Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het gemengd comité dat is opgericht bij de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië inzake goederenvervoer over de weg, met betrekking tot het reglement van orde van dat comité en de voortzetting van de overeenkomst
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het gemengd comité dat is opgericht bij de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië inzake goederenvervoer over de weg, met betrekking tot het reglement van orde van dat comité en de voortzetting van de overeenkomst
BESLUIT VAN DE RAAD
Brussel, 24.11.2022 |
COM(2022) 649 final |
2022/0386(NLE) |
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het gemengd comité dat is opgericht bij de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië inzake goederenvervoer over de weg, met betrekking tot het reglement van orde van dat comité en de voortzetting van de overeenkomst |
TOELICHTING
Dit voorstel betreft het besluit tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het gemengd comité dat is opgericht bij de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië inzake goederenvervoer over de weg, ondertekend te Lyon op 29 juni 2022 1 (hierna “de overeenkomst” genoemd), met betrekking tot:
de vaststelling van het reglement van orde van het gemengd comité overeenkomstig artikel 6, lid 6, van de overeenkomst;
de voortzetting van de overeenkomst overeenkomstig artikel 6, lid 2, daarvan.
Deze overeenkomst heeft tot doel het goederenvervoer over de weg tussen en over het grondgebied van de Europese Unie en de Republiek Moldavië (hierna “Moldavië” genoemd) tijdelijk te vergemakkelijken door aanvullende rechten inzake doorvoer en vervoer van goederen tussen de partijen te verlenen aan exploitanten die in een van de partijen zijn gevestigd, naar aanleiding van de ernstige gevolgen van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne voor de wegvervoerssector in Moldavië. Zij is op dit moment van toepassing tot en met 31 maart 2023.
Er is een gemengd comité opgericht om toe te zien op de toepassing en uitvoering van de overeenkomst. Dat comité stelt zijn reglement van orde vast en neemt besluiten over de voortzetting van de overeenkomst. Het gemengd comité dient uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de overeenkomst, dat wil zeggen uiterlijk op 31 december 2022, een besluit te nemen over de voortzetting van de overeenkomst. Overeenkomstig artikel 6, lid 5, van de overeenkomst stelt het gemengd comité zijn eigen reglement van orde vast bij eenparigheid van stemmen.
De Moldavische autoriteiten en de Commissie zijn voorlopig overeengekomen dat de eerste vergadering van het gemengd comité op 15 december 2022 plaatsvindt.
Bij artikel 6, lid 1, van de overeenkomst is een verplichting ingevoerd om toezicht te houden op de overeenkomst, met name door een periodieke toetsing van de werking daarvan in het licht van haar doelstellingen. In dat verband hebben de Moldavische autoriteiten de Commissie gegevens verstrekt over de uitvoering van de overeenkomst. Die gegevens bestrijken het derde kwartaal van 2022, d.w.z. de eerste drie maanden waarin de overeenkomst van toepassing was, en laten het volgende zien:
De overeenkomst heeft de Moldavische economie ondersteund door te zorgen voor een aanzienlijke toename van de uitvoer van Moldavië naar de EU De waarde van de Moldavische uitvoer naar de EU is in het derde kwartaal van 2022 (282,7 miljoen EUR) met 17,5 % gestegen ten opzichte van het derde kwartaal van 2021. Dit is te danken aan een toename van de uitvoer van granen (+ 97,2 %), plantaardige oliën (+ 1377,8 %) en fruit en wijn (+ 22 %). 60 % van de totale uitvoer uit Moldavië gaat nu naar de EU, een aandeel dat naar verwachting nog aanzienlijk zal toenemen.
De overeenkomst is ook zeer gunstig voor de EU. De uitvoer vanuit de EU naar Moldavië is in het derde kwartaal van 2022 (387,5 miljoen EUR) met 41 % toegenomen ten opzichte van het derde kwartaal van 2021. Met name het volume uitgevoerde olieproducten is nagenoeg met een factor vier vermenigvuldigd. De uitvoer van de EU naar Moldavië was groter dan de handelsstroom in de omgekeerde richting.
De op grond van de overeenkomst aan Moldavische vervoerders toegekende rechten hebben het aantal Moldavische vrachtwagens op de EU-wegen niet buitengewoon doen toenemen. In het derde kwartaal van 2021 hebben Moldavische vervoerders in de EU 13 255 transporten over de weg uitgevoerd. In het derde kwartaal van 2022 steeg dat aantal tot 14 983, een stijging met 13 %. In de praktijk hebben wegvervoerders uit de EU veel meer profijt gehad van de overeenkomst (in het derde kwartaal van 2022 steeg het aantal wegtransporten door EU-vervoerders in Moldavië met 73 % ten opzichte van het derde kwartaal van 2021), ook al blijft het aantal wegtransporten van EU-vervoerders naar Moldavië veel kleiner dan het aantal wegtransporten van Moldavische vervoerders naar de EU (3327 EU-transporten in het derde kwartaal van 2021 ten opzichte van 5572 in het derde kwartaal van 2022). Daarom kan met zekerheid worden geconcludeerd dat de overeenkomst niet ten koste van vervoerders uit de EU is gegaan. Tegelijkertijd is het aantal vergunningen dat Rusland aan Moldavische vervoerders heeft verleend, meer dan gehalveerd (een daling van 4406 in het derde kwartaal van 2021 tot 1943 in het derde kwartaal van 2022). Hieruit blijkt dat Moldavische wegvervoerders alternatieve markten in de EU hebben gevonden om het verlies aan economische perspectieven in Rusland te compenseren.
De overeenkomst heeft, samen met een soortgelijke overeenkomst inzake wegvervoer tussen Moldavië en Oekraïne, een essentiële rol gespeeld in het kader van de solidariteitscorridors. Ze heeft een vlotte goederenstroom uit Oekraïne mogelijk gemaakt, waardoor de druk op de lidstaten die aan Oekraïne grenzen, werd verlicht. Er werden aanzienlijke en ongekende volumes essentiële goederen vanuit Oekraïne via Moldavië naar de EU vervoerd. Dit was het geval voor granen (in het derde kwartaal van 2022 werd 96 602 ton vanuit Oekraïne via Moldavië naar de EU vervoerd, tegenover 917 ton in het derde kwartaal van 2021) en plantaardige olie (22 708 ton in het derde kwartaal van 2022 tegenover slechts 503 ton in het derde kwartaal van 2021). Er werd een sterke stijging van de uitvoer van olie uit Oekraïne naar de EU via Moldavië waargenomen: van 503 ton in het derde kwartaal van 2021 tot meer dan 22 708 ton in het derde kwartaal van 2022. Tegelijk steeg het volume graan dat vanuit Oekraïne via Moldavië naar de EU werd vervoerd van 917 ton in het derde kwartaal van 2021 tot meer dan 96 000 ton in hetzelfde kwartaal van 2022.
De overeenkomst heeft gezorgd voor een aanzienlijke verlichting van de administratieve lasten voor de vervoerssector en de overheidsinstanties in verband met de afgifte van vergunningen.
Bij artikel 6 van de overeenkomst is een gemengd comité opgericht dat toezicht houdt op de toepassing en uitvoering van deze overeenkomst en dat de werking van de overeenkomst regelmatig toetst in het licht van de doelstellingen daarvan. Volgens dat artikel bestaat het gemengd comité uit vertegenwoordigers van de partijen. De besluiten van dat comité worden bij consensus genomen en zijn bindend voor de partijen.
Overeenkomstig artikel 6, lid 2, wordt het gemengd comité uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de overeenkomst bijeengeroepen om te beoordelen of het nodig is deze overeenkomst voort te zetten en om de duur van die verlenging te bepalen.
Overeenkomstig artikel 6, lid 6, van de overeenkomst stelt het gemengd comité zijn reglement van orde vast.
Tijdens zijn eerste vergadering stelt het gemengd comité bij besluit zijn reglement van orde vast overeenkomstig artikel 6, leden 5 en 6, van de overeenkomst. Dat reglement heeft tot doel de organisatie en de werking van het gemengd comité te ondersteunen, zodat de overeenkomst naar behoren kan worden uitgevoerd.
Tijdens zijn eerste vergadering zal het gemengd comité een besluit vaststellen betreffende de voortzetting van de overeenkomst tot en met 31 december 2025, overeenkomstig artikel 6, leden 2 en 5, van de overeenkomst.
Er zijn vier redenen om de overeenkomst te verlengen. Ten eerste blijkt uit het toezicht op de overeenkomst dat de overeenkomst een positieve impact heeft gehad op de handel van zowel de EU als Moldavië. De stijging van het aantal vervoersverrichtingen was ook positief voor de wegvervoerders van beide partijen. Hoewel de overeenkomst in de eerste plaats bedoeld was om de Moldavische economie te helpen in de context van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, heeft zij ook voor de EU reële voordelen opgeleverd en is er derhalve geen enkele reden om ze niet te verlengen. Ten tweede heeft de overeenkomst Moldavië in staat gesteld zijn handel te heroriënteren van het oosten naar de EU, en aldus bijgedragen tot de geleidelijke integratie van de Moldavische economie in die van het westen. Samen met een vergelijkbare wegvervoersovereenkomst met Oekraïne, heeft zij ook de uitvoer van Oekraïense goederen vergemakkelijkt. Dat heeft bijgedragen tot de solidariteitscorridors en tot de instandhouding van twee economieën die de EU op korte tot lange termijn zal steunen. Deze elementen, die ook een duidelijke politieke betekenis hebben in de huidige geopolitieke context, moeten met de voorgestelde verlenging worden aangemoedigd en bevestigd. Ten derde moet de overeenkomst ook worden opgevat als middel om de wederopbouw van Oekraïne te zijner tijd, na afloop van de Russische aanvalsoorlog tegen dit land, te faciliteren. Tot slot is de EU nauw betrokken bij het internationaal steunplatform voor Moldavië – elke stap die zou kunnen worden geïnterpreteerd als het intrekken van de aan Moldavië verleende steun zou een negatief signaal afgeven en de EU in het kader van dit platform in een inconsistente en potentieel tegenstrijdige positie brengen, zowel intern als extern.
De voortzetting van de overeenkomst tot en met 31 december 2025 is noodzakelijk, omdat de voorwaarden die de sluiting van de oorspronkelijke overeenkomst rechtvaardigden, nog steeds bestaan en wellicht nog geruime tijd zullen bestaan. De Russische agressie tegen Oekraïne neemt toe en de meeste waarnemers verwachten niet dat daar in de nabije toekomst een einde aan zal komen. Daardoor blijft het vervoer via de havens aan de Zwarte Zee, die voor Moldavië als een mogelijke doorvoerroute zouden kunnen fungeren, uitermate beperkt. Het “Black Sea Grain Initiative” van de VN heeft voor een gedeeltelijke oplossing gezorgd. De verlenging van dit initiatief is echter onzeker en het toepassingsgebied blijft momenteel beperkt tot graan. De aanhoudende militaire operaties aan de oostzijde van Moldavië en de daarmee gepaard gaande vernietiging van de vervoersinfrastructuur in die gebieden, die in het verleden als doorvoergebieden voor de uitvoer van Moldavië fungeerden, zullen in de nabije toekomst een beperkende factor blijven, die de toegang van Moldavië tot zijn traditionele markten belemmeren.
De Commissie zal binnenkort een voorstel indienen voor een besluit van de Raad tot vaststelling van het standpunt van de Unie over de verlenging van de looptijd van de Overeenkomst betreffende het goederenvervoer over de weg tussen de Europese Unie en Oekraïne, ondertekend te Lyon op 29 juni 2022 2 . Om de bovengenoemde redenen, en met name de rol van Moldavië in het kader van de solidariteitscorridors en het bestaan van de wegvervoersovereenkomst tussen Oekraïne en Moldavië, is de Commissie van mening dat de overeenkomst met Oekraïne dezelfde einddatum moet krijgen als die met Moldavië, namelijk 31 december 2025.
Het namens de Unie in te nemen standpunt moet de goedkeuring van het bij dit besluit gevoegde ontwerpbesluit van het gemengd comité steunen.
Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van “de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst”.
Het begrip “handelingen met rechtsgevolgen” omvat tevens handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder dit begrip vallen ook instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die “beslissende invloed [kunnen hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt”.
Het gemengd comité is een lichaam dat is opgericht krachtens een overeenkomst, namelijk de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië inzake goederenvervoer over de weg.
Het door het gemengd comité vast te stellen besluit is een handeling met rechtsgevolgen. Ten eerste zal de beoogde handeling tot vaststelling van het reglement van orde van het gemengd comité overeenkomstig artikel 6, leden 5 en 6, van de overeenkomst volkenrechtelijk bindend zijn; ten tweede zal de beoogde handeling betreffende de voortzetting van de overeenkomst ook volkenrechtelijk bindend zijn, overeenkomstig artikel 6, leden 2 en 5, van de overeenkomst.
De beoogde handeling strekt niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst. Derhalve is de procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit van de Raad artikel 218, lid 9, VWEU.
De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt wordt ingenomen. Wanneer de beoogde handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of hoofdcomponent, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is voor de hoofddoelstelling of de hoofdcomponent dan wel de belangrijkste doelstelling of component.
2022/0386 (NLE) |
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het gemengd comité dat is opgericht bij de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië inzake goederenvervoer over de weg, met betrekking tot het reglement van orde van dat comité en de voortzetting van de overeenkomst |
De hoofddoelstelling en de inhoud van de geplande handeling hebben betrekking op het wegvervoer.
De materiële rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 91 VWEU.
BESLUIT VAN DE RAAD
betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het gemengd comité dat is opgericht bij de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië inzake goederenvervoer over de weg, met betrekking tot het reglement van orde van dat comité en de voortzetting van de overeenkomst
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
De Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië inzake goederenvervoer over de weg 3 (“de overeenkomst”) is door de Unie ondertekend en wordt sinds 29 juni 2022 voorlopig toegepast.
Bij artikel 6, lid 1, van de overeenkomst is een gemengd comité opgericht dat de toepassing en uitvoering van deze overeenkomst volgt en er toezicht op houdt en dat de werking van de overeenkomst regelmatig toetst in het licht van haar doelstellingen.
Het gemengd comité dient zijn reglement van orde vast te stellen.
Zoals bepaald in artikel 5, lid 1, van de overeenkomst, is de overeenkomst van toepassing tot en met 31 maart 2023. Het gemengd comité wordt echter uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de overeenkomst bijeengeroepen om te beoordelen of de overeenkomst moet worden voortgezet.
Om zowel de Europese Unie als de Republiek Moldavië in staat te stellen de voordelen van de overeenkomst te blijven benutten, moet deze tot en met 31 december 2025 worden verlengd.
Om de correcte uitvoering van de overeenkomst te waarborgen, moet het reglement van orde van het gemengd comité worden vastgesteld.
Daarom moet het gemengd comité tijdens zijn vergadering van 15 december 2022 bij besluit zijn reglement van orde vaststellen en een besluit nemen over de noodzaak om de overeenkomst voort te zetten, met inbegrip van de duur van die verlenging.
Aangezien de besluiten van het gemengd comité bindend zijn voor de Unie, is het passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie in het gemengd comité moet worden ingenomen met betrekking tot de vaststelling van dit reglement van orde en de voortzetting van de overeenkomst,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in het bij artikel 6 van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië inzake het goederenvervoer over de weg opgerichte gemengd comité met betrekking tot de vaststelling van het reglement van orde van dat comité en betreffende de voortzetting van de overeenkomst, met inbegrip van de duur daarvan, is gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het gemengd comité.
Kleine wijzigingen van het ontwerpbesluit van het gemengd comité kunnen zonder nader besluit van de Raad worden goedgekeurd door de vertegenwoordigers van de Unie in het gemengd comité.
Artikel 2
Het besluit van het gemengd comité wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 3
Dit besluit is gericht tot de Commissie.
Gedaan te Brussel,
BIJLAGE voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het gemengd comité dat is opgericht bij de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië inzake goederenvervoer over de weg, met betrekking tot het reglement van orde van dat comité en de voortzetting van de overeenkomst
Brussel, 24.11.2022 |
COM(2022) 649 final |
Besluit nr. 1/2022 van het bij de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië inzake goederenvervoer over de weg opgerichte gemengd comité betreffende zijn reglement van orde en de voortzetting van de overeenkomst
van...
HET GEMENGD COMITÉ,
Gezien de op 29 juni 2022 ondertekende Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië inzake goederenvervoer over de weg 1 , en met name artikel 6, leden 2, 5 en 6,
Overwegende hetgeen volgt:
Overeenkomstig artikel 5, lid 1, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië inzake goederenvervoer over de weg (hierna “de overeenkomst” genoemd) is de overeenkomst van toepassing tot en met 31 maart 2023.
Zoals bepaald in artikel 6, lid 2, van de overeenkomst, moet het gemengd comité uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de overeenkomst worden bijeengeroepen om te beoordelen of het nodig is de overeenkomst voor te zetten en daarover een besluit te nemen, met inbegrip van de duur van die verlenging.
Uit het toezicht op de overeenkomst is gebleken dat de overeenkomst voor zowel de Europese Unie als de Republiek Moldavië een positieve invloed heeft gehad op de handel, en dat vervoersondernemers van beide partijen hun voordeel hebben gedaan met de groei van het goederenvervoer over de weg.
De overeenkomst heeft de Republiek Moldavië in staat gesteld zijn handel te heroriënteren naar de Europese Unie en heeft derhalve bijgedragen tot de geleidelijke integratie van de Moldavische economie in de westerse economie. Samen met een vergelijkbare wegvervoersovereenkomst met Oekraïne heeft de overeenkomst ook de uitvoer van Oekraïense goederen vergemakkelijkt en op die manier bijgedragen tot de solidariteitscorridors.
De voortzetting van de overeenkomst moet worden opgevat als een bijdrage aan de wederopbouw van Oekraïne na de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne.
Het is derhalve passend de overeenkomst te voort te zetten tot en met 31 december 2025.
Overeenkomstig artikel 6, lid 6, van de overeenkomst dient het gemengd comité zijn reglement van orde vast te stellen,
Daarom moet het reglement van orde in de bijlage bij dit besluit worden vastgesteld,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Voortzetting van de overeenkomst
De Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië inzake goederenvervoer over de weg wordt voortgezet tot en met 31 december 2025.
Artikel 2
Reglement van orde
Het reglement van orde van het gemengd comité, zoals opgenomen in de bijlage, wordt vastgesteld.
Artikel 3
Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te …,
BIJLAGE
Reglement van orde van het gemengd comité overeenkomstig artikel 6, lid 6, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië inzake goederenvervoer over de weg
Artikel 1 Delegatiehoofden
Het gemengd comité bestaat uit vertegenwoordigers van de partijen. Elke partij stelt een hoofd en eventueel een adjunct-hoofd van haar delegatie aan. Het hoofd van de delegatie kan worden vervangen door het adjunct-hoofd of door een voor een bepaalde vergadering aangewezen persoon.
Het gemengd comité wordt om beurt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Europese Unie en een vertegenwoordiger van de Republiek Moldavië. Het hoofd van de betrokken delegatie, of bij diens afwezigheid, het adjunct-hoofd of de ter vervanging aangewezen persoon, treedt op als voorzitter.
Artikel 2 Vergaderingen
Het gemengd comité komt bijeen wanneer dat nodig is. Elke partij kan een verzoek indienen om een vergadering te beleggen. Het gemengd comité wordt eveneens uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de overeenkomst bijeengeroepen om te beoordelen of het nodig is deze overeenkomst voort te zetten overeenkomstig artikel 5, lid 2, en een daartoe strekkend besluit vast te stellen.
Het gemengd comité organiseert fysieke bijeenkomsten of vergadert via andere middelen (bv. conference calls of videoconferenties).
De vergaderingen vinden zoveel mogelijk plaats beurtelings op een locatie in een lidstaat van de Europese Unie en in de Republiek Moldavië, tenzij de partijen anders overeenkomen.
De werktaal is Engels.
Zodra de datum en plaats van de vergaderingen door de partijen zijn overeengekomen, worden de vergaderingen bijeengeroepen door de Europese Commissie voor de Europese Unie en door het voor wegvervoer bevoegde ministerie van de Republiek Moldavië.
De vergaderingen van het gemengd comité zijn niet openbaar, tenzij de partijen anders overeenkomen. Indien nodig kan aan het eind van de vergadering met wederzijdse instemming een persmededeling worden opgesteld.
Artikel 3 Delegaties
De delegatiehoofden stellen elkaar vóór elke vergadering in kennis van de voorgenomen samenstelling van hun delegaties voor de vergadering.
Vertegenwoordigers van belanghebbenden uit de wegvervoerssector kunnen worden uitgenodigd om als waarnemer de vergaderingen, of een deel daarvan, bij te wonen, als het gemengd comité hierover overeenstemming bereikt.
Het gemengd comité kan, indien overeengekomen, andere belanghebbende partijen of deskundigen uitnodigen om vergaderingen, of een deel daarvan, bij te wonen teneinde informatie over specifieke onderwerpen te verstrekken.
Waarnemers nemen niet deel aan het besluitvormingsproces van het gemengd comité.
Artikel 4
Secretariaat
Een ambtenaar van de diensten van de Europese Commissie en een ambtenaar van het ministerie van de Republiek Moldavië dat bevoegd is voor het wegvervoer treden gezamenlijk op als secretarissen van het gemengd comité.
Artikel 5 Agenda van de vergaderingen
De delegatiehoofden stellen in onderling overleg de voorlopige agenda van elke vergadering op. De voorlopige agenda wordt uiterlijk vijftien dagen vóór de vergaderdatum door de secretarissen aan de leden van de delegaties toegezonden.
Elke vergadering van het gemengd comité begint met de goedkeuring van de agenda. Punten die niet op de voorlopige agenda voorkomen, kunnen aan de agenda worden toegevoegd indien het gemengd comité dit beslist.
De delegatiehoofden kunnen de in lid 1 bedoelde termijnen inkorten als dat in een bepaald geval noodzakelijk is.
Artikel 6
Notulen
Na elke vergadering van het gemengd comité worden ontwerpnotulen opgesteld. In deze ontwerpnotulen wordt vermeld welke punten zijn besproken en welke besluiten zijn goedgekeurd.
Binnen een maand na de vergadering worden de ontwerpnotulen door het hoofd van de gastdelegatie via de secretarissen van het gemengd comité schriftelijk ter goedkeuring voorgelegd aan het andere delegatiehoofd.
Als de notulen worden goedgekeurd, worden ze in tweevoud ondertekend door de delegatiehoofden, waarbij elke partij één origineel exemplaar bijhoudt. De delegatiehoofden kunnen besluiten dat de ondertekening en uitwisseling van elektronische kopieën volstaan om aan deze vereiste te voldoen.
De notulen van de vergaderingen van het gemengd comité zijn openbaar, tenzij een van de partijen anderszins verzoekt.
De delegatiehoofden kunnen de in lid 2 van dit artikel bedoelde termijnen inkorten en in onderling overleg een datum vaststellen voor de goedkeuring als bedoeld in lid 3 als dat in een bepaald geval noodzakelijk is.
Artikel 7 Schriftelijke procedure
Indien nodig en naar behoren gemotiveerd, kunnen besluiten van het gemengd comité volgens de schriftelijke procedure worden vastgesteld overeenkomstig artikel 6, lid 5, van de overeenkomst. Daartoe stellen de delegatiehoofden elkaar in kennis van de ontwerpmaatregelen waarover het advies van het gemengd comité wordt gevraagd; dit kan vervolgens worden bevestigd via briefwisseling. De partijen kunnen echter vragen dat het gemengd comité wordt bijeengeroepen om de kwestie te bespreken.
Artikel 8 Beraadslagingen
Het gemengd comité neemt besluiten op basis van consensus tussen de partijen.
Besluiten van het gemengd comité dragen het opschrift “Besluit“, gevolgd door een volgnummer, de datum van vaststelling en een beschrijving van het onderwerp.
De besluiten van het gemengd comité worden ondertekend door de delegatiehoofden en als aanhangsel bij de notulen gevoegd.
De besluiten van het gemengd comité worden door de partijen uitgevoerd overeenkomstig hun eigen interne procedures.
De besluiten van het gemengd comité kunnen door de partijen in hun officiële publicatiebladen worden bekendgemaakt. Elke partij houdt één origineel exemplaar van de besluiten bij.
Artikel 9 Werkgroepen
Het gemengd comité kan werkgroepen oprichten om zich te laten bijstaan bij de uitvoering van zijn taken. De taakomschrijving van een werkgroep moet overeenkomstig artikel 6, lid 5, van de overeenkomst door het gemengd comité worden goedgekeurd en worden opgenomen in de bijlage bij het besluit tot oprichting van de werkgroep.
De werkgroepen bestaan uit vertegenwoordigers van de partijen.
De werkgroepen werken onder het gezag van het gemengd comité, waaraan zij na elke vergadering verslag uitbrengen. Zij nemen geen besluiten, maar kunnen aanbevelingen doen aan het gemengd comité.
Het gemengd comité kan te allen tijde besluiten bestaande werkgroepen op te heffen, hun taakomschrijving te wijzigen of nieuwe werkgroepen op te richten die het comité bijstaan in zijn taken.
Artikel 10 Kosten
Elke partij draagt zelf de kosten voor haar deelname aan de vergaderingen van het gemengd comité en de werkgroepen, zowel wat personeelsuitgaven, reis- en verblijfkosten als kosten voor post en telecommunicatie betreft.
Andere uitgaven in verband met de organisatie van vergaderingen komen ten laste van de partij die als gastheer voor de vergadering optreedt.
Artikel 11 Wijziging van het Reglement van orde
Het gemengd comité kan zijn reglement van orde te allen tijde wijzigen door middel van een krachtens artikel 6, lid 5, van de overeenkomst genomen besluit.