Home

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD waarbij Polen overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG wordt gemachtigd verlaagde accijnstarieven toe te passen op zware stookolie, aardgas, kolen en cokes die als verwarmingsbrandstof worden gebruikt

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD waarbij Polen overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG wordt gemachtigd verlaagde accijnstarieven toe te passen op zware stookolie, aardgas, kolen en cokes die als verwarmingsbrandstof worden gebruikt

Brussel, 24.5.2023

COM(2023) 267 final

2023/0162(NLE)

Voorstel voor een

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

waarbij Polen overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG wordt gemachtigd verlaagde accijnstarieven toe te passen op zware stookolie, aardgas, kolen en cokes die als verwarmingsbrandstof worden gebruikt


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

De belastingheffing van energieproducten en elektriciteit in de Europese Unie is geregeld bij Richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit1 (hierna “de energiebelastingrichtlijn” of “de richtlijn” genoemd).

Behalve op grond van met name de artikelen 5, 15 en 17 kan de Raad ook uit hoofde van artikel 19, lid 1, van de richtlijn op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen besluiten dat een lidstaat uit specifieke beleidsoverwegingen wordt gemachtigd om verdere belastingvrijstellingen of -verlagingen in te voeren.

Polen wil toestemming krijgen om de nationale belastingtarieven voor zware stookolie, aardgas, kolen en cokes die als verwarmingsbrandstof worden gebruikt, tijdelijk te verlagen tot onder de in artikel 9 van de richtlijn en tabel C van bijlage I bij de richtlijn vastgestelde minimumniveaus, gedurende een periode van zes maanden, wat binnen de in artikel 19, lid 2, van de energiebelastingrichtlijn vastgestelde maximumtermijn valt.

Bij brief van 3 januari 2023 hebben de Poolse autoriteiten de Commissie in kennis gesteld van hun voornemen om die tijdelijke maatregel van 1 januari 2023 tot en met 30 juni 2023 toe te passen. Op 15 februari 2023 hebben de Poolse autoriteiten aanvullende informatie verstrekt.

Het derogatieverzoek ziet op de toepassing van verlaagde belastingtarieven voor zware stookolie, aardgas, kolen en cokes die als verwarmingsbrandstof worden gebruikt, overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG. De hoge inflatie en de stijgende prijzen van energieproducten zetten de Poolse samenleving onder grote sociale en economische druk. Tegelijkertijd zou Polen zijn nationale belastingtarieven voor deze producten moeten verhogen als het de regels van Richtlijn 2003/96/EG betreffende de jaarlijkse herziening van de nationale belastingtarieven die in andere nationale valuta dan de euro zijn uitgedrukt, toepast.

De Poolse autoriteiten wezen erop dat de jaarlijkse actualisering van de in nationale valuta uitgedrukte minimumtarieven voor lidstaten die de euro niet hebben ingevoerd, zoals vereist op grond van artikel 13 van de richtlijn, in combinatie met de tijdelijk hoge — en ongunstige — wisselkoers van de euro met de zloty (EUR/PLN) op de eerste werkdag van oktober 2022, een verhoging van de belastingniveaus voor de betrokken producten zou inhouden2.

De wisselkoers van de zloty ligt sindsdien opnieuw op een gunstiger niveau, maar de procedure van artikel 13 houdt daarmee geen rekening, zodat de enige manier waarop Polen het belastingniveau voor de betrokken energieproducten op een constant niveau kan houden, erin bestaat een derogatieverzoek in te dienen. Zonder deze derogatie zouden de belastingniveaus voor deze producten moeten worden verhoogd.

Het Poolse verzoek heeft tot doel de mogelijke negatieve gevolgen van een dergelijke verhoging te ondervangen door de toepasselijke nationale belastingtarieven op hun huidige niveau te handhaven, onder de desbetreffende minimumbelastingniveaus die in de richtlijn zijn vastgesteld. Dit zou overeenkomen met een verlaging van de in euro uitgedrukte nationale belastingtarieven ten opzichte van de minimumtarieven, voor een bedrag dat gelijk is aan het wisselkoersverschil na de jaarlijkse aanpassing overeenkomstig artikel 13 van de richtlijn. Deze niet-indexering van de nationale tarieven zou ook worden toegepast op andere energieproducten die voor verwarmingsdoeleinden worden gebruikt in de zin van artikel 2, lid 3, van dezelfde richtlijn.

Polen benadrukte dat een dergelijke derogatie belangrijk is gelet op het negatieve effect van de sterke stijging van de energieprijzen, die een van de gevolgen van de Russische invasie in Oekraïne is. Deze situatie doet niet alleen de inflatie sterk stijgen, zo onderstreepten de Poolse autoriteiten, maar treft ook rechtstreeks de huishoudens en de bedrijven. In dit verband heeft Polen verduidelijkt dat een verlaging van het accijnstarief zou gelden voor alle afnemers van verwarmingsbrandstoffen waarop het derogatieverzoek betrekking heeft3.

Volgens de informatie in de onderstaande grafieken die door de Poolse autoriteiten zijn verstrekt, was er in 2022 een forse stijging van de prijzen van de energieproducten waarop het derogatieverzoek betrekking heeft.

Grafiek 1 — Gemiddelde prijs voor aardgas (2020-2023)4

Grafiek 2 — Spotprijs van steenkool in USD (2020-2022)5

Volgens de Poolse autoriteiten illustreren de bovenstaande grafieken de trends in de historische steenkool- en gasprijzen op de relevante groothandelsmarkten, met inbegrip van de prijsstijgingen in 2022 als gevolg van de Russische agressie tegen Oekraïne.

Grafiek 3 — Groothandelsprijzen voor zware stookolie6

Behalve gegevens over energieprijzen hebben de Poolse autoriteiten ook onderstaande tabel verstrekt, waarin de minimumbelastingniveaus die krachtens de richtlijn gelden voor elk energieproduct waarop hun verzoek betrekking heeft, worden vergeleken met de overeenkomstige tarieven die momenteel in Polen van kracht zijn (januari 2023). Zij benadrukten dat de accijnstarieven voor verwarmingsbrandstoffen zonder onderscheid van toepassing zijn op zowel particuliere huishoudens als commerciële afnemers.

Energieproduct

EU-minima (EUR)

EUR/PLN (2023)

EU-minima in 2023 (PLN)

Accijns in 2022

(PLN)

Accijns in 2023 zonder tariefwijziging

(EUR)

Verschil tussen de EU-minima en de werkelijke belasting (PLN)

Verschil tussen de EU-minima en de werkelijke belasting (EUR)

Wijziging van de EU-minima in verhouding tot de werkelijke belasting

(%)

Zware stookolie(in PLN per 1 000 kg)

15

4,832

72,48

69

14,2798

3,48

0,72

5,04

Aardgas

(inPLN per gigajoule bovenste verbrandingswaarde)

0,3

4,832

1,45

1,38

0,2856

0,07

0,01

5,04

Kolen en cokes(in PLN per gigajoule bovenste verbrandingswaarde)

0,3

4,832

1,45

1,38

0,2856

0,07

0,01

5,04

Energieproducten waarop het verzoek betrekking heeft

EU-minimumbelastingniveaus

(EUR)

Accijnstarief

(PLN)

Belastingtarief op basis van de gemiddelde maandelijkse wisselkoers EUR/PLN in januari 2022

Tarief

2023

Kolen en cokes

(per gigajoule bovenste verbrandingswaarde)

0,3

1,38

0,3 * 4,55≈ 1,37

Geen wijziging nodig

Aardgas

(per gigajoule bovenste verbrandingswaarde)

0,3

1,38

0,3 * 4,55 ≈ 1,37

Geen wijziging nodig

Zware stookolie (per 1 000 kg)

15

69

15 * 4,55 ≈ 68

Geen wijziging nodig

Volgens de Poolse autoriteiten zijn de budgettaire gevolgen van de wijziging van de accijnstarieven voor de betrokken energieproducten moeilijk in te schatten. Aangezien de correctie van de tarieven echter beperkt blijft, gaan zij ervanuit dat ook de gevolgen voor de begrotingsontvangsten onbeduidend zullen zijn, met name omdat hoge energieprijzen meer begrotingsinkomsten uit de btw genereren9.

De budgettaire gevolgen voor de periode waarop het derogatieverzoek betrekking heeft, worden op 9,2 miljoen PLN geraamd. De onderstaande tabel, die door de Poolse autoriteiten is verstrekt, geeft de budgettaire gevolgen voor elk van de betrokken energieproducten weer.

Energieproduct

Budgettaire gevolgen voor de eerste helft van 2023

(miljoen PLN)

Zware stookolie en andere brandstoffen gebruikt voor verwarming

2,4

Aardgas en andere gassen gebruikt voor verwarming

4,8

Kolen en cokes

2,0

Met de tijdelijke belastingverlaging die de Poolse autoriteiten willen doorvoeren, daalt het tarief onder de in de richtlijn vastgestelde toepasselijke minimumbelastingniveaus.

Dit voorstel doet geen afbreuk aan een eventuele toetsing van de Poolse maatregel aan de staatssteunregels. Dit voorstel voor een uitvoeringsbesluit van de Raad doet evenmin afbreuk aan de verplichting van de lidstaat om ervoor te zorgen dat de staatssteunregels in acht worden genomen.

Samenhang met andere beleidsgebieden van de Unie

Ieder derogatieverzoek uit hoofde van artikel 19 van de energiebelastingrichtlijn moet door de Commissie worden onderzocht met inachtneming van: i) de goede werking van de eengemaakte markt; ii) de noodzaak eerlijke mededinging te verzekeren; en iii) het gezondheids-, milieu-, energie- en vervoersbeleid van de EU.

Volgens de Poolse autoriteiten strekt deze belastingverlaging ertoe de sociale en economische lasten waarmee de Poolse bevolking zou worden geconfronteerd in geval van een belastingverhoging als gevolg van de ongunstige wisselkoers van de euro met de zloty, in combinatie met een sterk stijgende inflatie die zowel huishoudens als bedrijven treft en mede te wijten is aan de recente prijsstijging door het conflict in Oekraïne, gedeeltelijk te verlichten.

Vanwege deze situatie is het niet waarschijnlijk dat de tijdelijke verlaging het handelsverkeer binnen de EU ongunstig zal beïnvloeden. Gezien de beperkte gevolgen en duur van de maatregel zou er geen sprake mogen zijn van concurrentieverstoring of belemmering van de goede werking van de eengemaakte markt.

Zoals in de REPowerEU-mededeling11 wordt benadrukt, verzoekt de Commissie de lidstaten maatregelen te nemen om energiebesparingen te stimuleren en het verbruik van fossiele brandstoffen te verminderen, waarbij met name aandacht wordt geschonken aan kwetsbare huishoudens en bedrijven. Gezien de korte looptijd van de maatregel en de huidige uitzonderlijke omstandigheden die samenhangen met de geopolitieke situatie, lijkt de gevraagde derogatie echter passend en evenredig. De maatregel houdt ook rekening met de noodzaak om een evenwicht te vinden tussen de specifieke beleidsdoelstellingen van artikel 19 van de energiebelastingrichtlijn, en met name het milieubeleid van de EU, enerzijds en de dwingende noodzaak om de betaalbaarheid van energie voor bedrijven en huishoudens te waarborgen anderzijds.

Onder deze omstandigheden en gelet op het feit dat de maatregel van tijdelijke aard is en een beperkt toepassingsgebied heeft, lijkt het passend de gevraagde machtiging te verlenen.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG van de Raad.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het onder artikel 113 VWEU vallende gebied van de indirecte belastingen ressorteert als zodanig niet onder de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie in de zin van artikel 3 VWEU.

Op grond van artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG heeft de Raad evenwel, via afgeleid recht, een exclusieve bevoegdheid gekregen om een lidstaat te machtigen verdere vrijstellingen of verlagingen in de zin van dat artikel in te voeren. De lidstaten kunnen derhalve niet in de plaats van de Raad treden. Bijgevolg is het subsidiariteitsbeginsel niet van toepassing op het onderhavige uitvoeringsbesluit. Aangezien deze handeling niet een ontwerp van wetgevingshandeling is, dient zij hoe dan ook niet te worden toegezonden aan de nationale parlementen overeenkomstig protocol nr. 2 bij de Verdragen ter beoordeling van de naleving van het subsidiariteitsbeginsel.

Evenredigheid

Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

De belastingverlagingen gaan niet verder dan wat nodig is om het gestelde doel te bereiken.

De belastingverlagingen gelden gedurende een beperkte periode van zes maanden.

Keuze van het instrument

Het voorgestelde instrument is een uitvoeringsbesluit van de Raad.

Artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG voorziet uitsluitend in dit soort maatregel.

3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

De maatregel vereist geen evaluatie van bestaande wetgeving.

Raadpleging van belanghebbenden

Dit voorstel is gebaseerd op een verzoek van Polen en heeft uitsluitend betrekking op deze lidstaat.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Effectbeoordeling

Dit voorstel betreft een machtiging van een afzonderlijke lidstaat op diens eigen verzoek en vereist geen effectbeoordeling.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

De maatregel voorziet niet in een vereenvoudiging.

Hij vloeit voort uit een verzoek van Polen en heeft uitsluitend betrekking op deze lidstaat.

Grondrechten

De maatregel heeft geen gevolgen voor de grondrechten.

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De maatregel leidt niet tot financiële of administratieve lasten voor de Europese Unie. Het voorstel heeft derhalve geen gevolgen voor de begroting van de Unie.

5.OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Er is geen uitvoeringsplan nodig. Dit voorstel betreft een machtiging voor een belastingverlaging, gericht tot een afzonderlijke lidstaat, op diens eigen verzoek. Deze geldt voor een beperkte periode van zes maanden.

De toepasselijke belastingtarieven zullen onder de in de energiebelastingrichtlijn vastgestelde minimumbelastingniveaus liggen.

De maatregel kan worden geëvalueerd indien er na de geldigheidsduur een verzoek om verlenging wordt ingediend.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Het voorstel vereist geen toelichtende stukken over de omzetting.

Artikelsgewijze toelichting

In artikel 1 is bepaald dat Polen de belastingtarieven voor zware stookolie, aardgas, kolen en cokes die als verwarmingsbrandstof worden gebruikt, tot onder de minimumbelastingniveaus mag verlagen

In artikel 2 is bepaald dat de machtiging, zoals door Polen werd gevraagd, wordt verleend voor een periode van zes maanden, binnen de door de richtlijn toegestane maximumtermijn van zes jaar.

2023/0162 (NLE)

Voorstel voor een

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

waarbij Polen overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG wordt gemachtigd verlaagde accijnstarieven toe te passen op zware stookolie, aardgas, kolen en cokes die als verwarmingsbrandstof worden gebruikt

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit12, en met name artikel 19,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)Bij brief van 3 januari 2023 heeft Polen overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG verzocht te worden gemachtigd verlaagde accijnstarieven toe te passen op zware stookolie, aardgas, kolen en cokes die als verwarmingsbrandstof worden gebruikt. Op 15 februari 2023 hebben de Poolse autoriteiten aanvullende informatie en nadere toelichtingen bij hun verzoek verstrekt. De machtiging werd gevraagd voor een periode van zes maanden die loopt van 1 januari 2023 tot en met 30 juni 2023.

(2)Volgens de Poolse autoriteiten strekt de toepassing van een verlaagd belastingtarief ertoe de negatieve gevolgen te ondervangen waartoe een verhoging van het belastingniveau overeenkomstig artikel 13 van de richtlijn zou hebben geleid als gevolg van een ongunstig hoge wisselkoers van de euro met de zloty. Die verlaging zou overeenstemmen met het bedrag dat gelijk is aan het wisselkoersverschil na de jaarlijkse aanpassing overeenkomstig artikel 13 van de richtlijn. De verlaging zou het toepasselijke belastingtarief onder de in artikel 9 van de richtlijn bedoelde relevante minimumbelastingniveaus brengen.

(3)Er wordt niet verwacht dat de gevraagde machtiging de mededinging zal verstoren of de goede werking van de eengemaakte markt zal belemmeren. Gezien de korte looptijd van de maatregel en de uitzonderlijke omstandigheden die samenhangen met de geopolitieke situatie, wordt de gevraagde derogatie als passend en evenredig aangemerkt. De machtiging houdt rekening met zowel de specifieke beleidsoverwegingen van artikel 19, lid 1, van Richtlijn 2003/96/EG, en met name het milieubeleid van de Unie, als de noodzaak om de betaalbaarheid van energie voor bedrijven en gezinnen te waarborgen. De belastingverlaging zal de hogere energiekosten gedeeltelijk compenseren en wordt niet gecombineerd met andere vormen van belastingverlaging.

(4)Polen moet daarom, overeenkomstig het verzoek, worden gemachtigd om verlaagde accijnstarieven toe te passen op zware stookolie, aardgas, kolen en cokes die als verwarmingsbrandstof worden gebruikt.

(5)Overeenkomstig artikel 19, lid 2, van Richtlijn 2003/96/EG dient iedere uit hoofde van die bepaling verleende machtiging strikt beperkt in de tijd te zijn. Om evenwel toekomstige algemene ontwikkelingen van het bestaande juridische kader niet te ondergraven, is het passend te bepalen dat deze machtiging, mocht de Raad op basis van artikel 113 of een andere bepaling van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie een gewijzigde algemene regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit invoeren waaraan deze machtiging niet zou zijn aangepast, vervalt op de dag waarop die algemene regeling van toepassing wordt.

(6)Om een vlotte aanpak van de nadelige effecten op afnemers van energieproducten te garanderen, moet Polen de gevraagde belastingverlaging met ingang van 1 januari 2023 kunnen toepassen.

(7)Dit besluit laat de toepassing van de Unieregels betreffende staatssteun onverlet,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Polen wordt gemachtigd om verlaagde accijnstarieven toe te passen op zware stookolie, aardgas, kolen en cokes die als verwarmingsbrandstof worden gebruikt, onder de desbetreffende minimumbelastingniveaus als bedoeld in artikel 9 van Richtlijn 2003/96/EG.

Artikel 2

Dit besluit is van toepassing met ingang van 1 januari 2023 tot en met 30 juni 2023.

Mocht de Raad evenwel op grond van artikel 113 of een andere bepaling van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie een gewijzigde algemene regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit invoeren waaraan de in artikel 1 van dit besluit verleende machtiging niet zou zijn aangepast, dan vervalt dit besluit op de dag waarop die regeling van toepassing wordt.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de Republiek Polen.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

(1)PB L 283 van 31.10.2003, blz. 51.
(2)In 2023 lag de voor accijnsdoeleinden toepasselijke wisselkoers van de zloty ten opzichte van de euro op 4,8320 (in 2022 was de koers van de zloty ten opzichte van de euro gelijk aan 4,5826).
(3)Nationale ramingen hebben het aantal rechtstreekse begunstigden becijferd op ongeveer 6 600 belastingplichtigen in Polen, hoofdzakelijk ondernemers (van wie er 6 200 een aangifte voor steenkoolproducten indienen).
(4)Gegevens van aardgas op de Poolse elektriciteitsbeurs (TGE).
(5)Gegevens van steenkool gebaseerd op de markten van ARA (Amsterdam — Rotterdam — Antwerpen) en Richards Bay (Zuid-Afrika).
(6)Gebaseerd op gegevens van de groothandelsprijzen van ORLEN.
(7)Op de eerste werkdag van oktober 2022 was deze waarde de hoogste voor het jaar 2022, namelijk 4,832 PLN voor één euro.
(8)Op basis van de dagprijzen voor energie op de Poolse elektriciteitsbeurs (TGE). Prijzen uitgedrukt in PLN/MWh; day-aheadprijzen TGeBase.
(9)Volgens hun ramingen komt de wijziging neer op een kostenstijging voor afnemers die geen vrijstelling van accijns genieten (de meeste entiteiten die steenkool en aardgas voor verwarmingsdoeleinden gebruiken, zijn vrijgesteld van accijns overeenkomstig artikel 15, lid 1, punt h), van de richtlijn, zoals huishoudens of energie-intensieve bedrijven), meer bepaald van ongeveer 0,4 PLN/kg (ongeveer 0,5 PLN/kg inclusief btw) in het geval van zware stookolie, ongeveer 1,67 PLN/ton (2 PLN/ton inclusief btw) in het geval van steenkool, en ongeveer 0,2 PLN/kubieke meter (0,27 PLN/kg/m³ inclusief btw) in het geval van aardgas met een hoog methaangehalte van groep E.
(10)Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot herstructurering van de Unieregeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (herschikking), 14.7.2021, COM(2021) 563 final 2021/0213 (CNS).
(11)Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s - REPowerEU: een gemeenschappelijk Europees optreden voor betaalbaardere, veiligere en duurzamere energie (COM(2022)108 final van 8 maart 2022).
(12)PB L 283 van 31.10.2003, blz. 51.