MEDEDELING VAN DE COMMISSIE Goedkeuring van de inhoud van een ontwerp voor een verordening van de Commissie tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1218/2010 van de Commissie wat betreft de toepassingsperiode ervan 2022/C 405/02
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE Goedkeuring van de inhoud van een ontwerp voor een verordening van de Commissie tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1218/2010 van de Commissie wat betreft de toepassingsperiode ervan 2022/C 405/02
21.10.2022 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 405/50 |
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE
Goedkeuring van de inhoud van een ontwerp voor een verordening van de Commissie tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1218/2010 van de Commissie wat betreft de toepassingsperiode ervan
(2022/C 405/02)
Op 14 oktober 2022 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan de inhoud van een ontwerp voor een verordening van de Commissie tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1218/2010 van de Commissie wat betreft de toepassingsperiode ervan.
De ontwerpverordening van de Commissie is als bijlage aan deze mededeling gehecht.
Deze ontwerpverordening van de Commissie is nu voor openbare raadpleging opengesteld op:
http://ec.europa.eu/competition/consultations/open.html
BIJLAGE
VERORDENING (EU) 2022/... VAN DE COMMISSIE van 14 oktober 2022 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1218/2010 van de Commissie wat betreft de toepassingsperiode ervan
ONTWERP
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EEG) nr. 2821/71 van de Raad van 20 december 1971 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het Verdrag op groepen van overeenkomsten, besluiten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen (1),
Na bekendmaking van deze ontwerpverordening (2),
Na raadpleging van het Adviescomité voor mededingingsregelingen en economische machtsposities,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) | Verordening (EEG) nr. 2821/71 verleent de Commissie de bevoegdheid om bij verordening en overeenkomstig artikel 101, lid 3, van het Verdrag te verklaren dat artikel 101, lid 1, van het Verdrag niet van toepassing is op bepaalde groepen specialisatieovereenkomsten. |
(2) | Verordening (EU) nr. 1218/2010 van de Commissie (3) omschrijft categorieën specialisatieovereenkomsten waarvan volgens de Commissie kon worden aangenomen dat zij gewoonlijk aan de voorwaarden van artikel 101, lid 3, van het Verdrag voldoen. Die verordening verstrijkt op 31 december 2022. |
(3) | Op 5 september 2019 is de Commissie begonnen met een evaluatie van Verordening (EU) nr. 1218/2010. Uit de bij de evaluatie verzamelde gegevens blijkt dat Verordening (EU) nr. 1218/2010 een nuttig instrument is en dat de regels ervan relevant blijven voor belanghebbenden. Op basis van de resultaten van de evaluatie is de Commissie op 7 juni 2021 begonnen met een effectbeoordeling van beleidsopties voor de vaststelling van een nieuwe groepsvrijstellingsverordening voor specialisatieovereenkomsten. |
(4) | Om de Commissie voldoende tijd te geven om het proces voor de vaststelling van een nieuwe groepsvrijstellingsverordening voor specialisatieovereenkomsten af te ronden, en krachtens de bevoegdheid van de Commissie uit hoofde van artikel 2, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2821/71, moet de toepassingsperiode van Verordening (EU) nr. 1218/2010 met zes maanden worden verlengd. |
(5) | Verordening (EU) nr. 1218/2010 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
In artikel 7 van Verordening (EU) nr. 1218/2010 wordt de tweede alinea vervangen door:
“Deze verordening verstrijkt op 30 juni 2023.”.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 14 oktober 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1)PB L 285 van 29.12.1971, blz. 46. Met ingang van 1 december 2009 is artikel 81 van het EG-Verdrag (voorheen artikel 85 van het EEG-Verdrag) artikel 101 van het Verdrag geworden. Deze bepalingen zijn in wezen identiek. Voor zover van toepassing, dienen in deze verordening de verwijzingen naar artikel 85 van het EEG-Verdrag of artikel 81 van het EG-Verdrag te worden gelezen als verwijzingen naar artikel 101 van het Verdrag.
(2)PB C 405 van 21.10.2022, blz. 50.
(3) Verordening (EU) nr. 1218/2010 van de Commissie van 14 december 2010 betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op bepaalde groepen specialisatieovereenkomsten (PB L 335 van 18.12.2010, blz. 43).