel de lidstaten als de toetredingslanden aan te moedigen en na te gaan hoe waarnemers uit kandidaat-lidstaten eerder zitting kunnen nemen in het Europees Parlement en onderhandelingen over specifieke clusters kunnen worden afgerond;

(bc)

te garanderen dat het uitbreidingsproces resultaten oplevert wat de doelstellingen betreft inzake consolidatie van de democratie, institutionele integriteit, groei op lange termijn en sociaal-economische cohesie, en tegelijkertijd het rechtstreekse verband tussen rechtsstaat en corruptiebestrijding en duurzame en billijke economische ontwikkeling te benadrukken; zich te richten op het opvangen van de negatieve sociale gevolgen van de noodzakelijke transformatieprocessen in de kandidaat-lidstaten, door in de jaarverslagen informatie over de aanpassing aan het sociale acquis van de EU toe te voegen; te werken aan het voorkomen en omkeren van de braindrain uit kandidaat-lidstaten;

(bd)

aanzienlijk meer inspanningen te leveren om conflicten op te lossen, het vertrouwen te bevorderen, duurzame verzoening tot stand te brengen waarbij oorlogsmisdaden op doeltreffende en onpartijdige wijze worden vervolgd, en te zorgen voor toegang tot waarheid, gerechtigheid en doeltreffende en niet-selectieve schadeloosstelling, ook voor slachtoffers van seksueel geweld; de volledige uitvoering van binnenlandse en internationale rechterlijke beslissingen en de naleving van internationale verplichtingen inzake oorlogsmisdaden en vermiste personen te bevorderen en daarbij de verheerlijking van oorlogsmisdadigers en historisch revisionisme aan te pakken;

(be)

de inspanningen op te voeren met het oog op goede nabuurschapsbetrekkingen, inclusieve en doeltreffende sociaal-economische samenwerking op regionaal niveau en solidariteit in de EU-toetredingslanden, alsook regionale grensoverschrijdende samenwerking tussen EU-lidstaten en partnerlanden aan de buitengrenzen van de EU; het economische concurrentievermogen en de sociale cohesie in de Westelijke Balkan te vergroten met behulp van structurele hervormingen en de totstandbrenging van regionale economische samenwerking waarin alle zes landen zich kunnen vinden, en zo de verdere afstemming op de EU-normen en het EU-acquis voort te zetten en bij te dragen aan het EU-integratieproces; in dit verband is het Europees Parlement ingenomen met de akkoorden die onlangs gesloten zijn op de top van het proces van Berlijn, met name inzake regionale mobiliteit, over vrij reizen met identiteitskaarten, en inzake de erkenning van academische diploma’s en beroepscertificaten; ernstige bedenkingen te uiten tegen elk regionaal initiatief voor economische samenwerking dat niet alle zes landen van de Westelijke Balkan omvat en niet gebaseerd is op EU-regels, zoals het Open Balkan-initiatief;

(bf)

met klem te wijzen op de noodzaak om een inclusieve samenleving zonder discriminatie, racisme, gewelddadig nationalisme en extremisme op te bouwen; zich te richten op de bescherming van minderheden, waaronder Roma, lhbtiq+-personen, etnische en religieuze gemeenschappen en personen met een handicap, alsook op het behoud van de culturele en taalkundige diversiteit; gendergelijkheid en de rechten van vrouwen en meisjes te mainstreamen, de positie van vrouwen en jongeren te versterken en in hen te investeren, en de strijd tegen gendergerelateerd geweld op te voeren;

(bg)

duidelijk te maken dat ze de schendingen van mensenrechten en de onmenselijke behandeling van asielzoekers en migranten betreuren; inspanningen te leveren om voor gedetineerden en gevangenen omstandigheden te waarborgen die menswaardig zijn en beantwoorden aan de internationale normen; foltering en straffeloosheid voor ernstig misbruik door rechtshandhavingsinstanties te veroordelen;

(bh)

de burgerparticipatie en de betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld bij het uitbreidingsproces te vergroten door de samenwerking met en de ondersteuning en financiering van het maatschappelijk middenveld te verstevigen; ervoor te zorgen dat maatschappelijke organisaties ook na de toetreding tot de EU voldoende financiële steun blijven ontvangen;

(bi)

te investeren in jeugd- en intraregionale mobiliteit en connectiviteit, onder meer door ruime toegang te bieden tot Erasmus+ en het budget daarvan te verhogen, alsook tot andere mobiliteitsprogramma’s voor jonge academici, specialisten en onderzoekers uit kandidaat-lidstaten; daarnaast de verdere integratie van partnerlanden in EU-programma’s zoals Erasmus+, Horizon Europa en Creatief Europa te bevorderen en de samenwerking in het kader van huidige en toekomstige programma’s te verbeteren; de jeugdwerkloosheid te bestrijden;

(bj)

interpersoonlijke contacten tussen de lidstaten en de kandidaat-lidstaten te bevorderen en uitwisselingsprogramma’s voor jongeren verder uit te bouwen; het belang van grensoverschrijdende mobiliteit voor de versterking van deze contacten te erkennen en met dat doel de ontwikkeling van grensinfrastructuur aan te moedigen; de gezamenlijke inspanningen van de EU en de landen van de Westelijke Balkan op het gebied van interpersoonlijke contacten en uitwisselingen te versterken en waar mogelijk op te voeren, teneinde een wederzijds positief beeld onder de bevolkingen tot stand te brengen;

(bk)

de steun voor economische ontwikkeling, de markteconomie, de vervoersconnectiviteit, het concurrentievermogen en de groene transitie te vergroten;

(bl)

partnerschappen tussen kandidaat-lidstaten en de EU te versterken door middel van grote infrastructuurprojecten in het kader van het trans-Europees energienetwerk (TEN-E) en het trans-Europees vervoersnetwerk (TEN-T), en daarbij de financiële bijstand aan de kandidaat-lidstaten te verhogen, teneinde grensoverschrijdende knelpunten te verlichten en vervoersverbindingen voor het passagiersvervoer en het goederenvervoer te ontwikkelen;

(bm)

energie-efficiëntie, connectiviteit en de transitie naar schone energie te bevorderen en de diversificatie en zekerheid van de energievoorziening evenals de duurzame ontwikkeling te vergroten; ervoor te zorgen dat de energietransitie op een eerlijke, sociaal duurzame manier verloopt en dat kwetsbare groepen daarbij passende ondersteuning krijgen van de EU en haar lidstaten; onmiddellijk stappen te ondernemen om te komen tot een duurzame langetermijnverbinding van de kandidaat-lidstaten met het Europese energietransmissienetwerk; aanzienlijke investeringen aan te trekken om de ontwikkeling te bevorderen van lokale hernieuwbare oplossingen; de kandidaat-lidstaten op te nemen in de strategieën voor het energiebeleid en daarbij bijzondere aandacht te besteden aan de landen die sterk afhankelijk zijn van Russisch gas en zwaar worden getroffen vanwege hun Europese keuze;

(bn)

een routekaart toe te passen voor de geleidelijke afschaffing van roamingtarieven tussen de EU en de toetredingslanden;

2.

verzoekt zijn Voorzitter deze aanbeveling te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, alsmede ter informatie aan de regeringen en parlementen van de toetredingslanden.

(1)PB C 202 van 28.5.2021, blz. 86.

(2)PB C 362 van 8.9.2021, blz. 129.

(3) Aangenomen teksten, P9_TA(2022)0249.

(4)PB L 161 van 29.5.2014, blz. 3.

(5)PB L 330 van 20.9.2021, blz. 1.

(6)PB C 342 van 6.9.2022, blz. 148.

(7) Aangenomen teksten, P9_TA(2022)0244.

(8) Aangenomen teksten, P9_TA(2022)0235.