Resolutie van het Europees Parlement van 15 december 2022 over het resultaat van de beraadslagingen van de Commissie verzoekschriften tijdens het jaar 2021 (2022/2024(INI))
Resolutie van het Europees Parlement van 15 december 2022 over het resultaat van de beraadslagingen van de Commissie verzoekschriften tijdens het jaar 2021 (2022/2024(INI))
17.5.2023 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 177/129 |
P9_TA(2022)0451
Beraadslagingen van de Commissie verzoekschriften in 2021
Resolutie van het Europees Parlement van 15 december 2022 over het resultaat van de beraadslagingen van de Commissie verzoekschriften tijdens het jaar 2021 (2022/2024(INI))
(2023/C 177/16)
Het Europees Parlement,
— | gezien zijn eerdere resoluties over de beraadslagingen van de Commissie verzoekschriften, |
— | gezien de artikelen 10 en 11 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, |
— | gezien de artikelen 20, 24 en 227 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), die uiting geven aan het belang dat in het Verdrag wordt gehecht aan het recht van EU-burgers en -ingezetenen om hun zorgen onder de aandacht van het Parlement te brengen, |
— | gezien artikel 228 VWEU inzake de rol en taken van de Europese Ombudsman, |
— | gezien artikel 44 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (het “Handvest”) inzake het recht om verzoekschriften in te dienen bij het Europees Parlement, |
— | gezien de bepalingen van het VWEU met betrekking tot de inbreukprocedure, en met name de artikelen 258 en 260, |
— | gezien zijn resolutie van 9 maart 2022 over het in gesprek gaan met burgers: het petitierecht, het recht zich te wenden tot de Europese Ombudsman en het Europees burgerinitiatief (1), |
— | gezien artikel 54 en artikel 227, lid 7, van zijn Reglement, |
— | gezien het verslag van de Commissie verzoekschriften (A9-0271/2022), |
A. | overwegende dat het jaarverslag over het resultaat van de beraadslagingen van de Commissie verzoekschriften bedoeld is om een analyse te bieden van de in 2021 ontvangen verzoekschriften en de betrekkingen met andere instellingen, alsook een getrouw beeld te geven van de in 2021 bereikte doelstellingen; |
B. | overwegende dat het Parlement in 2021 in totaal 1 392 verzoekschriften heeft ontvangen, hetgeen neerkomt op ongeveer de helft van het aantal verzoekschriften dat in 2013 en 2014 is ontvangen (respectievelijk 2 891 en 2 715 verzoekschriften); overwegende dat in deze jaren een recordaantal verzoekschriften is ontvangen; overwegende dat het aantal in 2021 ingediende verzoekschriften neerkomt op een toename van 11,5 % ten opzichte van de 1 573 verzoekschriften die in 2020 zijn ingediend, en een lichte toename van 2,5 % ten opzichte van de 1 357 verzoekschriften die in 2019 zijn ingediend; |
C. | overwegende dat het aantal gebruikers dat in 2021 een of meerdere verzoekschriften heeft ondersteund in het verzoekschriftenportaal van het Parlement, 209 272 bedroeg, wat een zeer beduidende stijging is ten opzichte van de 48 882 gebruikers die in 2020 werden geregistreerd; overwegende dat ook het aantal kliks ter ondersteuning van verzoekschriften in 2021 is toegenomen, tot een totaal van 217 876 (ten opzichte van 55 129 in 2020); overwegende dat verzoekschrift nr. 0549/2021, ingediend door Adriana Muresan, gesteund door 22 735 medeondertekenaars, over de vermeende erbarmelijke veiligheidsomstandigheden op parkeerplaatsen voor vrachtwagens en bedrijfsvoertuigen langs het Europese wegennet, in 2021 door een recordaantal medeondertekenaars is ondersteund; |
D. | overwegende dat het grote aantal verzoekschriften waarin burgers hun bezorgdheid uiten over de noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid en op sociaal-economisch gebied, over vaccinatie en over de invoering van het digitaal EU-covidcertificaat ten gevolge van de aanhoudende COVID-19-pandemie in aanzienlijke mate heeft bijgedragen aan de toename van het aantal geregistreerde verzoekschriften over dit onderwerp in 2021 ten opzichte van het voorgaande jaar; overwegende dat 17,3 % van de in 2021 ontvangen verzoekschriften verband hield met de COVID-19-pandemie; |
E. | overwegende dat het aantal verzoekschriften dat in 2021 is ontvangen en verzoeken om volledige naleving van de milieuwetgeving van de EU betreft, alsmede om doeltreffende en snelle maatregelen, in overeenstemming met het voorzorgsbeginsel, ter bescherming van ecosystemen en habitats die van belang zijn voor de Unie, aanzienlijk is toegenomen en in totaal 327 verzoekschriften telt (23,5 %); |
F. | overwegende dat uit het grote aantal verzoekschriften dat in 2021 werd ingediend, blijkt dat burgers ook in het tweede jaar van de pandemie aanzienlijk op het Parlement vertrouwden, aangezien zij ervoor kozen hun zorgen en klachten rechtstreeks aan hun gekozen vertegenwoordigers op EU-niveau voor te leggen, die zij als bron van besluitvorming beschouwden; overwegende dat het Parlement alles in het werk moet stellen om dit vertrouwen te bekrachtigen; |
G. | overwegende dat het totale aantal verzoekschriften evenwel bescheiden blijft in verhouding tot de totale bevolking van de EU en dat daaruit blijkt dat er meer inspanningen nodig zijn om ervoor te zorgen dat de burgers zich bewuster worden van hun recht om een verzoekschrift in te dienen, om dit instrument nader te bevorderen en om de geografische spreiding van de per lidstaat ingediende verzoekschriften, te vergroten, of om het bewustzijn te versterken van het mogelijke nut van verzoekschriften als middel om de aandacht van de EU-instellingen en de lidstaten te vestigen op kwesties die burgers rechtstreeks treffen en aangaan; overwegende dat burgers verwachten dat de EU-instellingen tijdig antwoorden en een meerwaarde bieden bij het vinden van een oplossing voor hun problemen als zij gebruikmaken van hun recht om een verzoekschrift in te dienen; overwegende dat het uitblijven van EU-maatregelen ter waarborging van de volledige bescherming van de rechten van de burgers die uit het EU-recht voortvloeien, waarschijnlijk zal leiden tot ontevredenheid ten aanzien van de Unie; |
H. | overwegende dat de criteria voor de ontvankelijkheid van verzoekschriften zijn vastgelegd in artikel 227 van het VWEU en artikel 226 van het Reglement van het Parlement, op grond waarvan verzoekschriften moeten worden ingediend door EU-burgers of door natuurlijke of rechtspersonen die in de EU verblijven of in een van de lidstaten gevestigd zijn, alleen of samen met anderen, en kwesties moeten betreffen die binnen het kader van de werkzaamheden van de EU vallen en indieners rechtstreeks moeten treffen; overwegende dat het laatstgenoemde criterium zeer breed kan worden uitgelegd; |
I. | overwegende dat er van de 1 392 in 2021 ingediende verzoekschriften 368 niet-ontvankelijk werden verklaard en 17 werden ingetrokken; overwegende dat het relatief hoge percentage van in 2021 niet-ontvankelijk verklaarde verzoekschriften (26,5 %) laat zien dat er nog altijd sprake is van een algemeen gebrek aan duidelijkheid over de reikwijdte van de terreinen die onder de verantwoordelijkheid van de Unie vallen; overwegende dat meer en beter met de burgers moet worden gecommuniceerd om deze situatie te verhelpen; |
J. | overwegende dat elk verzoekschrift op nauwgezette, efficiënte en transparante wijze wordt getoetst en behandeld; |
K. | overwegende dat degenen die verzoekschriften indienen doorgaans burgers zijn die zich inzetten voor de bescherming van de grondrechten en de verbetering van onze samenlevingen en ons toekomstige welzijn; overwegende dat de wijze waarop deze burgers de afhandeling van hun verzoekschrift ervaren zeer bepalend is voor hun beeld van de EU-instellingen en het in het EU-recht verankerde recht om verzoekschriften in te dienen; |
L. | overwegende dat het in de Verdragen en in het Handvest vastgelegde recht om een verzoekschrift in te dienen bij het Europees Parlement een van de grondrechten van de burgers van de EU is; overwegende dat het recht om verzoekschriften in te dienen EU-burgers en -ingezetenen een open, democratisch en transparant mechanisme biedt om hun gekozen vertegenwoordigers rechtstreeks aan te spreken; overwegende dat het daarom van essentieel belang is om de eerbiediging en de tijdige tenuitvoerlegging van dit recht te verbeteren, teneinde burgers in staat te stellen actiever aan het leven in de Unie deel te nemen; overwegende dat EU-burgers zich door middel van verzoekschriften kunnen beklagen over gevallen van gebrekkige tenuitvoerlegging van het EU-recht en kunnen helpen inbreuken op het EU-recht op te sporen; |
M. | overwegende dat het Europees Parlement de enige EU-instelling is die rechtstreeks door de EU-burgers wordt gekozen; overwegende dat het recht om verzoekschriften in te dienen het Parlement, alsmede andere EU-instellingen, en met name de Commissie, met het oog op de rol die zij speelt bij de waarborging van de juiste toepassing van het EU-recht in de hele Unie, de mogelijkheid biedt om hun reactievermogen met betrekking tot klachten en zorgen over de eerbiediging van de grondrechten van de EU en de naleving van de EU-wetgeving in de lidstaten te bevorderen; overwegende dat verzoekschriften daarom een nuttige bron van informatie zijn om onjuiste toepassing van en inbreuken op het EU-recht op te sporen en het Parlement en andere EU-instellingen aldus in staat stellen de omzetting en toepassing van het EU-recht, alsook tekortkomingen en lacunes in het EU-recht, en de gevolgen ervan voor de rechten van EU-burgers en -ingezetenen te beoordelen; overwegende dat de EU-instellingen in de ingediende verzoekschriften moeten worden gewezen op de gebieden waarop grote inspanningen en maatregelen op EU-niveau nodig zijn met het oog op de omzetting en toepassing van het EU-recht; |
N. | overwegende dat het Parlement lang een voorloper is geweest bij de internationale ontwikkeling van de verzoekschriftenprocedure en beschikt over de meest open en transparante verzoekschriftenprocedure in Europa, die de deelname van een aanzienlijk aantal indieners aan zijn activiteiten mogelijk maakt; |
O. | overwegende dat de Commissie verzoekschriften het meest aangewezen orgaan is om de burgers te laten zien wat de Europese Unie voor hen doet en welke oplossingen kunnen worden geboden op Europees, nationaal of plaatselijk niveau; |
P. | overwegende dat elk verzoekschrift dat bij het Parlement wordt ingediend, zorgvuldig door de Commissie verzoekschriften wordt bestudeerd en behandeld; overwegende dat iedere indiener het recht heeft op een eerlijke, onpartijdige behandeling van zijn of haar verzoekschrift, met volledige inachtneming van het in artikel 41 van het Handvest verankerde recht op behoorlijk bestuur; overwegende dat iedere indiener het recht heeft om binnen een redelijke termijn in zijn of haar eigen taal of in de taal waarin het verzoekschrift is gesteld een antwoord te ontvangen met informatie over het door de Commissie verzoekschriften genomen besluit inzake de ontvankelijkheid van het verzoekschrift en eventuele vervolgstappen; overwegende dat iedere indiener kan verzoeken om heropening van de behandeling van zijn of haar verzoekschrift op grond van ontwikkelingen ter zake; |
Q. | overwegende dat het Parlement reeds heeft beaamd dat de weigering van de Commissie om naar aanleiding van in afzonderlijke verzoekschriften aangekaarte kwesties actie te ondernemen, een inbreuk vormt op de bepalingen van de huidige EU-Verdragen betreffende het recht om een verzoekschrift in te dienen, aangezien dit recht niet beperkt is tot kwesties die van strategisch belang zijn of kwesties die op structurele problemen duiden; overwegende dat de Commissie bij de behandeling van verzoekschriften nog altijd een strategische aanpak hanteert die gebaseerd is op haar mededeling van 2017 getiteld “EU-wetgeving: betere resultaten door betere toepassing” (2), ondanks het feit dat het Parlement de Commissie heeft verzocht deze tijdig te herzien; |
R. | overwegende dat de Commissie verzuimt omvattende informatie te verstrekken aan de Commissie verzoekschriften over de wetgevende en niet-wetgevende maatregelen die naar aanleiding van ontvangen verzoekschriften zijn genomen en de inbreukprocedures die naar aanleiding van verzoekschriften zijn ingeleid; overwegende dat er tot op heden geen openbaar register bestaat waarin verzoekschriften worden gekoppeld aan alle vervolgmaatregelen die naar aanleiding van de desbetreffende verzoekschriften zijn genomen; |
S. | overwegende dat de activiteiten van de Commissie verzoekschriften gebaseerd zijn op de inbreng van de indieners van verzoekschriften; overwegende dat de informatie die indieners in hun verzoekschriften en tijdens commissievergaderingen verstrekken, samen met de beoordeling van de Commissie en de antwoorden van de lidstaten en andere organen, van cruciaal belang zijn voor de werkzaamheden van de commissie; overwegende dat ontvankelijk verklaarde verzoekschriften ook een waardevolle bijdrage leveren aan de werkzaamheden van de andere parlementaire commissies, aangezien zij door de Commissie verzoekschriften voor advies of ter informatie aan andere commissies worden toegezonden; overwegende dat verzoekschriften dus een belangrijke rol spelen in het wetgevingsproces, omdat ze een nuttige en directe inbreng zijn voor de respectieve wetgevende werkzaamheden van andere parlementaire commissies; |
T. | overwegende dat de Commissie verzoekschriften het grootste belang hecht aan de behandeling en openbare bespreking van verzoekschriften tijdens haar vergaderingen; overwegende dat indieners het recht hebben om hun verzoekschriften te presenteren, en tijdens de bespreking vaak het woord nemen en zo actief bijdragen aan het werk van de commissie; overwegende dat de Commissie verzoekschriften in 2021 in totaal 12 commissievergaderingen heeft gehouden, waarin 159 verzoekschriften werden besproken in aanwezigheid, op afstand, van 113 indieners, van wie de meesten actief deelnamen door het woord te voeren; overwegende dat het iets hogere aantal verzoekschriften dat in 2021 ten opzichte van 2020 tijdens de vergaderingen werd besproken is terug te leiden tot de uitbreiding van de vergadermogelijkheden van de commissie, hoewel nog altijd met beperkte vertolking als gevolg van de voorzorgsmaatregelen van het Parlement in het kader van de aanhoudende pandemie; |
U. | overwegende dat de belangrijkste punten van zorg die in de in 2021 ingediende verzoekschriften aan de orde werden gesteld, betrekking hadden op de grondrechten (met name de gevolgen van de noodmaatregelen in verband met COVID-19 voor de rechtsstaat en de democratie, de toegang tot onderwijs tijdens de lockdowns, de vrijheid van verkeer en het recht op werk, alsook op lhbtiq+-rechten in de Unie), gezondheid (onder meer vraagstukken in verband met de toegang tot zorg en de volksgezondheidscrisis als gevolg van de aanhoudende pandemie, gaande van de bescherming van de gezondheid van de burgers, met inbegrip van het vaccinatiebeleid, tot het gebruik, de invoering en de toepassing van het digitaal EU-covidcertificaat in de lidstaten en de vermeende discriminatie tussen gevaccineerde en ongevaccineerde personen), het milieu (met name over mijnbouwactiviteiten en de gevolgen daarvan voor het milieu, illegale houtkap, geweld jegens klokkenluiders op het gebied van milieu, de mogelijke verbetering van het naast elkaar bestaan van mensen en grote carnivoren, illegale afvallozing, nucleaire veiligheid, luchtverontreiniging, windmolenparken, ondeugdelijke bouwstenen die mica bevatten en de achteruitgang van natuurlijke ecosystemen), de rechten van en discriminatie jegens minderheden (met inbegrip van de rechten van nationale en taalkundige minderheden), onderwijs (met name kwesties in verband met discriminatie bij de toegang tot onderwijs of omstreden nationale hervormingen van de wet op het onderwijs), onveilige parkeerterreinen voor vrachtwagens, de situatie van studenten uit de EU in het VK na de terugtrekking van het VK uit het Erasmus+-programma, en werkgelegenheid (met name vragen over de nationale behandeling van arbeidsovereenkomsten), naast vele andere werkterreinen; |
V. | overwegende dat de Commissie verzoekschriften er bij de vaststelling van haar vergaderagenda op let dat zij verzoekschriften en onderwerpen selecteert die baat hebben bij bespreking op EU-niveau en bovendien de eerlijke geografische spreiding van de onderwerpen, volgens de ontvangen verzoekschriften, waarborgt; |
W. | overwegende dat 78,6 % (1 094) van de in 2021 ontvangen verzoekschriften werd ingediend via het verzoekschriftenportaal van het Parlement, hetgeen neerkomt op een lichte afname ten opzichte van 79,7 % (1 254) in 2020 en bevestigt dat het verzoekschriftenportaal van het Parlement verreweg het meest gebruikte kanaal is geworden voor de indiening van verzoekschriften door burgers aan het Parlement; |
X. | overwegende dat de belangrijkste doelstelling van het verzoekschriftenportaal van het Parlement in 2021 volledig werd verwezenlijkt, aangezien het portaal meer dan 99,9 % van de tijd online en operationeel was; overwegende dat alle verzoekschriften tijdig, binnen enkele dagen na de goedkeuring ervan, werden voorbereid en gepubliceerd en alle interne en externe verzoeken om ondersteuning met betrekking tot het gebruik en de inhoud van het verzoekschriftenportaal tijdig, met succes en in alle talen werden beantwoord; overwegende dat versie 2.4 van het verzoekschriftenportaal werd uitgerold en een verzoek werd ingediend om voor het portaal een artificieel intelligente chatbot te ontwikkelen; |
Y. | overwegende dat de Commissie verzoekschriften in 2021 één informatiebezoek heeft ondernomen; overwegende dat het tweede informatiebezoek, dat gepland stond voor december, werd uitgesteld als gevolg van het besluit dat genomen werd in verband met de toename van de verspreiding van COVID-19 en om de gezondheidsrisico’s voor de leden en het personeel van het Parlement te beperken; |
Z. | overwegende dat de Commissie verzoekschriften op grond van het Reglement verantwoordelijk is voor de betrekkingen met de Europese Ombudsman, die onderzoek doet naar klachten over mogelijk wanbeheer binnen de EU-instellingen en -organen; overwegende dat de huidige Europese Ombudsman, Emily O’Reilly, tijdens de commissievergadering van 14 juli 2021 haar jaarverslag voor 2020 heeft voorgelegd aan de Commissie verzoekschriften; |
AA. | overwegende dat de Commissie als hoedster van de Verdragen een essentiële rol speelt in het werk van de Commissie verzoekschriften en dat de informatie die door indieners wordt verstrekt nuttig is om mogelijke inbreuken op of onjuiste toepassing van het EU-recht op te sporen; |
AB. | overwegende dat de Commissie verzoekschriften lid is van het Europees netwerk van ombudsmannen, waar ook de Europese Ombudsman, nationale en regionale ombudsmannen en soortgelijke instanties in de lidstaten, kandidaat-lidstaten en andere landen van de Europese Economische Ruimte deel van uitmaken, en dat ten doel heeft de uitwisseling van informatie over het recht en beleid van de EU te bevorderen en beste praktijken uit te wisselen; |
AC. | overwegende dat de verbetering van de deelname van burgers en de bescherming van de rechten van burgers die voortvloeien uit het EU-recht cruciale elementen zijn om de EU dichter bij haar burgers te brengen; overwegende dat de Commissie verzoekschriften haar goedkeuring heeft gehecht aan het verslag “In gesprek gaan met burgers: het petitierecht, het recht zich te wenden tot de Europese Ombudsman en het Europees burgerinitiatief” (3), dat gericht is op manieren om burgers bewuster te maken van hun rechten, communicatiecampagnes om bestaande participatiekanalen onder de aandacht te brengen, nauwere samenwerking met andere instellingen en parlementaire commissies en deelname onder jonge burgers, en waarin geconcludeerd wordt dat de huidige strategische aanpak van de Commissie voor de behandeling van verzoekschriften moet worden herzien, aangezien hierdoor onder meer kwesties met betrekking tot ernstige schendingen van het EU-recht die de bescherming van de rechten van de burgers aantasten, onbehandeld zijn gebleven; overwegende dat de Commissie verzoekschriften het Europees burgerinitiatief beschouwt als een zeer belangrijk instrument voor een participatieve democratie, dat verbeterd moet worden om burgers de mogelijkheid te bieden actiever en rechtstreeks betrokken te raken bij de ontwikkeling van EU-beleid en -wetgeving; |
1. | vestigt de aandacht op de fundamentele rol die de Commissie verzoekschriften speelt bij de bescherming en bevordering van de rechten van EU-burgers en -ingezetenen door ervoor te zorgen dat de zorgen en klachten van indieners tijdig, doeltreffend, gepast en niet-discriminerend worden behandeld, dat indieners over de genomen maatregelen en de geboekte vooruitgang met betrekking tot hun verzoekschriften worden geïnformeerd, en dat verzoekschriften door middel van een open, democratische en transparante verzoekschriftenprocedure worden opgelost; |
2. | merkt op dat de aantallen verzoekschriften die in 2021 uit de 27 lidstaten bij de Commissie verzoekschriften werden ingediend, aanzienlijk uiteenliepen, en dat de meeste verzoekschriften betrekking hadden op Spanje (17 %), Duitsland (9,7 %), Italië (9,2 %), Griekenland (5,9 %), Roemenië (4,1 %), Polen (4 %) en Frankrijk (2,6 %); wijst erop dat het aantal verzoekschriften dat betrekking had op de overige lidstaten minder dan 2 % per lidstaat bedroeg; |
3. | benadrukt dat indieners zich vaak tot de Commissie verzoekschriften wenden in verband met zaken die voor hen dringend zijn; onderstreept dat een vertraagde behandeling van verzoekschriften in dergelijke situaties weinig waarde heeft voor indieners; meent dat de commissie actie moet ondernemen om de achterstand met betrekking tot openstaande verzoekschriften weg te werken; vraagt de commissie haar werkmethoden te herzien om ervoor te zorgen dat alle verzoekschriften behandeld worden op basis van een reeks consistente, transparante criteria ter waarborging van een tijdige afhandeling en een doeltreffend proces; |
4. | is van mening dat de Commissie verzoekschriften voor de burgers en ingezetenen van alle 27 lidstaten even beschikbaar is en dat de behandeling van verzoekschriften moet getuigen van geografisch evenwicht; is in dit verband van oordeel dat het Parlement zich sterker moet inspannen om de rol en de werkzaamheden van de Commissie verzoekschriften beter onder de aandacht te brengen en alle EU-burgers bewuster te maken van de mogelijkheid om een verzoekschrift tot het Parlement te richten; beklemtoont dat de Commissie verzoekschriften bij de vaststelling van haar agenda voor vergaderingen, hoorzittingen en werkbezoeken haar richtsnoeren moet volgen en objectieve criteria moet handhaven, zoals de bijdrage van de geselecteerde verzoekschriften aan het huidige EU-debat en de evenwichtige geografische spreiding ervan, volgens de ontvangen verzoekschriften; benadrukt dat de commissie zich bij haar werkzaamheden altijd moet richten op het bieden van een antwoord op de kwestie die de indiener rechtstreeks aangaat; wijst in dit verband op de zeer Europese dimensie van de Commissie verzoekschriften, die tot taak heeft verzoekschriften te behandelen over kwesties die binnen het kader van de werkzaamheden van de Europese Unie vallen, zoals verankerd in het VWEU; is daarom van oordeel dat de Commissie verzoekschriften de bijzondere verantwoordelijkheid heeft om deze Europese dimensie ten aanzien van indieners en de buitenwereld te handhaven, en meent dat alle leden van de commissie zich bij al hun werkzaamheden en beraadslagingen niet moeten laten leiden door nationale politieke belangen, maar door de Europese institutionele verantwoordelijkheid; wijst erop dat overeenstemming tussen de in de commissie vertegenwoordigde fracties essentieel is om indieners een evenwichtig en begrijpelijk antwoord te bieden; |
5. | wijst nogmaals op het belang van een permanent openbaar debat over de werkterreinen van de Unie, om ervoor te zorgen dat burgers correct worden ingelicht over de reikwijdte van de bevoegdheden van de Unie en de verschillende niveaus van besluitvorming; roept in dit verband op tot bredere bewustmakingscampagnes met de actieve betrokkenheid van communicatiediensten, zowel op EU- als op nationaal niveau, om de kennis van burgers over hun recht om een verzoekschrift in te dienen, alsmede over de reikwijdte van de verantwoordelijkheden van de Unie en de bevoegdheden van de Commissie verzoekschriften te helpen vergroten, teneinde het aantal niet-ontvankelijke verzoekschriften te verminderen en beter op de zorgen van burgers in te spelen; onderstreept dat meer inspanningen moeten worden geleverd om de burgers in de lidstaten waaruit naar verhouding minder verzoekschriften worden ingediend, bewuster te maken van hun recht om een verzoekschrift in te dienen; |
6. | meent dat het van het allergrootste belang is dat de strategische aanpak van de Commissie voor de behandeling van verzoekschriften, die gebaseerd is op de mededeling van de Commissie van 2017 getiteld “EU-wetgeving: betere resultaten door betere toepassing”, wordt herzien om duidelijke regels een administratieve procedure vast te stellen voor de behandeling van ontvankelijk verklaarde verzoekschriften en te zorgen voor passende vervolgmaatregelen, onder meer met betrekking tot kwesties die worden aangekaart in afzonderlijke verzoekschriften, waarin vaak schendingen van het EU-recht aan de kaak worden gesteld die een groot aantal burgers treffen of nadere schendingen van het EU-recht aan het licht worden gebracht die verband houden met lopende inbreukprocedures; |
7. | wijst erop dat verzoekschriften voor het Parlement en de andere EU-instellingen een uitgelezen kans bieden om rechtstreeks met EU-burgers in contact te treden en een regelmatige dialoog met hen te onderhouden, met name in gevallen waarin zij de gevolgen ondervinden van de onjuiste toepassing of schending van het EU-recht, of van tekortkomingen en lacunes in het huidige EU-recht; benadrukt de noodzaak van nauwere samenwerking tussen de instellingen, organen en agentschappen van de EU en de nationale, regionale en lokale autoriteiten bij kwesties met betrekking tot de gevolgen, de tenuitvoerlegging en de naleving van het EU-recht; meent dat een dergelijke samenwerking van cruciaal belang is voor het aanpakken en wegnemen van de zorgen van burgers over de toepassing en de doeltreffendheid van het EU-recht en bijdraagt tot de versterking van de democratische legitimiteit en verantwoordingsplicht van de Unie; roept op tot actievere deelname van de vertegenwoordigers van de lidstaten aan de commissievergaderingen en tot de tijdige, gedetailleerde beantwoording van de verzoeken om verduidelijking of informatie die de Commissie verzoekschriften aan de nationale autoriteiten doet toekomen; |
8. | pleit voor de totstandbrenging van een interinstitutionele alles-in-een-IT-tool voor de Commissie en het Parlement om publiekelijk alle beschikbare informatie uit te wisselen over alle vervolgmaatregelen die naar aanleiding van verzoekschriften worden genomen, met inbegrip van informatie over “EU Pilot”-procedures en inbreukprocedures, wetgevingsvoorstellen, opnamen van commissievergaderingen tijdens welke een verzoekschrift wordt besproken, antwoorden van nationale autoriteiten en van de vaste commissies van het Parlement, en alle andere daarmee verband houdende niet-wetgevingsmaatregelen; |
9. | merkt op dat verzoekschriften een aanzienlijke bijdrage leveren aan de rol van de Commissie als hoedster van de Verdragen door burgers een aanvullende gelegenheid te bieden om inbreuken op het EU-recht te melden; benadrukt dat gestructureerdere samenwerkingsinstrumenten en nauwere samenwerking tussen de Commissie verzoekschriften en de Commissie door middel van tijdige en gedetailleerde antwoorden van de Commissie op basis van grondig onderzoek naar de in de verzoekschriften aan de orde gestelde kwesties van essentieel belang zijn voor de goede behandeling van verzoekschriften; onderstreept dat de Commissie actiever bij de verzoekschriftenprocedure moet worden betrokken, opdat nauwkeurige antwoorden kunnen worden gegeven op de verzoeken en klachten die in verzoekschriften aan de orde komen; verzoekt de Commissie andermaal regelmatig actuele informatie te verstrekken aan de Commissie verzoekschriften over de ontwikkelingen en de stand van zaken met betrekking tot inbreukprocedures die naar aanleiding van ontvangen verzoekschriften zijn ingeleid, en ervoor te zorgen dat de Commissie verzoekschriften toegang krijgt tot relevante Commissiedocumenten over inbreukprocedures en “EU Pilot”-procedures; betreurt in dit verband het gebrek aan systematische opvolging van de communicatie met de Commissie verzoekschriften; meent dat een interinstitutioneel akkoord tussen het Parlement en de Commissie inzake de behandeling van verzoekschriften de transparante en efficiënte behandeling van verzoekschriften zou kunnen waarborgen; |
10. | merkt op dat de e-Peti-databank een belangrijk intern instrument is met behulp waarvan de leden van de Commissie verzoekschriften alle informatie kunnen inzien die zij nodig hebben om elk afzonderlijk verzoekschrift op te volgen en weloverwogen beslissingen te nemen over de lopende behandeling of de eventuele afsluiting van de behandeling van verzoekschriften; daartoe moet de e-Peti-databank regelmatig worden bijgewerkt en, indien mogelijk, worden gekoppeld aan de lijst van inbreuken van de Commissie; |
11. | onderstreept dat meer aandacht moet worden besteed aan de vaststelling van een EU-wetgevingshandeling waarin de erkenning van lhbtiq+-rechten is verankerd; |
12. | verzoekt de Commissie sneller te beoordelen of de nationale autoriteiten de nodige maatregelen nemen en of zij, indien zij dit nog niet hebben gedaan, doeltreffend reageren op de zorgen van burgers die in verzoekschriften naar voren komen en betrekking hebben op gevallen van niet-naleving van het EU-recht, waardoor de volledige bescherming van de rechten van de burgers en ingezetenen van de EU wordt aangetast, en indien nodig inbreukprocedures in te leiden; is ervan overtuigd dat een snel optreden van de Commissie tegen inbreuken op het EU-recht van cruciaal belang is om te voorkomen dat deze inbreuken systematisch worden; |
13. | verzoekt de Commissie haar systeem voor de verzameling van informatie over verzoekschriften te verbeteren en in haar jaarverslag over de controle op de toepassing van het EU-recht rechtstreeks te verwijzen naar verzoekschriften en daarbij in het bijzonder een verband te leggen tussen verzoekschriften, inbreukprocedures, EU-wetgevingshandelingen en andere rechtshandelingen van de EU; |
14. | merkt op dat inconsistentie of gebrek aan homogeniteit bij de behandeling van verzoekschriften moet worden voorkomen om de juiste tenuitvoerlegging van het recht om een verzoekschrift in te dienen te waarborgen; |
15. | onderstreept dat verzoekschriften ook kunnen worden beschouwd als een strategisch instrument om wetgevingsinitiatieven van het Europees Parlement op grond van artikel 225 VWEU op gang te brengen en daarmee eventuele tekortkomingen in het huidige EU-recht waardoor de rechten van de burgers worden aangetast, te helpen aanpakken; |
16. | herinnert eraan dat samenwerking met andere commissies van het Parlement essentieel is voor de nauwgezette en alomvattende behandeling van verzoekschriften; merkt op dat in 2021 in totaal 82 verzoekschriften voor advies en 548 verzoekschriften ter informatie aan andere commissies werden toegezonden; is ingenomen met het feit dat van andere commissies 46 adviezen werden ontvangen en 176 kennisgevingen dat verzoekschriften bij hun werkzaamheden in aanmerking zijn genomen; merkt op dat openbare hoorzittingen die samen met andere parlementaire commissies worden georganiseerd een grondige behandeling van verzoekschriften vergemakkelijken; wijst erop dat indieners op de hoogte worden gesteld van de besluiten om in verband met de behandeling van hun verzoekschrift andere commissies om advies te vragen; verzoekt de parlementaire commissies hun inspanningen op te voeren om actief bij te dragen aan de behandeling van verzoekschriften door hun deskundigheid aan te tonen en het Parlement aldus in staat te stellen sneller en uitvoeriger op de zorgen van de burgers te reageren; |
17. | meent dat het verzoekschriftennetwerk een nuttig instrument is om de opvolging van verzoekschriften bij parlementaire en wetgevende werkzaamheden te vergemakkelijken; is van mening dat dit netwerk de dialoog en samenwerking met de Commissie en andere EU-instellingen moet versterken; vertrouwt erop dat regelmatige vergaderingen van het verzoekschriftennetwerk van cruciaal belang zijn om de zichtbaarheid van de werkzaamheden van de Commissie verzoekschriften te vergroten en de samenwerking met de andere parlementaire commissies te versterken door middel van de uitwisseling van informatie en het delen van optimale werkmethoden tussen de leden van het netwerk; |
18. | onderstreept dat de Commissie verzoekschriften na de uitbreiding van haar vergadermogelijkheden in 2021, als aanpassing aan de situatie die door de COVID-19-pandemie werd veroorzaakt, haar standpunt ten aanzien van belangrijke kwesties die in verzoekschriften aan de orde werden gesteld, heeft bekendgemaakt door onder meer haar goedkeuring te hechten aan haar verslag van 9 november 2021 over het resultaat van de beraadslagingen van de Commissie verzoekschriften tijdens het jaar 2020 (4), haar verslag van 26 januari 2021 over de activiteiten van de Europese Ombudsman in 2019 (5) en haar verslag van 2 december 2021 over de activiteiten van de Europese Ombudsman in 2020 (6), haar verslag van 27 januari 2021 getiteld “In gesprek gaan met burgers: het petitierecht, het recht zich te wenden tot de Europese Ombudsman en het Europees burgerinitiatief” (7) en haar advies van 27 mei 2021 inzake het verslag van de Commissie over de rechtsstaat 2020 (8); waardeert het uitmuntende werk dat door het secretariaat van de Commissie verzoekschriften is geleverd in een tijd waarin de arbeidsomstandigheden nog altijd ingewikkeld waren; |
19. | vestigt de aandacht op het grote aantal verzoekschriften over COVID-19 dat in 2021 door de Commissie verzoekschriften werd behandeld en beantwoord; benadrukt dat in de meeste van deze verzoekschriften werd verzocht om bescherming van de gezondheid van burgers tegen de gevolgen van het virus, met onder meer vragen over het vaccinatiebeleid en vermeende discriminatie tussen gevaccineerde en ongevaccineerde mensen, alsook om beoordeling van het beheer van de gezondheidscrisis in de lidstaten; |
20. | betreurt ten zeerste dat de Commissie niet alle details heeft bekendgemaakt van de contracten die zij met farmaceutische bedrijven heeft gesloten voor de levering van COVID-19-vaccins, hetgeen een schending vormt van het recht van burgers op informatie; is ernstig bezorgd over het wanbeheer van de Commissie met betrekking tot haar weigering om het publiek toegang te bieden tot documenten betreffende de 1,5 miljoen medische mondkapjes die in een vroeg stadium van de COVID-19-pandemie door de Commissie werden aangeschaft, maar niet aan de vereiste kwaliteitsnormen (9) voldeden; |
21. | merkt op dat gezondheid, samen met de grondrechten en het milieu, in 2021 voor indieners van verzoekschriften een van de belangrijkste punten van zorg was en beaamt dat gezondheidskwesties in verband met de COVID-19-pandemie destijds centraal stonden in de werkzaamheden van de Commissie verzoekschriften; beklemtoont dat de Commissie verzoekschriften aandacht heeft besteed aan de gevolgen van COVID-19 voor het internemarktbeleid (met name vragen in verband met nationale reisbeperkingen en de gevolgen daarvan voor het vrij verkeer van personen binnen en buiten de EU); wijst in dit verband op de openbare hoorzitting getiteld “Hoe kunnen de rechten van vliegtuigpassagiers tijdens de COVID-19-crisis worden verbeterd? — Verordening (EG) nr. 261/2004” (10) die de Commissie verzoekschriften op 14 juli 2021 samen met de Commissie vervoer en toerisme heeft gehouden om na te gaan hoe doeltreffend de verordening inzake compensatie voor vluchten tijdens de COVID-19-pandemie is toegepast en of het EU-rechtskader voor passagiersrechten adequaat was om deze crisis het hoofd te bieden; |
22. | vestigt de aandacht op het grote aantal verzoekschriften waarin geklaagd wordt over schendingen van het Handvest; wijst op het beperkte resultaat van bovengenoemde verzoekschriften als gevolg van het feitelijk beperkte toepassingsgebied van het Handvest, zoals uiteengezet in artikel 51 van het Handvest; meent dat de verwachtingen van de meeste indieners met betrekking tot de bij het Handvest aan hen toegekende rechten hoog zijn en verder strekken dan het huidige toepassingsgebied ervan; herhaalt dat nagedacht zou moeten worden over de mogelijkheid om artikel 51 ruimer uit te leggen, in die zin dat dit niet alleen het toepassingsgebied van het recht van de Unie omvat, of artikel 51 in zijn geheel te schrappen, zoals voorgesteld in eerdere resoluties (11); |
23. | vestigt de aandacht op het aanzienlijk aantal behandelde verzoekschriften dat betrekking had op de verschillende aspecten van de bescherming van regenbooggezinnen in de EU, en met name op de uiteenlopende standpunten ten aanzien van het vrij verkeer en de wederzijdse erkenning van de rechten van lhbtiq+-gezinnen in de EU; herinnert aan de workshop over lhbti+-rechten in de EU die de Commissie verzoekschriften op 22 maart 2021 heeft gehouden om de situatie van lhbtiq+’ers te bespreken, de nieuwe strategie van de Commissie inzake gelijkheid van lhbtiq’ers onder de loep te nemen en het probleem van belemmeringen voor het vrij verkeer van regenbooggezinnen aan de orde te stellen; vestigt de aandacht op het verslag van de Commissie verzoekschriften van 15 juli 2021 over lhbtiq-rechten in de EU (12), waarin de Commissie door de Commissie verzoekschriften wordt verzocht concrete maatregelen te nemen ter waarborging van de bescherming van lhbtiq+-gezinnen in overeenstemming met de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie in de zaken Coman en Hamilton, Maruko, Römer en Hay (13), en in het arrest in de zaak Taddeucci en McCall (14) van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens; |
24. | wijst erop dat verzoekschriften over de rechten van nationale minderheden op de agenda van de Commissie verzoekschriften bleven staan, met name wat betreft discriminerende praktijken met betrekking tot het recht van deze minderheden op onderwijs in hun moedertaal, hun taalkundige en culturele rechten, en andere rechten, waaronder het recht op eigendom, zoals uiteengezet in verzoekschriften over landonteigenings- en restitutiezaken in bepaalde lidstaten; |
25. | merkt op dat milieukwesties voor indieners ook in 2021 nog altijd een punt van ernstige zorg vormden; betreurt dat de milieuvoorschriften in de lidstaten niet altijd correct worden toegepast, zoals wordt beschreven in de talrijke verzoekschriften waarin klachten worden geuit over luchtverontreiniging, de instandhoudingsstatus van grote carnivoren en hun effect op de activiteiten van mensen, illegale houtkap, aanvallen op milieuactivisten, illegale lozing van kunststofafval, de achteruitgang van natuurlijke ecosystemen, nucleaire veiligheid en de verandering van de biodiversiteit, zoals ook in door de Commissie ingeleide “EU Pilot”-procedures en inbreukprocedures wordt bevestigd; wijst op het belangrijke werk dat door de Commissie verzoekschriften is verzet om de gevolgen van mijnbouwactiviteiten voor het milieu onder de aandacht te brengen, die in een groot aantal van de ontvangen verzoekschriften werden aangekaart; vestigt de aandacht op de openbare hoorzitting van 2 december 2021 over de maatschappelijke en milieugevolgen van mijnbouwactiviteiten in de EU, die de Commissie verzoekschriften samen met de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid heeft gehouden om wetenschappelijke kennis te vergaren over diverse aspecten van deze kwestie, waaronder mijnbouwwetgeving, veiligheidsnormen, de maatschappelijke en milieugevolgen van mijnen, milieubewust gedrag, inspraak van het publiek en transparantie in de mijnbouwsector; beklemtoont dat de Commissie bij wijze van prioriteit de gevallen van onjuiste omzetting en tenuitvoerlegging van EU-milieuwetgeving moet onderzoeken om de zorgen van indieners op efficiënte wijze aan de orde te stellen; stelt voor dat de lidstaten bij de verlening van toestemming voor projecten die gevolgen hebben voor het milieu prioriteit hechten aan de toepassing van het voorzorgsbeginsel en het “berokken geen schade”-beginsel; |
26. | beklemtoont dat de illegale praktijken die in verzoekschriften aan de kaak worden gesteld, zoals de lozing van afval op illegale stortplaatsen, de illegale handel in hout, de vernietiging van ecosystemen of het illegaal doden en verhandelen van diersoorten die beschermd zijn op grond van de habitatrichtlijn van de EU, ernstige inbreuken vormen op het EU-recht en neerkomen op milieumisdrijven; benadrukt in dit verband dat de Commissie de instrumenten voor de bestrijding van milieucriminaliteit op EU-niveau moet versterken om deze misdrijven op efficiënte wijze te onderzoeken en te vervolgen en de daders voor de rechter te brengen; |
27. | vestigt de aandacht op de gezamenlijke hoorzitting van de Commissie verzoekschriften en de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid van 25 februari 2021 over kunststof- en afvalbeheer in de circulaire economie, die gericht was op de uitvoering van het huidige rechtskader voor kunststofafval, waarin de grootste uitdagingen voor de lidstaten werden aangekaart en de kansen werden belicht die het rechtskader biedt om de impact van kunststoffen op het milieu in heel Europa te beperken; |
28. | benadrukt dat het belangrijk is om aan de verwachtingen van de EU-burgers ten aanzien van de bescherming van het milieu te voldoen, en in het bijzonder om actie te ondernemen op het gebied van waterbeleid, teneinde de verontreiniging en de aanwezigheid van residuen van gevaarlijke chemische stoffen te verminderen; wijst in dit verband op zijn resolutie van 23 maart 2021 over chemische residuen in de Oostzee, op basis van verzoekschriften nr. 1328/2019 en nr. 0406/2020 (15); verzoekt de Commissie ervoor te zorgen dat de kwestie van in de Europese zeeën gedumpte munitie in de horizontale programma’s wordt opgenomen, zodat er projecten kunnen worden ingediend die regio’s betreffen die met hetzelfde probleem kampen en makkelijker ervaringen en optimale werkmethoden kunnen worden uitgewisseld; |
29. | verzoekt de Commissie daarom met klem samen met de lidstaten zorg te dragen voor de correcte uitvoering van de EU-wetgeving op milieugebied; |
30. | vestigt de aandacht op de gezamenlijke hoorzitting van de Commissie verzoekschriften en de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling van 16 juni 2021 over de eerlijke en gelijke behandeling van landbouwers in de hele Unie, die gericht was op de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, nieuwe EU-regels voor rechtstreekse betalingen en plattelandsontwikkeling na 2022; |
31. | herinnert eraan dat de Unie burgers het recht moet garanderen om actief aan de democratische werking van de Europese Unie deel te nemen in alle officiële EU-talen, om alle vormen van discriminatie te vermijden en meertaligheid te bevorderen; spoort de EU-instellingen er in dit verband toe aan van zo veel mogelijk officiële talen gebruik te maken en hun meertaligheidsbeleid op samenhangende wijze ten uitvoer te leggen; |
32. | vestigt de aandacht op het werk van de Commissie verzoekschriften met betrekking tot verzoekschriften over slechte veiligheidsomstandigheden op parkeerterreinen voor vrachtwagens en bedrijfsvoertuigen langs het Europese wegennet, in verband met aanvallen op vervoerders op deze parkeerterreinen; wijst in dit verband op de ontwerpresolutie over de veiligheid van parkeerterreinen voor vrachtwagens in de EU (16), die op 6 oktober 2021 door de Commissie verzoekschriften werd goedgekeurd; verzoekt de Commissie en de Raad met klem de maatregelen te nemen die nodig zijn om politiële samenwerking tot stand te brengen en te ontwikkelen waarbij de bevoegde instanties van alle lidstaten betrokken zijn, om misdrijven op de weg en op parkeerterreinen te voorkomen, op te sporen en te onderzoeken; spoort de Commissie ertoe aan gevolg te geven aan deze resolutie met concrete maatregelen en het toezicht op de veiligheidsomstandigheden op parkeerterreinen voor vrachtwagens te verbeteren; |
33. | wijst op de belangrijke bijdrage die de Commissie verzoekschriften heeft geleverd aan de bescherming van de rechten van mensen met een handicap, zoals blijkt uit de behandeling van een aantal verzoekschriften over deze gevoelige kwestie; wijst in dit verband op zijn resolutie van 7 oktober 2021 over de bescherming van personen met een handicap via verzoekschriften: geleerde lessen (17), die op 14 juli 2021 door de Commissie verzoekschriften werd goedgekeurd; herinnert aan de workshop van 9 november 2021 getiteld “De rechten van personen met een handicap — De uitvoering door de EU van de concluderende bevindingen van het VN-Comité voor de rechten van personen met een handicap van 2015 en de strategie inzake de rechten van personen met een handicap 2021-2030”, die door de Commissie verzoekschriften werd gehouden om de uitvoering van het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap onder de loep te nemen en aandacht te besteden aan de manier waarop deze is aangepakt en opgelost, met name door middel van strategieën inzake handicaps; |
34. | is verheugd over de specifieke beschermende rol die de Commissie verzoekschriften binnen de EU vervult in het kader van de tenuitvoerlegging van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap; wijst op de belangrijke lopende werkzaamheden van de commissie in verband met verzoekschriften over kwesties met betrekking tot handicaps; merkt op dat het aantal verzoekschriften over handicapgerelateerde problemen in 2021 is gedaald in vergelijking met het voorgaande jaar; beklemtoont dat toegankelijkheid en mobiliteit in openbare ruimten, discriminatie, inclusie en toegang tot onderwijs en werkgelegenheid nog altijd tot de grootste uitdagingen voor personen met een handicap behoren; |
35. | herinnert eraan dat het onderhouden van de betrekkingen met de Europese Ombudsman krachtens het Reglement tot de taken van de Commissie verzoekschriften behoren; is verheugd over de constructieve samenwerking van het Parlement met de Europese Ombudsman en over de betrokkenheid van het Parlement bij het Europese netwerk van ombudsmannen; onderkent de regelmatige bijdragen die de Europese Ombudsman gedurende het hele jaar levert aan de werkzaamheden van de Commissie verzoekschriften; is stellig van oordeel dat de instellingen, organen en instanties van de Unie moeten zorgen voor een consequente en doeltreffende opvolging van de aanbevelingen van de Ombudsman; staat vierkant achter het werk dat door de Ombudsman wordt verricht om de toegang van het publiek tot EU-documenten te handhaven, dat in 2021 in totaal 214 onderzoeken omvatte; verzoekt de Commissie nogmaals met een voorstel te komen voor de herziening van Verordening (EG) nr. 1049/2001, zoals aangenomen in eerdere resoluties; beklemtoont dat deze herziening de transparantie en verantwoordingsplicht moet vergroten door goede administratieve praktijken te bevorderen (18); |
36. | benadrukt dat het EBI een belangrijk instrument is voor actief burgerschap en inspraak van het publiek; is verheugd over de behandeling, tijdens verscheidene vergaderingen, van bepaalde niet-succesvolle EBI’s als verzoekschriften, aangezien dit burgers de kans heeft gegeven hun ideeën voor te leggen en een constructief debat te houden, en bovendien de deelname van EU-burgers aan het democratische proces van de Unie heeft vergemakkelijkt; neemt kennis van het grote aantal nieuwe EBI’s dat in 2021 door de Commissie werd geregistreerd, waaruit blijkt dat burgers de mogelijkheid aangrijpen om gebruik te maken van participatieve instrumenten en zo inspraak te hebben in de beleidsvorming en de wetgevingsprocessen; verzoekt de Commissie de dialoog met de burgers te verbeteren en succesvolle EBI’s naar behoren op te volgen, onder meer met wetgevingsvoorstellen; |
37. | onderstreept dat meer communicatie-inspanningen moeten worden geleverd om de zichtbaarheid van de werkzaamheden van de Commissie verzoekschriften in alle lidstaten te vergroten en in het bijzonder haar officiële werkbezoeken beter onder de aandacht te brengen; |
38. | onderstreept dat het verzoekschriftenportaal een essentieel instrument is voor de waarborging van een vlotte, efficiënte en transparante verzoekschriftenprocedure; is in dit verband ingenomen met de verbeteringen op het gebied van gegevensbescherming en veiligheidskenmerken, die het portaal voor burgers gebruiksvriendelijker en veiliger hebben gemaakt; benadrukt dat de inspanningen om het portaal onder meer toegankelijker te maken en beter bij burgers, onder wie personen met een handicap, onder de aandacht te brengen, moeten worden voortgezet; meent dat het verzoekschriftenportaal korte beschrijvingen moet bieden van alle participatie-instrumenten van de EU in heldere, eenvoudige taal, om gebruikers te helpen het meest geschikte kanaal te vinden en het aantal niet-ontvankelijk verklaarde verzoekschriften terug te dringen; staat achter de oprichting van één digitaal portaal dat burgers toegang biedt tot en informatie over de procedures voor het indienen van verzoekschriften; |
39. | merkt op dat het aantal mensen dat een of meerdere verzoekschriften steunt duidelijk toeneemt, maar dat veel indieners hebben aangegeven dat de procedures die in het verzoekschriftenportaal van het Parlement gevolgd moeten worden om een verzoekschrift te steunen, ingewikkeld zijn; |
40. | verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie en het verslag van de Commissie verzoekschriften te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de Europese Ombudsman, de regeringen en de parlementen van de lidstaten, alsmede aan hun verzoekschriftencommissies en nationale ombudsmannen of soortgelijke bevoegde organen in de lidstaten. |
(1)PB C 347 van 9.9.2022, blz. 110.
(2)PB C 18 van 19.1.2017, blz. 10.
(3) Op 9 maart 2022 door het Parlement aangenomen in de vorm van een resolutie (PB C 347 van 9.9.2022, blz. 110).
(4) Op 16 december 2021 door het Parlement aangenomen in de vorm van een resolutie (PB C 251 van 30.6.2022, blz. 96).
(5) Op 11 maart 2021 door het Parlement aangenomen in de vorm van een resolutie over de activiteiten van de Europese Ombudsman — jaarverslag 2019 (PB C 474 van 24.11.2021, blz. 82).
(6) Op 16 februari 2022 door het Parlement aangenomen in de vorm van een resolutie over de activiteiten van de Europese Ombudsman — jaarverslag 2020 (PB C 342 van 6.9.2022, blz. 58).
(7) Op 9 maart 2022 door het Parlement aangenomen in de vorm van een resolutie (PB C 347 van 9.9.2022, blz. 110).
(8) Advies PE689.805 in procedure 2021/2025(INI), op 24 juni 2021 door het Parlement aangenomen in de vorm van een resolutie (PB C 81 van 18.2.2022, blz. 27).
(9) Europese Ombudsman, zaak 790/2021/MIG.
(10) Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten (PB L 46 van 17.2.2004, blz. 1).
(11) Resolutie van het Europees Parlement van 27 februari 2014 over de grondrechtensituatie in de Europese Unie — 2012 (PB C 285 van 29.8.2017, blz. 112).
(12) Op 14 september 2021 door het Parlement aangenomen in de vorm van een resolutie (PB C 117 van 11.3.2022, blz. 2).
(13) Arrest van 5 juni 2018 in zaak C-673/16, Coman, ECLI:EU:C:2018:385; arrest van 1 april 2008 in zaak C-267/06, Maruko, ECLI:EU:C:2008:179; arrest van 10 mei 2011 in zaak C-147/08, Römer, ECLI:EU:C:2011:286; arrest van 7 februari 2014 in zaak C-267/12, Hay, ECLI:EU:C:2013:823.
(14)Taddeucci and McCall v. Italy, nr. 51361/09.
(15) Op 27 april 2021 door het Parlement aangenomen in de vorm van een resolutie (PB C 506 van 15.12.2021, blz. 9).
(16) Op 25 november 2021 door het Parlement aangenomen in de vorm van een resolutie (PB C 224 van 8.6.2022, blz. 95).
(17) Resolutie van het Europees Parlement van 7 oktober 2021 over de bescherming van personen met een handicap via verzoekschriften: geleerde lessen (verzoekschriften nrs. 2582/2013, 2551/2014, 0074/2015, 0098/2015, 1140/2015, 1305/2015, 1394/2015, 0172/2016, 0857/2016, 1056/2016, 1147/2016, 0535/2017, 1077/2017, 0356/2018, 0367/2018, 0371/2018, 0530/2018, 0724/2018, 0808/2018, 0959/2018, 0756/2019, 0758/2019, 0954/2019, 1124/2019, 1170/2019, 1262/2019, 0294/2020, 0470/2020, 0527/2020, 0608/2020, 0768/2020, 0988/2020, 1052/2020, 1139/2020, 1205/2020, 1299/2020, 0103/2021 en andere) (PB C 132 van 24.3.2022, blz. 129).
(18) Resolutie van het Europees Parlement van 16 december 2021 over de beraadslagingen van de Commissie verzoekschriften in 2020 (PB C 251 van 30.6.2022, blz. 96).