Home

Advies van het Europees Comité van de Regio’s over de EU-strategie voor duurzaam en circulair textiel

Advies van het Europees Comité van de Regio’s over de EU-strategie voor duurzaam en circulair textiel

2.3.2023

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 79/17


Advies van het Europees Comité van de Regio’s over de EU-strategie voor duurzaam en circulair textiel

(2023/C 79/04)

Rapporteur:

Luca MENESINI (IT/PSE), voorzitter van het provinciebestuur van Lucca (Toscane)

Referentiedocument:

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — EU-strategie voor duurzaam en circulair textiel

COM(2022) 141 final

BELEIDSAANBEVELINGEN

HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO’S,

1.

is ingenomen met de horizontale aanpak van de EU-strategie voor duurzaam en circulair textiel, waarmee wordt beoogd een samenhangend kader en een visie voor de transitie van de textielsector vast te stellen in overeenstemming met de ambitie van de Europese Green Deal, het Actieplan voor de circulaire economie en de Europese industriestrategie.

2.

Het CvdR ziet uit naar de voltooiing en publicatie van de routekaart voor de groene en digitale transitie van het gehele textielecosysteem.

3.

Het is dringend noodzakelijk dat textielproducten die in de EU in de handel worden gebracht lang meegaan en kunnen worden gerecycled, grotendeels gemaakt zijn van gerecyclede vezels, geen gevaarlijke stoffen bevatten en dat bij de productie ervan de sociale rechten en het milieu zijn gerespecteerd. Het CvdR pleit voor een paradigmaverschuiving in de modesector om de overproductie en overconsumptie van kleding terug te dringen.

4.

Uit gegevens van het Europees Milieuagentschap (EMA) blijkt dat de consumptie van textiel vanuit het oogpunt van de levenscyclus de op drie na grootste negatieve impact heeft op het klimaat en het milieu, na voedsel, huisvesting en mobiliteit (1). Textiel had in 2020 de op twee na grootste impact op het water- en landgebruik en de op vier na grootste impact op het gebruik van grondstoffen en broeikasgasemissies.

5.

Het CvdR onderstreept het belang van de textiel-, mode-, leer- en schoeiselindustrie in Europa. Deze telt ruim twee miljoen arbeidskrachten en is een drijvende kracht achter de werkgelegenheid, economische ontwikkeling en innovatie in de desbetreffende regionale ecosystemen. Het CvdR beschouwt het als een prioriteit om van een lineair extractief productiesysteem over te stappen op een regeneratief-circulair model. Het acht de rol van lokale en regionale overheden in deze transitie van cruciaal belang en erkent met name de grote rol van a) gemeenten en lokale actoren zoals sociale ondernemingen, inzamelaars en maatschappelijke organisaties met hun systemen voor inzameling, terugwinning en hergebruik, b) regio’s, die de gemeenten hierbij ondersteunen, en c) de particuliere sector, als drijvende kracht achter onderzoeks- en innovatieprocessen.

6.

De uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (Extended Producer Responsibility — EPR) is doeltreffend gebleken voor het verbeteren van de gescheiden afvalinzameling en het beheer daarvan overeenkomstig de afvalhiërarchie. De medewetgevers zouden op EU-niveau moeten bepalen welke textielproducten onder het toepassingsgebied van de richtlijn en het bijbehorende EPR-systeem moeten komen te vallen. Daarbij zouden ze de hoge kosten van de verwijdering van “fast fashion” moeten aanpakken.

7.

Het CvdR vindt het een goede zaak dat gescheiden inzameling van textiel vanaf januari 2025 verplicht zal zijn voor alle afvalproducenten. Het verwacht dat bij de in 2024 geplande herziening van de kaderrichtlijn betreffende afvalstoffen ook rekening zal worden gehouden met specifieke kwantitatieve doelstellingen voor de preventie van textielafval en het hergebruik en de recycling van textiel en dat de sleutelrol van lokale en regionale overheden in aanmerking zal worden genomen.

Verandering van consumptiepatronen

8.

De wereldwijde textielproductie is tussen 2000 en 2015 nagenoeg verdubbeld. Aangezien kleding het grootste deel van de textielconsumptie in de EU uitmaakt (81 %), leidt vooral de tendens om kledingstukken steeds korter te gebruiken voordat ze worden weggegooid tot niet-duurzame patronen van overproductie en overconsumptie.

9.

Er zouden steeds meer initiatieven moeten komen om een bewust en duurzaam gebruik van textielproducten te stimuleren, in het bijzonder voor specifieke soorten kleding zoals jassen of kinderkleding waarvan de kans groter is dat consumenten ze voor het einde van hun levensduur weggooien. Met initiatieven als kledingruil, modebibliotheken en bewustmakingscampagnes wordt gepoogd uiteenlopende belemmeringen weg te werken die te maken hebben met vooroordelen over tweedehands kleding wat betreft kwaliteit, hygiëne of diversiteit van het aanbod.

10.

Het CvdR benadrukt dat er meer onderzoek moet worden gedaan naar innovatieve oplossingen (machines, installaties, digitale platforms) voor het sorteren, hergebruiken en recyclen van ingezameld textielafval, en om het gedrag van materialen te optimaliseren.

11.

De marktvraag naar circulaire producten en diensten schiet nog steeds tekort, wat een groot obstakel vormt voor de tenuitvoerlegging van circulaire bedrijfsmodellen. De nationale, regionale en lokale overheden zouden een stimulerende rol moeten spelen door instrumenten in te voeren ter ondersteuning van bedrijfsmodellen die gebaseerd zijn op een cultuur van gebruik in plaats van eigendom, door regelgeving vast te stellen voor het vervoer van en de handel in textielproducten (met inbegrip van afvalstromen) en door regelgevingsprikkels te creëren (zoals btw-verlagingen of de toepassing van het beginsel van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid) ter bevordering van leasing in plaats van aankoop, deelplatforms, terugname en tweedehandsverkoop, en door reparatie, upcycling en onderhoud te stimuleren. Het CvdR erkent bovendien dat dergelijke businessmodellen een positieve impact kunnen hebben op de milieuduurzaamheidsprestaties in de gezondheidszorg, de toerismesector, de bouwsector en andere essentiële openbare diensten.

12.

Het CvdR is ingenomen met het initiatief om de rol van de consument bij de groene transitie te versterken (2) en met de daaruit voortvloeiende EU-regels die ervoor zullen zorgen dat consumenten op het verkooppunt informatie krijgen over de duurzaamheidsgarantie van de textielproducten en informatie over de repareerbaarheid ervan. Het moedigt de Commissie aan te blijven werken aan de vaststelling van minimumcriteria voor alle soorten milieuclaims in het kader van het initiatief inzake groene claims (3).

Een op circulair gebruik gericht ontwerp algemeen gangbaar maken

13.

Het CvdR erkent dat een op duurzaamheid gericht ontwerp de levensduur van textiel, kleding, leer en schoeisel (TCLF-sector) kan verlengen, waardoor de hoeveelheid afval en het totale gebruik van nieuwe materialen en chemische stoffen kunnen worden teruggedrongen. Het is ermee ingenomen dat de Commissie bindende productspecifieke eisen voor ecologisch ontwerp zal opstellen om de prestaties van de TCLF-sector wat betreft duurzaamheid, herbruikbaarheid, repareerbaarheid, “fibre-to-fibre”-recyclebaarheid en het verplichte gehalte aan gerecycled materiaal te verhogen.

14.

Het CvdR onderschrijft krachtig dat er gemeenschappelijke duurzaamheidsnormen moeten komen. Deze worden van essentieel belang geacht om merken te betrekken bij de beoordeling van de milieueffecten van hun producten.

15.

Positieve aspecten van de strategie zijn ook de duidelijkere informatie over de circulariteit van de TCLF-sector en een digitaal productpaspoort op basis van verplichte informatievereisten inzake circulariteit en andere milieuaspecten. Het CvdR verzoekt de Commissie het digitale productpaspoort (Digital Product Passport — DPP) beschikbaar te stellen voor alle belanghebbenden en consumenten, en hierin informatie op te nemen over de arbeidsomstandigheden en over de wijze waarop de producten kunnen worden gerepareerd en hergebruikt.

16.

Bij de vaststelling van minimumvereisten voor de producten van de TCLF-sector, die tot doel moeten hebben het totale ecologische evenwicht gedurende de gehele levenscyclus te verbeteren, moeten volgens het CvdR de volgende beginselen in acht worden genomen:

a)

garanties inzake de minimale levensduur van het product en de naleving van de minimumeisen inzake duurzaamheid, evenals duidelijke, ambitieuze en verplichte doelstellingen voor hergebruik en voorbereiding voor hergebruik;

b)

garanties inzake repareerbaarheid en modulariteit, met inbegrip van specifieke maatstaven om te beoordelen of kledingstukken gemakkelijk uit elkaar kunnen worden gehaald zodat zij niet moeten worden vernietigd, en of de essentiële onderdelen van de producten gemakkelijk vervangbaar en repareerbaar zijn;

c)

garanties inzake recyclebaarheid, met inbegrip van grenswaarden voor mogelijke combinaties van verschillende materialen, chemische stoffen, kleurstoffen en afwerkingen die niet verenigbaar zijn met recycling, en mogelijkheden voor de bevordering van producten waarvoor een goede recyclingtechnologie beschikbaar is;

d)

garanties voor materialen van duurzame en ethische oorsprong, op voorwaarde dat zij gedurende een langere levensduur worden gebruikt en recyclebaar zijn, teneinde de hoeveelheid uit fossiele brandstoffen geproduceerde nieuwe synthetische vezels te verminderen;

e)

garanties inzake de maximale hoeveelheden microplastics die vrijkomen tijdens de productie en de gebruiksfase en aan het einde van de levensduur;

f)

garanties dat nieuwe TCLF-producten zijn vervaardigd met een bepaald percentage post-consumptietextiel.

17.

De REACH-verordening (4) zou meer op één lijn moeten worden gebracht met de beginselen van circulariteit die specifiek van toepassing zijn op de TCLF-sector, teneinde prioriteit te geven aan inspanningen om het gebruik van gevaarlijke chemische stoffen terug te dringen, informatie te verspreiden over chemische stoffen die in eindproducten worden gebruikt en de traceerbaarheid te waarborgen.

Versterking van de rol van lokale overheden bij de circulaire transitie

18.

Regio’s en gemeenten spelen een essentiële rol bij het bevorderen van onderzoek en innovatie in de sector en het creëren van synergieën en verbindingen met andere sectoren en regio’s die voor dezelfde uitdagingen staan. De Commissie zou de oprichting, opschaling en onderlinge verbondenheid van regionale innovatieclusters op het gebied van circulair textiel in de hele EU moeten bevorderen.

19.

Het CvdR wijst erop dat er in een aantal Europese regio’s of industriegebieden goede ervaringen zijn opgedaan met bijvoorbeeld de Local Green Deals en het Circular Fashion Pact, die gebaseerd zijn op vrijwillige afspraken tussen meerdere partijen om de overgang van de TCLF-sector naar een circulair model te bevorderen. In deze modellen worden algemene doelstellingen voor de sector en specifieke doelstellingen voor elke schakel van de waardeketen bepaald die aansluiten op de ecologische, sociale en economische uitdagingen waaraan de sector het hoofd moet bieden. Daarbij worden specifieke verbintenissen vastgelegd voor producenten, afvalbeheerders, lokale overheden, inzamelorganisaties, ngo’s en maatschappelijke organisaties, onderzoekscentra en technologische centra.

20.

Het ondersteunen van sociale ondernemingen die actief zijn in de hergebruiksector is van bijzonder belang voor het scheppen van lokale, duurzame en inclusieve banen (5) aangezien sociale ondernemingen lokale praktijken voor hergebruik ontwikkelen en tegelijkertijd tastbare sociale en economische voordelen creëren voor gemeenschappen rondom hen. Voor de sector is het echter lastig om concurrerend te zijn en op continue basis diensten aan te bieden.

21.

Het CvdR dringt er bij de Commissie op aan om, in het kader van het onlangs goedgekeurde EU-actieplan voor de sociale economie, richtsnoeren vast te stellen voor de ondersteuning van partnerschappen voor de circulaire economie tussen sociale ondernemingen en andere actoren, waaronder dienstverlenende en handelsondernemingen, die vooral de door hergebruik en reparatie van textiel geboden mogelijkheden zullen onderzoeken (6).

22.

Het blijft een hele opgave om tot doeltreffende lokale systemen voor de inzameling van TCLF-afval te komen. Om een effectieve circulaire overgang van de sector te bevorderen moeten de totale kosten in verband met de inzameling, scheiding en recycling van TCLF-afval lager zijn dan de kosten van het beheer van huishoudelijk afval.

23.

Het CvdR verzoekt de Commissie richtsnoeren op te stellen voor de ontwikkeling van lokale systemen voor de inzameling en het beheer van TCLF-afval, die de volgende elementen moeten bevatten:

a)

raadpleging van de burgers alvorens maatregelen vast te stellen voor het bereiken van de doelstellingen;

b)

instrumenten ter bevordering van de samenwerking tussen de verschillende actoren, waarmee de inzameling, verwerking en verkoop van gebruikt textiel kunnen worden versterkt;

c)

mechanismen ter bevordering van de economische duurzaamheid van de inzameling en verwerking, voor alle actoren in de waardeketen (met inbegrip van de beginselen van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid;

d)

een mechanisme om reeds bestaande beste lokale praktijken voor hergebruik en reparatie te beschermen en te bevorderen.

Ondersteuning van duurzame productiemodellen

24.

De Commissie zou in het EU-initiatief inzake duurzame producten maatregelen moeten opnemen die de vernietiging van onverkochte artikelen (overtollige voorraden, dode inventaris en geretourneerde producten, met bijzondere aandacht voor webwinkels) verbieden, evenals doelstellingen voor de productiefase die verspilling en overproductie kunnen ontmoedigen.

25.

Het CvdR pleit voor de invoering van verplichte minimumcriteria voor groene overheidsopdrachten (7), waarvan de reikwijdte wordt bepaald aan de hand van een effectbeoordeling, alsook van vereisten waaraan staatssteun voor textielproducten moet voldoen. Het beveelt ook aan dat de Commissie richtsnoeren opstelt inzake stimulansen en criteria voor de gunning van overheidsopdrachten en andere contracten die duurzame ontwikkeling bevorderen.

26.

De lidstaten worden verzocht wetgeving inzake groene overheidsopdrachten vast te stellen in de vorm van nationale actieplannen of strategieën, en de op nationaal niveau toegepaste criteria nog meer af te stemmen op de leidende beginselen van de EU (8). Het CvdR acht het tevens noodzakelijk lokale en regionale kennis en goede praktijken uit te wisselen om de bredere toepassing ervan te bevorderen en te vergemakkelijken.

27.

Het CvdR hoopt dat de Unie, als belangrijke importeur en exporteur (9) in de mondiale waardeketen van TCLF, wereldwijd de weg kan bereiden voor de bevordering van duurzame en circulaire waardeketens voor TCLF, nieuwe technologische oplossingen en innovatieve bedrijfsmodellen. Dit moet gebeuren door de groene en digitale transitie veilig te stellen, sociale uitdagingen aan te pakken en te waarborgen dat aan de duurzaamheidsvereisten wordt voldaan, en door kmo’s in de maakindustrie in staat te stellen concurrerend te zijn in het mondiale kader.

28.

Het CvdR verzoekt de Commissie een nieuw wetgevingsinitiatief voor te bereiden om het op de EU-markt brengen van producten die zijn vervaardigd met gebruikmaking van dwangarbeid, waaronder kinderarbeid, daadwerkelijk te verbieden. Het dringt erop aan om textiel, kleding, leder en schoeisel op te nemen in de wetgeving inzake passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid. Het regelgevingskader voor duurzaamheid moet niet alleen gelden voor EU-fabrikanten, maar voor alle ondernemingen die producten op de markt brengen, ongeacht waar de productie plaatsvindt.

29.

Het CvdR acht het belangrijk en noodzakelijk om zowel kleine als grote landbouwbedrijven die natuurlijke materialen (zoals wol) produceren en aldus een belangrijke rol spelen bij de productie van recyclebaar textiel, te betrekken bij de productie-, bewerkings- en hergebruikprocessen en hen daarbij te ondersteunen.

30.

Het CvdR verzoekt de Commissie specifieke steun te verlenen voor acties ter ondersteuning van technologische investeringen in de waardeketen en voor specifieke O & O&I-acties die nodig zijn om in de sector textiel, leer en schoeisel een echte omslag tot stand te brengen van een lineair naar een meer circulair productiemodel. Het CvdR dringt ook aan op de bestudering en productie van nieuwe materialen die het resultaat kunnen zijn van de koppeling tussen verschillende productie- en recyclingsectoren.

31.

Het CvdR beveelt aan om op EU-niveau een duidelijke definitie en de reikwijdte van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid met ecologisch gemoduleerde heffingen voor TCLF-producten vast te stellen, om feitelijke en potentiële negatieve effecten op de mensenrechten en het milieu, met inbegrip van arbeidsrechten, in de eigen activiteiten en in hun mondiale waardeketens te identificeren, voorkomen, reduceren en beëindigen, en daarvoor verantwoording af te leggen.

32.

Het TCLF-ecosysteem heeft hooggekwalificeerde werknemers nodig om het werkgelegenheidspotentieel van de groene en digitale transitie te benutten; momenteel is slechts 13 % van de werknemers in de textielsector hooggekwalificeerd (10). Het concurrentievermogen van kmo’s moet worden opgevoerd om nieuw talent te behouden en te genereren, en de arbeidsomstandigheden en de productiviteit bij de productie van duurzame grondstoffen en de vervaardiging van textielproducten in onze industrie moeten worden verbeterd. Om goed opgeleid jong talent aan te trekken en het vaardighedenpeil in kleine en middelgrote ondernemingen te verhogen, pleit het CvdR voor de oprichting van een grootschalig partnerschap voor vaardigheden in het textielecosysteem, waarmee bijscholing, omscholing en de verwerving en overdracht van groene en digitale vaardigheden, met inbegrip van kennis over levenscyclus- en waardeketenbeoordelingen, worden bevorderd. De Commissie zou bij het ontwerpen van ondersteunende instrumenten voor de werkgelegenheid in de sector post-consumptietextiel rekening moeten houden met de verwachte toename van de hoeveelheid ingezamelde kleding als gevolg van de verplichte gescheiden inzameling van textielafval.

33.

Uit gegevens blijkt dat vrouwen helaas de meerderheid vormen van de laagbetaalde en ongeschoolde arbeidskrachten in de TCLF-sector. Het CvdR is ervan overtuigd dat verbetering van de duurzaamheid van de toeleveringsketen ook een belangrijke gendergelijkheidsdimensie heeft, en dringt aan op gezamenlijke maatregelen om de toegang van vrouwen tot hogere functies aanzienlijk te verbeteren.

34.

De middelen van Erasmus+ zouden gericht moeten worden ingezet voor proefprojecten en experimentele initiatieven op het gebied van beroepsopleiding en hoger onderwijs die ertoe bijdragen dat er groene en digitale vaardigheden worden verworven die de sector textiel, mode, leer en schoeisel nodig heeft, dat de sector aantrekkelijker wordt voor jongeren en dat de mobiliteit van werknemers wordt bevorderd.

35.

Het CvdR is ingenomen met het EU-pact voor vaardigheden (11), dat erop is gericht het effect van investeringen in de verbetering van bestaande vaardigheden en de omscholing van personeel in het hele textielecosysteem, met inbegrip van de mode-industrie en de detailhandel, te maximaliseren.

Waarde scheppen uit afval

36.

Met de tenuitvoerlegging van de EU-verordening betreffende de gescheiden inzameling van textielafval tegen 2025 en de positieve effecten van in de lidstaten gevestigde organisaties voor producentenverantwoordelijkheid op de inzameling en het beheer van afval, wordt verwacht dat een kleiner deel van de ingezamelde artikelen waarschijnlijk geschikt zal zijn voor wederverkoop in Europa en dat het aandeel van huishoudelijk TCLF-afval dat beschikbaar komt voor recycling aanzienlijk zal toenemen (12). Wat de verhoging van de recyclingcapaciteit van de EU betreft, stelt het EESC voor om bij de investeringsplanning rekening te houden met de gevolgen voor de upcycling- en hergebruiksectoren, die over het algemeen arbeidsintensiever zijn, en met de daaruit voortvloeiende ontwikkelingen op het gebied van werkgelegenheid en sociale inclusie.

37.

De lokale productie van gerecyclede vezels kan een sleutelrol spelen bij het versterken van de Europese textielwaardeketen. Hoewel de textielrecyclingindustrie, zodra deze voldoende is ontwikkeld en uitgebreid, autonoom en winstgevend zou kunnen worden, zal de transitie op korte termijn financieel moeten worden gesteund, onder meer via regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid en andere steunmaatregelen waarmee beoogd wordt de bestaande industrie aan te passen teneinde meer capaciteit te creëren om met gerecycled materiaal te werken in verschillende sectoren: mode, auto’s, woningtextiel, technisch textiel enz.

38.

Het CvdR is ermee ingenomen dat a) kleding en andere textielproducten die gescheiden worden ingezameld en voorbereid voor hergebruik, b) cellulosevezels die worden teruggewonnen/gerecycled uit afval van de TCLF-sector en c) uit TCLF-afval teruggewonnen/gerecyclede vezels worden opgenomen in de prioriteitenlijst van afvalstromen voor de ontwikkeling van eindeafvalcriteria in de EU, als stimulans om de capaciteit van de TCLF-recyclingindustrie van de EU te vergroten.

Brussel, 30 november 2022.

De voorzitter van het Europees Comité van de Regio's

Vasco ALVES CORDEIRO


(1) “Textiles and the environment: the role of design in Europe’s circular economy” (EEA, 2022).

(2) COM(2022) 143 — Voorstel voor een richtlijn wat betreft het versterken van de positie van de consument voor de groene transitie door middel van betere informatie en bescherming tegen oneerlijke praktijken.

(3)Initiative on substantiating green claims — Environment – Europese Commissie (europa.eu).

(4) Registration, Evaluation, Authorisation and Restriction of Chemicals (registratie en beoordeling van en autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen).

(5) Een sociale onderneming creëert gemiddeld 20 tot 35 banen per 1 000 ton voor hergebruik ingezameld textiel. Bron: OESO/Europese Commissie (2022), Policy brief on making the most of the social economy’s contribution to the circular economy, en RREUSE (2021), Job creation in the reuse sector: data insights from social enterprises.

(6) COM(2021) 778 final.

(7) Groene overheidsopdrachten hebben niet alleen invloed op de TCLF-consumptie in de overheidssector, maar kunnen ook een sterk signaal aan de markt in het algemeen afgeven om op het gebied van TCLF-productie en dienstverlening de ontwikkeling en groei van innovatieve, duurzame en meer circulaire oplossingen te stimuleren die ook in de particuliere sector kunnen worden ingevoerd.

(8) JRC Technical Report (2020), EU Green Public Procurement (GPP) Criteria for Textile Products and Services Guidance Document.

(9) In 2020 zijn er in de EU-27 8,7 miljoen afgewerkte textielproducten geïmporteerd, met een waarde van 125 miljard euro. Kleding is goed voor 45 % van de invoer, gevolgd door woningtextiel, overig textiel en schoeisel (bron: Eurostat, 2021).

(10) Arbeidskrachtenenquête van Eurostat (2019).

(11) https://ec.europa.eu/social/main.jsp?catId=1517&langId=nl

(12) Volgens het rapport “Scaling textile recycling in Europe — turning waste into value” (McKinsey, 2021) zal het tegen 2030 gaan om circa 1,7 miljoen ton.