Home

Samenvatting van het advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming inzake de aanbeveling voor een besluit van de Raad waarbij de Commissie wordt gemachtigd onderhandelingen te openen om de overeenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen betreffende administratieve samenwerking, bestrijding van fraude en invordering van schuldvorderingen op het gebied van de btw te wijzigen (De volledige tekst van dit advies is beschikbaar in het Engels, Frans en Duits op de EDPS-website: www.edps.europa.eu) 2022/C 260/03

Samenvatting van het advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming inzake de aanbeveling voor een besluit van de Raad waarbij de Commissie wordt gemachtigd onderhandelingen te openen om de overeenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen betreffende administratieve samenwerking, bestrijding van fraude en invordering van schuldvorderingen op het gebied van de btw te wijzigen (De volledige tekst van dit advies is beschikbaar in het Engels, Frans en Duits op de EDPS-website: www.edps.europa.eu) 2022/C 260/03

6.7.2022

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 260/3


Samenvatting van het advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming inzake de aanbeveling voor een besluit van de Raad waarbij de Commissie wordt gemachtigd onderhandelingen te openen om de overeenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen betreffende administratieve samenwerking, bestrijding van fraude en invordering van schuldvorderingen op het gebied van de btw te wijzigen

(De volledige tekst van dit advies is beschikbaar in het Engels, Frans en Duits op de EDPS-website: www.edps.europa.eu)

(2022/C 260/03)

Op 26 april 2022 heeft de Europese Commissie een voorstel ingediend voor een aanbeveling voor een besluit van de Raad waarbij de Commissie wordt gemachtigd onderhandelingen te openen om de overeenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen betreffende administratieve samenwerking, bestrijding van fraude en invordering van schuldvorderingen op het gebied van de btw te wijzigen (hierna: “voorstel”).

Het voorstel beoogt de huidige overeenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen betreffende administratieve samenwerking (hierna: “overeenkomst”) te wijzigen. Dankzij de overeenkomst kunnen de EU-lidstaten en Noorwegen samenwerken bij de bestrijding van btw-fraude en elkaar bijstand verlenen bij de invordering van btw-schuldvorderingen, op dezelfde manier als de lidstaten dat onderling doen krachtens Verordening (EU) nr. 904/20101 van de Raad (1) en Richtlijn 2010/24/EU van de Raad (2). Krachtens de gewijzigde overeenkomst zouden de lidstaten beschikken over nieuwe instrumenten voor administratieve samenwerking met Noorwegen die vergelijkbaar zijn met de bij Verordening (EU) 2018/1541 van de Raad (3) in Verordening (EU) nr. 904/2010 ingevoerde instrumenten.

In de bijlage bij het voorstel zijn richtsnoeren opgenomen voor de onderhandelingen over de wijziging van de overeenkomst. Die onderhandelingen zouden betrekking hebben op administratieve samenwerking via de uitwisseling van informatie met andere middelen dan de standaardformulieren, gezamenlijk verrichte administratieve onderzoeken en vervolgacties van Eurofisc, zoals ingevoerd bij Verordening (EU) 2018/1541. In de onderhandelingsrichtsnoeren wordt ook aangegeven dat verwijzingen naar de ingetrokken Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (4) moeten worden vervangen door verwijzingen naar Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (5) (de algemene verordening gegevensbescherming – AVG).

De EDPS neemt nota van de gegevensbeschermingswaarborgen in verband met de beginselen van doelbinding en opslagbeperking die zijn vastgelegd in artikel 55, lid 5, van Verordening (EU) nr. 904/2010, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2018/1541. Bij de samenwerking tussen Noorwegen en de EU-lidstaten zullen die waarborgen in acht worden genomen. De EDPS beveelt echter aan dat in de onderhandelingsrichtsnoeren uitdrukkelijk melding wordt gemaakt van deze waarborgen.

De EDPS neemt nota van de reeds in de huidige overeenkomst opgenomen waarborgen in verband met de bescherming van persoonsgegevens, maar beveelt aan om artikel 6, lid 7, van de overeenkomst inhoudelijk nog verder in lijn te brengen met de bepalingen in hoofdstuk V van de AVG.

Voorts beveelt de EDPS aan dat in een overweging van het voorstel gewag wordt gemaakt van de onderhavige raadpleging.

1. INLEIDING

1.

Op 26 april 2022 heeft de Europese Commissie een voorstel ingediend voor een aanbeveling voor een besluit van de Raad waarbij de Commissie wordt gemachtigd onderhandelingen te openen om de overeenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen betreffende administratieve samenwerking, bestrijding van fraude en invordering van schuldvorderingen op het gebied van de btw te wijzigen (6) (hierna: “voorstel”).

2.

Het doel van het voorstel bestaat in de wijziging van de overeenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen betreffende administratieve samenwerking, bestrijding van fraude en invordering van schuldvorderingen op het gebied van de btw (7) (hierna: “overeenkomst”) door er nieuwe instrumenten in op te nemen waarmee de samenwerking en de fraudebestrijding worden versterkt, hetgeen voor beide partijen bij de overeenkomst (Noorwegen en de lidstaten) een meerwaarde zal opleveren (8).

3.

Dit advies van de EDPS wordt uitgebracht naar aanleiding van een raadpleging door de Europese Commissie van 28 april 2022, overeenkomstig artikel 42, lid 1, van de EUVG.

5. CONCLUSIES

18.

In het licht van het voorgaande formuleert de EDPS de volgende aanbevelingen.

(1)

In de onderhandelingsrichtsnoeren dient uitdrukkelijk melding te worden gemaakt van de gegevensbeschermingswaarborgen in verband met de beginselen van doelbinding en opslagbeperking die zijn vastgelegd in artikel 55, lid 5, van Verordening (EU) nr. 904/2010, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2018/1541.

(2)

Er zou in de onderhandelingsrichtsnoeren moeten worden aangegeven dat artikel 6, lid 7, van de overeenkomst in lijn moet worden gebracht met de relevante bepalingen in hoofdstuk V van de AVG.

(3)

Er dient gewag te worden gemaakt van de raadpleging van de EDPS in een overweging van het voorstel.

Brussel, 20 juni 2022.

Wojciech Rafał WIEWIÓROWSKI


(1) Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad van 7 oktober 2010 betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde (PB L 268 van 12.10.2010, blz. 1).

(2) Richtlijn 2010/24/EU van de Raad van 16 maart 2010 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit belastingen, rechten en andere maatregelen (PB L 84 van 31.3.2010, blz. 1).

(3) Verordening (EU) 2018/1541 van de Raad van 2 oktober 2018 tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 904/2010 en (EU) 2017/2454 wat betreft maatregelen ter versterking van de administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde (PB L 259 van 16.10.2018, blz. 1).

(4) Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).

(5) Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).

(6) COM(2022) 166 final.

(7) Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen betreffende administratieve samenwerking, bestrijding van fraude en invordering van schuldvorderingen op het gebied van de btw (PB L 195 van 1.8.2018, blz. 3).

(8) COM(2022) 166 final, blz. 2.