Home

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2013/34/EU wat betreft de termijnen voor het vaststellen van standaarden voor duurzaamheidsrapportage voor bepaalde sectoren en voor bepaalde ondernemingen uit derde landen

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2013/34/EU wat betreft de termijnen voor het vaststellen van standaarden voor duurzaamheidsrapportage voor bepaalde sectoren en voor bepaalde ondernemingen uit derde landen

Brussel, 17.10.2023

COM(2023) 596 final

2023/0368(COD)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Richtlijn 2013/34/EU wat betreft de termijnen voor het vaststellen van standaarden voor duurzaamheidsrapportage voor bepaalde sectoren en voor bepaalde ondernemingen uit derde landen

(Voor de EER relevante tekst)


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

In haar mededeling “Concurrentievermogen van de EU op lange termijn: blik op de periode na 2030” heeft de Commissie gewezen op het belang van een regelgevingssysteem dat ervoor zorgt dat doelstellingen tegen zo gering mogelijke kosten worden bereikt. Daarom wil zij een nieuwe impuls geven aan het rationaliseren en vereenvoudigen van verslaggevingsvereisten, met als uiteindelijk doel dat dergelijke lasten met 25 % worden teruggedrongen zonder dat dit ten koste gaat van de daarmee samenhangende beleidsdoelstellingen.

Verslaggevingsvereisten zijn van essentieel belang voor een correcte handhaving en goede monitoring van wetgeving. De kosten van deze vereisten vallen per saldo grotendeels weg tegen het voordeel dat deze opleveren, met name op het gebied van de monitoring en zorg voor de naleving van essentiële beleidsmaatregelen. Verslaggevingsvereisten kunnen stakeholders, en met name kmo’s (het mkb) en micro-ondernemingen, echter ook opzadelen met onevenredige lasten. Ondernemingen moeten dus voldoende tijd krijgen om zich voor te bereiden op nieuwe verslaggevingsvereisten. Wanneer deze verslaggevingsvereisten zich in de loop der tijd opstapelen, kan dit resulteren in overbodige, overlappende of achterhaalde verplichtingen, in een inefficiënte frequentie en timing of in inadequate verzamelmethoden.

Daarom geniet de stroomlijning van verslaggevingsverplichtingen en terugdringing van regeldruk prioriteit. Tegen deze achtergrond zal dit voorstel de verslaggevingsverplichtingen rationaliseren door voor bepaalde sectoren en voor bepaalde ondernemingen uit derde landen de termijn voor de invoering van standaarden voor duurzaamheidsrapportage uit te stellen.

De jaarrekeningrichtlijn (Richtlijn 2013/34/EU)1, zoals gewijzigd door de richtlijn duurzaamheidsrapportage ondernemingen (Richtlijn (EU) 2022/2464 – “CSRD”)2, schrijft voor dat grote ondernemingen en beursgenoteerde kmo’s, alsmede moederondernemingen van grote groepen, in een specifiek deel van hun bestuursverslag de informatie moeten opnemen die nodig is om inzicht te krijgen in de effecten van de onderneming op duurzaamheidskwesties, samen met de informatie die nodig is om inzicht te krijgen in de wijze waarop duurzaamheidskwesties van invloed zijn op de ontwikkeling, prestaties en positie van de onderneming3.

Deze duurzaamheidsinformatie moet worden gerapporteerd overeenkomstig European Sustainability Reporting Standards (ESRS), die de Commissie zal vaststellen door middel van gedelegeerde handelingen, rekening houdende met het door EFRAG aangeleverde technische advies4. Deze ESRS moeten de inhoud en, voor zover relevant, de structuur vastleggen die bij het presenteren van die informatie moet worden gebruikt5.

Een eerste reeks ESRS is op 31 juli 2023 door de Commissie vastgesteld en wordt momenteel getoetst door het Europees Parlement en de Raad. De ESRS in deze eerste reeks zijn “sector-agnostisch”, d.w.z. dat zij gelden voor alle ondernemingen die onder de CSRD vallen, ongeacht de sector of sectoren waarin de onderneming actief is.

Artikel 29 ter, lid 1, derde alinea, van de jaarrekeningrichtlijn bepaalt dat de sectorspecifieke ESRS uiterlijk 30 juni 2024 moeten zijn vastgesteld. Deze ESRS moeten vastleggen welke informatie ondernemingen moeten rapporteren over duurzaamheidsthema’s en de rapportagedomeinen die specifiek zijn voor de sector waarin een onderneming actief is.

De Commissie komt met concrete voorstellen om de verslaggevingsdruk voor financiëlemarktdeelnemers te verminderen. Een daarvan is het voorstel om de datum van vaststelling van de sectorspecifieke ESRS – die momenteel voor 2024 is bepaald – met twee jaar uit te stellen. Dit beantwoordt ook aan een verzoek vanuit het bedrijfsleven.

De datum van vaststelling met twee jaar uitstellen is relevant voor ondernemingen die onder de CSRD vallen, met inbegrip van beursgenoteerde kmo’s, en die duurzaamheidsrapportage moeten uitvoeren. Zo krijgen deze ondernemingen de kans om hun aandacht te concentreren op de uitvoering van de eerste reeks ESRS die op 31 juli 2023 is goedgekeurd, krijgt EFRAG de tijd om sectorspecifieke ESRS uit te werken die efficiënt zijn, en worden de verslaggevingsvereisten tot het noodzakelijke minimum beperkt.

Daarnaast bepaalt artikel 40 ter van de jaarrekeningrichtlijn de datum voor het vaststellen van de ESRS die moeten worden gebruikt door bepaalde niet-EU-ondernemingen die in de Unie actief zijn, op uiterlijk 30 juni 2024. Aangezien de verslaggevingsvereisten voor deze niet-EU-ondernemingen pas vanaf het boekjaar van 2028 van toepassing zijn en gezien het uitstel van de termijn voor het vaststellen van de sectorspecifieke ESRS, moet ook de termijn voor de vaststelling van deze standaarden met twee jaar worden uitgesteld. Zodoende kunnen meer middelen worden ingezet voor de ontwikkeling van effectieve en evenredige sectorspecifieke ESRS, terwijl deze niet-EU-ondernemingen toch voldoende tijd krijgen om zich voor te bereiden op het boekjaar 2028.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Dit voorstel maakt deel uit van een eerste maatregelenpakket om verslaggevingsvereisten te rationaliseren. Dit is een stap in een proces waarin uitgebreid naar de bestaande verslaggevingsvereisten wordt gekeken, om te zien of deze nog zinvol zijn en hoe de efficiëntie ervan kan worden vergroot. De rationalisering die met deze maatregelen wordt doorgevoerd, zal niet negatief uitwerken op de verwezenlijking van de doelstellingen op het gebied van duurzaamheidsrapportage. Het voorstel is ook consistent met het pakket kmo-ondersteuning6.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

N.v.t.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Artikel 50 VWEU wordt beschouwd als de passende rechtsgrondslag voor dit initiatief, omdat dit initiatief een bestaande richtlijn wijzigt die op dat artikel is gebaseerd.

Subsidiariteit

De termijnen voor de vaststelling van de standaarden voor duurzaamheidsrapportage moeten door de Commissie worden nagekomen. Deze termijnen uitstellen kan alleen gebeuren door middel van een handeling van de medewetgevers. Op nationaal niveau zijn in dit verband geen maatregelen vereist.

Evenredigheid

Dit initiatief is in de eerste plaats bedoeld om ondernemingen de kans te geven hun aandacht te concentreren op de uitvoering van de eerste reeks ESRS die op 31 juli 2023 is goedgekeurd, om EFRAG de tijd te geven om sectorspecifieke ESRS uit te werken die efficiënt zijn, en om de verslaggevingsvereisten tot het noodzakelijke minimum te beperken. Door de termijnen uit te stellen voor de vaststelling door de Commissie van standaarden voor duurzaamheidsrapportage voor bepaalde sectoren – en voor bepaalde ondernemingen uit derde landen – zou deze doelstelling worden verwezenlijkt, terwijl ondernemingen toch voldoende tijd wordt gelaten om zich voor te bereiden op deze additionele rapportagevereisten.

Keuze van het instrument

Aangezien het bij deze wijzigingen uitsluitend gaat om het uitstellen van termijnen voor de Commissie om gedelegeerde handelingen vast te stellen – en dus geen omzetting door de lidstaten vereist is – wordt een besluit van het Europees Parlement en de Raad dat overeenkomstig de procedure van artikel 50, lid 1, VWEU wordt vastgesteld, als het meest geschikte wetgevingsinstrument beschouwd. Dit instrument handelt immers over de algemene normatieve context waarbinnen lidstaten worden opgeroepen hun wetgeving onderling aan te passen, zoals voorgeschreven door artikel 50 VWEU.

3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

N.v.t.

Raadpleging van belanghebbenden

N.v.t.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

N.v.t.

Effectbeoordeling

N.v.t.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

N.v.t.

Grondrechten

N.v.t.

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Dit initiatief heeft geen gevolgen voor de begroting.

5.OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

N.v.t.

Toelichtende stukken

Geen omzetting door lidstaten is vereist, aangezien dit initiatief bepaalde termijnen voor de Commissie om gedelegeerde handelingen vast te stellen met twee jaar uitstelt.

Artikelsgewijze toelichting

Richtlijn 2013/34/EU wordt als volgt gewijzigd:

(1)de termijn voor de Commissie om op grond van artikel 29 ter, lid 1, derde alinea, sectorspecifieke ESRS vast te stellen door middel van gedelegeerde handelingen, wordt bepaald op 30 juni 2026 (in plaats van 30 juni 2024);

(2)de termijn voor de Commissie om voor niet-EU-ondernemingen die aan bepaalde drempelwaarden voldoen, op grond van artikel 40 ter ESRS vast te stellen door middel van gedelegeerde handelingen, wordt bepaald op 30 juni 2026 (in plaats van 30 juni 2024).

2023/0368 (COD)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Richtlijn 2013/34/EU wat betreft de termijnen voor het vaststellen van standaarden voor duurzaamheidsrapportage voor bepaalde sectoren en voor bepaalde ondernemingen uit derde landen

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 50, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité7,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)Vereisten inzake duurzaamheidsrapportage spelen een cruciale rol waar het erom gaat voor markttransparantie te zorgen en ondernemingen rekenschap te doen afleggen voor hun impact op mens en milieu. Het is echter van belang om deze vereisten te stroomlijnen, zodat deze beantwoorden aan het beoogde doel, en om de regeldruk te beperken.

(2)Artikel 29 ter, lid 1, derde alinea, van Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad8 schrijft voort dat de Commissie uiterlijk 30 juni 2024 door middel van gedelegeerde handelingen standaarden voor duurzaamheidsrapportage vaststelt, waarin de informatie wordt gespecificeerd die ondernemingen moeten rapporteren wat betreft duurzaamheidskwesties en de rapporteringsgebieden die specifiek zijn voor de sector waarin een onderneming actief is – naast de informatie die ondernemingen reeds moeten verschaffen op grond van Gedelegeerde Verordening (EU) XX/XXXX van de Commissie9.

(3)Om, zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie “Concurrentievermogen van de EU op lange termijn: blik op de periode na 2030”10, de verslaggevingsdruk voor ondernemingen te verminderen, moeten ondernemingen de mogelijkheid krijgen om zich allereerst te concentreren op de uitvoering van vereisten inzake duurzaamheidsrapportage die in Gedelegeerde Verordening (EU) XX/XXX zijn vastgelegd. Daarom moet de termijn voor de vaststelling van de gedelegeerde handelingen met de in artikel 29 ter, lid 1, derde alinea, van Richtlijn 2013/34/EU bedoelde aanvullende vereisten inzake duurzaamheidsrapportage, met twee jaar worden uitgesteld.

(4)Artikel 40 ter van Richtlijn 2013/34/EU schrijft ook voor dat de Commissie uiterlijk 30 juni 2024 een gedelegeerde handeling vaststelt waarin standaarden inzake duurzaamheidsrapportage worden bepaald die moeten worden gebruikt voor de openbaarmaking van duurzaamheidsinformatie over ondernemingen uit derde landen met een netto-omzet van meer dan 150 miljoen EUR en met ofwel dochterondernemingen in de Unie die grote ondernemingen zijn of kleine en middelgrote ondernemingen waarvan de effecten zijn toegelaten tot de handel op gereglementeerde markten in de Unie, dan wel met bijkantoren in de Unie met een netto-omzet van meer dan 40 miljoen EUR.

(5)De rapportagevereisten voor bepaalde ondernemingen uit derde landen zijn pas van toepassing vanaf het boekjaar 2028. Aangezien de termijn voor de vaststelling van de gedelegeerde handelingen met de in artikel 29 ter, lid 1, derde alinea, van Richtlijn 2013/34/EU bedoelde verplichtingen inzake aanvullende duurzaamheidsrapportage met twee jaar zal worden uitgesteld, moet ook de termijn voor de vaststelling van de standaarden inzake duurzaamheidsrapportage voor bepaalde ondernemingen uit derde landen met twee jaar worden uitgesteld.

(6)Richtlijn 2013/34/EU moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen van Richtlijn 2013/34/EU

Richtlijn 2013/34/EU wordt als volgt gewijzigd:

(1)In artikel 29 ter, lid 1, derde alinea, wordt in de aanhef “30 juni 2024” vervangen door “30 juni 2026”.

(2)In artikel 40 ter wordt “30 juni 2024” vervangen door “30 juni 2026”.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees ParlementVoor de Raad

De voorzitterDe voorzitter

(1)Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (PB L 182 van 29.6.2013, blz. 19).
(2)Richtlijn (EU) 2022/2464 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2022 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 537/2014, Richtlijn 2004/109/EG, Richtlijn 2006/43/EG en Richtlijn 2013/34/EG, met betrekking tot duurzaamheidsrapportering door ondernemingen (PB L 322 van 16.12.2022, blz. 15).
(3)De vereisten inzake duurzaamheidsrapportage voor grote ondernemingen en beursgenoteerde kmo’s zijn geformuleerd in de artikelen 19 bis en 29 bis van de jaarrekeningrichtlijn. Zij zijn, afhankelijk van de ondernemingscategorie, van toepassing vanaf het boekjaar 2024. Voorts eist artikel 40 bis van de jaarrekeningrichtlijn dat bepaalde niet-EU-ondernemingen die op het grondgebied van de Unie actief zijn, bepaalde duurzaamheidsinformatie openbaar maken vanaf het boekjaar 2028.
(4)Artikel 49, lid 3 ter, van de jaarrekeningrichtlijn. EFRAG heette voordien European Financial Reporting Advisory Group. In 2022 heeft de organisatie haar naam veranderd en zij heet nu voortaan gewoonweg EFRAG.
(5)Artikel 29 ter, lid 1, van de jaarrekeningrichtlijn machtigt de Commissie om door middel van gedelegeerde handelingen de ESRS vast te stellen die grote ondernemingen en beursgenoteerde kmo’s moeten gebruiken, terwijl artikel 40 ter de Commissie machtigt om de ESRS vast te stellen voor het duurzaamheidsverslag van bepaalde niet-EU-ondernemingen.
(6)COM(2023) 535 final.
(7)PB C […] van […], blz. […].
(8)Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (PB L 182 van 29.6.2013, blz. 19).
(9)[Publications office, please insert the full reference to this Delegated Act, once published: COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) …/… of 31.7.2023 supplementing Directive 2013/34/EU of the European Parliament and of the Council as regards sustainability reporting standards (C(2023) 5303 final)].
(10)COM(2023) 168.