Home

Proposal for a COUNCIL REGULATION Establishing a market correction mechanism to protect citizens and the economy against excessively high prices

Proposal for a COUNCIL REGULATION Establishing a market correction mechanism to protect citizens and the economy against excessively high prices

COUNCIL REGULATION

Strasbourg, 22.11.2022

COM(2022) 668 final

2022/0393(NLE)

Proposal for a COUNCIL REGULATION Establishing a market correction mechanism to protect citizens and the economy against excessively high prices

2022/0393 (NLE)

Proposal for a COUNCIL REGULATION Establishing a market correction mechanism to protect citizens and the economy against excessively high prices

Establishing a market correction mechanism to protect citizens and the economy against excessively high prices

Het voorstel creëert een tijdelijk en doelgericht regelgevingsinstrument om het fenomeen van extreme prijspieken als gevolg van tekortkomingen in de prijsvormingsmechanismen van de groothandelsmarkten voor gas aan te pakken, waardoor aanzienlijke schade aan de economie van de Unie wordt voorkomen.

De ongerechtvaardigde militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne en het gebruik van energie als wapen hebben geleid tot een ongekende energiecrisis, die met name de Unie treft. Het gevolg hiervan is een scherpe stijging van de energieprijzen, waardoor de inflatie wordt aangewakkerd en onze energievoorzieningszekerheid in het gedrang komt. Rusland heeft zich schuldig gemaakt aan opzettelijke verstoringen en manipulatie van het aanbod, en dit beïnvloedt de Europese aardgasprijzen en het evenwicht van de prijsvorming op de energiemarkten. Door het besluit van Rusland om de bevoorrading via de Nord Stream 1-pijpleiding stop te zetten en de leveringen aan verschillende EU-lidstaten te onderbreken, de sabotage van de pijpleidingen Nord Stream 1 en 2 en de noodzaak om op korte termijn nieuwe leveringsbronnen en -routes te vinden, is deze crisis in een nieuwe fase aanbeland. De EU is vastbesloten haar afhankelijkheid van Russische fossiele brandstoffen volledig af te bouwen, zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie van 18 mei 2022 met de titel “REPowerEU-plan”, door een vermindering van de vraag, een snellere uitrol van hernieuwbare energie en de vervanging van Russisch gas door middel van alternatieve leveringen van betrouwbare partners via het Energieplatform. Het Russische aandeel van de gasinvoer via pijpleiding in de totale gasinvoer in de EU is reeds gedaald van 41 % in september 2021 tot 9 % in september 2022.

Hoewel de markten al sinds het begin van de Russische agressie tegen Oekraïne reageerden met een aanzienlijke stijging van de gasprijzen, hebben de prijspieken ongekende hoogten bereikt en werd in de tweede helft van augustus 2022 het hoogste niveau ooit opgetekend. In het voorgaande decennium schommelden de prijzen binnen een bandbreedte van 5 tot 35 EUR/MWh, maar nu bereikten de Europese aardgasprijzen niveaus die 1000 % hoger lagen dan de gemiddelde prijzen die voorheen in de Unie te zien waren. De Nederlandse TTF Gas Futures (kwartaalproducten), die op de ICE Endex-beurs 1 worden verhandeld, bereikten 350 EUR/MWh, het TTF day-aheadgas, dat op de EEX wordt verhandeld, bereikte 316 EUR/MWh, zonder significante veranderingen in de verhandelde volumes. De month-aheadprijzen piekten ruim boven 200 EUR/MWh en bereikten op 26 augustus 2022 hun hoogste punt van bijna 314 EUR/MWh. Gedurende twee opeenvolgende weken, van 18 augustus tot en met 31 augustus 2022, bleef de month-aheadprijs boven 225 EUR/MWh. De hoogste prijsniveaus werden bereikt voor één week – vijf opeenvolgende handelsdagen – van 22 tot en met 26 augustus 2022, toen de prijzen rond 265 EUR/MWh of hoger lagen. In de periode van 22 tot en met 31 augustus 2022 bedroeg het verschil tussen de spot-TTF- en de lng-prijzen 2 meer dan 57 EUR/MWh. In de laatste drie dagen van de week van 22 tot en met 26 augustus 2022 bedroeg de spread tussen de spot-TTF-prijzen en de lng-referentieprijzen meer dan 58 EUR/MWh. Dit was een ongekende loskoppeling tussen de TTF-prijzen en de lng-prijzen, die de wereldmarktprijzen weerspiegelen. Na de extreme niveaus van augustus 2022 daalden de prijzen in de daaropvolgende weken onder 220 EUR/MWh en zijn ze nog niet opnieuw boven dat niveau uitgestegen.

Deze extreme prijspiek gedurende bijna twee weken was zeer schadelijk voor de Europese economie. Gas wordt op grote schaal gebruikt in tal van economische sectoren in de EU, gaande van kmo’s tot grote industrieën, met name gasintensieve industrieën zoals keramiek, glas, meststoffen, pulp en papier en chemische stoffen. Zeer hoge aardgasprijzen van ongeveer 350 EUR/MWh, zoals de niveaus die in augustus werden opgetekend, hebben een uiterst negatief effect op de economie van de Unie, zelfs over een korte periode; zij hebben besmettingseffecten op de elektriciteitsprijzen en versterken de algemene inflatie. Prijspieken brengen tastbare schade en risico’s met zich voor afnemers en leveranciers van energie en voor de voorzieningszekerheid op de gas- en elektriciteitsmarkten. De afnemers waren volledig blootgesteld aan de extreme prijspieken als gevolg van regionale capaciteitsknelpunten. Bij maximale capaciteit konden geen extra gasleveringen worden aangetrokken door verdere prijsstijgingen. De Russische agressie tegen Oekraïne blijft negatieve gevolgen hebben voor de gehele economie van de Unie, die daardoor, in vergelijking met de voorjaarsprognoses van de Commissie 3 , een pad van lagere groei en hogere inflatie gaat volgen. Volgens de verwachtingen zal de gemiddelde inflatie op jaarbasis in 2022 op een historisch hoogtepunt uitkomen, namelijk 7,6 % in de eurozone en 8,3 % in de EU, en vervolgens in 2023 dalen tot respectievelijk 4,0 % en 4,6 %. Volgens de tussentijdse economische zomerprognose 2022 van de Commissie zou de economie van de Unie slechts groeien met 2,7 % in 2022 en 1,5 % in 2023. De groei in de eurozone zou in 2022 uitkomen op 2,6 %, en in 2023 vertragen tot 1,4 %; in sommige landen wordt een recessie verwacht.

Gezien de huidige lage niveaus van Russische aardgasstromen naar Europa, die reeds zijn verminderd tot 9 % van de totale gasinvoer via pijpleiding in de EU, en de verwachting dat het niveau van invoer van voor de oorlog niet meer zal worden bereikt, blijft de situatie op de gas- en financiële markten in de EU problematisch. Door de ongekende veranderingen in de routes voor gaslevering en -transport, in combinatie met markt- en prijsvormingsinstrumenten die niet waren afgestemd op een aanbodschok, worden Europese consumenten en bedrijven blootgesteld aan een kennelijk risico dat er zich opnieuw perioden met economisch schadelijke pieken in de gasprijzen voordoen. Onvoorspelbare gebeurtenissen, zoals ongevallen of sabotage van pijpleidingen, die de gasleveringen aan Europa verstoren of de vraag drastisch omhoogdrijven, kunnen de voorzieningszekerheid bedreigen. Spanning en nervositeit op de markt, ten gevolge van de angst voor situaties van plotselinge schaarste, zullen waarschijnlijk na deze winter en ook volgend jaar blijven bestaan, aangezien het naar verwachting een of meerdere jaren zal duren om zich aan de aanbodschok aan te passen en nieuwe relaties en infrastructuur voor de bevoorrading tot stand te brengen.

De Title Transfer Facility (TTF) is een “hub” 4 of een “virtueel handelspunt” van een zogenaamd entry-/exitsysteem, waar netgebruikers gas onder elkaar kunnen overdragen. Een hub wordt gewoonlijk beheerd door een transmissiesysteembeheerder of een andere door de lidstaat aangewezen entiteit die nominaties afhandelt voor de overdracht van de eigendom van het gas tussen netgebruikers.

Een reeks producten kan worden verhandeld voor levering op hubs, zowel virtueel als fysiek (waarbij het gas op een bepaald fysiek punt moet worden geleverd) 5 . Hubs vervullen een belangrijke rol bij de stabiliteit van het aardgassysteem, aangezien zij het mogelijk maken gas tussen marktspelers over te dragen, en vormen derhalve de kern van de gasmarkt. Er zijn verschillende gashubs in Europa, met als belangrijkste: de Nederlandse TTF (NL), de Duitse Trading Hub Europe (THE), de Franse Gas exchange point - North (PEG), de Belgische Zeebrugge (Beach) en ZTP, de Oostenrijkse Virtual Trading Point (VTP), de Italiaanse Punto di Scambio Virtuale (PSV), de Tsjechische Virtual Trading Point (VTP), de Spaanse Virtual Balancing Point (PVB) en de Britse National Balancing Point (NBP).

Handel op hubs kan plaatsvinden hetzij over-the-counter (otc), hetzij via beurzen, waarbij de hub de plaats van levering is om het gas tussen portefeuilles uit te wisselen. Het meest liquide product dat de TTF als referentie gebruikt, is het Nederlandse “TTF Gas Futures” voor levering binnen de maand, dat op de beurs “ICE Endex” wordt verhandeld, terwijl op de zogenaamde “spotmarkt”, dit is de markt voor producten met een duration van een dag of minder, de European Energy Exchange (“EEX”) de meest liquide markt is.

De TTF is een virtueel handelspunt waarmee zowel spot- als futurecontracten verband houden. TTF-gerelateerde producten (dit zijn contracten met TTF als leveringspunt) zijn beschikbaar op beurzen en variëren doorgaans van kortetermijnproducten (bv. within-day, day-ahead, week-ahead) tot producten met een leveringshorizon tot enkele jaren later. In dit verband kunnen verschillende markten worden onderscheiden:

Spotmarkten (within-day en day-ahead) zijn de plaats waar transmissiesysteembeheerders het net fysiek in evenwicht houden, wat van cruciaal belang is om de voorzieningszekerheid te waarborgen. Het is ook de plaats voor fysiek geleverde transacties waar marktdeelnemers hun gasportefeuilles in evenwicht zullen brengen als reactie op veranderingen in vraag en aanbod, bijvoorbeeld ten gevolge van weersomstandigheden of congestie. Gezien de risico’s voor de voorzieningszekerheid en het in evenwicht brengen van de dagmarkten heeft dit voorstel hierop geen betrekking.

Derivatenmarkten, met name met contracten betreffende de toekomstige levering van gas (bv. month-ahead of langer), zijn voor gasbedrijven van essentieel belang om hun financiële risico’s af te dekken bij de aankoop van gas op volatiele markten. De stabielere langetermijnprijzen van derivaten leveren ook prijssignalen op om te komen tot een betrouwbaar klimaat voor investeringen in infrastructuur. Interventies op derivaten- en termijnmarkten kunnen ook gevolgen hebben voor de financiële stabiliteit.

Prijsnoteringsbureaus (“price reporting agencies” - PRA's) volgen de activiteiten van day-aheadmarkten en publiceren indexen, waaronder TTF-gerelateerde indexen, die in contracten gewoonlijk als referentie worden gebruikt. De prijzen die in contracten het meest als referentieprijs worden gebruikt, zijn de TTF-month-aheadreferentieprijzen. TTF-gerelateerde indexen, die betrekking hebben op de prijs van TTF-spot- of futurecontracten, kunnen op hun beurt worden gebruikt in de prijsformules van langerlopende contracten. Dit houdt voornamelijk verband met het feit dat de TTF de afgelopen jaren werd gezien als de meest betrouwbare maatstaf voor de gasprijzen op EU-niveau, zelfs buiten de grenzen van de regio die door de TTF-hub wordt bediend.

Beurzen hebben gewoonlijk zogenaamde “clearinghuizen” die tegenpartijrisico’s beheren, aangezien transacties worden uitgevoerd zonder de tegenpartij te kennen.

De TTF is de meest liquide gashub in de EU en is een veelgebruikte referentie voor Europese gasprijzen, en fungeert als het voornaamste instrument voor handel en risicobeheer in de Europese gashandel. TTF-indexen zijn de afgelopen jaren in Europa gebruikt als maatstaf voor de aardgasprijzen in Europa. Dit was te wijten aan de specifieke geografische ligging van de hub, die aardgas ontvangt uit verschillende bronnen, waaronder in eigen land gewonnen gas uit het Groningenveld, gas uit Noorwegen, lng alsook aanzienlijke volumes uit Rusland. Deze laatste moeten nu worden vervangen door andere leveranciers uit derde landen. Marktspelers gebruikten van oudsher de TTF als maatstaf voor aardgas in heel Europa en deze referentieprijs werd representatief geacht voor de hele markt. Volgens marktgegevens was de TTF-hub goed voor ongeveer 80 % van het aardgas dat in de eerste acht maanden van 2022 is verhandeld in de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk samen (hetzelfde aandeel als in deze periode in 2021). Volgens marktramingen steeg het aandeel van beursverhandelde volumes op de TTF tot 70 % tijdens de eerste acht maanden van 2022. ICE ENDEX en ECC B.V. zijn de beursexploitanten voor de Nederlandse gasmarkt.

De niet uitgelokte agressie van Rusland tegen Oekraïne en het gebruik van energie als wapen door Rusland hebben ingrijpende structurele gevolgen voor de aardgasmarkten in Europa, en leiden tot fundamentele veranderingen in de oorsprong van de leveringen in Europa en in de wijze waarop de gasstromen binnen de EU verlopen.

Door verstoringen van de aanvoer vanuit Rusland is het aandeel van Russisch gas uit pijpleidingen in de totale invoer via pijpleidingen in de EU in de loop van dit jaar teruggelopen van 40 % tot 9 %. De infrastructuur die vereist is om de noodzakelijke stromen uit andere bronnen op te vangen, is nog niet beschikbaar. Verschillende knelpunten in de infrastructuur, zowel voor gas uit pijpleidingen als voor lng, worden nu aangepakt om, in overeenstemming met het REPowerEU-plan, tegemoet te komen aan de nieuwe realiteit op de markt.

In de situatie waarin er zich een aanbodschok voordoet en nieuwe aanvoerroutes in gebruik worden genomen, zijn de omvangrijke infrastructurele beperkingen die kenmerkend zijn voor het gassysteem van Noordwest-Europa, zowel wat de transmissie via pijpleiding (west-oost) als wat de hervergassingscapaciteit voor lng betreft, problematisch geworden voor het prijsvormingsmechanisme voor de rest van Europa. Deze beperkingen zijn voor een deel de oorzaak van de algemene stijging van de gasprijzen sinds het begin van de crisis. Knelpunten in de infrastructuur in de regio vormden een van de verklaringen voor het groeiende verschil tussen de TTF-futureprijs en de lng-prijzen op de wereldmarkt tijdens de zomer. Hoewel de TTF-futureprijs in het verleden in vele regio’s van Europa altijd een goede en betrouwbare maatstaf was voor de gasprijzen, is deze als prijsbenchmark minder relevant en betrouwbaar geworden in sommige regio’s, met name in die landen die gemakkelijker toegang hebben tot lng en andere gasbronnen dan de landen waar geen omvangrijke lng-toegang beschikbaar is en waar knelpunten in de capaciteit extra leveringen in de weg staan.

Een duidelijke indicator voor de slechte werking van het prijsvormingsmechanisme die gevolgen heeft voor de hele Europese markt, is het feit dat de TTF-futureprijs vanaf april 2022 los kwam te staan van andere regionale hubs in Europa en van de prijsbeoordelingen voor lng-invoer door professionele indexaanbieders (“prijsnoteringsbureaus”). Onder normale omstandigheden, zoals het geval was in het afgelopen decennium, toen de TTF de meest gebruikte maatstaf voor de aardgasprijs in Europa werd, was de spread tussen TTF en lng kleiner en zelfs negatief. De abnormale spread tussen de TTF en andere regionale hubs in augustus 2022 vormt een sterke aanwijzing dat de TTF mogelijk geen goede maatstaf is voor de marktsituatie buiten Noordwest-Europa, wat leidt tot hoge prijzen die niet overeenstemmen met de marktfundamentals voor de hele EU. Daarom is bij Verordening [XXXX/2022] een nieuwe, betrouwbaardere lng-benchmark op het niveau van de Unie gecreëerd, die het ACER uiterlijk tegen 1 maart 2023 moet ontwikkelen. In perioden van schaarste op de Noordwest-Europese markt worden andere regionale markten buiten Noordwest-Europa ten onrechte getroffen door het indexeren van contracten aan TTF.

Knelpunten in de infrastructuur hebben geleid tot aanzienlijke en ongekende prijsverschillen tussen TTF, nationale gashubs en lng-prijzen. Totdat de infrastructuurknelpunten in Noordwest-Europa zijn opgelost, zullen deze invloed blijven uitoefenen op de prijsvorming en zal het effect op de aardgasmarkten en de economie in Europa aanzienlijk en onevenredig blijven. Zodra de gasstromen via pijpleiding en de lng-terminals hun maximale capaciteit bereikt hebben en zo de voorzieningszekerheid wordt gewaarborgd, trekken verdere prijsstijgingen boven een bepaalde spread ten opzichte van de mondiale gasprijzen, nodig om lng-leveringen naar het continent aan te trekken, geen nieuw gas aan, maar zijn zij het gevolg van knelpunten in de infrastructuur. Deze situatie kan door handelaren en energiebedrijven worden gebruikt om de prijzen op te drijven, met schadelijke gevolgen voor de hele Unie.

Het gevolg zijn situaties, zoals in de laatste twee weken van augustus 2022, waarin de aardgasprijzen recordniveaus boven 300 EUR/MWh bereikten en de prijs op continentale hubs, zoals de TTF, tot 70 EUR/MWh boven de lng-prijs uitsteeg, dat wil zeggen dat de TTF-prijs tot 25 % hoger was dan de lng-prijs (zoals blijkt uit de gemiddelde lng-Spot Index voor Noordwest- en Zuidwest-Europa). In deze situaties kan worden gesteld dat de TTF-index niet langer een geschikte maatstaf biedt voor de prijzen in Europa.

Gezien de rol die de TTF als maatstaf speelt in contracten over heel Europa, heeft dit meegebracht dat Europese afnemers die niet in Midden- en Oost-Europa gevestigd zijn, een hogere prijs moesten betalen, hoewel het aardgas op de wereldmarkten aanzienlijk goedkoper was. In deze situatie was de extreme stijging van de TTF, die voornamelijk werd veroorzaakt door knelpunten in de interne capaciteit in Midden-Europa, niet langer representatief voor veel Europese afnemers en werd deze ervaren als buitensporig en niet als een afspiegeling van het marktevenwicht.

De spread tussen TTF en andere regionale hubs in augustus van dit jaar laat zien waarom de TTF mogelijk niet langer een goede maatstaf is voor de marktsituatie buiten Noordwest-Europa (NWE) wanneer de markten te kampen hebben met infrastructuurbeperkingen. In perioden van schaarste op de NWE-markt zouden andere regionale markten buiten NWE (die te maken hebben met gunstiger marktomstandigheden) ten onrechte worden beïnvloed door indexering van contracten aan de TTF.

Deze situatie zal naar verwachting in heel 2023 aanhouden. Op langere termijn zullen aanzienlijke investeringen in gasinterconnecties en lng-terminals de verschillen in gasprijzen tussen regionale hubs oplossen. Investeringen in hernieuwbare en koolstofarme elektriciteitsproductie zullen het effect van de gasprijzen op de elektriciteitsprijzen permanent loskoppelen en de druk op de gasprijzen in situaties van schaarste verlichten. Met name de nieuwe lng-infrastructuur die later dit jaar of in de eerste maanden van 2023 online komt, zal de huidige problemen naar verwachting beperken. De verwachting dat de spread tussen de TTF en andere EU-hubs zal afnemen, houdt verband met de geplande uitrol van lng-infrastructuur, zoals Floating Storage Regasification Units (FSRU’s), die de knelpunten in het noordwesten van de EU moeten terugdringen. Om deze reden is alleen een tijdelijke interventie gerechtvaardigd.

Toch is het ten minste voor het volgende jaar dringend noodzakelijk het tijdelijke effect van de door congestie getroffen knelpunten te corrigeren in bepaalde delen van de EU, als gevolg van de enorme structurele verandering in het historische evenwicht, waarbij voor 40 % van het aardgas dat naar Europa komt, een andere oorsprong moet worden gevonden, in omstandigheden waarin de TTF-prijzen mogelijk niet de mondiale condities van vraag en aanbod van gas weerspiegelen. De marktinstrumenten waarvan de Europese markten zich bedienen, waren niet ontworpen en ontwikkeld om de huidige marktsituatie te regelen, die gekenmerkt wordt door een enorme aanbodschok en aangedreven wordt door het gebruik van energie als wapen door Rusland, hetgeen tot gevolg heeft dat de EU een meerprijs moet betalen voor haar gas. Zo was de opzet van de Europese elektriciteitsmarkt evenmin voorbereid op een dergelijke crisissituatie, maar de buitengewoon hoge gasprijzen hebben geleid tot hoge elektriciteitsprijzen en ongekende inkomsten voor inframarginale productietechnologieën. Na de verordening die de Raad op 6 oktober 2022 heeft aangenomen met betrekking tot een noodinterventie in verband met de hoge energieprijzen, werkt de Commissie nu aan een voorstel voor een structurele ontkoppeling van de elektriciteitsprijzen, dat in het eerste kwartaal van 2023 op tafel moet liggen.

De abnormaal hoge TTF-prijzen en de weerslag daarvan op het algemene niveau van de aardgasprijzen in Europa hebben op politiek niveau aanleiding gegeven tot talrijke oproepen tot dringende en tijdelijke interventie.

Op 5 oktober 2022 heeft het Europees Parlement in zijn resolutie over de reactie van de EU op de stijgende energieprijzen in Europa verzocht dat er “maatregelen worden genomen met betrekking tot de werking van de TTF” en geoordeeld “dat hiertoe ook de toepassing zou kunnen behoren van een handelsonderbrekingsmechanisme in de TTF in het geval van buitensporige prijsschommelingen, alsmede ‘price collars’”.

Tijdens de informele bijeenkomst van de ministers van Energie van 12 oktober is de Commissie verzocht maatregelen voor te stellen om de solidariteitsinspanningen te coördineren, de energievoorziening veilig te stellen, de prijsniveaus te stabiliseren en ondersteuning te bieden aan huishoudens en bedrijven die geconfronteerd worden met hoge energieprijzen.

In haar voorstel van oktober wilde de Commissie situaties met buitensporige aardgasprijzen aanpakken door een maatregel van de Raad voor te stellen die voorziet in de vaststelling van een maximale dynamische prijs waartegen transacties op de spotmarkten voor aardgas onder bepaalde voorwaarden kunnen plaatsvinden in het kader van de TTF. Om negatieve gevolgen te voorkomen, moet de maatregel over-the-counter-handel in gas mogelijk maken en mag hij geen invloed hebben op de gasleveringszekerheid van de EU en de stromen binnen de EU, niet leiden tot een toename van het gasverbruik en geen afbreuk doen aan de stabiliteit en de ordelijke werking van de markten voor energiederivaten.

In de conclusies van de Europese Raad van 20 en 21 oktober 2022 werd opgeroepen om dringend concrete besluiten in te dienen over bepaalde aanvullende maatregelen, waaronder een “tijdelijke dynamische prijscorridor voor aardgastransacties voor het direct beperken van perioden van buitensporige gasprijzen”, na beoordeling van de gevolgen van een dergelijk mechanisme voor bestaande contracten en rekening houdend met de verschillende energiemixen en nationale omstandigheden.

De belangrijkste doelstelling van het in deze verordening voorgestelde marktcorrectiemechanisme is het voorkomen van perioden van extreem hoge gasprijzen die deels kunnen worden veroorzaakt door inefficiënties in de prijsvormingsmechanismen. De voornaamste doelstelling is niet een interventie in prijzen die vraag en aanbod correct weerspiegelen. De reden hiervoor is dat prijssignalen van belang zijn voor het aantrekken van aardgasleveringen uit derde landen die de EU nodig heeft om haar voorzieningszekerheid en economische welvaart te handhaven.

Het voorgestelde marktcorrectiemechanisme bouwt voort op de artikelen 23 en 24 van het voorstel van de Commissie voor een verordening van de Raad inzake de bevordering van solidariteit via een betere coördinatie van de aankoop van gas, de uitwisseling van gas over de grenzen heen en betrouwbare prijsbenchmarks van 18 oktober 2022 (“voorstel van oktober”).

Op basis van de conclusies van de Europese Raad van 21 oktober 2022 6 en de waarborgen in artikel 23, lid 2, van het voorstel van oktober 7 is het marktcorrectiemechanisme zodanig opgezet dat het aan twee basiscriteria voldoet:

i)    het fungeert als een doeltreffend instrument tegen perioden van buitengewoon hoge gasprijzen, en

ii)    het wordt alleen geactiveerd als de prijzen een uitzonderlijk hoog niveau bereiken (in vergelijking met de lng-prijzen), om aanzienlijke marktverstoringen en verstoringen van leveringscontracten te voorkomen, die mogelijk leiden tot ernstige risico’s voor de voorzieningszekerheid.

Gebeurtenissen uit het verleden, zoals de uitzonderlijke prijsstijging in augustus 2022, kunnen als leidraad dienen voor het bepalen van prijsniveaus waarop een marktcorrectiemechanisme in werking kan worden gesteld.

Het voorgestelde mechanisme bestaat hoofdzakelijk uit een veiligheidsplafond voor de prijs van month-ahead TTF-derivaten (“TTF-prijs”), die een sleutelrol speelt als referentieprijs op de Europese groothandelsmarkt voor gas. Het plafond wordt geactiveerd wanneer de TTF-prijsbasis een vooraf bepaald niveau bereikt en de prijsstijging niet overeenkomt met een vergelijkbare stijging op de wereldmarkt, die tot uitdrukking komt in de gemiddelde dagprijs zoals bepaald in de gepubliceerde lng-prijsbeoordelingen “Daily Spot Mediterranean Marker (MED)” en “Daily Spot Northwest Europe Marker (NWE)” van S&P Global Inc., New York.

Om een onmiddellijk effect te garanderen, wordt voorgesteld de waarden die aanleiding geven tot de activering van het mechanisme, vooraf vast te stellen, teneinde langdurige besluitvormingsprocedures te voorkomen die de activering en het beoogde prijsverlagende effect aanzienlijk kunnen vertragen. Zodra aan de voorwaarden voor activering is voldaan, moet het marktcorrectiemechanisme automatisch van toepassing zijn.

Het veiligheidsplafond voor TTF-futures is zorgvuldig ontworpen om de prijsvorming op de andere regionale gasmarkten niet te beïnvloeden. De reden hiervoor is dat de prijssignalen van deze andere markten minder worden getroffen door de huidige hervergassings- en transmissieknelpunten die kenmerkend zijn voor de Nederlandse gashub en, bijgevolg, de TTF.

Het instrument is bedoeld om gebeurtenissen te matigen waarbij sprake is van zeer buitensporige prijzen, maar niet om het prijsniveau structureel te wijzigen. De gebeurtenissen in augustus 2022 kunnen als benchmark dienen om het niveau van de interventie te bepalen.

Uit de beschikbare gegevens blijkt dat in de periode van 22 tot en met 31 augustus het prijsverschil tussen de actuele TTF month-aheadprijzen en de lng-prijzen meer dan 57 EUR/MWh bedroeg. Front month-prijzen bereikten een niveau van meer dan 300 EUR. Het marktcorrectiemechanisme moet tot doel hebben abnormale prijzen, zoals die van augustus 2022, te voorkomen.

Het plafond is dusdanig opgezet dat het alleen in uitzonderlijke omstandigheden wordt geactiveerd om mogelijk korte perioden van echte buitensporige prijzen aan te pakken, zodat het aardgasverbruik niet toeneemt. Wanneer prijzen “buitensporig” zijn, zou de elasticiteit van de vraag immers naar verwachting zeer laag zijn en zouden de door het plafond vermeden kortstondige perioden van extra prijsstijgingen niet leiden tot een aanzienlijke daling van het verbruik. Ten slotte is het mechanisme niet bedoeld om de prijzen structureel te verlagen omdat dit, indien de prijzen worden doorberekend aan de eindverbruikers, tot meer gasverbruik kan leiden.

Het veiligheidsplafond zal slechts van toepassing zijn op één futuresproduct (TTF month-aheadproducten). Zelfs wanneer het veiligheidsplafond wordt geactiveerd, zullen marktdeelnemers nog steeds gas kunnen aankopen op spotmarkten, via derivaten met een langere looptijd en over-the-counter, waarbij geen sprake is van rechtstreekse beïnvloeding door het mechanisme. Bijgevolg kan niet worden verwacht dat de activering van het mechanisme zal leiden tot “rantsoenering” van gas of problemen met de voorzieningszekerheid.

In het marktcorrectiemechanisme worden doeltreffende waarborgen ingebouwd, zoals hoge interventieplafonds en nauw toezicht, waardoor het mechanisme kan worden opgeschort indien het negatieve gevolgen heeft voor de voorzieningszekerheid.

Met het oog op mogelijke veranderingen in de marktsituatie en om te kunnen reageren op mogelijke onbedoelde negatieve gevolgen van de prijslimiet, worden in het voorstel efficiënte waarborgen ingebouwd om het mechanisme te allen tijde te kunnen opschorten indien het leidt tot ernstige marktverstoringen – of een duidelijk risico daarop – die invloed hebben op de voorzieningszekerheid en de stromen binnen de EU. Het veiligheidsplafond zou automatisch worden gedeactiveerd als uit een dagelijkse evaluatie blijkt dat niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden voor activering. Bij de beoordeling van de gevolgen van het mechanisme moet ook rekening worden gehouden met de naleving van de vraagreductiedoelstellingen van de EU.

2022/0393 (NLE)

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot vaststelling van een marktcorrectiemechanisme om de burgers en de economie te beschermen tegen buitensporig hoge prijzen



VERORDENING VAN DE RAAD

tot vaststelling van een marktcorrectiemechanisme om de burgers en de economie te beschermen tegen buitensporig hoge prijzen

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 122, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. De niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde militaire agressie van de Russische Federatie tegen Oekraïne en de ongekende beperking van aardgasleveringen van de Russische Federatie aan de lidstaten vormen een gevaar voor de voorzieningszekerheid van de Unie en haar lidstaten. Tegelijk hebben de inzet van de gasvoorziening als wapen en de manipulatie van de markten door de Russische Federatie door opzettelijke verstoringen van de gasstromen de energieprijzen in de Unie omhoog doen schieten. Het verleggen van aanvoerroutes, met congestie in de Europese gasinfrastructuur tot gevolg, de noodzaak om alternatieve bronnen van gasvoorziening te vinden, en prijsvormingssystemen die niet zijn aangepast aan de situatie van een aanbodschok, hebben bijgedragen tot de situatie van prijsvolatiliteit en scherpe prijsstijgingen. Hogere aardgasprijzen brengen de economie van de Unie in gevaar door een aanhoudend hoge inflatie als gevolg van hogere elektriciteitsprijzen, waardoor de koopkracht van de consument wordt ondermijnd, en door de stijging van de productiekosten, met name in de energie-intensieve industrie, en vormen een ernstige bedreiging voor de voorzieningszekerheid.

  1. In 2022 waren de aardgasprijzen uitzonderlijk volatiel en in augustus 2022 stegen sommige benchmarks tot recordhoogtes. Het abnormale niveau van de aardgasprijzen dat in augustus 2022 werd opgetekend, was het gevolg van verschillende factoren, waaronder een krap evenwicht tussen vraag en aanbod als gevolg van de vulling van de opslagen en de beperking van de stromen door de pijpleidingen, de vrees voor verdere verstoringen van het aanbod en marktmanipulatie door Rusland, en een prijsvormingsmechanisme dat niet was afgestemd op dergelijke extreme verschuivingen in vraag en aanbod en dat de buitensporige prijsstijging nog verergerde. Waar de prijzen in het voorgaande decennium nog schommelden binnen een bandbreedte van 5 tot 35 EUR/MWh, bereikten de Europese aardgasprijzen nu niveaus die 1000 % hoger lagen dan de gemiddelde prijzen die voorheen in de Unie waren opgetekend. De Nederlandse TTF Gas Futures (3-maandsproducten/op kwartaalbasis) die op de ICE ENDEX-beurs 9 werden verhandeld, bereikten niveaus net onder 350 EUR/MWh en het TTF day-aheadgas dat op EEX werd verhandeld, steeg tot 316 EUR/MWh. Nooit eerder hadden de gasprijzen niveaus zoals die in augustus 2022 bereikt.

  2. Door de schade aan de Nord Stream 1-pijpleiding, die waarschijnlijk is veroorzaakt door sabotage in september 2022, is de kans klein dat de gasleveringen van Rusland aan de Unie in de nabije toekomst weer de vooroorlogse niveaus zullen bereiken. De Europese consumenten en bedrijven lopen duidelijk nog altijd het risico dat zich opnieuw gasprijspieken zullen voordoen die schadelijk zijn voor de economie. Onvoorspelbare gebeurtenissen, zoals ongevallen, de sabotage van pijpleidingen, weersextremen die de gasleveringen aan Europa verstoren of de vraag drastisch doen toenemen, kunnen de voorzieningszekerheid bedreigen. De spanning en nervositeit op de markt, die veroorzaakt worden door angst voor plotse schaarste, zullen waarschijnlijk ook na deze winter en in de loop van volgend jaar aanhouden, aangezien het wellicht een of meerdere jaren zal duren om schokken in het aanbod te kunnen opvangen en nieuwe leveringsrelaties en -infrastructuur op te bouwen.

  3. De Title Transfer Facility (hierna “TTF” genoemd) in Nederland wordt doorgaans beschouwd als de “standaard” prijsmaatstaf op de Europese gasmarkten. Dit is het gevolg van de typisch hoge liquiditeit op de TTF, die aan verschillende factoren kan worden toegeschreven, waaronder de ligging ervan, waardoor de TTF in de situatie vóór de oorlog aardgas uit verschillende bronnen kon ontvangen, waaronder aanzienlijke hoeveelheden uit Rusland. Daardoor wordt de TTF op grote schaal gebruikt als referentieprijs in prijsformules voor gasleveringscontracten en als prijsbasis voor afdekkings-/derivatentransacties in de hele Unie, ook in hubs die niet rechtstreeks met de TTF verbonden zijn. Volgens marktgegevens was de TTF-hub goed voor ongeveer 80 % van alle aardgas dat in de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk samen in de eerste acht maanden van 2022 is verhandeld.

  4. De ontwrichtende veranderingen op de EU-energiemarkten sinds februari 2022 hebben echter invloed gehad op de werking en doeltreffendheid van de traditionele prijsvormingsmechanismen op de groothandelsmarkt voor gas, met name op de TTF-benchmark. Hoewel de TTF in het verleden een goede maatstaf was voor de gasprijzen in andere regio’s van Europa, is er sinds april 2022 een kloof ontstaan met de prijzen op andere hubs en handelsplaatsen in Europa en met de prijstaxaties die prijsnoteringsbureaus voor de invoer van lng verrichten. Dit is grotendeels toe te schrijven aan het feit dat het gassysteem van Noordwest-Europa specifieke infrastructurele beperkingen kent, zowel wat het transport door de pijpleidingen (west-oost) als de hervergassingscapaciteit van lng betreft. Deze beperkingen waren deels verantwoordelijk voor de algemene stijging van de gasprijzen sinds het begin van de crisis in Europa nadat Rusland energie als wapen begon in te zetten. De abnormale spreiding tussen de TTF en andere regionale hubs in augustus 2022 wijst erop dat de TTF onder de huidige specifieke marktomstandigheden wellicht geen goede maatstaf meer is voor de marktsituatie buiten Noordwest-Europa, waar de markten te kampen hebben met infrastructurele beperkingen. Tijdens perioden van schaarste op de markt van Noordwest-Europa kunnen andere regionale markten buiten Noordwest-Europa betere marktomstandigheden kennen en worden zij derhalve ten onrechte beïnvloed door de koppeling van contracten aan de TTF. Hoewel de TTF nog altijd beantwoordt aan de doelstelling om vraag en aanbod in Noordwest-Europa in evenwicht te brengen, zijn maatregelen nodig om het effect van abnormale perioden van buitensporige prijzen op de TTF op andere regionale markten in de EU te beperken.

  5. Er zijn verschillende maatregelen voorhanden om de problemen met de huidige prijsvormingsmechanismen aan te pakken. Een van de mogelijkheden voor Europese bedrijven die het slachtoffer waren van de recente marktverstoringen en de manco’s van het prijsvormingssysteem, bestaat erin om opnieuw te onderhandelen over de bestaande op de TTF gebaseerde contracten. Aangezien prijsreferenties die gekoppeld zijn aan TTF-futures, een andere betekenis hebben dan in het verleden en niet noodzakelijk representatief zijn voor de situatie op de gasmarkt buiten Noordwest-Europa, kunnen bepaalde afnemers een oplossing voor de huidige problemen met de prijsvorming en de TTF-benchmark proberen te vinden door opnieuw te onderhandelen met hun contractpartners op basis van expliciete bepalingen in hun contracten of overeenkomstig de algemene beginselen van het contractenrecht.

  6. In dezelfde lijn kunnen invoerende ondernemingen of lidstaten die namens hen optreden, met internationale partners in contact treden om opnieuw te onderhandelen over bestaande leveringscontracten of nieuwe leveringscontracten overeen te komen met passender prijsformules die zijn aangepast aan de huidige volatiele situatie. Gecoördineerd aankopen via het in het kader van Verordening (EU) [XXXX/2022] gecreëerde IT-instrument kan mogelijkheden opleveren om de prijs van energie-invoer te verlagen, waardoor marktinterventie minder noodzakelijk wordt.

  7. De regulering van de financiële markten biedt al enkele waarborgen om perioden van extreme volatiliteit te beperken, bijvoorbeeld door te eisen dat handelsplatformen zogenaamde kortetermijn-“handelsonderbrekers” opzetten, die extreme prijsstijgingen gedurende bepaalde uren beperken. Het in de artikelen 15 tot en met 17 van Verordening (EU) [XXXX/2022] van de Raad ingevoerde mechanisme voor de beheersing van dagelijkse volatiliteit draagt bij tot het beperken van extreme volatiliteit van de prijzen op de markten voor energiederivaten binnen één dag. Deze mechanismen werken echter slechts op korte termijn en zijn niet bedoeld om te voorkomen dat de marktprijzen bepaalde buitensporige niveaus bereiken.

  8. De vraagreductie is een ander belangrijk element om het probleem van extreme prijspieken aan te pakken. Het verminderen van de vraag naar gas en elektriciteit kan de marktprijzen temperen en zo bijdragen tot het verminderen van de problemen met abnormaal hoge gasprijzen. Deze verordening moet dan ook, in overeenstemming met de conclusies van de Europese Raad van 21 oktober 2022, voorzien in een doeltreffend mechanisme om ervoor te zorgen dat het potentieel van de vraagreductie ten volle wordt benut en dat de activering van het mechanisme niet leidt tot een toename van het gasgebruik.

  9. Hoewel er dus al maatregelen bestaan om een aantal van de factoren aan te pakken die tot de problemen met de prijsvorming op de gasmarkten hebben geleid, garanderen deze maatregelen geen onmiddellijke en voldoende zekere oplossing voor de huidige problemen.

  10. Er moet dus met onmiddellijke ingang een tijdelijk marktcorrectiemechanisme voor aardgastransacties op de month-aheadmarkt voor TTF-derivaten komen, als instrument tegen perioden van buitensporig hoge gasprijzen.

  11. In de conclusies van de Europese Raad van 21 oktober 2022 kreeg de Commissie de opdracht om wetgeving voor te stellen voor een marktcorrectiemechanisme dat voortbouwt op de artikelen 23 en 24 van het voorstel van de Commissie voor een verordening van de Raad inzake de bevordering van solidariteit via een betere coördinatie van de aankoop van gas, de uitwisseling van gas over de grenzen heen en betrouwbare prijsbenchmarks van 18 oktober 2022 (“voorstel van oktober”).

  12. De basiscriteria en waarborgen in de conclusies van de Europese Raad van 21 oktober 2022 en in de artikelen 23 en 24 van het voorstel van oktober moeten in aanmerking worden genomen bij het ontwerpen van het marktcorrectiemechanisme. Daarnaast moeten zij ook worden gebruikt om ervoor te zorgen dat een mogelijke activering van het marktcorrectiemechanisme wordt beëindigd als de voorwaarden voor activering ervan niet langer van kracht zijn of als zich onbedoelde marktverstoringen voordoen.

  13. Het marktcorrectiemechanisme moet zodanig worden opgezet dat het aan twee basiscriteria voldoet; het moet fungeren als een doeltreffend instrument tegen perioden van buitengewoon hoge gasprijzen, en het mag alleen worden geactiveerd als de prijzen in vergelijking met de wereldmarkten een uitzonderlijk hoog niveau bereiken, om aanzienlijke marktverstoringen en verstoringen van leveringscontracten te voorkomen, die mogelijk leiden tot ernstige risico’s voor de voorzieningszekerheid.

  14. De interventie via het marktcorrectiemechanisme moet beperkt blijven tot het aanpakken van de belangrijkste tekorten in de prijsvorming. De TTF month-ahead afwikkelingsprijs voor derivaten is veruit de meest gebruikte benchmark in gasleveringscontracten in de hele EU. Andere benchmarks hebben niet dezelfde problemen die met name voortvloeien uit capaciteitsknelpunten in Midden-Europa. De TTF month-ahead referentie wordt niet alleen door veel handelaren in hun derivaten gebruikt, maar ook vaak door gasleveringsbedrijven in hun leveringscontracten. Het is dan ook passend de interventie te beperken tot de TTF month-ahead afwikkelingsprijs.

  15. Het invoeren van het marktcorrectiemechanisme moet de markt een duidelijk signaal geven dat de EU geen buitensporige prijzen aanvaardt die het gevolg zijn van onvolmaakte prijsvorming. Het moet marktspelers ook zekerheid bieden met betrekking tot betrouwbare limieten voor de handel in gas, en kan aanzienlijke economische besparingen opleveren voor zowel bedrijven als huishoudens die minder zullen worden blootgesteld aan perioden van buitensporige energieprijzen.

  16. Het mechanisme moet een veiligheidsplafond invoeren voor de prijs van month-ahead TTF-derivaten. Dat plafond moet worden geactiveerd als de TTF-prijs een vooraf bepaald niveau bereikt en als de prijsverhoging niet overeenkomt met een vergelijkbare stijging op regionaal of mondiaal niveau. Een veiligheidsplafond moet ervoor zorgen dat handelsorders met prijzen van meer dan 275 EUR niet worden aanvaard zodra het mechanisme is geactiveerd; het plafond moet gedurende een bepaalde tijd stabiel blijven om een minimale voorspelbaarheid van de interventie te waarborgen. Dit is bedoeld om de nadelen van een plafond met dagelijkse veranderingen te vermijden; dat zou immers minder transparant en moeilijker te voorspellen zijn voor marktdeelnemers, waardoor hun vermogen om hun verwachtingen voor de toekomst aan te passen, wordt beperkt. Een vooraf vastgesteld veiligheidsplafond stelt marktspelers in staat hun verwachtingen voor de toekomstige prijsontwikkeling daaraan aan te passen. Het marktcorrectiemechanisme moet echter dynamische elementen bevatten. Er moet rekening worden gehouden met dynamische marktontwikkelingen door middel van regelmatige evaluaties en de mogelijkheid om de biedlimiet te allen tijde te deactiveren. Bij de activering moet ook rekening worden gehouden met de spread tussen de TTF European Gas Spot Index en een referentieprijs, die wordt bepaald door de gemiddelde prijs van aan Europese handelshubs gekoppelde lng-prijsbeoordelingen, die in de loop der tijd kan variëren.

  17. Om het risico te vermijden dat een biedingslimiet voor de prijs van de month-ahead TTF-derivaten leidt tot illegale onderling afgestemde gedragingen tussen aardgasleveranciers of -handelaren, moeten financiële regelgevers, het ACER en mededingingsautoriteiten de markten voor gas- en energiederivaten bijzonder zorgvuldig observeren tijdens de activering van het marktcorrectiemechanisme.

  18. Het marktcorrectiemechanisme moet tijdelijk van aard zijn en alleen worden geactiveerd om perioden van uitzonderlijk hoge aardgasprijzen, die ook geen verband houden met de prijzen op andere gasbeurzen, te beperken. Opdat het marktcorrectiemechanisme kan werken, moet worden voldaan aan twee cumulatieve voorwaarden.

  19. Het marktcorrectiemechanisme mag alleen worden geactiveerd wanneer afwikkelingsprijzen voor front month-TTF-derivaten een vooraf vastgesteld uitzonderlijk hoog niveau bereiken. Gebeurtenissen uit het verleden, zoals de uitzonderlijke prijsstijging in augustus 2022, moeten als leidraad dienen voor het bepalen van prijsniveaus waarop een marktcorrectiemechanisme in werking moet worden gesteld. Uit de beschikbare gegevens blijkt dat in augustus 2022 het prijsverschil tussen de actuele TTF month-ahead prijzen en de lng-prijzen meer dan 57 EUR/MWh bedroeg. Front month-prijzen bereikten een niveau van meer dan 300 EUR. Het marktcorrectiemechanisme moet tot doel hebben abnormale prijzen, zoals die van augustus 2022, te voorkomen.

  20. Bovendien mag het marktcorrectiemechanisme alleen worden geactiveerd wanneer de TTF-prijzen een niveau bereiken dat aanzienlijk en abnormaal hoog is in vergelijking met de lng-prijzen. Als de prijzen op de wereldmarkten in hetzelfde tempo en op hetzelfde niveau stijgen als de TTF-prijzen, kan de activering van het marktcorrectiemechanisme de aankoop van leveringen op de wereldmarkten belemmeren, wat kan leiden tot risico’s op het gebied van voorzieningszekerheid. Daarom mag het marktcorrectiemechanisme alleen in werking worden gesteld in situaties waarin de TTF-prijzen aanzienlijk en over een langere periode hoger zijn dan de prijzen op de wereldmarkten. Evenzo moet, indien de prijzen op de wereldmarkten na de activering van het mechanisme zouden stijgen en het verschil met de TTF-prijzen zou afnemen of verdwijnen, het mechanisme automatisch worden gedeactiveerd om elk risico voor de voorzieningszekerheid te voorkomen.

  1. Lng is een geschikte maatstaf voor de evolutie van gasprijzen op mondiaal niveau. In tegenstelling tot leidinggas wordt lng op een wereldwijde markt verhandeld. Lng-prijzen, zoals die op de mediterrane of noordwestelijke beurzen, worden rechtstreeks beïnvloed door de ontwikkeling van de mondiale lng-markt en liggen gewoonlijk dichter bij het prijsniveau op de wereldmarkt dan benchmarks die door pijpleidingen worden gedomineerd. De lng-prijzen op mediterrane of noordwestelijke beurzen geven een passende indicatie of extreme prijsstijgingen zijn gebaseerd op onderliggende veranderingen in vraag of aanbod dan wel op een slechte werking van het prijsvormingsmechanisme in de Unie. Deze lng-prijzen weerspiegelen ook beter de vraag- en aanbodvoorwaarden in Europa dan soortgelijke prijzen in het buitenland, zoals in Azië of de VS (zie bijvoorbeeld de “Joint Japan Korea Marker” of de “Henry Hub Gas Price Assessment”, beide gepubliceerd door S&P Global Inc., New York). Zij weerspiegelen dus beter de TTF-overprijs in vergelijking met lng die in het Europese systeem wordt geleverd. Rekening houden met de Europese lng-prijzen voorkomt een onjuiste invloed van specifieke lokale vraag- en aanbodoverwegingen op de prijzen in andere wereldregio’s (zoals de Verenigde Staten en Azië). Bij de monitoring vóór en na een mogelijke activering van het mechanisme moet echter rekening worden gehouden met de ontwikkelingen op andere relevante georganiseerde markten buiten de Unie. De feitelijke triggers voor de vergelijking tussen de TTF- en lng-prijzen moeten worden gekozen op basis van een analyse van de historische prijzen, waarbij rekening moet worden gehouden met de spread tijdens de prijspiek in augustus 2022.

  2. De triggers van het marktcorrectiemechanisme moeten ervoor zorgen dat het mechanisme markttekorten corrigeert en vraag en aanbod en de normale prijsvorming niet significant verstoort. Als het plafond niet op een voldoende hoog niveau wordt vastgesteld, zou het marktdeelnemers kunnen beletten hun risico’s doeltreffend af te dekken, aangezien de vorming van betrouwbare prijzen voor producten met een leveringsdatum in de toekomst en de werking van de derivatenmarkten kunnen worden geschaad. Indien het mechanisme zou worden geactiveerd om de prijzen kunstmatig te verlagen in plaats van om marktstoringen te corrigeren, zou het ernstige negatieve gevolgen hebben voor marktdeelnemers, inclusief energiebedrijven, die met moeilijkheden bij het voldoen aan margin calls en met liquiditeitsbeperkingen te maken zouden kunnen krijgen, wat tot wanbetalingen kan leiden. Sommige (met name kleinere) marktdeelnemers kan worden belet hun posities af te dekken, waardoor de volatiliteit op spotmarkten verder wordt verergerd en mogelijk hogere prijspieken ontstaan. Gezien de aanzienlijke handelsvolumes zou een dergelijke ontwikkeling een duidelijk risico voor de economie vormen, dat door de opzet van de maatregel moet worden voorkomen.

  3. Om volledig in overeenstemming te zijn met Verordening (EU) 2022/1369 van de Raad en de in die verordening opgenomen vraagreductiedoelstellingen, moet de Commissie de activering van het marktcorrectiemechanisme kunnen opschorten indien het negatieve gevolgen heeft voor de vooruitgang die is geboekt bij de verwezenlijking van de gasbesparingsdoelstelling van artikel 3 van Verordening (EU) 2022/1369 van de Raad, of leidt tot een algehele toename van het gasverbruik, op basis van gegevens over het gasverbruik en de vraagreductie die van de lidstaten zijn ontvangen overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU) 2022/1369 van de Raad. Het temperende effect dat het marktcorrectiemechanisme op de aardgasprijzen kan hebben, mag er niet toe leiden dat het aardgasverbruik in de EU kunstmatig wordt gestimuleerd en zo de nodige inspanningen worden geschaad om de vraag naar aardgas te verminderen in overeenstemming met de doelstellingen voor vraagreductie overeenkomstig artikel 3 en 5 van Verordening (EU) 2022/1369 van de Raad en artikel 3 en 4 van Verordening (EU) 2022/1854. De Commissie moet ervoor zorgen dat de activering van het mechanisme de vooruitgang die de lidstaten boeken bij het behalen van hun energiebesparingsdoelstellingen, niet vertraagt.

  4. Om de Commissie in staat te stellen in te grijpen indien het gas- en elektriciteitsverbruik in reactie op de marktcorrectiegebeurtenis toeneemt, moeten de lidstaten, naast de bestaande rapportageverplichtingen over de tenuitvoerlegging van de vraagreductie, aan de Commissie specifiek meedelen welke maatregelen zij hebben genomen om het gas- en elektriciteitsverbruik te verminderen naar aanleiding van de marktcorrectiegebeurtenis, met het oog op de vermindering van de gasvraag met 15 %, zoals bepaald in de artikelen 3 en 5 van Verordening (EU) 2022/1369 van de Raad en de doelstellingen voor de terugdringing van de vraag in de artikelen 3 en 4 van Verordening (EU) 2022/1854 van de Raad. Om ervoor te zorgen dat een marktcorrectiegebeurtenis de prikkel om de vraag verder te reduceren, niet doet afnemen, moet de Commissie overwegen voor te stellen om Verordening (EU) 2022/1369 van de Raad aan de nieuwe situatie aan te passen.

  5. Afhankelijk van het niveau van de interventie kan het marktcorrectiemechanisme financiële, contractuele en voorzieningszekerheidsrisico’s met zich meebrengen. Het risiconiveau hangt af van de frequentie waarmee het mechanisme wordt geactiveerd en kan de normale werking van de markt verstoren. Hoe lager de drempel voor een interventie, hoe vaker het mechanisme in werking treedt, en dus hoe waarschijnlijker het is dat het risico werkelijkheid wordt. Daarom moeten de voorwaarden voor de activering van het mechanisme worden vastgesteld op een niveau dat gekoppeld is aan abnormale en buitengewoon hoge niveaus van de TTF month-ahead prijs, terwijl er tegelijkertijd voor moet worden gezorgd dat het een doeltreffend instrument is tegen perioden van buitensporige prijzen die de internationale marktontwikkelingen niet weerspiegelen. Een lagere drempel zou het risico inhouden dat het plafond wordt geactiveerd in situaties waarin de prijsstijgingen van beperkte duur zijn en dus niet in dezelfde mate aanleiding geven tot bezorgdheid als de prijsstijging in augustus 2022. Eind december 2021 en begin maart 2022 stegen de TTF month-ahead prijzen slechts enkele dagen tot een hoge piek en daalden zij bijna onmiddellijk tot het beginniveau, zonder tastbare negatieve gevolgen voor markten en consumenten.

  6. Het is belangrijk dat het mechanisme zodanig wordt opgezet dat het niet het fundamentele contractuele evenwicht van gasleveringscontracten wijzigt, maar veeleer situaties van abnormaal marktgedrag aanpakt. Indien de triggers voor de interventie op een zodanig niveau worden vastgesteld dat zij bestaande problemen met de prijsvorming corrigeren en niet bedoeld zijn om het evenwicht tussen vraag en aanbod te verstoren, kan het risico dat het contractuele evenwicht van bestaande contracten via het mechanisme of de activering ervan wijzigt, tot een minimum worden beperkt.

  7. Om ervoor te zorgen dat het marktcorrectiemechanisme een onmiddellijk effect heeft, moet de biedlimiet onmiddellijk en automatisch worden geactiveerd, zonder dat een verder besluit van het Europees Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (“ACER”) of de Commissie nodig is. Om ervoor te zorgen dat mogelijke problemen als gevolg van de activering in een vroeg stadium worden vastgesteld, moet de Commissie de ECB en de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) opdracht geven een verslag uit te brengen over mogelijke negatieve effecten van het mechanisme op de financiële markten.

  8. Het ACER moet voortdurend monitoren of aan de voorwaarden voor de werking van het marktcorrectiemechanisme is voldaan. Het ACER is de meest geschikte autoriteit om een dergelijk toezicht uit te voeren, omdat het een Uniebreed beeld heeft van de gasmarkten en over de nodige deskundigheid beschikt op het gebied van de werking van de gasmarkten, en het krachtens het EU-recht al een mandaat heeft om toezicht te houden op de handel in voor de groothandel bestemde energieproducten. Het ACER moet daarom de ontwikkeling van de front month-TTF-afwikkelingsprijs en van de TTF European Gas Spot Index monitoren en deze index vergelijken met de referentieprijs, die wordt bepaald door de gemiddelde prijs van aan Europese handelshubs gekoppelde lng-prijsbeoordelingen, om na te gaan of is voldaan aan de voorwaarden die de activering of deactivering van het marktcorrectiemechanisme rechtvaardigen. Zodra het mechanisme is geactiveerd, moet het ACER dagelijks verslag uitbrengen aan de Commissie over de vraag of nog steeds aan de activeringsdrempel is voldaan.

  9. De activering van het marktcorrectiemechanisme kan ongewenste en onvoorzienbare gevolgen hebben voor de economie, met inbegrip van risico’s voor de voorzieningszekerheid en de financiële stabiliteit. Om snel te kunnen reageren op onbedoelde marktverstoringen moeten efficiënte waarborgen worden ingebouwd om te garanderen dat het mechanisme te allen tijde kan worden opgeschort. Indien er op basis van de resultaten van het toezicht van het ACER concrete aanwijzingen zijn dat er een marktcorrectiegebeurtenis ophanden is, moet de Commissie de ECB, de ESMA en, in voorkomend geval, het ENTSB-G en de Groep coördinatie gas om advies kunnen vragen over de gevolgen van een mogelijke marktcorrectiegebeurtenis voor de voorzieningszekerheid, de stromen binnen de EU en de financiële stabiliteit, zodat de Commissie de activering van het marktcorrectiemechanisme door het ACER zo nodig snel kan opschorten.

  10. Naast een dagelijkse evaluatie van de vraag of de vereisten voor de biedlimiet nog steeds gelden, moeten aanvullende waarborgen worden opgenomen om onbedoelde marktverstoringen te voorkomen.

  11. De biedlimiet mag geen invloed hebben op over-the-counter (“otc”) transacties, aangezien het opnemen ervan ernstige toezichtproblemen zou doen rijzen en tot problemen met de voorzieningszekerheid kan leiden.

  12. Het marktcorrectiemechanisme moet automatisch worden gedeactiveerd indien de werking ervan niet langer gerechtvaardigd is door de situatie op de aardgasmarkt. Tenzij er marktverstoringen optreden, mag het mechanisme pas na een bepaalde periode worden gedeactiveerd om frequente activering en deactivering te voorkomen. Indien het ACER bij het toezicht op de ontwikkeling van de triggers van het mechanisme vaststelt dat de TTF European Gas Spot Index niet langer hoger is dan de referentieprijs gedurende een voldoende stabiele periode, moet het mechanisme automatisch worden gedeactiveerd. De deactivering van het mechanisme mag geen beoordeling door het ACER of de Commissie vereisen, maar moet automatisch plaatsvinden wanneer aan de voorwaarden is voldaan.

  13. Het is van cruciaal belang dat het marktcorrectiemechanisme een doeltreffend instrument omvat om het veiligheidsplafond onmiddellijk en te allen tijde op te schorten indien het zou leiden tot ernstige marktverstoringen die de voorzieningszekerheid en de stromen binnen de EU aantasten.

  14. Aangezien het belangrijk is om alle waarborgen waarmee rekening moet worden gehouden bij de beoordeling van een mogelijke opschorting van het veiligheidsplafond, grondig te beoordelen, moet het veiligheidsplafond bij besluit van de Commissie worden opgeschort. Bij het nemen van het besluit, dat zonder onnodige vertraging moet worden genomen, moet de Commissie met name beoordelen of de handhaving van de biedingslimiet de voorzieningszekerheid van de Unie in gevaar brengt, gepaard gaat met voldoende inspanningen om de vraag te verminderen, marktgebaseerde gasstromen binnen de Unie voorkomt, negatieve gevolgen heeft voor de markten voor energiederivaten, rekening houdt met de gasmarktprijzen op de verschillende georganiseerde markten in de Unie, of bestaande gasleveringscontracten negatief kan beïnvloeden.

  15. Het marktcorrectiemechanisme mag de gasvoorzieningszekerheid van de Unie niet in gevaar brengen door prijssignalen te beperken die essentieel zijn voor het aantrekken van de nodige gasleveringen en voor de gasstromen binnen de EU. Wanneer het marktcorrectiemechanisme wordt geactiveerd, zouden gasleveranciers de leveringen namelijk kunnen stopzetten om de winsten te maximaliseren door vlak na de deactivering van de plafonds te verkopen. In een situatie waarin de Commissie een noodsituatie op regionaal of Unieniveau heeft afgekondigd overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EU) 2017/1938, en waarin daarnaast niet-marktgebaseerde maatregelen moeten worden ingevoerd, met name met het oog op het veiligstellen van de gaslevering aan beschermde afnemers, mag het marktcorrectiemechanisme de gasstroom binnen de interne markt niet onnodig beperken en zo de gasleveringszekerheid van de Unie in gevaar brengen, en moet het dus worden opgeschort.

  16. Het marktcorrectiemechanisme mag er niet toe leiden dat de rol van prijssignalen op de interne gasmarkt van de EU afneemt en marktgebaseerde gasstromen binnen de EU worden voorkomen, aangezien het van essentieel belang is dat aardgas blijft stromen naar waar het het hardst nodig is.

  17. Het marktcorrectiemechanisme mag de aanhoudende goede werking van de markten voor energiederivaten niet onnodig in gevaar brengen. Deze markten spelen een belangrijke rol omdat zij marktdeelnemers in staat stellen hun posities af te dekken teneinde risico’s te beheersen, met name met betrekking tot prijsvolatiliteit. Bovendien kunnen prijsinterventies via het marktcorrectiemechanisme leiden tot aanzienlijke financiële verliezen voor marktdeelnemers op de derivatenmarkten. Gezien de omvang van de gasmarkt in de EU kunnen dergelijke verliezen niet alleen gevolgen hebben voor de gespecialiseerde derivatenmarkten, maar ook aanzienlijke domino-effecten hebben op andere financiële markten. Daarom moet de Commissie het marktcorrectiemechanisme onmiddellijk opschorten indien het de ordelijke werking van de derivatenmarkt in gevaar brengt. In dit verband is het van belang dat de Commissie rekening houdt met de beschikbare expertise van relevante EU-organen. De Europese Autoriteit voor effecten en markten is een onafhankelijke autoriteit die bijdraagt tot het waarborgen van de stabiliteit van het financiële stelsel van de EU, met name door stabiele en ordelijke financiële markten, zoals de derivatenmarkten, te bevorderen. De Commissie moet daarom rekening houden met de verslagen van de ESMA over deze aspecten. Daarnaast moet de Commissie rekening houden met alle adviezen van de Europese Centrale Bank (“ECB”) met betrekking tot de stabiliteit van het financiële stelsel overeenkomstig artikel 127, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (“VWEU”) en artikel 25 van Protocol 4 bij het VWEU. Gezien de volatiliteit van de financiële markten en de mogelijk grote impact van marktinterventies op die markten, is het belangrijk dat de Commissie het marktcorrectiemechanisme snel kan opschorten. Daarom moeten het verslag van de ESMA en het advies van de ECB binnen 48 uur na het verzoek van de Commissie of in dringende gevallen nog dezelfde dag worden uitgebracht.

  18. Het marktcorrectiemechanisme moet zo worden opgezet dat alleen uitzonderlijke stijgingen van de gasprijzen als gevolg van tekorten in het prijsvormingsmechanisme worden aangepakt en als zodanig geen gevolgen hebben voor de geldigheid van bestaande gasleveringscontracten. Wanneer de Commissie echter constateert dat de activering van het marktcorrectiemechanisme negatieve gevolgen heeft voor bestaande leveringscontracten, moet zij het mechanisme opschorten.

  19. Bij de opzet en de opschortingsmogelijkheden van het mechanisme moet er rekening mee worden gehouden dat aardgashandelaren de handel in aardgas naar regio’s buiten de Unie kunnen verplaatsen, waardoor het marktcorrectiemechanisme minder doeltreffend wordt. Dit zou bijvoorbeeld het geval zijn als handelaren zich bezig gaan houden met over-the-counter-handel in gas, die minder transparant en minder aan toezicht onderworpen is en waarbij er voor de betrokken partijen grotere risico’s zijn dat verplichtingen niet worden nagekomen. Dit zou ook het geval zijn als handelaren wier afdekkingsmogelijkheden door het marktcorrectiemechanisme kunnen worden beperkt, zouden proberen hun risico’s in andere rechtsgebieden af te dekken, waardoor de clearingtegenpartij de kasmiddelen die aan de derivatenposities ten grondslag liggen, opnieuw in evenwicht moet brengen om de geplafonneerde afwikkelingsprijs weer te geven, wat aanleiding geeft tot margin calls.

  20. Het ACER, de Europese Centrale Bank, de ESMA, het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor gas (“ENTSB-G”) en de bij Verordening (EU) 2017/1938 opgerichte Groep coördinatie gas moeten de Commissie bijstaan in de monitoring van het marktcorrectiemechanisme.

  1. Na een marktcorrectiegebeurtenis of een opschortingsbesluit, of in het licht van de ontwikkelingen op het gebied van de markt en de voorzieningszekerheid, kan het passend zijn de voorwaarden voor de activering van het in artikel 3, lid 2, punten a) en b), bedoelde marktcorrectiemechanisme te herzien. In deze situatie kan de Raad derhalve, op voorstel van de Commissie, passende wijzigingen van deze verordening vaststellen.

  2. Het marktcorrectiemechanisme is noodzakelijk en evenredig voor het bereiken van de doelstelling om buitensporig hoge gasprijzen op de TTF te corrigeren. Alle lidstaten hebben te maken met de indirecte gevolgen van de prijsstijgingen, zoals oplopende energieprijzen en inflatie. De tekorten in het prijsvormingssysteem spelen niet in alle lidstaten dezelfde rol, aangezien de prijsstijgingen in bepaalde lidstaten (bv. Midden-Europese lidstaten) representatiever zijn dan in andere lidstaten (bv. lidstaten in de periferie of met andere leveringsmogelijkheden). Om te voorkomen dat een versnipperd optreden de geïntegreerde gasmarkt van de Unie zal verdelen, is een gezamenlijk optreden in een geest van solidariteit noodzakelijk. Dit is ook van cruciaal belang om de voorzieningszekerheid in de Unie te waarborgen. Voorts zorgen gemeenschappelijke waarborgen – waaraan mogelijk meer behoefte is in lidstaten zonder leveringsalternatieven dan in lidstaten met meerdere alternatieven – voor een gecoördineerde aanpak als uitdrukking van de energiesolidariteit. Hoewel de financiële risico’s en voordelen voor de verschillende lidstaten sterk uiteenlopen, vormt het marktcorrectiemechanisme een solidair compromis, waarbij alle lidstaten overeenkomen een bijdrage te leveren aan de marktcorrectie en zich te voegen naar dezelfde limieten voor de prijsvorming, ook al verschillen de mate waarin het prijsvormingsmechanisme slecht functioneert en de financiële gevolgen van de TTF-prijzen voor de economie van lidstaat tot lidstaat. Het marktcorrectiemechanisme zou de solidariteit van de Unie dus versterken door het voorkomen van buitensporige prijzen, die zelfs in geval van korte perioden voor veel lidstaten onhoudbaar zijn. De voorgestelde maatregel zal ertoe bijdragen dat gasleverende bedrijven uit alle lidstaten in een geest van solidariteit gas kunnen kopen tegen redelijke prijzen.

  3. Gezien de volatiele en onvoorspelbare situatie op de aardgasmarkt bij het ingaan van de winterperiode is het belangrijk ervoor te zorgen dat het marktcorrectiemechanisme zo spoedig mogelijk kan worden toegepast indien aan de voorwaarden voor de activering ervan is voldaan. Deze verordening moet derhalve in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I – ONDERWERP EN DEFINITIES

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

Bij deze verordening wordt een tijdelijk marktcorrectiemechanisme ingesteld tegen buitensporig hoge gasprijzen die geen verband houden met prijzen op andere beurzen in de Unie.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  1. “front month-TTF-derivaat”: een grondstoffenderivaat in de zin van artikel 2, lid 1, punt 30, van Verordening (EU) nr. 600/2014 dat op een handelsplatform wordt verhandeld en waarvan de onderliggende waarde een transactie is op het door Gasunie Transport Services B.V. geëxploiteerde Virtual Trading Point van de Title Transfer Facility (TTF), en dat van de op een bepaald handelsplatform verhandelde derivaten met een looptijd van één maand de dichtstbijzijnde vervaldatum heeft;

  2. “referentieprijs”: de dagelijkse prijs die wordt berekend als het gemiddelde van de prijs die wordt bepaald bij de lng-prijsbeoordelingen “Daily Spot Mediterranean Marker (MED)”, de “Daily Spot Northwest Europe Marker (NWE)”, gepubliceerd door S&P Global Inc., New York en van de prijs die wordt bepaald bij de dagelijkse prijsbeoordeling die door het ACER wordt uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 18 tot en met 22 van Verordening (EU) [XXXX/2022] van de Raad;

  3. “handelsplatform”: een van de volgende begrippen:

    1. “gereglementeerde markt” zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 21, van Richtlijn 2014/65/EU;

    2. “multilaterale handelsfaciliteit” zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 22, van Richtlijn 2014/65/EU;

    3. “georganiseerde handelsfaciliteit” zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 23, van Richtlijn 2014/65/EU.

HOOFDSTUK II – MARKTCORRECTIEMECHANISME

Artikel 3

Marktcorrectiemechanisme

  1. Om perioden van buitensporige aardgasprijzen die geen verband houden met de prijzen op andere gasbeurzen te beperken, kan met ingang van 1 januari 2023 een marktcorrectiemechanisme voor de afwikkelingsprijs van front month-TTF-derivaten worden geactiveerd.

  2. Het marktcorrectiemechanisme wordt geactiveerd wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan (“marktcorrectiegebeurtenis”):

    1. de afwikkelingsprijs van front month-TTF-derivaten is twee weken lang hoger dan 275 EUR en

    2. de TTF European Gas Spot Index zoals gepubliceerd door de European Energy Exchange (EEX) is gedurende de laatste tien handelsdagen voor het einde van de in punt a) bedoelde periode 58 EUR hoger dan de referentieprijs.

  3. Indien er op basis van de resultaten van de monitoring door het ACER overeenkomstig artikel 4, lid 1, concrete aanwijzingen zijn dat er een marktcorrectiegebeurtenis in de zin van artikel 3, lid 2, punt b), ophanden is, verzoekt de Commissie de Europese Centrale Bank (“ECB”), de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) en, in voorkomend geval, het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor gas (“ENTSB-G”) en de bij Verordening (EU) 2017/1938 opgerichte Groep coördinatie gas om advies over de gevolgen van een mogelijke marktcorrectiegebeurtenis voor de voorzieningszekerheid, de stromen binnen de EU en de financiële stabiliteit, zodat de Commissie de activering van het marktcorrectiemechanisme door het ACER zo nodig snel kan opschorten. Het advies houdt ook rekening met de prijsontwikkelingen op andere relevante georganiseerde markten, met name in Azië of de VS, zoals weergegeven in de “Joint Japan Korea Marker” of de “Henry Hub Gas Price Assessment”, beide gepubliceerd door S&P Global Inc., New York.

  4. Wanneer het ACER vaststelt dat zich een marktcorrectiegebeurtenis heeft voorgedaan, publiceert het, op basis van de informatie die het ontvangt uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1227/2011, Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1348/2014 van de Commissie, de artikelen 18 tot en met 22 van Verordening (EU) [XXXX/2022] van de Raad of op basis van andere openbaar beschikbare marktinformatie, onverwijld een bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie dat zich een marktcorrectiegebeurtenis heeft voorgedaan (“marktcorrectiebericht”) en stelt het de Commissie, de ESMA en de ECB van de marktcorrectiegebeurtenis in kennis.

  5. Orders voor front month-TTF-derivaten met prijzen boven 275 EUR mogen niet worden aanvaard vanaf de dag na de publicatie van een marktcorrectiebericht (“biedlimiet”).

  6. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de maatregelen die zij hebben genomen om een toename van het gas- en elektriciteitsverbruik als reactie op de marktcorrectiegebeurtenis te voorkomen en om de vraag naar gas en elektriciteit te verminderen, met het oog op een vermindering van de gasvraag met 15 % als bedoeld in de artikelen 3 en 5 van Verordening (EU) 2022/1369 van de Raad en de vraagreductiedoelstellingen van de artikelen 3 en 4 van Verordening (EU) 2022/1854 van de Raad. De kennisgeving geschiedt uiterlijk twee weken na de marktcorrectiegebeurtenis, tenzij de Commissie intussen overeenkomstig artikel 5, lid 2, een opschortingsbesluit heeft genomen.

  7. Nadat de Commissie het effect van de biedlimiet op het gas- en elektriciteitsverbruik en de vooruitgang bij de verwezenlijking van de vraagreductiedoelstellingen van de artikelen 3 en 5 van Verordening (EU) 2022/1369 van de Raad en de artikelen 3 en 4 van Verordening (EU) 2022/1854 van de Raad heeft beoordeeld, kan zij ook voorstellen Verordening (EU) 2022/1369 van de Raad aan de nieuwe situatie aan te passen.

  8. In geval van een marktcorrectiegebeurtenis verzoekt de Commissie de ECB zo snel mogelijk om verslag uit te brengen over het risico van onbedoelde verstoringen voor de stabiliteit en de ordelijke werking van de markten voor energiederivaten.

Artikel 4

Monitoring en deactivering van het marktcorrectiemechanisme

  1. Het ACER monitort voortdurend of aan de voorwaarde van artikel 3, lid 2, punt b), wordt voldaan, op basis van de informatie die het ontvangt uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1227/2011, Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1348/2014 van de Commissie en de artikelen 18 tot en met 22 van Verordening (EU) [XXXX/2022] van de Raad en op basis van marktinformatie. Het ACER stelt de Commissie aan het einde van elke werkdag, uiterlijk om 18 uur CET, in kennis van de resultaten van zijn monitoring.

  2. Indien gedurende tien opeenvolgende handelsdagen voor het einde van de maand na de marktcorrectiegebeurtenis, of daarna, niet langer aan de voorwaarde van artikel 3, lid 2, punt b), wordt voldaan (“deactiveringsgebeurtenis”), publiceert het ACER onverwijld een bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie en stelt het de Commissie en de ESMA ervan in kennis dat niet langer aan de voorwaarde van artikel 3, lid 2, punt b), wordt voldaan (“deactiveringsbericht”). Vanaf de dag volgende op die van de publicatie van een deactiveringsbericht is de in artikel 3, lid 4, bedoelde biedlimiet niet langer van toepassing.

Artikel 5

Opschorting van het marktcorrectiemechanisme

  1. De ESMA, de ECB, het ACER, de Groep coördinatie gas en het ENTSB-G monitoren voortdurend de effecten van de biedlimiet op de markten en de voorzieningszekerheid.

  2. Op basis van deze monitoring kan de Commissie het marktcorrectiemechanisme te allen tijde bij besluit opschorten indien zich onbedoelde marktverstoringen of duidelijke risico’s op dergelijke verstoringen voordoen die de voorzieningszekerheid, de stromen binnen de EU of de financiële stabiliteit negatief beïnvloeden (“opschortingsbesluit”). Bij haar beoordeling houdt de Commissie met name rekening met de vraag of het geactiveerd blijven van het marktcorrectiemechanisme

  1. de gasleveringszekerheid van de Unie in gevaar brengt, hetgeen met name geacht wordt het geval te zijn indien de Commissie een noodsituatie op regionaal of Unieniveau heeft afgekondigd overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EU) 2017/1938, of kan leiden tot een rantsoenering van gas;

  2. zich voordoet in een periode waarin de verplichte vraagreductiedoelstellingen van artikel 5 van Verordening (EU) 2022/1369 van de Raad op EU-niveau niet worden gehaald, negatieve gevolgen heeft voor de vooruitgang die is geboekt bij de verwezenlijking van de gasbesparingsdoelstelling van artikel 3 van Verordening (EU) 2022/1369 van de Raad, of leidt tot een algehele toename van het gasverbruik, op basis van gegevens over het gasverbruik en de vraagreductie die van de lidstaten zijn ontvangen overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU) 2022/1369 van de Raad;

  3. marktgebaseerde gasstromen binnen de EU voorkomt volgens de monitoringgegevens van het ACER;

  4. gevolgen heeft voor de stabiliteit en de ordelijke werking van de markten voor energiederivaten, op basis van een verslag over de gevolgen van de activering van de marktcorrectiemaatregel door de ESMA en een op verzoek van de Commissie door de ECB verstrekt advies ter zake;

  5. rekening houdt met de gasprijzen op de verschillende georganiseerde markten in de Unie en op andere relevante georganiseerde markten, bijvoorbeeld in Azië of de VS, zoals weergegeven in de “Joint Japan Korea Marker” of de “Henry Hub Gas Price Assessment”, beide gepubliceerd door S&P Global Inc., New York;

  6. gevolgen heeft voor de geldigheid van bestaande gasleveringscontracten, inclusief langlopende gasleveringscontracten.

  1. Een opschortingsbesluit wordt zo snel mogelijk genomen en bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. Vanaf de dag volgende op die van de publicatie van een opschortingsbesluit, en zo lang als in het opschortingsbesluit is vermeld, is de in artikel 3, lid 4, bedoelde biedlimiet niet langer van toepassing.

  2. Het ACER, de ECB, de ESMA, de Groep coördinatie gas en het ENTSB-G staan de Commissie bij in de taken uit hoofde van de artikelen 3, 4 en 5. Het verslag van de ESMA en het advies van de ECB overeenkomstig lid 2, punt d), worden op verzoek van de Commissie binnen 48 uur of in dringende gevallen nog dezelfde dag uitgebracht.

  3. Het marktcorrectiemechanisme is slechts van toepassing zolang deze verordening van kracht is.

  4. Na een marktcorrectiegebeurtenis of een opschortingsbesluit, of in het licht van de ontwikkelingen op het gebied van de markt en de voorzieningszekerheid, kan de Raad op voorstel van de Commissie besluiten de voorwaarden voor de activering van het in artikel 3, lid 2, punten a) en b), bedoelde marktcorrectiemechanisme te herzien. Voordat de Commissie een dergelijk voorstel indient, raadpleegt zij de ECB, de ESMA, het ACER, de Groep coördinatie gas, het ENTSB-G en andere relevante belanghebbenden.

HOOFDSTUK III - SLOTBEPALINGEN

Artikel 6

Inwerkingtreding en evaluatie

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Na haar inwerkingtreding geldt zij voor een termijn van één jaar. Uiterlijk op 1 november 2023 voert de Commissie een evaluatie uit van deze verordening in het licht van de algemene stand van de gasleveringen aan de Unie en brengt zij verslag uit aan de Raad over de belangrijkste bevindingen van die evaluatie. Op basis van dat verslag kan de Commissie voorstellen de geldigheidsduur van deze verordening te verlengen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.

Done at Strasbourg,

FINANCIEEL MEMORANDUM

FINANCIEEL MEMORANDUM

X een nieuwe actie 

◻ een nieuwe actie na een proefproject / voorbereidende actie 10  

◻ de verlenging van een bestaande actie 

◻ de samenvoeging of ombuiging van een of meer acties naar een andere/een nieuwe actie 

Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben op de begunstigden/doelgroepen.

Vermeld de indicatoren voor de monitoring van de voortgang en de beoordeling van de resultaten

X◻ beperkte geldigheidsduur

  • X◻    van kracht vanaf 2023 en zolang de energiecrisis duurt

  •    financiële gevolgen vanaf JJJJ tot en met JJJJ voor vastleggingskredieten en vanaf JJJJ tot en met JJJJ voor betalingskredieten

◻ onbeperkte geldigheidsduur

  • Uitvoering met een opstartperiode vanaf JJJJ tot en met JJJJ,

  • gevolgd door een volledige uitvoering.

X◻ Direct beheer door de Commissie

  • X◻ door haar diensten, waaronder het personeel in de delegaties van de Unie;

  •    door de uitvoerende agentschappen;

◻ Gedeeld beheer met lidstaten

◻ Indirect beheer door begrotingsuitvoeringstaken te delegeren aan:

  • ◻ derde landen of de door hen aangewezen organen;

  • ◻ internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);

  • ◻ de EIB en het Europees Investeringsfonds;

  • ◻ de in de artikelen 70 en 71 van het Financieel Reglement bedoelde organen;

  • ◻ publiekrechtelijke organen;

  • ◻ privaatrechtelijke organen met een openbare dienstverleningstaak, voor zover zij zijn voorzien van voldoende financiële garanties;

  • ◻ privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiële garanties bieden;

  • ◻ personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.

  • Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder “Opmerkingen”.

Opmerkingen

Vermeld frequentie en voorwaarden.

Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld in het kader van de fraudebestrijdingsstrategie.

  • Bestaande begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen.

Rubriek van het meerjarig financieel kader

Begrotingsonderdeel

Soort  
uitgave

Bijdrage

Nummer  

GK/NGK 12

van EVA-landen 13

van kandidaat-lidstaten 14

van derde landen

in de zin van artikel 21, lid 2, punt b), van het Financieel Reglement

01

02 20 04 02

GK

NEE

NEE

NEE

NEE

  • Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen.

Rubriek van het meerjarig financieel kader

Begrotingsonderdeel

Soort 
uitgave

Bijdrage

Nummer 

GK/NGK

van EVA-landen

van kandidaat-lidstaten

van derde landen

in de zin van artikel 21, lid 2, punt b), van het Financieel Reglement

[XX.YY.YY.YY]

JA/NEE

JA/NEE

JA/NEE

JA/NEE

  • X    Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig

  •    Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Rubriek van het meerjarig financieel  
kader

1

Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid

DG: ENER

Jaar 
2022

Jaar 
2023

Jaar 
2024

Jaar 
2025

zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

TOTAAL

• Beleidskredieten 

Begrotingsonderdeel 15 02 20 04 02

Vastleggingen

(1a)

Betalingen

(2a)

Begrotingsonderdeel

Vastleggingen

(1b)

Betalingen

(2b)

Uit het budget van specifieke programma’s gefinancierde administratieve kredieten 16  

Begrotingsonderdeel

(3)

TOTAAL kredieten 
voor DG ENER

Vastleggingen

=1a+1b +3

Betalingen

=2a+2b

+3

 



• TOTAAL beleidskredieten 

Vastleggingen

(4)

Betalingen

(5)

• TOTAAL uit het budget van specifieke programma’s gefinancierde administratieve kredieten 

(6)

TOTAAL kredieten  
onder RUBRIEK 1 
van het meerjarig financiële kader

Vastleggingen

=4+ 6

Betalingen

=5+ 6

Wanneer het voorstel/initiatief gevolgen heeft voor meerdere beleidsrubrieken, herhaal bovenstaand deel:

•TOTAAL beleidskredieten (alle beleidsrubrieken)

Vastleggingen

(4)

Betalingen

(5)

TOTAAL uit het budget van specifieke programma’s gefinancierde administratieve kredieten (alle beleidsrubrieken)

(6)

TOTAAL kredieten  
onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 6 
van het meerjarig financiële kader
(referentiebedrag)

Vastleggingen

=4+ 6

Betalingen

=5+ 6





Rubriek van het meerjarig financieel  
kader

7

“Administratieve uitgaven”

Dit deel moet worden ingevuld aan de hand van de “administratieve begrotingsgegevens”, die eerst moeten worden opgenomen in de bijlage bij het financieel memorandum (bijlage V bij de interne voorschriften), te uploaden in DECIDE met het oog op overleg tussen de diensten.

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Jaar 
N

2023

Jaar 
N+1

2024

Jaar 
N+2

2025

Jaar 
N+3

2026

Jaar

N+4

2027

TOTAAL

DG: ENER

• Personele middelen 

0,942

0,942

0,942

0,942

0,942

4,710000

• Andere administratieve uitgaven 

TOTAAL DG ENER

Kredieten

0,942

0,942

0,942

0,942

0,942

4,710000

TOTAAL kredieten 
onder RUBRIEK 7 
van het meerjarig financiële kader 

(totaal vastleggingen = totaal betalingen)

0,942

0,942

0,942

0,942

0,942

4,710000

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Jaar 
N 17

Jaar 
N+1

Jaar 
N+2

Jaar 
N+3

zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

TOTAAL

TOTAAL kredieten  
onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 7 
van het meerjarig financiële kader 

Vastleggingen

0,942

0,942

0,942

0,942

0,942

4,710000

Betalingen

0,942

0,942

0,942

0,942

0,942

4,710000

Vastleggingskredieten in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Vermeld doelstellingen en outputs

Jaar 
N

Jaar 
N+1

Jaar 
N+2

Jaar 
N+3

zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

TOTAAL

OUTPUTS

Soort 18

Gem. kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Totaal aantal

Totale kosten

SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 1 19

- Output

- Output

- Output

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1

SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 2…

- Output

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 2

TOTAAL

  •    Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

  • X    Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Jaar 
N 20

2023

Jaar 
N+1

2024

Jaar 
N+2

2025

Jaar 
N+3

2026

Jaar N+4

2027

TOTAAL

RUBRIEK 7 
van het meerjarig financiële kader

Personele middelen

0,942

0,942

0,942

0,942

0,942

4,710000

Andere administratieve uitgaven

Subtotaal RUBRIEK 7 
van het meerjarig financiële kader

0,942

0,942

0,942

0,942

0,942

4,710000

Buiten RUBRIEK 7 21   
van het meerjarig financieel kader

Personele middelen

0

0

0

0

0

Andere administratieve  
uitgaven

0

0

0

0

0

Subtotaal  
buiten RUBRIEK 7 
van het meerjarig financiële kader

0

0

0

0

0

TOTAAL

0,942

0,942

0,942

0,942

0,942

4,710000

De benodigde kredieten voor personeel en andere administratieve uitgaven zullen worden gefinancierd uit de kredieten van het DG die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

  •    Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig

  • X    Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Raming in voltijdequivalenten

Jaar 
N

2023

Jaar 
N+1

2024

Jaar N+2

2025

Jaar N+3

2026

Jaar N+4

2027

• Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

20 01 02 01 (hoofdkantoor en vertegenwoordigingen van de Commissie)

6

6

6

6

6

20 01 02 03 (delegaties)

01 01 01 01 (onderzoek onder contract)

01 01 01 11 (eigen onderzoek)

Ander begrotingsonderdeel (te vermelden)

• Extern personeel (in voltijdequivalenten: VTE) 22

20 02 01 (AC, END, INT van de “totale financiële middelen”)

20 02 03 (AC, AL, END, INT en JPD in de delegaties)

XX 01 xx yy zz   23

- centrale diensten

- delegaties

01 01 01 02 (AC, END, INT - onderzoek onder contract)

01 01 01 12 (AC, END, INT - eigen onderzoek)

Ander begrotingsonderdeel (te vermelden)

TOTAAL

6

6

6

6

6

XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel.

Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

Beschrijving van de uit te voeren taken:

Ambtenaren en tijdelijk personeel

Dit ongekende mechanisme brengt taken in verband met nauwlettende monitoring met zich mee — onder meer met betrekking tot de werking van de grondstoffenmarkten en de voorzieningszekerheid — die momenteel geen deel uitmaken van de rol van de Commissie. Vanwege de mate van verantwoordelijkheid die aan dergelijke taken verbonden is, en de uiterst negatieve gevolgen die kunnen voortvloeien uit een gebrekkige uitvoering van deze taken, is het uiterst belangrijk voor de reputatie van de Commissie dat geen risico’s worden genomen die de uitvoering ervan kunnen ondermijnen. DG ENER zal voor deze taken zes economische analysten met een background in energie aanwerven en hiervoor de lijst van geslaagde kandidaten die resulteert uit vergelijkend onderzoek EPSO/AD/401/22 voor energiespecialisten gebruiken.

Extern personeel

n.v.t.

Het voorstel/initiatief:

  • X    kan volledig worden gefinancierd door middel van herschikking binnen de relevante rubriek van het meerjarig financieel kader (MFK).

  •    hiervoor moet een beroep worden gedaan op de niet-toegewezen marge in de desbetreffende rubriek van het MFK en/of op de speciale instrumenten zoals gedefinieerd in de MFK-verordening.

  •    hiervoor is een herziening van het MFK nodig.

Het voorstel/initiatief:

  •    voorziet niet in medefinanciering door derden

  •    voorziet in medefinanciering door derden, zoals hieronder wordt geraamd:

Kredieten in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Jaar 
N 24

Jaar 
N+1

Jaar 
N+2

Jaar 
N+3

zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

Totaal

Medefinancieringsbron 

TOTAAL medegefinancierde kredieten

  • X Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten

  •    Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:

    •    voor de eigen middelen

    •    voor overige ontvangsten

    • Geef aan of de ontvangsten worden toegewezen aan de begrotingsonderdelen voor uitgaven ◻    

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:

Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredieten

Gevolgen van het voorstel/initiatief 25

Jaar 
N

Jaar 
N+1

Jaar 
N+2

Jaar 
N+3

zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

Artikel ………….

Vermeld voor de toegewezen ontvangsten het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.

Andere opmerkingen (bv. over de methode/formule voor de berekening van de gevolgen voor de ontvangsten of andere informatie).



FINANCIEEL MEMORANDUM “AGENTSCHAPPEN”



FINANCIEEL MEMORANDUM “AGENTSCHAPPEN”

 een nieuwe actie

 een nieuwe actie na een proefproject / voorbereidende actie 26  

 de verlenging van een bestaande actie 

 de samenvoeging van een of meer acties tot een andere/een nieuwe actie 

Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben op de begunstigden/doelgroepen.

Vermeld de indicatoren voor de monitoring van de voortgang en de beoordeling van de resultaten

 beperkte geldigheidsduur

  •  Voorstel/initiatief van kracht vanaf [DD/MM]2023 en zolang de energiecrisis blijft duren

  •  Financiële gevolgen vanaf 2023 tot en met 2027 voor vastleggings- en voor betalingskredieten

 onbeperkte geldigheidsduur

  • Uitvoering met een opstartperiode vanaf JJJJ tot en met JJJJ,

  • gevolgd door een volledige uitvoering.

 Direct beheer door de Commissie via

  •    uitvoerende agentschappen

 Gedeeld beheer met lidstaten

 Indirect beheer door begrotingsuitvoeringstaken te delegeren aan:

 internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);

 de EIB en het Europees Investeringsfonds;

 de in de artikelen 70 en 71 bedoelde organen;

 publiekrechtelijke organen;

 privaatrechtelijke organen met een openbare dienstverleningstaak, voor zover zij voldoende financiële garanties bieden;

 privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiële garanties bieden;

 personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.

Opmerkingen

Vermeld frequentie en voorwaarden.


Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld in het kader van de fraudebestrijdingsstrategie.

  • Bestaande begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen.

Rubriek van het meerjarig financieel kader

Begrotingsonderdeel

Soort  
uitgave

Bijdrage

Nummer  

GK/NGK 28 .

29 van EVA-landen

van kandidaat-lidstaten 30

van derde landen

in de zin van artikel 21, lid 2, punt b), van het Financieel Reglement

01

02 10 06

GK

JA

NEE

NEE

NEE

  • Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen.

Rubriek van het meerjarig financieel kader

Begrotingsonderdeel

Soort 
uitgave

Bijdrage

Nummer  

GK/NGK

van EVA-landen

van kandidaat-lidstaten

van derde landen

in de zin van artikel 21, lid 2, punt b), van het Financieel Reglement

[XX.YY.YY.YY]

JA/NEE

JA/NEE

JA/NEE

JA/NEE

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Rubriek van het meerjarig financieel  
kader

01

Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid

ACER (Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators)

Jaar 
2023 31

Jaar 
2024

Jaar 
2025

Jaar 
2026

2027

TOTAAL

Titel 1:

Vastleggingen

(1)

0,942

0,942

0,942

0,942

0,942

4,710

Betalingen

(2)

0,942

0,942

0,942

0,942

0,942

4,710

Titel 2:

Vastleggingen

(1a)

Betalingen

(2a)

Titel 3:

Vastleggingen

(3a)

Betalingen

(3b)

TOTAAL kredieten 
voor ACER

Vastleggingen

=1+1a +3a

0,942

0,942

0,942

0,942

0,942

4,710

Betalingen

=2+2a

+3b

0,942

0,942

0,942

0,942

0,942

4,710



Rubriek van het meerjarig financieel  
kader

7

“Administratieve uitgaven”

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Jaar 
N

Jaar 
N+1

Jaar 
N+2

Jaar 
N+3

Zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

TOTAAL

DG: <…….>

□ Personele middelen

□ Andere administratieve uitgaven

TOTAAL DG <…….>

Kredieten

TOTAAL kredieten 
onder RUBRIEK 7 
van het meerjarig financieel kader 

(totaal vastleggingen = totaal betalingen)

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Jaar 
N 32

Jaar 
N+1

Jaar 
N+2

Jaar 
N+3

Zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

TOTAAL

TOTAAL kredieten  
onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 7 
van het meerjarig financieel kader 

Vastleggingen

Betalingen

  •    Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig

  •    Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Vastleggingskredieten in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Vermeld doelstellingen en outputs

Jaar 
N

Jaar 
N+1

Jaar 
N+2

Jaar 
N+3

Zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

TOTAAL

OUTPUTS

Soort 33

Gemiddelde kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Totaal aantal

Totale kosten

SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 1 34

- Output

- Output

- Output

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1

SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 2…

- Output

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 2

TOTALE KOSTEN

  •    Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

  •    Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Jaar 
2023 35

Jaar 
2024

Jaar 
2025

Jaar 
2026

2027

TOTAAL

Tijdelijke functionarissen (AD-rangen)

0,942

0,942

0,942

0,942

0,942

4,710

Tijdelijke functionarissen (AST-rangen)

Arbeidscontractanten

Gedetacheerde nationale deskundigen

TOTAAL

0,942

0,942

0,942

0,942

0,942

4,710

Personeelsvereisten (vte):

Jaar 
2023 36

Jaar 
2024

Jaar 
2025

Jaar 
2026

2027

TOTAAL

Tijdelijke functionarissen (AD-rangen)

6

6

6

6

6

6

Tijdelijke functionarissen (AST-rangen)

Arbeidscontractanten

Gedetacheerde nationale deskundigen

TOTAAL

6

6

6

6

6

6

Vermeld de geplande datum van indiensttreding en pas het aantal dienovereenkomstig aan (als de indiensttreding in juli plaatsvindt, wordt slechts rekening gehouden met 50 % van de gemiddelde kosten). Vermeld nadere informatie.

  •    Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig

  •    Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Raming in een geheel getal (of met hoogstens één decimaal)

Jaar 
N

Jaar 
N+1

Jaar N+2

Jaar N+3

Zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

20 01 02 01 en 20 01 02 02 (centrale diensten en vertegenwoordigingen van de Commissie)

20 01 02 03 (delegaties)

01 01 01 01 (onderzoek onder contract)

10 01 05 01 (eigen onderzoek)

□ Extern personeel (in voltijdequivalenten: VTE) 37

20 02 01 (AC, END, INT van de “totale financiële middelen”)

20 02 03 (AC, AL, END, INT en JPD in de delegaties)

Begrotingsonderde(e)l(en) (vermeld welke)  38

- in centrale diensten 39  

- in delegaties

01 01 01 02 (AC, END, INT – onderzoek onder contract)

10 01 05 02 (AC, END, INT – eigen onderzoek)

Andere begrotingsonderdelenl (te vermelden)

TOTAAL

Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

Beschrijving van de uit te voeren taken:

Ambtenaren en tijdelijk personeel

Extern personeel

De beschrijving van de kostenberekening per voltijdequivalent moet in het derde onderdeel van bijlage V worden opgenomen.

  •    Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidig meerjarig financieel kader.

  •    Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van het meerjarig financieel kader.

  •    Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het flexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarig financieel kader 40 .

  • Het voorstel/initiatief voorziet niet in medefinanciering door derden.

  • Het voorstel/initiatief voorziet in medefinanciering, zoals hieronder wordt geraamd:

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Jaar 
N

Jaar 
N+1

Jaar 
N+2

Jaar 
N+3

Zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

Totaal

Medefinancieringsbron 

TOTAAL medegefinancierde kredieten

  •    Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten

  •    Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:

    •    voor de eigen middelen

    •    voor overige ontvangsten

    •      Geef aan of de ontvangsten worden toegewezen aan de begrotingsonderdelen voor uitgaven

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:

Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredieten

Gevolgen van het voorstel/initiatief 41

Jaar 
N

Jaar 
N+1

Jaar 
N+2

Jaar 
N+3

Zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

Artikel ………….

Voor de diverse ontvangsten die worden “toegewezen”, vermeld het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.

Vermeld de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten.