Home

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) (ST 10477/21 INIT; ST 10477/21 ADD 1) van 20 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Litouwen

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) (ST 10477/21 INIT; ST 10477/21 ADD 1) van 20 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Litouwen

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Brussel, 23.10.2023

COM(2023) 685 final

2023/0387(NLE)

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) (ST 10477/21 INIT; ST 10477/21 ADD 1) van 20 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Litouwen

{SWD(2023) 347 final}

2023/0387 (NLE)

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) (ST 10477/21 INIT; ST 10477/21 ADD 1) van 20 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Litouwen

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) (ST 10477/21 INIT; ST 10477/21 ADD 1) van 20 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Litouwen

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit 1 , en met name artikel 20, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Nadat Litouwen op 14 mei 2021 zijn nationale herstel- en veerkrachtplan had ingediend, heeft de Commissie de Raad een voorstel voor een positieve beoordeling voorgelegd. De Raad heeft de positieve beoordeling goedgekeurd door middel van het uitvoeringsbesluit van de Raad van 28 juli 2021 2 .

  2. Overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241 moet de maximale financiële bijdrage voor niet-terugbetaalbare financiële steun van elke lidstaat uiterlijk op 30 juni 2022 worden geactualiseerd volgens de daarin vastgestelde methode. Op 30 juni 2022 heeft de Commissie de resultaten van die actualisering aan het Europees Parlement en de Raad voorgelegd.

  3. Op 30 juni 2023 heeft Litouwen bij de Commissie een gewijzigd nationaal herstel- en veerkrachtplan ingediend, met inbegrip van een REPowerEU-hoofdstuk overeenkomstig artikel 21 quater van Verordening (EU) 2021/241.

  4. In het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan wordt ook rekening gehouden met de geactualiseerde maximale financiële bijdrage overeenkomstig artikel 18, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241. Het plan bevat een met redenen omkleed verzoek aan de Commissie om de Raad voor te stellen het uitvoeringsbesluit van de Raad overeenkomstig artikel 21, lid 1, van Verordening (EU) 2021/241 te wijzigen omdat het herstel- en veerkrachtplan door objectieve omstandigheden gedeeltelijk niet langer haalbaar is. De door Litouwen ingediende wijzigingen van het herstel- en veerkrachtplan hebben betrekking op 46 (sub)maatregelen.

  5. Op 14 juli 2023 heeft de Raad in het kader van het Europees Semester aanbevelingen aan Litouwen gericht. In het bijzonder heeft de Raad Litouwen aanbevolen actie te ondernemen om de noodsteunmaatregelen voor energie af te bouwen, de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen en de inzet van hernieuwbare energiebronnen te versnellen; de gezondheidszorg en sociale diensten te versterken en de sociale huisvesting te verbeteren; en door te gaan met de snelle uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan en de programma’s van het cohesiebeleid. 

  6. De indiening van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan volgde op een in overeenstemming met het nationale rechtskader uitgevoerd proces van raadpleging van lokale en regionale autoriteiten, sociale partners, maatschappelijke organisaties, jongerenorganisaties en andere relevante belanghebbenden. De samenvatting van de raadplegingen is samen met het gewijzigde nationale herstel- en veerkrachtplan ingediend. Krachtens artikel 19 van Verordening (EU) 2021/241 heeft de Commissie de relevantie, doeltreffendheid, efficiëntie en samenhang van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan beoordeeld in overeenstemming met de in bijlage V bij die verordening opgenomen beoordelingsrichtsnoeren.

Leningaanvraag op basis van artikel 14 van Verordening (EU) 2021/241

  1. Het door Litouwen ingediende gewijzigde herstel- en veerkrachtplan bevat een aanvraag voor steun in de vorm van leningen ter ondersteuning van zes maatregelen.

  1. In component 2 (Groene transformatie van Litouwen) heeft Litouwen voorgesteld een hervorming toe te voegen om publieke en private financiering te mobiliseren om de doelstellingen inzake mitigatie van en aanpassing aan de klimaatverandering te verwezenlijken en om Litouwen aantrekkelijker te maken voor investeerders in groene financiële producten. Dit zal naar verwachting worden bereikt door middel van het Litouwse actieplan voor groene financiering voor de periode 2023-2026. Daarnaast heeft het centrum voor groene financiering en kennis, een uitvoeringsactie van het actieplan voor groene financiering voor de periode 2023-2026, tot doel bij te dragen aan de ontwikkeling van een ecosysteem voor duurzaamheidslabels in Litouwen op basis van internationale praktijken, te zorgen voor de verspreiding van relevante duurzaamheidsgerelateerde informatie, de samenwerking tussen de publieke en de particuliere sector en de academische wereld te coördineren en Litouwen op het gebied van duurzame financiering te bevorderen.

  2. In component 5 (Hoger onderwijs, een coherent kader voor het stimuleren van onderzoek en innovatie en het bedrijfsleven met een hoge toegevoegde waarde) heeft Litouwen voorgesteld een investering toe te voegen voor het opzetten van een financieel instrument met als doel gesyndiceerde en achtergestelde leningen of directe leningen te verstrekken aan onder meer ondernemingen voor de ontwikkeling van groene industriële technologieën en industriële ontwikkeling met een hoge toegevoegde waarde. De betrokken investering is gericht op bedrijven en heeft tot doel de sociale en territoriale cohesie en slimme, duurzame en inclusieve groei te ondersteunen.

  3. In component 6 (Efficiënte overheidssector en voorwaarden voor herstel na de pandemie) heeft Litouwen voorgesteld een hervorming toe te voegen ter verbetering van gecentraliseerde overheidsopdrachten via de centrale aankooporganisatie, alsook een nieuwe investering in de vorm van een kapitaalinjectie van 150 miljoen EUR in Invega (Litouwse nationale stimuleringsinstelling) waardoor naar verwachting de toegang tot financiering in Litouwen zal verbeteren.

  4. In component 7 (Meer mogelijkheden voor iedereen om actief nationaal welzijn op te bouwen) heeft Litouwen voorgesteld een hervorming toe te voegen om de versnippering van de planning en verlening van sociale, arbeidsvoorzienings- en andere gerelateerde diensten te verminderen en de vaardigheden van maatschappelijk werkers te verbeteren.

  5. In component 8 (REPowerEU) heeft Litouwen voorgesteld een investering toe te voegen die de uitvoering van een financieel instrument ter bevordering van de inzet van hernieuwbare energie behelst. De investering bestaat uit een overheidsinvestering in een fonds voor het verstrekken van steun in de vorm van leningen aan particuliere entiteiten en aan entiteiten uit de publieke sector die zich met soortgelijke activiteiten bezighouden, voor de ontwikkeling van productiecapaciteit voor zonne-energie en windenergie op het vasteland.

Actualiseringen op basis van artikel 18, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241

  1. In het door Litouwen ingediende gewijzigde herstel- en veerkrachtplan zijn twee submaatregelen geactualiseerd om rekening te houden met de geactualiseerde maximale financiële bijdrage, die is gedaald van 2 224 195 119 EUR 3 tot 2 099 135 822 EUR 4 . Overeenkomstig artikel 21 quater, lid 2, kunnen lidstaten die een verlaging van de maximale financiële bijdrage ondergaan, in de REPowerEU-hoofdstukken ook maatregelen opnemen die zijn opgenomen in de reeds vastgestelde uitvoeringsbesluiten van de Raad zonder dat deze worden opgeschaald, tot een bedrag van de geraamde kosten die gelijk zijn aan die verlaging.

  2. Op basis daarvan worden twee streefdoelen van een submaatregel en één streefdoel van een andere submaatregel onder component 2 (Groene transformatie van Litouwen) door Litouwen gewijzigd. Deze wijziging betreft met name de streefdoelen 23 en 24 betreffende de aanleg van nieuwe capaciteit voor de opwekking van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen (Steun voor de bouw van installaties voor hernieuwbare energie op het vasteland (zonne- en windenergie) en individuele opslagfaciliteiten) als onderdeel van investering B.1.1.2 en streefdoel 49 op het gebied van gerenoveerde demonstratiegebouwen met het oog op een vermindering van het energieverbruik (Actualiseren en testen in de praktijk van renovatiepakketten en -normen voor gebouwen en ontwikkelen van een methodologie voor de ontwikkeling van duurzame steden) als onderdeel van investering B.1.3.1. De streefdoelen 23 en 24 moeten uit submaatregel B.1.1.2 worden geschrapt en worden opgenomen in submaatregel H.1.3.2 (REPowerEU). Daarnaast moet streefdoel 49 uit submaatregel B.1.3.1 worden geschrapt en worden opgenomen in submaatregel H.1.1.1 (REPowerEU). De uitvoeringsbesluiten van de Raad moeten dienovereenkomstig worden gewijzigd.

Wijzigingen op basis van artikel 21 van Verordening (EU) 2021/241

  1. De wijzigingen van het herstel- en veerkrachtplan die Litouwen op grond van objectieve omstandigheden heeft ingediend, hebben betrekking op 44 (sub)maatregelen.

  2. Litouwen heeft toegelicht dat vijf (sub)maatregelen vanwege de hoge inflatie niet langer volledig haalbaar zijn. Tussen eind 2021 en eind 2022 was zowel de prijs- als de looninflatie in Litouwen constant hoog, wat heeft geleid tot hogere kosten, bijvoorbeeld voor de bouw en uitrusting, hetgeen van invloed is op de tijdschema’s en het ambitieniveau van projecten in het kader van het herstel- en veerkrachtplan. Dit betreft respectievelijk streefdoel 20 van submaatregel A.1.3.3 (Modernisering van hulpdiensten en reanimatie-eenheden in regionale ziekenhuizen) onder component 1 (Een veerkrachtig en toekomstbestendig gezondheidszorgstelsel), de streefdoelen 53 en 54 van submaatregel B.1.3.4 (Steun voor snellere renovatie van gebouwen overeenkomstig de actuele normen voor gebouwenrenovatie), de streefdoelen 55 en 56 van maatregel B.1.4 (Verhoging van de broeikasgasabsorptiecapaciteit) onder component 2 (Groene transformatie van Litouwen), streefdoel 98 van submaatregel D.1.1.4 (Versterking van de competenties van pedagogisch personeel) onder component 4 (Kwalitatief hoogwaardig en toegankelijk onderwijs voor de hele levenscyclus) en streefdoel 189 van submaatregel G.1.2.2 (Het toepassingsgebied en de diversiteit van werkgelegenheidsbevorderende maatregelen vergroten, bijdragen tot de doelstellingen van de digitale en groene transformatie en de circulaire economie bevorderen) onder component 7 (Meer mogelijkheden voor iedereen om actief nationaal welzijn op te bouwen). Op basis hiervan heeft Litouwen verzocht de bovengenoemde mijlpalen en streefdoelen te wijzigen. Het uitvoeringsbesluit van de Raad moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

  3. Litouwen heeft toegelicht dat drie (sub)maatregelen vanwege verstoringen in de toeleveringsketen niet langer volledig haalbaar zijn. Verstoringen in de toeleveringsketen en de daarmee gepaard gaande moeilijkheden bij het verkrijgen van componenten voor de uitvoering van projecten hebben grote gevolgen gehad voor de productie en exploitatie van biobrandstoffen en groene waterstof, de uitrol van netwerken met zeer hoge capaciteit en de ontwikkeling van innovatieve oplossingen in het vervoer. Dit betreft respectievelijk de streefdoelen 46 en 47 van submaatregel B.1.2.4 (Steun voor de ontwikkeling van de sector hernieuwbare brandstoffen (biomethaangas, vloeibare biobrandstoffen van de tweede generatie voor vervoer en groene waterstof) onder component 2 (Groene transformatie van Litouwen), de streefdoelen 86, 87 en 88 van submaatregel C.1.5.2 (Verdere ontwikkeling van netwerken met zeer hoge capaciteit) en streefdoel 90 van submaatregel C.1.5.3 (Innovatie in mobiliteit) onder component 3 (Digitale transformatie voor groei). De voorgestelde wijzigingen van submaatregel C.1.5.2 (Verdere ontwikkeling van netwerken met zeer hoge capaciteit) vormen ook een duidelijk beter alternatief voor de uitvoering van het project. Op basis hiervan heeft Litouwen verzocht het tijdschema van de bovengenoemde mijlpalen en streefdoelen te wijzigen en de bovengenoemde wijzigingen door te voeren. Het uitvoeringsbesluit van de Raad moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

  4. Litouwen heeft toegelicht dat drie (sub)maatregelen niet langer volledig haalbaar zijn binnen het oorspronkelijke tijdschema, omdat ontwikkelaars hun oorspronkelijke plan onverwacht moeten herzien om de kwaliteit en veiligheid van het project te waarborgen. Dit betreft mijlpaal 7 van submaatregel A.1.1.7 (Oprichting van een centrum voor geavanceerde therapieën), mijlpaal 10 van submaatregel A.1.1.9 (Oprichting van een competentieplatform voor gezondheidswerkers) en streefdoel 11 van submaatregel A.1.1.10 (Ontwikkeling van een model voor de beoordeling van de kwaliteit van de gezondheidszorg) onder component 1 (Een veerkrachtig en toekomstbestendig gezondheidszorgstelsel). Op basis hiervan heeft Litouwen verzocht om het tijdschema voor de uitvoering van de bovengenoemde mijlpaal te verlengen. Het uitvoeringsbesluit van de Raad moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

  5. Litouwen heeft toegelicht dat drie (sub)maatregelen vanwege veranderingen in de marktvraag niet langer volledig haalbaar zijn. Zo bleek de belangstelling van gemeenten om deel te nemen aan projecten zoals specifieke infrastructuur voor girale betalingen op scholen, de vraag naar taalcursussen voor buitenlandse studenten of het aantal universiteiten dat deelneemt aan internationale netwerken lager dan verwacht. Dit betreft respectievelijk de streefdoelen 124 en 125 van submaatregel E.1.1.3 (Versterking van het internationale concurrentievermogen van instellingen voor hoger onderwijs), streefdoel 130 van submaatregel E.1.2.2 (Vergroting van de vraag naar innovatie in Litouwen door het potentieel van overheidsopdrachten te benutten) onder component 5 (Hoger onderwijs, een coherent kader voor het stimuleren van onderzoek en innovatie en het bedrijfsleven met een hoge toegevoegde waarde) en de streefdoelen 159 en 160 van submaatregel F.1.4.4 (Toekomstige belastingbetalers financieel geletterd) onder component 6 (Efficiënte overheidssector en voorwaarden voor herstel na de pandemie). Op basis hiervan heeft Litouwen verzocht de bovengenoemde mijlpalen en streefdoelen te wijzigen. Het uitvoeringsbesluit van de Raad moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

  6. Litouwen heeft toegelicht dat zes (sub)maatregelen niet langer (volledig) haalbaar zijn binnen het oorspronkelijke tijdschema vanwege een vertraging in het aanbestedingsproces waarop de nationale autoriteiten geen invloed hebben. Dergelijke vertragingen zijn bijvoorbeeld het gevolg van onvoorziene belemmeringen bij de aankoop van de benodigde materialen, onvoorziene stijgingen van de energieprijzen in combinatie met een gebrek aan lokale productie van hernieuwbare energie, of een gebrek aan marktparticipatie waardoor de noodzaak wordt gerechtvaardigd om het toepassingsgebied van de openbare aanbestedingsprocedure te wijzigen. Dit betreft respectievelijk streefdoel 19 van submaatregel A.1.3.2 (Modernisering van expertisecentra op het gebied van infectieziekten) onder component 1 (Een veerkrachtig en toekomstbestendig gezondheidszorgstelsel), streefdoel 22 van submaatregel B.1.1.1 (Voorbereidende werkzaamheden voor de ontwikkeling van offshore-windenergiecentrales en bijbehorende infrastructuur), mijlpaal 30 van maatregel B.1.2 (Zich verplaatsen zonder het milieu te verontreinigen), streefdoel 52 van submaatregel B.1.3.3 (Bevordering van de levering van bouwproducten en -diensten die de renovatie van gebouwen versnellen) onder component 2 (Groene transformatie van Litouwen), mijlpaal 138 van submaatregel F.1.1.1 (Modernisering van het systeem voor personeelsbeheer in de overheidssector) onder component 6 (Efficiënte overheidssector en voorwaarden voor herstel na de pandemie) en streefdoel 187 van submaatregel G.1.2.1 (Optimalisering en verbetering van de operationele processen van de diensten voor arbeidsvoorziening, waarbij een systematische klantgerichtheid wordt gewaarborgd) onder component 7 (Meer mogelijkheden voor iedereen om actief nationaal welzijn op te bouwen). Op basis hiervan heeft Litouwen verzocht de bovengenoemde mijlpalen te wijzigen. Het uitvoeringsbesluit van de Raad moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

  7. Litouwen heeft toegelicht dat de voorgestelde herzieningen voor 24 (sub)maatregelen een duidelijk beter alternatief vormen voor de uitvoering van het project. Er werden efficiëntere manieren gevonden om dezelfde maatregelen uit te voeren, waardoor de kosten werden verlaagd, de termijnen werden vervroegd of het toepassingsgebied en de ambitie van de maatregelen werden vergroot. Dit betreft respectievelijk mijlpaal 1 van submaatregel A.1.1.1 (Wettelijk kader voor de organisatie, het beheer en de verlening van ambulancediensten), de beschrijving van submaatregel A.1.1.11 (Digitalisering van de gezondheidszorg) onder component 1 (Een veerkrachtig en toekomstbestendig gezondheidszorgstelsel), de streefdoelen 31, 32 en 33 van submaatregel B.1.2.1 (Steun voor de aankoop van schone voertuigen door de overheid en het bedrijfsleven), streefdoel 36 van submaatregel B.1.2.2 (Steun voor de aankoop van emissievrije voertuigen voor openbaar vervoer), streefdoel 41 van submaatregel B.1.2.3 (Installatie van oplaadinfrastructuur voor voertuigen/tankinfrastructuur voor alternatieve brandstoffen) en streefdoel 51 van submaatregel B.1.3.2 (Instrumenten om de coördinatie van de renovatie van gebouwen en technische bijstand te vergemakkelijken) onder component 2 (Groene transformatie van Litouwen), de mijlpalen 59 en 60 en de streefdoelen 61, 62 en 63 van submaatregel C.1.1 (Transformatie van openbaar bestuur op het gebied van informatietechnologie), streefdoel 67 van submaatregel C.1.2 (Waarborgen van de doeltreffendheid van gegevensbeheer en open data), de beschrijving van submaatregel C.1.3 (Klantgerichte diensten), mijlpaal 74 en streefdoel 75 van submaatregel C.1.4.1 (Ontwikkeling van technologische middelen in het Litouws), mijlpaal 76 en streefdoel 77 van submaatregel C.1.4.2 (Digitalisering en toegankelijkheid van culturele hulpbronnen) en streefdoel 82 van submaatregel C.1.4.5 (ICT-kenniscentrum) onder component 3 (Digitale transformatie voor groei), de beschrijving van maatregel D.1.1 (Modern algemeen onderwijs — achtergrond van basiscompetenties), mijlpaal 99 van submaatregel D.1.1.4 (Versterking van de competenties van pedagogisch personeel), mijlpaal 115 van submaatregel D.1.4.2 (Beoordeling van competenties) onder component 4 (Kwalitatief hoogwaardig en toegankelijk onderwijs voor de hele levenscyclus), streefdoel 131 van submaatregel E.1.2.3 (Bevordering van de ontwikkeling van het ecosysteem voor startende ondernemingen) onder component 5 (Hoger onderwijs, een coherent kader voor het stimuleren van onderzoek en innovatie en het bedrijfsleven met een hoge toegevoegde waarde), de beschrijving van maatregel F.1.1 (Een efficiënte openbare sector), mijlpaal 139 van submaatregel F.1.1.2 (Invoering van een gecentraliseerd opleidingssysteem voor de ontwikkeling van competenties in de overheidssector), mijlpaal 140 en streefdoel 141 van submaatregel F.1.1.3 (Vaststelling van een kader voor de ontwikkeling van strategische competenties in de overheidssector), de mijlpalen 148 en 149 van submaatregel F.1.3.1 (Verbeteringen van het begrotingskader), mijlpaal 150 van submaatregel F.1.3.2 (Uitgavenevaluaties), mijlpaal 154 van submaatregel F.1.3.5 (Consolidatie van de nationale ontwikkelingsinstellingen) onder component 6 (Efficiënte overheidssector en voorwaarden voor herstel na de pandemie), mijlpaal 164 van maatregel F.1.5 (Instrumenten voor bedrijven om insolventierisico’s te beheren) onder component 6 (Efficiënte overheidssector en voorwaarden voor herstel na de pandemie) en mijlpaal 184 van submaatregel G.1.1.2 (Aanvullende maatregelen om de toereikendheid en houdbaarheid van sociale uitkeringen te verbeteren) onder component 7 (Meer mogelijkheden voor iedereen om actief nationaal welzijn op te bouwen). Op basis hiervan heeft Litouwen verzocht de bovengenoemde mijlpalen en streefdoelen te wijzigen en de bovengenoemde wijzigingen aan te brengen. Het uitvoeringsbesluit van de Raad moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

  8. De Commissie is van oordeel dat de door Litouwen aangevoerde redenen de actualisering overeenkomstig artikel 18, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241 en de wijziging op grond van artikel 21, lid 2, van die verordening rechtvaardigen.

Correcties van schrijffouten

  1. In de tekst van het uitvoeringsbesluit van de Raad zijn schrijffouten vastgesteld die gevolgen hebben voor 9 mijlpalen en streefdoelen en 17 (sub)maatregelen. Het uitvoeringsbesluit van de Raad moet worden gewijzigd om de schrijffouten te corrigeren die niet overeenstemmen met de inhoud van het herstel- en veerkrachtplan dat op 14 mei 2021 bij de Commissie is ingediend, zoals overeengekomen tussen de Commissie en Litouwen. Deze schrijffouten hebben betrekking op mijlpaal 2 van submaatregel A.1.1.2 (Ontwikkeling van een digitaal gezondheidsstelsel dat het secundaire gebruik van gezondheidsgegevens vergemakkelijkt), mijlpaal 4 van submaatregel A.1.1.4 (Vaststelling van een basismodel voor de verlening van openbare gezondheidsdiensten), de streefdoelen 8 en 9 van submaatregel A.1.1.8 (Een representatieve verzameling referentiegenoomgegevens creëren binnen het gezondheidsproject “Genome Europe”), maatregel A.1.2 (Verlening van diensten voor langdurige zorg) en mijlpaal 15 van submaatregel A.1.2.1 (Invoering van het model voor langdurige zorg) onder component 1 (Een veerkrachtig en toekomstbestendig gezondheidszorgstelsel), submaatregel C.1.4.3 (Productie van inhoud en middelen voor digitaal onderwijs), submaatregel C.1.4.4 (Financiële instrumenten voor de oprichting van bedrijven en digitale innovatie), submaatregel C.1.5.1 (Routekaart 5G), submaatregel D.1.1.3 (Programma van de Millenniumschool), submaatregel D.1.1.7 (Verbetering van onderwijs en opvang voor jonge kinderen), maatregel D.1.4 (Competenties voor groene en digitale transformatie verworven in beroepsonderwijs en -opleiding), submaatregel D.1.4.1 (Nationaal platform voor de voortgang van beroepsonderwijs en -opleiding) en submaatregel D.1.4.4 (Mobiliteitsprogramma) onder component 4 (Kwalitatief hoogwaardig en toegankelijk onderwijs voor de hele levenscyclus), streefdoel 123 van submaatregel E.1.1.2 (Verbetering van de efficiëntie van het hogeronderwijsnetwerk door de missies van universiteiten en hogescholen te verfijnen) onder component 5 (Hoger onderwijs, een coherent kader voor het stimuleren van onderzoek en innovatie en het bedrijfsleven met een hoge toegevoegde waarde), mijlpaal 153 van submaatregel F.1.3.4 (Bevordering van publiek-private partnerschappen), mijlpaal 175 van submaatregel F.1.7.1 (Totstandbrenging van een oplossing om e-ontvangsten mogelijk te maken) onder component 6 (Efficiënte overheidssector en voorwaarden voor herstel na de pandemie) en mijlpaal 180 van submaatregel G.1.1.1 (Studie over de minimuminkomensregeling en daarmee samenhangende wijzigingen in de wetgeving) onder component 7 (Meer mogelijkheden voor iedereen om actief nationaal welzijn op te bouwen). Deze correcties hebben geen gevolgen voor de uitvoering van de betrokken maatregelen.

Het REPowerEU-hoofdstuk op basis van artikel 21 quater van Verordening (EU) 2021/241

  1. Het REPowerEU-hoofdstuk omvat één hervorming en drie investeringen.

  2. De hervorming (H.1.3) heeft tot doel het investeringsklimaat voor ontwikkelaars van hernieuwbare energiebronnen te verbeteren. In het bijzonder heeft de hervorming tot doel vergunningsprocedures en andere administratieve processen te stroomlijnen en te versnellen, onder meer door het aantal vereiste vergunningen te verminderen, de termijn voor het verkrijgen ervan te verkorten en hybride krachtcentrales te reguleren (H.1.3.1.). Daarnaast zal de hervorming naar verwachting bijdragen tot de volledige opwekking van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen in Litouwen door verschillende modelleringsscenario’s te analyseren en een transformatiemodel voor de Litouwse elektriciteitssector te ontwikkelen. Voorts heeft de hervorming tot doel steun te verlenen aan rechtspersonen, landbouwers, hernieuwbare-energiegemeenschappen of energiegemeenschappen van burgers voor de aankoop en installatie van zonne- en windenergiecentrales op het vasteland, waarbij prioriteit wordt gegeven aan zelfverbruik, landbouw- of economische behoeften (H.1.3.2). De hervorming draagt op doeltreffende wijze bij tot de verwezenlijking van de REPowerEU-doelstellingen, zoals vastgesteld in artikel 21 quater, lid 3, punten b) en e), van Verordening (EU) 2021/241, door middel van voorstellen voor noodzakelijke maatregelen voor de verdere uitbreiding van de capaciteit van Litouwen om uit hernieuwbare energiebronnen elektriciteit op te wekken, voorstellen om een equivalent te bereiken van 100 % van het totale nationale elektriciteitsverbruik opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen, en door steun te verlenen voor het creëren van extra capaciteit voor de opwekking van hernieuwbare energie.

  3. Het REPowerEU-hoofdstuk voorziet in een verhoging van de financiering voor de renovatie van appartementsgebouwen, waardoor de energie-efficiëntie van gebouwen wordt verbeterd en de verwarmingskosten voor bewoners worden verlaagd. Op die manier draagt het in zekere mate bij tot een vermindering van de energiearmoede waarmee sociaaleconomisch achtergestelde groepen vaak te kampen hebben. 

  4. De nieuwe investeringen in het kader van het REPowerEU-hoofdstuk omvatten: i) steun voor het versnellen van de renovatie van gebouwen (H.1.1), ii) steun voor de aankoop van schone voertuigen voor de binnenvaart (H.1.2), iii) steun via leningen om de capaciteit voor de opwekking van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen te vergroten (H.3.1). De eerste investering (H.1.1) omvat twee elementen: i) actualiseren en testen in de praktijk van renovatiepakketten en -normen voor gebouwen (H.1.1.1); en ii) steun voor de renovatie van appartementsgebouwen om de energie-efficiëntie te verhogen (tot klasse A) (H.1.1.2). Het eerste element (H.1.1.1) bestaat uit demonstratieprojecten voor groene renovatie, waarbij gebruik wordt gemaakt van nieuwe, geïndustrialiseerde warmte-geassembleerde isolatiesystemen op basis van organische grondstoffen en van technologieën voor “Building Information Modelling” waarin alle bouwprocessen worden gecombineerd. In het kader van het tweede element (H.1.1.2) wordt de steun verleend in de vorm van een vergoeding van gemiddeld ten minste 30 % van de uitgaven voor werkzaamheden, de compensatie van leningen met een rente die hoger is dan 3 % en een vergoeding van 100 % van de uitgaven voor technische bijstand, met inbegrip van de voorbereidings-, administratie- en onderhoudskosten van de projecten. De tweede investering (H.1.2) ondersteunt de aankoop en levering van uitrusting die nodig is voor de emissievrije binnenvaart. De derde investering (H.3.1) bestaat uit steun via leningen aan zakelijke entiteiten (met inbegrip van publieke entiteiten die zich bezighouden met soortgelijke activiteiten als de particuliere entiteiten) om te investeren in projecten ter ondersteuning van het creëren van extra capaciteit voor de opwekking van hernieuwbare energie (zonne- en windenergie).

  5. De bovengenoemde investeringen zullen naar verwachting bijdragen tot de ondersteuning van de doelstellingen van artikel 21 quater, lid 3, punten b), c) en e), van Verordening (EU) 2021/241, door steun te verlenen voor emissievrije vervoersoplossingen en door via leningen steun te verlenen voor het creëren van extra capaciteit voor de opwekking van hernieuwbare energie.

  6. De Commissie heeft het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk beoordeeld aan de hand van de criteria van artikel 19, lid 3, van Verordening (EU) 2021/241.

Evenwichtige respons die bijdraagt tot de zes pijlers

  1. Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt a), van en criterium 2.1 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241 vormt het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk in hoge mate (score A) een alomvattende en voldoende evenwichtige respons op de economische en sociale situatie en draagt het zodoende op passende wijze bij tot elk van de zes pijlers in artikel 3 van die verordening, rekening houdend met de specifieke uitdagingen van en de financiële toewijzing aan de betrokken lidstaat.

  2. De Commissie is van mening dat het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk een positieve invloed heeft op de bijdrage van het herstel- en veerkrachtplan tot de eerste pijler inzake de groene transitie, aangezien het REPowerEU-hoofdstuk bijna 100 % bijdraagt tot de groene doelstellingen. Wat de andere pijlers betreft, hebben de aard en omvang van de voorgestelde wijzigingen van het herstel- en veerkrachtplan geen gevolgen voor de vorige beoordeling dat het plan in hoge mate een alomvattende en voldoende evenwichtige respons op de economische en sociale situatie vormt, noch voor de passende bijdrage ervan tot elk van de zes pijlers in artikel 3 van Verordening (EU) 2021/241. Wat de pijler voor de groene transitie betreft, worden met het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk van Litouwen de groene uitdagingen verder aangepakt, met name onder component 2 (Groene transformatie van Litouwen) en de nieuw toegevoegde component 8 (REPowerEU-hoofdstuk). Onder component 2 verhoogt het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan de ambitie van een aantal bestaande investeringen, met name op het gebied van vervoer. De component omvat voorts een nieuwe hervorming inzake de bevordering van groene financiering door middel van een actieplan voor groene financiering. De hervorming omvat ook de oprichting van een centrum voor groene financiering en kennis. Onder component 8 dragen de maatregelen inzake vergunningsprocedures, de uitrol van hernieuwbare energie, de renovatie van appartementsgebouwen, groene proefprojecten voor de renovatie van gebouwen en schone binnenvaart bij tot de verwezenlijking van de klimaatdoelstellingen van de Unie voor 2030 en de doelstelling van klimaatneutraliteit van de EU in 2050.

Aanpakken van alle of een significant deel van de in de landspecifieke aanbevelingen vastgestelde uitdagingen

  1. Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt b), van en criterium 2.2 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, zal het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk naar verwachting bijdragen tot een doeltreffende aanpak van alle of een significant deel van de uitdagingen (score A) die zijn vastgesteld in de relevante landspecifieke aanbevelingen aan Litouwen, met inbegrip van begrotingsaspecten daarvan, of uitdagingen die zijn vastgesteld in andere relevante documenten die de Commissie in het kader van het Europees Semester officieel heeft goedgekeurd.

  2. In het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan wordt met name rekening gehouden met landspecifieke aanbevelingen die vóór de indiening ervan formeel door de Raad zijn aangenomen. Aangezien de omvang van het plan is toegenomen na een aanvullend verzoek om leningen, zijn alle structurele aanbevelingen voor 2022 en 2023 in aanmerking genomen in de algemene beoordeling.

  3. Na de voortgang bij de uitvoering van alle landspecifieke aanbevelingen ten tijde van de indiening van het gewijzigde nationale herstel- en veerkrachtplan te hebben beoordeeld, stelt de Commissie vast dat de aanbeveling inzake het consolideren van de uitvoerende instanties op het gebied van onderzoek en innovatie (2019.3.8) volledig is uitgevoerd. Er is aanzienlijke vooruitgang geboekt met betrekking tot de aanbevelingen inzake het verzachten van de impact van de crisis op de werkgelegenheid (2020.2.1), het verhogen van de investeringen om het groeipotentieel te stimuleren (2021.1.3), het uitbreiden van overheidsinvesteringen voor de groene en de digitale transitie en voor energiezekerheid (2022.1.2) en het waarborgen van een toereikende capaciteit voor energie-interconnecties (2022.4.5).

  4. Het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan omvat een uitgebreide reeks elkaar versterkende hervormingen en investeringen die bijdragen tot een doeltreffende aanpak van alle of een significant deel van de economische en sociale uitdagingen die zijn beschreven in de landspecifieke aanbevelingen die de Raad in het kader van het Europees Semester aan Litouwen heeft gericht. In het gewijzigde plan worden enkele inhoudelijke wijzigingen van de huidige maatregelen voorgesteld, maar deze hebben geen invloed op de eerdere beoordeling van de dekking van een significant deel van de uitdagingen die zijn vastgesteld in de landspecifieke aanbevelingen van 2019 en 2020.

  5. De belangrijkste maatregelen in het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk dragen bij tot het versterken van de ambitie van het plan met betrekking tot landspecifieke aanbeveling 4 uit 2022 om de algemene afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen door de uitrol van de energievoorziening uit hernieuwbare bronnen te versnellen, de energie-efficiëntie en de decarbonisatie van de industrie, vervoer en gebouwen te doen toenemen, en een toereikende capaciteit voor energie-interconnecties te waarborgen, en met betrekking tot landspecifieke aanbeveling 4 uit 2023 om de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en ingevoerde energie verder te verminderen door de inzet van hernieuwbare energiebronnen te versnellen, en de beleidsinspanningen op te voeren die gericht zijn op het voorzien in en verwerven van de vaardigheden die nodig zijn voor de groene transitie.

  6. De nieuwe investeringen en hervormingen zijn met name gericht op het aanpakken van de belangrijkste uitdagingen in verband met het verminderen van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en het bevorderen van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen. De investering in het financiële instrument ter vergroting van de capaciteit voor de productie van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen moet bijdragen tot een toereikende capaciteit voor energie-interconnecties door een hogere elektriciteitsproductie in het land. Wetswijzigingen die in de hervorming van het REPowerEU-hoofdstuk worden voorgesteld om vergunningsprocedures en andere administratieve processen te stroomlijnen en te versnellen, onder meer door het aantal vereiste vergunningen te verminderen, de termijn voor het verkrijgen ervan te verkorten en hybride krachtcentrales te reguleren, moeten bijdragen tot voldoende netcapaciteit en toegang tot het net. Bovendien zal de opgeschaalde investering ter ondersteuning van de renovatie van appartementsgebouwen een significante bijdrage leveren tot het verhogen van de energie-efficiëntie en de decarbonisatie van gebouwen, en zo ook in zekere mate bijdragen tot de vermindering van energiearmoede. Tot slot omvat het gewijzigde plan een investering in schone mobiliteit die gericht is op de aankoop van schone voertuigen voor de binnenvaart, wat naar verwachting zal bijdragen tot de decarbonisatie van het vervoer.

  7. Naast het REPowerEU-hoofdstuk bevat het gewijzigde plan ook verschillende nieuwe hervormingen die tot op zekere hoogte gericht zijn op het aanpakken van een deel van de landspecifieke aanbevelingen uit 2022 en 2023. Ten eerste bevat het herstel- en veerkrachtplan met betrekking tot de landspecifieke aanbeveling inzake het verhogen van de kwaliteit en het verbeteren van de planning en verlening van sociale diensten, een hervorming die gericht is op het verbeteren van de kwaliteit, integratie en personalisering van sociale diensten en diensten voor arbeidsvoorziening. Ten tweede bevat het plan met betrekking tot landspecifieke aanbeveling 1 uit 2022 inzake het bevorderen van gezamenlijke overheidsopdrachten op regerings- en gemeentelijk niveau, een hervorming die gericht is op de uitbreiding van de lijst van producten die via de centrale aankooporganisatie (CPO) kunnen worden aangekocht en de opstelling van een plan voor de centralisatie van overheidsopdrachten voor zorginstellingen en -instanties.

Bijdrage tot het groeipotentieel, het scheppen van banen en de economische, sociale en institutionele veerkracht

  1. Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt c), van en criterium 2.3 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, zal het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk naar verwachting een hoge impact (score A) hebben op de versterking van het groeipotentieel, op het scheppen van banen en op de economische, sociale en institutionele veerkracht van Litouwen, waarmee wordt bijgedragen tot de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten, onder meer door de bevordering van beleid inzake kinderen en jongeren, en op het verzachten van de economische en sociale gevolgen van de COVID-19-crisis, waardoor de economische, sociale en territoriale cohesie en de convergentie binnen de Unie worden bevorderd.

  2. Uit de eerste beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan, overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt c), van en criterium 2.3 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, is gebleken dat het naar verwachting een hoge impact (score A) zal hebben op de versterking van het groeipotentieel, op het scheppen van banen en op de economische, sociale en institutionele veerkracht van Litouwen, waarmee wordt bijgedragen tot de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten, onder meer door de bevordering van beleid inzake kinderen en jongeren, en op het verzachten van de economische en sociale gevolgen van de COVID-19-crisis, waardoor de economische, sociale en territoriale cohesie en de convergentie binnen de Unie worden bevorderd.

  1. Volgens gestileerde simulaties van de diensten van de Commissie zullen de nieuwe interventies die met de lening in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit worden gefinancierd, in vergelijking met het basisscenario in het oorspronkelijke herstel- en veerkrachtplan leiden tot een hoger bbp-niveau van gemiddeld 0,4 % over de periode 2024-2027, onafhankelijk van het mogelijke positieve effect van de opgenomen structurele hervormingen of andere nieuwe maatregelen die met de subsidie worden gefinancierd. Deze laatste effecten zijn in de prognoses van Litouwen verwerkt en volgens de informatie in het wijzigingsverzoek van Litouwen zal de nieuwe steunverlening in het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan leiden tot een hoger bbp-niveau van gemiddeld 0,97 %, oftewel 492,5 miljoen EUR per jaar, over de periode 2023-2027. De prognoses van Litouwen wijzen ook op een bescheiden positief sociaal effect van de nieuwe maatregelen in het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan (de arbeidsparticipatie zal naar verwachting met 0,32 % stijgen) en een licht negatief effect op de begroting (het effect op het begrotingssaldo van de overheid wordt geraamd op -0,27 % van het bbp) in de periode 2023-2027.

  2. De onlangs toegevoegde hervormingen en investeringen in het gewijzigde plan dragen bij tot het versnellen van de groene transitie en energieonafhankelijkheid, wat naar verwachting een positief effect zal hebben op het groeipotentieel van Litouwen en op de economische en institutionele veerkracht van het land. Het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk voorziet in het kader van investering 2 van component E.2 in de invoering van een financieel instrument dat ondernemingen leningen verstrekt voor het verwerven en ontwikkelen van groene technologieën met een hoge toegevoegde waarde voor industriële ontwikkeling. Aangezien de maatregel naar verwachting in de eerste plaats gericht zal zijn op kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) en grotere ondernemingen in sectoren die moeilijkheden ondervinden bij het verkrijgen van financiële steun van traditionele financiële instellingen, moet hij in de nodige financiële middelen voorzien en de productiecapaciteit van de Litouwse industrie versterken.

  3. Wat de sociale gevolgen van het gewijzigde plan betreft, is hervorming 1 van component G.3 inzake het verbeteren van de kwaliteit van de sociale diensten en de diensten voor arbeidsvoorziening de belangrijkste op sociale diensten gerichte hervorming. Omdat de hervorming tot doel heeft de versnippering van de planning en verlening van dergelijke diensten te verminderen, zal zij naar verwachting een zwak punt van het huidige socialebeschermingsstelsel aanpakken. De hervorming als geheel zal naar verwachting de sociale gevolgen van het plan versterken en de bijdrage ervan tot de sociale cohesie vergroten.

Geen ernstige afbreuk doen

  1. Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt d), van en criterium 2.4 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, zal het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk naar verwachting waarborgen dat geen enkele erin opgenomen maatregel (score A) voor de uitvoering van hervormingen en investeringsprojecten ernstige afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad 5 (het beginsel “geen ernstige afbreuk doen”).

  2. In het gewijzigde plan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk is de naleving van het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” beoordeeld aan de hand van de methodologie die is uiteengezet in de technische richtsnoeren van de Commissie over de toepassing van het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” in het kader van de verordening betreffende de faciliteit voor herstel en veerkracht (2021/C58/01). De beoordeling is systematisch uitgevoerd voor elke gewijzigde hervorming en investering volgens de tweestappenaanpak. De conclusie van de beoordeling is dat voor alle gewijzigde maatregelen geldt dat er geen risico op ernstige afbreuk bestaat of dat er, indien een risico is vastgesteld, een meer gedetailleerde beoordeling is uitgevoerd waaruit blijkt dat er geen sprake is van ernstige afbreuk. Litouwen heeft verslag uitgebracht over de gedetailleerde beoordeling van de nieuwe maatregelen, met inbegrip van die in het REPowerEU-hoofdstuk. Voor geen van de maatregelen in het REPowerEU-hoofdstuk was een afwijking van het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” vereist. Waar nodig zijn de eisen van de beoordeling van “geen ernstige afbreuk doen” vastgelegd in het ontwerp van een maatregel en gespecificeerd in een mijlpaal of streefdoel van deze maatregel. Op basis van de verstrekte informatie kan worden geconcludeerd dat naar verwachting geen enkele maatregel ernstige afbreuk zal doen aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852.

Bijdrage tot de REPowerEU-doelstellingen

  1. Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt d bis), van en criterium 2.12 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, zal het REPowerEU-hoofdstuk naar verwachting daadwerkelijk en in hoge mate (score A) bijdragen tot energiezekerheid, de diversificatie van de energievoorziening van de Unie, een toename van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen en van de energie-efficiëntie, een verhoging van de opslagcapaciteit voor energie of tot de noodzakelijke vermindering van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen vóór 2030.

  2. De doelstelling die is vastgesteld in artikel 21 quater, lid 3, punt b), inzake het stimuleren van energie-efficiëntie in gebouwen en kritieke energie-infrastructuur, de decarbonisatie van de industrie, het opvoeren van de productie en het gebruik van duurzaam biomethaan en van hernieuwbare of fossielvrije waterstof, en het verhogen van het aandeel hernieuwbare energie en het versnellen van de uitrol ervan, zal naar verwachting worden aangepakt door hervorming H.1.3.1, die tot doel heeft vergunningsprocedures en andere administratieve processen te stroomlijnen en te versnellen, onder meer door het aantal vereiste vergunningen te verminderen, de termijn voor het verkrijgen ervan te verkorten en hybride krachtcentrales te reguleren, waardoor de uitrol van hernieuwbare energie wordt versneld. Voorts heeft hervorming H.1.3.2 tot doel steun te verlenen aan rechtspersonen, landbouwers, hernieuwbare-energiegemeenschappen of energiegemeenschappen van burgers voor de aankoop en installatie van zonne- en windenergiecentrales op het vasteland, waarbij prioriteit wordt gegeven aan zelfverbruik, landbouw- of economische behoeften, waardoor ook de uitrol van hernieuwbare energie wordt versneld. Daarnaast bevat het REPowerEU-hoofdstuk een investering (H.3.1) om via leningen steun te verlenen aan zakelijke entiteiten (met inbegrip van publieke entiteiten die zich bezighouden met soortgelijke activiteiten als de particuliere entiteiten) om te investeren in projecten ter ondersteuning van het creëren van extra capaciteit voor de opwekking van hernieuwbare energie (zonne- en windenergie), waardoor de uitrol van hernieuwbare energie wordt versneld. Het REPowerEU-hoofdstuk bevat voorts een investering (H.1.1) die tot doel heeft de renovatie van gebouwen te versnellen door het actualiseren en testen in de praktijk van renovatiepakketten en -normen voor gebouwen, en steun voor de renovatie van gebouwen, waardoor de energie-efficiëntie in gebouwen wordt gestimuleerd.

  3. De in artikel 21 quater, lid 3, punt c), vastgestelde doelstelling inzake energiearmoede zal naar verwachting worden aangepakt door een maatregel die voorziet in steun voor de renovatie van appartementsgebouwen, waardoor de energie-efficiëntie van gebouwen wordt verbeterd en de verwarmingskosten voor bewoners worden verlaagd. De maatregel draagt in zekere mate bij tot een vermindering van de energiearmoede waarmee sociaaleconomisch achtergestelde groepen vaak worden geconfronteerd. 

  4. De doelstelling die is vastgesteld in artikel 21 quater, lid 3, punt e), inzake het aanpakken van interne en grensoverschrijdende knelpunten voor energietransmissie en -distributie, het ondersteunen van de opslag van elektriciteit, het versnellen van de integratie van hernieuwbare energiebronnen, en het ondersteunen van emissievrij vervoer en de infrastructuur daarvoor, met inbegrip van het spoorvervoer, zal naar verwachting worden aangepakt door hervorming H.1.3.1, waarvan wordt verwacht dat zij zal bijdragen tot het bereiken van de doelstelling dat in Litouwen 100 % van de elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen wordt opgewekt door verschillende modelleringsscenario’s te analyseren en een transformatiemodel voor de Litouwse elektriciteitssector te ontwikkelen, waardoor wordt bijgedragen tot het aanpakken van interne en grensoverschrijdende knelpunten voor energietransmissie en -distributie. Daarnaast bevat het REPowerEU-hoofdstuk een investering (H.1.2) die naar verwachting het gebruik van goederenvervoer over de weg zal verminderen door een alternatief en schoner vervoer van goederen en andere soorten vracht over water aan te moedigen, waardoor emissievrij vervoer en de bijbehorende infrastructuur worden ondersteund.

  5. De REPowerEU-maatregelen zijn erop gericht de broeikasgasemissies te verminderen en het aandeel hernieuwbare energiebronnen te vergroten. De maatregelen versterken ook de maatregelen in het oorspronkelijke herstel- en veerkrachtplan inzake energie-efficiëntie en renovatie van gebouwen, en zullen naar verwachting bijdragen tot een grotere inzet van hernieuwbare energie en een verminderde vraag naar energie.

  6. De hervorming in het REPowerEU-hoofdstuk die tot doel heeft de administratieve eisen voor de inzet van nieuwe capaciteit voor hernieuwbare energie te vereenvoudigen, zal de energiezekerheid van Litouwen naar verwachting versterken door middel van wijzigingen van de elektriciteitswet en de wet inzake hernieuwbare energie van Litouwen. De meest relevante wijzigingen zijn de definitie en regulering van hybride krachtcentrales, de stroomlijning van de vergunningsprocedures voor de uitrol van hernieuwbare energiebronnen en de kortere termijn om een vergunning te verkrijgen. De hervorming van het vergunningensysteem voor projecten op het gebied van hernieuwbare energie in Litouwen zal naar verwachting de administratieve belemmeringen verminderen en ertoe bijdragen dat het land minder afhankelijk wordt van fossiele brandstoffen. 

  7. Daarnaast zijn de maatregelen in het REPowerEU-hoofdstuk in overeenstemming met de inspanningen van het oorspronkelijke herstel- en veerkrachtplan van Litouwen om de decarbonisatie van de economie te bevorderen door de inzet van capaciteit voor hernieuwbare energie, de renovatie van gebouwen en het koolstofvrij maken van de vervoerssector op te schalen.

  8. De capaciteit en de flexibiliteit van het elektriciteitsnet vormen een knelpunt voor de integratie van hernieuwbare energiebronnen en voor het verhogen van de efficiëntie, betrouwbaarheid en zekerheid van de energievoorziening. Daarom wordt verwacht dat de geschiktheid van het net voor integratie van hernieuwbare energie en krachtige, soepele en snelle energieleveringen aanzienlijk zal verbeteren dankzij de investeringen waarin het Litouwse REPowerEU-hoofdstuk voorziet voor de bouw van installaties voor hernieuwbare energie op het vasteland en in individuele opslagfaciliteiten.

  9. Gezien de bovenstaande overwegingen zal het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk naar verwachting daadwerkelijk en in hoge mate bijdragen tot energiezekerheid, de diversificatie van de energievoorziening van de Unie, een toename van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen en van de energie-efficiëntie, een verhoging van de opslagcapaciteit voor energie of tot de noodzakelijke vermindering van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen vóór 2030.

Maatregelen met een grensoverschrijdende of meerlandendimensie of een soortgelijk effect

  1. Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt d ter), van en criterium 2.13 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, wordt verwacht dat de in het REPowerEU-hoofdstuk opgenomen maatregelen in hoge mate (score A) een grensoverschrijdende of meerlandendimensie dan wel een grensoverschrijdend of meerlandeneffect zullen hebben.

  2. Het REPowerEU-hoofdstuk draagt bij tot het verminderen van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en het verlagen van de vraag naar energie. In het bijzonder hebben de meeste maatregelen in het REPowerEU-hoofdstuk een grensoverschrijdende of meerlandendimensie of een soortgelijk effect. Investeringssteun om de capaciteit voor het opwekken van hernieuwbare energie te vergroten en een begeleidende studie over de transitie van het Litouwse elektriciteitssysteem naar 100 % hernieuwbare energie zullen uiteindelijk de afhankelijkheid van de invoer van elektriciteit en de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen verminderen. Er wordt ook verwacht dat de maatregelen de Litouwse vervoerssector minder afhankelijk zullen maken van fossiele brandstoffen. Er moet investeringssteun worden verleend voor de totstandbrenging van de nodige infrastructuur voor schoon vervoer van zware goederen over de binnenwateren, die naar verwachting zal bijdragen tot de vermindering van verkeerscongestie en de vermindering van de vraag naar ingevoerde fossiele brandstoffen. Daarnaast moet investeringssteun worden verleend voor de renovatie van appartementsgebouwen, waardoor de energie-efficiëntie van de Litouwse huisvestingssector wordt verbeterd. Hierdoor zal naar verwachting de vraag naar energie van dergelijke gebouwen en de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen afnemen.

  3. De geraamde kosten van deze in het REPowerEU-hoofdstuk opgenomen maatregelen met een grensoverschrijdende of meerlandendimensie of een soortgelijk effect vertegenwoordigen 100 % van de geraamde totale kosten van het REPowerEU-hoofdstuk en rechtvaardigen dat van de in het REPowerEU-hoofdstuk opgenomen maatregelen wordt verwacht dat zij in hoge mate een grensoverschrijdende of meerlandendimensie of een soortgelijk effect zullen hebben.

Bijdrage tot de groene transitie, met inbegrip van biodiversiteit

  1. Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt e), van en criterium 2.5 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, bevat het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk maatregelen die in hoge mate (score A) bijdragen tot de groene transitie, met inbegrip van biodiversiteit, of tot het aanpakken van de daaruit voortvloeiende uitdagingen. De maatregelen ter ondersteuning van de klimaatdoelstellingen vertegenwoordigen 40 % van de totale toewijzing voor het herstel- en veerkrachtplan en 99 % van de totale geraamde kosten van de maatregelen in het REPowerEU-hoofdstuk, berekend volgens de in bijlage VI bij die verordening beschreven methode. Overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) 2021/241 strookt het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk met de informatie in het nationale energie- en klimaatplan voor de periode 2021-2030.

  2. Het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan bevat hervormingen en investeringen die naar verwachting een significante bijdrage zullen leveren tot de groene transitie, met inbegrip van biodiversiteit, de uitvoering van de landspecifieke aanbeveling en de verwezenlijking van de klimaatdoelstelling van de Unie voor 2030 en klimaatneutraliteit in 2050. Zo zullen de milieu- en klimaataanpassingsmaatregelen in het plan voorzien in de financiering van de vermindering van broeikasgasemissies van veengebieden, duurzaam vervoer en hulpbronnenefficiëntie. Naast de maatregelen in het oorspronkelijke herstel- en veerkrachtplan zijn de maatregelen in het REPowerEU-hoofdstuk van Litouwen gericht op het versnellen van de uitrol van hernieuwbare energie, het vergroten van de energie-efficiëntie en de duurzaamheid van het vervoer en de algemene transitie naar energieonafhankelijkheid. Deze maatregelen zullen naar verwachting een blijvend effect hebben op de groene transitie door de uitfasering van fossiele brandstoffen en de overschakeling naar een duurzaam hernieuwbare-energiesysteem in Litouwen te versnellen.

Bijdrage tot de digitale transitie

  1. Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt f), van en criterium 2.6 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, bevat het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan maatregelen die in hoge mate (score A) bijdragen tot de digitale transitie of tot de aanpak van de daaruit voortvloeiende uitdagingen. De maatregelen ter ondersteuning van de doelstellingen inzake digitalisering zijn goed voor 23 % van de totale toewijzing voor het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van leningen, berekend volgens de in bijlage VII bij die verordening beschreven methode.

  2. De positieve beoordeling van de bijdrage tot de digitale transitie in het uitvoeringsbesluit van de Raad van 20 juli 2021 blijft geldig. In het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan wordt voorzien in de opschaling van de maatregelen ter versterking van de cyberbeveiligingscapaciteiten van de staat. De maatregelen omvatten de vaststelling van een nationaal programma voor de ontwikkeling van cyberbeveiliging, de instelling van een monitoringsysteem voor cyberbeveiliging en de versterking van de capaciteit om cybercriminaliteit te onderzoeken. Deze maatregelen worden aangevuld met een investering in het verhogen van het opleidingsniveau op het gebied van cyberbeveiliging van personeel in de publieke sector. Alle andere maatregelen met betrekking tot de digitale transitie blijven ongewijzigd in het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan.

Blijvende effecten

  1. Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt g), van en criterium 2.7 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, zal het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk naar verwachting in hoge mate (score A) een blijvend effect sorteren voor Litouwen.

  2. Uit de eerste beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan, overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt g), van en criterium 2.7 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, is gebleken dat het herstel- en veerkrachtplan naar verwachting in hoge mate (score A) een blijvend effect zal sorteren voor Litouwen. 

  3. De nieuwe investeringen in het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van een REPowerEU-hoofdstuk zullen naar verwachting een langdurig effect sorteren voor Litouwen, aangezien zij structurele uitdagingen zullen aanpakken die zijn vastgesteld in de landspecifieke aanbevelingen. De investeringen in het kader van het REPowerEU-hoofdstuk zijn gericht op het opbouwen van extra capaciteit voor hernieuwbare energie, het verbeteren van de energie-efficiëntie van gebouwen en het ondersteunen van de aanschaf van energieneutraal vervoer. De maatregelen zullen naar verwachting een blijvend positief effect hebben op de groene transitie van Litouwen door de energiezekerheid en betaalbaarheid op de lange termijn te verbeteren. 

  4. De nieuwe hervormingen in het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van een REPowerEU-hoofdstuk zullen naar verwachting een langdurig effect sorteren voor Litouwen, aangezien zij structurele uitdagingen zullen aanpakken die zijn vastgesteld in de landspecifieke aanbevelingen. De extra hervormingen op het gebied van hernieuwbare energie die groene financiering mogelijk maken, zullen naar verwachting een blijvend effect hebben op de groene transitie van Litouwen, door de uitrol van de capaciteit voor de opwekking van hernieuwbare energie te vergemakkelijken en te versnellen. De hervorming van de sociale diensten zal naar verwachting ook bijdragen tot een verbetering van de kwaliteit en de personalisering van de sociale diensten van het land.

Monitoring en uitvoering

  1. Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt h), van en criterium 2.8 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, zijn de regelingen die worden voorgesteld in het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk passend (score A) om te zorgen voor de doeltreffende monitoring en uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het beoogde tijdschema en de beoogde mijlpalen en streefdoelen alsmede de bijbehorende indicatoren.

  2. In het oorspronkelijke herstel- en veerkrachtplan werden passende regelingen voorgesteld om ervoor te zorgen dat het herstel- en veerkrachtplan doeltreffend wordt gemonitord en uitgevoerd, met inbegrip van het beoogde tijdschema, de beoogde mijlpalen en streefdoelen en de bijbehorende indicatoren. 

  3. De aard en omvang van de wijzigingen in het herstel- en veerkrachtplan van Litouwen hebben geen invloed op de vorige beoordeling van de doeltreffende monitoring en uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan. De algemene organisatorische regelingen om de toereikendheid van de uitvoering van het plan te beoordelen, waarborgen een correcte monitoring van de voortgang en de verslaglegging blijft ongewijzigd. De mijlpalen en streefdoelen van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk maken een adequate monitoring van de uitvoering van het plan mogelijk. Elke nieuwe hervorming en investering in het REPowerEU-hoofdstuk omvat ten minste één streefdoel dat of mijlpaal die de belangrijkste elementen van de maatregel bevat en waarmee de verwezenlijking van de doelstellingen ervan kan worden beoordeeld. De mijlpalen en streefdoelen zijn duidelijk en realistisch, en de voorgestelde indicatoren die voor de uitvoering van mijlpalen en streefdoelen zijn gekozen, blijven relevant, aanvaardbaar en robuust.

Kosten

  1. Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt i), van en criterium 2.9 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, is de in het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk verstrekte motivering van het bedrag van de geraamde totale kosten van het herstel- en veerkrachtplan in redelijke mate (score B) redelijk en aannemelijk, in overeenstemming met het kostenefficiëntiebeginsel, en staan de kosten in verhouding tot de verwachte nationale economische en sociale gevolgen.

  2. In de oorspronkelijke beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan werd vastgesteld dat Litouwen geraamde kosten had verstrekt voor elke in het herstel- en veerkrachtplan opgenomen investering, met doorgaans gedetailleerde en goed onderbouwde uitsplitsingen van de kosten. De door Litouwen verstrekte motivering van het bedrag van de geraamde totale kosten van het herstel- en veerkrachtplan was in redelijke mate redelijk en aannemelijk, was in overeenstemming met het kostenefficiëntiebeginsel, en de kosten stonden in verhouding tot de verwachte nationale economische en sociale gevolgen.

  3. Litouwen heeft afzonderlijke kostenramingen verstrekt voor alle nieuwe maatregelen die kosten met zich meebrengen in het herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk, alsook afzonderlijke motiveringen voor alle maatregelen waarvan de wijzigingen een wijziging van de kostenramingen of een daarmee verband houdend streefdoel met zich meebrengen. De door Litouwen verstrekte gegevens over de kosten zijn grotendeels voldoende gedetailleerd en onderbouwd. Litouwen heeft ramingen en aannamen over de kosten verstrekt in de standaardmodeltabel die bedoeld was voor het geven van een overzicht van de voornaamste informatie en bewijselementen voor de kostenberekening, met inbegrip van de methode die aan de kostenberekeningen ten grondslag ligt. Daarnaast heeft Litouwen voor de meeste nieuwe maatregelen aanvullende documenten en materiaal ingediend om de kostenramingen te verduidelijken en kostenberekeningsgegevens en benchmarks met betrekking tot vergelijkbare investeringen in het verleden of in andere landen te verstrekken. Deze documenten omvatten beschrijvingen en toelichtingen van de belangrijkste factoren en veranderingen in de kosten van de gewijzigde maatregelen en de evenredigheid ervan. Uit de beoordeling van de kostenramingen en de ondersteunende documenten blijkt dat de meeste kosten van de nieuwe maatregelen goed gemotiveerd, redelijk en aannemelijk zijn. Bovendien zijn de wijzigingen in de kostenramingen van de gewijzigde maatregelen voldoende gemotiveerd en evenredig. Tot slot stroken de geraamde totale kosten van het herstel- en veerkrachtplan met het kostenefficiëntiebeginsel en staan zij in verhouding tot de verwachte nationale economische en sociale gevolgen.

  4. Litouwen heeft voldoende gegevens en bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat de kosten voor alle nieuwe en REPowerEU-maatregelen niet tegelijkertijd uit andere financieringsbronnen van de Unie zullen worden gefinancierd. De toezegging om waarborgen in te voeren die bedoeld zijn om dubbele financiering te voorkomen, blijft bestaan en is niet gewijzigd door de wijziging van het plan.

Bescherming van de financiële belangen van de Unie

  1. Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt j), van en criterium 2.10 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, zijn de in het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk voorgestelde regelingen en de in dit besluit vermelde aanvullende maatregelen passend (score A) om corruptie, fraude en belangenconflicten bij het gebruik van de financiële middelen die op grond van deze verordening zijn verstrekt, te voorkomen, op te sporen en recht te zetten, en wordt verwacht dat de regelingen daadwerkelijk dubbele financiering op grond van deze verordening en andere Unieprogramma’s voorkomen. Dit laat de toepassing onverlet van andere instrumenten om de naleving van het Unierecht te bevorderen en te handhaven, onder meer voor het voorkomen, opsporen en rechtzetten van corruptie, fraude en belangenconflicten, en het beschermen van de begroting van de Unie overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) 2020/2092 van het Europees Parlement en de Raad 6 . 

  2. In de beoordeling van het oorspronkelijke herstel- en veerkrachtplan, overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt j), van en criterium 2.10 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, werden de in dat plan voorgestelde regelingen passend (score A) bevonden om corruptie, fraude en belangenconflicten te voorkomen, op te sporen en recht te zetten.

  3. Het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan omvat een actualisering van het audit- en controlekader. Naast de verantwoordelijkheden die zijn toevertrouwd aan de beheers- en administratieve autoriteiten, wordt in de voorgestelde wijzigingen van het Litouwse systeem voor beheer en interne controle de rol van coördinerende instantie toegewezen aan het centrale agentschap projectbeheer (CPMA) naast het Ministerie van Financiën. Voorts voorziet het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan van Litouwen in het gebruik van bestaande nationale informatiesystemen om de in artikel 22, lid 2, punt d), iii), van Verordening (EU) 2021/241 bedoelde gegevens op te slaan totdat Investis volledig operationeel wordt. Investis is een centraal informatiesysteem voor het beheer van het herstel- en veerkrachtplan en andere EU-fondsen voor de periode 2021-2027. De aard en omvang van deze wijzigingen hebben geen invloed op de oorspronkelijke beoordeling van de doeltreffende monitoring en uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan.

Coherentie van het herstel- en veerkrachtplan

  1. Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt k), van en criterium 2.11 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, bevat het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk in hoge mate (score A) maatregelen voor de uitvoering van projecten voor hervormingen en overheidsinvesteringen die coherente acties vormen.

  2. In het gewijzigde plan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk zijn de zeven bestaande componenten gewijzigd en is het REPowerEU-hoofdstuk toegevoegd als extra component (component 8). Het voorziet nog steeds in de aanpak van reeds lang bestaande structurele uitdagingen en vergroot de veerkracht van de Litouwse economie. De voorgestelde wijzigingen doen niets af aan de algemene samenhang van het plan, aangezien de componenten bestaan uit consistente pakketten hervormingen en investeringen die elkaar wederzijds versterken en aanvullen. Het plan wordt verder uitgebreid met maatregelen ter ondersteuning van de groene transitie en het onlangs toegevoegde REPowerEU-hoofdstuk. Bovendien zullen extra investeringen in cyberbeveiliging de digitale transitie versterken door de doeltreffendheid van het gegevensbeheer te waarborgen en de cyberbeveiligingscapaciteiten van Litouwen te versterken.

Eventuele andere beoordelingscriteria

  1. De Commissie is van oordeel dat de door Litouwen voorgestelde wijzigingen geen gevolgen hebben voor de positieve beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan in het uitvoeringsbesluit van de Raad van 28 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Litouwen met betrekking tot de relevantie, doeltreffendheid, efficiëntie en samenhang van het plan aan de hand van de beoordelingscriteria van artikel 19, lid 3, punt j).

Raadplegingsproces

  1. Litouwen heeft gerichte raadplegingen met relevante belanghebbenden gehouden bij de voorbereiding van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk. De sociale en economische partners op lokaal en regionaal niveau werden hierbij betrokken. Ministeries hebben hun partners op hun gebied geraadpleegd en activiteiten uitgelicht die rechtstreeks bijdragen tot de verwezenlijking van de REPowerEU-doelstellingen. De geraadpleegde belanghebbenden wezen op het belang van meer investeringen in de productie van hernieuwbare energie en energieonafhankelijkheid. Daarnaast lanceerde het Ministerie van Financiën op 7 december 2022 een maandelijkse raadpleging, die openstond voor het grote publiek. Het publiek werd vooraf van de voorgestelde wijzigingen op de hoogte gebracht in verschillende persberichten op de website van het Ministerie van Financiën en tijdens een persconferentie op de dag van de lancering, waaraan de ministers van Financiën en Energie deelnamen. Voorts werd het publiek verzocht zijn mening te geven over de socialemedia-accounts van het Ministerie van Financiën. De Litouwse regering heeft via openbare raadplegingen slechts één voorstel ontvangen over de mogelijke ontwikkeling van de onderwijssector. Om te zorgen voor draagvlak bij de desbetreffende actoren, is het van cruciaal belang dat alle betrokken lokale autoriteiten en belanghebbenden, waaronder de sociale partners, worden betrokken bij de uitvoering van de investeringen en hervormingen in het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk.

Positieve beoordeling

  1. De Commissie heeft het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk positief beoordeeld en concludeert dat het plan op bevredigende wijze voldoet aan de beoordelingscriteria van Verordening (EU) 2021/241. Nu moeten, overeenkomstig artikel 20, lid 2, van en bijlage V bij die verordening, de hervormingen en investeringsprojecten die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk worden vastgelegd, alsmede de relevante mijlpalen, streefdoelen en indicatoren en het bedrag dat de Unie in de vorm van niet-terugbetaalbare financiële steun en via leningen ter beschikking stelt voor de uitvoering van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk.

Financiële bijdrage

  1. De totale kosten van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk van Litouwen worden geraamd op 3 849 237 823 EUR. Aangezien het bedrag van de geraamde totale kosten van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan hoger is dan de geactualiseerde maximale financiële bijdrage die voor Litouwen beschikbaar is, moet de overeenkomstig artikel 11 berekende financiële bijdrage die aan het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk van Litouwen is toegewezen, gelijk zijn aan het totale bedrag van de financiële bijdrage die voor het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk van Litouwen beschikbaar is. Dit bedrag is gelijk aan 2 099 135 822 EUR. 

  2. Overeenkomstig artikel 21 bis, lid 5, van Verordening (EU) 2021/241 heeft Litouwen op 30 juni 2023 een verzoek ingediend tot toewijzing van de in artikel 21 bis, lid 1, van die verordening bedoelde ontvangsten, die over de lidstaten worden verdeeld op basis van de indicatoren die zijn vastgesteld in de methode van bijlage IV bis bij Verordening (EU) 2021/241. De totale kosten van de in artikel 21 quater, lid 3, punten b) tot en met f), bedoelde maatregelen in het REPowerEU-hoofdstuk worden geraamd op 198 429 642 EUR. Aangezien dit bedrag hoger is dan het voor Litouwen beschikbare toewijzingsaandeel, moet de aanvullende niet-terugbetaalbare financiële steun die voor Litouwen beschikbaar is, gelijk zijn aan het toewijzingsaandeel. Dit bedrag is gelijk aan 193 729 642 EUR.

  3. Daarnaast heeft Litouwen overeenkomstig artikel 4 bis van Verordening (EU) 2021/1755 7  op 1 maart 2023 een met redenen omkleed verzoek ingediend om een deel van zijn resterende voorlopige toewijzing uit de middelen van de reserve voor aanpassing aan de Brexit, ten bedrage van 4 700 000 EUR, naar de faciliteit over te dragen. Dat bedrag moet als aanvullende niet-terugbetaalbare financiële steun beschikbaar worden gesteld ter ondersteuning van de hervormingen en investeringen in het REPowerEU-hoofdstuk.

  4. De totale financiële bijdrage die voor Litouwen beschikbaar is, moet 2 297 565 464 EUR bedragen.

Lening

  1. Ter ondersteuning van aanvullende hervormingen en investeringen heeft Litouwen bovendien verzocht om leningen voor een totaal van 1 551 672 358 EUR, met name 549 130 737 EUR ter ondersteuning van de hervormingen en investeringen in het REPowerEU-hoofdstuk en 1 002 541 621 EUR ter ondersteuning van de overige hervormingen en investeringen in het kader van het herstel- en veerkrachtplan. Het maximale volume van de door Litouwen aangevraagde leningen bedraagt minder dan 6,8 % van zijn bruto nationaal inkomen in 2019 in lopende prijzen. Het bedrag van de geraamde totale kosten van het herstel- en veerkrachtplan is hoger dan de gecombineerde financiële bijdrage die voor Litouwen beschikbaar is, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk en de geactualiseerde maximale financiële bijdrage voor niet-terugbetaalbare financiële steun, de inkomsten uit het emissiehandelssysteem uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad 8 , en de reserve voor aanpassing aan de Brexit.

Voorfinanciering voor REPowerEU

  1. Litouwen heeft verzocht om de volgende financiering voor de uitvoering van zijn REPowerEU-hoofdstuk: overdracht van 4 700 000 EUR uit de voorlopige toewijzing uit de middelen van de reserve voor aanpassing aan de Brexit en 193 729 642 EUR uit de inkomsten uit het emissiehandelssysteem uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad, 549 130 737 EUR in de vorm van een lening.

  2. Voor deze bedragen heeft Litouwen op 30 juni 2023 krachtens artikel 21 quinquies van Verordening (EU) 2021/241 verzocht om 20 % van de gevraagde financiering voor te financieren. Afhankelijk van de beschikbare middelen moet die voorfinanciering ter beschikking van Litouwen worden gesteld, onder voorbehoud van de inwerkingtreding van en in overeenstemming met de tussen de Commissie en Litouwen te sluiten overeenkomsten krachtens artikel 23, lid 1, van Verordening (EU) 2021/241 (de “financieringsovereenkomst”) en krachtens artikel 15, lid 2, van die verordening (de “leningsovereenkomst”).

  3. Uitvoeringsbesluit van de Raad ST 10477/21 INIT; ST 10477/21 ADD 1 van 28 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Litouwen moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. Ten behoeve van de duidelijkheid moet de bijlage bij dat uitvoeringsbesluit volledig worden vervangen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoeringsbesluit (EU) ST 10477/21 ADD 1 wordt als volgt gewijzigd:

1) Artikel 1 wordt vervangen door:

“Artikel 1

Goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan

De beoordeling van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan van Litouwen op grond van de criteria van artikel 19, lid 3, van Verordening (EU) 2021/241 wordt goedgekeurd. De hervormingen en investeringsprojecten in het kader van het herstel- en veerkrachtplan, de regelingen en het tijdschema voor de monitoring en de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van de relevante mijlpalen en streefdoelen alsmede de aanvullende mijlpalen en streefdoelen met betrekking tot de betaling van de lening, de relevante indicatoren voor het bereiken van de beoogde mijlpalen en streefdoelen, en de regelingen voor volledige toegang door de Commissie tot de relevante onderliggende gegevens worden vastgelegd in de bijlage bij dit besluit.”;

2) In artikel 2 worden de leden 1 en 2 vervangen door:

“1. De Unie stelt aan Litouwen een financiële bijdrage ter beschikking in de vorm van niet-terugbetaalbare steun ten bedrage van 2 297 565 464 EUR 9 . Deze bijdrage omvat:

  1. een bedrag van 2 091 774 090 EUR dat ter beschikking wordt gesteld om uiterlijk op 31 december 2022 in een juridische verbintenis te worden vastgelegd;

  2. een bedrag van 7 361 732 EUR dat ter beschikking wordt gesteld om voor de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023 in een juridische verbintenis te worden vastgelegd;

  3. een bedrag van 193 729 642 EUR 10 overeenkomstig artikel 21 bis, lid 6, van Verordening (EU) 2021/241, uitsluitend voor de in artikel 21 quater van die verordening bedoelde maatregelen, met uitzondering van de in artikel 21 quater, lid 3, punt a), bedoelde maatregelen;

  4. een bedrag van 4 700 000 EUR, overgeheveld van de reserve voor aanpassing aan de Brexit naar de faciliteit.

2. De financiële bijdrage van de Unie wordt door de Commissie aan Litouwen in termijnen beschikbaar gesteld in overeenstemming met de bijlage bij dit besluit. Een bedrag van 289 145 365 EUR wordt beschikbaar gesteld als voorfinanciering overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EU) 2021/241.

Een bedrag van 39 685 928 EUR wordt beschikbaar gesteld als voorfinanciering overeenkomstig artikel 21 quinquies van Verordening (EU) 2021/241. Die voorfinanciering kan door de Commissie in maximaal twee betalingen worden uitbetaald.

De voorfinanciering en de termijnen mogen door de Commissie worden uitbetaald in een of meerdere tranches. De omvang van de tranches is afhankelijk van de beschikbaarheid van de middelen.”;

3) Het volgende artikel 2 bis wordt ingevoegd:

“Artikel 2 bis
Steun via leningen

  1. De Unie stelt Litouwen een lening van maximaal 1 551 672 358 EUR beschikbaar.

  2. De in lid 1 bedoelde steun via leningen wordt door de Commissie aan Litouwen in termijnen beschikbaar gesteld in overeenstemming met de bijlage bij dit besluit.

Een bedrag van 109 826 147 EUR wordt beschikbaar gesteld als voorfinanciering overeenkomstig artikel 21 quinquies van Verordening (EU) 2021/241. Die voorfinanciering kan door de Commissie in maximaal twee betalingen worden uitbetaald.

De voorfinanciering en de termijnen mogen door de Commissie worden uitbetaald in een of meerdere tranches. De omvang van de tranches is afhankelijk van de beschikbaarheid van de middelen.

  1. De in lid 2 bedoelde voorfinanciering wordt vrijgegeven onder voorbehoud van inwerkingtreding en overeenkomstig de leningsovereenkomst. De voorfinanciering wordt vereffend door deze evenredig in mindering te brengen op de betaling van de tranches.

  2. De vrijgave van de tranches in overeenstemming met de leningsovereenkomst is afhankelijk van de beschikbare middelen en van een besluit van de Commissie overeenkomstig artikel 24 van Verordening (EU) 2021/241 dat Litouwen de aanvullende mijlpalen en streefdoelen die door de lening worden gedekt en die zijn vastgesteld in verband met de uitvoering van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk, op bevredigende wijze heeft verwezenlijkt. Om in aanmerking te komen voor betaling, moet Litouwen de aanvullende mijlpalen en streefdoelen uiterlijk op 31 augustus 2026 halen.”;

4) De bijlage wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit. 

Artikel 2
Geadresseerde

Dit besluit is gericht tot de Republiek Litouwen.

Gedaan te Brussel,

BIJLAGE bij het Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) (ST 10477/21 INIT; ST 10477/21 ADD 1) van 20 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Litouwen

Brussel, 23.10.2023

COM(2023) 685 final

{SWD(2023) 347 final}

BIJLAGE

DEEL 1: HERVORMINGEN EN INVESTERINGEN IN HET KADER VAN HET HERSTEL- EN VEERKRACHTPLAN

Beschrijving van hervormingen en investeringen

Het onderdeel van het Litouwse herstel- en veerkrachtplan draagt bij tot het aanpakken van uitdagingen in verband met de veerkracht, kwaliteit, toegankelijkheid en efficiëntie van het gezondheidszorgstelsel. Deze uitdagingen zijn met name verergerd door de crisis als gevolg van de COVID-19-pandemie.

De component omvat een reeks hervormingen en investeringen met betrekking tot: (1) verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van gezondheidsdiensten en bevordering van innovatie, (2) verbetering van diensten voor langdurige zorg en (3) versterking van de veerkracht van het gezondheidszorgstelsel om noodsituaties het hoofd te bieden. De hervormingen zijn gericht op een verdere verschuiving naar extramurale zorg, reorganisatie van het ziekenhuisnetwerk, digitalisering van de gezondheidszorg, verbetering van de arbeidsomstandigheden van gezondheidswerkers, tekorten en vaardigheden van zorgpersoneel, invoering van maatregelen ter verbetering van de kwaliteit van de gezondheidszorg, opschaling van preventiemaatregelen en verbetering van de toegang tot langdurige zorg, hervorming van de manieren om de gezondheidszorg te financieren om de afhankelijkheid van werkgerelateerde bijdragen te verminderen. Wat de investeringen betreft, omvat het plan gerichte maatregelen om een centrum voor geavanceerde therapieën op te richten, een competentieplatform voor gezondheidswerkers op te zetten, het gezondheidsstelsel te digitaliseren, een geïntegreerd model voor de beoordeling van de kwaliteit van de gezondheidszorg te ontwikkelen, centra voor langdurige zorg en mobiele teams op te zetten. Om de verlening van gezondheidsdiensten in noodsituaties op gezondheidsgebied efficiënter te maken en de veerkracht van het gezondheidsstelsel te versterken, worden investeringen gepland om de infrastructuur van gezondheidszorgvoorzieningen te moderniseren om het werk in nood- en crisissituaties aan te passen.

De maatregelen in de component zullen naar verwachting een aantal uitdagingen aanpakken die in de landspecifieke aanbeveling aan de orde zijn gesteld om de veerkracht van het gezondheidsstelsel te versterken, de toegankelijkheid en kwaliteit van gezondheidsdiensten te verbeteren (landspecifieke aanbeveling 2020) en de kwaliteit, betaalbaarheid en efficiëntie van het gezondheidszorgstelsel te verbeteren (landspecifieke aanbeveling 2019).

Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).

A.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

A.1.1. Hervorming 1: „Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van gezondheidsdiensten en bevordering van innovatie”

Het doel van de hervorming is de kwaliteit en toegankelijkheid van de gezondheidszorg te verbeteren, met bijzondere aandacht voor het versterken van de eerstelijnszorg, gespecialiseerde extramurale zorg, digitalisering van de gezondheidssector en innovatie. De beoogde maatregelen zijn met name gericht op het versterken van de rol van de eerstelijnsgezondheidszorg, de ontwikkeling van innovatieve en wetenschappelijk onderbouwde openbare gezondheidsdiensten, het opzetten van een netwerk van expertisecentra en een netwerk van persoonlijke gezondheidsvoorzieningen op basis van een model van regionale samenwerking waarbij het zorgstelsel wordt geheroriënteerd van intramurale naar extramurale zorg, het verbeteren van de planning van middelen voor de gezondheidszorg en de vaardigheden van specialistische ontwikkelingsprocessen, de digitalisering van het gezondheidsstelsel, de monitoring van de prestaties van het gezondheidsstelsel en de verbetering van het financieringsmodel van het gezondheidsstelsel.

Deze hervorming gaat vergezeld van 11 submaatregelen: (1) wetgevingskader voor de organisatie, het beheer en de verlening van ambulancediensten (submaatregel 1); (2) ontwikkeling van een digitaal gezondheidsstelsel dat het secundaire gebruik van gezondheidsgegevens vergemakkelijkt (submaatregel 2); (3) actieplan voor de ontwikkeling van gezinsgeneeskunde 2016-2025 (submaatregel 3); (4) invoering van een basismodel voor de verlening van openbare gezondheidsdiensten (submaatregel 4); (5) verbetering van de arbeidsomstandigheden en beroepskwalificaties van gezondheidswerkers. (submaatregel 5); (6) oprichting van een netwerk van instellingen voor persoonlijke gezondheidszorg op basis van het model van regionale samenwerking (submaatregel 6); (7) oprichting van een centrum voor geavanceerde therapieën (submaatregel 7); (8) het opzetten van een representatieve verzameling referentiegenomgegevens in het kader van het gezondheidsproject „1 + Million Genomes” (submaatregel 8); (9) oprichting van een competentieplatform voor gezondheidswerkers (submaatregel 9); (10) ontwikkeling van een model voor de beoordeling van de kwaliteit van de gezondheidszorg (submaatregel 10); (11) digitalisering van de gezondheidszorg (submaatregel 11).

A.1.1.1. Submaatregel 1: Wetgevingskader voor de organisatie, het beheer en de verrichting van ambulancediensten 

Het doel van deze submaatregel is de goedkeuring van wijzigingen van de wet op de zorginstellingen en de wet op het gezondheidsstelsel van de Republiek Litouwen en de daarmee verband houdende wetgeving tot vaststelling van een gecentraliseerd model voor de organisatie van spoedeisende hulp door de integratie van ambulanceverzendingscentra in één systeem van het centrum voor respons in noodsituaties.

De submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2022 zijn voltooid.

A.1.1.2. Submaatregel 2: Ontwikkeling van een digitaal gezondheidsstelsel dat het secundaire gebruik van gezondheidsgegevens vergemakkelijkt

Het doel van deze submaatregel is wetgeving inzake het secundaire gebruik van gezondheidsgegevens vast te stellen. In dit verband worden de informatiebronnen van de gezondheidszorgstelsels in kaart gebracht en wordt een maturiteitsanalyse van de informatiesystemen uitgevoerd, waarbij de integriteit ervan met andere informatiesystemen wordt beoordeeld. Op basis hiervan worden besluiten genomen om de middelen die bijdragen aan het gecoördineerde, hoogwaardige en interoperabele IT-gezondheidszorgsysteem te optimaliseren.

 

De submaatregel moet uiterlijk op 30 september 2022 zijn voltooid.

A.1.1.3. Submaatregel 3: Actieplan voor de ontwikkeling van geneesmiddelen in het gezin 2016-2025 

Het doel van deze submaatregel is de goedkeuring van een geactualiseerd actieplan voor de ontwikkeling van gezinsgeneeskunde voor de periode 2016-2025. Het door het ministerie van Volksgezondheid goed te keuren actieplan moet huisartsen in staat stellen zich doeltreffender op patiënten te richten en patiënten toegang te krijgen tot een breder scala aan gezondheidszorg. De sociale partners worden geraadpleegd.

De submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2022 zijn voltooid.

A.1.1.4. Submaatregel 4: Invoering van een basismodel voor de verlening van openbare gezondheidsdiensten

Het doel van deze submaatregel is wetgeving aan te nemen met betrekking tot het basismodel voor de verlening van openbare gezondheidsdiensten, waarbij gelijke voorwaarden worden vastgesteld voor het ontvangen van noodzakelijke en hoogwaardige diensten voor doelgroepen in de samenleving, met name voor kwetsbare en sociaal uitgesloten personen. Er wordt een analyse gemaakt van de ongelijkheden op het gebied van gezondheid en gezondheidszorg van de bevolking, waarbij specifieke groepen worden aangewezen. De vraag naar en het aanbod van openbare gezondheidsdiensten voor elke groep worden beoordeeld. De basislijst van volksgezondheidsdiensten, kwaliteitscriteria, verantwoordelijkheden en toezichtmechanismen wordt vastgesteld en goedgekeurd bij besluit van de minister van Volksgezondheid.

De submaatregel moet uiterlijk op 31 maart 2023 zijn voltooid.

A.1.1.5. Submaatregel 5: Verbetering van de arbeidsomstandigheden en beroepskwalificaties van gezondheidswerkers 

Het doel van deze submaatregel is wetgeving vast te stellen ter verbetering van de arbeidsomstandigheden en beroepskwalificaties van gezondheidswerkers. Besluiten over de financiële capaciteit van de staat om aan de bepalingen van de ontwerpovereenkomst te voldoen, worden beoordeeld en vastgesteld. Voorts wordt bij besluit van de minister van Volksgezondheid een actieplan ter verbetering van de psychoemotionele toestand van artsen opgesteld en goedgekeurd. Er wordt een werkgroep opgericht om een mechanisme te ontwikkelen voor de bijscholing van gezondheidswerkers.

De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2023 zijn voltooid.

A.1.1.6. Submaatregel 6: Oprichting van een netwerk van instellingen voor persoonlijke gezondheidszorg op basis van het model van regionale samenwerking 

Het doel van deze submaatregel is wetgeving vast te stellen voor de oprichting en regulering van een netwerk van persoonlijke zorginstellingen op basis van het model van kenniscentra en regionale samenwerking. De beginselen en criteria voor de oprichting van een netwerk van instellingen voor persoonlijke gezondheidszorg worden ontwikkeld en er wordt een mechanisme voor samenwerking tussen instellingen voor persoonlijke gezondheidszorg en expertisecentra opgezet. Er wordt een besluit van de regering vastgesteld over de nodige regelgevings-, investerings- en communicatieacties om een duurzaam netwerk van gezondheidszorginstellingen te vormen.

De submaatregel moet uiterlijk op 30 september 2023 zijn voltooid.

A.1.1.7. Submaatregel 7: Oprichting van een centrum voor geavanceerde therapieën 

Het doel van deze submaatregel is de oprichting van een centrum voor geavanceerde therapieën om de beschikbaarheid van innovatieve geavanceerde therapieën te waarborgen en de kwaliteit van de gezondheidsdiensten te verbeteren. Het project voorziet in een uitbreiding van het universitair ziekenhuis in Vilnius voor de ontwikkeling en productie van geneesmiddelen voor geavanceerde therapie. De investeringen omvatten een uitbreiding van de infrastructuur, de aankoop van medische uitrusting en professionele ontwikkeling. Het Centrum voor geavanceerde therapieën wordt volledig geïntegreerd in de activiteiten van het universitair ziekenhuis in Vilnius.

De submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.

A.1.1.8. Submaatregel 8: Creëren van een representatieve verzameling van referentiegenoomgegevens in het kader van het gezondheidsproject „1 + Million Genomes”

Het doel van deze submaatregel is de sequencingtests af te ronden en Litouwen in staat te stellen deel te nemen aan het grensoverschrijdende gezondheidsproject van de EU „1 + Million Genomes”. Met name de investeringen in het project „Surveys for the sequencing of the human genome in a representative sample of the total population in Lithuania” moeten leiden tot een representatieve verzameling van referentiegenoomgegevens van Litouwse burgers. Het heeft tot doel het genetische onderzoek van Litouwen te versterken om de veilige afstemming en analyse van deze gegevens in het kader van het project te vergemakkelijken.

De submaatregel moet uiterlijk op 31 maart 2026 zijn voltooid.

A.1.1.9. Submaatregel 9: Oprichting van een competentieplatform voor gezondheidswerkers 

Het doel van deze submaatregel is de oprichting van een competentieplatform voor gezondheidswerkers dat moet worden gebruikt voor het identificeren, monitoren en beheren van de ontwikkeling van vaardigheden van gezondheidswerkers. Zij houdt een register bij van de vergunningen van gezondheidswerkers overeenkomstig het desbetreffende regelgevingskader en gekoppeld aan het vergunningenregister voor gezondheidszorg en farmaceutische beroepspraktijken.

De submaatregel moet uiterlijk op 31 maart 2026 zijn voltooid.

A.1.1.10. Submaatregel 10: Ontwikkeling van een model voor de beoordeling van de kwaliteit van de gezondheidszorg 

Het doel van deze submaatregel is een geïntegreerd model voor de beoordeling van de kwaliteit van de gezondheidszorg en een hulpmiddel voor feedback van patiënten te ontwikkelen. Het model is bedoeld om de efficiëntie en de kwaliteit van de gezondheidsdiensten die worden verleend door volksgezondheidsdiensten, centra voor eerstelijnszorg en ziekenhuizen te beoordelen en een kader te creëren om de prestaties van zorginstellingen te vergelijken.

De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2025 zijn voltooid.

A.1.1.11. Submaatregel 11: Digitalisering van de gezondheidszorg 

Het doel van deze submaatregel is verschillende bronnen van gezondheidsinformatie te integreren in een systeem op basis van uniforme beginselen en de elektronische gezondheidselementen te moderniseren. Dit omvat de ontwikkeling van oplossingen om het aandeel van de bevolking van het land dat de desbetreffende gezondheidsdiensten elektronisch ontvangt, te vergroten en het aandeel van instellingen voor ambulante en intramurale persoonlijke gezondheidszorg die e-gezondheidsproducten gebruiken, te vergroten. Dit omvat ook de vaststelling van een actieplan inzake digitale gezondheid en de uitvoering van projecten met betrekking tot: bezetting van medische eenheden voor noodgevallen; de digitalisering van noodfuncties; de ontwikkeling van telegeneeskunde; surveillance van overdraagbare ziekten; de ontwikkeling van een nationaal digitaal gezondheidsecosysteem; e-patiëntendossiers van medische beelden; monitoring en bijwerking van gegevens voor farmaceutische markten; toezicht op de kwaliteit van persoonlijke gezondheidsdiensten; en preventieprogramma’s. Deze projecten zullen naar verwachting bijdragen tot digitale oplossingen voor analytische gegevensverwerking, big data en kunstmatige intelligentie en tot het scheppen van de voorwaarden voor toekomstige deelname aan meerlandenprojecten in verband met de grensoverschrijdende uitwisseling van gezondheidsgegevens, elektronische recepten en patiëntendossiers, Europese referentienetwerken (ERN’s), projecten die gericht zijn op de ontwikkeling van een efficiënt, interoperabel en veilig grensoverschrijdend platform voor de uitwisseling van elektronische patiëntendossiers voor X-e-gezondheid voor de overgang naar het gemeenschappelijk systeem voor gegevensuitwisseling en de totstandbrenging van een gemeenschappelijke Europese ruimte voor gezondheidsgegevens. De investering is gericht op het verbeteren van de toegankelijkheid, de kwaliteit en de hulpbronnenefficiëntie van gezondheidsdiensten en het bevorderen van een digitaal geïntegreerd gezondheidszorgstelsel.

De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

A.1.2. Hervorming 2 „Verlening van diensten voor langdurige zorg”

Doel van de hervorming is de toegankelijkheid van geïntegreerde sociale en gezondheidsdiensten te verbeteren door een duurzaam model voor langdurige zorg te ontwikkelen en geleidelijk in te voeren. Er wordt een actieplan voor de opleiding, omscholing en bijscholing van professionals in de langdurige zorg opgesteld en een plan voor het waarborgen van de nodige infrastructuur voor de verlening van diensten op het gebied van langdurige zorg op gemeentelijk en regionaal niveau zorgt voor een optimaal gebruik van de bestaande infrastructuur voor gezondheidszorg en sociale bescherming en de middelen van gemeentelijke en niet-gouvernementele organisaties. De middelen voor institutionele, gemeenschaps- en thuiszorg worden op regionaal niveau geanalyseerd en er wordt een nieuw model voor de verlening van langdurige zorg operationeel.

Deze hervorming gaat vergezeld van 2 submaatregelen: (1) toepassing van het model voor langdurige zorg (submaatregel 1); (2) verhoging van de personele middelen en de infrastructuurcapaciteit voor de verlening van diensten voor langdurige zorg (submaatregel 2).

A.1.2.1. Submaatregel 1: Invoering van het model voor langdurige zorg 

Het doel van deze submaatregel is wetgeving vast te stellen voor de geleidelijke invoering van het model voor langdurige zorg. Het model voor de verstrekking en financiering van sociale en persoonlijke gezondheidszorg vereenvoudigt het traject voor patiënten naar langdurige zorg en bereidt aldus de invoering voor van een model voor langdurige zorg dat gebaseerd is op het één-loketbeginsel. Er wordt een diepgaande analyse uitgevoerd om het model voor de verlening van langdurige zorg te bepalen.

De submaatregel moet uiterlijk op 31 maart 2024 zijn voltooid.

A.1.2.2. Submaatregel 2: Verhoging van de personele middelen en de infrastructuurcapaciteit voor de verlening van diensten voor langdurige zorg

Het doel van deze submaatregel is 10 gespecialiseerde dagcentra voor langdurige zorg op te richten waar patiënten toegang hebben tot geïntegreerde gezondheids- en sociale diensten en gemeenschapsgerichte activiteiten. Er wordt voorzien in uitrusting en voertuigen die nodig zijn voor de ontwikkeling van ambulante langdurige zorg en de nodige personele middelen voor 90 mobiele teams. Ten minste 1000 professionals worden opgeleid als thuisverzorgers, bestaande uit mobiel teampersoneel en personeel in de vastgestelde dagcentra. Terwijl de gespecialiseerde dagcentra zich in steden bevinden, worden de mobiele teams in het hele land gevormd, met bijzondere aandacht voor plattelandsgemeenten.

De submaatregel moet uiterlijk op 31 maart 2026 zijn voltooid.

A.1.3. Hervorming 3 „Systeemverbetering van de veerkracht van het gezondheidsstelsel bij noodsituaties”

Doel van de hervorming is te zorgen voor een evenwichtige, veilige en efficiënte verstrekking van gezondheidsdiensten in noodsituaties door de samenwerking tussen zorginstellingen te verbeteren en de infrastructuur aan te passen aan noodsituaties.

Deze hervorming gaat vergezeld van 3 submaatregelen: (1) actieplan ter verbetering van de samenwerking tussen gezondheidszorginstellingen en modernisering van de infrastructuur voor noodsituaties. (submaatregel 1); (2) modernisering van de expertisecentra op het gebied van infectieziekten (submaatregel 2); (3) modernisering van noodhulpdiensten en reanimatie-eenheden in regionale ziekenhuizen (submaatregel 3).

A.1.3.1. Submaatregel 1: Actieplan ter verbetering van de samenwerking tussen zorginstellingen en modernisering van de infrastructuur voor noodsituaties

Het doel van deze submaatregel is de goedkeuring van een actieplan ter verbetering van de samenwerking tussen gezondheidszorginstellingen en de modernisering van de infrastructuur voor noodsituaties. Het bevat vereisten waaraan de zorginstellingen moeten voldoen om ervoor te zorgen dat zij voorbereid zijn en dat het systeem doeltreffend op noodsituaties reageert. De voorwaarden worden geschapen voor een efficiëntere samenwerking van de beschikbare personele middelen. Er wordt een beoordeling uitgevoerd van de paraatheid van zorginstellingen bij noodsituaties.

De submaatregel moet uiterlijk op 31 maart 2023 zijn voltooid.

A.1.3.2. Submaatregel 2: Modernisering van expertisecentra op het gebied van infectieziekten 

Het doel van deze submaatregel is het moderniseren en uitbreiden van de expertisecentra van de cluster infectieziekten in vijf ziekenhuizen in grote steden, waaronder Vilnius, Kaunas, Klaipeda, Siauliai en Panevezys, die zich aanpassen aan nood- en crisissituaties. De investeringen omvatten renovatie, aanpassing van gebouwen, wederopbouw en renovatie van gebouwen en de aanschaf van medische en laboratoriumapparatuur om betaalbare, hoogwaardige en veilige diagnose- en behandelingsdiensten voor infectieziekten te waarborgen. In het algemeen moeten investeringen in ziekenhuisinfrastructuur bijdragen tot de reorganisatie van de ambulancediensten om ervoor te zorgen dat de noodzakelijke en tijdige medische bijstand aan de bevolking wordt verleend. Het zorgt er ook voor dat infectieziekten kunnen worden behandeld zonder het totale aantal curatieve bedden op nationaal niveau te verhogen.

De submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.

A.1.3.3. Submaatregel 3: Modernisering van noodhulpdiensten en reanimatie-eenheden in regionale ziekenhuizen

Het doel van deze submaatregel is de modernisering van medische eenheden voor noodgevallen, reanimatie en intensieve zorg in zeven ziekenhuizen/traumacentra in Vilnius, Kaunas, Alytus, Marijampole, Utena, Telsiai en Taurage. De investeringen omvatten de wederopbouw en modernisering van medische noodeenheden.

De submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.

A.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

Nr.

Gerelateerde maatregel (hervorming of investering)

Mijlpaal/Doelstelling

Titel

Kwalitatieve indicatoren 
(voor stenen)

Kwantitatieve indicatoren 
(voor streefcijfers)

Indicatieve termijn voor voltooiing

Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal en elk streefdoel

Eenheid

Basislijn

Doelstelling

Kwartaal

Jaar

1

A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van diensten en bevordering van innovatie

A.1.1.1. Wetgevingskader voor de organisatie, het beheer en de verrichting van ambulancediensten

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de gewijzigde wet op de zorginstellingen en de wet op het gezondheidsstelsel van de Republiek Litouwen en de daarmee verband houdende wetgeving

In werking getreden wetgeving

N.v.t

N.v.t

N.v.t

KWARTAAL 4

2022

De organisatie, het beheer en de verlening van ambulancediensten worden geregeld bij de Wet op de zorginstellingen en de Wet op het gezondheidsstelsel van de Republiek Litouwen. De voorschriften voor het verrichten van ambulancediensten en betalingsprocedures die de organisatie, het beheer en de verrichting van ambulancediensten regelen, worden opgenomen in besluiten van de minister van Volksgezondheid.

2

A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van diensten en bevordering van innovatie

A.1.1.2. Ontwikkeling van een digitaal gezondheidsstelsel dat het secundaire gebruik van gezondheidsgegevens vergemakkelijkt

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wetgeving inzake het secundaire gebruik van gezondheidsgegevens

In werking getreden wetgeving

N.v.t

N.v.t

N.v.t

KWARTAAL 3

2022

Wetgeving inzake het secundaire gebruik van gezondheidsgegevens en de uitvoeringsbepalingen inzake procedures voor de afgifte van vergunningen voor secundair gebruik van gegevens, de voorbereiding van gezondheidsgegevens voor secundair gebruik, de vergoeding van de kosten voor het verstrekken van gezondheidsgegevens door verwerkingsverantwoordelijken voor gezondheidsgegevens aan een door de overheid gemachtigde instelling moeten i) de voorwaarden scheppen voor een efficiënt en veilig secundair gebruik van gezondheidsgegevens voor doeleinden van algemeen belang (onderzoek, experimentele ontwikkeling en innovatie, onderwijs en kennisbeheer op het gebied van gezondheid, gezondheidsbeleidsvorming, statistieken), ii) de duurzame ontwikkeling van digitale gezondheid waarborgen en iii) de organisatorische en technische maatregelen regelen die nodig zijn voor een geharmoniseerd, gecoördineerd en hoogwaardig secundair gebruik van gegevens, waarbij de bescherming van persoonsgegevens wordt gewaarborgd.

3

A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van diensten en bevordering van innovatie

A.1.1.3. Actieplan voor de ontwikkeling van geneesmiddelen in het gezin 2016-2025

Mijlpaal

Goedkeuring van het geactualiseerde actieplan voor de ontwikkeling van gezinsgeneeskunde voor de periode 2016-2025

Goedkeuring van het actieplan voor de ontwikkeling van gezinsgeneeskunde door het ministerie van Volksgezondheid

N.v.t

N.v.t

N.v.t

KWARTAAL 4

2022

Het ministerie van Volksgezondheid zal een actieplan voor de ontwikkeling van gezinsgeneeskunde voor de periode 2016-2025 ontwikkelen en goedkeuren. In het actieplan worden de functies omschreven van een huisarts die niet rechtstreeks verband houden met de verlening van gezondheidsdiensten; en de verantwoordelijkheden te verdelen tussen huisartsen en andere leden van het medische team (verpleegkundigen, verloskundigen, verpleegassistenten, lifestyle-professionals, maatschappelijk werkers of fysiotherapeuten).

4

A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van diensten en bevordering van innovatie

A.1.1.4. Invoering van een basismodel voor de verlening van openbare gezondheidsdiensten

Mijlpaal

Inwerkingtreding van een basismodel voor de verlening van openbare gezondheidsdiensten waarbij gelijke voorwaarden worden geschapen voor het ontvangen van noodzakelijke en hoogwaardige diensten voor doelgroepen in de samenleving, met name kwetsbare en sociaal uitgesloten groepen

In werking getreden wetgeving

N.v.t

N.v.t

N.v.t

KWARTAAL 1

2023

In het basismodel voor de verlening van openbare gezondheidsdiensten wordt een basislijst van openbare gezondheidsdiensten vastgesteld, met inbegrip van gezondheidsbevordering en ziektepreventie, kwaliteitscriteria, mechanismen voor toezicht op de dienstverlening en gezondheidsdiensten voor doelgroepen, met name kwetsbare en sociaal uitgesloten personen. Het model heeft tot doel de noodzakelijke en hoogwaardige diensten in alle gemeenten op gelijke wijze aan te bieden.

5

A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van diensten en bevordering van innovatie

A.1.1.5. Verbetering van de arbeidsomstandigheden en beroepskwalificaties van gezondheidswerkers

Mijlpaal

Inwerkingtreding van wetgeving ter verbetering van de arbeidsomstandigheden en beroepskwalificaties van gezondheidswerkers

In werking getreden wetgeving

N.v.t

N.v.t

N.v.t

KWARTAAL 2

2023

De wetgeving ter verbetering van de arbeidsomstandigheden en de beroepskwalificaties van gezondheidswerkers bevat bepalingen inzake loonregulering, werklast, maatregelen ter verbetering van de psychoemotionele positie van artsen en een mechanisme voor bijscholing van gezondheidswerkers.

6

A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van diensten en bevordering van innovatie

A.1.1.6. Oprichting van een netwerk van instellingen voor persoonlijke gezondheidszorg op basis van het model van regionale samenwerking

Mijlpaal

Inwerkingtreding van wetgeving inzake de oprichting en regulering van een netwerk van instellingen voor persoonlijke gezondheidszorg op basis van het model van expertisecentra en regionale samenwerking

In werking getreden wetgeving

N.v.t

N.v.t

N.v.t

KWARTAAL 3

2023

In de wetgeving betreffende het netwerk van instellingen voor persoonlijke gezondheidszorg op basis van het model van kenniscentra en regionale samenwerking worden de beginselen en criteria vastgesteld voor de oprichting van een netwerk van instellingen voor persoonlijke gezondheidszorg en een mechanisme voor samenwerking tussen instellingen voor persoonlijke gezondheidszorg en expertisecentra.

7

A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van diensten en bevordering van innovatie

A.1.1.7. Oprichting van een centrum voor geavanceerde therapieën

Mijlpaal

Oprichting van een centrum voor geavanceerde therapie

De oprichting van een centrum voor geavanceerde therapie

N.v.t

N.v.t

N.v.t

KWARTAAL 4

2025

De oprichting van het centrum voor geavanceerde therapie maakt de bereiding van geneesmiddelen voor geavanceerde therapie mogelijk en zorgt ervoor dat de bevolking in het hele land innovatieve diensten op het gebied van celtherapie ontvangt.

Het ontwerp en de bouw van de infrastructuur van het centrum voor geavanceerde therapie moeten worden voltooid, medische/laboratoriumapparatuur, IT-uitrusting en meubilair worden aangekocht en geïnstalleerd, methodologische richtsnoeren worden toegepast, de opleiding voor professionele ontwikkeling is voltooid en de nodige exploitatievergunningen worden verkregen.

8

A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van diensten en bevordering van innovatie

A.1.1.8. Creëren van een representatieve verzameling van referentiegenoomgegevens in het kader van het gezondheidsproject „Genome Europe”

Doel

Aantal uitgevoerde sequentietests voor het gehele menselijke genoom

N.v.t

Aantal

0

750

KWARTAAL 2

2025

Het aantal voltooide sequentietests dat is uitgevoerd om deel te nemen aan de uitvoering van het grensoverschrijdende EU-project „1 + Million Genomes” bedraagt ten minste 750. De Litouwse instellingen die aan het project deelnemen, zijn uitgerust met laboratorium- en computerapparatuur die nodig is voor de ontwikkeling van nationale genoomreferentiegegevens en de implementatie van nationale infrastructuur voor genomische geneeskunde. De doelstelling houdt verband met de goedkeuring van het rechtskader voor genoomonderzoek en de uitwisseling van deze informatie met de EU-landen.

9

A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van diensten en bevordering van innovatie

A.1.1.8. Creëren van een representatieve verzameling van referentiegenoomgegevens in het kader van het gezondheidsproject „Genome Europe”

Doel

Aantal uitgevoerde sequentietests voor het gehele menselijke genoom

N.v.t

Aantal

750

1570

KWARTAAL 1

2026

Het aantal voltooide sequentietests dat is uitgevoerd om deel te nemen aan de uitvoering van het grensoverschrijdende EU-project „1 + Million Genomes” bedraagt ten minste 1570. De Litouwse instellingen die aan het project deelnemen, zijn uitgerust met laboratorium- en computerapparatuur die nodig is voor de ontwikkeling van nationale genoomreferentiegegevens en de implementatie van nationale infrastructuur voor genomische geneeskunde. De doelstelling houdt verband met de goedkeuring van het rechtskader voor genoomonderzoek en de uitwisseling van deze informatie met de EU-landen.

10

A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van diensten en bevordering van innovatie

A.1.1.9. Oprichting van een competentieplatform voor gezondheidswerkers

Mijlpaal

Oprichting van een competentieplatform voor gezondheidswerkers

De oprichting van een competentieplatform voor gezondheidswerkers

N.v.t

N.v.t

N.v.t

KWARTAAL 4

2024

Het competentieplatform voor gezondheidswerkers wordt opgericht en bevat modaliteiten voor het identificeren, monitoren, plannen en beheren van gezondheidswerkers zoals artsen, verpleegkundigen, volksgezondheid en de ontwikkeling van farmaceutische specialisten (om- en bijscholing). Het platform slaat de vergunningen van gezondheidswerkers op en wordt gekoppeld aan het vergunningenregister voor gezondheidszorg en farmaceutische beroepspraktijken.

Het platform maakt het mogelijk de professionele ontwikkeling van specialisten te monitoren en te plannen, de bij- en omscholing van specialisten van nationale zorgverleners en de openbare gezondheidszorg te monitoren en te plannen.

11

A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van diensten en bevordering van innovatie

A.1.1.10. Ontwikkeling van een model voor de beoordeling van de kwaliteit van de gezondheidszorg

Doel

Aandeel gezondheidszorginstellingen die deel uitmaken van het beeldscherm van het Litouwse nationale gezondheidsstelsel op basis van een reeks prestatie-indicatoren

 

% (percentage)

0

100

KWARTAAL 2

2025

Het aandeel gezondheidszorginstellingen dat deel uitmaakt van het beeldscherm van het gezondheidszorgstelsel op basis van een reeks prestatie-indicatoren wordt gemonitord door het ministerie van Volksgezondheid en het staatsagentschap voor gezondheidsaccreditatie van het ministerie van Volksgezondheid. Er wordt een IT-instrument ingevoerd voor het monitoren van de kwaliteit van de gezondheidsdiensten die op nationaal en gemeentelijk niveau en op het niveau van de zorgaanbieders worden verleend. Het IT-monitoringinstrument maakt het mogelijk de prestaties van zorginstellingen te beoordelen, de waarden van indicatoren te vergelijken met de streefwaarden op het niveau van de nationale, gemeentelijke en zorginstellingen, en de activiteiten van alle zorginstellingen te vergelijken volgens de geselecteerde indicatoren. Het IT-instrument maakt het mogelijk planningsbesluiten te nemen op basis van de gecontroleerde informatie die tot doel heeft de prestaties van de zorginstellingen te verbeteren.

12

A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van diensten en bevordering van innovatie

A.1.1.11. Digitalisering van de gezondheidszorg

Doel

Aandeel van de bevolking van het land dat wordt voorzien van elektronische gezondheidszorgdiensten

N.v.t

% (percentage)

30

60

KWARTAAL 4

2025

Aandeel van de Litouwse bevolking dat de relevante gezondheidsdiensten elektronisch ontvangt. De diensten omvatten ambulante bezoeken, elektronische recepten, afgifte van een geboorteakte van een kind, afgifte van een medische overlijdensakte, medisch onderzoek van bestuurders, doorverwijzingen voor raadpleging, onderzoek, behandeling, diagnostische tests en vaccinatiegegevens.

De verwezenlijking van de doelstelling houdt rechtstreeks verband met de totstandbrenging van een informatiesysteem dat is geïntegreerd in het informatiesysteem voor elektronische gezondheidsdiensten en samenwerkingsinfrastructuur (ESPBI), dat is opgericht door het State Enterprise Centre of Registers. Het bestaande LNKC-informatiesysteem wordt geïntegreerd in het ESPBI en stelt het LNKC-systeem in staat om webservicedocumenten uit te wisselen met nationale contactpunten van andere EU-landen.

13

A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van diensten en bevordering van innovatie

A.1.1.11. Digitalisering van de gezondheidszorg

Doel

Aandeel ambulante en intramurale instellingen voor persoonlijke gezondheidszorg die e-gezondheidsproducten gebruiken

N.v.t

% (percentage)

50

70

KWARTAAL 4

2025

Het aandeel instellingen voor intramurale en ambulante persoonlijke gezondheidszorg dat e-gezondheidsproducten gebruikt, stijgt van 50 % naar 70 %. De instellingen passen hun interne processen en informatiesystemen aan in overeenstemming met Besluit nr. V-657 „betreffende de goedkeuring van de beschrijving van de procedure voor het gebruik van het informatiesysteem voor elektronische gezondheidsdiensten en samenwerkingsinfrastructuur” van de minister van Volksgezondheid en beheren gegevens in het Electronic Health Services and Collaborative Infrastructure Information System (ESBPI IS).

13 bis

A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van diensten en bevordering van innovatie

A.1.1.11. Digitalisering van de gezondheidszorg

Mijlpaal

Actieplan voor de ontwikkeling van het digitale gezondheidssysteem

Actieplan goedgekeurd en projecten uitgevoerd

N.v.t

N.v.t

N.v.t

KWARTAAL 2

2026

Het actieplan voor de ontwikkeling van het digitale gezondheidssysteem wordt goedgekeurd bij ministerieel besluit en projecten met betrekking tot: bezetting van medische eenheden voor noodgevallen; de digitalisering van noodfuncties; de ontwikkeling van telegeneeskunde; surveillance van overdraagbare ziekten; de ontwikkeling van een nationaal digitaal gezondheidsecosysteem; e-patiëntendossiers van medische beelden; monitoring en bijwerking van gegevens voor farmaceutische markten; toezicht op de kwaliteit van persoonlijke gezondheidsdiensten; en er worden preventieve programma’s uitgevoerd.

14

A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van diensten en bevordering van innovatie

A.1.1.9. Oprichting van een competentieplatform voor gezondheidswerkers

Doel

Aandeel gezondheidswerkers wier vergunning wordt geregistreerd en digitaal gemonitord

 

% (percentage)

0

50

KWARTAAL 1

2026

Aandeel gezondheidswerkers in het land, wier vergunning in een IT-systeem wordt geregistreerd en digitaal wordt gemonitord.

Het nationaal agentschap voor de accreditatie van gezondheidszorg houdt toezicht op de naleving van de vergunningsvoorwaarden van zorgspecialisten.

15

A.1.2. Hervorming van de langdurige zorg

A.1.2.1. Invoering van het model voor langdurige zorg

Mijlpaal

Inwerkingtreding van wetgeving betreffende de uitvoering van het model voor langdurige zorg

In werking getreden wetgeving

N.v.t

N.v.t

N.v.t

KWARTAAL 1

2024

De wetgeving betreffende de geleidelijke tenuitvoerlegging van het model voor langdurige zorg omvat het concept van diensten voor langdurige zorg, eisen inzake dienstverlening, het beheer van diensten voor langdurige zorg, een duidelijke toewijzing van administratieve taken aan specifieke instellingen, de basisvereisten voor de betrokken entiteiten om diensten op het gebied van langdurige zorg te verlenen en beginselen en mechanismen vast te stellen voor de financiering van diensten op het gebied van langdurige zorg.

16

A.1.2. Hervorming van de langdurige zorg

A.1.2.2. Verhoging van de personele middelen en de infrastructuurcapaciteit voor de verlening van diensten voor langdurige zorg

Doel

Aandeel patiënten in de langdurige zorg dat ambulante langdurige zorg ontvangt (%)

N.v.t

% (percentage)

5

30

KWARTAAL 2

2025

Het aandeel Litouwse patiënten voor langdurige zorg dat relevante diensten thuis en/of in dagcentra ontvangt, neemt toe tot 30 %.

De verwezenlijking van de doelstelling houdt rechtstreeks verband met de vorming van negentig teams van specialisten die poliklinische diensten verlenen in de woonhuizen, de oprichting van tien gespecialiseerde dagzorgcentra in steden voor het aanbieden van meer geïntegreerde diensten voor langdurige zorg en opleiding voor ten minste 1000 professionals in de langdurige zorg.

De indicator wordt gemonitord door het ministerie van Volksgezondheid.

17

A.1.2. Hervorming van de langdurige zorg

A.1.2.2. Verhoging van de personele middelen en de infrastructuurcapaciteit voor de verlening van diensten voor langdurige zorg

Doel

Aandeel patiënten in de langdurige zorg dat ambulante langdurige zorg ontvangt (%)

N.v.t

% (percentage)

30

60

KWARTAAL 1

2026

Het aandeel Litouwse patiënten voor langdurige zorg dat relevante diensten thuis en/of in dagcentra ontvangt, neemt toe tot 60 %.

De verwezenlijking van de doelstelling houdt rechtstreeks verband met de vorming van negentig teams van specialisten die poliklinische diensten verlenen in de woonhuizen, de oprichting van tien gespecialiseerde dagzorgcentra in steden voor het aanbieden van meer geïntegreerde diensten voor langdurige zorg en opleiding voor ten minste 1000 professionals in de langdurige zorg.

De indicator wordt gemonitord door het ministerie van Volksgezondheid.

18

A.1.3. Systemische verbetering van de veerkracht van het gezondheidsstelsel om in noodsituaties te werken

A.1.3.1. Actieplan ter verbetering van de samenwerking tussen zorginstellingen en modernisering van de infrastructuur voor noodsituaties

Mijlpaal

Inwerkingtreding van een actieplan ter verbetering van de samenwerking tussen gezondheidszorginstellingen en modernisering van de infrastructuur voor noodsituaties

Goedkeuring van het actieplan voor samenwerking tussen gezondheidszorginstellingen en modernisering van de infrastructuur voor noodsituaties door het ministerie van Volksgezondheid

N.v.t

N.v.t

N.v.t

KWARTAAL 1

2023

Het actieplan ter verbetering van de samenwerking tussen zorginstellingen en ter aanpassing van de infrastructuur aan noodsituaties bevat vereisten inzake paraatheid voor zorginstellingen en een efficiënte inzet van personele middelen.

19

A.1.3. Systemische verbetering van de veerkracht van het gezondheidsstelsel om in noodsituaties te werken

A.1.3.2. Modernisering van expertisecentra op het gebied van infectieziekten

Doel

Aantal gemoderniseerde gezondheidszorginstellingen met expertisecentra op het gebied van infectieziekten

 

Aantal

0

5

KWARTAAL 4

2025

De investeringen worden gebruikt voor de modernisering van de infrastructuur van 5 clustercentra voor infectieziekten, die nodig is om de efficiëntie, kwaliteit en veiligheid van de diagnose en behandeling van gevaarlijke infecties te waarborgen.

Er wordt op toegezien dat het totale aantal curatieve bedden op nationaal niveau niet toeneemt.

Het streefcijfer wordt geacht te zijn bereikt na de volgende acties: I) er zijn geactualiseerde eisen voor infectieziekten en toelatingsdiensten vastgesteld; II) investeringsprojecten voor de gemoderniseerde gezondheidszorgfaciliteiten, met inbegrip van expertisecentra op het gebied van infectieziekten.

20

A.1.3. Systemische verbetering van de veerkracht van het gezondheidsstelsel om in noodsituaties te werken

A.1.3.3. Modernisering van noodhulpdiensten en reanimatie-eenheden in regionale ziekenhuizen

Doel

Aantal gemoderniseerde gezondheidszorgvoorzieningen in ziekenhuizen, reanimatie en intensivecareafdelingen

 

Aantal

0

7

KWARTAAL 4

2025

De investering wordt gebruikt voor de modernisering van de noodhulpafdelingen en reanimatie-eenheden (intensive care) van zeven regionale ziekenhuizen om ervoor te zorgen dat de instellingen klaar zijn om in noodsituaties hoogwaardige en veilige diensten te verlenen.

Het streefcijfer wordt geacht te zijn bereikt na de volgende acties: I) bijgewerkte eisen voor de werking van de noodhulpdiensten; II) bijgewerkte eisen voor reanimatie- en intensivecareafdelingen; III) investeringsprojecten voor de gemoderniseerde gezondheidszorgvoorzieningen in ziekenhuizen, reanimatie en intensivecareafdelingen.

De component van het Litouwse herstel- en veerkrachtplan draagt bij tot het aanpakken van uitdagingen in verband met de groene transitie, en met name de noodzaak om de broeikasgasemissies, ook van de vervoerssector, te verminderen, de energie-efficiëntie in gebouwen en vervoer te verhogen, de hulpbronnenefficiëntie te verbeteren en bij te dragen tot de absorptie van broeikasgassen door middel van op de natuur gebaseerde oplossingen.

De component omvat de voorbereidende werkzaamheden voor de ontwikkeling van offshore-windenergiecentrales en de bijbehorende infrastructuur, steun voor de bouw van individuele opslagfaciliteiten en de oprichting van hernieuwbare-energiegemeenschappen, en de installatie van andere infrastructuur voor de opslag van elektriciteit, bestemd voor openbaar gebruik gedurende een eerste periode. Wat mobiliteit betreft, omvatten belangrijke maatregelen steun voor de vervanging van vervuilende wegvoertuigen die door de overheidssector en het bedrijfsleven worden gebruikt door schone voertuigen, om de kwaliteit en aantrekkelijkheid van openbaarvervoersdiensten te verbeteren door het openbaar vervoer te moderniseren met emissievrije of emissiearme voertuigen, de totstandbrenging van oplaad- en tankinfrastructuur voor alle soorten schone voertuigen die op alternatieve brandstoffen rijden, en de ontwikkeling van sectoren voor alternatieve brandstoffen (biomethaan, vloeibare biobrandstoffen van de tweede generatie, waterstof). Wat energie-efficiëntie betreft, is het de bedoeling dat dit wordt bereikt door middel van de pakketten en normen voor de renovatie van gebouwen, gemeentelijke ontwikkelingsplannen, methoden voor duurzame stadsontwikkeling en stadsrenovatieprojecten, bevordering van de levering van bouwproducten en -diensten die de renovatie van gebouwen versnellen en de financiering voor renovatie. Om het vermogen van aangetaste wetlands om broeikasgassen op te vangen en op te slaan te herstellen, wordt een hervorming van het herstel van deze wetlands overwogen, waardoor 6 000 ha van die gebieden zal worden hersteld bij de uitvoering van het plan. Tot slot moet hulpbronnenefficiëntie worden bevorderd met de goedkeuring van het actieplan voor de circulaire economie, waarin de richting wordt uitgestippeld naar een efficiënter gebruik van hulpbronnen in Litouwen tegen 2035.

De in de component opgenomen maatregelen ondersteunen de landspecifieke aanbeveling om de nadruk te leggen op investeringsgerelateerd economisch beleid op het gebied van energie- en hulpbronnenefficiëntie, duurzaam vervoer en energie-interconnecties (CSR3 2019).

Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01). Ook wordt verwacht dat, als de steun wordt verleend aan installaties die onder de EU-regeling voor de handel in emissierechten (ETS) vallen, de ETS-activiteiten broeikasgasemissies moeten bereiken die lager zijn dan de relevante ETS-benchmarks 1 .

B.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

B.1.1. Hervorming 1 „Duurzamere elektriciteitsproductie in het land”

Het doel van de hervorming is de productie, de transmissie en het verbruik van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen te bevorderen, de institutionele en juridische mechanismen te verbeteren en investeringsstimulansen voor bedrijven en burgers te bieden. Deze hervorming heeft met name tot doel: I) de productie van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen tegen 7 verhogen tot ten minste 2 030 TWh, wat ervoor moet zorgen dat hernieuwbare energiebronnen 50 % van het totale nationale elektriciteitsverbruik genereren; II) de lokale elektriciteitsproductiecapaciteit te vergroten; III) de ontwikkeling te vergemakkelijken van de capaciteit die nodig is voor de productie van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen door de economisch meest efficiënte technologieën te ondersteunen; IV) de elektriciteitsproducenten die hernieuwbare energiebronnen gebruiken, geleidelijk integreren in de markt; V) zorgen voor een minimale financiële last voor elektriciteitsverbruikers; VI) non-discriminatie van de producenten van ingevoerde elektriciteit te waarborgen en andere lidstaten in staat te stellen gebruik te maken van het steunmechanisme dat is ingevoerd bij het wetsontwerp inzake energie uit hernieuwbare bronnen; VII) zorgen voor de ontmanteling van elektriciteitscentrales die hun exploitatie hebben stopgezet; VIII) ervoor zorgen dat elektriciteit niet tegen negatieve prijzen wordt geproduceerd; IX) passende voorwaarden scheppen voor prosumenten en hernieuwbare-energiegemeenschappen.

Deze hervorming gaat vergezeld van 3 submaatregelen: (1) voorbereidende werkzaamheden voor de ontwikkeling van windparken op zee en de bijbehorende infrastructuur (submaatregel 1); (2) steun voor de bouw van onshore-HEB-installaties (zonne- en windenergie) en individuele opslagfaciliteiten (submaatregel 2); (3) installatie van andere infrastructuur voor elektriciteitsopslag (submaatregel 3).

B.1.1.1 Submaatregel 1: Voorbereidende werkzaamheden voor de ontwikkeling van offshore-windenergiecentrales en de bijbehorende infrastructuur

Het doel van deze submaatregel is de uitvoering van voorbereidende werkzaamheden voor de ontwikkeling van offshore-windenergiecentrales. De submaatregel omvat het volgende: I) metingen van windsnelheden en andere parameters; II) studies over de zeebodem van het gebied dat bestemd is voor de ontwikkeling van offshore-windenergiecentrales en de aansluiting op de onshore-netten; III) adviesdiensten voor windparken op zee en de aansluiting daarvan op de onshore-netten; IV) studies over de tenuitvoerlegging van de infrastructuur en de identificatie van de aansluiting van offshore-windenergiecentrales op de onshore-netwerkroute en de plaats van onderstations; (V) de voorbereiding, goedkeuring en uitvoering van de ruimtelijkeordeningsdocumenten voor de aansluiting van offshore-windenergie op het onshore-net; en vi) het opstellen van technische specificaties voor de aansluiting op het onshore-net.

De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2025 zijn voltooid.

B.1.1.2 Submaatregel 2: Steun voor de bouw van individuele opslagfaciliteiten

Het doel van deze submaatregel is steun te verlenen aan opslaginstallaties voor hernieuwbare energiebronnen. De submaatregel omvat steun aan rechtspersonen, landbouwers en hernieuwbare-energiegemeenschappen voor de aankoop en installatie van opslag van hernieuwbare energiebronnen, waarbij prioriteit wordt gegeven aan eigen verbruik, agrarische of economische behoeften. Als gevolg van de investering worden aanvullende individuele elektriciteitsopslagfaciliteiten van ten minste 15,2 MWh gecreëerd.

De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

B.1.1.3 Submaatregel 3: Installatie van andere infrastructuur voor elektriciteitsopslag

Het doel van deze submaatregel is de veiligheid, stabiliteit en paraatheid van het Litouwse elektriciteitssysteem te waarborgen voor de exploitatie van geïsoleerde werkzaamheden voorafgaand aan de interconnectie met de elektriciteitsnetten van continentaal Europa. De submaatregel bestaat uit steun voor de installatie van vier energieopslaginstallaties, elk met een vermogen van 50 MW, die synthetische inertie bieden in reactie op frequentieveranderingen, congestiebeheer van de netten, hetgeen nodig is om 100 % van de uit hernieuwbare energiebronnen opgewekte elektriciteit te integreren.

De submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2022 zijn voltooid.

B.1.2. Hervorming 2 „Het milieu niet vervuilen”

Het doel van deze hervorming is de uitstoot van broeikasgassen aanzienlijk te verminderen door de meest vervuilende wegvoertuigen (particulier, openbaar, commercieel, openbaar vervoer en vrachtwagenpark) in steden en regio’s geleidelijk af te schaffen en door het aandeel hernieuwbare energiebronnen in de vervoerssector te vergroten.

Met de uitvoering van de hervorming is begonnen toen de Seimas de wet inzake alternatieve brandstoffen aannam. Zij wordt verder voortgezet met de vaststelling en inwerkingtreding van een wetgevingskader tot vaststelling van een procedure voor het vaststellen van eisen inzake energie-efficiëntie en milieubescherming voor de aankoop van wegvoertuigen en voor gevallen waarin deze verplicht zijn. Dit kader treedt uiterlijk op 31 december 2021 in werking.

Het fonds voor duurzame mobiliteit wordt opgericht, dat in bepaalde gedefinieerde gevallen steun verleent voor de aankoop en het gebruik van schone voertuigen en voor de installatie, modernisering en ontwikkeling van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen voor deze voertuigen. Het fonds wordt ook gebruikt ter ondersteuning van beperkingen voor het gebruik van voertuigen met een verbrandingsmotor, met uitzondering van emissievrije en emissiearme voertuigen. De steun wordt gericht en continu verleend tot ten minste 2030. Het fonds wordt operationeel uiterlijk op 31 maart 2022.

Naast de vervanging van vervuilende voertuigen wordt bij de hervorming ook de door de eigenaars van voertuigen 2 voor de gebruiksperiode betaalde heffing voor het weggebruik vervangen door een e-tolheffing. Het op afstand gebaseerde tolsysteem zal naar verwachting eigenaars/exploitanten van voertuigen aanmoedigen om milieuvriendelijker voertuigen te gebruiken en de planning en optimalisering van hun reisroutes te rationaliseren, aangezien de duur van het traject bepalend is voor de hoogte van de tol. De wetgeving tot invoering van e-tolheffing treedt uiterlijk op 31 december 2025 in werking.

Wat het openbaar vervoer betreft, moet, naast de vervanging van vervuilende voertuigen voor openbaar vervoer, een hervorming van het interstedelijk vervoerssysteem het bestaande langeafstandsnetwerk herzien en optimaliseren, busroutes afstemmen op spoorwegroutes en het lokale vervoerssysteem, waarbij de onderlinge connectiviteit tussen regionale hubs wordt gewaarborgd. De wetswijzigingen ter uitvoering van deze hervorming worden uiterlijk op 31 december 2024 goedgekeurd.

Deze hervorming gaat vergezeld van vier submaatregelen: (1) steun voor de aankoop van schone voertuigen door de overheidssector en het bedrijfsleven (submaatregel 1); (2) steun voor de aankoop van schone voertuigen voor openbaar vervoer (submaatregel 2); (3) installatie van laad-/vulinfrastructuur van het voertuig (submaatregel 3); en (4) de ontwikkeling van hernieuwbare brandstoffen (biomethaangas, vloeibare biobrandstoffen van de tweede generatie voor vervoer en groene waterstof) ondersteunen (submaatregel 4).

B.1.2.1. Submaatregel 1: Steun voor de aankoop van schone voertuigen door de overheidssector en het bedrijfsleven

Het doel van deze submaatregel is het aantal vervuilende voertuigen te verminderen om duurzame mobiliteit te bevorderen en bijgevolg de luchtverontreiniging in stedelijke omgevingen terug te dringen. In het kader van deze submaatregel wordt steun verleend voor de aankoop van personenauto’s, minibussen, bussen, vrachtwagens en zware vrachtvoertuigen van de volgende categorieën en hoeveelheden:

Lichte voertuigen (klasse M1 en N1) — emissievrij (zoals elektrische voertuigen en waterstof), prioriteit gegeven aan voertuigen voor stadspassagiers- en logistieke diensten, in totaal 12 250 eenheden;

Zware bedrijfsvoertuigen (klasse N2 en N3) — emissievrije en emissiearme voertuigen, zoals gedefinieerd in Verordening (EU) 2019/1242 (elektrisch, waterstof, biogas geproduceerd uit grondstoffen die voldoen aan RED II), in totaal 500 eenheden, waarvan 200 elektrische voertuigen en waterstof en 300 biomethaan;

Minibussen en bussen met lage en hoge vloer (klasse M2 en M3) — emissievrij (zoals elektriciteit en waterstof), in totaal 450 eenheden;

Bussen met een hoge vloer (klasse M3) — bussen die rijden op biomethaan dat is geproduceerd op basis van grondstoffen die voldoen aan RED II, in totaal 50.

Wat voertuigen op biomethaan betreft, wordt verwacht dat deze maatregel geen ernstige afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregel en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01). Met name zware bedrijfsvoertuigen en bussen met een hoge vloer moeten emissievrij of emissiearm zijn of uitsluitend op biomethaan rijden, dat moet voldoen aan de criteria van Richtlijn 2018/2001 (RED II-richtlijn). Producenten van biobrandstoffen en biomethaangas en biobrandstoffen moeten certificaten (bewijs van duurzaamheid) overleggen die zijn afgegeven door onafhankelijke beoordelaars, zoals bepaald in Richtlijn 2018/2001.

Voorts moet ervoor worden gezorgd dat voertuigen die in het kader van het Litouwse plan worden ondersteund, alleen biobrandstoffen, vloeibare biomassa en biomassabrandstoffen gebruiken die voldoen aan RED II. Ten slotte zal het niveau van hernieuwbare brandstoffen in de nationale brandstofmix ook geleidelijk toenemen als gevolg van de verplichting voor brandstofleveranciers om biobrandstoffen bij te mengen, die volgens de wet inzake alternatieve brandstoffen in 2030 op 16,8 % zal uitkomen. Er wordt een systeem van rekeneenheden voor hernieuwbare brandstoffen opgezet om de hoeveelheden biomethaangas en andere hernieuwbare brandstoffen die aan de vervoerssector worden geleverd en de certificaten te registreren die aan producenten worden verstrekt om te voldoen aan hun verplichtingen inzake de levering van hernieuwbare brandstoffen, zodat het verbruik van biomethaan en andere geproduceerde hernieuwbare brandstoffen wordt gewaarborgd. Het systeem wordt uiterlijk op 31 december 2021 operationeel. Al deze elementen samen zorgen ervoor dat geproduceerde biobrandstoffen en biogas in de vervoerssector worden verbruikt en het equivalente aandeel fossiele brandstoffen vervangen.

In het kader van deze submaatregel wordt ook steun verleend voor de productie (assemblage) en aanpassing van elektrische bussen in Litouwen. Als gevolg van deze steun moeten ten minste 35 eenheden elektrische bussen worden geproduceerd of vernieuwd.

Om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), moeten de juridische overeenkomst tussen Litouwen en de met de uitvoering belaste entiteit of de financiële intermediair die verantwoordelijk is voor het financieringsinstrument en het daaropvolgende investeringsbeleid van het financieringsinstrument:

vereisen dat de technische richtsnoeren van de Commissie inzake duurzaamheidstoetsing voor het InvestEU-fonds worden toegepast; en het

  1. sluit de volgende lijst van activiteiten en activa uit van subsidiabiliteit: I) activiteiten en activa in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 3 ; II) activiteiten en activa in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarmee de verwachte broeikasgasemissies niet lager zijn dan de relevante benchmarks 4 ; III) activiteiten en activa in verband met stortplaatsen voor afval, verbrandingsinstallaties 5 en installaties voor mechanische biologische behandeling 6 ; en iv) activiteiten en activa waarbij de verwijdering van afval op lange termijn schadelijk kan zijn voor het milieu; en het

eisen dat de entiteit waaraan de uitvoering is toevertrouwd of de financiële intermediair de wettelijke naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving van de projecten controleert voor alle transacties, met inbegrip van transacties die zijn vrijgesteld van duurzaamheidstoetsing.

De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

B.1.2.2. Submaatregel 2: Steun voor de aankoop van emissievrije voertuigen voor openbaar vervoer

Doel van de investering is het openbaar vervoer milieuvriendelijker te maken door vervuilende voertuigen te vervangen door schonere voertuigen en zo de emissies te verminderen en het openbaar vervoer aantrekkelijker te maken. In het kader van deze submaatregel wordt het volgende uitgevoerd: (1) een evaluatie en optimalisering van het bestaande langeafstandsnetwerk om touringcarroutes af te stemmen op spoorwegroutes en het lokale vervoerssysteem, waarbij de onderlinge connectiviteit tussen regionale hubs wordt gewaarborgd (uiterlijk op 31 december 2024); en (2) steun voor gemeentelijke overheden en natuurlijke en rechtspersonen die openbaarvervoersdiensten verlenen (beide met betrekking tot gemeenten die geen plannen voor duurzame stedelijke mobiliteit (SUMP’s) hebben ontwikkeld en uitgevoerd in de financiële periode 2014-2020) voor de aankoop van 260 nieuwe, elektrische en waterstofbussen (klasse M2 en M3).

De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

B.1.2.3. Submaatregel 3: Installatie van oplaad- en tankinfrastructuur voor alternatieve brandstoffen

Het doel van deze submaatregel is een optimaal netwerk van openbaar toegankelijke en particuliere oplaadinfrastructuur en infrastructuur voor het vullen van alternatieve brandstoffen tot stand te brengen, teneinde gunstige voorwaarden te scheppen voor bedrijven en burgers om schone voertuigen te gebruiken. In het kader van deze submaatregel wordt het volgende uitgevoerd: (1) een informatiesysteem voor openbaar toegankelijke oplaad- en tankpunten voor elektrische voertuigen die operationeel zijn gemaakt (uiterlijk op 31 maart 2022); en (2) steun voor bedrijven en natuurlijke personen en gemeenten die in de financiële periode 2014-2020 geen SUMP’s hebben ontwikkeld en uitgevoerd om:

Openbaar toegankelijke oplaadpunten voor elektrische voertuigen voor natuurlijke personen/rechtspersonen (in steden en in de buurt van nationale wegen) — in totaal 5 240 openbaar toegankelijke eenheden;

Openbaar toegankelijke laadinfrastructuur met zeer hoog vermogen voor elektrische zware bedrijfsvoertuigen en bussen — in totaal 300 eenheden;

Openbaar toegankelijke gecomprimeerde biogasstations (aangepast voor biomethaan) — in totaal 30 eenheden;

Openbaar toegankelijke waterstoftankstations — in totaal 4 eenheden;

Particuliere oplaadpunten — in totaal 53 200 eenheden.

De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

B.1.2.4. Submaatregel 4: Steun voor de ontwikkeling van de sector hernieuwbare brandstoffen (biomethaangas, vloeibare biobrandstoffen van de tweede generatie voor vervoer en groene waterstof)

Het doel van deze investering is een aanbod van hernieuwbare brandstoffen tot stand te brengen en het gebruik ervan in de vervoerssector te bevorderen. In het kader van deze submaatregel wordt het volgende uitgevoerd: (1) steun voor het opzetten en operationeel maken van een installatie voor de productie van biomethaangas met een totale capaciteit van 27,1 MW (uiterlijk op 30 juni 2026); (2) steun voor de ontwikkeling van de capaciteit van de biobrandstoffensector van de tweede generatie met het oog op het bereiken van een capaciteit voor vloeibare biobrandstoffen van de tweede generatie van 12.4 KTOE (uiterlijk op 30 juni 2026); en (3) steun voor het opzetten en operationeel maken van de productie van groene waterstof uit hernieuwbare energiebronnen, waardoor tegen 30 juni 2026 in totaal 1 680 000 m³ groene waterstof wordt geproduceerd.

Wat de ontwikkeling van biomethaangas en biobrandstoffen van de tweede generatie betreft, wordt verwacht dat deze submaatregel geen ernstige afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregel en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01). Deze investering is met name in overeenstemming met de bepalingen van Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad (RED II), en de biobrandstoffen en biomethaangas die aan tankpunten worden geleverd, mogen alleen worden geproduceerd uit voedervoorraden die zijn geclassificeerd als afval of residuen (grondstoffen in bijlage IX bij Richtlijn 2018/2001) en niet van voedsel- en voedergewassen.

De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

B.1.3. Hervorming 3 „Versnellen van de renovatie van gebouwen en een duurzaam stedelijk milieu”

Het doel van de hervorming is het tempo van de renovatie van gebouwen te verhogen door de voordelen van de gedigitaliseerde seriële renovatie van gebouwen te benutten, door de geïntegreerde aanpak van de leefomgeving te verbreden, met inbegrip van de aanpassing van gebouwen aan de behoeften van personen met een handicap, en door een klimaat- en milieuvriendelijke transformatie van de bouwsector en producten te bevorderen. De hervorming gaat vergezeld van vier submaatregelen: (1) het actualiseren en testen in de praktijk van pakketten en normen voor de renovatie van gebouwen en het ontwikkelen van een methodologie voor de ontwikkeling van duurzame steden (submaatregel 1); (2) het creëren van instrumenten om de coördinatie van de renovatie van gebouwen en technische bijstand te vergemakkelijken (submaatregel 2); (3) bevordering van de levering van bouwproducten en -diensten die de renovatie van gebouwen versnellen (submaatregel 3); en (4) steun voor een snellere renovatie van gebouwen in overeenstemming met actuele normen voor de renovatie van gebouwen (submaatregel 4).

B.1.3.1. Submaatregel 1: Actualisering van pakketten en normen voor de renovatie van gebouwen en ontwikkeling van een methodologie voor de ontwikkeling van duurzame steden

Het doel van deze submaatregel is de nodige wijzigingen in de regelgeving aan te brengen om de renovatie van gebouwen te versnellen en bij te dragen tot de vergroening van regio’s.

In het kader van deze submaatregel moet een aantal wijzigingen in de regelgeving worden doorgevoerd. Wat de wijzigingen in de regelgeving betreft, wordt het volgende vastgesteld en in werking getreden:

Resolutie van de Republiek Litouwen tot goedkeuring van het uitvoeringsplan voor de langetermijnstrategie voor de renovatie van gebouwen, dat voorziet in een wetgevingsplan om de verbouwing van locaties en de verbouwing van bestaande gebouwen te versnellen, rekening houdend met het Bauhaus-initiatief, en om het gebruik van technieken voor het modelleren van bouwinformatie (BIM), een plan voor wijkrenovatie-initiatieven en investeringsprojecten te formaliseren;

Wijziging van de technische bouwverordening „Ontwerp en certificering van de energieprestatie van gebouwen”, om de energieprestatieklasse van het gerenoveerde gebouw ten minste klasse B te legitimeren;

Wijziging van de technische bouwvoorschriften „ontwerp van kunstwerken”;

Richtsnoeren voor duurzame stedelijke ontwikkeling.

Deze wetgevingshandelingen treden uiterlijk op 31 december 2023 in werking.

B.1.3.2. Submaatregel 2: Instrumenten om de coördinatie van de renovatie van gebouwen en technische bijstand te vergemakkelijken

Het doel van deze submaatregel is instrumenten te creëren om de coördinatie van de renovatie van gebouwen en technische bijstand te vergemakkelijken. De submaatregel bestaat uit de oprichting van een kenniscentrum voor de renovatie van gebouwen (uiterlijk op 31 december 2022) en de volgende drie digitale instrumenten:

1) digitale methodologische instrumenten (voor de voorbereiding van investeringsprojecten, technische standaardspecificaties voor ontwerpen en gecontracteerde werkzaamheden) voor de planning van groene en innovatieve energie-efficiëntiemaatregelen in gerenoveerde gebouwen;

2) operationalisering en dienstverlening van twee informatiesystemen voor het beheer van bouwgegevens en gebouwenrenovatieprojecten.

De submaatregel moet uiterlijk op 30 september 2025 zijn voltooid.

B.1.3.3. Submaatregel 3: Bevordering van de levering van bouwproducten en -diensten die de renovatie van gebouwen versnellen

Het doel van deze submaatregel is een lokale markt voor de productie van gestandaardiseerde modulaire structuren uit organische materialen tot stand te brengen en steun te verlenen aan ondernemingen om de productiecapaciteit op te bouwen van houttechnische materialen en bouwcomponenten die worden gebruikt voor de groene renovatie van gebouwen. In het kader van deze submaatregel wordt steun verleend aan de bouwsector, de houtindustrie en de be- en verwerkende industrie. Als gevolg van deze steun moeten productielijnen met modulaire structuren uit de productie van biologische materialen met een capaciteit van 750,000 m²/jaar operationeel worden gemaakt.

De submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.

B.1.3.4. Submaatregel 4: Steun voor een snellere renovatie van gebouwen in overeenstemming met actuele normen voor de renovatie van gebouwen

Het doel van deze submaatregel is steun te verlenen voor de renovatie van 518 appartementsgebouwen met een oppervlakte van ten minste 880 000 m², met als doel gemiddeld ten minste 30 % minder primaire energie te verbruiken, zoals gedefinieerd in Aanbeveling (EU) 2019/786 van de Commissie betreffende de renovatie van gebouwen, en energie-efficiëntieklasse B. De steun neemt de volgende vormen aan:

I) Compensatie van gemiddeld ten minste 30 % van de uitgaven voor renovatiewerkzaamheden met steun uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit voor 320 gebouwen. De andere gebouwen die in het kader van deze maatregel worden gerenoveerd, kunnen dit soort compensatie ontvangen met steun uit het moderniseringsfonds van de Unie en niet uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit.

compensatie voor het deel van de rente dat is betaald op leningen die zijn aangegaan voor de financiering van deze renovaties boven een rentevoet van 3 %.

III) 100 % compensatie van uitgaven voor technische bijstand voor renovatieprojecten

Daarnaast kan een deel van de leningfinanciering voor deze renovaties van gebouwen worden ondersteund door het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds.

De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

B.1.4. Investering 4: „Vergroting van de broeikasgasabsorptiecapaciteit”

Het doel van deze investering is de broeikasgasemissies van voormalige ontwaterde en aangetaste veengebieden te verminderen door de betrokken gebieden opnieuw te bevochtigen, gunstige voorwaarden voor de biodiversiteit in deze habitats te scheppen en de broeikasgasverwijderingen te verhogen en tegelijkertijd bepaalde beperkte economische activiteiten uit te voeren.

In het kader van deze investering worden maatregelen ontworpen en uitgevoerd om het waterpeil te herstellen, een goede landbouw- en milieuconditie te herstellen en waar nodig een monitoringsysteem in te voeren. Om de minste negatieve gevolgen voor de gerenoveerde habitat te hebben, is regulering van het waterregime noodzakelijk. Daarom moeten er speciale hydrotechnische structuren, zoals aanpasbare drempelwaarden, worden ontworpen en geïnstalleerd om landbouwers in staat te stellen het waterpeil in het beheerde gebied zelf te reguleren, waarbij het gemiddelde jaarlijkse waterniveau wordt gehandhaafd op basis van het oppervlak van de veenbodem, d.w.z. niet dieper dan 10-20 cm. De betrokken actoren krijgen advies en opleiding. Zodra de investering is voltooid, wordt van de aanvragers verwacht dat zij hun lopende verbintenissen inzake de instandhouding van vernatte veengebieden nakomen door in de nieuwe programmeringsperiode compensatiebetalingen te ontvangen in het kader van de maatregel van het Litouwse strategisch plan voor landbouw en plattelandsontwikkeling 2023-2027. In de betrokken gebieden kunnen economische activiteiten worden toegestaan die geen negatieve gevolgen hebben voor de instandhouding van de herstelde wetlands. De selectie van een economische activiteit geschiedt per geval, waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke kenmerken van het gebied en de betrokken milieubeperkingen.

In het kader van deze investering wordt het volgende gedaan: (1) wijzigingen in de regelgeving om het nationale kader voor de identificatie van beschadigde veengebieden operationeel te maken en de herstelde veengebieden later te beheren (uiterlijk op 30 september 2022); en (2) steun voor het herstel van 6 000 ha veengebied.

De investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

B.1.5. Hervorming 5: „Naar een circulaire economie”

Het doel van de hervorming is een volwaardig model voor de circulaire economie te ontwikkelen waarbij alle belanghebbenden worden betrokken, waarbij de beginselen van circulariteit en afvalpreventie in de industriële sector worden gewaarborgd, de productie en het gebruik van secundaire grondstoffen wordt uitgebreid, de materiaal- en hulpbronnenefficiëntie wordt verhoogd, duurzaam ontwerp en groene innovatie worden bevorderd en de duurzaamheid, duurzaamheid, reparatie en vernieuwing van producten worden gewaarborgd. Als gevolg van de hervorming wordt een actieplan voor de overgang van Litouwen naar een circulaire economie tegen 2035 vastgesteld en in werking getreden. Het actieplan is gericht op afvalpreventie, recycling, productontwerp en gebruik van secundaire grondstoffen, digitalisering, de bevordering van groene innovatie, alsook op een verbeterd rechtskader en fiscale maatregelen ter bevordering van langetermijnvoordelen in plaats van kortetermijnoplossingen en -resultaten voor een terugkeer van hulpbronnen naar circulariteit. Het doel is te zorgen voor een systemische institutionele aanpak van de circulaire economie en nauwe samenwerking tussen de betrokken instellingen.

De hervorming wordt uiterlijk op 31 maart 2023 voltooid.

B.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

Nr.

Gerelateerde maatregel (hervorming of investering)

Milestone/

Doel

Titel

Kwalitatieve indicatoren

(voor stenen)

Kwantitatieve indicatoren 
(voor streefcijfers)

Indicatieve termijn voor voltooiing

Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal en elk streefdoel

Eenheid

Basislijn

Doelstelling

Kwartaal

Jaar

21

B.1.1 Duurzamere elektriciteitsproductie in het land

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wetgeving ter verbetering van institutionele en juridische mechanismen ter bevordering van de productie, de transmissie en het verbruik van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen

Bepaling in de wet die de inwerkingtreding aangeeft

KWARTAAL 4

2021

Inwerkingtreding van wijzigingen van de wet inzake energie uit hernieuwbare bronnen, de elektriciteitswet en de energiewet (offshore en onshore).

In deze rechtshandelingen wordt bepaald dat de overheidsinstantie, het Litouws Energieagentschap, overleg pleegt en methodologische bijstand verleent over kwesties die verband houden met activiteiten in de elektriciteitssector, hetgeen de procedures voor aanvragers zou vergemakkelijken en ervoor zou zorgen dat de informatie tijdig wordt verstrekt. Deze handelingen moeten tevens:

— regulering van de voorwaarden waaronder winnaars van veilingen elektriciteit kunnen verkopen in het kader van bilaterale overeenkomsten, aangezien dit investeerders meer duidelijkheid zou verschaffen over de wijze waarop zij op de markt actief moeten zijn;

— langetermijndoelstellingen voor hernieuwbare energie vast te stellen voor alle sectoren, d.w.z. nationale langetermijndoelstellingen op wetgevingsniveau vast te stellen en investeerders zekerheid te bieden over de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen;

— een nieuw type vergunning vaststellen — een vergunning voor de modernisering (reconstructie) van een elektriciteitscentrale of elektriciteitsopwekkingsinstallatie, zoals bepaald in Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen.

22

B. 1.1 Meer duurzame elektriciteit geproduceerd in het land — B.1.1.1 Voorbereidende stappen voor de ontwikkeling van offshore-windinfrastructuur

Mijlpaal

Uitvoering en voltooiing van de voorbereidende werkzaamheden voor de ontwikkeling van offshore-windenergiecentrales en de installatie van infrastructuur

Voltooiing van de voorbereidende werkzaamheden door de bevoegde autoriteiten

KWARTAAL 2

2025

De volgende studies en consultancydiensten worden verricht:

1) een studie over de uitvoering van de infrastructuur: technische oplossingen, technologieën, de waarde van de installatie van infrastructuur, kosten-batenanalyse.

2) offshore-windparken verbinden met onshore-routes en onderstations.

3) onderzoek naar de windsnelheid en andere parameters.

4) zeebodemonderzoek van het gebied dat is aangewezen voor de ontwikkeling van het windpark op zee.

5) zeebodemonderzoek voor de verbinding tussen het windpark op zee en het land.

6) adviesdiensten voor windparken op zee en de aansluiting daarvan op het onshore-net.

7) territoriale planningsdocumenten voor de aansluiting van windparken op zee met onshore-net opgesteld.

8) territoriale planningsdocumenten voor de aansluiting van windparken op zee met onshore-net uitgevoerd.

9) technische specificaties voor de aanleg van de offshore-windparkverbinding met het onshorenet.

De resultaten van studies, metingen en onderzoeken worden gebruikt voor het ontwerp van windparken op zee en de aansluiting ervan op het onshore-net.

25

B.1.1 Meer duurzame elektriciteit geproduceerd in het land — B.1.1.2 Steun voor de bouw van installaties voor hernieuwbare energiebronnen op het land (zonne- en windenergie) en individuele opslagfaciliteiten

Doel

Creëren van nieuwe (individuele) opslagcapaciteit voor elektriciteit uit hernieuwbare bronnen (MWh)

MWh

0

7,6

KWARTAAL 1

2025

7,6 MWh (individuele) energieopslagfaciliteiten is aangesloten op de elektriciteitscentrale en in bedrijf gesteld.

26

B.1.1 Duurzamere elektriciteitsproductie in het land — B.1.1.2 Steun voor de bouw van installaties voor hernieuwbare energiebronnen op het land (zonne- en windenergie) en individuele opslagfaciliteiten

Doel

Creëren van nieuwe (individuele) opslagcapaciteit voor elektriciteit uit hernieuwbare bronnen (MWh)

MWh

7,6

15,2

KWARTAAL 2

2026

15,2 MWh (individuele) energieopslagfaciliteiten is aangesloten op de elektriciteitscentrale en in bedrijf gesteld.

27

B.1.1 Meer duurzame elektriciteit geproduceerd in het land — B.1.1.3 Installatie van andere infrastructuur voor elektriciteitsopslag

Doel

Geïnstalleerde capaciteit van nieuwe elektriciteitsopslagfaciliteiten (MW)

MW

0

200

KWARTAAL 4

2022

Ingebruikneming van vier energieopslaginstallaties, elk met een vermogen van 50 MW.

28

B.1.2 Verkeer zonder het milieu te vervuilen

Mijlpaal

Inwerkingtreding van een wetgevingskader tot vaststelling van een procedure voor het vaststellen van eisen inzake energie-efficiëntie en milieubescherming voor de aankoop van wegvoertuigen en voor gevallen waarin deze verplicht zijn

In werking getreden wetgeving

KWARTAAL 4

2021

Inwerkingtreding van de wetgeving die de eisen inzake energie-efficiëntie en milieubescherming en de gevallen waarin deze verplicht zijn voor wegvoertuigen van de categorieën M1, N, N1, N2, N3, M2 en M3, en die wordt gebruikt om de energie- en milieueffecten van deze voertuigen tijdens de levensduur te berekenen.

29

B.1.2 Verkeer zonder het milieu te vervuilen

Mijlpaal

Er wordt een fonds voor duurzame mobiliteit opgericht dat de ontwikkeling van alternatieve brandstoffen en voertuiginfrastructuur financiert en operationeel is

Bepaling in de overeenkomst/volgorde van inwerkingtreding

KWARTAAL 1

2022

Het fonds voor duurzame mobiliteit wordt opgericht en operationeel.

Het fonds wordt opgericht om de aankoop en het gebruik van schone voertuigen, de installatie, modernisering en/of ontwikkeling van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen voor voertuigen op gerichte en continue wijze te financieren tot ten minste 2030. Het fonds wordt ook gebruikt ter ondersteuning van de vaststelling van beperkingen op het gebruik van voertuigen met een verbrandingsmotor, met uitzondering van emissievrije en emissiearme voertuigen.

30

B.1.2 Verkeer zonder het milieu te vervuilen

Mijlpaal

Inwerkingtreding van wetgeving tot invoering van een elektronisch tolheffingssysteem voor het wegverkeer op basis van de beginselen „de gebruiker betaalt” en „de vervuiler betaalt”

In werking getreden wetgeving

KWARTAAL 4

2025

Inwerkingtreding van wetgeving tot invoering van een elektronisch tolheffingssysteem voor het wegverkeer dat gebaseerd is op de beginselen „de gebruiker betaalt” en „de vervuiler betaalt”. Het tolgeld dat door de houders van voertuigen wordt betaald voor de periode waarin de wegeninfrastructuur wordt gebruikt, wordt omgezet in tolgeld dat wordt betaald voor het aantal afgelegde kilometers (e-tolheffing).

31

B.1.2. Zich verplaatsen zonder het milieu te vervuilen — B.1.2.1. Steun voor de aankoop van schone voertuigen door de overheidssector en het bedrijfsleven

Doel

Aantal in Litouwen aangekochte en geregistreerde schone vervoersvoertuigen

Aantal

0

6 625

KWARTAAL 2

2025

Aantal extra schone vervoermiddelen dat in Litouwen is gekocht en geregistreerd en waarvoor overheidssubsidies zijn toegekend na oproepen tot het indienen van voorstellen:

a) ten minste 6 125 emissievrije (elektrische en waterstof-) lichte voertuigen (klasse M1 en N1);

b) ten minste 100 emissievrije (elektrische en waterstof-) zware bedrijfsvoertuigen (klasse N2);

c) ten minste 150 emissiearme voertuigen, zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 2019/1242, (biomethaan geproduceerd uit grondstoffen die aan RED II voldoen), zware bedrijfsvoertuigen (klasse N2 en N3)

d) ten minste 225 minibussen en bussen met lage en hoge vloer (klasse M2 en M3) emissievrij (elektrisch en waterstofvrij);

ten minste 25 bussen met een hoge vloer die biomethaan gebruiken dat is geproduceerd uit grondstoffen die aan RED II voldoen.

Om te voldoen aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) rijden voertuigen die op biomethaan rijden uitsluitend op biomethaan, dat moet voldoen aan de criteria van Richtlijn 2018/2001 (RED II-richtlijn).

32

B.1.2. Zich verplaatsen zonder het milieu te vervuilen — B.1.2.1. Steun voor de aankoop van schone voertuigen door de overheidssector en het bedrijfsleven

Doel

Aantal in Litouwen aangekochte en geregistreerde schone vervoersvoertuigen

Aantal

6 625

13 250

KWARTAAL 2

2026

Aantal in Litouwen aangekochte en geregistreerde schone transportvoertuigen waarvoor overheidssubsidies zijn toegekend na oproepen tot het indienen van voorstellen:

a) ten minste 12 250 emissievrije (elektrische en waterstof-) lichte voertuigen (klasse M1 en N1);

b) ten minste 200 emissievrije (elektrische en waterstof-) zware bedrijfsvoertuigen (klasse N2);

c) ten minste 300 emissiearme voertuigen, zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 2019/1242, (biomethaan geproduceerd uit grondstoffen die aan RED II voldoen), zware bedrijfsvoertuigen (klasse N2 en N3)

d) ten minste 450 minibussen en bussen met lage en hoge vloer (klasse M2 en M3) emissievrij (elektrisch en waterstofvrij);

ten minste 50 bussen met een hoge vloer die biomethaan gebruiken dat is geproduceerd uit grondstoffen die aan RED II voldoen.

Om te voldoen aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) rijden voertuigen die op biomethaan rijden uitsluitend op biomethaan, dat moet voldoen aan de criteria van Richtlijn 2018/2001 (RED II-richtlijn).

33

B.1.2. Zich verplaatsen zonder het milieu te vervuilen — B.1.2.1. Steun voor de aankoop van schone voertuigen door de overheidssector en het bedrijfsleven

Doel

Aantal geproduceerde (geassembleerde) en aangepaste elektrische bussen in Litouwen

Aantal

0

35

KWARTAAL 2

2026

Ten minste 25 elektrische bussen die in Litouwen zijn vernieuwd zodat de voertuigen kunnen worden aangemerkt als emissievrije bussen

Ten minste 10 elektrische bussen geproduceerd (gemonteerd) in Litouwen.

De selectiecriteria waarborgen de naleving van de technische richtsnoeren „Geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) van ondersteunde transacties in het kader van deze maatregel door gebruik te maken van duurzaamheidstoetsing, een uitsluitingslijst en de vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

34

B.1.2 Verkeer zonder het milieu te vervuilen — B.1.2.2. Steun voor de aankoop van emissievrije voertuigen voor openbaar vervoer

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de hervorming van het interstedelijk mobiliteitssysteem

De hervorming treedt in werking

KWARTAAL 4

2024

Inwerkingtreding van de hervorming van het intercitykader, waarbij het bestaande langeafstandsnetwerk wordt herzien en geoptimaliseerd, busroutes worden afgestemd op spoorwegroutes en het lokale vervoerssysteem, waarbij de onderlinge connectiviteit tussen regionale hubs wordt gewaarborgd.

35

B.1.2 Verkeer zonder het milieu te vervuilen — B.1.2.2. Steun voor de aankoop van emissievrije voertuigen voor openbaar vervoer

Doel

Levering van elektrische voertuigen en voertuigen voor het openbaar vervoer op waterstof (bussen)

Aantal

0

115

KWARTAAL 2

2025

Levering van 115 elektrische en waterstofbussen met lage vloer (klasse M2 en M3) aan exploitanten van openbaar vervoer in stedelijke en voorstedelijke gebieden.

36

B.1.2 Verkeer zonder het milieu te vervuilen — B.1.2.2. Steun voor de aankoop van emissievrije voertuigen voor openbaar vervoer

Doel

Levering van elektrische voertuigen en voertuigen voor het openbaar vervoer op waterstof (bussen)

Aantal

115

260

KWARTAAL 2

2026

Levering van 260 (klasse M2 en M3) -elektrische en waterstofbussen met lage vloer aan exploitanten van openbaar vervoer in stedelijke en voorstedelijke gebieden.

37

B.1.2 Verkeer zonder het milieu te vervuilen — B.1.2.3. Installatie van oplaad- en tankinfrastructuur voor alternatieve brandstoffen

Mijlpaal

Ingebruikneming van een informatiesysteem voor openbaar toegankelijke oplaadpunten voor elektrische voertuigen

Ingebruikneming van een informatiesysteem voor openbaar toegankelijke oplaadpunten voor elektrische voertuigen

KWARTAAL 1

2022

Ingebruikneming van een informatiesysteem dat:
1. Voorzien in en registreren van unieke identificatiecodes van openbaar toegankelijke laadpunten voor elektrische voertuigen en de exploitanten daarvan.
2. Verstrekken van realtime statische/dynamische gegevens van openbaar toegankelijke laadstations voor elektrische voertuigen die in Litouwen rijden.

38

B.1.2 Verkeer zonder het milieu te vervuilen — B.1.2.3. Installatie van oplaad- en tankinfrastructuur voor alternatieve brandstoffen

Doel

Ingebruikneming van een dienst van openbaar toegankelijke laadpunten en laadstations met zeer hoog vermogen voor vracht en bussen

Aantal

0

2 770

KWARTAAL 2

2025

Openbaar toegankelijke oplaadpunten voor elektrische voertuigen en laadstations met zeer hoog vermogen voor vracht/bussen die in gebruik zijn, met inbegrip van:

ten minste 2 620 oplaadpunten voor elektrische voertuigen voor auto’s;

ten minste 150 laadstations met zeer hoog vermogen voor vracht/bussen.

De soorten oplaadpunten voor elektrische voertuigen in termen van vermogen en beschikbaarheid zijn vastgelegd in de Wet alternatieve brandstoffen (artikel 2, punten 12, 16, 17, 18, 26, 27, 32).

39

B.1.2 Verkeer zonder het milieu te vervuilen — B.1.2.3. Installatie van oplaad- en tankinfrastructuur voor alternatieve brandstoffen

Doel

Ingebruikneming van een dienst van openbare en openbaar toegankelijke laadpunten en laadstations met zeer hoog vermogen voor vracht en bussen

Aantal

2 770

5 450

KWARTAAL 2

2026

Openbaar toegankelijke oplaadpunten voor elektrische voertuigen en laadstations met zeer hoog vermogen voor vracht/bussen die in gebruik zijn, met inbegrip van:

ten minste 5 240 oplaadpunten voor elektrische voertuigen voor auto’s;

ten minste 300 laadstations met zeer hoog vermogen voor vracht/bussen.

De soorten oplaadpunten voor elektrische voertuigen in termen van vermogen en beschikbaarheid zijn vastgelegd in de Wet alternatieve brandstoffen (artikel 2, punten 12, 16, 17, 18, 26, 27, 32).

40

B.1.2 Verkeer zonder het milieu te vervuilen — B.1.2.3. Installatie van oplaad- en tankinfrastructuur voor alternatieve brandstoffen

Doel

Ingebruikneming van een dienst van particuliere oplaadpunten

Aantal

0

26 600

KWARTAAL 1

2025

Tijdens de gehele implementatieperiode worden ten minste 26 600 oplaadpunten voor particuliere elektrische voertuigen geïnstalleerd en in bedrijf gesteld.

41

B.1.2 Verkeer zonder het milieu te vervuilen — B.1.2.3. Installatie van oplaad- en tankinfrastructuur voor alternatieve brandstoffen

Doel

Ingebruikneming van een dienst van particuliere oplaadpunten

Aantal

26 600

53 200

KWARTAAL 1

2026

Tijdens de gehele implementatieperiode worden ten minste 53 200 oplaadpunten voor particuliere elektrische voertuigen geïnstalleerd en in bedrijf gesteld.

42

B.1.2 Verkeer zonder het milieu te vervuilen — B.1.2.3. Installatie van oplaad- en tankinfrastructuur voor alternatieve brandstoffen

Doel

Ingebruikneming van een dienst van openbare stations voor gecomprimeerd biogas en waterstof

Aantal

0

34

KWARTAAL 2

2026

Operationalisering en dienstverlening van 34 openbaar toegankelijke stations voor gecomprimeerd biogas en waterstof:

a) ten minste 30 eenheden voor gecomprimeerd biogas;

ten minste vier eenheden voor waterstof.

43

B.1.2 Verkeer zonder het milieu te vervuilen — B.1.2.3. Installatie van oplaad- en tankinfrastructuur voor alternatieve brandstoffen

Mijlpaal

Goedkeuring van het actieplan voor de integratie van het netwerk van elektrische laadinfrastructuur

Goedgekeurd actieplan voor elektrische laadinfrastructuur

KWARTAAL 4

2021

Vaststelling van een actieplan waarin de prioritaire ontwikkelingsrichtingen worden vastgesteld en eisen worden vastgesteld voor de installatie van oplaadpunten voor elektrische voertuigen, teneinde de maximale efficiënte ontwikkeling van de laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen te waarborgen.

44

B.1.2 Verkeer zonder het milieu te vervuilen — B.1.2.4. Steun voor de ontwikkeling van de sector hernieuwbare brandstoffen (biomethaangas, vloeibare biobrandstoffen van de tweede generatie voor vervoer en groene waterstof)

Mijlpaal

Ingebruikneming van een IT-systeem van boekhoudkundige eenheden voor hernieuwbare transportbrandstoffen

IT-systeem van boekhoudkundige eenheden voor brandstoffen uit hernieuwbare bronnen operationeel

KWARTAAL 4

2021

Om het niveau van het verbruik van biomethaangas in de vervoerssector te waarborgen, wordt een geschikt IT-platform opgezet om de hoeveelheden biomethaangas en andere hernieuwbare brandstoffen die aan de vervoerssector worden geleverd en de certificaten te registreren die worden verstrekt aan producenten waarvoor het resulterende gas wordt gebruikt om aan de brandstofverplichtingen te voldoen.

45

B.1.2 Verkeer zonder het milieu te vervuilen — B.1.2.4. Steun voor de ontwikkeling van de sector hernieuwbare brandstoffen (biomethaangas, vloeibare biobrandstoffen van de tweede generatie voor vervoer en groene waterstof)

Doel

Geïnstalleerde totale capaciteit van nieuwe installaties voor de productie van biomethaangas, MW

MW

0

27,1

KWARTAAL 4

2025

Ingebruikneming van nieuwe capaciteit van installaties voor de productie van biomethaangas van ten minste 27,1 MW. De geïnstalleerde capaciteit wordt als operationeel beschouwd op basis van de aansluiting van de capaciteit voor de opwekking van biomethaangas op het aardgasnet en de door de gastransmissiesysteembeheerder verstrekte informatie.

Om te voldoen aan de technische richtsnoeren inzake „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) wordt biomethaan geproduceerd uit de in bijlage IX bij de richtlijn hernieuwbare energie vermelde voedervoorraden.

46

B.1.2 Verkeer zonder het milieu te vervuilen — B.1.2.4. Steun voor de ontwikkeling van de sector hernieuwbare brandstoffen (biomethaangas, vloeibare biobrandstoffen van de tweede generatie voor vervoer en groene waterstof)

Doel

Jaarlijkse extra productie van vloeibare biobrandstoffen van de tweede generatie

KTOE

0

12,4

KWARTAAL 2

2026

Nog eens 12,4 ktoe vloeibare biobrandstoffen van de tweede generatie worden geproduceerd in de geïnstalleerde productiecapaciteit. Het jaarlijkse productievolume wordt één jaar na de aanvang van de productie beoordeeld.

47

B.1.2 Verkeer zonder het milieu te vervuilen — B.1.2.4. Steun voor de ontwikkeling van de sector hernieuwbare brandstoffen (biomethaangas, vloeibare biobrandstoffen van de tweede generatie voor vervoer en groene waterstof)

Doel

Totale geproduceerde hoeveelheid „groene waterstof”

0

1 680 000

KWARTAAL 2

2026

Na de ontwikkeling van extra nieuwe productiecapaciteit voor waterstofgas uit hernieuwbare energiebronnen is tegen 30 juni 2026 in totaal 1 680 000 m³ groen waterstofgas geproduceerd.

48

B.1.3 Versnellen van de renovatie van gebouwen en een duurzaam stedelijk milieu — B.1.3.1. Actualisering van pakketten en normen voor de renovatie van gebouwen en ontwikkeling van een methodologie voor de ontwikkeling van duurzame steden

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de volgende wetgevingshandelingen:

a) het uitvoeringsplan voor de langetermijnstrategie voor de renovatie van gebouwen,

wijziging van de technische bouwregeling „Ontwerp en certificatie van de energieprestatie van gebouwen”, goedgekeurd bij Besluit nr. D1-11 van de minister van Milieu van 754-2016-11

richtsnoeren voor duurzame stadsontwikkeling, goedgekeurd bij besluit van de minister van Milieu

d) Wijziging van het technisch bouwvoorschrift CTR 2.05.07: 2005 „Design of Wooden Structures”, goedgekeurd bij 2005-02-10 Besluit nr. D1-79 van de minister van Milieu

In werking getreden wetgeving

KWARTAAL 4

2023

De volgende wetgevingshandelingen zijn goedgekeurd en in werking getreden:

1. Het uitvoeringsplan voor de langetermijnstrategie voor de renovatie van gebouwen, dat het volgende omvat:

1.1 een wetgevingsplan om de verbouwing van residentiële locaties te versnellen, rekening houdend met het Bauhaus-initiatief, om het gebruik van technieken voor gebouwinformatiemodellering (BIM) te formaliseren en mogelijke modellen te beoordelen voor de verbouwing, wederopbouw of renovatie van bestaande gebouwen;

1.2. aanbevelingen voor de voorbereiding van driemaandelijkse renovatieprojecten.

2. Gewijzigd technisch voorschrift „Design and Certification of the Energy Performance of Buildings”, goedgekeurd op 2016-11-11 bij besluit nr. D1-754 van de minister van Milieu, waarin de energieprestatieklasse van het gerenoveerde gebouw vanaf 01/01/2023 ten minste B. wordt gelegitimeerd.

3. Richtsnoeren voor duurzame stedelijke ontwikkeling, waarin de indicatoren voor duurzame steden en de methode voor de berekening daarvan worden uiteengezet.

4. Wijziging van het technisch bouwreglement CTR 2.05.07: 2005 „Design of Wooden Structures”, goedgekeurd bij Besluit nr. D1-10-2005 van de minister van Milieu, waarbij het gebruik van houten bouwproducten in multifunctionele gebouwen wordt uitgebreid.

50

B.1.3 Versnellen van de renovatie van gebouwen en een duurzaam stedelijk milieu — B.1.3.2. Instrumenten om de coördinatie van de renovatie van gebouwen en technische bijstand te vergemakkelijken

Mijlpaal

Kenniscentrum voor de renovatie van gebouwen is opgericht en operationeel

In werking getreden wetgeving

KWARTAAL 4

2022

1. Statuut van het Bureau Milieuprojectbeheer tot vaststelling van functies voor het beheer van het programma voor de renovatie (modernisering) van appartementsgebouwen en het beheer van financiering uit verschillende bronnen, zoals momenteel uitgevoerd door het Agentschap voor energie-efficiëntie voor huisvesting, gewijzigd bij besluit van de minister van Milieu, goedgekeurd en in werking getreden.

2. Het kenniscentrum voor de renovatie van gebouwen (EPMA-eenheid) (50 % van de vacatures bij het kenniscentrum is ingevuld) is operationeel.

51

B.1.3 Versnellen van de renovatie van gebouwen en een duurzaam stedelijk milieu — B.1.3.2. Instrumenten om de coördinatie van de renovatie van gebouwen en technische bijstand te vergemakkelijken

Doel

Operationalisering en dienstverlening van drie informatiesystemen voor het ontwerp van de renovatie van gebouwen, voor het beheer van renovatieprojecten en de Litouwse databank voor gebouwengegevens

Aantal

0

3

KWARTAAL 3

2025

De volgende 3 informatiesystemen moeten volledig functioneel zijn:

1. Digitaal methodologisch instrument voor de planning van groene en innovatieve energie-efficiëntiemaatregelen in gerenoveerde gebouwen;

2. Het beheersysteem voor bouwrenovatieprojecten;

3. Lithuanian Buildings Data Bank (bank voor gegevens over gebouwen in Litouwen).

52

B.1.3 Versnellen van de renovatie van gebouwen en een duurzaam stedelijk milieu — B.1.3.3. Bevordering van de levering van bouwproducten en -diensten die de renovatie van gebouwen versnellen

Doel

Operationele productiecapaciteit van modulaire structuren op basis van organisch materiaal

m²/jaar

0

750 000

KWARTAAL 4

2025

Operationele geautomatiseerde nieuwe productielijnen met modulaire structuren van organisch materiaal met een capaciteit van 750 000 m²/jaar.

53

B.1.3 Versnellen van de renovatie van gebouwen en een duurzaam stedelijk milieu — B.1.3.4. Steun voor een snellere renovatie van gebouwen in overeenstemming met actuele normen voor de renovatie van gebouwen

Doel

Oppervlakte van gerenoveerde appartementsgebouwen

m2

0

300 000

KWARTAAL 2

2025

Oppervlakte van gerenoveerde appartementsgebouwen die ten minste een van de door de herstel- en veerkrachtfaciliteit gefinancierde vormen van steun genieten (compensatie van bouwkosten, rentesubsidie en/of technische bijstand). De versnelde renovatie van gebouwen zal gemiddeld met ten minste 30 % van het primaire energieverbruik, zoals gedefinieerd in Aanbeveling (EU) 2019/786 van de Commissie inzake de renovatie van gebouwen, verminderen en energie-efficiëntieklasse B bereiken, het totale aantal gerenoveerde appartementsgebouwen is 173 en de oppervlakte ervan is 300 000 m².

54

B.1.3 Versnellen van de renovatie van gebouwen en een duurzaam stedelijk milieu — B.1.3.4. Steun voor een snellere renovatie van gebouwen in overeenstemming met actuele normen voor de renovatie van gebouwen

Doel

Oppervlakte van gerenoveerde appartementsgebouwen

m2

300 000

880 000

KWARTAAL 2

2026

Oppervlakte van gerenoveerde appartementsgebouwen die ten minste een van de door de herstel- en veerkrachtfaciliteit gefinancierde vormen van steun genieten (compensatie van bouwkosten, rentesubsidie en/of technische bijstand). Dit omvat 320 gerenoveerde gebouwen die gemiddeld ten minste 30 % kostencompensatie ontvangen die door de herstel- en veerkrachtfaciliteit wordt ondersteund. De versnelde renovatie van gebouwen zal gemiddeld met ten minste 30 % van het primaire energieverbruik, zoals gedefinieerd in Aanbeveling (EU) 2019/786 van de Commissie inzake de renovatie van gebouwen, verminderen en energie-efficiëntieklasse B bereiken, het totale aantal gerenoveerde appartementsgebouwen is 518 en de oppervlakte ervan is 880 000 m².

55

B.1.4 Verhoging van de broeikasgasabsorptiecapaciteit

Doel

Vernat veengebied

ha

0

2 000

KWARTAAL 4

2024

Ten minste 2 000 ha veengebied wordt vernat.

56

B.1.4 Verhoging van de broeikasgasabsorptiecapaciteit

Doel

Vernat veengebied

ha

2 000

6 000

KWARTAAL 2

2026

Ten minste 6 000 ha veengebied wordt vernat.

57

B.1.4 Verhoging van de broeikasgasabsorptiecapaciteit

Mijlpaal

Wetgeving ter regulering van het herstel van wetlands (veengebieden) en de verdere bescherming en het duurzame gebruik ervan is in werking getreden

In werking getreden wetgeving

KWARTAAL 3

2022

Wetgeving ter regulering van het herstel van wetlands (veengebieden) en de verdere bescherming en het duurzame gebruik ervan is in werking getreden.

58

B.1.5 Naar een circulaire economie

Mijlpaal

Inwerkingtreding van het actieplan voor de overgang naar een circulaire economie

In werking getreden wetgeving

KWARTAAL 1

2023

Inwerkingtreding van een resolutie van de regering tot goedkeuring van het actieplan van Litouwen voor de overgang naar een circulaire economie tegen 2035, opgesteld in samenwerking met geïnteresseerde instellingen en sociaaleconomische partners, met als doel alle relevante autoriteiten erbij te betrekken en de uitvoering en ontwikkeling van de circulaire economie in het land te coördineren.

B.3. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor steun via leningen

B.3.1. Hervorming 1 „Ontwikkeling van groene financiële producten”

Het doel van de hervorming is de inwerkingtreding van het besluit van de minister van Financiën tot goedkeuring van het Litouwse actieplan voor groene financiering 2023-2026, dat tot doel heeft publieke en particuliere financiering te mobiliseren om de doelstellingen inzake mitigatie van en aanpassing aan de klimaatverandering te verwezenlijken en Litouwen aantrekkelijker te maken voor investeerders in groene financiële producten.

Het actieplan omvat het volgende:

oprichting van een kennis- en kenniscentrum voor groene financiering;

bevordering van de ontwikkeling van groene overheidsfinanciering;

het scheppen van de voorwaarden voor het aantrekken van investeringen van de particuliere sector om groene doelstellingen te verwezenlijken;

het waarborgen van toegang tot duurzaamheidsgerelateerde gegevens;

ontwikkeling van competenties op het gebied van groene financiering en openbaar onderwijs.

In het kader van deze hervorming wordt steun verleend voor de oprichting en operationalisering van het kenniscentrum voor groene financiering, om bij te dragen aan de ontwikkeling van een duurzaam ecosysteem voor etikettering in Litouwen op basis van internationale praktijken, om de verspreiding van relevante duurzaamheidsgerelateerde informatie te waarborgen, de samenwerking tussen de publieke en de particuliere sector en de academische wereld te coördineren en Litouwen op het gebied van duurzame financiering te bevorderen.

De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk op 31 december 2023 zijn voltooid.

B.4. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor de lening

Nr.

Gerelateerde maatregel (hervorming of investering)

Milestone/

Doel

Titel

Kwalitatieve indicatoren

(voor stenen)

Kwantitatieve indicatoren 
(voor streefcijfers)

Indicatieve termijn voor voltooiing

Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal en elk streefdoel

Eenheid

Basislijn

Doelstelling

Kwartaal

Jaar

58 bis

B.3.1 Ontwikkeling van groene financiële producten

Mijlpaal

Goedkeuring van het actieplan voor groene financiering

Inwerkingtreding van het besluit van de minister van Financiën

KWARTAAL 2

2023

Inwerkingtreding van het besluit van de minister van Financiën tot goedkeuring van het Litouwse actieplan voor groene financiering, dat tot doel heeft publieke en private financiering te mobiliseren om de doelstellingen inzake mitigatie van en aanpassing aan de klimaatverandering te verwezenlijken en Litouwen aantrekkelijker te maken voor investeerders in groene financiële producten.

Het actieplan omvat het volgende:

oprichting van een kennis- en kenniscentrum voor groene financiering;

bevordering van de ontwikkeling van groene overheidsfinanciering;

het scheppen van de voorwaarden voor het aantrekken van investeringen van de particuliere sector om groene doelstellingen te verwezenlijken;

het waarborgen van toegang tot duurzaamheidsgerelateerde gegevens;

ontwikkeling van competenties op het gebied van groene financiering en openbaar onderwijs.

58b

B.3.1 Ontwikkeling van groene financiële producten

Mijlpaal

Oprichting en inwerkingtreding van het kennis- en kenniscentrum voor groene financiering

Kennis- en competentiecentrum voor groene financiering is operationeel

KWARTAAL 4

2023

Binnen de structuur van INVEGA wordt een kennis- en kenniscentrum voor groene financiering opgericht om bij te dragen aan de ontwikkeling van een duurzaam ecosysteem voor etikettering in Litouwen op basis van internationale praktijken, de verspreiding van relevante duurzaamheidsgerelateerde informatie te waarborgen, de samenwerking tussen de publieke en de particuliere sector en de academische wereld te coördineren en Litouwen op het gebied van duurzame financiering te bevorderen.

Het onderdeel van het Litouwse herstel- en veerkrachtplan heeft betrekking op meerdere aspecten van de digitale transformatie — digitale connectiviteit, met inbegrip van de digitale kloof tussen stad en platteland, de digitalisering van de publieke en de particuliere sector, en digitale vaardigheden. De component omvat maatregelen om de uitrol van 5G te vergemakkelijken, de vezelinfrastructuur in landelijke en afgelegen gebieden verder te ontwikkelen en innovatie op het gebied van connectiviteit te bevorderen. Substantiële hervormingen en investeringen moeten de overheidssector digitaliseren. De bevordering van digitale vaardigheden voor kinderen, werknemers en ouderen wordt overwogen, evenals maatregelen om het tekort aan IT-werknemers op de arbeidsmarkt aan te pakken. Voorts stelt de component investeringen voor om de invoering van geavanceerde digitale technologieën in de particuliere sector te bevorderen, met name wat betreft de samenwerking tussen wetenschap en bedrijfsleven voor innovatieve technologieën en de digitalisering van de culturele sector. In totaal omvat de component vijf maatregelen (drie hervormingen en twee investeringen).

De component komt tegemoet aan de landspecifieke aanbeveling ter bevordering van investeringen in de digitale transitie, met name de dekking en het gebruik van breedband met hoge capaciteit (landspecifieke aanbeveling 3 2020). Daarnaast zal de component naar verwachting bijdragen tot het stimuleren van de productiviteitsgroei, onder meer door overheidsinvesteringen efficiënter te maken (landspecifieke aanbeveling 3 2019), aangezien het maatregelen omvat om de overheidssector te digitaliseren, hetgeen een blijvend positief effect zal hebben op de werking van het openbaar bestuur en de productiviteit ervan. De maatregelen in de component zijn ook gedeeltelijk gericht op uitdagingen in verband met technologische innovatie in kleine en middelgrote ondernemingen (landspecifieke aanbeveling 3 2020). In het algemeen dragen de omvang en de reikwijdte van de beoogde investeringen en hervormingen voor de digitale transitie indirect bij tot het beperken van de gevolgen van de crisis voor de werkgelegenheid (landspecifieke aanbeveling 2 2020) en het bevorderen van investeringen voor innovatie (landspecifieke aanbeveling 3 2019).

Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).

C.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

C.1.1. Hervorming 1 „Transformatie van het openbaar bestuur op het gebied van informatietechnologie”

Doel van de hervorming is de middelen voor overheidsinformatie volledig te consolideren, zodat de IT-infrastructuur, -diensten en -processen van overheidsinstellingen centraal, efficiënt en veilig worden beheerd. De hervorming omvat investeringen in:

Uitbreiding van de bestaande cloudinfrastructuur voor informatie- en communicatietechnologieën in de mate die nodig is voor alle openbare begrotingsinstellingen;

Migratie van verouderde of niet-veiligheidsconforme ICT-infrastructuur, alsook ICT-infrastructuur in datacentra die niet aan de voorschriften voldoen, door overheidsinstellingen naar een centraal beheerde hybride cloudinfrastructuur voor informatie- en communicatietechnologie;

Geïntegreerde upgrade en revisie van technische en systemische software voor lokale datatransmissienetwerken van verouderde en niet-veilige overheidsinstellingen, invoering van een beveiligde gecentraliseerde beheersoplossing (4000 computerwerkstations);

Geïntegreerde upgrade en revisie van verouderde en niet-beveiligingsconforme hardware en systeemsoftware van computerwerkstations, invoering van een beveiligde gecentraliseerde beheersoplossing (4000 computerwerkstations).

De volledige hervorming is alleen gericht op overheidsinstellingen die na de hervorming ten volle gebruik kunnen maken van de IT-infrastructuurdiensten van de staatscloud.

De hervorming wordt uiterlijk op 30 september 2026 voltooid.

C.1.1a Investering1 bis „Transformatie van openbaar bestuur op het gebied van informatietechnologie — Ontwikkeling van de cyberbeveiliging van staten”

Het doel van de investering is de capaciteit van de staat op het gebied van cyberbeveiliging te versterken. De maatregel omvat de volgende elementen:

Vaststelling van een nationaal programma voor de ontwikkeling van cyberbeveiliging, dat een 4-jarig planningsdocument is dat moet worden opgesteld overeenkomstig de wet inzake strategische governance van de Republiek Litouwen en de secundaire wetgeving. Het programma dient als basis voor de in de punten b tot en met d vermelde activiteiten door de aan te pakken uitdagingen op het gebied van cyberbeveiliging te beschrijven en door vast te stellen welke fondsen en middelen nodig zijn om de acties uit te voeren.

Opzetten van een monitoringsysteem voor cyberbeveiliging dat bestaat uit het opzetten van systemen voor informatie-uitwisseling tussen gebruikers (cyberbeveiligingsonderwerpen) en het nationale cyberbeveiligingscentrum onder het ministerie van Defensie en de oprichting van beveiligingsbeheerscentra.

Versterking van de capaciteit om cybermisdrijven te onderzoeken, met inbegrip van investeringen in oplossingen voor de verwerking en analyse van big data, een testlaboratorium voor het uitvoeren van onderzoeken naar cybercriminaliteit.

Opleiding op het gebied van cyberbeveiliging van personeel dat werkzaam is in cyberbeveiligingsentiteiten.

De maatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

C.1.2. Hervorming 2 „De doeltreffendheid van gegevensbeheer en open data waarborgen”

Het doel van de hervorming is te zorgen voor de beschikbaarheid van betrouwbare overheidsgegevens, de mogelijkheid om deze te delen, de mogelijkheden om de gegevens te hergebruiken en de voorwaarden te scheppen voor gegevensgestuurd overheidsbeleid en digitale innovatie in de particuliere sector.

De hervorming vereist directe overheidsinvesteringen om een model van staatsgegevensarchitectuur en de bijbehorende beheersinstrumenten te ontwikkelen om de openbaar beschikbare hoeveelheid gegevens in het nationale datacentrum (NDL) te vergroten en zo de voorwaarden te scheppen voor het hergebruik van gegevens in alle staatsinformatiesystemen en -registers, en deze gegevens beschikbaar te stellen aan het publiek, het bedrijfsleven en de wetenschap.

De integratie van informatiebronnen in het nationale gegevensmeer omvat de volgende stappen:

Een interface tot stand brengen met de gegevensverstrekker via de gegevensuitwisselingsverbinding;

De semantische structuur beschrijven, metagegevens opstellen;

De ontvangen datasets verwerken (transformatie, schoonmaak, anonimisering/versleuteling, verbinding, aggregatie en andere werkzaamheden, rekening houdend met de specifieke kenmerken van de gegevens en de behoeften van gebruikers voor het openen van de gegevens);

Een interface tot stand brengen tussen het nationale dataleer (NDL) en het gegevensarchief van het Opendataportaal (data.gov.lt) via de „Representational State Transfer Application Programming Interface” (API);

De koppeling tussen het nationale datalmeer en het opendataportaal (data.gov.lt) tot stand brengen via de REST API.

Een mechanisme ontwikkelen voor de automatische actualisering van open gegevensreeksen en hun metagegevens.

Het ontwerp van de staatsgegevensarchitectuur vereist:

Het uitvoeren van een analyse van de gegevensstructuur van de staatsinformatiebronnen (State Information Resources — SIR), de ontwikkeling en inventarisatie van het SBR-gegevensmetagegevensmodel, en de ontwikkeling van methodologische, juridische en organisatorische maatregelen voor het creëren en beheren van metagegevens;

Het installeren van een geautomatiseerd instrument voor het beheer van metagegevens, het ontwikkelen van een algoritme voor het automatisch invullen van metagegevens, het ontwikkelen van een structuur en beheersoftware voor metagegevens, en het ontwikkelen van geautomatiseerde inputsoftware voor metagegevens;

Interfaces met SIR invoeren voor de automatische verzameling en actualisering van metagegevens uit alle SIR, de hoogste hiërarchische metagegevens in de databank verstrekken, API’s creëren voor gegevensuitwisseling binnen het platform voor staatsinformatiebronnen en volledige metagegevens om bestaande en geplande API-realisaties op te nemen.

De hervorming houdt rechtstreeks verband met Europese initiatieven om gegevens open te stellen en te hergebruiken. De beoogde investeringen maken een soepele technologische implementatie van de openstelling van data mogelijk door een geïntegreerd gebruik van overheidsgegevens voor meerdere doeleinden. De hervorming heeft tot doel de problemen aan te pakken die het gevolg zijn van de decentralisatie en versnippering van overheidsgegevens. Deze infrastructuur omvat ook het hergebruik van hoogwaardige gezondheidsgegevens. De doelgroep van de hervorming is overheidsdiensten, wetenschappelijke instellingen, het bedrijfsleven en het grote publiek.

De hervorming wordt uiterlijk op 30 juni 2026 voltooid.

C.1.3. Hervorming 3 „klantgerichte diensten”

Het doel van de hervorming is de digitalisering van openbare en administratieve diensten door volledige transformatie van nationale en lokale overheidsprocessen, volledige digitalisering, systeemintegratie, hergebruik van gegevens, de hoogste kwaliteit van de dienstverlening en de gebruikersgerichtheid van de overheid. De hervorming wordt in twee richtingen uitgevoerd:

Verbetering van het besluitvormingsproces voor de ontwikkeling en modernisering van nieuwe overheidsdiensten en vergroting van de inclusiviteit van overheidsdiensten en toegankelijkheid van diensten voor personen met een handicap.

Geïntegreerde investeringen in de digitalisering van overheidsprocessen, de ontvangst van ontbrekende elektronische overheidsdiensten en de automatisering van interinstitutionele gegevensuitwisseling, en de toegankelijkheid van instrumenten voor mensen met een handicap om toegang te krijgen tot openbare diensten. Het doel van de investering is de processen van het openbaar bestuur te digitaliseren, ontbrekende elektronische overheidsdiensten te creëren en de maturiteit van alle openbare diensten die in Litouwen worden verleend, te harmoniseren, zodat interinstitutionele gegevensuitwisseling geautomatiseerd is en informatie voor iedereen toegankelijk is, zonder discriminatie van personen met een handicap.

Voorts is de uitvoering van de hervorming gebaseerd op de volgende beginselen: eenmaligheidsbeginsel, inclusiviteit en toegankelijkheid van diensten, openheid en transparantie, standaard grensoverschrijdend, interoperabiliteit door standaardinstellingen, betrouwbaarheid en beveiliging. Eendeel van de investering (2 000 000 EUR) wordt besteed aan de horizontale ontwikkeling van digitale vaardigheden.

De hervorming wordt uiterlijk op 30 juni 2026 voltooid.

C.1.4. Investering 1 „Voorwaarden voor innovatieve technologische oplossingen in het bedrijfsleven en het dagelijks leven”

Het doel van de investering is de noodzakelijke voorwaarden te scheppen voor de wetenschap en het bedrijfsleven om op doeltreffende wijze geavanceerde en innovatieve instrumenten en AI-oplossingen te ontwikkelen en uit te rollen die in staat zijn om op een eerste niveau in de Litouwse taal te communiceren, te lezen, te analyseren, te begrijpen en te interpreteren, en universele toegang tot gedigitaliseerde en digitale hulpbronnen te creëren en te waarborgen die de wetenschap, het bedrijfsleven en de samenleving in staat stellen innovatieve technologieën, diensten en producten op basis van culturele inhoud te ontwikkelen.

C.1.4.1. Submaatregel 1: Ontwikkeling van technologische hulpmiddelen voor Litouws taalgebruik

De submaatregel heeft tot doel Litouwse taalhulpmiddelen te ontwikkelen die nodig zijn voor de ontwikkeling van AI-oplossingen in de Litouwse taal, die gratis openbaar worden gemaakt voor het publiek. Dit omvat de ontwikkeling van taalhulpmiddelen die wetenschappelijke en bedrijfsorganisaties in staat stellen de Litouwse AI-systemen en -diensten te verbeteren.

De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

C.1.4.2. Submaatregel 2: Digitalisering en toegankelijkheid van culturele hulpbronnen

De submaatregel omvat organisatorische en technische maatregelen op het gebied van de publicatie van digitale cultuur en informatiebronnen, de aanpassing van elektronische diensten en producten aan personen met een handicap en de ontwikkeling van technologische en IT-oplossingen voor de openstelling en het hergebruik van inhoud van cultureel en cultureel erfgoed. De submaatregel heeft tot doel een gecentraliseerd project te financieren met een uniform platform voor de toegang tot en verspreiding van de gedigitaliseerde culturele hulpbronnen van ten minste twaalf eigenaren van culturele hulpbronnen, dat door een centrale projectontwikkelaar kan worden uitgevoerd. De gedigitaliseerde culturele hulpbronnen worden beschikbaar gesteld en verspreid op één IT-platform. Daarnaast moet 20 % van de digitale (elektronische) middelen die beschikbaar zijn via het nationale online publicatieplatform ELVIS geschikt zijn voor personen met een handicap.

De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

C.1.4.3. Submaatregel 3: Productie van digitale onderwijsinhoud en -middelen

Het doel van de submaatregel is de technologische oplossingen te ontwikkelen die nodig zijn voor digitaal onderwijs, studiemiddelen en IT-infrastructuur in onderwijsinstellingen om gepersonaliseerd afstandsonderwijs mogelijk te maken. Het is bedoeld om scholen een basis van digitale leermiddelen te bieden, die fungeert als een nationale afstandsschool, op basis van de koppeling tussen bestaande en nieuwe digitale leerinstrumenten, digitale inhoud die is ontwikkeld door publieke en particuliere uitgevers, test- en prestatiebeoordelingssystemen, bibliotheken, momenteel actuele educatieve inhoud. Om de doeltreffendheid van het afstandsonderwijs te waarborgen, worden prototypen voor afstands- en blended onderwijs ontwikkeld, getest en toegepast.

De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2024 zijn voltooid.

C.1.4.4. Submaatregel 4: Financiële instrumenten voor de oprichting van bedrijven en digitale innovatie

De submaatregel heeft tot doel financiële stimulansen te bieden voor de oprichting van bedrijven en digitale innovatie.

Centra voor zakelijke dienstverlening worden ondersteund bij de uitrol van robotica-automatiseringsprocessen en oplossingen op het gebied van artificiële intelligentie door de financiering van uitgaven in verband met i) adviesdiensten in verband met de initiële analyse van het project met betrekking tot de processen die rationeel zijn om te automatiseren en de oplossingen die deze processen mogelijk maken; II) opleidingskosten in verband met de ontwikkeling van de ESA-oplossing en de AI-oplossing; III) de verwerving van licenties (robots, softwarelicenties) in verband met het project; IV) de kosten van de vergoeding van de tijd die aan projectactiviteiten wordt besteed; (v) de kosten van apparatuur en huur in verband met de installatie en werking van de geautomatiseerde oplossingen (bv. huur van servers).

Start-ups en spin-offs worden ondersteund om producten en oplossingen te ontwikkelen voor artificiële intelligentie, blockchaintechnologieën en roboticaprocesautomatisering door uitgaven te financieren in verband met i) de ontwikkeling van producten en diensten in de beginfase van de maturiteit, voorafgaand aan het aantrekken van investeringskapitaal; II) de analyse van de behoeften van de markt; III) de ontwikkeling van een technologisch concept van oplossing; IV) de ontwikkeling van een minimaal levensvatbaar product; en v) het bereiken van het stadium van de verhandelbaarheid van het product.

De submaatregel moet uiterlijk op 30 september 2025 zijn voltooid.

C.1.4.5. Submaatregel 5: ICT-kenniscentrum

De oprichting van een ICT-kenniscentrum heeft tot doel banden tussen het bedrijfsleven, de academische wereld en overheidsinstanties te ontwikkelen en te creëren, O & O te bevorderen voor de ontwikkeling van technologieën, producten en diensten op een groot aantal gebieden, deze voor te bereiden op de markt (commercialisering) en de uitwisseling van ideeën, kennis en investeringen te bevorderen. Een dergelijk centrum zou zich richten op het verbeteren van de toegankelijkheid van bedrijfsrelevante infrastructuur en diensten, onder meer voor spin-offs die door instellingen voor hoger onderwijs voor commerciële doeleinden worden opgezet.

De investering moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.

C.1.5. Investering 2 „Stap naar 5G”

Het doel van de investering is te zorgen voor een effectieve dekking en penetratie van zeer doorlaatbare elektronische communicatienetwerken die voldoen aan de behoeften van digitaal actieve ondernemingen en op evenwichtige wijze zijn aangepast aan de ontwikkeling van netwerken met zeer hoge capaciteit, waaronder 5G-netwerken. De maatregel is bedoeld om de uitrol van 5G in het hele land te vergemakkelijken, met name in internationale vervoerscorridors over land (Via Baltica, Rail Baltica) en andere hoofdwegen en spoorlijnen van nationaal belang, luchthavens en zeehavens. De maatregel omvat financiering uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit die naar verwachting zal worden aangevuld met financiering uit de Connecting Europe Facility, andere structuurfondsen van de EU, nationale fondsen en het aantrekken van particuliere investeringen. Tegelijkertijd is de investering ook gericht op de ontwikkeling van glasvezelinfrastructuur in landelijke en afgelegen gebieden, waardoor 5000 sociaal-economische actoren toegang krijgen tot breedband met een gigabitsnelheid. De investering omvat ook elementen om bedrijven en overheidsinstanties aan te moedigen te innoveren en zich aan te passen aan snelle digitale connectiviteit door ten minste zeven praktische toepassingen van mobiliteitsinnovaties in te voeren.

C.1.5.1. Submaatregel 1: Routekaart 5G

De Litouwse 5G-routekaart voorziet in een evenwichtige, kosteneffectieve en efficiënte ontwikkeling van 5G, met als doel commercieel beschikbare 5G-diensten te realiseren op 95 % van het grondgebied van stedelijke gebieden, internationale vervoerscorridors over land (Via Baltica, Rail Baltica), hoofdwegen en spoorlijnen van nationaal belang, luchthavens en zeehavens. Om deze doelstellingen te verwezenlijken, bevat de 5G-routekaart maatregelen die erop gericht zijn de regelgevings- en investeringsvoorwaarden voor de ontwikkeling van 5G te vergemakkelijken. Er zij op gewezen dat deze maatregelen grotendeels in overeenstemming zijn met die van het „Connectiviteitspakket” van de EU.

De submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.

C.1.5.2. Submaatregel 2: Verdere ontwikkeling van netwerken met zeer hoge capaciteit

De submaatregel heeft tot doel gigabitinfrastructuur te ontwikkelen in afgelegen en plattelandsgebieden waar er momenteel geen infrastructuur van particuliere exploitanten is en dergelijke infrastructuur in de nabije toekomst niet is gepland. De ontwikkelde infrastructuur moet de aansluiting op gigabitsnelheid van in totaal 5000 sociaal-economische actoren vergemakkelijken. Medio 2021 is een studie gestart om door middel van radioplanning en overleg met particuliere exploitanten vast te stellen op welke gebieden infrastructuur die een adequate kwaliteit van de dienstverlening kan bieden, niet bestaat of in de nabije toekomst niet is gepland. Sociaal-economische actoren worden met elkaar verbonden door de bouw van torens en de uitrol van glasvezel. Voor elk geval worden optimale technologische oplossingen geëvalueerd.

De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

C.1.5.3. Submaatregel 3: Innovatie op het gebied van mobiliteit

Innovatie op het gebied van mobiliteit wordt bevorderd door middel van een mededingingsprocedure, waarbij middelen ter beschikking worden gesteld van een breed scala aan entiteiten of consortia in de vorm van projecten die gericht zijn op de ontwikkeling van digitale oplossingen om de digitalisering van verschillende sectoren te bevorderen door middel van praktische toepassing van innovaties op het gebied van vervoer en communicatie, zoals i) autonoom vervoer, ii) onbemande luchtvaartuigen — drones, iii) het internet der dingen, iv) virtuele realiteit v) robotisering of automatisering op basis van 5G en de invoering van geavanceerde technologische oplossingen zoals vi) vervoersrekeningen en duurzaam beheer van mobiliteitsgegevens; VII) oplossingen voor de digitalisering van een uniform ticketsysteem en vervoersfaciliteiten.

De oplossingen moeten overheidsinstanties introduceren en aanpassen aan innovaties op het gebied van 5G-mobiliteit (autonoom vervoer, drones enz.).

De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

C.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

Nr.

Gerelateerde maatregel (hervorming of investering)

Milestone/

Doel

Titel

Kwalitatieve indicatoren 
(voor stenen)

Kwantitatieve indicatoren 
(voor streefcijfers)

Indicatieve termijn voor voltooiing

Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal en elk streefdoel

Eenheid

Basislijn

Doelstelling

Kwartaal

Jaar

59

C.1.1 Transformatie van openbaar bestuur op het gebied van informatietechnologie

Mijlpaal

Alle door de staatsinstellingen beheerde systemen zijn gemigreerd naar nieuwe hybride cloudinfrastructuur van de overheid

Voltooiing van een complexe vernieuwing en reorganisatie van de infrastructuur voor informatie- en communicatietechnologie van de begrotingsinstellingen van de staat, en uitvoering van een beveiligd gecentraliseerd beheer

KWARTAAL 3

2026

Alle systemen die worden beheerd door begrotingsinstellingen van de staat (deze begrotingsinstellingen worden vastgesteld in Resolutie nr. 498) die zich in verouderde of niet-beveiligingsconforme ICT-infrastructuur bevinden, alsook systemen waarvan de ICT-infrastructuur zich in niet-conforme datacentra bevindt, zijn in twee onderdelen gemigreerd naar nieuwe hybride cloudinfrastructuur van de overheid:

1. Uitbreiding van de bestaande cloudinfrastructuur voor informatie- en communicatietechnologieën voor zover dat nodig is voor alle overheidsinstellingen en de migratie van verouderde en niet-veiligheidsconforme ICT-infrastructuur van de overheidsinstellingen naar een centraal beheerde cloudinfrastructuur voor informatie- en communicatietechnologie;

2. Geïntegreerde upgrade en revisie van verouderde en niet-veiligheidsconforme lokale datatransmissienetwerken, hardware en systeemsoftware voor computerwerkstations door overheidsinstellingen, invoering van een veilige gecentraliseerde beheersoplossing.

Uitzondering: Systemen die eigendom zijn van begrotingsinstellingen en die worden beheerd door het State Enterprise Centre of Registers, worden beheerd vanuit de begroting van het Staatscentrum voor ondernemingen van registers en in zijn ICT-infrastructuur worden geëxploiteerd en worden opgeslagen in datacentra die aan de voorschriften voldoen, zijn niet in deze lijst van systemen opgenomen.

60 bis

C.1.1a Transformatie van het beheer van openbare informatietechnologie — Ontwikkeling van de cyberbeveiliging van staten

Mijlpaal

Vaststelling van het programma voor de ontwikkeling van cyberbeveiliging.

Programma voor de ontwikkeling van cyberbeveiliging goedgekeurd

KWARTAAL 3

2023

Het nationale programma voor de ontwikkeling van cyberbeveiliging wordt vastgesteld door de regering van de Republiek Litouwen.

60b

C.1.1a Transformatie van het beheer van openbare informatietechnologie — Ontwikkeling van de cyberbeveiliging van staten

Mijlpaal

Opzetten van een nationaal monitoringsysteem voor cyberbeveiliging.

Een nationaal monitoringsysteem voor cyberbeveiliging opgezet

KWARTAAL 2

2026

Er wordt een monitoringsysteem voor cyberbeveiliging opgezet. Deze informatie omvat: 1) de installatie van hardware en software; 2) het opzetten van informatie-uitwisseling tussen gebruikers (onderwerpen op het gebied van cyberbeveiliging) en het nationale cyberbeveiligingscentrum; en 3) de oprichting van centra voor beveiligingsbeheer.

60c

C.1.1a Transformatie van het beheer van openbare informatietechnologie — Ontwikkeling van de cyberbeveiliging van staten

Mijlpaal

Versterking van de capaciteit voor onderzoek naar cybercriminaliteit

De cyberbeveiligingscapaciteiten voor criminaliteitsonderzoek worden versterkt door de installatie van software en hardware.

KWARTAAL 2

2026

Er wordt hardware en software geïnstalleerd om het onderzoek naar cybercriminaliteit te versterken.

Er wordt een digitaal forensisch laboratorium opgericht voor het uitvoeren van forensische operaties op hoog niveau die onderzoek doen naar geavanceerde persistente bedreigingen.

61

C.1.1 Transformatie van het beheer van openbare informatietechnologie — Ontwikkeling van de cyberbeveiliging van staten

Doel

Voltooiing van opleidingen op het gebied van cyberbeveiliging

Aantal

0

300

KWARTAAL 2

2026

300 personeelsleden van cyberbeveiligingsentiteiten uit de publieke sector hebben een cyberbeveiligingsopleiding voltooid.

62

C.1.1 Transformatie van openbaar bestuur op het gebied van informatietechnologie

Doel

Het ministerie van Informatietechnologie van de staat verleent IT-diensten aan begrotingsinstellingen die zijn vastgesteld in Resolutie nr. 498 van de regering van de Republiek Litouwen op geconsolideerde basis.

Percentage

9 %

75 %

KWARTAAL 1

2025

75 % van de in Resolutie nr. 498 van de regering van de Republiek Litouwen bepaalde instellingen profiteert van geconsolideerde IT-diensten.

63

C.1.1 Transformatie van openbaar bestuur op het gebied van informatietechnologie

Doel

Het ministerie van Informatietechnologie van de staat verleent IT-diensten aan alle begrotingsinstellingen die zijn vastgesteld in Resolutie nr. 498 van de regering van de Republiek Litouwen op geconsolideerde basis.

Percentage

75 %

100 %

KWARTAAL 3

2026

100 % van de in Resolutie nr. 498 van de regering van de Republiek Litouwen bepaalde instellingen profiteert van geconsolideerde IT-diensten.

64

C.1.2 Waarborgen van de doeltreffendheid van gegevensbeheer en open data

Mijlpaal

Inwerkingtreding van wetgeving inzake efficiënte gegevensverwerking.

In werking getreden wetgeving

KWARTAAL 3

2022

Inwerkingtreding van wetgeving inzake efficiënt gegevensbeheer. Dit omvat wijzigingen van de wet op de officiële statistiek of de wet inzake het recht op informatie van overheids- en gemeentelijke instellingen die de functies van Statistische Litouwen uitbreiden tot het beheer van het staatsgegevensmeer (staatgegevensplatform).

65

C.1.2 Waarborgen van de doeltreffendheid van gegevensbeheer en open data

Doel

Ingebruikneming van het gegevensbeheermodel

Aantal

0

1

KWARTAAL 4

2024

Ingebruikneming van een gegevensbeheermodel. Er wordt een gecentraliseerde applicatieprogramma-interface (API) voor gegevensverstrekking gecreëerd en de overheidsgegevens in het gegevensarchitectuurmodel gebruiken een gecentraliseerde API voor gegevensuitwisseling.

66

C.1.2 Waarborgen van de doeltreffendheid van gegevensbeheer en open data

Doel

Integratie van informatiebronnen in het gegevensmeer

Aantal

53

376

KWARTAAL 2

2026

In totaal worden 376 informatiebronnen geïntegreerd in het nationale gegevensmeer.

De uitvoering van de hervorming zorgt voor een efficiënt gegevensbeheer dat dubbel werk van besluiten voorkomt. Op deze manier worden de financiële middelen rationeel gebruikt, wordt de kwaliteit van de gegevens verbeterd, wordt het risico van kwetsbaarheden in persoonsgegevens efficiënt beheerd, worden gegevens geïnventariseerd en wordt het hergebruik van gegevens gewaarborgd.

67

C.1.2 Waarborgen van de doeltreffendheid van gegevensbeheer en open data

Doel

Ingebruikneming van het instrument voor gegevensuitwisseling

Aantal

0

1

KWARTAAL 1

2024

Ingebruikneming van een instrument voor gegevensuitwisseling dat voldoet aan de passende boekhoudkundige vereisten.

De invoering van een instrument voor gegevensuitwisseling maakt het mogelijk om op grote schaal elektronische facturen te verzenden, te ontvangen en te verwerken, waardoor materiële en arbeidskosten in de economie van het land worden bespaard en snel aan de staat wordt uitbetaald. Het instrument voor gegevensuitwisseling wordt gepubliceerd en is kosteloos toegankelijk.

68

C.1.3 klantgerichte diensten

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de gewijzigde verordening betreffende de verstrekking van informatie aan personen met een handicap

In werking getreden wetgeving

KWARTAAL 1

2024

Inwerkingtreding van de gewijzigde verordening betreffende de verstrekking van informatie aan personen met een handicap.

69

C.1.3 klantgerichte diensten

Mijlpaal

Publicatie van een aanbesteding voor innovatieve oplossingen en instrumenten om te zorgen voor betere communicatiemogelijkheden voor mensen met een handicap

Bekendmaking van het aanbestedingsbericht

KWARTAAL 2

2023

Publicatie van een aanbesteding voor innovatieve oplossingen en instrumenten om te zorgen voor betere communicatiemogelijkheden voor mensen met een handicap. Technische specificaties en overheidsopdrachten worden ontwikkeld in samenwerking met de doelgroepen. In de kwalificatievereisten wordt bijzondere aandacht besteed aan de ervaring, vaardigheden en vaardigheden van leveranciers om soortgelijke IT-oplossingen toe te passen. IT-systemen moeten voldoen aan alle eisen van de EG-richtlijn inzake internettoegankelijkheid. (2024E KWARTAAL 1).

70

C.1.3 klantgerichte diensten

Mijlpaal

Ingebruikneming van een kenniscentrum voor open data en digitale transformatie

Kenniscentrum voor open data en digitale transformatie operationeel

KWARTAAL 4

2021

Ingebruikneming van een kenniscentrum voor open data en digitale transformatie bij een resolutie van de Litouwse Republiek.

De organisatiestructuur van het kenniscentrum bestaat uit twee afdelingen: de ene zal digitale oplossingen monitoren en evalueren en de tweede zal gericht zijn op gegevens en architectuur.

De monitoring- en evaluatiegroep voor digitale oplossingen analyseert en monitort bestaande oplossingen door de functionaliteit en de aan te pakken uitdagingen te beoordelen. Het beoordeelt nieuwe initiatieven vanuit het oogpunt van duplicatie van bestaande oplossingen en de wenselijkheid van technologische oplossingen.

De Data and Architecture Group stelt de algemene architectuur van informatiesystemen en gegevens vast, alsmede de normen en technische eisen die op de nieuw ontwikkelde oplossingen moeten worden toegepast.

Elke nieuwe voorgestelde oplossing zal naar verwachting een eerste beoordeling van de groep digitale initiatieven krijgen en zal, zodra dit proces en de gedetailleerde ontwerpvereisten zijn opgesteld, worden beoordeeld vanuit het oogpunt van de architecturale compatibiliteit.

71

C.1.3 klantgerichte diensten

Doel

Ingebruikneming van oplossingen voor digitale overheidsdiensten voor personen met een handicap

Aantal

 

2

KWARTAAL 1

2025

Ingebruikneming van twee oplossingen om de toegang tot digitale overheidsdiensten voor personen met een handicap te vergemakkelijken: een IT-oplossing om doven betere communicatiemogelijkheden te bieden, en een andere IT-oplossing om de toegang tot informatie voor blinden te waarborgen. De diensten worden verleend door leveranciers met passende kwalificaties door middel van overheidsopdrachten.

72

C.1.3 klantgerichte diensten

Doel

Adequaat gebruik van openbare diensten door personen met een handicap

%

0

60 %

KWARTAAL 1

2026

Ten minste 1000 respondenten nemen deel aan een enquête om na te gaan of de hervorming van de toegang van personen met een handicap tot openbare diensten haar doel heeft bereikt, namelijk het publiceren van toegankelijke informatie op websites en communicatieoplossingen, voldoen aan de verwachtingen van de gebruikers. 60 % van de respondenten zegt tevreden te zijn met en/of vindt het nuttig gebruik van de ontwikkelde oplossingen.

73

C.1.3 klantgerichte diensten

Doel

Voltooide projecten om diensten te digitaliseren en de maturiteit van de geleverde diensten te verbeteren

Aantal

0

15

KWARTAAL 2

2026

Voltooiing van ten minste 15 projecten om diensten te digitaliseren en het niveau van rijpheid van de door de overheid verleende diensten te verbeteren.

De projecten worden geselecteerd op basis van een goedgekeurd selectiemodel en vermelden de beste en meest efficiënte manieren om ze uit te voeren.

De projecten worden uitgevoerd door instellingen en gemeenten op centraal niveau voor de ontwikkeling van nieuwe diensten of de invoering van nieuwe technologische oplossingen (projecten voor de ontwikkeling van digitale diensten en digitalisering van processen hebben tot doel digitale diensten eenvoudig, handig, proactief en interoperabel te maken, en de ontwikkeling moet gebruik kunnen maken van oplossingen op basis van artificiële intelligentie, machinaal leren, gegevensanalyse of andere geavanceerde beginselen).

74

C.1.4 Voorwaarden voor innovatieve technologische oplossingen in het bedrijfsleven en het dagelijks leven — C.1.4.1. Ontwikkeling van technologische hulpmiddelen voor Litouws taalgebruik

Mijlpaal

Levering van Litouwse taalhulpmiddelen voor de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie en innovatieve technologieën

Openbaar beschikbare Litouwse taalhulpmiddelen voor de ontwikkeling van AI-oplossingen

KWARTAAL 2

2026

Litouwse taalhulpmiddelen voor de ontwikkeling van AI-oplossingen worden kosteloos openbaar gemaakt.

75

C.1.4 Voorwaarden voor innovatieve technologische oplossingen in het bedrijfsleven en het dagelijks leven — C.1.4.1. Ontwikkeling van technologische hulpmiddelen voor Litouws taalgebruik

Doel

Voltooide projecten voor het creëren van Litouwse taalhulpmiddelen die nodig zijn voor de ontwikkeling van AI-oplossingen

Aantal

0

5

KWARTAAL 2

2026

Voltooiing van 5 groepen projecten voor het creëren van Litouwse taalhulpmiddelen die nodig zijn voor de ontwikkeling van AI-oplossingen.

76

C.1.4 Voorwaarden voor innovatieve technologische oplossingen in het bedrijfsleven en het dagelijks leven — C.1.4.2. Digitalisering en toegankelijkheid van culturele hulpbronnen

Doel

Ondertekende contracten met de eigenaars van de digitale en gedigitaliseerde culturele hulpbronnen voor de openstelling van de middelen en toegankelijk gemaakt voor gebruikers

Aantal

0

12

KWARTAAL 4

2022

Er zijn ten minste 12 contracten gesloten met de eigenaren van de digitale culturele hulpbronnen voor het openstellen van de hulpbronnen en het toegankelijk maken ervan voor gebruikers.

77

C.1.4 Voorwaarden voor innovatieve technologische oplossingen in het bedrijfsleven en het dagelijks leven — C.1.4.2. Digitalisering en toegankelijkheid van culturele hulpbronnen

Doel

Voltooide contracten voor het openen en toegankelijk maken voor de gebruikers van digitale culturele hulpbronnen

Aantal

0

12

KWARTAAL 2

2026

Voltooide organisatorische en technische oplossingen om ten minste 12 digitale culturele hulpbronnen open te stellen en toegankelijk te maken voor de gebruikers.

78

C.1.4 Voorwaarden voor innovatieve technologische oplossingen in het bedrijfsleven en het dagelijks leven — C.1.4.2. Digitalisering en toegankelijkheid van culturele hulpbronnen

Doel

Digitale (elektronische) hulpmiddelen ter beschikking gesteld van personen met een handicap

%

15 %

20 %

KWARTAAL 4

2025

20 % van de digitale (elektronische) middelen die via het nationale online publicatieplatform ELVIS beschikbaar zijn, is geschikt voor personen met een handicap.

Het soort publicaties omvat op maat gemaakte e-boeken voor personen die de gedrukte tekst niet kunnen lezen. De publicaties maken gebruik van inclusieve publicatieprincipes en zijn ontworpen voor iedereen, met inbegrip van mensen met verschillende beperkingen/individuele behoeften. Deze publicaties worden in een op maat gesneden formaat beschikbaar gesteld via het nationale online publicatieplatform ELVIS (www.elvis.labiblioteka.lt).

79

C.1.4 Voorwaarden voor innovatieve technologische oplossingen in het bedrijfsleven en het dagelijks leven — C.1.4.3. Productie van digitale onderwijsinhoud en -middelen

Doel

Ingebruikneming van digitale leerfaciliteiten

Aantal

0

1704

KWARTAAL 2

2024

Ingebruikneming van digitale leerfaciliteiten, waaronder technologische en digitale objecten voor onderwijs en studies (digitale middelen voor algemeen onderwijs, prototypes voor afstands- en gemengd onderwijs, klaslokalen en publiek die zijn uitgerust voor onderwijs op afstand en hybride onderwijs, digitalisering van curricula/modules/disciplinaire inhoud).

80

C.1.4 Voorwaarden voor innovatieve technologische oplossingen in het bedrijfsleven en het dagelijks leven — C.1.4.4. Financiële instrumenten voor de oprichting van bedrijven en digitale innovatie

Mijlpaal

Publicatie van een aanbesteding en goedkeuring van de financieringsvoorwaarden voor de ontwikkeling en toepassing van innovatieve technologische oplossingen in het bedrijfsleven

Publicatie van de aanbesteding

KWARTAAL 3

2022

Publicatie van een aanbesteding en goedkeuring van de financieringsvoorwaarden door het ministerie van Economie en Innovatie of een besluit van de directeur van het Agentschap voor wetenschap, innovatie en technologie.

81

C.1.4 Voorwaarden voor innovatieve technologische oplossingen in het bedrijfsleven en het dagelijks leven — C.1.4.4. Financiële instrumenten voor de oprichting van bedrijven en digitale innovatie

Doel

Inwerkingtreding van contracten voor financiële stimulansen voor de oprichting van een bedrijf en digitale innovatie

Aantal

0

184

KWARTAAL 3

2024

Inwerkingtreding van contracten voor financiële stimulansen voor de oprichting van bedrijven en digitale innovatie:

1) 14 contracten voor financiële stimulansen voor zakelijke servicecentra voor de uitrol van oplossingen voor roboticaprocesautomatisering en kunstmatige intelligentie.

2) 170 contracten voor financiële stimulansen voor start-ups en spin-offs om producten en oplossingen te ontwikkelen voor artificiële intelligentie, blockchaintechnologieën en roboticaprocesautomatisering.

82

C.1.4 Voorwaarden voor innovatieve technologische oplossingen in het bedrijfsleven en het dagelijks leven — C.1.4.5. ICT-kenniscentrum

Doel

Ingebruikneming van het expertisecentrum

Aantal

0

1

KWARTAAL 4

2025

Ingebruikneming van een specifiek ICT-kenniscentrum.

83

C.1.5 Stap naar 5G — C.1.5.1. Routekaart 5G

Mijlpaal

Toegewezen radiofrequenties voor de uitrol van 5G-netwerken

Toegewezen radiofrequenties

KWARTAAL 1

2022

Uitgevoerde veilingen en verleende vergunningen voor het gebruik van radiofrequenties (kanalen) in de frequentiebanden 3400-3 800 MHz en 694-790 MHz.

84

C.1.5 Stap naar 5G — C.1.5.1. Routekaart 5G

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wijzigingen van de relevante wetten die een snellere installatie van de elektronische-communicatie-infrastructuur mogelijk maken

In werking getreden wetgeving

KWARTAAL 2

2022

Inwerkingtreding van de wijzigingen van de eisen van technische bouwvoorschriften en de installatie van elektronische communicatie-infrastructuur om de beschikbaarheid van openbare mobiele communicatiediensten in alle gebouwen in openbare gebouwen te bevorderen en de aanleg van openbare communicatienetwerken op nationale en gemeentelijke wegen, pleinen, bruggen, viaducten en tunnels te vergemakkelijken.

85

C.1.5 Stap naar 5G — C.1.5.1. Routekaart 5G

Doel

Ingebruikneming van 5G-diensten in stedelijke gebieden en andere hoofdwegen en spoorlijnen van nationaal belang, luchthavens en zeehavens

%

0

95

KWARTAAL 4

2025

Eind 2025 waren 5G-diensten commercieel beschikbaar op 95 % van het grondgebied van stedelijke gebieden, internationale vervoerscorridors over land (Via Baltica, Rail Baltica), hoofdwegen en spoorlijnen van nationaal belang, luchthavens en zeehavens.

88

C.1.5 Stap naar 5G — C.1.5.2. Verdere ontwikkeling van netwerken met zeer hoge capaciteit

Doel

Contact opnemen met particuliere en overheidsbedrijven met gigabitsnelheid, niet-gouvernementele en gouvernementele organisaties en gemeentelijke instellingen (sociaal-economische actoren)

Aantal

0

5 000

KWARTAAL 2

2026

Verbinden met sociaal-economische actoren met gigabitsnelheid 5 000 — entiteiten die door hun opdracht, aard of locatie direct of indirect belangrijke sociaaleconomische voordelen kunnen opleveren voor burgers, bedrijven en lokale gemeenschappen in hun omgeving of in hun invloedssfeer, waaronder overheidsinstanties, openbare of particuliere entiteiten die belast zijn met het beheer van diensten van algemeen belang of van diensten van algemeen economisch belang als bedoeld in artikel 106, lid 2, van het Verdrag en digitaalintensieve ondernemingen.

89

C.1.5 Stap naar 5G — C.1.5.3. Innovatie op het gebied van mobiliteit

Mijlpaal

Een bevoegde instantie aanwijzen voor het beheer van innovatiemaatregelen op het gebied van vervoer

KWARTAAL 2

2022

Aanwijzing van een bevoegde autoriteit die het te financieren activiteitenprogramma en de voorwaarden en selectiecriteria voor de mededingingsprocedure voor innovatie op het gebied van mobiliteit opstelt.

90

C.1.5 Stap naar 5G — C.1.5.3. Innovatie op het gebied van mobiliteit

Doel

Ingebruikneming van digitale oplossingen voor mobiliteitsinnovatie

Aantal

0

7

KWARTAAL 2

2026

Ingebruikneming van ten minste zeven digitale oplossingen om de digitalisering in verschillende sectoren te bevorderen door middel van praktische toepassing van innovaties op het gebied van vervoer en communicatie, zoals i) autonoom vervoer, ii) onbemande luchtvaartuigen — drones, iii) het internet der dingen, iv) virtuele realiteit, v) robotisering of automatisering op basis van 5G en de invoering van geavanceerde technologische oplossingen, vi) vervoersrekeningen en duurzaam beheer van mobiliteitsgegevens; VII) oplossingen voor de digitalisering van een uniform ticketsysteem en vervoersfaciliteiten.

De oplossingen moeten overheidsinstanties introduceren en aanpassen aan innovaties op het gebied van 5G-mobiliteit (autonoom vervoer, drones enz.).

Het onderdeel van het Litouwse herstel- en veerkrachtplan op het gebied van onderwijs heeft tot doel de kwaliteit en efficiëntie van alle onderwijs- en opleidingsniveaus, met inbegrip van volwasseneneducatie, te verbeteren en de ontwikkeling van vaardigheden te bevorderen. De hervormingen en investeringen zijn gericht op: 1. modernisering van het algemeen onderwijs, 2. verbetering van de competenties en erkenning van kwalificaties voor volwassenen, 3. invoering van een systeem voor beroepskeuzevoorlichting en 4. verbetering van beroepsonderwijs en -opleiding, onder meer door werkplekleren. De hervormingen zijn gericht op het verbeteren van de toegang tot en de kwaliteit van voor- en vroegschoolse educatie en schoolonderwijs, het versterken van de competenties van leerkrachten en schoolleiders, het actualiseren van de leerinhoud en het opzetten van een systeem voor loopbaanbegeleiding. De investeringen hebben tot doel de schoolinfrastructuur te verbeteren en te consolideren, het ecosysteem voor STEAM-onderwijs te verbeteren, een éénloketplatform voor een leven lang leren op te zetten, leerlingplaatsen te ondersteunen en individuele leerrekeningen te financieren, deskundigen op het gebied van loopbaanbegeleiding, leerlingplaatsen en deelname aan programma’s voor beroepsonderwijs en -opleiding en mobiliteitsprogramma’s te ondersteunen.

De in de component opgenomen maatregelen ondersteunen de uitvoering van de landspecifieke aanbevelingen voor het verbeteren van de kwaliteit en efficiëntie op alle onderwijs- en opleidingsniveaus, met inbegrip van volwasseneneducatie en het bevorderen van vaardigheden (CSR2 2019, CSR2 2020).

Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).

D.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

D.1.1 Hervorming 1 „Modern algemeen onderwijs — achtergrond van concurrerende competenties”

Het doel van de hervorming is het algemene onderwijs te verbeteren om de verschillen in prestaties tussen leerlingen te verkleinen. De hervormingen gaan vergezeld van zeven submaatregelen: 1. Verbetering van de kwaliteit van het onderwijs 2. Reorganisatie van het schoolnetwerk 3. Millenniumschoolprogramma, 4. Versterking van de competenties van pedagogisch personeel, 5. Ontwikkeling van het STEAM-ecosysteem 6. digitale onderwijstransformatie 7. Verbetering van voor- en vroegschoolse educatie en opvang.

D.1.1.1 Submaatregel 1: Verbetering van de kwaliteit van het onderwijs

Het doel van de submaatregel is de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. De inhoud van de kaderprogramma’s voor kleuteronderwijs, basisonderwijs, lager secundair onderwijs en secundair onderwijs wordt uiterlijk op 30 september 2022 geactualiseerd om rekening te houden met de meest recente wetenschappelijke kennis en ontwikkelingen. Er worden minimumindicatoren voor het toezicht op de kwaliteit van het schoolonderwijs vastgesteld en de procedure voor de organisatie en uitvoering van de externe evaluatie van scholen die schoolonderwijsprogramma’s uitvoeren, wordt uiterlijk op 30 juni 2022 gewijzigd met het oog op betere resultaten, meer inclusie en efficiëntie en het verkleinen van de verschillen in prestaties tussen leerlingen. De procedure voor de organisatie en uitvoering van de externe evaluatie van de activiteiten van de scholen voor algemeen onderwijs wordt vastgesteld.

De submaatregel moet uiterlijk op 30 september 2022 zijn voltooid. 

D.1.1.2. Submaatregel 2: Reorganisatie van het schoolnetwerk

Het doel van de submaatregel is de regels voor de oprichting van het netwerk van scholen die formele onderwijsprogramma’s uitvoeren te wijzigen met het oog op de vaststelling van nieuwe eisen voor gemeenten met betrekking tot de omvang van de school, de regels voor de aansluiting bij de lessen en verdere reorganisatieprocedures en financieringsvereisten. De criteria omvatten de uitsluiting van de mogelijkheid om de rangen 5-8 samen te voegen en de verplichting om openbare scholen met 60 of minder leerlingen te reorganiseren. De nieuwe regels leiden tot een vermindering van het aantal gezamenlijke klassen; het aantal kleine gymnasia en het aantal kleine scholen (met minder dan 200 leerlingen).

De submaatregel zal uiterlijk op 31 december 2021 zijn voltooid.

D.1.1.3: Submaatregel 3: Millenniumschoolprogramma

Het doel van deze submaatregel is de schoolinfrastructuur te reorganiseren en te verbeteren en te zorgen voor gelijke onderwijskansen voor Litouwse kinderen, ongeacht waar zij wonen en hun sociaal-economische achtergrond. Uiterlijk op 31 december 2021 wordt een vooruitgangsprogramma voor „Millenniumscholen” goedgekeurd, waarin de voorwaarden en vereisten worden vastgesteld voor gemeenten die steun zoeken voor schoolactiviteiten, de opleiding van leerkrachten en de ontwikkeling van infrastructuur. Het ondersteunt gemeenten bij het consolideren van onderwijsmiddelen en het versterken van bestaande scholen met het oog op de totstandbrenging van een inclusief onderwijsecosysteem in scholen en de invoering van een op netwerken gebaseerde organisatie en beheer van onderwijs. Het programma wordt op gemeentelijk niveau uitgevoerd. Gemeenten dienen een aanvraag tot deelname aan het programma in op basis van duidelijke criteria. Verschillende gemeenten moeten zich ook gezamenlijk kunnen aanmelden om schoolnetwerken buiten het grondgebied van één gemeente te bevorderen, in verbinding met grotere entiteiten, schoolsteden. De plannen voor de herstructurering van de scholen worden jaarlijks uiterlijk op 30 april door de gemeenten goedgekeurd. Het programma heeft ook tot doel de motivatie van leerkrachten en de aantrekkelijkheid van het beroep te vergroten door leerkrachten te ondersteunen bij het verbeteren van hun competenties en het verwerven van hogere kwalificaties. Ten minste 80 % van de Litouwse gemeenten voert het „Millennium Schools” -programma uit ter ondersteuning van 150 scholen.

De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

D.1.1.4: Submaatregel 4: Versterking van de competenties van pedagogisch personeel

Het doel van de submaatregel is pedagogisch personeel te ondersteunen bij het versterken van hun competenties door de systemen voor kwalificatie en permanente beroepsontwikkeling te koppelen. Om de kwaliteit van de nationale programma’s voor de ontwikkeling van kwalificaties voor pedagogisch personeel te waarborgen, worden uiterlijk op 31 december 2022 eisen opgesteld voor het ontwerp en de uitvoering van nationale programma’s voor de ontwikkeling van kwalificaties. De flexibiliteit van de opleidings- en opleidingsstelsels voor pedagogisch personeel wordt vergroot met de mogelijkheid om studiepunten te verkrijgen voor het verwerven van hogere kwalificaties, met inbegrip van masterdiploma’s, door de erkenning van informeel verworven competenties en door het bestuderen van een module van proefonderricht. Er wordt ook toezicht gehouden op de uitvoering van nationale programma’s voor professionele ontwikkeling.

De submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2024 zijn voltooid.

D.1.1.5: Submaatregel 5: Ontwikkeling van het STEAM-ecosysteem

Het doel van de submaatregel is te investeren in de vernieuwing van de uitrusting van de STEAM-centra om de continuïteit van de activiteiten op het gebied van wetenschap, technologie, engineering, kunst en wiskunde (STEAM) te waarborgen, gezien de snel veranderende technologische ontwikkelingen. Om de STEAM-activiteiten toegankelijker te maken voor leerlingen in plattelandsgebieden, moeten mobiele laboratoria worden opgezet in de STEAM-centra.

De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

D.1.1.6: Submaatregel 6: Transformatie van digitaal onderwijs

Het doel van de submaatregel is het bevorderen van het gebruik van digitaal aangestuurde onderwijsinnovaties in scholen en het versterken van de digitale competenties van alle leerkrachten. Er worden een deskundigenteam en een overkoepelend EdTech-project opgezet om de ontwikkeling van digitale innovatie in het onderwijs te ondersteunen en een platform op te zetten om innovatie in onderwijsinstellingen te testen. Het EdTech-platform koppelt start-ups en innovatoren aan scholen en hun opleidingsbehoeften en maakt het mogelijk innovatieve oplossingen te testen. De digitale competenties op alle onderwijsniveaus, van leerkrachten in het kleuteronderwijs tot leerkrachten in het hoger onderwijs, moeten ook worden verbeterd en om het gebruik van digitale inhoud en technologische instrumenten in het onderwijsproces te bevorderen om de onderwijsresultaten te verbeteren.

De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2024 zijn voltooid.

D.1.1.7: Submaatregel 7: Verbetering van voor- en vroegschoolse educatie en opvang

De submaatregel heeft tot doel de toegang tot en de kwaliteit van voor- en vroegschoolse educatie en opvang te verbeteren door de criteria voor leerplannen voor voorschools onderwijs te herzien om ervoor te zorgen dat de inhoud actueel is, rekening houdend met de meest recente wetenschappelijke kennis over de kenmerken van kinderen in de voorschoolse leeftijd, de vaststelling van hun capaciteiten en voorkeuren of behoeften, en het aanbieden van onderwijs op basis van de individuele ontwikkeling van kinderen. Voorts moet uiterlijk op 30 juni 2022 een studie worden uitgevoerd om de infrastructuurbehoeften voor voor- en vroegschoolse educatie en opvang in kaart te brengen om ervoor te zorgen dat alle kinderen op het hele grondgebied gelijke toegang tot deze infrastructuur hebben.

De submaatregel wordt op 30 september 2023 voltooid.

D.1.2. Hervorming 2 „Toegang tot de ontwikkeling van competenties en de erkenning van kwalificaties voor volwassenen”

Het doel van de maatregel is de invoering van een uniform model voor de werking en de governance van het kader voor een leven lang leren (LLL). Alle informatie is beschikbaar in één enkel IT-systeem. Het systeem bevat alleen programma’s die voldoen aan de toepasselijke kwaliteitsnorm en een mechanisme voor het identificeren van programma’s voor het verwerven van competenties met een hoge toegevoegde waarde. Zij zorgt ervoor dat ook programma’s voor hoger onderwijs worden aangeboden in het kader van een leven lang leren, dat ook hoogopgeleide mensen in staat stelt deel te nemen aan programma’s voor competentieontwikkeling. Het beheer van het LLL-systeem wordt uitgevoerd door de nationale commissie voor toezicht op het menselijk potentieel. Op basis van het nationale systeem voor toezicht op de personele middelen worden besluiten genomen over prioritaire groepen mensen die toegang hebben tot opleidingsfinanciering, alsook over de te behandelen prioritaire programma’s/assen. De wetgeving treedt uiterlijk op 30 september 2022 in werking.

Het éénloketsysteem voor een leven lang leren consolideert een gefragmenteerd kader voor de ontwikkeling van vaardigheden van volwassenen, met duidelijke rollen en verantwoordelijkheden voor alle actoren en operationele financieringsmechanismen. Aangezien er momenteel geen enkel elektronisch systeem bestaat in het land waar personen informatie kunnen vinden over leer- en capaciteitsontwikkelingsmogelijkheden, is het de bedoeling een elektronisch loket voor informatie op te zetten. De ontwikkeling van het elektronische systeem is gebaseerd op het beginsel van een „individuele leerrekening” en maakt het niet alleen mogelijk om informatie over leermogelijkheden te vinden, maar ook om zich rechtstreeks in de programma’s te registreren, en om een duidelijk communicatiemiddel te bieden over de door de staat voorgestelde maatregelen om competenties te ontwikkelen. Dit elektronische éénloketsysteem wordt ook geïntegreerd met andere elektronische systemen, zoals het werkgelegenheidsplatform. Het éénloketsysteem voor een leven lang leren moet uiterlijk op 31 maart 2023 volledig operationeel zijn.

De competentieontwikkeling richt zich op de doelgroep van werknemers (18-65), met prioriteit voor laaggeschoolden, en ondersteuning/administratie is gebaseerd op het beginsel van „individuele leerrekeningen”, die zowel de IT-dienst voor toegang tot opleiding als de financiering van volwasseneneducatie omvatten. Naar verwachting zullen ten minste 21.6 mensen worden ondersteund om hun digitale vaardigheden te verbeteren.

De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

D.1.3. Hervorming 3 „Beroepsbegeleidingssysteem om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt in evenwicht te brengen”

Het doel van de maatregel is een systeem voor loopbaanontwikkeling en loopbaanbegeleiding in te voeren dat op jonge leeftijd begint (vanaf rang 1). Een systeem voor loopbaanbegeleiding en -planning moet studenten helpen bij het vaststellen van interessegebieden en bij het nemen van beslissingen over mogelijke loopbaantrajecten op jonge leeftijd. Kinderen verwerven kennis van de in onderwijsinstellingen verworven competenties om te leren over de overgang tussen verschillende onderwijsniveaus. Scholen en gemeenten worden verantwoordelijk voor onderwijsloopbanen en loopbaanplanning op grond van het gewijzigde rechtskader. Loopbaanbegeleidingsdiensten op scholen worden verstrekt door loopbaanprofessionals. Een van de belangrijkste elementen van het systeem is het verstrekken van hoogwaardige informatie over verdere leer- of carrièremogelijkheden. Deze informatie wordt gebaseerd op gegevens van het nationale systeem voor toezicht op de menselijke hulpbronnen. Loopbaanbegeleiding wordt ook een integraal onderdeel van het systeem voor een leven lang leren, waardoor mensen met kwalificaties en/of beroepservaring loopbaanbegeleiding kunnen krijgen, die niet alleen via het informatiesysteem voor een leven lang leren, maar ook via het netwerk van regionale loopbaancentra wordt verstrekt. De wetgeving treedt uiterlijk op 31 maart 2022 in werking. Ten minste 380 loopbaanspecialisten bieden diensten op het gebied van loopbaanbegeleiding op scholen aan.

De submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2024 zijn voltooid.

D.1.4. Hervorming 4 „competenties voor groene en digitale transformatie in beroepsonderwijs en -opleiding”

De hervorming gaat vergezeld van vijf submaatregelen: 1. Oprichting van het nationaal platform voor de vooruitgang op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding 2. Beoordeling van competenties 3. Leerlingwezen en leren op de werkplek 4. Mobiliteitsprogramma 5. Meer mogelijkheden om een beroep te verwerven voor scholieren

D.1.4.1: Submaatregel 1: Nationaal platform voor de vooruitgang op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding

Het doel van de submaatregel is de oprichting van een nationaal platform voor de vooruitgang van beroepsonderwijs en -opleiding, waaraan wordt deelgenomen door de sociale partners die de belangen van het bedrijfsleven, de industrie, de onderwijsgemeenschap en de overheid behartigen. Het platform beslist over de doelstellingen voor het bestuur van de beroepsopleiding, de praktische uitvoering van de consolidatie van het bestaande opleidingsnetwerk, de actualisering van nieuwe beroepsnormen, beroepsopleiding en niet-formele programma’s voor volwassenenonderwijs en de opleiding, motivatie en bijscholing van opleiders. Prioriteit wordt gegeven aan het verbeteren van de digitale en technische vaardigheden van opleiders en master-opleiders die betrokken zijn bij de nationale mobiliteit en de beroepsopleiding van leerlingen. Steun voor bijscholing is ook beschikbaar voor opleiders zonder relevante werkervaring in het te onderwijzen onderwerp en voor opleiders in kleine en middelgrote ondernemingen zonder pedagogische kwalificaties. De certificering van opleiders wordt geactualiseerd.

De oprichting van het platform wordt uiterlijk op 31 maart 2022 voltooid. De verbetering van de competenties van opleiders moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

D.1.4.2: Submaatregel 2: Beoordeling van competenties

Het doel van de submaatregel is de erkenning van verworven formele en niet-formele competenties te verbeteren. Daartoe treden wijzigingen van de wet op de beroepsopleiding en van de uitvoeringswetgeving in werking en worden 18 centra voor competentiebeoordeling aangewezen, die uiteindelijk methodologische centra op het gebied van onderwijs zullen worden om kennis te bundelen door middel van netwerken met sectorale opleidingscentra op hetzelfde gebied.

De submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2022 zijn voltooid.

D.1.4.3: Submaatregel 3: Leerlingplaats en werkplekleren

Het doel van de submaatregel is een regeling te ontwikkelen en uit te voeren ter aanvulling van de overheidssteun voor leerlingplaatsen en werkplekleren, om de verwerving van praktische vaardigheden in bedrijven door studenten te vergemakkelijken. Er wordt ook bijzondere aandacht besteed aan de bevordering van beroepsopleiding in de vorm van leerlingplaatsen in kleine en middelgrote ondernemingen, met als doel tot 70 % van alle ondersteunde leerlingen en ten minste 40 % van de programma’s in de vorm van leerlingplaatsen is gericht op de ontwikkeling van digitale vaardigheden.

De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

D.1.4.4: Submaatregel 4: Mobiliteitsprogramma

Het doel van de submaatregel is het nationale mobiliteitsprogramma te versterken en uit te breiden om ervoor te zorgen dat alle studenten in beroepsonderwijs en -opleiding toegang hebben tot praktische opleidingen in sectorale praktische opleidingscentra. De uitvoering van deze maatregel zal leiden tot een toename van het aantal afgestudeerden die een beroepsopleiding volgen en een baan hebben gevonden met relevante kwalificaties.

De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

D.1.4.5. Submaatregel 5: Meer mogelijkheden om een beroep te verwerven voor scholieren

Het doel van de submaatregel is ervoor te zorgen dat scholieren uit algemene onderwijsprogramma’s zich inschrijven in modules die worden verstrekt in het kader van initieel beroepsonderwijs en -opleiding. Het draagt bij tot het aantrekkelijker maken en de kwaliteit van initieel beroepsonderwijs en -opleiding en verschaft leerlingen in het algemeen onderwijs arbeidsmarktvaardigheden. Het is ook gericht op het verlagen van de instapleeftijd voor initieel beroepsonderwijs en -opleiding, die momenteel begintin het 11e schooljaar. Door middel van de maatregel krijgen leerlingen de mogelijkheid om zich in te schrijven voor initieel beroepsonderwijs en -opleiding, in overeenstemming met de nieuwe wet inzake beroepsonderwijs en -opleiding, in hun 9eschooljaar.

De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

D.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

Nr.

Gerelateerde maatregel (hervorming of investering)

Milestone/

Doel

Titel

Kwalitatieve indicatoren 
(voor stenen)

Kwantitatieve indicatoren 
(voor streefcijfers)

Indicatieve termijn voor voltooiing

Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal en elk streefdoel

Eenheid

Basislijn

Doelstelling

Kwartaal

Jaar

91

D.1.1. Modern algemeen onderwijs — achtergrond van basiscompetenties

D.1.1.1: Verbetering van de kwaliteit van het onderwijs

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wetgeving inzake de methodologie van de procedure voor de externe evaluatie van de kwaliteit van de activiteiten van onderwijsinstellingen die schoolonderwijsprogramma’s uitvoeren

In werking getreden wetgeving

KWARTAAL 2

2022

Inwerkingtreding van de wetgeving inzake de methode die

voorzien in prestatie-indicatoren voor scholen, organisatie van onderwijsprocessen, ondersteuning voor leerlingen, management en leiderschap, schoolomgeving;

de procedures voor zelfbeoordeling en externe evaluatie van scholen vast te stellen;

het nationaal agentschap voor onderwijs machtigen om de externe evaluatie van kinderopvangcentra en scholen uit te voeren;

vaststellen van de verplichtingen voor scholen om de schoolactiviteiten te verbeteren op basis van de in de externe evaluatie verstrekte gegevens.

92

D.1.1. Modern algemeen onderwijs — achtergrond van basiscompetenties

D.1.1.1: Verbetering van de kwaliteit van het onderwijs

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de herziene programma’s voor kleuter-, basis-, lager middelbaar en middelbaar onderwijs (curriculum)

In werking getreden wetgeving

KWARTAAL 3

2022

Inwerkingtreding van programma’s voor kleuter-, lager, lager middelbaar en middelbaar onderwijs (curriculum), de documenten die de inhoud van het nationale niveau regelen. Om rekening te houden met de meest recente wetenschappelijke kennis en ontwikkelingen, worden de onderwijsprogramma’s (curriculum) herzien. Inwerkingtreding van de wetgeving inzake de herziening van het curriculum, die betrekking heeft op:

— de doelstellingen van kleuteronderwijs, basisonderwijs, lager secundair onderwijs en middelbaar onderwijs;

— inhoud

— het niveau van het behalen van leerresultaten.

93

D.1.1. Modern algemeen onderwijs — achtergrond van basiscompetenties

D.1.1.2. Reorganisatie van het schoolnetwerk

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wijzigingen van de Regels betreffende de oprichting van een netwerk van scholen die formele onderwijsprogramma’s uitvoeren

In werking getreden wetgeving

KWARTAAL 4

2021

Inwerkingtreding van de wijzigingen van het reglement voor de oprichting van een netwerk van scholen dat formele onderwijsprogramma’s verzorgt, waarin nieuwe vereisten voor gemeenten worden vastgesteld met betrekking tot de omvang van de school, de regels voor de aansluiting bij de lessen en verdere reorganisatieprocedures, financieringsvereisten: klassen die kleiner zijn dan die welke in de regels zijn gespecificeerd, zouden niet worden gefinancierd. De criteria omvatten de uitsluiting van de mogelijkheid om de rangen 5-8 samen te voegen en de verplichting om openbare scholen met 60 of minder leerlingen te reorganiseren. De nieuwe regels leiden tot een vermindering van het aantal gezamenlijke klassen; het aantal kleine gymnasia en het aantal kleine scholen (met minder dan 200 leerlingen).

94

D.1.1. Modern algemeen onderwijs — achtergrond van basiscompetenties

D.1.1.2. Reorganisatie van het schoolnetwerk

Mijlpaal

Plannen voor de transformatie van het netwerk van scholen voor algemeen onderwijs, opgesteld en goedgekeurd door gemeenten overeenkomstig de onlangs goedgekeurde regels voor de ontwikkeling van het netwerk van scholen die formele onderwijsprogramma’s uitvoeren

Besluit van de gemeenten tot goedkeuring van de plannen van gemeenten

KWARTAAL 2

2022

De 5-jarige gemeentelijke transformatieplannen hebben betrekking op de transformatie van het schoolnetwerk, met name de strategische doelstelling, doelstellingen, prioriteiten, kernprestatie-indicatoren met betrekking tot de vermindering van sociale uitsluiting, de kwaliteit van het onderwijs en/of de verbetering van de onderwijsprestaties van leerlingen, een efficiënter gebruik van middelen, de evaluatie van de transformatie van het schoolnetwerk, alsook een mechanisme voor de oprichting, reorganisatie en liquidatie van scholen.

De 5-jarenplannen worden opgesteld door het gemeentebestuur en goedgekeurd door de gemeenteraad. De besluiten van de gemeenteraden staan onder toezicht van een vertegenwoordiger van de regering. De uitvoering van de plannen wordt gemonitord door de afdeling Kwaliteit van het Onderwijs en Regionaal Beleid van het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen.

De besluiten over de herstructurering van de scholen worden jaarlijks uiterlijk op 30 april genomen.

Ten minste 80 % van de gemeenten stelt plannen voor de transformatie op en keurt deze goed. Ten minste 80 % van de gemeenten stelt plannen op voor de transformatie van hun netwerk van scholen tot en met 2025, overeenkomstig de desbetreffende regels.

95

D.1.1. Modern algemeen onderwijs — achtergrond van basiscompetenties

D.1.1.3: Millenniumschoolprogramma

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wetgeving inzake het millenniumprogramma voor schoolvooruitgang

In werking getreden wetgeving

 

 

 

KWARTAAL 4

2021

Inwerkingtreding van de wetgeving inzake het millenniumprogramma voor schoolvooruitgang, die het volgende omvat:

1) de lijsten van indicatoren voor de monitoring van de onderwijskwaliteit van gemeenten en scholen (goedgekeurd bij besluit van de minister van Onderwijs, Wetenschap en Sport)

2) wijzigingen van de regels voor de ontwikkeling van schoolnetwerken (goedgekeurd bij de resolutie van de regering van de Republiek Litouwen)

3) Millennium School Progress Programme (goedgekeurd bij besluit van de minister van Onderwijs, Wetenschap en Sport)

4) vereisten voor de oproepen voor gemeenten (streefdoelen, indicatoren, steunpakketten voor gemeenten en scholen)

5) een monitoringmechanisme.

De gemeentelijke aanvragers voldoen aan de vereiste selectiecriteria:

1. kan aanspraak maken op:

1.1. een gemeente met ten minste 1 000 leerlingen kleuter-, basis- en middelbaar onderwijs;

1.2. twee of meer aan elkaar grenzende (territoriaal aaneengesloten) gemeenten die voldoen aan criterium 1;

1.3. twee of meer aangrenzende (territoriaal aangrenzende) gemeenten, wanneer een van deze gemeenten niet voldoet aan het criterium van 1.1.

2. Voorwaarden:

2.1. er is een visie ontwikkeld voor de ontwikkeling van een netwerk van progressieve millenniumscholen: er worden geplande investeringen en innovaties in kaart gebracht die voldoen aan de kwaliteitsnorm van de Millenniumscholen, de expressie van de kenmerken van de Good School versterken en de verbintenissen uitvoeren aan de hand van voortgangsindicatoren;

2.2. het algemeen plan voor de reorganisatie van het algemeen schoolnetwerk 2021-2025, goedgekeurd door de gemeenteraad, dat voldoet aan de bepalingen van de regels voor de ontwikkeling van het netwerk van scholen die formele onderwijsprogramma’s uitvoeren (bv. geen gezamenlijke rangen 5-8; in de klassen 1 tot en met 4 mogen alleen de klassen 1 en 2 of 3 en 4 worden gecombineerd met twee aangrenzende klassen.);

2.3. de door de gemeenteraad goedgekeurde lijst van scholen die deel uitmaken van het „Millennium Schools” -netwerk in de gemeente en voldoen aan de criteria van punt 3;

3. Criteria voor scholen (niet van toepassing op scholen die zullen worden opgericht):

3.1. de school organiseert de selectie van leerlingen tijdens de toelating niet;

3.2. aantal leerlingen op 1 september van het lopende schooljaar. Er zijn ten minste 200 studenten.

De uitvoering van het programma wordt gemonitord door het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Sport (er is een monitoringgroep opgericht).

96

D.1.1 Modern algemeen onderwijs — achtergrond van basiscompetenties

D.1.1.3: Millenniumschoolprogramma

Doel

Aantal scholen dat wordt ondersteund om de kwaliteit van de activiteiten te verbeteren

Aantal

0

75

KWARTAAL 2

2025

75 scholen hebben steun verleend om de kwaliteit van de activiteiten te verbeteren door middel van ondersteuningspakketten (zogenaamde pakketten) ter bevordering van netwerken tussen scholen en grotere entiteiten, schoolsteden. Tijdens de uitvoering van de projecten zijn de investeringen gericht op de ontwikkeling en verbetering van de schoolinfrastructuur ter verbetering van de competenties van leerkrachten en schoolleiders door middel van opleiding. De investeringspakketten worden verdeeld volgens de grootte van de scholen (6 verschillende grootten).

97

D.1.1. Modern algemeen onderwijs — achtergrond van basiscompetenties

D.1.1.3: Millenniumschoolprogramma

Doel

Aantal scholen dat wordt ondersteund om de kwaliteit van de activiteiten te verbeteren

Aantal

75

150

KWARTAAL 2

2026

150 scholen hebben steun verleend om de kwaliteit van de activiteiten te verbeteren door middel van ondersteuningspakketten (zogenaamde pakketten) ter bevordering van netwerken tussen scholen en grotere entiteiten, schoolsteden. Tijdens de uitvoering van de projecten zijn de investeringen gericht op de ontwikkeling en verbetering van de schoolinfrastructuur ter verbetering van de competenties van leerkrachten en schoolleiders door middel van opleiding. De investeringspakketten worden verdeeld naar grootte van de scholen (6 verschillende grootten).

98

D.1.1. Modern algemeen onderwijs — achtergrond van basiscompetenties

D.1.1.4: Versterking van de competenties van pedagogisch personeel

Doel

Aantal pedagogisch personeel dat een kwalificatieontwikkelingsprogramma heeft voltooid

Aantal

0

8 020

KWARTAAL 2

2026

Na de vaststelling van een nationaal kwalificatieontwikkelingsprogramma moet 8 020 pedagogisch personeel een kwalificatieontwikkelingsprogramma hebben voltooid, waarvan:

— 900 voltooide masteropleidingen

— 7 120 heeft een opleidingscursus voltooid.

99

D.1.1. Modern algemeen onderwijs — achtergrond van basiscompetenties

D.1.1.4: Versterking van de competenties van pedagogisch personeel

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wetgeving tot vaststelling van de eisen voor de voorbereiding en uitvoering van nationale programma’s voor de ontwikkeling van kwalificaties voor pedagogisch personeel.

In werking getreden wetgeving

KWARTAAL 4

2022

Inwerkingtreding van de wetgeving inzake de kwalitatieve vereisten voor de voorbereiding en uitvoering van de nationale kwalificatieontwikkelingsprogramma’s voor pedagogisch personeel, die moeten worden ontwikkeld en gevalideerd. Zij stellen de inhoud, onderwerpen, uitvoeringsformulieren en vereisten voor aanbieders van de uitvoering van nationale kwalificatieontwikkelingsprogramma’s voor pedagogisch personeel vast.

100

D.1.1. Modern algemeen onderwijs — achtergrond van basiscompetenties

D.1.1.5: Ontwikkeling van het STEAM-ecosysteem

Doel

Aantal verbeterde STEAM-centra

Aantal

0

10

KWARTAAL 2

2026

Op basis van het concept van de ontwikkeling van het ecosysteem van STEAM wordt de laboratoriumuitrusting van 10 STEAM-centra gemoderniseerd.

101

D.1.1. Modern algemeen onderwijs — achtergrond van basiscompetenties

D.1.1.5: Ontwikkeling van het STEAM-ecosysteem

Doel

Aantal mobiele laboratoria

Aantal

0

40

KWARTAAL 2

2026

10 stoomcentra moeten voorzien zijn van ten minste 40 mobiele laboratoria. Deze mobiele laboratoria dragen bij tot de versterking van de regionale werking van de STEAM-centra en worden dichter bij de leerlingen gebracht.

102

D.1.1. Modern algemeen onderwijs — achtergrond van basiscompetenties

D.1.1.6: Transformatie van digitaal onderwijs

Doel

Aantal leerkrachten dat de cursus verbeterde digitale competenties heeft voltooid

Aantal

0

2200

KWARTAAL 4

2024

Ten minste 2200 pedagogisch personeel (kleuter-, basis-, lagere en hogere middelbare scholen) moet de cursus IT-competenties en digitale onderwijsinnovatie op scholen afronden.

103

D.1.1. Modern algemeen onderwijs — achtergrond van basiscompetenties

D.1.1.6: Transformatie van digitaal onderwijs

Doel

Aantal leerkrachten in het hoger onderwijs dat de cursus heeft afgerond om de digitale competenties te verbeteren

Aantal

0

800

KWARTAAL 2

2024

Ten minste 800 universiteitsmedewerkers moeten de cursus IT-competenties hebben afgerond.

104

D.1.1.Modern algemeen onderwijs — achtergrond van basiscompetenties

D.1.1.6: Transformatie van digitaal onderwijs

Doel

Aantal leerkrachten dat als IT-docent is gekwalificeerd en een masterdiploma IT heeft behaald

Aantal

0

500

KWARTAAL 2

2024

Ten minste 500 pedagogische medewerkers moeten een aanvullende kwalificatie als IT-docent hebben verworven en een masterdiploma IT hebben behaald.

105

D.1.1. Modern algemeen onderwijs — achtergrond van basiscompetenties

D.1.1.7: Verbetering van voor- en vroegschoolse educatie en opvang

Mijlpaal

Studie naar de haalbaarheid van de ontwikkeling van infrastructuur voor voor- en vroegschoolse educatie in gemeenten

Publicatie van de studie over de haalbaarheid van de ontwikkeling van infrastructuur voor voor- en vroegschoolse educatie in gemeenten

KWARTAAL 2

2022

Publicatie van de studie over de haalbaarheid van de ontwikkeling van infrastructuur voor voor- en vroegschoolse educatie in gemeenten. De studie heeft betrekking op zowel de modernisering van de bestaande structuur als de ontwikkeling van nieuwe infrastructuur (zoals vervoer), waardoor alle kinderen vanaf hun geboorte tot de leerplichtige leeftijd vroegtijdig onderwijs krijgen. De studie moet een basis vormen voor besluiten van de regering over de modernisering van de infrastructuur en de aanleg van nieuwe infrastructuur in gemeenten.

106

D.1.1. Modern algemeen onderwijs — achtergrond van basiscompetenties

D.1.1.7: Verbetering van voor- en vroegschoolse educatie en opvang

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wetgeving inzake de criteria (richtsnoeren) voor leerplannen voor voorschools onderwijs

In werking getreden wetgeving

KWARTAAL 3

2023

Het ontwerp van het voorschoolse onderwijsprogramma is gedecentraliseerd en moet worden ontwikkeld volgens de criteria (richtsnoeren) voor het voorschoolse onderwijsprogramma die door de minister van Onderwijs, Wetenschap en Sport zijn goedgekeurd. De inwerkingtreding van de geactualiseerde criteria (richtsnoeren) voor het leerplan voor voorschools onderwijs bepaalt welke vaardigheden kinderen vóór de leerplichtige leeftijd moeten verwerven; beantwoorden aan de meest recente wetenschappelijke kennis over het onderwijs aan kinderen van de juiste leeftijd; kinderen aanmoedigen om te lezen (een boekleescultuur ontwikkelen).

107

D.1.2. Toegang tot de ontwikkeling van competenties en de erkenning van kwalificaties voor volwassenen

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wet op het volwassenenonderwijs tot vaststelling van een gecoördineerd systeem voor een leven lang leren (LLL) en tot vaststelling van de beginselen voor de werking ervan

Bepaling in de wetgeving betreffende de inwerkingtreding van de wetgeving

KWARTAAL 3

2022

Inwerkingtreding van de wetgeving inzake een leven lang leren (LLL), die moet worden verankerd in wetgeving en wijzigingen van de wet op het volwassenenonderwijs, waarin de werking van het LLL-model is verankerd:

De governance- en monitoringelementen van het LLL-systeem, waaronder:

— de commissie voor toezicht op het personeelsbeleid en haar taken,

— een permanente werkgroep op technisch niveau voor de algemene coördinatie van de activiteiten van de ministeries;

— de beginselen van het LLL-IT-systeem (gebaseerd op het model van individuele leerrekeningen),

— de financieringselementen,

— de beginselen voor de identificatie van doelgroepen en programma’s;

— het mechanisme voor het identificeren van competenties met een hoge toegevoegde waarde,

— de kwaliteitsborging en

— de elementen van het systeem voor de erkenning van bevoegdheden.

108

D.1.2. Toegang tot de ontwikkeling van competenties en de erkenning van kwalificaties voor volwassenen

Mijlpaal

Ingebruikneming van het éénloketsysteem voor levenslang leren

Ingebruikneming van een éénloketsysteem voor een leven lang leren (LLL) dat werkt volgens het beginsel van de „individuele leerrekening”

KWARTAAL 1

2023

Ingebruikneming van het IT-systeem voor een leven lang leren (LLL), dat volledig operationeel moet zijn en alle leeraanbiedingen in verband met de uitvoering van het kader voor een leven lang leren omvat, met inbegrip van programma’s met een hoge toegevoegde waarde.

Personen die voldoen aan de prioriteitscriteria die tijdens de uitvoeringsfase van de regeling zijn vastgesteld, kunnen een leeraanbod ontvangen en zich registreren via het IT-systeem voor een leven lang leren.

De aanpak van de individuele leerrekening omvat zowel de IT-dienst voor de toegang tot opleiding als de financiering van volwasseneneducatie.

Het systeem biedt toegang tot loopbaanbegeleiding, verzamelt informatie over tijdens de opleiding verworven competenties en toegang tot procedures voor de erkenning van competenties/kwalificaties.

109

D.1.2. Toegang tot de ontwikkeling van competenties en de erkenning van kwalificaties voor volwassenen

Doel

Personen van 18-65 jaar moeten een kwaliteitsvolle opleiding volgen, waarvan ten minste 40 procent gewijd is aan digitale vaardigheden met behulp van een uniform LLL-kader

Aantal

0

21 600

KWARTAAL 2

2026

21 600 personen in de leeftijdsgroep van 18-65 jaar moeten een kwaliteitsvolle opleiding hebben gevolgd (waarvan ten minste 40 % gewijd is aan digitale vaardigheden) in het kader van een leven lang leren.

110

D.1.3. Beroepsoriëntatiesysteem om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt in evenwicht te brengen

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de regeringsresolutie over de procedures voor de regeling van de beroepsoriëntatie (loopbaanbegeleiding)

In werking getreden wetgeving

KWARTAAL 1

2022

Inwerkingtreding van de resolutie van de regering inzake procedures voor beroepskeuzevoorlichting (loopbaanbegeleiding), waarin wordt voorzien

het kader, het beheer en de kwaliteitsborging van het systeem voor loopbaanbegeleiding en levenslange planning, te beginnen vanaf de basisschool en de verlening van diensten aan volwassenen die geïntegreerd zijn in het systeem voor een leven lang leren (LLL), alsmede

tot vaststelling van de functies en de basiscompetentievereisten van loopbaanbegeleiden op scholen, het financieringsmodel voor aan leerlingen en volwassenen verleende diensten, de reikwijdte van de betrokken instellingen en de betrokkenheid van de sociale partners

vaststelling van basisnormen voor het gebruik van informatie over het nationale systeem voor toezicht op menselijke hulpbronnen en vaststelling van beginselen voor de monitoring van het systeem voor beroepskeuzevoorlichting (loopbaanbegeleiding).

111

D.1.3. Beroepsoriëntatiesysteem om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt in evenwicht te brengen

Doel

Aantal loopbaanspecialisten die diensten verlenen op scholen

Aantal

80

380

KWARTAAL 4

2024

Op scholen worden diensten voor loopbaanbegeleiding verleend door ten minste 380 loopbaanspecialisten.

112

D.1.4. In beroepsonderwijs en -opleiding verworven competenties voor de groene en digitale transformatie

D.1.4.1 Nationaal platform voor de vooruitgang op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding

Mijlpaal

Inwerkingtreding van wetgeving inzake de oprichting van het nationaal platform voor de vooruitgang op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding

In werking getreden wetgeving

KWARTAAL 2

2022

Inwerkingtreding van de wetgeving tot oprichting van het platform voor de vooruitgang van de beroepsopleiding, die moet zorgen voor een duurzaam beroepsopleidingsmodel voor de lange termijn in elke regio, de rollen en verantwoordelijkheden van het platform, de rol van de actoren en de betrokkenheid van de betrokken sociale partners bij de competenties die de arbeidsmarkt vereist.

Het platform omvat sociale partners die de belangen van het bedrijfsleven, de industrie, de onderwijsgemeenschap en overheidsinstanties vertegenwoordigen.

In het platformformaat worden besluiten genomen over objectieve beginselen voor de governance van de beroepsopleiding, over de praktische uitvoering van de consolidatie van het bestaande netwerk voor beroepsopleiding, over de actualisering van nieuwe beroepsnormen, over beroepsopleiding en niet-formele programma’s voor volwasseneneducatie, alsmede over de opleiding van opleiders en beroepsontwikkeling.

113

D.1.4. In beroepsonderwijs en -opleiding verworven competenties voor de groene en digitale transformatie

D.1.4.1 Nationaal platform voor de vooruitgang op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding

Doel

Nieuwe/geactualiseerde beroepsopleidingsprogramma’s die zijn geregistreerd om ze beschikbaar te stellen voor aanbieders van opleidingen

Aantal

0

95

KWARTAAL 2

2026

In totaal zijn 95 nieuwe of geactualiseerde programma’s voor beroepsonderwijs en -opleiding opgesteld, goedgekeurd en geregistreerd, na overleg met de sociale partners. Deze programma’s worden ontworpen om tegemoet te komen aan de behoeften van de arbeidsmarkt, met name ter ondersteuning van de digitale en groene transitie.

114

D.1.4. In beroepsonderwijs en -opleiding verworven competenties voor de groene en digitale transformatie

D.1.4.1 Nationaal platform voor de vooruitgang op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding

Doel

Opleiders en/of kapiteins die betrokken zijn bij de opleiding van leerlingen en stagiairs

Aantal

0

1000

KWARTAAL 2

2026

In totaal hebben 1000 opleiders en master die betrokken zijn bij het onderwijzen van leerlingen en stagiairs hun beroepsbekwaamheden verbeterd door activiteiten op het gebied van competentieontwikkeling te voltooien. Bij de verbetering van de competenties wordt de nadruk gelegd op digitale en technische competenties.

115

D.1.4. In beroepsonderwijs en -opleiding verworven competenties voor de groene en digitale transformatie

D.1.4.2: Beoordeling van competenties

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wijziging van de wet op de beroepsopleiding inzake kenniscentra in beroepsonderwijs en -opleiding

Inwerkingtreding van de wetgeving

KWARTAAL 4

2022

Inwerkingtreding van de wijzigingen van de wet op de beroepsopleiding, die de bevoegdheid van de minister van Onderwijs, Wetenschap en Sport verlenen om aanbieders van beroepsopleidingen aan te wijzen voor de uitvoering van de beoordeling en erkenning van formeel, niet-formeel of informeel verworven competenties op niveau 4 van het Europees kwalificatiekader. In de uitvoeringshandelingen worden de accreditatie-eisen en de accreditatieprocedure voor dergelijke kennisbeoordelingscentra vastgesteld, alsmede een uniforme methode voor de beoordeling van de bekwaamheid die door dergelijke centra moet worden toegepast.

116

D.1.4. In beroepsonderwijs en -opleiding verworven competenties voor de groene en digitale transformatie

D.1.4.3: Leerlingplaats en werkplekleren

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wetgeving tot instelling van een steunregeling voor leerlingplaatsen en werkplekleren

In werking getreden wetgeving

KWARTAAL 2

2022

Voorbereiding, coördinatie en goedkeuring van ontwerpdecreten van de minister van Onderwijs, Wetenschap en Sport tot vaststelling van de wijze van uitvoering van de regeling ter ondersteuning van het leerlingwezen.

In de wetgeving worden met name de criteria, doelgroepen, aandachtsgebieden, vormen van steun, subsidiabele kosten voor leerlingplaatsen en werkplekleren vastgelegd.

117

D.1.4. In beroepsonderwijs en -opleiding verworven competenties voor de groene en digitale transformatie

D.1.4.3: Leerlingplaats en werkplekleren

Doel

Voltooide leerlingplaatsen

Aantal

0

3 866

KWARTAAL 2

2026

3 866 studenten van initieel en voortgezet beroepsonderwijs en -opleiding hebben in totaal een beroepskwalificatie of een deel daarvan als leerling behaald in ondernemingen, waarvan 70 % in kleine en middelgrote ondernemingen en ten minste 40 % van de leerlingprogramma’s gericht op de ontwikkeling van digitale vaardigheden.

118

D.1.4. In beroepsonderwijs en -opleiding verworven competenties voor de groene en digitale transformatie

D.1.4.4: Mobiliteitsprogramma

Doel

Studenten die hebben deelgenomen aan een nationale mobiliteitsregeling in sectorale centra voor praktische opleiding en een certificaat van verbetering van hun praktische en digitale vaardigheden hebben gekregen (ten minste 40 % van de deelnemers verbetert hun digitale vaardigheden)

Aantal

0

12 394

KWARTAAL 2

2026

12 394 studenten in initieel en voortgezet beroepsonderwijs en -opleiding die bij het sectoraal centrum voor praktische opleiding een certificaat hebben gekregen om hun praktische vaardigheden te verbeteren in overeenstemming met de behoeften van de arbeidsmarkt, met name ter ondersteuning van de groene en de digitale transitie. Ten minste 40 % van de deelnemers verbetert hun digitale vaardigheden.

119

D.1.4. In beroepsonderwijs en -opleiding verworven competenties voor de groene en digitale transformatie

D.1.4.5. Meer mogelijkheden om een beroep te verwerven voor scholieren

Doel

Leerlingen die zijn ingeschreven in scholen voor lager en hoger secundair algemeen onderwijs hebben initieel beroepsonderwijs en -opleiding voltooid

Aantal

0

4 900

KWARTAAL 2

2026

4 900 leerlingen die zijn ingeschreven in scholen voor het lager en hoger algemeen secundair onderwijs hebben voltooid voor initieel beroepsonderwijs en -opleiding, waarvan ten minste 40 % gericht was op de ontwikkeling van vaardigheden ter ondersteuning van de groene en de digitale transitie.

120

D.1.4. In beroepsonderwijs en -opleiding verworven competenties voor de groene en digitale transformatie

D.1.4.5. Meer mogelijkheden om een beroep te verwerven voor scholieren

Doel

Leerlingen van het lager secundair onderwijs die zijn ingeschreven voor experimentele beroepsopleidingsprogramma’s hebben steun ontvangen

Aantal

0

4 000

KWARTAAL 2

2026

4 000 leerlingen van het lager secundair onderwijs die waren ingeschreven voor experimentele beroepsopleidingsprogramma’s kregen steun. Dankzij experimentele programma’s voor beroepsonderwijs en -opleiding kunnen studenten van 9jaar beginnen met de programma’s op het niveau 4 van het Europees kwalificatiekader, in tegenstelling tot reguliere BOO-programma’s die slechts11 studenten toelaten.

In het onderdeel van het Litouwse herstel- en veerkrachtplan worden de belangrijkste uitdagingen in het hoger onderwijs en het steunkader voor onderzoek en innovatie aangepakt. De belangrijkste uitdagingen op het gebied van hoger onderwijs zijn het bestaan van een groot aantal instellingen die geen rekening houden met de demografische ontwikkelingen en de behoeften van de arbeidsmarkt, onvoldoende middelen en een kritische massa hebben om onderwijs van goede kwaliteit en O &O; het huidige financieringssysteem voor hoger onderwijs stimuleert instellingen voor hoger onderwijs om zich te richten op een groter aantal studenten in plaats van de kwaliteit en relevantie van studies voor de arbeidsmarkt te waarborgen. Bovendien is er een gebrek aan aantrekkelijke academische carrièremogelijkheden, waardoor de personele middelen voor onderwijs, onderzoek en innovatie beperkt zijn. De belangrijkste innovatiegerelateerde uitdagingen zijn lage particuliere investeringen in O &O; de versnippering van het O & O-potentieel en de governance van het innovatiesysteem; en de zwakke samenwerking tussen wetenschap en bedrijfsleven.

De doelstellingen van de component zijn de hervorming van het financieringssysteem voor hoger onderwijs en het toelatingssysteem voor studenten, waardoor de instellingen voor hoger onderwijs worden gestimuleerd om de kwaliteit en de arbeidsmarktrelevantie van studies te verbeteren, kwaliteitsvol O & O, samenwerking en consolidatie in de sector te bevorderen. De hervorming zal naar verwachting de kwaliteitsnormen voor hogescholen en universiteiten versterken. De component omvat ook een hervorming van de governance ter ondersteuning van innovatie en het bijbehorende kader, in het kader waarvan de momenteel gefragmenteerde innovatieondersteunende functies onder één innovatieagentschap worden geconsolideerd. De hervorming heeft ook betrekking op de herziening van het bestaande systeem ter ondersteuning van innovatie en samenwerking tussen wetenschap en bedrijfsleven met het oog op meer samenhang. Tijdens de uitvoering van het plan is sectorale steun voor het ontwerp, de uitvoering en de evaluatie van hervormingen van het onderzoeks- en innovatiebeleid beschikbaar via de beleidsondersteuningsfaciliteit van Horizon Europa.

De component heeft betrekking op de landspecifieke aanbevelingen om het investeringsgerelateerd economisch beleid te richten op innovatie, een samenhangend beleidskader te ontwikkelen om de samenwerking tussen wetenschap en bedrijfsleven te ondersteunen en de agentschappen die onderzoek en innovatie uitvoeren te consolideren (landspecifieke aanbeveling 3 2019), technologische innovatie in kleine en middelgrote ondernemingen te bevorderen (landspecifieke aanbeveling 3 2020) en de kwaliteit en efficiëntie op alle onderwijs- en opleidingsniveaus te verbeteren, met inbegrip van volwasseneneducatie (landspecifieke aanbeveling 2 2019).

Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).

E.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

E.1.1. Hervorming 1 „Hoger onderwijs van hoge kwaliteit en sterke instellingen voor hoger onderwijs”

Het doel van de hervorming is de kwaliteit, de efficiëntie en het internationale concurrentievermogen van het Litouwse hoger onderwijs en wetenschapsstelsel te verbeteren. Deze hervorming gaat vergezeld van 4 submaatregelen: (1) verbetering van de financiering van het hoger onderwijs en de toelatingssystemen voor studenten (submaatregel 1); (2) verbetering van de efficiëntie van het hogeronderwijsnetwerk door verfijning van de taken van universiteiten en hogescholen (submaatregel 2); (3) versterking van het internationale concurrentievermogen van instellingen voor hoger onderwijs (submaatregel 3); (4) systematische bevordering van O & O in instellingen voor hoger onderwijs en onderzoeksanalyse (submaatregel 4).

E.1.1.1. Submaatregel 1: Verbetering van de financiering van het hoger onderwijs en de toelatingssystemen voor studenten

Het doel van de submaatregel is het toelatingssysteem voor studenten te herzien om ervoor te zorgen dat alle studenten die zowel door de overheid als niet-gefinancierd hoger onderwijs volgen, aan even strenge criteria voldoen. De submaatregel heeft ook tot doel het financieringssysteem voor hoger onderwijs te verbeteren en af te stemmen op de strategische doelstellingen van het land. De Wet Wetenschap en Studies zal daarom worden gewijzigd om de minimumeisen voor de toelating van studenten naar boven toe te passen. De wet wordt ook gewijzigd om een nieuw systeem voor de financiering van het hoger onderwijs in te voeren dat gebaseerd is op kwalitatieve indicatoren en overeenkomsten tussen instellingen voor hoger onderwijs en de staat. Er worden opdrachten gegund voor de uitvoering van strategische voortgangsmaatregelen: voor de ontwikkeling van instellingen, voor de fusie van instellingen, voor de verbetering van de kwaliteit van de activiteiten, voor investeringen in infrastructuur en voor de verwezenlijking van andere vastgestelde doelstellingen. De wetswijzigingen treden uiterlijk op 31 maart 2023 in werking.

E.1.1.2. Submaatregel 2: Verbetering van de efficiëntie van het hogeronderwijsnetwerk door verfijning van de taken van universiteiten en hogescholen

Het doel van deze submaatregel is de taken van universiteiten en hogescholen te definiëren door kwalitatieve eisen voor elk type instelling vast te stellen. De Wet wetenschap en studies en andere rechtshandelingen worden gewijzigd om doelstellingen en criteria voor het functioneren van hogescholen en universiteiten vast te stellen. De wetswijzigingen treden uiterlijk op 31 maart 2023 in werking. Om de aanpassing van het netwerk van instellingen voor hoger onderwijs aan de nieuwe vereisten te ondersteunen, worden uiterlijk op 31 december 2025 vijf projecten voor de reorganisatie van het college uitgevoerd, waarbij prioriteit wordt gegeven aan projecten waarbij meerdere instellingen voor hoger onderwijs betrokken zijn.

E.1.1.3. Submaatregel 3: Versterking van het internationale concurrentievermogen van instellingen voor hoger onderwijs

Deze submaatregel heeft tot doel het internationale concurrentievermogen van de instellingen voor hoger onderwijs te versterken. Om dit te bereiken, vijf internationaliseringsprojecten, die betrekking hebben op het aantrekken van buitenlandse studenten, docenten en wetenschappers, waarbij het ontwerp en de uitvoering van gezamenlijke programma’s en programma’s met twee graden worden ontwikkeld; de ontwikkeling van virtuele diensten en andere activiteiten ter bevordering van de integratie van Litouwse universiteiten in de Europese netwerken van universiteiten worden uiterlijk op 31 maart 2024 door instellingen voor hoger onderwijs uitgevoerd. Daarnaast ontvangen 250 buitenlandse studenten die in Litouwen gaan studeren, uiterlijk op 31 december 2024 beurzen voor hun integratie in Litouwen.

E.1.1.4. Submaatregel 4: Systematische bevordering van O & O in instellingen voor hoger onderwijs en onderzoeksanalyse

Het doel van deze submaatregel is een coherent mechanisme voor de uitvoering van wetenschapsbeleid tot stand te brengen door het agentschap voor de uitvoering van wetenschapsbeleid op te richten. De Wet op de wetenschap en studies wordt uiterlijk op 30 juni 2022 gewijzigd en de relevante infrastructuur wordt opgericht om een agentschap voor de uitvoering van het wetenschapsbeleid op te richten dat ressorteert onder het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Sport of de regering van de Republiek Litouwen, die wordt opgericht na de reorganisatie van het Agentschap voor wetenschap, innovatie en technologie (MITA), de Onderzoeksraad van Litouwen (LMT) en andere relevante organen. De nieuwe instantie bevordert de deelname van Litouwse aanvragers aan de Europese en internationale programma’s voor O & O & I, ontwikkelt wetenschappelijke excellentie in de publieke sector en ontwikkelt een analyse van wetenschappelijke en studieprocessen.

E.1.2. Hervorming 2 „Doeltreffende uitvoering van innovatiebeleid, toegenomen vraag naar innovatie, ontwikkeld ecosysteem voor startende ondernemingen en ontwikkeling van groene innovatie”

Het doel van de hervorming is de efficiëntie van het innovatiebeleid in Litouwen te vergroten door de institutionele structuur en het rechtskader voor O & I-steun te herzien en de vraag naar innovatie te vergroten. Deze hervorming gaat vergezeld van 4 submaatregelen: (1) doeltreffende uitvoering van het innovatiebeleid door de oprichting van één enkel bureau voor de bevordering van innovatie en de optimalisering van het netwerk van bestaande agentschappen (submaatregel 1); (2) de vraag naar innovatie in Litouwen vergroten door het potentieel van overheidsopdrachten te benutten (submaatregel 2); (3) bevordering van de ontwikkeling van het ecosysteem voor startende ondernemingen (submaatregel 3); (4) bevordering van de ontwikkeling van groene innovatie (submaatregel 4).

E.1.2.1. Submaatregel 1: Doeltreffende uitvoering van het innovatiebeleid door de oprichting van één enkel bureau voor de bevordering van innovatie en de optimalisering van het netwerk van bestaande agentschappen

Het doel van de submaatregel is de oprichting van één innovatie-agentschap door het consolideren van functies ter bevordering van innovatie die momenteel over verschillende instellingen zijn verspreid. De submaatregel heeft ook tot doel een coherent kader voor samenwerking tussen wetenschap en bedrijfsleven tot stand te brengen. Het innovatieagentschap wordt opgericht bij de inwerkingtreding van de resolutie van de regering. Enterprise Lithuania (Versli Lietuva) fungeert als basis voor het innovatieagentschap en de innovatiegerelateerde taken en activiteiten van het Agentschap voor wetenschap, innovatie en technologie (MITA) en het Litouwse agentschap voor bedrijfsondersteuning (LVPA) worden overgedragen aan het innovatieagentschap. INVEGA coördineert zijn activiteiten met betrekking tot innovatiefinanciering met het innovatieagentschap. Het innovatieagentschap integreert het Litouwse innovatiecentrum (LIC) of LIC wordt gereorganiseerd door de eigendomsrechten van overheidsinstanties in te trekken. Het nieuwe agentschap draagt bij tot een coherent kader voor innovatieondersteuning. Het nieuwe agentschap wordt uiterlijk op 31 maart 2022 opgericht. Tegelijkertijd worden de rechtshandelingen, met name de Wet inzake technologie en innovatie, herzien om de bestaande lacunes en overlappingen in het innovatiebeleidskader te dichten en de institutionele verantwoordelijkheden te verduidelijken. De herziene rechtshandelingen treden uiterlijk op 31 december 2021 in werking. Er zal ook een studie worden uitgevoerd naar de samenhang van O & I-stimulansen, op basis waarvan andere rechtshandelingen uiterlijk op 31 december 2022 worden herzien met het oog op de totstandbrenging van een samenhangend pakket steunmaatregelen voor O & I.

E.1.2.2. Submaatregel 2: Toenemende vraag naar innovatie in Litouwen door het potentieel van overheidsopdrachten te benutten

Het doel van de submaatregel is de vraag naar innovatie te creëren door innovatieve overheidsopdrachten te stimuleren. Er wordt een financieringsinstrument gecreëerd om de kosten van 55 innovatieve aanbestedingen gedeeltelijk te compenseren.

De submaatregel moet uiterlijk op 31 maart 2026 zijn voltooid.

E.1.2.3. Submaatregel 3: Bevordering van de ontwikkeling van het ecosysteem voor startende ondernemingen

Het doel van de submaatregel is het Litouwse ecosysteem voor startende ondernemingen te ondersteunen door acceleratiediensten voor startende ondernemingen te verlenen. Het Litouwse innovatiebevorderingsfonds wordt uitgebreid om 32 startende ondernemingen in de kapitaalregio te versnellen en risicokapitaalinvesteringen te doen. Daarnaast worden verschillende starterscentra opgericht ter ondersteuning van 140 start-ups, waaronder 60 start-ups die worden ondersteund door een gespecialiseerd acceleratieprogramma, 60 start-ups die worden ondersteund door een internationaal acceleratieprogramma, en 20 start-ups die zijn geïncubeerd door de nieuw opgerichte incubator van het Europees Ruimteagentschap en de ruimtehub.

De submaatregel moet uiterlijk op 31 maart 2026 zijn voltooid.

E.1.2.4. Submaatregel 4: Bevordering van de ontwikkeling van groene innovatie

De submaatregel heeft tot doel de ontwikkeling van innovatieve groene producten en diensten en de bevordering van de circulaire economie en de groene transitie in de industrie te ondersteunen. Er wordt een financieel instrument en een gespecialiseerd platform voor kennisoverdracht (Industry 4.0 Lab) opgericht om de ontwikkeling van milieuvriendelijke producten en technologieën te stimuleren. Uiterlijk op 31 maart 2026 worden 97 projecten uitgevoerd in het kader van het financieringsinstrument en 3 projecten — in het kader van het Industry 4.0-lab-platform.

Om ervoor te zorgen dat alle maatregelen voldoen aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), worden de volgende activiteiten uitgesloten van de subsidiabiliteitscriteria die zijn opgenomen in de taakomschrijving voor toekomstige oproepen tot het indienen van projecten: I) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 7 ; II) activiteiten in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarmee de verwachte broeikasgasemissies niet lager zijn dan de relevante benchmarks 8 ; III) activiteiten in verband met stortplaatsen voor afval, verbrandingsinstallaties 9 en installaties voor mechanische biologische behandeling 10 ; en iv) activiteiten waarbij de langdurige verwijdering van afval schade kan toebrengen aan het milieu. In de taakomschrijving wordt bovendien bepaald dat alleen activiteiten mogen worden geselecteerd die voldoen aan de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

Wat de financieringsinstrumenten betreft, moet, om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), de juridische overeenkomst tussen de Litouwse autoriteit die verantwoordelijk is voor de maatregelen en de met de uitvoering belaste entiteit of de financiële intermediair die verantwoordelijk is voor het financieringsinstrument en het daaropvolgende investeringsbeleid van het financieringsinstrument:

vereisen dat de technische richtsnoeren van de Commissie inzake duurzaamheidstoetsing voor het InvestEU-fonds worden toegepast; en het

sluit de volgende lijst van activiteiten en activa uit van subsidiabiliteit: I) activiteiten en activa in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 11 ; II) activiteiten en activa in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarmee de verwachte broeikasgasemissies niet lager zijn dan de relevante benchmarks 12 ; III) activiteiten en activa in verband met stortplaatsen voor afval, verbrandingsinstallaties 13 en installaties voor mechanische biologische behandeling 14 ; en iv) activiteiten en activa waarbij de verwijdering van afval op lange termijn schadelijk kan zijn voor het milieu; en het

eisen dat de entiteit waaraan de uitvoering is toevertrouwd of de financiële intermediair de wettelijke naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving van de projecten controleert voor alle transacties, met inbegrip van transacties die zijn vrijgesteld van duurzaamheidstoetsing.

E.1.3. Hervorming 3 „Gezamenlijke missies voor wetenschap en innovatie op het gebied van slimme specialisatie”

Het doel van de hervorming is de samenwerking tussen wetenschap en bedrijfsleven te concentreren op de herziene gebieden voor slimme specialisatie, ter ondersteuning van de uitvoering van gezamenlijke wetenschappelijke en innovatiemissies. Deze hervorming gaat vergezeld van 3 submaatregelen: (1) vaststelling van prioriteiten voor slimme specialisatie (submaatregel 1); (2) ondersteuning van de uitvoering van op missies gebaseerde wetenschaps- en innovatieprogramma’s op het gebied van slimme specialisatie (submaatregel 2); (3) het aanmoedigen van wetenschap en bedrijfsleven om deel te nemen aan het EU-programma voor onderzoek en innovatie Horizon Europa en andere internationale financieringsprogramma’s (submaatregel 3). 

E.1.3.1. Submaatregel 1: Vaststelling van prioriteiten op het gebied van slimme specialisatie

Het doel van deze submaatregel is de prioriteiten voor slimme specialisatie te herzien en het aantal ervan te verminderen. Het herziene concept voor slimme specialisatie voor een periode tot en met 31 december 2027, waarbij de prioritaire gebieden tot drie worden beperkt, wordt uiterlijk op 31 december 2021 door de regering goedgekeurd.

E.1.3.2. Submaatregel 2: Ondersteuning van de uitvoering van op missies gebaseerde wetenschaps- en innovatieprogramma’s op het gebied van slimme specialisatie

Het doel van deze submaatregel is steun te verlenen voor samenwerking tussen wetenschap en bedrijfsleven op de herziene gebieden voor slimme specialisatie. Er worden drie missiegerichte wetenschaps- en innovatieprogramma’s opgezet, die uiterlijk op 31 december 2025 resulteren in de oprichting van twee kenniscentra en de uitvoering van 21 O &O-projecten in het kader van de drie programma’s uiterlijk op 30 juni 2026. Twee excellentiecentra hebben betrekking op fysieke infrastructuur en dienstverlening ter ondersteuning van innovatie op het gebied van slimme specialisatie.

E.1.3.3. Submaatregel 3: Wetenschap en bedrijfsleven aanmoedigen om deel te nemen aan het EU-programma voor onderzoek en innovatie Horizon Europa en andere internationale financieringsprogramma’s

Het doel van deze submaatregel is de deelname van de Litouwse wetenschap en het Litouwse bedrijfsleven aan de internationale O & O-programma’s te ondersteunen. Litouwen ontwikkelt een samenhangend geheel van instrumenten om de wetenschap en het bedrijfsleven te motiveren de internationale wetenschappelijke en innovatieprogramma’s voor te bereiden, aan te vragen en eraan deel te nemen. Als resultaat worden ten minste 477 projecten financieel of in de vorm van diensten ondersteund, waarvan ten minste: 90 haalbaarheidsstudies voor potentiële begunstigden om deel te nemen aan Horizon Europa-activiteiten; 32 projecten van instellingen voor hoger onderwijs in het kader van de regeling Europese onderzoeksruimte; 24 projecten in het kader van internationale, door de EU gecoördineerde initiatieven; 24 projecten van kmo’s en instellingen voor hoger onderwijs, 27 groepsraadplegingen; 240 adviesdiensten; 40 leden aan internationale netwerken. Om de investeringen te vergemakkelijken, worden van 30 september 2023 tot en met 30 juni 2026 ten minste 15 functies van wetenschappelijk functionaris voor bepaalde tijd en 15 nationale contactpunten opgericht en behouden. De nationale contactpunten vergemakkelijken de deelname van de potentiële begunstigden aan de internationale O & O-programma’s, terwijl wetenschappelijke ambtenaren wetenschappelijk onderbouwde besluitvorming in de overheidssector bevorderen en de samenwerking tussen de wetenschap en de publieke sector versterken.

De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

E.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

Nr.

Gerelateerde maatregel (hervorming of investering)

Milestone/

Doel

Titel

Kwalitatieve indicatoren 
(voor stenen)

Kwantitatieve indicatoren 
(voor streefcijfers)

Indicatieve termijn voor voltooiing

Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal en elk streefdoel

Eenheid

Basislijn

Doelstelling

Kwartaal

Jaar

121

E.1.1. Hoogwaardig hoger onderwijs en sterke instellingen voor hoger onderwijs — E.1.1.1. Verbetering van de financiering van het hoger onderwijs en de toelatingssystemen voor studenten

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de rechtshandelingen tot instelling van een systeem van contracten met instellingen voor hoger onderwijs

Inwerkingtreding van de rechtshandelingen

KWARTAAL 1

2023

Inwerkingtreding van de wet op het hoger onderwijs tot vaststelling van een model voor het sluiten van contracten met instellingen voor hoger onderwijs, die voorziet in aanvullende financiering voor de samenvoeging van hogeronderwijsinstellingen, alsook in andere strategische doelstellingen (uitbreiding van instellingen, verbetering van de kwaliteit van studies, investeringen in infrastructuur en andere operationele veranderingen waarvoor overheidsinvesteringen nodig zijn). Potentiële fusies moeten in overeenstemming zijn met het plan dat is opgesteld door een onafhankelijke instantie of onafhankelijke deskundigen. 
De gunning van opdrachten wordt geformaliseerd in de Wet op de wetenschap en de studies, gevolgd door de opstelling van overeenkomsten voor het sluiten van overeenkomsten met de instellingen voor hoger onderwijs.

122

E.1.1. Hoogwaardig hoger onderwijs en sterke instellingen voor hoger onderwijs — E.1.1.1. Verbetering van de financiering van het hoger onderwijs en de toelatingssystemen voor studenten — E.1.1.2. Verbetering van de efficiëntie van het hogeronderwijsnetwerk door verfijning van de taken van universiteiten en hogescholen

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de gewijzigde wet inzake onderzoek en studies, waarbij het systeem voor financiering en inschrijving in het hoger onderwijs wordt gewijzigd

Inwerkingtreding van wetgeving

KWARTAAL 1

2023

Inwerkingtreding van de gewijzigde wet op onderzoek en studies, die:

— opwaartse harmonisatie van de minimumeisen voor de toegang tot door de overheid gefinancierde en niet-gefinancierde studiecentra tot stand brengen;

— invoering van een nieuwe financieringsstructuur voor activiteiten op het gebied van hoger onderwijs (basisfinanciering, financiering voor strategische doelstellingen, aanvullende financiering voor kwalitatieve indicatoren);

— de taken van universiteiten en hogescholen vast te stellen (aan welke kwalitatieve vereisten beide soorten instellingen moeten voldoen, wat de colleges onderscheidt van universiteiten);

— de samenwerking tussen instellingen voor hoger onderwijs te stimuleren;

— de financieringscomponent van O & O-activiteiten in de financieringsstructuur voor hoger onderwijs verhogen.

De minimale toelatingseisen voor studenten worden naar boven geharmoniseerd en mogen niet afzwakken als gevolg van de wijziging. Nieuwe criteria voor hogescholen en universiteiten worden objectief, onafhankelijk en voldoende hoog vastgesteld. De rol van externe evaluaties wordt versterkt. De wetswijzigingen bevorderen de samenwerking en de consolidatie van de middelen in het hoger onderwijs.

123

E.1.1. Hoogwaardig hoger onderwijs en sterke instellingen voor hoger onderwijs — E.1.1.2. Verbetering van de efficiëntie van het hogeronderwijsnetwerk door verfijning van de taken van universiteiten en hogescholen

Doel

Afgeronde projecten voor de reorganisatie van colleges (vernieuwde missies)

Aantal

0

5

KWARTAAL 4

2025

Voltooiing van vijf projecten die betrekking hebben op de reorganisatie van de colleges: consolidering van bestaande studieprogramma’s, integratie en optimalisering van essentiële administratieve en academische ondersteunende functies en processen, optimalisering van de gebruikte infrastructuur. De begunstigden worden geselecteerd via de procedure van een oproep tot het indienen van voorstellen. Prioriteit wordt gegeven aan gezamenlijke projecten van verschillende instellingen voor hoger onderwijs om ervoor te zorgen dat de optimalisering van studieprogramma’s en infrastructuur leidt tot meer efficiëntie.

124

E.1.1. Hoogwaardig hoger onderwijs en sterke instellingen voor hoger onderwijs — E.1.1.3. Versterking van het internationale concurrentievermogen van instellingen voor hoger onderwijs

Doel

Aantal door instellingen voor hoger onderwijs voltooide internationaliseringsprojecten

Aantal

0

5

KWARTAAL 1

2024

Vijf projecten worden afgerond door instellingen voor hoger onderwijs die studenten meer internationale activiteiten aanbieden, meer studenten aantrekken en buitenlandse studenten en docenten/wetenschappers aantrekken; ontwikkeling van het ontwerp en de uitvoering van gezamenlijke programma’s en programma’s met twee graden; ontwikkeling van de levering van virtuele diensten; verbetering van de kwaliteit van de studies en verbreding van het aanbod. De begunstigden worden gekozen via de procedure van een oproep tot het indienen van voorstellen.

125

E.1.1. Hoogwaardig hoger onderwijs en sterke instellingen voor hoger onderwijs — E.1.1.3. Versterking van het internationale concurrentievermogen van instellingen voor hoger onderwijs

Doel

Aantal personen dat steun heeft ontvangen voor de integratie van buitenlandse studenten

Aantal

0

250

KWARTAAL 4

2024

250 buitenlandse studenten ontvingen beurzen voor hun integratie. Beurzen worden aangeboden voor studenten in de eerste, tweede en geïntegreerde cyclus die in Litouwen gaan studeren.

126

E.1.1. Hoogwaardig hoger onderwijs en sterke instellingen voor hoger onderwijs — E.1.1.4. Systematische bevordering van O & O in instellingen voor hoger onderwijs en onderzoeksanalyse

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de rechtshandeling tot oprichting van het agentschap ter uitvoering van het wetenschapsbeleid

In werking getreden wetgeving

KWARTAAL 2

2022

Inwerkingtreding van de rechtshandeling inzake de verantwoordelijkheden, functies en activiteiten van de instantie die het wetenschapsbeleid uitvoert (onder het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Sport of de regering van de Republiek Litouwen), die bepalingen over het agentschap en de aanvangsdatum bevat.

Alle infrastructuur die nodig is voor de werking van het agentschap dat het wetenschapsbeleid uitvoert, wordt tot stand gebracht. Het agentschap voor de uitvoering van het wetenschapsbeleid zal naar verwachting een actievere deelname van Litouwse aanvragers aan Europese en internationale O & O & I-programma’s bevorderen, wetenschappelijke competenties in de publieke sector ontwikkelen en langetermijnanalyses van onderzoeks- en studieprocessen ontwikkelen.

127

E.1.2. Doeltreffende uitvoering van het innovatiebeleid, toegenomen vraag naar innovatie, ontwikkeld ecosysteem voor startende ondernemingen en ontwikkeling van groene innovatie — E.1.2.1. Doeltreffende uitvoering van het innovatiebeleid door de oprichting van één enkel bureau voor de bevordering van innovatie en de optimalisering van het netwerk van bestaande agentschappen

Mijlpaal

De inwerkingtreding van de resolutie van de regering tot oprichting van het innovatieagentschap en de overdracht van taken op het gebied van innovatiebevordering van andere agentschappen

In werking getreden wetgeving

KWARTAAL 1

2022

Het innovatieagentschap wordt opgericht bij de inwerkingtreding van de resolutie van de regering. Versli Lietuva fungeert als basis voor het innovatieagentschap en de innovatiegerelateerde functies en activiteiten van MITA en LVPA worden overgedragen aan het innovatieagentschap.

INVEGA coördineert zijn activiteiten met betrekking tot innovatiefinanciering met het innovatieagentschap.

Het innovatieagentschap zal het Litouwse innovatiecentrum (LIC) volledig integreren of de LIC wordt gereorganiseerd door de eigendomsrechten van overheidsinstanties in te trekken.

Alle infrastructuur van het agentschap wordt uiterlijk op 31 maart 2022 opgericht.

128

E.1.2 Effectieve uitvoering van innovatiebeleid, toegenomen vraag naar innovatie, ontwikkeld ecosysteem voor startende ondernemingen en ontwikkeling van groene innovatie — E.1.2.1. Doeltreffende uitvoering van het innovatiebeleid door de oprichting van één enkel bureau voor de bevordering van innovatie en de optimalisering van het netwerk van bestaande agentschappen

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de herziene wetgeving inzake innovatieve activiteiten

Inwerkingtreding van wetgeving

KWARTAAL 4

2021

Inwerkingtreding van de herziene en gewijzigde wetgeving inzake innovatieve activiteiten, met inbegrip van de Wet inzake technologie en innovatie en wijziging van Resolutie nr. 982 van 3 oktober 2018 inzake het verlenen van bevoegdheden voor de tenuitvoerlegging van de wet inzake technologie en innovatie van de Republiek Litouwen. De rechtshandelingen worden goedgekeurd door de Seimas, de Litouwse regering en de minister van Economie en Innovatie, afhankelijk van het soort rechtshandeling. Dit treedt in werking bij de publicatie van het register van wettelijke besluiten (E-TAR).

De herziene rechtshandelingen verminderen de lacunes en overlappingen in het beleidskader voor onderzoek en innovatie, harmoniseren de mix van steunmaatregelen en specificeren de institutionele verantwoordelijkheden.

In de herziene wet inzake technologie en innovatie worden instellingen aangewezen die verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling en uitvoering van innovatiebeleid en de beginselen voor de bevordering van innovatiegerelateerde activiteiten.

129

E.1.2. Doeltreffende uitvoering van het innovatiebeleid, toegenomen vraag naar innovatie, ontwikkeld ecosysteem voor startende ondernemingen en ontwikkeling van groene innovatie — E.1.2.1. Doeltreffende uitvoering van het innovatiebeleid door de oprichting van één enkel bureau voor de bevordering van innovatie en de optimalisering van het netwerk van bestaande agentschappen

Mijlpaal

Inwerkingtreding van het nieuwe kader voor stimulansen voor bedrijven om in O & O te investeren

In werking getreden wetgeving

KWARTAAL 4

2022

Inwerkingtreding van herziene regels voor steun voor O & O-maatregelen (ongeveer 20 rechtshandelingen zoals ministeriële besluiten). Het bestaande systeem van stimulansen voor O & O is herzien door uitvoering te geven aan de aanbevelingen van de uitgevoerde studie over O & O-stimulansen voor bedrijven. Het reglement treedt in werking na de bekendmaking ervan in het register van wettelijke besluiten (E-TAR).

De herziene regels moeten: de verschillen en overlappingen tussen de verschillende O &OO-steunmaatregelen verminderen en harmoniseren de mix van steunmaatregelen door duidelijke logische verbanden tot stand te brengen tussen de verschillende financieringsinstrumenten, financieringsinstrumenten en diverse innovatieondersteunende diensten.

130

E.1.2. Doeltreffende uitvoering van het innovatiebeleid, toegenomen vraag naar innovatie, ontwikkeld ecosysteem voor startende ondernemingen en ontwikkeling van groene innovatie — E.1.2.2. Toenemende vraag naar innovatie in Litouwen door het potentieel van overheidsopdrachten te benutten — E.1.2.4. Bevordering van de ontwikkeling van groene innovatie

Doel

Aantal uitgevoerde innovatieve projecten

Aantal

0

155

KWARTAAL 1

2026

Aantal uitgevoerde innovatieve projecten:

155, waarvan:

55 innovatieve projecten op het gebied van overheidsopdrachten,

97 milieuvriendelijke projecten voor de ontwikkeling/uitrol van producten of technologie;

3 industrielab 4.0 ontwikkelingsprojecten ter ondersteuning van de circulaire economie en de groene transitie in de industrie, ondersteund door een subsidie van in totaal maximaal 3 500 000 EUR.

Ontwikkelingsprojecten van het Industry Lab 4.0 kunnen ook financiering ontvangen uit het programma Digitaal Europa.

De selectiecriteria waarborgen de naleving van de technische richtsnoeren „Geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) van ondersteunde transacties in het kader van deze maatregel door gebruik te maken van duurzaamheidstoetsing, een uitsluitingslijst en de vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

131

E.1.2. Doeltreffende uitvoering van het innovatiebeleid, toegenomen vraag naar innovatie, ontwikkeld ecosysteem voor startende ondernemingen en ontwikkeling van groene innovatie — E.1.2.3. Bevordering van de ontwikkeling van het ecosysteem voor startende ondernemingen

Doel

Aantal startende ondernemingen dat investeringen heeft ontvangen

Aantal

0

172

KWARTAAL 1

2026

Aantal start-ups dat steun heeft ontvangen, waarvan:

32 door het innovatiebevorderingsfonds ondersteunde start-ups,

60 startende ondernemingen ondersteund door het gespecialiseerde acceleratieprogramma;

60 start-ups ondersteund door diensten of investeringen in het kader van het internationale acceleratieprogramma;

20 start-ups die de investering hebben ontvangen van de incubator van het Europees Ruimteagentschap.

De selectiecriteria waarborgen de naleving van de technische richtsnoeren „Geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) van ondersteunde transacties in het kader van deze maatregel door gebruik te maken van duurzaamheidstoetsing, een uitsluitingslijst en de vereiste van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.

132

E.1.3. Gezamenlijke missies voor wetenschap en innovatie op het gebied van slimme specialisatie — E.1.3.1. Vaststelling van prioriteiten op het gebied van slimme specialisatie

Mijlpaal

Inwerkingtreding van het herziene concept van slimme specialisatie

In werking getreden wetgeving

KWARTAAL 4

2021

Goedkeuring van een nieuw concept van slimme specialisatie bij besluit van de Litouwse regering voor de periode tot en met 31 december 2027. In het concept worden drie prioriteiten voor slimme specialisatie en de thematische gebieden binnen deze prioriteiten vastgesteld, alsmede een model voor coördinatie en monitoring van de uitvoering.

133

E.1.3. Gezamenlijke missies voor wetenschap en innovatie op het gebied van slimme specialisatie — E.1.3.2. Ondersteuning van de uitvoering van op missies gebaseerde wetenschaps- en innovatieprogramma’s op het gebied van slimme specialisatie

Doel

Aantal operationele excellentiecentra

Aantal

0

2

KWARTAAL 4

2025

Ingebruikneming van twee excellentiecentra die uit de volgende elementen bestaan:

fysieke infrastructuur (zoals prototyping, proeflijnen enz.)

verlening van relevante diensten (zoals certificering en beheer van intellectuele eigendom)

134

E.1.3. Gezamenlijke missies voor wetenschap en innovatie op het gebied van slimme specialisatie — E.1.3.2. Ondersteuning van de uitvoering van op missies gebaseerde wetenschaps- en innovatieprogramma’s op het gebied van slimme specialisatie

Doel

O &O-projecten voltooid via drie op missies gebaseerde wetenschaps- en innovatieprogramma’s

Aantal

0

21

KWARTAAL 2

2026

21 O &O-projecten voltooid, die gericht zullen zijn op drie strategieën voor slimme specialisatie. De projecten worden voorbereid in overeenstemming met op missies gebaseerde richtsnoeren voor wetenschaps- en innovatieprogramma’s. De projecten worden geselecteerd tijdens de aanbestedingsprocedure, met een taakomschrijving met inbegrip van subsidiabiliteitscriteria die waarborgen dat de geselecteerde projecten voldoen aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01) door gebruik te maken van een uitsluitingslijst en de eis dat de relevante EU- en nationale milieuwetgeving wordt nageleefd.

135

E.1.3.

Gezamenlijke missies voor wetenschap en innovatie op het gebied van slimme specialisatie — E.1.3.3. Wetenschap en bedrijfsleven aanmoedigen om deel te nemen aan het EU-programma voor onderzoek en innovatie Horizon Europa en andere internationale financieringsprogramma’s

Doel

Projecten en adviesdiensten voor potentiële aanvragers van het programma Horizon Europa, gefinancierd door instellingen voor hoger onderwijs en kmo’s

Aantal

0

200

KWARTAAL 1

2025

Ten minste 200 projecten en adviesdiensten voor instellingen voor hoger onderwijs en kmo’s worden ondersteund:

a) ten minste 40 — ter ondersteuning van de voorbereiding van haalbaarheidsstudies voor potentiële begunstigden om aan de acties van Horizon Europa deel te nemen;

b) ten minste 160 advies-/deskundigendiensten ter ondersteuning van competenties om deel te nemen aan internationale O & O & I-programma’s.

136

E.1.3. Gezamenlijke missies voor wetenschap en innovatie op het gebied van slimme specialisatie — E.1.3.3. Wetenschap en bedrijfsleven aanmoedigen om deel te nemen aan het EU-programma voor onderzoek en innovatie Horizon Europa en andere internationale financieringsprogramma’s

Doel

Projecten en adviesdiensten voor potentiële aanvragers van het programma Horizon Europa, gefinancierd door instellingen voor hoger onderwijs en onderzoek en kmo’s

 

Aantal

200

477

KWARTAAL 2

2026

Ten minste 477 projecten en adviesdiensten voor instellingen voor hoger onderwijs en onderzoek en kmo’s worden ondersteund:

a) ten minste 90 — ter ondersteuning van de voorbereiding van haalbaarheidsstudies voor potentiële begunstigden om aan de acties van Horizon Europa deel te nemen;

b) ten minste 32 — ondersteuning van de capaciteit voor de uitvoering van projecten in het kader van de Europese Onderzoeksruimte en Horizon Europa;

c) ten minste 24 voor grensoverschrijdende EU-coördinatie-initiatieven;

d) ten minste 24 projecten van instellingen voor hoger onderwijs, onderzoek en kmo’s die positief zijn beoordeeld in de programma’s van Horizon Europa, maar die geen financiering hebben ontvangen (met inbegrip van projecten waaraan het excellentiekeurmerk is toegekend);

ten minste 27 groepsconsultatiesessies ter ondersteuning van competenties om deel te nemen aan internationale O & O & I-programma’s;

f) ten minste 240 advies-/deskundigendiensten ter ondersteuning van competenties om deel te nemen aan internationale O & O & I-programma’s;

ten minste 40 leden van de internationale netwerken.

De projecten worden gebaseerd op het door het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Sport, het ministerie van Economie en Innovatie, de Onderzoeksraad van Litouwen, MITA en STRATA ontwikkelde acceleratieplan van Horizon Europa, dat wordt goedgekeurd door de minister van Onderwijs, Wetenschap en Sport. De projecten worden geselecteerd via de procedure van een oproep tot het indienen van voorstellen.

137

E.1.3. Gezamenlijke missies voor wetenschap en innovatie op het gebied van slimme specialisatie — E.1.3.3. Wetenschap en bedrijfsleven aanmoedigen om deel te nemen aan het EU-programma voor onderzoek en innovatie Horizon Europa en andere internationale financieringsprogramma’s

Doel

Functies van wetenschappelijke functionarissen en nationale contactpunten (NCP’s) opgericht

Aantal

0

30

KWARTAAL 2

2026

30 tijdelijke posten behouden tot en met 30 juni 2026, waarvan:

15 posten van de nationale contactpunten van Horizon Europa, die fungeren als de belangrijkste contactpersonen voor Litouwse aanvragers om hen te informeren over het Europese Horizon-programma: zoals bij lopende oproepen, het indienen van voorstellen en het vinden van partners.

15 posten van wetenschappelijk en innovatiemedewerkers in de Litouwse regering (sectorale ministeries en het kabinet van de regering). Hun belangrijkste taken zijn: het verstrekken van advies en het creëren van een cultuur van wetenschappelijk gefundeerde besluitvorming in de publieke sector en het versterken van de samenwerking tussen de wetenschap en de publieke sector.

Het model voor de vaststelling van posten voor wetenschappelijke functionarissen wordt opgesteld in samenwerking met STRATA.

E.3. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor steun via leningen

E.3.1. Investering 1 „Leningen aan ondernemingen voor de ontwikkeling van groene technologieën met een hoge toegevoegde waarde voor industriële ontwikkeling”

Deze maatregel heeft tot doel de toegang van ondernemingen tot financiering voor de ontwikkeling van groene technologieën en technologieën met een hoge toegevoegde waarde en het concurrentievermogen van de Litouwse defensie- en veiligheidsindustrie te verbeteren.

Het ministerie van Economie en Innovatie van de Republiek Litouwen stelt de richtsnoeren voor de ontwikkeling van de defensie- en veiligheidsindustrie 2023-2027 vast bij ministerieel besluit om het concurrentievermogen van de Litouwse defensie- en veiligheidsindustrie te verbeteren.

Voorts zal deze maatregel bestaan uit overheidsinvesteringen in een faciliteit om particuliere investeringen te stimuleren en de toegang tot financiering in groene technologieën en technologieën met een hoge toegevoegde waarde en het concurrentievermogen van de Litouwse defensie- en veiligheidsindustrie te verbeteren. De faciliteit functioneert door het rechtstreeks verstrekken van achtergestelde, gesyndiceerde en directe leningen aan de particuliere sector. Op basis van de investeringen in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit beoogt de faciliteit in eerste instantie ten minste 850 000 000 EUR aan financiering te verstrekken.

De faciliteit wordt beheerd door INVEGA als uitvoerende partner. INVEGA verstrekt schuldfinanciering (medefinanciering van bedrijfsprojecten met particuliere financiële instellingen (voornamelijk in de vorm van achtergestelde leningen) of, wanneer uit een marktonderzoek de noodzaak ervan blijkt, bedrijfsprojecten rechtstreeks te financieren) om:

projecten die bijdragen tot ten minste een van de volgende doelstellingen: ontwikkeling van circulariteit, decarbonisatie, energie-efficiëntie, milieuvriendelijke, afvalarme, geavanceerde, innovatieve en digitale technologieën en productiecapaciteit voor producten met een hoge toegevoegde waarde, of

projecten in de defensie- en veiligheidssector.

Met het oog op de uitvoering van de investering in de faciliteit ondertekenen Litouwen en INVEGA een financieringsovereenkomst (of een wijziging van een bestaande overeenkomst inzake een fonds van fondsen) die de volgende inhoud omvat:

Beschrijving van het besluitvormingsproces van de faciliteit: Het definitieve investeringsbesluit van de faciliteit wordt genomen door een kredietcomité, de raad van bestuur van INVEGA of een ander relevant gelijkwaardig bestuursorgaan en goedgekeurd met een meerderheid van stemmen van leden die onafhankelijk zijn van de regering.

De belangrijkste vereisten van de bijbehorende beleggingsstrategie, waaronder:

De beschrijving van de financiële producten en de in aanmerking komende eindbegunstigden. Voor strategische investeringen (d.w.z. investeringen in defensietechnologieën en -producten die zijn vastgesteld in het jaarlijkse werkprogramma voor het Europees Defensiefonds; investeringen in de ruimtevaart in atoomklokken, strategische lanceersystemen; ruimteproducten; en investeringen die uitsluitend gericht zijn op de ontwikkeling en uitrol van instrumenten en oplossingen op het gebied van cyberbeveiliging, ook wanneer deze deel uitmaken van de uitrol of modernisering van digitale netwerken en data-infrastructuur) eindbegunstigden staan niet onder zeggenschap van een derde land of entiteiten uit derde landen en hebben hun uitvoerend beheer in de Unie, behalve voor investeringen van minder dan 10 000 000 EUR. Indien de eindbegunstigde betrokken is bij een strategische investering op het gebied van 5G-connectiviteit, zijn de maatregelen en risicobeperkingsplannen overeenkomstig de toolbox voor 5G-cyberbeveiliging ook van toepassing op zijn leveranciers. Dergelijke leveranciers zijn met name verkopers van telecommunicatieapparatuur en fabrikanten en andere derde leveranciers, zoals cloudinfrastructuuraanbieders, verleners van beheerde diensten, systeemintegrators, beveiligings- en onderhoudscontractanten, fabrikanten van transmissieapparatuur. Wanneer de eindbegunstigde betrokken is bij een strategische investering op defensiegebied, geldt deze beperking ook voor zijn leveranciers en onderaannemers. De hierboven uiteengezette beperkingen met betrekking tot het ontbreken van zeggenschap door een derde land of entiteit uit een derde land zijn niet van toepassing op een specifieke financierings- en investeringsverrichting wanneer de eindbegunstigde kan aantonen dat hij een juridische entiteit is waarvoor de lidstaat waarin hij is gevestigd, een garantie heeft goedgekeurd overeenkomstig de beginselen betreffende in aanmerking komende entiteiten die zijn uiteengezet in de desbetreffende bepalingen van de verordening betreffende het Europees Defensiefonds („EDF”) of de ontheffing van de Commissie die is verleend overeenkomstig de beginselen betreffende in aanmerking komende entiteiten die zijn vastgesteld in de desbetreffende bepalingen van de ruimtevaartverordening. De uitvoerende partner moet de regering in kennis stellen van elke afwijking van de beperkingen.

De vereiste dat alle gesteunde investeringen financieel levensvatbaar moeten zijn.

  1. Het vereiste om te voldoen aan het beginsel „geen ernstige afbreuk doen”, zoals uiteengezet in de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01). In de beleggingsstrategie worden met name de volgende activiteiten en activa niet in aanmerking genomen: I) activiteiten en activa in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 15 , ii) activiteiten en activa in het kader van het emissiehandelssysteem van de EU (ETS) die leiden tot verwachte broeikasgasemissies die niet lager zijn dan de relevante benchmarks 16 , iii) activiteiten en activa in verband met stortplaatsen voor afval, verbrandingsinstallaties 17 en installaties voor mechanische biologische behandeling 18 . Voorts vereist de investeringsstrategie dat de eindbegunstigden van de faciliteit de relevante EU- en nationale milieuwetgeving naleven.

De eis dat eindbegunstigden van de faciliteit geen steun uit andere instrumenten van de Unie ontvangen om dezelfde kosten te dekken.

Het bedrag dat onder de financieringsovereenkomst (of een wijziging van een bestaande fondsovereenkomst) valt, de vergoedingsstructuur voor de uitvoerende partner en de vereiste om eventuele terugvloeiende middelen te herinvesteren overeenkomstig de investeringsstrategie van de faciliteit, tenzij deze worden gebruikt voor de aflossing van leningen in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht.

Monitoring-, audit- en controlevereisten, met inbegrip van:

De beschrijving van de belangrijkste beginselen van het monitoringsysteem van de uitvoerende partner om verslag uit te brengen over de gemobiliseerde investeringen.

De beschrijving van de belangrijkste beginselen van de procedures van de uitvoerende partner die gericht zijn op het voorkomen, opsporen en corrigeren van fraude, corruptie en belangenconflicten bij de activiteiten van de uitvoerende partner.

De verplichting om na te gaan of elke concrete actie voor financiering in aanmerking komt overeenkomstig de vereisten van de uitvoeringsovereenkomst, alvorens zich ertoe te verbinden een concrete actie te financieren.

De verplichting om risicogebaseerde controles achteraf uit te voeren in overeenstemming met een intern controleplan van INVEGA. Bij deze controles wordt nagegaan i) of de controlesystemen van INVEGA doeltreffend zijn, met inbegrip van de opsporing van fraude, corruptie en belangenconflicten; naleving van het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” en de staatssteunregels; en iii) dat wordt voldaan aan het vereiste dat de eindbegunstigden van de faciliteit geen steun uit andere instrumenten van de Unie hebben ontvangen om dezelfde kosten te dekken. Bij de audits wordt ook nagegaan of de transacties wettig zijn en of de voorwaarden van de toepasselijke financieringsovereenkomst (of een wijziging van een bestaande overeenkomst inzake het Fonds van Fondsen) worden nageleefd.

De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk op 31 augustus 2026 zijn voltooid.

E.4. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering van steun via leningen

Nr.

Gerelateerde maatregel (hervorming of investering)

Milestone/

Doel

Titel

Kwalitatieve indicatoren 
(voor stenen)

Kwantitatieve indicatoren 
(voor streefcijfers)

Indicatieve termijn voor voltooiing

Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal en elk streefdoel

Eenheid

Basislijn

Doelstelling

Kwartaal

Jaar

137 bis

E.3.1. Leningen aan ondernemingen voor de ontwikkeling van groene technologieën met een hoge toegevoegde waarde voor industriële ontwikkeling

Mijlpaal

Richtsnoeren voor industriële ontwikkeling op defensie- en veiligheidsgebied 2023-2027

Inwerkingtreding van de richtsnoeren voor industriële ontwikkeling op defensie- en veiligheidsgebied 2023-2027

KWARTAAL 2

2023

Goedkeuring en inwerkingtreding van richtsnoeren voor de ontwikkeling van de defensie- en veiligheidsindustrie 2023-2027, bij besluit van het ministerie van Economie en Innovatie van de Republiek Litouwen, ter verbetering van het concurrentievermogen van de Litouwse defensie- en veiligheidsindustrie.

137b

E.3.1. Leningen aan ondernemingen voor de ontwikkeling van groene technologieën met een hoge toegevoegde waarde voor industriële ontwikkeling

Mijlpaal

Financieringsovereenkomst (of een wijziging van een bestaande overeenkomst inzake een fonds van fondsen)

Inwerkingtreding van de financieringsovereenkomst (of een wijziging van een bestaande overeenkomst inzake een fonds van fondsen)

KWARTAAL 4

2024

Inwerkingtreding van de financieringsovereenkomst (of een wijziging van een bestaande overeenkomst inzake een fonds van fondsen)

137c 

E.3.1. Leningen aan ondernemingen voor de ontwikkeling van groene technologieën met een hoge toegevoegde waarde voor industriële ontwikkeling

Mijlpaal 

Publicatie van de oproep tot kandidaatstelling door INVEGA

Publicatie uitnodiging tot het indienen van voorstellen

 

 

 

KWARTAAL 1

2025 

INVEGA doet een oproep aan ondernemingen om leningen aan te vragen overeenkomstig de in de beschrijving van de maatregel gespecificeerde vereisten.

137d

E.3.1. Leningen aan ondernemingen voor de ontwikkeling van groene technologieën met een hoge toegevoegde waarde voor industriële ontwikkeling

Doel

Juridische overeenkomsten met eindbegunstigden

%

0 %

20 %

KWARTAAL 3

2025 

INVEGA moet juridische financieringsovereenkomsten met eindbegunstigden hebben gesloten voor een bedrag dat nodig is om ten minste 20 % van de RRF-investeringen in de faciliteit te gebruiken (rekening houdend met beheersvergoedingen).

137e

E.3.1. Leningen aan ondernemingen voor de ontwikkeling van groene technologieën met een hoge toegevoegde waarde voor industriële ontwikkeling

Doel

Juridische overeenkomsten met eindbegunstigden

%

20 %

100 %

KWARTAAL 2

2026

INVEGA moet juridische financieringsovereenkomsten met eindbegunstigden hebben gesloten voor een bedrag dat nodig is om ten minste 100 % van de RRF-investeringen in de faciliteit te gebruiken (rekening houdend met beheersvergoedingen).

137f

E.3.1. Leningen aan ondernemingen voor de ontwikkeling van groene technologieën met een hoge toegevoegde waarde voor industriële ontwikkeling

Mijlpaal

Voltooiing van de investering in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit

Certificaat of ander gelijkwaardig bewijs van overdracht

KWARTAAL 2

2026

Litouwen draagt 850 000 000 EUR over aan INVEGA voor de faciliteit.

Dit onderdeel van het Litouwse herstel- en veerkrachtplan draagt bij tot het aanpakken van uitdagingen in verband met het belastingstelsel, de naleving van de belastingwetgeving, het begrotingskader, het personeelsbeheer in de overheidssector en het beheer van insolventie van ondernemingen. De doelstelling van de component is de naleving van de belastingwetgeving te verbeteren en het belastingstelsel in evenwicht te brengen; verbeteren van het personeelsbeheer in de publieke sector; verbetering van de begrotingsplanning en het uitgavenbeheer op middellange termijn; de financiële onafhankelijkheid van gemeenten vergroten; en om de verscheidenheid aan financiële instrumenten te vergroten om overheidsinvesteringen te stimuleren.

De component bevat maatregelen die erop gericht zijn de belastinggrondslag te verbreden tot bronnen die minder schadelijk zijn voor de groei, alsmede juridische en technische maatregelen om de naleving van de belastingwetgeving te verbeteren en de opzet van het belasting- en uitkeringsstelsel te verbeteren om inkomensongelijkheid en armoede te helpen verminderen. Het bevat ook verscheidene hervormingsmaatregelen in verband met het begrotingskader: invoering van een budgettaire planning en uitgaventoetsingen op middellange termijn, verfijning van procedures voor begrotingswijzigingen, bevordering van het gebruik van publiek-private partnerschappen in het proces van overheidsinvesteringen, herziening van de structuur van de gemeentelijke inkomsten, consolidatie van vier nationale ontwikkelingsinstellingen in één overheidsinstantie en ontwikkeling van vier digitale instrumenten die bedrijven naar verwachting zullen helpen insolventierisico’s te beheren. Daarnaast omvat de component een hervorming van het personeelsbeheer en de ontwikkeling van het personeel in de overheidssector.

De component draagt bij tot de uitvoering van de landspecifieke aanbeveling om de naleving van de belastingwetgeving te verbeteren en de belastinggrondslag uit te breiden tot bronnen die minder schadelijk zijn voor de groei (landspecifieke aanbeveling 1 2019). Door extra belastinginkomsten en potentiële besparingen dankzij uitgaventoetsingen draagt de component ook bij tot de uitvoering van aanbevelingen ter versterking van het belasting- en uitkeringsstelsel (landspecifieke aanbeveling 1 2019 en landspecifieke aanbeveling 2 2020). Een aantal maatregelen in verband met het begrotingskader draagt bij tot efficiëntere overheidsinvesteringen (landspecifieke aanbeveling 3 2019).

Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het herstel- en veerkrachtplan overeenkomstig de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” (2021/C58/01).

F.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

F.1.1. Hervorming 1 „Een efficiënte publieke sector”

Deze hervorming heeft tot doel het ambtenarenapparaat te hervormen door de administratieve processen, het personeelsbeheer te verbeteren en de klantgerichtheid in de overheidssector te versterken. De tenuitvoerlegging van deze hervorming vereist de goedkeuring van de desbetreffende wetgeving, met inbegrip van wijzigingen van de ambtenarenwet.

Deze hervorming bestaat uit twee submaatregelen: (1) modernisering van het systeem voor personeelsbeheer in de overheidssector (submaatregel 1); (2) invoering van een gecentraliseerd opleidingssysteem voor de ontwikkeling van competenties in de overheidssector (submaatregel 2).

F.1.1.1 Submaatregel 1: Modernisering van het personeelsbeheersysteem in de overheidssector

Het doel van deze submaatregel is de modernisering van het personeelsbeheersysteem in de overheidssector. Verwacht wordt dat zij de processen voor personeelsbeheer efficiënter zal maken, waardoor gecentraliseerd talent en loopbaanbeheer mogelijk worden.

De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

F.1.1.2 Submaatregel 2: Opzetten van een gecentraliseerd opleidingssysteem voor de ontwikkeling van competenties in de overheidssector

Het doel van deze submaatregel is het opzetten van opleidingsmodules die gericht zijn op digitale, financiële analytische en leiderschapsvaardigheden binnen een gecentraliseerd opleidingssysteem voor de ontwikkeling van competenties van werknemers in de publieke sector.

Er moeten ten minste 16 000 opleidingen worden voltooid over digitale, financiële analytische of leidinggevende vaardigheden.

De submaatregel moet uiterlijk op 31 maart 2026 zijn voltooid.

F.1.2. Hervorming 2 „Een eerlijker en groeivriendelijker belastingstelsel”

Doel van de hervorming is de voorwaarden te scheppen om het belastingstelsel weer in evenwicht te brengen door te zorgen voor een sociaal rechtvaardigere, groeivriendelijke belastingstructuur en consumenten aan te moedigen hun gedrag te veranderen door middel van belastingen om zich aan te passen aan de veranderende behoeften van de samenleving. Deze hervorming bestaat uit drie submaatregelen: (1) de afschaffing van belastingvrijstellingen en bijzondere belastingregelingen die inefficiënt zijn, niet langer de prioriteiten van de staat weerspiegelen of niet in overeenstemming zijn met de Green Deal (submaatregel 1); (2) verdere verbreding van de belastinggrondslag tot bronnen die de economische groei niet belemmeren (submaatregel 2); (3) een beoordeling van de doeltreffendheid van de belasting- en socialezekerheidsbijdragen bij het voorkomen van armoede en het verminderen van inkomensongelijkheid (submaatregel 3).

F.1.2.1. Submaatregel 1: De afschaffing van belastingvrijstellingen en bijzondere belastingregelingen die inefficiënt zijn, niet langer de prioriteiten van de staat weerspiegelen of niet in overeenstemming zijn met de Green Deal.

Het doel van deze maatregel is om belastingvrijstellingen en bijzondere belastingregelingen vast te stellen die inefficiënt zijn, niet langer de prioriteiten van de staat weerspiegelen of niet in overeenstemming zijn met de Green Deal, en de respectieve belastingwetten te wijzigen. Het ministerie van Financiën voert een kosten-batenanalyse uit en stelt de nodige wijzigingen van de door het parlement aan te nemen wetgeving op. De wijzigingen treden uiterlijk op 31 maart 2023 in werking.

De submaatregel moet uiterlijk op 31 maart 2023 zijn voltooid.

F.1.2.2. Submaatregel 2: Verdere verbreding van de belastinggrondslag tot bronnen die de economische groei niet belemmeren

Het doel van deze maatregel is de belastinggrondslag uit te breiden tot bronnen die de economische groei niet belemmeren. Het ministerie van Financiën stelt een studie op naar de mogelijkheden om de belastinggrondslag te verbreden en stelt de nodige wijzigingen van de door het parlement aan te nemen wetgeving op. De analyse zal zich toespitsen op de onroerendgoedbelasting, accijnzen op energieproducten en andere groene belastingen. De wijzigingen treden uiterlijk op 31 maart 2023 in werking.

De submaatregel moet uiterlijk op 31 maart 2023 zijn voltooid.

F.1.2.3. Submaatregel 3: Een beoordeling van de doeltreffendheid van de belasting- en socialezekerheidsbijdragen bij het voorkomen van armoede en het verminderen van inkomensongelijkheid

Het doel van deze maatregel is de personenbelasting en de socialezekerheidsbijdragen aan te passen om armoede beter te voorkomen en inkomensongelijkheid te verminderen. Het ministerie van Financiën stelt een studie op over mogelijke aanpassingen van de personenbelasting en de socialezekerheidsbijdragen en stelt de noodzakelijke wijzigingen van de wetgeving op die door het parlement moeten worden aangenomen. De amendementen worden uiterlijk op 31 december 2022 door het Parlement aangenomen, zodat zij niet eerder dan 2024 van kracht worden.

De submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2022 zijn voltooid.

F.1.3. Hervorming 3 „Duurzaamheid en transparantie van de nationale begroting op lange termijn”

Het doel van de hervorming is de houdbaarheid van de staats- en gemeentelijke begrotingen op lange termijn, de transparantie van de budgettering op middellange termijn en de financiering van overheidsdiensten te vergroten. Het is ook gericht op uitgaventoetsingen en manieren om de financiële onafhankelijkheid van gemeenten te vergroten. Deze hervorming bestaat uit vijf submaatregelen: (1) verbeteringen van het begrotingskader (submaatregel 1); (2) uitgaventoetsingen (submaatregel 2); (3) verbetering van de structuur van de gemeentelijke inkomsten (submaatregel 3); (4) bevordering van publiek-private partnerschappen (submaatregel 4); (5) consolidatie van de nationale stimuleringsinstellingen (submaatregel 5).

F.1.3.1. Submaatregel 1: Verbeteringen van het begrotingskader

Het doel van deze submaatregel is het opstellen en goedkeuren van methodologieën voor de begroting op middellange termijn en de berekening van de basiskosten. Het is ook de bedoeling de wijzigingen van de wet inzake de begrotingsstructuur aan te nemen om de regels voor begrotingswijzigingen te verduidelijken. Daarnaast wordt het begrotingsinstrument binnen het strategisch beheersinformatiesysteem operationeel om de budgettering op middellange termijn te automatiseren. Voor de periode van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2027 wordt een begroting voor de middellange termijn opgesteld en goedgekeurd door de regering.

De submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2024 zijn voltooid.

F.1.3.2. Submaatregel 2: Uitgaventoetsingen

Het doel van deze submaatregel is een concept van uitgaventoetsingen te ontwikkelen en de eerste uitgebreide uitgaventoetsing uit te voeren. De resultaten van de uitgebreide uitgaventoetsing worden openbaar gemaakt en worden meegenomen in de voorbereiding van de eerste begrotingen voor de middellange termijn voor de periode van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2027.

De submaatregel moet uiterlijk op 31 maart 2024 zijn voltooid.

F.1.3.3. Submaatregel 3: Verbetering van de structuur van de gemeentelijke inkomsten

Het doel van deze submaatregel is na te gaan hoe de structuur van de gemeentelijke inkomsten kan worden verbeterd, met name door het aandeel van de inkomsten dat rechtstreeks door de gemeenten wordt bepaald, te verhogen. Voor de uitvoering van deze hervorming moet de wet inzake de methode voor de vaststelling van de gemeentelijke begrotingsinkomsten worden gewijzigd en moeten analytische instrumenten worden gecreëerd waarmee gemeentelijke begrotingsindicatoren kunnen worden vergeleken en de gemeentelijke capaciteit om inkomsten te genereren kan worden beoordeeld.

De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2023 zijn voltooid.

F.1.3.4. Submaatregel 4: Bevordering van publiek-private partnerschappen

Het doel van deze submaatregel is een wetgevingspakket op te stellen en goed te keuren dat:

de uitvoering van publiek-private partnerschappen mogelijk te maken op de strategisch belangrijkste gebieden, zoals energie-efficiëntie, hernieuwbare energiebronnen, duurzaam vervoer en gebieden met de grootste investeringsbehoeften, zoals justitie, openbare orde en openbare veiligheid;

helpen bij het aantrekken van particuliere investeerders voor openbare projecten door te voorzien in duurzame investeringsplannen voor de lange termijn en door evenwichtige, wederzijds voordelige mechanismen voor risicoverdeling te ontwikkelen;

het samenvoegen van gemeentelijke investeringsprojecten mogelijk te maken, wat ze aantrekkelijker zou maken voor investeerders;

gemeenten in staat stellen deel te nemen aan publiek-private partnerschapsprogramma’s die door de staat worden georganiseerd, waardoor de administratieve kosten naar verwachting zullen dalen.

De submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2023 zijn voltooid.

F.1.3.5. Submaatregel 5: Consolidatie van de nationale ontwikkelingsinstellingen

Het doel van deze submaatregel is vier nationale ontwikkelingsinstellingen in één overheidsinstantie te consolideren. Het doel van de instelling is de kennis en competenties te concentreren in één sterke nationale ontwikkelingsinstelling, INVEGA, om de operationele praktijken en het beheer van de nationale ontwikkelingsinstellingen te harmoniseren en te optimaliseren, de voorwaarden te scheppen voor het aantrekken van institutionele beleggers, het publiek-private partnerschap te versterken en het aanbod van financiële instrumenten voor de financiering van financieel levensvatbare projecten duurzaam te vergroten.

De submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2023 zijn voltooid.

F.1.4. Hervorming 4 „Verbetering van de naleving van de belastingwetgeving”

Het doel van deze hervorming is de naleving van de belastingwetgeving in sectoren met een hoog risico te verbeteren en de transparantie van transacties te vergroten. Deze hervorming bestaat uit vijf submaatregelen: (1) meer transparantie in de handel in gebruikte voertuigen (submaatregel 1); (2) eerlijke belastingheffing op online economische activiteiten (submaatregel 2); (3) beperking van het gebruik van contanten (submaatregel 3); (4) toekomstige belastingbetalers financieel geletterd (submaatregel 4); (5) meer transparantie in de bouwsector (submaatregel 5).

F.1.4.1. Submaatregel 1: Meer transparantie in de handel in gebruikte voertuigen

Het doel van deze submaatregel is de controle op de verkoop van gebruikte voertuigen te verbeteren door gegevens over de werkelijke eigenaars en verkopers ervan te verzamelen. Met de inwerkingtreding van de wijzigingen van de wet op de verkeersveiligheid is een boekhoudsysteem ingevoerd om de werkelijke verkopers en eigenaars van voertuigen te identificeren en ervoor te zorgen dat hun fiscale verplichtingen worden nagekomen. Toegang tot de gegevens van het boekhoudsysteem van de voertuigeigenaren is gewaarborgd voor de nationale belastinginspectie.

De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2021 zijn voltooid.

F.1.4.2. Submaatregel 2: Eerlijke belastingheffing op online economische activiteiten

Het doel van deze submaatregel is de nationale wetgeving te wijzigen om onlineplatforms ertoe te verplichten uiterlijk op 31 januari van het jaar volgend op het kalenderjaar waarop de informatie betrekking heeft, gegevens over transacties op onlineplatforms te verzamelen en aan de belastingautoriteiten te melden. De nationale belastinginspectie ontvangt de eerste reeks gegevens uiterlijk op 31 maart 2024.

De submaatregel moet uiterlijk op 31 maart 2024 zijn voltooid.

F.1.4.3. Submaatregel 3: Beperking van het gebruik van contant geld

Het doel van deze submaatregel is de nationale wetgeving te wijzigen om het gebruik van contant geld in bepaalde economische sectoren en/of voor bepaalde soorten transacties te beperken, teneinde de omvang van de schaduweconomie te verkleinen. Wijzigingen van de wetgeving worden voorgesteld op basis van de door het ministerie van Financiën uitgevoerde analyse.

De submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2022 zijn voltooid.

F.1.4.4. Submaatregel 4: Toekomstige belastingbetalers financieel geletterd

Deze submaatregel heeft tot doel onderwijsmateriaal te ontwikkelen voor leerlingen en studenten om hun inzicht in belastingen en belastingnaleving te vergroten. Daarnaast wordt in scholen een infrastructuur voor contante betalingen ontwikkeld en krijgen de leerlingen elektronische leerlingenkaarten met een betaalfunctie. Voorts wordt een informatiecampagne over belastingen en de activiteiten van de belastingdienst georganiseerd.

De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

F.1.4.5. Submaatregel 5: Meer transparantie in de bouwsector

Deze submaatregel is gericht op de ontwikkeling van een digitaal instrument (het ID-systeem van gebouwen) dat de verplichte registratie van personen die in de bouwsector werkzaam zijn en de identificatie van dergelijke personen met een speciale identificatiecode van de bouwer mogelijk maakt. De nationale autoriteiten voeren uiterlijk op 31 december 2025 1400 geplande inspecties uit en nog eens 30 % van de niet-routinematige inspecties om na te gaan of werknemers zijn geregistreerd in het ID-systeem van de bouwer en of zij speciale identiteitscodes van de bouwer hebben. Deze maatregel draagt bij tot een betere opsporing van gevallen van illegaal werk.

Deze submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.

F.1.5. Hervorming 5 „Instrumenten voor bedrijven om insolventierisico’s te beheren”

Het doel van deze hervorming is bedrijven te helpen de mechanismen voor zelfcontrole te versterken wanneer zij met insolventierisico’s worden geconfronteerd, en overheidsinstanties te betrekken om dergelijke bedrijven te adviseren. Voor de uitvoering van deze hervorming zijn vier digitale instrumenten nodig ter ondersteuning van bedrijven die met insolventierisico’s worden geconfronteerd:

het insolventieportaal;

een digitaal instrument (een wizard) dat helpt bij het opstellen van een herstructureringsplan voor een onderneming;

een digitaal instrument (een wizard) dat helpt bij het waarderen van activa om internationale waarderingsnormen toe te passen door op één plaats beste praktijken, voorbeelden en toelichtingen te verstrekken;

een instrument om de waardering van activa en transacties te vergelijken.

Deze hervorming wordt uiterlijk op 31 december 2025 voltooid.

F.1.6. Hervorming 6. „Slimme belastingdienst om de btw-kloof sneller te verkleinen”

Het doel van de hervorming is de gegevensanalyse en besluitvormingsprocessen van de nationale belastinginspectie en de Litouwse douane te moderniseren door gebruik te maken van geavanceerde analysemethoden en -methoden die gebaseerd zijn op het gebruik van artificiële intelligentie, en de competenties van hun personeel te vergroten. Deze hervorming bestaat uit zes submaatregelen: (1) invoering van nieuwe instrumenten voor gegevensanalyse bij de nationale belastinginspectie (submaatregel 1); (2) verbetering van de gegevenskwaliteit van de nationale belastinginspectie en van andere instellingen (submaatregel 2); (3) robotisering van bedrijfsprocessen bij de nationale belastinginspectie (submaatregel 3); (4) digitalisering van de accijnszegels (submaatregel 4); (5) nieuwe instrumenten voor gegevensanalyse en modernisering van de IT-systemen van de douane (submaatregel 5); (6) verbetering van de bevoegdheden van het personeel van de nationale belastinginspectie en de submaatregel douane van Litouwen (submaatregel 6).

F.1.6.1. Submaatregel 1: Invoering van nieuwe instrumenten voor gegevensanalyse bij de nationale belastinginspectie

Deze submaatregel is gericht op de invoering van nieuwe instrumenten die aanvullende ongestructureerde gegevens bevatten en risicoprofielen voor belastingplichtigen berekenen. De resultaten van een dergelijke analyse worden ter beschikking gesteld van belastingplichtigen, zodat zij hun gedrag met betrekking tot de naleving van de belastingwetgeving kunnen aanpassen.

Deze submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

F.1.6.2. Submaatregel 2: Verbetering van de kwaliteit van de gegevens van de nationale belastinginspectie en van andere instellingen

Het doel van deze submaatregel is een geïntegreerde metagegevensbasis van de nationale belastinginspectie op te bouwen en de relevante methodologie (aanbevelingen) voor openbare financiële instellingen (de nationale belastinginspectie, de Rijksraad voor sociale verzekeringen, het ministerie van Financiën en de Douane) te verstrekken. De gegevensuitwisseling met de metagegevensbasis wordt geregeld door de inwerkingtreding van een door de nationale belastinginspectie vastgestelde rechtshandeling. De gegevenskwaliteit in de metagegevensbasis wordt gewaarborgd door ingevoerde algoritmen en procedures voor de controle van de gegevenskwaliteit.

Deze submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

F.1.6.3. Submaatregel 3: Robotisering van bedrijfsprocessen bij de nationale belastinginspectie

Het doel van deze submaatregel is licenties te verwerven voor de software voor robotische procesautomatisering en deze te gebruiken voor de automatisering van twee bedrijfsprocessen van de nationale belastinginspectie:

uitvaardiging van besluiten en protocollen voor schendingen van het bestuursrecht;

herziening van oude achterstallige belastingen en boetes.

Deze submaatregel moet uiterlijk op 31 Mach 2022 zijn voltooid.

F.1.6.4. Submaatregel 4: Digitalisering van de accijnszegels

Het doel van deze submaatregel is de mogelijkheden te onderzoeken om papieren accijnszegels die momenteel worden gebruikt om de markt tegen illegale alcoholhoudende dranken te beschermen, te vervangen door digitale oplossingen voor de etikettering van dergelijke producten door middel van een proefproject. Op basis van de resultaten van het proefproject beslist de nationale belastinginspectie of een speciale module wordt ontwikkeld die de elektronische etikettering van alcoholhoudende dranken mogelijk maakt.

Deze submaatregel moet uiterlijk op 31 Mach 2024 zijn voltooid.

F.1.6.5. Submaatregel 5: Nieuwe instrumenten voor gegevensanalyse en modernisering van de IT-systemen van de douane

Het doel van deze submaatregel is de invoering van nieuwe instrumenten voor gegevensanalyse die ook nieuwe gegevens uit aanvullende gegevensbronnen verzamelen. Dit zal het fiscaal risicobeheer op de volgende gebieden verbeteren:

  • beoordeling van de douaneaangifte;

  • beheer van de garantie;

  • toepassing en validering van tariefmaatregelen;

  • identificatie van de informatiebronnen die moeten worden gebruikt voor het proces van vaststelling van de douanewaarde.

Daarnaast worden de IT-systemen van de Litouwse douane geüpgraded door een interface tot stand te brengen:

tussen het systeem voor de presentatie van goederen voor douanecontrole, voertuigen en goederen en verkeersbeheersystemen;

met IT-systemen van ten minste vijf partners die de toegang van vervoermiddelen tot plaatsen waar goederen bij de douane worden aangebracht beheren, goedgekeurd door de douaneautoriteiten, en/of het verkeer van voertuigen of zendingen controleren (zoals de nationale belastinginspectie, het directoraat infrastructuur voor grensovergangen onder het ministerie van Vervoer en Communicatie en AB Lietuvos geležinkeliai, Klaipėda State Seaport Authority).

Deze submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.

F.1.6.6. Submaatregel 6: Verbetering van de bevoegdheden van het personeel van de nationale belastinginspectie en de Litouwse douane

Het doel van deze submaatregel is de ontwikkeling van een digitaal opleidingsinstrument dat bestaat uit een systeem voor opleidingsbeheer en -administratie en acht opleidingsmodules voor douanebeambten en klanten. Daarnaast wordt beoogd een opleidingsinstrument te creëren voor het personeel van de nationale belastinginspectie op het gebied van gegevensanalyse, belastingcontrole, waarborging van de naleving van de belastingwetgeving en verbetering van de competentie om vreemde talen te leren. Deze opleidingen moeten worden voltooid door 800 werknemers van de nationale belastinginspectie en 250 werknemers en klanten van de Litouwse douane.

Deze submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.

F.1.7. Hervorming 7. „Ontwikkeling van een ecosysteem voor elektronische documenten”

Doel van de hervorming is bedrijven in staat te stellen op geautomatiseerde wijze elektronische informatie en gegevens uit te wisselen met overheidsinstanties. De hervorming is gericht op gegevens van kasregisters, aankoopbonnen en vrachtbrieven. Wijzigingen van de wet op de belastingdienst en andere wetgeving voorzien in verplichte vereisten voor de digitalisering van eerder genoemde documenten en de overdracht ervan aan de autoriteiten. De gewijzigde wetgeving treedt uiterlijk op 31 december 2025 in werking. Deze hervorming omvat ook twee submaatregelen: (1) het creëren van een oplossing om e-ontvangsten mogelijk te maken (submaatregel 1); (2) het creëren van een oplossing om internationale e-zendingen mogelijk te maken (submaatregel 2).

F.1.7.1. Submaatregel 1: Totstandbrenging van een oplossing om e-inkomsten mogelijk te maken

Het doel van deze submaatregel om een prototype e-ontvangstbewijs te creëren en in de IT-systemen van de nationale belastinginspectie in te voeren. De nationale belastinginspectie stelt het ook ter beschikking van het bedrijfsleven.

Deze submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2024 zijn voltooid.

F.1.7.2. Submaatregel 2: Totstandbrenging van een oplossing om internationale e-zendingen mogelijk te maken

Het doel van deze submaatregel is de aanpassing van het Slimme Belastingstelsel, dat wordt beheerd door de nationale belastinginspectie, ter ondersteuning van elektronische vrachtdocumenten en de uitwisseling daarvan met andere landen.

Deze submaatregel moet uiterlijk op 30 september 2025 zijn voltooid.

F.1.8. Hervorming 8. „Één loket voor het betalen van boetes”

Het doel van de hervorming is het verbeteren van het beheer van boetes. Om deze hervorming ten uitvoer te leggen, moet een pakket juridische documenten worden aangenomen, met inbegrip van wijzigingen van de wet op de belastingdienst, zodat de nationale belastinginspectie het merendeel van de door de staat opgelegde boetes en economische sancties kan beheren. De uitvoering van de hervorming vereist aanpassingen van de informatiesystemen van de nationale belastinginspectie.

Deze hervorming wordt uiterlijk op 30 juni 2026 voltooid.

F.1.9. Hervorming 9. „Opslagsysteem voor audits en controles”

Het doel van de investering in een opslagsysteem voor audits en controles is ervoor te zorgen dat op het moment van het eerste betalingsverzoek aan de vereisten van het herstel- en veerkrachtplan met betrekking tot gegevensverzameling en monitoring is voldaan. Dit betreft met name het verzamelen van gegevens en het monitoren van de verwezenlijking van mijlpalen en streefdoelen, alsook het verzamelen, opslaan en waarborgen van de toegang tot de gegevens overeenkomstig artikel 22, lid 2, onder d), punten i) tot en met iii), van de RRF-verordening. De respectieve functionaliteiten van het gegevensopslagsysteem worden bevestigd door een auditverslag. De reikwijdte van het auditverslag heeft betrekking op de tijdelijke regelingen en, voor zover reeds van kracht, het nieuwe unieke informatiesysteem voor het beheer van EU-middelen en het herstel- en veerkrachtplan voor de financieringsperiode 2021-2027 (IS2021).

De hervorming wordt uiterlijk op 30 juni 2022 voltooid.

F.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

Nr.

Gerelateerde maatregel (hervorming of investering)

Milestone/

Doel

Titel

Kwalitatieve indicatoren 
(voor stenen)

Kwantitatieve indicatoren 
(voor streefcijfers)

Indicatieve termijn voor voltooiing

Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal en elk streefdoel

Eenheid

Basislijn

Doelstelling

Kwartaal

Jaar

138

F.1.1. Efficiënte overheidssector — F.1.1.1 Modernisering van het systeem voor personeelsbeheer in de overheidssector

Mijlpaal

Modernisering van het personeelsbeheersysteem in de overheidssector

Ingebruikneming van het gemoderniseerde systeem voor personeelsbeheer

KWARTAAL 2

2026

Ingebruikneming van een gemoderniseerd systeem voor personeelsbeheer, dat een nieuw opgericht register van overheidspersoneel en gemoderniseerde IT-oplossingen omvat om de processen voor personeelsbeheer efficiënter te maken en gecentraliseerd talent en loopbaanbeheer mogelijk te maken.

139

F.1.1. Efficiënte overheidssector — F.1.1.2 Invoering van een gecentraliseerd opleidingssysteem voor de ontwikkeling van competenties in de overheidssector

Mijlpaal

Strategische richtsnoeren en opleidingsmodule

Vastgestelde richtsnoeren en opleidingsmodules ontwikkeld

KWARTAAL 3

2024

Strategische richtsnoeren voor de opleiding op lange termijn en de competentieontwikkeling van werknemers in de overheidssector en het uitvoeringsplan van de strategische richtsnoeren worden door de regering van Litouwen vastgesteld.

Opleidingsmodules ter versterking van de competenties van werknemers in de publieke sector worden ontwikkeld door het agentschap voor openbaar beheer. De volgende opleidingsmodules worden ontwikkeld: 1) digitale vaardigheden; 2) financiële analytische vaardigheden; 3) leidinggevende competenties.

141

F.1.1. Efficiënte overheidssector — F.1.1.2 Invoering van een gecentraliseerd opleidingssysteem voor ontwikkelingscompetenties in de overheidssector

Doel

Aantal voltooide opleidingen over digitale, financiële, analytische of leidinggevende vaardigheden

Aantal

0

16 000

KWARTAAL 1

2026

De opleiding in digitale vaardigheden moet worden voltooid door ten minste 4 000 werknemers in de overheidssector.

De opleiding in financiële analytische vaardigheden moet worden voltooid door ten minste 4 000 werknemers in de publieke sector.

De opleiding in leiderschapsvaardigheden moet worden voltooid door 8 000 werknemers in de publieke sector.

142

F.1.2. Een eerlijker en groeivriendelijker belastingstelsel. — F.1.2.1. Afschaffing van belastingvrijstellingen en bijzondere belastingregelingen die inefficiënt zijn, niet langer de prioriteiten van de staat weerspiegelen of niet in overeenstemming zijn met de Green Deal

Mijlpaal

Indiening van de voorstellen op basis van een grondige analyse van de intrekking van belastingvrijstellingen en bijzondere belastingregelingen aan het Parlement

Registratie van ontwerpwijzigingen van de belastingwetgeving in het stelsel van rechtshandelingen

KWARTAAL 2

2022

Op basis van de publicatie van de kosten-batenanalyse van bestaande belastingvrijstellingen en bijzondere belastingregelingen die niet doeltreffend zijn en (of) niet langer de prioriteiten van de staat weerspiegelen, worden ontwerpwijzigingen van de desbetreffende belastingwetgeving opgesteld en aan het parlement voorgelegd.

143

F.1.2. Een eerlijker en groeivriendelijker belastingstelsel — F.1.2.1. Afschaffing van belastingvrijstellingen en bijzondere belastingregelingen die inefficiënt zijn, niet langer de prioriteiten van de staat weerspiegelen of niet in overeenstemming zijn met de Green Deal

Mijlpaal

Inwerkingtreding van wijzigingen van de belastingwetgeving tot afschaffing van belastingvrijstellingen en bijzondere belastingregelingen

Bepalingen betreffende de inwerkingtreding van wijzigingen van de belastingwetgeving

KWARTAAL 1

2023

Inwerkingtreding van wetswijzigingen tot afschaffing van belastingvrijstellingen en bijzondere belastingregelingen die niet langer doeltreffend zijn en (of) niet langer beantwoorden aan de prioriteiten van de staat.

144

F. 1.2. Een eerlijker en groeivriendelijker belastingstelsel — F.1.2.2. Submaatregel 2: Verdere verbreding van de belastinggrondslag tot bronnen die de economische groei niet belemmeren

Mijlpaal

Uitvoering van de voorstellen om milieubelastingen en belastingen op andere bronnen uit te breiden die minder schadelijk zijn voor de economische groei, op basis van een grondige analyse aan het parlement

Registratie van ontwerpwijzigingen van de belastingwetgeving in het stelsel van rechtshandelingen

KWARTAAL 2

2022

Op basis van een studie waarin de opties worden geanalyseerd om milieubelastingen uit te breiden en andere bronnen te belasten die minder schadelijk zijn voor de economische groei, worden ontwerpwijzigingen van de desbetreffende belastingwetgeving opgesteld en aan het parlement voorgelegd.

145

F. 1.2. Een eerlijker en groeivriendelijker belastingstelsel — F.1.2.2. Submaatregel 2: Verdere verbreding van de belastinggrondslag tot bronnen die de economische groei niet belemmeren

Mijlpaal

Inwerkingtreding van wijzigingen in de wetgeving inzake accijnzen, milieubelastingen en onroerendgoedbelastingen

Bepalingen in de wijzigingswetten die de inwerkingtreding van wijzigingen aangeven

KWARTAAL 1

2023

Inwerkingtreding van wijzigingen van de wetten inzake accijnzen, milieubelastingen en onroerendgoedbelasting om de rol van belastingen die de economische groei in de belastingstructuur niet belemmeren, te vergroten.

146

F.1.2. Een eerlijker en groeivriendelijker belastingstelsel — F.1.2.3. Een beoordeling van de doeltreffendheid van de belasting- en socialezekerheidsbijdragen bij het voorkomen van armoede en het verminderen van inkomensongelijkheid

Mijlpaal

Resultaten van de studie over de doeltreffendheid van de personenbelasting en de socialezekerheidsbijdragen bij het terugdringen van armoede en inkomensongelijkheid

De studie is gepubliceerd op de website van het ministerie van Financiën

KWARTAAL 2

2022

Publicatie van een studie waarin de doeltreffendheid van de personenbelasting en de socialezekerheidsbijdragen voor het terugdringen van armoede en inkomensongelijkheid wordt geanalyseerd.

147

F.1.2. Een eerlijker en groeivriendelijker belastingstelsel — F.1.2.3. Een beoordeling van de doeltreffendheid van de belasting- en socialezekerheidsbijdragen bij het voorkomen van armoede en het verminderen van inkomensongelijkheid

Mijlpaal

Inwerkingtreding van wijzigingen van de wetgeving op het gebied van de inkomstenbelasting en de socialezekerheidsbijdragen die niet eerder dan in 2024 in werking moeten treden

Bepalingen in de wetten betreffende de inwerkingtreding van wijzigingen in de wetgeving inzake inkomstenbelasting en socialezekerheidsbijdragen die niet eerder dan 2024 van kracht moeten worden

KWARTAAL 4

2022

Inwerkingtreding van wijzigingen van de wetten inzake inkomstenbelasting en socialezekerheidsbijdragen, op basis van de conclusies van de studie waarin de doeltreffendheid van de personenbelasting en de socialezekerheidsbijdragen voor het terugdringen van armoede en inkomensongelijkheid wordt geanalyseerd, met het oog op de inwerkingtreding ervan ten vroegste in 2024.

148

F.1.3. Duurzaamheid en transparantie van de nationale begroting op lange termijn — F.1.3.1. Verbeteringen van het begrotingskader

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de begrotingsmethode voor de middellange termijn, de methode voor de berekening van de basiskosten en wijzigingen van de wet op de begrotingsstructuur in verband met de herziening van de staatsbegroting.

Bepalingen betreffende de inwerkingtreding van twee methoden en de wet op de begrotingsstructuur

KWARTAAL 2

2024

Inwerkingtreding van:

— de wijzigingen van de wet inzake de begrotingsstructuur, die de regels voor de herziening van de jaarlijkse begrotingen verduidelijken;

— de methode voor de vaststelling van de procedures voor de begroting op middellange termijn, waarvan de belangrijkste beginselen zijn vastgelegd in de wet op de begrotingsstructuur en goedgekeurd bij een resolutie van de regering;

— de bij besluit van de minister van Financiën goedgekeurde methode voor de berekening van de basisuitgaven.

148 bis

F.1.3. Duurzaamheid en transparantie van de nationale begroting op lange termijn — F.1.3.1. Verbeteringen van het begrotingskader

Mijlpaal

Ingebruikneming van het instrument van het strategisch beheersinformatiesysteem om budgettering op middellange termijn te automatiseren

Ingebruikneming van het instrument van het strategisch beheersinformatiesysteem om budgettering op middellange termijn te automatiseren.

KWARTAAL 4

2024

Het begrotingsinstrument voor de middellange termijn binnen het strategisch beheersinformatiesysteem is operationeel en beschikbaar voor begrotingsbeheerders bij de centrale overheidsinstellingen. Het maakt de automatisering van de begroting op middellange termijn mogelijk (met inbegrip van de berekening van de operationele uitgaven).

149

F.1.3. Duurzaamheid en transparantie van de nationale begroting op lange termijn — F.1.3.1. Verbeteringen van het begrotingskader

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de regeringsresolutie tot goedkeuring van het eerste gedetailleerde begrotingsproject voor de middellange termijn voor de periode van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2027

Regeringsresolutie tot goedkeuring van het eerste gedetailleerde begrotingsproject voor de middellange termijn voor de periode van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2027

KWARTAAL 3

2024

De regering keurt het eerste gedetailleerde driejarige begrotingsproject voor de periode van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2027 goed. De begroting voor de middellange termijn is in overeenstemming met de goedgekeurde begrotingsmethode voor de middellange termijn.

150

F.1.3. Duurzaamheid en transparantie van de nationale begroting op lange termijn — F.1.3.2. Uitgaventoetsingen

Mijlpaal

Voltooiing van de uitgebreide evaluatie van de begrotingsuitgaven

Resultaten van de uitgebreide uitgaventoetsing

KWARTAAL 1

2024

Een concept voor een alomvattende uitgaventoetsing wordt goedgekeurd door de regering en uitgevoerd in de eigenlijke alomvattende evaluatie, met inbegrip van de evaluatie van de gegevens over de uitvoering van de begroting 2023.

De resultaten van de uitgebreide uitgaventoetsing worden openbaar gemaakt en worden meegenomen in de voorbereiding van de eerste begrotingen voor de middellange termijn voor de periode van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2027.

151

F.1.3. Duurzaamheid en transparantie van de nationale begroting op lange termijn — F.1.3.3. Verbetering van de structuur van de gemeentelijke inkomsten

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wijziging van de wet op de methode voor de vaststelling van gemeentelijke begrotingsinkomsten en bekendmaking van bevindingen van de systematische vergelijking van gemeentelijke begrotingsindicatoren en de beoordeling van de gemeentelijke capaciteit om inkomsten te genereren

Bepaling in de wijzigingswet betreffende de inwerkingtreding van de wijziging van de wet op de methode voor de vaststelling van gemeentelijke begrotingsinkomsten en publicatie van bevindingen

KWARTAAL 2

2023

Inwerkingtreding van de wijziging van de wet inzake de methode voor de vaststelling van de gemeentelijke begrotingsinkomsten, die de structuur van de gemeentelijke inkomsten zal verbeteren.

Het ministerie van Financiën gebruikt instrumenten waarmee:

— een vergelijking van de gemeentelijke ontvangsten, uitgaven en prestatie-indicatoren;

— beoordeling van de capaciteit om de gemeentelijke inkomsten te verhogen.

De resultaten van deze analyses worden gepubliceerd.

152

F.1.3. Duurzaamheid en transparantie van de nationale begroting op lange termijn — F.1.3.4. Bevordering van publiek-private partnerschappen

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wijzigingen van de regels voor de voorbereiding en uitvoering van publiek-private partnerschappen

Bepaling in de gewijzigde regels voor de voorbereiding en uitvoering van publiek-private partnerschappen met vermelding van de inwerkingtreding van de wijzigingen

KWARTAAL 2

2022

De gewijzigde regels voor de voorbereiding en uitvoering van publiek-private partnerschappen:

— het samenvoegen van gemeentelijke investeringsprojecten mogelijk te maken, wat ze aantrekkelijker zou maken voor investeerders; 
— gemeenten in staat stellen deel te nemen aan publiek-private partnerschapsprogramma’s die door de staat worden georganiseerd, waardoor de administratieve kosten naar verwachting zullen dalen.

153

F.1.3. Duurzaamheid en transparantie van de nationale begroting op lange termijn — F.1.3.4. Bevordering van publiek-private partnerschappen

Mijlpaal

Inwerkingtreding van het wetgevingspakket tot vaststelling van een versterkt kader voor het gebruik van strategische publiek-private partnerschappen op lange termijn

Bepalingen betreffende de inwerkingtreding van wijzigingen van:

de wet op de investeringen,

de concessiewet,

de wet inzake staats- en gemeenteactiva en het beheer ervan,

de regels voor de voorbereiding en uitvoering van publiek-private partnerschappen

KWARTAAL 4

2023

Het wetgevingspakket, dat bestaat uit wijzigingen van de investeringswet, de concessiewet, de wet inzake staats- en gemeenteactiva en het beheer ervan, en de regels voor de voorbereiding en uitvoering van publiek-private partnerschappen, wordt gebaseerd op de resultaten van een haalbaarheidsstudie naar de mogelijkheden om publiek-private partnerschappen in het publieke domein uit te voeren en rekening houdend met fiscale beperkingen.

De inwerkingtreding van het wetgevingspakket:

— de uitvoering van publiek-private partnerschappen mogelijk te maken op de strategisch belangrijkste gebieden, zoals energie-efficiëntie, hernieuwbare energiebronnen, duurzaam vervoer en gebieden met de grootste investeringsbehoeften, zoals justitie, openbare orde en openbare veiligheid;

— bijdragen tot het aantrekken van particuliere investeerders voor openbare projecten door te voorzien in duurzame investeringsplannen voor de lange termijn en door evenwichtige, wederzijds voordelige mechanismen voor risicoverdeling te ontwikkelen.

154

F.1.3. Duurzaamheid en transparantie van de nationale begroting op lange termijn — F.1.3.5. Consolidatie van de nationale ontwikkelingsinstellingen

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de regeringsresolutie waarbij de status van nationale ontwikkelingsinstelling voor drie instellingen wordt opgeheven en aan één instelling wordt overgelaten

Resolutie van de regering waarbij de status van nationale ontwikkelingsinstellingen voor drie instellingen wordt opgeheven en aan één instelling wordt overgelaten

KWARTAAL 4

2023

Inwerkingtreding van de regeringsresolutie tot opheffing van de status van nationale ontwikkelingsinstellingen voor drie instellingen (Agentschap voor het beheer van staatsinvesteringen, agentschap voor de ontwikkeling van overheidsinvesteringen en Landbouwkredietgarantiefonds) en tot één instelling (INVEGA). Het doel van de enige overblijvende instelling met de status van nationale ontwikkelingsinstelling is het bundelen van kennis en competenties in één sterke nationale stimuleringsinstelling, het harmoniseren en optimaliseren van de operationele praktijken en het beheer van de nationale stimuleringsinstellingen, het scheppen van voorwaarden om institutionele investeerders aan te trekken, het publiek-private partnerschap te versterken en het aanbod van financiële instrumenten voor de financiering van financieel levensvatbare projecten duurzaam te vergroten.

155

F.1.4. Verbetering van de naleving van de belastingwetgeving — F.1.4.1. Meer transparantie in de handel in gebruikte voertuigen

Mijlpaal

Nationale belastinginspectie en douane verkrijgen gegevens over voertuigeigenaren uit het boekhoudsysteem van de voertuigeigenaren

De nationale belastinginspectie en de douane hebben toegang tot gegevens over voertuigeigenaren uit het boekhoudsysteem van de voertuigeigenaren

KWARTAAL 2

2021

Met de inwerkingtreding van de wijzigingen van de Wet op de verkeersveiligheid en de bijbehorende uitvoeringswetgeving is een boekhoudsysteem voor voertuigeigenaren ingevoerd om de feitelijke (herverkopers) en eigenaars van voertuigen te identificeren en ervoor te zorgen dat hun fiscale verplichtingen worden nagekomen. De toegang tot gegevens uit het boekhoudsysteem van de voertuigeigenaren is gewaarborgd.

156

F.1.4. Verbetering van de naleving van de belastingwetgeving — F.1.4.2. Eerlijke belastingheffing op online economische activiteiten

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wettelijke verplichting voor exploitanten van onlineplatforms om gegevens over transacties op onlineplatforms te verzamelen en aan de belastingautoriteiten te melden

Bepaling in de wet betreffende de inwerkingtreding van de wettelijke verplichting voor platformexploitanten om informatie te verstrekken aan de nationale belastinginspectie

KWARTAAL 1

2023

De nieuwe wettelijke bepalingen van de wet op de belastingadministratie zullen worden vastgesteld en in werking treden. De activiteiten van onlineplatforms zijn verplicht uiterlijk op 31 januari van het jaar dat volgt op het kalenderjaar waarop de inlichtingen betrekking hebben, gegevens te verzamelen en aan de belastingautoriteiten te melden over transacties die op onlineplatforms zijn verricht.

157

F.1.4. Verbetering van de naleving van de belastingwetgeving — F.1.4.2. Eerlijke belastingheffing op online economische activiteiten

Mijlpaal

De nationale belastinginspectie ontvangt gedetailleerde gegevens over transacties op onlineplatforms

De nationale belastinginspectie ontvangt gedetailleerde gegevens over transacties op onlineplatforms

KWARTAAL 1

2024

De nationale belastinginspectie ontvangt gedetailleerde gegevens over de transacties die belastingplichtigen in 2023 op onlineplatforms hebben verricht.

158

F.1.4. Verbetering van de naleving van de belastingwetgeving — F.1.4.3. Beperking van het gebruik van contant geld

Mijlpaal

Inwerkingtreding van wetgeving die contante betalingen in risicovolle economische sectoren en/of afzonderlijke soorten transacties beperkt

Bepaling in de wet betreffende de inwerkingtreding van wettelijke bepalingen tot invoering van beperkingen op contante betalingen in risicovolle economische sectoren en/of voor afzonderlijke soorten betalingen

KWARTAAL 4

2022

Op basis van de analyse van het ministerie van Financiën treedt de wetgeving tot invoering van beperkingen op contante betalingen in risicovolle economische sectoren en/of voor afzonderlijke soorten transacties in werking. Deze wijzigingen beperken de mogelijkheden voor bedrijven en natuurlijke personen om hun inkomen te verbergen.

159

F.1.4. Verbetering van de naleving van de belastingwetgeving — F.1.4.4. Toekomstige belastingbetalers financieel geletterd

Doel

Aantal leerlingen van de eerste tot en met twaalfde rang die een elektronische leerlingenkaart met betaalfunctie hebben ontvangen.

Aantal

12 900

90 000

KWARTAAL 3

2024

90 000 leerlingen ontvingen een elektronische leerlingenkaart met betaalfunctie.

160

F.1.4. Verbetering van de naleving van de belastingwetgeving — F.1.4.4. Toekomstige belastingbetalers financieel geletterd

Doel

Aantal scholen (lager, middelbaar, programmymnasium, gymnastiekscholen) met nieuw opgerichte of verbeterde niet-contante betaalinfrastructuur

Aantal

40

240

KWARTAAL 3

2024

Infrastructuur opgezet of bijgewerkt voor niet-contante betalingen in de kantines van 240 scholen.

161

F.1.4. Verbetering van de naleving van de belastingwetgeving — F.1.4.4. Toekomstige belastingbetalers financieel geletterd

Mijlpaal

Levering van educatieve instrumenten en methodologisch materiaal voor formeel en/of niet-formeel onderwijs met het oog op de ontwikkeling van fiscale geletterdheid voor kinderen en jongeren aan het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Sport, en voorlichtingscampagne om de aandacht te vestigen op het belastingstelsel en de door de nationale belastinginspectie verleende diensten

Educatieve instrumenten en methodologisch materiaal overgedragen aan het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Sport voor integratie in formeel en/of niet-formeel onderwijs.

Bewustmakingscampagne uitgevoerd.

KWARTAAL 2

2026

1. Methodologisch materiaal over het belastingstelsel wordt opgesteld en overgedragen aan het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Sport met het oog op integratie in het formele en niet-formele algemeen onderwijs.

2. Er wordt een bewustmakingscampagne over het belastingstelsel en het belang van financiële geletterdheid ontwikkeld en uitgevoerd via nationale nieuwsportalen en regionale mediakanalen, projecten ter bewustmaking van de belastingen, de door de nationale belastinginspectie verleende diensten, wetswijzigingen en belastingcontroles.

162

F.1.4. Verbetering van de naleving van de belastingwetgeving — F.1.4.5. Meer transparantie in de bouwsector

Mijlpaal

Ingebruikneming van digitale instrumenten om de registratie in real time van personen die in de bouwsector werkzaam zijn en de identificatie van personen die illegaal werken op bouwplaatsen mogelijk te maken

Er zijn digitale instrumenten voorhanden en operationeel

KWARTAAL 4

2024

Volledig functioneel digitaal instrument („Builder ID information subsysteem”) dat de verplichte registratie van personen die in de bouwsector werkzaam zijn en de identificatie van bepaalde personen volgens een speciale identificatiecode van de bouwer mogelijk maakt.

163

F.1.4. Verbetering van de naleving van de belastingwetgeving — F.1.4.5. Meer transparantie in de bouwsector

Doel

Het aandeel van elektronisch identificeerbare werknemers op bouwplaatsen in verhouding tot het totale aantal werknemers

% (percentage)

0

80

KWARTAAL 4

2025

Ten minste 80 % van de personen die op bouwplaatsen werken, kan in real time elektronisch worden geïdentificeerd.

In de bouwsector worden uiterlijk op 31 december 2025 1 400 geplande inspecties en nog eens 30 % van de niet-routinematige inspecties uitgevoerd.

164

F.1.5. Instrumenten waarover bedrijven beschikken om het insolventierisico te beheren

Mijlpaal

Inwerkingtreding van vier digitale instrumenten die zijn ontwikkeld voor en bijdragen tot risicobeheer bij insolventie van ondernemingen

Ingebruikneming van vier digitale instrumenten die beschikbaar zijn voor gebruikers

KWARTAAL 4

2025

Er worden vier digitale instrumenten gecreëerd en ter beschikking gesteld van gebruikers:

(1) het insolventiersportaal;

(2) een wizard om het herstructureringsplan op te stellen;

(3) een wizard die helpt bij het waarderingsproces om internationale waarderingsnormen toe te passen door op één plaats beste praktijken, voorbeelden en toelichtingen te verstrekken;

(4) een instrument om de waardering van activa en transacties te vergelijken.

De voorbereidende stappen voor het opzetten van een instrument voor het vergelijken van de waardering van activa en transacties omvatten de goedkeuring van wijzigingen van de wet inzake verplichte eigendom en bedrijfswaardering (MPBV), die voorzien in een aangepast regelgevingskader voor het beroep van taxateur en digitalisering van waarderingsrapporten met de verplichting om verslagen in het staatsregister te registreren.

De ontwikkelde instrumenten zijn toegankelijk voor alle gebruikers, met uitzondering van bepaalde functies/delen van informatie die in een specifiek geval betrekking hebben op persoonsgegevens.

165

F.1.6. Slimme belastingdienst om de btw-kloof sneller te verkleinen — F.1.6.1. Invoering van nieuwe instrumenten voor gegevensanalyse bij de nationale belastinginspectie

Mijlpaal

Invoering van oplossingen voor analytische uitdagingen bij de belastingdienst om de btw-kloof te verkleinen door gebruik te maken van geavanceerde analysetechnieken en bewustmaking van belastingplichtigen

Verstrekking van de risicoprofielgegevens en bijbehorende sancties aan belastingplichtigen

KWARTAAL 2

2026

Ingebruikneming van het risicoclassificatiesysteem dat:

— publiceert de risicoprofielgegevens voor belastingplichtigen en past preventieve maatregelen toe;

— stelt discrepanties op en legt sancties op aan belastingbetalers.

166

F.1.6. Slimme belastingdienst om de btw-kloof sneller te verkleinen — F.1.6.1. Invoering van nieuwe instrumenten voor gegevensanalyse bij de nationale belastinginspectie

Doel

In het risicoprofiel van de belastingbetaler ingebedde risicocriteria

Aantal

0

25

KWARTAAL 2

2026

Er is een risicoprofiel van de belastingbetaler opgesteld, bestaande uit vijf risicodimensies (registratie, aangifte, betaling, activiteit en gedrag) en in elk van deze aspecten zijn ten minste vijf risicocriteria gehanteerd. In totaal worden 25 risico- en gedragscriteria volledig geïmplementeerd in het risicoprofiel van de belastingbetaler.

167

F.1.6. Slimme belastingdienst om de btw-kloof sneller te verkleinen — F.1.6.2. Verbetering van de kwaliteit van de gegevens van de nationale belastinginspectie en van andere instellingen

Mijlpaal

Ingebruikneming van de geïntegreerde metagegevensdatabank van de nationale belastinginspectie en indiening van methodologie/aanbevelingen bij andere financiële instellingen van de staat

Ingebruikneming van één geïntegreerde metagegevensdatabank van de nationale belastinginspectie

KWARTAAL 2

2026

Ingebruikneming van een geïntegreerde metagegevensbasis van de nationale belastinginspectie en verstrekking van de methodologie/aanbevelingen voor openbare financiële instellingen (de nationale belastinginspectie, de Socialeverzekeringsraad, het ministerie van Financiën en de douanedienst). De gegevensuitwisseling met de metagegevensbasis wordt geregeld door de inwerkingtreding van een door de nationale belastinginspectie vastgestelde rechtshandeling. De gegevenskwaliteit in de metagegevensbasis wordt gewaarborgd door ingevoerde algoritmen en procedures voor de controle van de gegevenskwaliteit.

168

F.1.6. Slimme belastingdienst om de btw-kloof sneller te verkleinen — F.1.6.3. Robotisering van bedrijfsprocessen bij de nationale belastinginspectie

Mijlpaal

Voltooiing van de automatisering van twee bedrijfsprocessen door de nationale belastinginspectie

Ingebruikneming van de software voor robotische procesautomatisering

KWARTAAL 1

2022

De verworven licenties van de robotische procesautomatiseringssoftware worden gebruikt om twee bedrijfsprocessen van de nationale belastinginspectie te automatiseren:

— Het uitvaardigen van besluiten en protocollen voor schendingen van het bestuursrecht;

— Herziening van oude achterstallige belastingen en boetes.

169

F.1.6. Slimme belastingdienst om de btw-kloof sneller te verkleinen — F.1.6.4. Digitalisering van de accijnszegels

Mijlpaal

Voltooiing van het proefproject inzake de vervanging van fysieke accijnszegels voor alcoholhoudende dranken door digitale oplossingen

Opstelling van het verslag over de resultaten van het proefproject

KWARTAAL 1

2024

De voltooiing van het proefproject moet het mogelijk maken:

1) de mogelijkheden te onderzoeken om papieren accijnszegels die momenteel worden gebruikt om de markt tegen illegale alcoholhoudende dranken te beschermen, te vervangen door digitale oplossingen voor de etikettering van dergelijke producten;

2) de mogelijkheden te beoordelen om de administratieve lasten en kosten in verband met de etikettering van alcoholhoudende dranken voor marktdeelnemers te verminderen.

Op basis van de resultaten van het proefproject beslist de nationale belastinginspectie of een speciale module wordt ontwikkeld die de elektronische etikettering van alcoholhoudende dranken mogelijk maakt.

170

F.1.6. Slimme belastingdienst om de btw-kloof sneller te verkleinen — F.1.6.5. Nieuwe instrumenten voor gegevensanalyse en modernisering van de IT-systemen van de douane

Mijlpaal

Inwerkingtreding van vijf nieuwe methoden voor gegevensanalyse voor de verwerking van gegevens uit bestaande en vijf nieuwe gegevensbronnen

Ingebruikneming van nieuwe technieken voor gegevensanalyse waarbij ook gegevens uit nieuwe bronnen worden verzameld

KWARTAAL 4

2025

Inwerkingtreding van vijf nieuwe methoden voor gegevensanalyse, waarbij ook informatie uit vijf nieuwe gegevensbronnen wordt verzameld die het fiscaal risicobeheer van de douane op de volgende gebieden zullen verbeteren:

Beoordeling van de douaneaangifte;

Beheer van de garantie;

Toepassing en validering van tariefmaatregelen;

Identificatie van de informatiebronnen die moeten worden gebruikt voor het proces van vaststelling van de douanewaarde.

171

F.1.6. Slimme belastingdienst om de btw-kloof sneller te verkleinen — F.1.6.5. Nieuwe instrumenten voor gegevensanalyse en modernisering van de IT-systemen van de douane

Doel

Interfaces tot stand gebracht met de informatiesystemen van externe autoriteiten die gegevens, voertuigen en goederen beheren en verkeersbeheersystemen

Aantal

0

6

KWARTAAL 4

2025

Ingebruikneming van één interface tussen het systeem voor de presentatie van goederen voor douanecontrole, voertuigen en goederen en verkeersbeheersystemen.

Invoering van interfaces tussen het geïntegreerde controlesysteem voor voertuigen en goederen, het systeem voor de presentatie van goederen voor douanecontrole en systemen van ten minste vijf partners die de toegang van vervoermiddelen tot plaatsen waar goederen bij de douane worden aangebracht beheren, goedgekeurd door de douaneautoriteiten, en/of de controle op het verkeer van voertuigen of zendingen (zoals de nationale belastinginspectie, het directoraat infrastructuur voor grensovergangen onder het ministerie van Vervoer en Communicatie en AB Lietuvos geležinkeliai, Klaipėda State Seaport Authority) of posten (controleplaatsen van de douane).

172

F.1.6. Slimme belastingdienst om de btw-kloof sneller te verkleinen — F.1.6.6. Verbetering van de bevoegdheden van het personeel van de nationale belastinginspectie en de Litouwse douane

Mijlpaal

Ingebruikneming van instrumenten voor een doeltreffend beheer van de bevoegdheden van de nationale belastinginspectie, het douanepersoneel en de klanten van de douane, die nodig zijn voor een efficiënte belasting- en douaneadministratie

Ingebruikneming van instrumenten voor opleidingsdoeleinden bij de nationale belastinginspectie en de douanedienst

KWARTAAL 4

2024

Ingebruikneming van:

— een digitaal opleidingsinstrument voor de douane, bestaande uit een beheer- en administratiesysteem voor opleidingen en acht opleidingsmodules voor douanebeambten en klanten, met inbegrip van opleidingsmodules op basis van opleiding in virtuele realiteit;

— een opleidingsinstrument voor het personeel van de nationale belastinginspectie op het gebied van gegevensanalyse, belastingcontrole, waarborging van de naleving van de belastingwetgeving en verbetering van de competentie om vreemde talen te leren.

173

F.1.6. Slimme belastingdienst om de btw-kloof sneller te verkleinen — F.1.6.6. Verbetering van de bevoegdheden van het personeel van de nationale belastinginspectie en de Litouwse douane

Doel

Personen opgeleid bij de Litouwse douane en de nationale belastinginspectie

Aantal

0

1050

KWARTAAL 4

2025

Deze opleidingen moeten worden voltooid door 800 werknemers van de nationale belastinginspectie en 250 werknemers en klanten van de Litouwse douane.

174

F.1.7. Ontwikkeling van een ecosysteem voor elektronische documenten

Mijlpaal

Inwerkingtreding van een reeks wetgevingshandelingen betreffende de verwerking van elektronische afwikkelingsdocumenten en hun fiscale gegevens (kasregisterlogbestanden, e-ontvangstbewijzen, internationale elektronische vrachtbrieven)

Bepalingen betreffende de inwerkingtreding in:

1. De wet op de belastingadministratie;

2. De besluiten van het hoofd van de nationale belastinginspectie betreffende i) de vaststelling van de regels voor het gebruik van kasregisters en post-tot-punt computernetwerkterminals en ii) technische voorschriften voor Cash Registers, Vending Machines en taximeterprinters.

3. Het besluit van het hoofd van de nationale belastinginspectie tot vaststelling van de Regels betreffende de indiening van gegevens op cognossementen en andere vrachtvervoersdocumenten aan de nationale belastinginspectie.

KWARTAAL 4

2025

De gewijzigde wet op de belastingdienst verplicht bedrijven ertoe digitale gegevens uit betaalmiddelen aan de belastingadministratie te verstrekken.

In de gewijzigde i) regels voor het gebruik van kasregisters en Point-to-point Computer Network Terminals en ii) de regels inzake technische voorschriften voor kasregisters, automaten en taximeterprinters worden verplichte technische eisen voor e-ontvangstbewijzen vastgesteld.

De gewijzigde Regels betreffende de indiening van gegevens op cognossementen en andere vrachtvervoersdocumenten bij de nationale belastinginspectie leggen de verplichting op om elektronische informatie over goederenvervoer (eFTI) te verstrekken aan de nationale belastinginspectie of andere zakelijke toezichthoudende autoriteiten.

175

F.1.7. Ontwikkeling van een ecosysteem voor elektronische documenten — F.1.7.1. Submaatregel 1. Totstandbrenging van een oplossing om e-inkomsten mogelijk te maken

Mijlpaal

Ingebruikneming van technologische oplossingen om het praktische gebruik van e-ontvangsten in bedrijfsprocessen mogelijk te maken

Ingebruikneming van de nieuwe e-dienst

KWARTAAL 4

2024

Ingebruikneming van de applicatie (nieuwe e-dienst) die is ontwikkeld om een e-ontvangstbewijs te genereren en van bedrijven aan consumenten te leveren. Deze aanvraag wordt door de nationale belastinginspectie ter beschikking gesteld van bedrijven.

176

F.1.7. Ontwikkeling van een ecosysteem voor elektronische documenten — F.1.7.2. Submaatregel 2. Totstandbrenging van een oplossing om internationale e-zendingen mogelijk te maken

Mijlpaal

Ingebruikneming van technologische oplossingen om het praktische gebruik van internationale e-zendingen in bedrijfsprocessen mogelijk te maken

Ingebruikneming van de nieuwe e-dienst

KWARTAAL 3

2025

Inbedrijfstelling van de functionaliteiten (nieuwe e-dienst) van het i.VAZ-subsysteem van het Smart Tax Administration System (i.MAS) dat wordt beheerd door de nationale belastinginspectie voor de uitwisseling van elektronische informatie over goederenvervoer (eFTI) tussen bedrijven en toezichthoudende autoriteiten.

177

F.1.8. Één loket voor het betalen van boetes

Mijlpaal

Goedkeuring van wijzigingen in rechtshandelingen die de nationale belastinginspectie in staat stellen het merendeel van de boetes en economische sancties te beheren

Bepalingen in de wijzigingswetten betreffende de vaststelling van wetgeving waarbij het beheer van de meerderheid van de door de staat opgelegde boetes en economische sancties aan de nationale belastinginspectie wordt overgedragen

KWARTAAL 2

2023

De nodige wetgeving (wet op de belastingadministratie en andere wetten inzake boetes en andere economische sancties die door de staat worden opgelegd), op grond waarvan de nationale belastinginspectie het merendeel van de boetes en economische sancties kan beheren, wordt aangenomen.

178

F.1.8. Één loket voor het betalen van boetes

Doel

Boetes en economische sancties die door 37 autoriteiten worden opgelegd, worden beheerd door één enkele belastingautoriteit — de nationale belastinginspectie

Aantal

0

37

KWARTAAL 2

2026

Er wordt gezorgd voor interoperabiliteit van het informatiesysteem tussen de nationale belastinginspectie en de instellingen die boetes en economische sancties opleggen, zodat gegevens kunnen worden uitgewisseld die nodig zijn om eerder genoemde bedragen te registreren en terug te vorderen.

Als gevolg daarvan zenden 37 instellingen elektronische gegevens over boetes en economische sancties toe aan de nationale belastinginspectie. Deze functionaliteit vermindert de hoeveelheid manueel werk en papieren documenten.

179

F.1.9. Registratiesysteem voor audits en controles

Mijlpaal

Opslagsysteem voor audits en controles: informatie voor het monitoren van de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit

Auditverslag voor bevestiging van functionaliteiten van gegevensbank

KWARTAAL 2

2022

Een gegevensbank voor monitoring van uitvoering van de RRF is ingevoerd en operationeel.

Het systeem beschikt ten minste over de volgende functies:

(a) het verzamelen van gegevens en het monitoren van de verwezenlijking van mijlpalen en streefdoelen;

(b) de krachtens artikel 22, lid 2, onder d), i) tot en met iii), van de RRF-verordening vereiste gegevens te verzamelen, op te slaan en de toegang daartoe te waarborgen.

F.3. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor steun via leningen

F.3.1. Hervorming 1. „Verbetering van gecentraliseerde overheidsopdrachten”

Het doel van de hervorming is het systeem voor overheidsopdrachten in Litouwen efficiënter te maken en de deelname aan openbare aanbestedingen te vergroten door overheidsopdrachten te centraliseren via de centrale aankooporganisatie (CPO LT).

De eerste maatregel van de hervorming is de uitbreiding van de catalogi van artikelen die via de centrale aankooporganisatie (CPO LT) kunnen worden aangekocht, met als doel de procedures voor overheidsopdrachten te stroomlijnen en de administratieve kosten voor het starten van aanbestedingsprocedures te verminderen.

De tweede stap van de hervorming is de goedkeuring van een plan voor de centralisatie van overheidsopdrachten voor zorginstellingen en -agentschappen, met als doel overheidsopdrachten professioneler te maken, de standaardisering van de vereisten inzake overheidsopdrachten te bevorderen en schaalvoordelen te waarborgen.

De maatregel moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.

F.3.2. Investering 1. „Kapitalisatie en financiële veerkracht van de nationale stimuleringsinstelling”

Deze maatregel bestaat uit een overheidsinvesteringen om de kapitalisatie van INVEGA (nationale stimuleringsinstelling) te vergroten door middel van een kapitaalinjectie om de toegang tot financiering in Litouwen te verbeteren. De investering verschaft INVEGA een aanvullend eigen vermogen van 150 000 000 EUR.

INVEGA stelt een nieuw investeringsbeleid vast, met inbegrip van het gebruik van het aanvullende eigen vermogen in overeenstemming met de doelstellingen en subsidiabiliteitscriteria van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Het beleggingsbeleid omvat:

Het vereiste, dat van toepassing is op ten minste het aandeel van de nieuwe investeringen van INVEGA dat het nieuwe kapitaal vertegenwoordigt in het totale kapitaal van INVEGA, dat de investeringen van INVEGA in overeenstemming zijn met de doelstellingen van de RRF-verordening.

Het vereiste, dat van toepassing is op ten minste het aandeel van de nieuwe investeringen van INVEGA dat het nieuwe kapitaal vertegenwoordigt in het totale kapitaal van INVEGA, om te voldoen aan het beginsel „geen ernstige afbreuk doen” zoals uiteengezet in de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), waarbij met name het beleggingsbeleid:

  1. de volgende lijst van activiteiten uitsluiten: I) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik 19 ; II) activiteiten in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) waarmee de verwachte broeikasgasemissies niet lager zijn dan de relevante benchmarks 20 ; en iii) activiteiten in verband met stortplaatsen voor afval, verbrandingsinstallaties 21 en installaties voor mechanische biologische behandeling 22 ;

  2. in het geval van algemene steun aan ondernemingen, ondernemingen met een aanzienlijke focus 23 op de volgende sectoren uitsluiten: I) energieproductie op basis van fossiele brandstoffen en aanverwante activiteiten 24 ; II) energie-intensieve en/of CO2-uitstotende industrieën 25 ; III) productie, verhuur of verkoop van vervuilende voertuigen 26 ; IV) afvalinzameling, afvalverwerking en -verwijdering 27 , v) verwerking van splijtstof, productie van kernenergie;

naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving van de ondersteunde investeringen eisen.

De eis dat de definitieve beleggingsbeslissingen van INVEGA worden genomen door een kredietcommissie, de raad van bestuur van INVEGA of een ander relevant gelijkwaardig bestuursorgaan en worden goedgekeurd met een meerderheid van stemmen van leden die onafhankelijk zijn van de regering.

De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 augustus 2026 zijn voltooid.

F.4. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor de lening

Nr.

Gerelateerde maatregel (hervorming of investering)

Milestone/

Doel

Titel

Kwalitatieve indicatoren 
(voor stenen)

Kwantitatieve indicatoren 
(voor streefcijfers)

Indicatieve termijn voor voltooiing

Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal en elk streefdoel

Eenheid

Basislijn

Doelstelling

Kwartaal

Jaar

180 bis

F.3.1. Verbetering van gecentraliseerde overheidsopdrachten

Mijlpaal

Tot vaststelling van een plan voor de centralisatie van overheidsaankopen van zorginstellingen en -agentschappen

Een plan voor de centralisatie van de overheidsaankopen van zorginstellingen en -agentschappen, opgesteld en goedgekeurd door de minister van Volksgezondheid

KWARTAAL 2

2023

De minister van Volksgezondheid stelt een plan op voor de centralisatie van de overheidsaankopen van zorginstellingen en -agentschappen. De centralisatie van de overheidsaankopen van gezondheidsinstellingen en -agentschappen omvat aankooporganisaties die onder het ministerie van Gezondheid en Aankooporganisaties vallen en waarvan het ministerie van Volksgezondheid samen met de gemeenteraden, de Universiteit van Vilnius, de Klaipėda of de Litouwse universiteit voor gezondheidswetenschappen meerderheidsaandeelhouders zijn.

180b

F.3.1. Verbetering van gecentraliseerde overheidsopdrachten

Doel

Uitbreiding van de catalogus van de centrale aankooporganisatie (CPO LT)

Aantal

83

105

KWARTAAL 4

2025

De elektronische catalogus van de centrale aankooporganisatie (CPO LT) wordt ten opzichte van eind 22 met ten minste 2022 nieuwe modules uitgebreid voor de producten die via ruwe palmolie LT kunnen worden gekocht.

180c

F.3.2. Kapitalisatie en financiële veerkracht van de nationale stimuleringsinstelling

Doel

Kapitaaloverdracht van de Litouwse regering aan INVEGA

EUR

0

150 000 000

KWARTAAL 2

2024

Litouwen draagt 150 000 000 EUR over aan INVEGA om zijn kapitalisatie te verhogen.

180d

F.3.2. Kapitalisatie en financiële veerkracht van de nationale stimuleringsinstelling

Mijlpaal

Investeringsbeleid INVEGA

Vaststelling van een beleggingsbeleid

KWARTAAL 1

2025

Vaststelling van een nieuw investeringsbeleid voor INVEGA, met inbegrip van het gebruik van het additionele eigen vermogen in overeenstemming met de bepalingen van de beschrijving van de maatregel.

De algemene doelstelling van de component is bij te dragen tot de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten en een aantal van de reeds lang bestaande uitdagingen aan te pakken in verband met sociale uitsluiting, armoede en inkomensongelijkheid, alsook de geringe dekking van actieve arbeidsmarktmaatregelen. De hervormingen en investeringen in de component zijn erop gericht de werkgelegenheid te vergroten en de duurzame integratie van mensen op de arbeidsmarkt te waarborgen, alsook de toereikendheid van het sociale vangnet te verbeteren door middel van gerichte verhogingen van bepaalde uitkeringen, verbetering van het mechanisme voor pensioenindexering, verhoging van de dekking van de sociale werkloosheidsverzekering en veranderingen in de verlening van geaccrediteerde sociale zorg.

De component bestaat uit twee kernmaatregelen: de gegarandeerde minimuminkomensbescherming en de klantgerichte werkgelegenheidssteun.

De component zal naar verwachting bijdragen tot aanzienlijke vooruitgang bij de uitvoering van de landspecifieke aanbevelingen om de gevolgen van de crisis voor de werkgelegenheid te verzachten, de financiering en dekking van actieve arbeidsmarktbeleidsmaatregelen te verhogen en vaardigheden te bevorderen (landspecifieke aanbevelingen 2 en 2020). Dit geldt ook voor de landspecifieke aanbeveling om de kwaliteit en efficiëntie op alle onderwijs- en opleidingsniveaus te verbeteren, met inbegrip van volwasseneneducatie (landspecifieke aanbevelingen 2 en 2019). De component draagt ook bij tot de uitvoering van de landspecifieke aanbeveling om inkomensongelijkheid, armoede en sociale uitsluiting aan te pakken, onder meer door de opzet van het belasting- en uitkeringsstelsel te verbeteren (landspecifieke aanbevelingen 1 en 2019), de dekking en toereikendheid van het sociale vangnet te waarborgen en de doeltreffendheid van het belasting- en uitkeringsstelsel te verbeteren om bescherming te bieden tegen armoede (landspecifieke aanbevelingen 2 en 2020).

G.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

G.1.1. Hervorming 1 „Gegarandeerde minimuminkomensbescherming”

De hervormingen zijn erop gericht het sociale welzijn van de meest kwetsbare groepen te verbeteren en de armoede te verlichten. Het bestaat uit 3 submaatregelen: (1) studie over de minimuminkomensregeling en de daarmee verband houdende wijzigingen van de wetgeving (submaatregel 1), (2) aanvullende maatregelen om de toereikendheid en houdbaarheid van sociale uitkeringen te verbeteren (submaatregel 2); en (3) erkenning van sociale zorg (submaatregel 3).

G.1.1.1. Submaatregel 1: Studie over de minimuminkomensregeling en de daarmee verband houdende wijzigingen van de wetgeving

Het doel van de submaatregel is een uitgebreide analyse van de minimuminkomensregeling uit te voeren, met inbegrip van een effectbeoordeling vooraf van de voorgestelde hervormingen. De submaatregel leidt tot relevante wijzigingen in de wetgeving overeenkomstig de aanbevelingen van de studie, die ten minste betrekking hebben op sociale bijstand in geld, prestaties bij ziekte en moederschapsverlof.

De submaatregel moet uiterlijk op 31 maart 2024 zijn voltooid.

G.1.1.2. Submaatregel 2: Aanvullende maatregelen om de toereikendheid en houdbaarheid van sociale uitkeringen te verbeteren

Het doel van deze submaatregel is om, los van een studie, bepaalde wijzigingen door te voeren om de toereikendheid en houdbaarheid van de sociale uitkeringen te verbeteren. Zij hebben betrekking op wijzigingen in de wetgeving om de dekking van de werkloosheidsverzekering te vergroten, aanvullende uitkeringen voor alleenstaande ouderen en gehandicapten in te voeren enhet pensioenindexeringsmechanisme te verbeteren om de armoede onder ouderen te verlichten.

De submaatregel moet uiterlijk op 31 maart 2023 zijn voltooid.

G.1.1.3. Submaatregel 3: Erkenning van sociale zorg

Het doel van deze submaatregel is de kwaliteit van de socialezorgdiensten te verbeteren. Daartoe wordt een accreditatieregeling opgezet en vanaf 1 januari 2022 wordt alleen geaccrediteerde sociale zorg verleend.

De submaatregel moet uiterlijk op 31 maart 2022 zijn voltooid.

G.1.2. Investering 2: „Klantgerichte werkgelegenheidsondersteuning”

Deze maatregel heeft tot doel de operationele processen en steun van de openbare dienst voor arbeidsvoorziening te verbeteren en ondernemerschap en om- en bijscholing in gebieden met een hoge toegevoegde waarde te stimuleren door middel van gerichte subsidies. De investering omvat twee submaatregelen: (1) optimalisering en verbetering van de operationele processen van de dienst voor arbeidsvoorziening, waarbij systematische klantgerichtheid wordt gewaarborgd (submaatregel 1); en (2) het toepassingsgebied en de diversiteit van de maatregelen ter ondersteuning van de werkgelegenheid vergroten, bijdragen tot de doelstellingen van de digitale en groene transformatie en de bevordering van de circulaire economie (submaatregel 2).

G.1.2.1. Submaatregel 1: Optimalisering en verbetering van de operationele processen van de dienst voor arbeidsvoorziening, met het oog op een systematische klantgerichtheid

De eerste submaatregel heeft tot doel de operationele processen van de dienst voor arbeidsvoorziening te verbeteren door middel van digitalisering en een grotere klantgerichtheid. Het bestaat uit een herziening van de werkmethoden en automatisering van de belangrijkste processen van de dienst voor arbeidsvoorziening die structurele/langetermijnveranderingen in zijn administratie en beleid mogelijk maken. Dit wordt bereikt door de invoering van een nieuw multifunctioneel IT-instrument (werkgelegenheidsplatform) dat interoperabel is met een systeem voor een leven lang leren, een systeem voor loopbaanbegeleiding en andere nationale informatiesystemen waarmee ten minste 90 % van de diensten digitaal kan worden verleend. Het nieuwe instrument zal naar verwachting de nodige middelen vrijmaken voor meer geïndividualiseerde diensten voor werkzoekenden en werkgevers, om bij te dragen tot een betere toegang tot deze diensten en tot een betere afstemming van werkgevers en werknemers met het potentieel om de periode van terugkeer naar de arbeidsmarkt voor werklozen te verkorten.

De submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.

G.1.2.2. Submaatregel 2: Uitbreiding van het toepassingsgebied en de diversiteit van maatregelen ter ondersteuning van de werkgelegenheid, bijdragen tot de doelstellingen van de digitale en groene transformatie en bevordering van de circulaire economie

Het doel van deze submaatregel is het toepassingsgebied en de diversiteit van maatregelen ter ondersteuning van de werkgelegenheid te vergroten, met de nadruk op banen met een hoge toegevoegde waarde en de digitale en groene transformatie. Het omvat twee proefprojecten voor opleiding en ondersteuning van de werkgelegenheid. De eerste is gewijd aan ondernemerschap en ondersteunt het scheppen van banen op het gebied van de dubbele transitie en de circulaire economie, in combinatie met bijscholing van werknemers van de openbare diensten voor arbeidsvoorziening op het gebied van de dubbele transitie, de circulaire economie en algemeen bedrijfsbeheer. De tweede regeling is gericht op het ondersteunen van werknemers en werklozen die kwalificaties en/of competenties willen verwerven voor banen met een hoge toegevoegde waarde. Een deel van deze onderwijs- en opleidingsprogramma’s is specifiek gericht op digitale vaardigheden. De maatregel wordt uitgevoerd in synergie met de geplande maatregelen in het kader van de onderwijscomponent in verband met de ontwikkeling van onderwijs- en opleidingsprogramma’s en het creëren van individuele leerrekeningen. Het biedt meer kansen voor werkenden en omvat ook modules voor hoger onderwijs.

De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

G.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

Nr.

Gerelateerde maatregel (hervorming of investering)

Milestone/

Doel

Titel

Kwalitatieve indicatoren 
(voor stenen)

Kwantitatieve indicatoren 
(voor streefcijfers)

Indicatieve termijn voor voltooiing

Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal en elk streefdoel

Eenheid

Basislijn

Doelstelling

Kwartaal

Jaar

180

G.1.1. Gegarandeerde minimuminkomensbescherming — G.1.1.1. Studie over de minimuminkomensregeling en de daarmee verband houdende wijzigingen van de wetgeving

Mijlpaal

Afronding van een studie over de toereikendheid van de minimuminkomensregeling

Eindverslag uitgebracht

KWARTAAL 4

2022

De studie bevat aanbevelingen voor de hervorming van de minimuminkomensregeling en een effectbeoordeling vooraf van de voorgestelde hervormingen.

181

G.1.1. Gegarandeerde minimuminkomensbescherming — G.1.1.1. Studie over de minimuminkomensregeling en de daarmee verband houdende wijzigingen van de wetgeving

Mijlpaal

Inwerkingtreding van wijzigingen van de relevante wetten inzake minimuminkomensbescherming

Bepaling in de wetgeving tot vaststelling van de inwerkingtreding (wet inzake sociale bijstand in geld, wet betreffende de vaststelling van referentie-indicatoren voor socialezekerheidsuitkeringen en het basisbedrag van de sancties, en wet op de sociale verzekering voor ziekte en moederschap)

KWARTAAL 1

2024

Inwerkingtreding van de wijzigingen van de relevante wetgeving overeenkomstig de aanbevelingen van de studie over de toereikendheid van de minimuminkomensregeling (ten minste de wet inzake sociale bijstand in geld, de wet inzake de vaststelling van referentie-indicatoren voor socialezekerheidsuitkeringen en het basisbedrag van de sancties, en de wet op de sociale verzekering voor ziekte en moederschap).

182

G.1.1. Gegarandeerde minimuminkomensbescherming — G.1.1.2. Aanvullende maatregelen om de toereikendheid en houdbaarheid van sociale uitkeringen te verbeteren

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wetgeving tot invoering van een aanvullende uitkering voor gehandicapte en oudere alleenstaande personen

In werking getreden wetgeving

KWARTAAL 3

2021

Inwerkingtreding van wetgeving die waarborgt dat alleenstaande (niet-echtgeno) gehandicapten en bejaarden een aanvullende maandelijkse uitkering (eenpersoonstoelage) ontvangen en ontvangen.

183

G.1.1. Gegarandeerde minimuminkomensbescherming — G.1.1.2. Aanvullende maatregelen om de toereikendheid en houdbaarheid van sociale uitkeringen te verbeteren

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wijziging van de wet op de sociale werkloosheidsverzekering waardoor de dekking van het socialezekerheidsstelsel voor werkloosheid wordt vergroot

Bepaling in de wijzigingswet op de sociale werkloosheidsverzekering met vermelding van inwerkingtreding

KWARTAAL 1

2023

Inwerkingtreding van de wijziging van de wet op de sociale werkloosheidsverzekering, die:

— de duur van de minimaal vereiste bijdragen aan de sociale zekerheid te verminderen van de huidige 12 maanden in de laatste 30 maanden tot negen maanden in de laatste 30 maanden;

— de overige groepen zelfstandigen opnemen in het stelsel van sociale zekerheid voor werkloosheid; en het

— passende percentages voor de werkloosheidsverzekering vaststellen (na herberekening van de behoefte aan werkloosheidsuitkeringen en inkomensinningen).

184

G.1.1. Gegarandeerde minimuminkomensbescherming — G.1.1.2. Aanvullende maatregelen om de toereikendheid en houdbaarheid van sociale uitkeringen te verbeteren

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wetgeving inzake wijzigingen in het pensioenindexeringsmechanisme

In werking getreden wetgeving

KWARTAAL 4

2022

Inwerkingtreding van de wetgeving die:

— herziening van het indexeringsmechanisme voor pensioenen met het oog op een snellere verhoging van de pensioenen teneinde het armoederisicopercentage voor ouderen te verlagen.

185

G.1.1. Gegarandeerde minimuminkomensbescherming — G.1.1.3. Erkenning van sociale zorg

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wetgeving inzake de vereisten voor de verlening van erkende sociale zorg

In werking getreden wetgeving

KWARTAAL 1

2022

Inwerkingtreding van de wetgeving die:

— uniforme eisen vast te stellen (voor ruimten (indien lokalen vereist zijn voor het verlenen van de dienst) en voor de kwalificatie van het personeel) voor de verlening van erkende sociale zorg (10 diensten);

— regelen dat alleen geaccrediteerde sociale zorg vanaf 1 januari 2022 mag worden verleend.

186

G.1.2. Klantgerichte werkgelegenheidsondersteuning — G.1.2.1. Optimalisering en verbetering van de operationele processen van de dienst voor arbeidsvoorziening, met het oog op een systematische klantgerichtheid

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wetgeving tot regeling van de operationele processen van de dienst voor arbeidsvoorziening

In werking getreden wetgeving

KWARTAAL 2

2022

Inwerkingtreding van wetgeving die wijzigingen van de operationele processen van de dienst voor arbeidsvoorziening omvat om zijn digitale transformatie mogelijk te maken.

187

G.1.2. Klantgerichte werkgelegenheidsondersteuning — G.1.2.1. Optimalisering en verbetering van de operationele processen van de dienst voor arbeidsvoorziening, met het oog op een systematische klantgerichtheid

Doel

Voltooiing van de digitale transformatie van de dienst voor arbeidsvoorziening

%

30

90

KWARTAAL 4

2025

90 % van de diensten voor arbeidsvoorziening is beschikbaar via het platform van de diensten voor arbeidsvoorziening, dat het belangrijkste klantenservicesysteem van de dienst voor arbeidsvoorziening is met koppelingen met het systeem voor een leven lang leren, het systeem voor loopbaanbegeleiding en andere nationale informatiesystemen.

188

G.1.2. Klantgerichte werkgelegenheidsondersteuning — G.1.2.2. Uitbreiding van het toepassingsgebied en de diversiteit van maatregelen ter ondersteuning van de werkgelegenheid, bijdragen tot de doelstellingen van de digitale en groene transformatie en bevordering van de circulaire economie

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wetgeving inzake de regeling ter ondersteuning van de werkgelegenheid voor de uitvoering van proefmaatregelen

(Bevordering van ondernemerschap en ondersteuning van leren dat kwalificaties en competenties met een hoge toegevoegde waarde biedt, met de nadruk op de digitale en groene transitie)

In werking getreden wetgeving

KWARTAAL 2

2022

Inwerkingtreding van wetgeving waarin het volgende wordt gespecificeerd:

— de termijn voor de toepassing van de nieuwe maatregelen;

— de doelgroepen;

— de selectiecriteria en vereisten om te voldoen aan de doelstellingen van de digitale en groene transitie en de circulaire economie;

— de vereisten met betrekking tot de duurzaamheid van nieuw gecreëerde banen.

189

G.1.2. Klantgerichte werkgelegenheidsondersteuning — G.1.2.2. Uitbreiding van het toepassingsgebied en de diversiteit van maatregelen ter ondersteuning van de werkgelegenheid, bijdragen tot de doelstellingen van de digitale en groene transformatie en bevordering van de circulaire economie

Doel

Voltooiing van het proefproject ter bevordering van ondernemerschap

Aantal gesteunde deelnemers

0

1325

KWARTAAL 2

2026

Voltooiing van het proefproject ter bevordering van ondernemerschap waardoor 1325 deelnemers kunnen worden ondersteund (waarvan 673 voor banen ter ondersteuning van de digitale transitie en 652 voor banen ter ondersteuning van de groene transitie en de circulaire economie).

De doelgroep van de maatregel ter bevordering van ondernemerschap is personen die hun economische activiteit veranderen, die worden getroffen door veranderingen in de activiteiten van de ondernemingen of de stopzetting van activiteiten als gevolg van de crisissituatie als gevolg van de pandemie.

190

G.1.2. Klantgerichte werkgelegenheidsondersteuning — G.1.2.2. Uitbreiding van het toepassingsgebied en de diversiteit van maatregelen ter ondersteuning van de werkgelegenheid, bijdragen tot de doelstellingen van de digitale en groene transformatie en bevordering van de circulaire economie

Doel

Voltooiing van het proefproject ter ondersteuning van opleiding voor het verwerven van kwalificaties en/of competenties

Aantal gesteunde deelnemers

0

14 985

KWARTAAL 2

2025

Voltooiing van het proefproject ter ondersteuning van de verwerving van kwalificaties en/of competenties waardoor 14 985 deelnemers kunnen worden opgeleid (waarvan 7 643 voor programma’s om digitale vaardigheden te verwerven en 7 342 voor programma’s om andere kwalificaties en competenties met een hoge toegevoegde waarde te verwerven).

Het proefproject omvat volwasseneneducatie via diverse middelen, waaronder programma’s of modules voor beroepsonderwijs en -opleiding, niet-formele programma’s voor volwasseneneducatie en modules voor hoger onderwijs.

De doelgroep van de maatregel is werkzoekenden die kwalificaties en competenties met een hoge toegevoegde waarde proberen te verwerven.

191

G.1.2. Klantgerichte werkgelegenheidsondersteuning — G.1.2.2. Uitbreiding van het toepassingsgebied en de diversiteit van maatregelen ter ondersteuning van de werkgelegenheid, bijdragen tot de doelstellingen van de digitale en groene transformatie en bevordering van de circulaire economie

Doel

Voltooiing van het proefproject ter ondersteuning van opleiding voor het verwerven van kwalificaties en/of competenties

Aantal gesteunde deelnemers

14 985

19 350

KWARTAAL 2

2026

Voltooiing van het proefproject ter ondersteuning van de verwerving van kwalificaties en/of competenties waardoor 19 350 deelnemers kunnen worden opgeleid (waarvan 10 000 voor programma’s om digitale vaardigheden te verwerven en 9 350 voor programma’s om andere kwalificaties en competenties met een hoge toegevoegde waarde te verwerven).

Het proefproject omvat volwasseneneducatie via diverse middelen, waaronder programma’s of modules voor beroepsonderwijs en -opleiding, niet-formele programma’s voor volwasseneneducatie en modules voor hoger onderwijs.

De doelgroep van de maatregel is werkzoekenden die kwalificaties en competenties met een hoge toegevoegde waarde proberen te verwerven.

G.3. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor de lening

G.3.1. Hervorming: Verbetering van de kwaliteit van sociale diensten en diensten voor arbeidsvoorziening

Het doel van de hervorming is de versnippering van de planning en uitvoering van sociale, werkgelegenheids- en andere aanverwante diensten te verminderen en de competenties van maatschappelijk werkers te vergroten. De hervorming omvat twee submaatregelen: 1) verbetering van de integratie van werkgelegenheids-, sociale en andere diensten; 2) versterking van de competenties van maatschappelijk werkers.

G.3.1.1. Submaatregel 1: Verbetering van de integratie van werkgelegenheids-, sociale en andere diensten

Het doel van deze submaatregel is geïntegreerde werkgelegenheids-, sociale en andere diensten te verlenen aan personen die als werkloze zijn geregistreerd en personen die zijn geregistreerd als personen die zich voorbereiden op de arbeidsmarkt en die problemen ondervinden om aan het werk te gaan. De wetgeving wordt gewijzigd om te bepalen dat de dienst voor arbeidsvoorziening individuele diensten en consultaties verstrekt aan werklozen en personen die geregistreerd staan als personen die zich op de arbeidsmarkt voorbereiden en die problemen ondervinden om aan het werk te gaan. In de wetgeving wordt bepaald dat gemeenten, in samenwerking met de dienst voor arbeidsvoorziening, programma’s ter bevordering van de werkgelegenheid uitvoeren met een casemanagementbenadering voor bovengenoemde doelgroep. Ten minste 80 % van de gemeenten keurt dergelijke programma’s goed.

De submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.

G.3.1.2. Submaatregel 2: Versterking van de competenties van maatschappelijk werkers

Het doel van deze submaatregel is de competenties van maatschappelijk werkers te versterken. Het Centrum voor de verbetering van de beroepscompetenties van werknemers in de sociale dienstverlening wordt geselecteerd via de procedure voor openbare oproepen tot het indienen van projecten en organiseert en verzorgt regelmatige, gratis opleidingen, biedt methodologische bijstand en zorgt voor ondersteuning van werknemers van sociale diensten bij hun beroepsactiviteiten.

De submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2022 zijn voltooid.

G.4. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor de lening

Nr.

Gerelateerde maatregel (hervorming of investering)

Milestone/

Doel

Titel

Kwalitatieve indicatoren 
(voor stenen)

Kwantitatieve indicatoren 
(voor streefcijfers)

Indicatieve termijn voor voltooiing

Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal en elk streefdoel

Eenheid

Basislijn

Doelstelling

Kwartaal

Jaar

192

G.3.1. Verbetering van de kwaliteit van sociale diensten en diensten voor arbeidsvoorziening — G.3.1.1. Verbetering van de integratie van werkgelegenheids-, sociale en andere diensten

Mijlpaal

Wijzigingen van de wetgeving inzake individuele dienstverlening door de dienst voor arbeidsvoorziening en gemeenten aan werklozen en geregistreerde personen die zich voorbereiden op de arbeidsmarkt en problemen ondervinden om aan het werk te gaan

Bepalingen betreffende de inwerkingtreding van wijzigingen van de wetgeving

KWARTAAL 3

2022

Gewijzigde wetgeving treedt in werking waarin wordt bepaald dat de dienst voor arbeidsvoorziening individuele diensten en raadplegingen op basis van een casemanagementbenadering verstrekt aan werklozen en personen die geregistreerd staan als personen die zich op de arbeidsmarkt voorbereiden en die problemen ondervinden om aan het werk te gaan. In de wetgeving wordt bepaald dat gemeenten, in samenwerking met de dienst voor arbeidsvoorziening, programma’s ter bevordering van de werkgelegenheid uitvoeren met een casemanagementbenadering voor bovengenoemde doelgroep.

193

G.3.1. Verbetering van de kwaliteit van sociale diensten en diensten voor arbeidsvoorziening — Verbetering van de integratie van werkgelegenheids-, sociale en andere diensten

Doel

Goedkeuring van programma’s ter bevordering van de werkgelegenheid door gemeenten

Percentage

0

80

KWARTAAL 4

2025

Ten minste 80 % van de gemeenten keurt werkgelegenheidsbevorderende programma’s goed.

194

G.3.1. Verbetering van de kwaliteit van sociale diensten en diensten voor arbeidsvoorziening — G.3.1.2. Versterking van de competenties van maatschappelijk werkers

Mijlpaal

Oprichting van een centrum voor de verbetering van de beroepsbekwaamheden van werknemers op het gebied van sociale diensten

Een centrum voor de verbetering van de beroepsbekwaamheden van werknemers op het gebied van sociale diensten opgericht

KWARTAAL 4

2022

Het Centrum voor de verbetering van de beroepscompetenties van werknemers in de sociale dienstverlening wordt geselecteerd door middel van openbare oproepen tot het indienen van projecten. Het Centrum organiseert en verzorgt regelmatige, gratis opleidingen, biedt methodologische bijstand en zorgt voor ondersteuning van nieuwe werknemers van sociale diensten bij hun beroepsactiviteiten.

Dit onderdeel van het Litouwse herstel- en veerkrachtplan draagt bij tot het aanpakken van uitdagingen in verband met de groene transitie, en met name de noodzaak om de broeikasgasemissies, onder meer uit de vervoerssector, te verminderen, de energie-efficiëntie in gebouwen en vervoer te verhogen en de ontwikkeling van extra capaciteit voor elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare bronnen te bevorderen.

De component voorziet in technische en financiële steun om de renovatie van appartementengebouwen te versnellen om de energie-efficiëntie ervan te verbeteren. Wat mobiliteit betreft, omvat de maatregel steun voor de aankoop en levering van essentiële onderdelen voor emissievrij vrachtvervoer langs de Litouwse binnenwateren, waardoor het goederenvervoer over de weg op de Litouwse autosnelwegen wordt verminderd. Wat de opwekking van energie uit hernieuwbare bronnen betreft, zijn er wetswijzigingen gepland die verder gaan dan de omzetting van RED II om de administratieve vereisten voor de uitrol van nieuwe hernieuwbare-energiecapaciteit te vereenvoudigen, en met een modelleringsstudie van het Litouwse energiesysteem wordt beoogd manieren te vinden om 100 % van het totale nationale elektriciteitsverbruik uit hernieuwbare energiebronnen te halen. Daarnaast zijn financiële oplossingen gepland voor de ontwikkeling van opwekkingscapaciteit uit hernieuwbare energiebronnen. Deze maatregelen hebben een meerlandendimensie door de toegenomen lokale productie van hernieuwbare energiebronnen en de vermindering van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen.

De maatregelen die deel uitmaken van de component ondersteunen om gevolg te geven aan de landspecifieke aanbeveling (LSA 2022 van 4) om de algemene afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen door de uitrol van hernieuwbare energiebronnen te versnellen, de energie-efficiëntie te verhogen en de industrie, het vervoer en de gebouwen koolstofvrij te maken, en te zorgen voor voldoende capaciteit voor energie-interconnecties. Daarnaast ondersteunen de in de component opgenomen maatregelen om gevolg te geven aan de landspecifieke aanbeveling (LSA 2023 van 4) om de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en ingevoerde energie verder te verminderen door de uitrol van hernieuwbare energie te versnellen, met name door te zorgen voor voldoende netcapaciteit en toegang, de transformatie en decarbonisatie van de industriële productie te waarborgen, het gebruik van openbaar en duurzaam vervoer te vergroten en gebouwen energie-efficiënter te maken, ook om energiearmoede terug te dringen; zorgen voor voldoende capaciteit van elektriciteitsinterconnecties om de voorzieningszekerheid te vergroten, de tijdige synchronisatie met het elektriciteitsnet van de EU voortzetten en de beleidsinspanningen opvoeren die gericht zijn op het verstrekken en verwerven van de vaardigheden die nodig zijn voor de groene transitie.

H.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun

H.1.1. Investering 1: „Versnelde renovatie van gebouwen”

Het doel van de hervorming is het tempo van de renovatie van gebouwen te verhogen door middel van twee submaatregelen: (1) actualiseren en testen in de praktijk van pakketten en normen voor de renovatie van gebouwen (submaatregel 1); (2) steun voor de renovatie van gebouwen (submaatregel 2).

H.1.1.1. Submaatregel 1: Actualiseren en testen in de praktijk van pakketten en normen voor de renovatie van gebouwen

Deze submaatregel is de voortzetting van submaatregel B.1.3.1. (Actualiseren en testen in de praktijk van pakketten en normen voor de renovatie van gebouwen en ontwikkeling van een methodologie voor de ontwikkeling van duurzame steden). Deze submaatregel moet resulteren in verschillende proefprojecten voor groene renovatie, waarbij ten minste 16 500 m² experimentele gebouwen worden gerenoveerd met als doel gemiddeld ten minste 30 % minder primaire energie te verbruiken, zoals gedefinieerd in Aanbeveling (EU) 2019/786 van de Commissie betreffende de renovatie van gebouwen.

De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

H.1.1.2. Submaatregel 2: Steun voor de renovatie van gebouwen (opgeschaald)

Deze maatregel is een opschaling van submaatregel B.1.3.4. (Steun voor een snellere renovatie van gebouwen in overeenstemming met actuele normen voor de renovatie van gebouwen). Het doel van deze maatregel is steun te verlenen in de vorm van i) compensatie van gemiddeld ten minste 30 % van de uitgaven voor renovatiewerkzaamheden, ii) compensatie voor het deel van de betaalde rente over de lening boven een percentage van 3 %, en iii) een vergoeding van 100 % van de uitgaven voor technische bijstand voor de eigenaren en beheerders van renovatieprojecten die gerenoveerde gebouwen hebben gerenoveerd in energie-efficiëntieklasse A of B. Als gevolg van deze steun wordt ten minste 306 000 m2 van 180 appartementengebouwen gerenoveerd met als doel gemiddeld ten minste 30 % minder primaire energie te verbruiken, zoals gedefinieerd in Aanbeveling (EU) 2019/786 van de Commissie betreffende de renovatie van gebouwen, met gebruikmaking van beginselen van groene renovatie of andere maatregelen dan het gebruik van modulaire structuren om energie-efficiëntie te bereiken.

De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

H.1.2. Investering 2 „Steun voor de aankoop van schone binnenvaartvoertuigen”

Deze maatregel heeft tot doel het gebruik van het goederenvervoer over de weg terug te dringen door een alternatief en schoner vervoer van goederen en andere soorten vracht over het water aan te moedigen. De maatregel voorziet in steun voor de aankoop van een elektrisch vaartuig, een niet-zelfrijdende duwbak en een elektrische kraan. Het vaartuig moet zijn uitgerust met een elektrische aandrijflijn die een niet-zelfrijdende duwbak duwt. De elektrische kraan wordt gebruikt voor het laden van lading in de haven van Kaunas Marvele.

De maatregel moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.

H.1.3. Hervorming 1 „Verhoging van de opwekkingscapaciteit uit hernieuwbare energiebronnen”

Het doel van deze hervorming is de productie, de transmissie en het verbruik van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen te bevorderen, institutionele en juridische mechanismen te verbeteren en ontwikkelaars van hernieuwbare energiebronnen investeringsstimulansen te bieden.

Deze hervorming gaat vergezeld van twee submaatregelen: (1) verbetering van het investeringsklimaat voor ontwikkelaars van hernieuwbare energiebronnen (submaatregel 1); (2) steun voor de bouw van onshore-HEB-installaties (zonne- en windenergie) (submaatregel 2).

H.1.3.1. Submaatregel 1: Verbetering van het investeringsklimaat voor ontwikkelaars van hernieuwbare energie

Het doel van deze submaatregel is de administratieve vereisten voor de uitrol van nieuwe hernieuwbare-energiecapaciteit te vereenvoudigen. Deze hervorming bestaat uit een pakket wetswijzigingen dat elementen bevat die verder gaan dan de omzetting van de richtlijn hernieuwbare energie (RED II). Het hervormingspakket moet met name:

Hybride energiecentrales definiëren en reguleren: De hervorming maakt het mogelijk hybride installaties voor hernieuwbare energiebronnen (zoals zonne- en windenergie) of energieopslagfaciliteiten op één punt van het elektriciteitsnet aan te sluiten zonder een vergunningsprocedure te volgen die eenvoudigweg gebaseerd is op een toevoeging van de geïnstalleerde capaciteit. De aansluiting van de hybride energiecentrale op het elektriciteitsnet wordt beoordeeld op basis van een toegestane opwekkingscapaciteit in plaats van de geïnstalleerde capaciteit.

Een gecombineerde ontwikkelingsvergunning en een gecombineerde productievergunning voor hybride energiecentrales vereisen.

Afzien van de ontwikkelings- en opwekkingsrechten voor prosumenten voor nieuwe HEB-energiecentrales tot 100 kW.

De duur van de vergunningsprocedures beperken tot één jaar voor nieuwe HEB-energiecentrales: Het verlenen van de drie belangrijkste vergunningen voor de ontwikkeling van installaties voor hernieuwbare energiebronnen (vergunning voor de ontwikkeling van capaciteit voor elektriciteitsopwekking, bouwvergunning en vergunning voor de productie van elektriciteit) mag voor nieuwe HEB-centrales niet meer dan één jaar in beslag nemen.

De submaatregel omvat ook een modelleringsstudie over het Litouwse energiesysteem. In de studie zullen voorstellen worden gedaan voor de noodzakelijke maatregelen om de Litouwse capaciteit voor de opwekking van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen verder te ontwikkelen en moeten voorstellen worden gedaan om een equivalent van 100 % van het totale nationale elektriciteitsverbruik uit hernieuwbare energiebronnen te bereiken, met bijzondere aandacht voor de technische en financiële belemmeringen van 100 %. In de studie wordt ook het effect van hernieuwbare energiebronnen op de vermindering van broeikasgasemissies, op de luchtkwaliteit (met inbegrip van verontreiniging door energieproductie) en op de gezondheid beoordeeld.

De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

H.1.3.2. Submaatregel 2: Steun voor de bouw van onshore-HEB-installaties (zonne- en windenergie)

Deze submaatregel is de voortzetting van submaatregel B.1.1.2. (Steun voor de bouw van individuele opslagfaciliteiten). Het doel van deze maatregel is de productie van hernieuwbare energiebronnen te ondersteunen en hernieuwbare-energiegemeenschappen met elkaar te verbinden. De maatregel omvat steun die wordt verleend aan rechtspersonen, landbouwers, hernieuwbare-energiegemeenschappen of energiegemeenschappen van burgers voor de aankoop en installatie van onshore-zonne- en windenergiecentrales, waarbij prioriteit wordt gegeven aan zelfverbruik, agrarische of economische behoeften. De ontvangers van de steun hebben de mogelijkheid om elektriciteit terug te verkopen aan het elektriciteitsnet. Als gevolg van de investering wordt ten minste 225 MW aan capaciteit voor de opwekking van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen gecreëerd.

De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.

H.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun

Nr.

Gerelateerde maatregel (hervorming of investering)

Mijlpaal/Doelstelling

Titel

Kwalitatieve indicatoren 
(voor stenen)

Kwantitatieve indicatoren 
(voor streefcijfers)

Indicatieve termijn voor voltooiing

Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal en elk streefdoel

Eenheid

Basislijn

Doelstelling

Kwartaal

Jaar

195

H.1.1 Versnellen van de renovatie van gebouwen — H.1.1.1. Actualiseren en testen in de praktijk van pakketten en normen voor de renovatie van gebouwen

Doel

Oppervlakte van demonstratiegebouwen die zijn gerenoveerd om gemiddeld ten minste 30 % van het primaire energieverbruik te verminderen, zoals gedefinieerd in Aanbeveling (EU) 2019/786 van de Commissie betreffende de renovatie van gebouwen

m2

0

16 500

KWARTAAL 2

2026

Voltooiing van demonstratieprojecten voor groene renovatie (6 gebouwen met een totale oppervlakte van 16 500 m2), als volgt:

— 3 openbare gebouwen die op verschillende locaties worden geïllustreerd (zoals scholen, kleuterscholen, administratieve gebouwen) en

— 3 appartementsgebouwen.

De renovatie moet gemiddeld ten minste 30 % van het primaire energieverbruik verminderen, zoals gedefinieerd in Aanbeveling (EU) 2019/786 van de Commissie inzake de renovatie van gebouwen, waarbij gebruik wordt gemaakt van nieuwe, geïndustrialiseerde warmtegeassembleerde isolatiesystemen (panelen) uit organische grondstoffen, alsook van technologieën voor gebouwinformatiemodellen (BIM) die alle bouwprocessen (ontwerp, bouw, productie, logistiek, installatie van geprefabriceerde structuren ter plaatse, onderhoud en kwaliteitscontrole) combineren met virtuele modellering van de levenscyclus van een gebouw ten opzichte van de dichtstbijzijnde omgeving (bv. een kwart) waarin het gebouw zich bevindt.

196

H.1.1 Versnellen van de renovatie van gebouwen

H.1.1.2. Steun voor snellere renovatie van gebouwen (opgeschaald)

Doel

Oppervlakte van gerenoveerde appartementsgebouwen

0

306 000

KWARTAAL 2

2026

Renovatie voltooid van ten minste 306 000 m2 in 180 appartementengebouwen, waarbij het primaire energieverbruik gemiddeld met ten minste 30 % wordt verminderd, zoals gedefinieerd in Aanbeveling (EU) 2019/786 van de Commissie betreffende de renovatie van gebouwen.

197

H.1.2. De aankoop van emissievrije binnenvaartvoertuigen bevorderen

Mijlpaal

Aankoop en aflevering van een duwbak zonder eigen aandrijving

Aangekochte en geleverde duwbak zonder eigen beweegkracht

KWARTAAL 4

2024

Aankoop en aflevering van een duwbak zonder eigen aandrijving

198

H.1.2. De aankoop van emissievrije binnenvaartvoertuigen bevorderen

Mijlpaal

Aankoop en levering van een 100 % elektrische kraan

Elektrische kraan gekocht en geleverd aan de haven van Kaunas Marvele

KWARTAAL 4

2024

Aankoop en levering van een elektrische kraan aan de haven van Kaunas Marvele.

199

H.1.2. De aankoop van emissievrije binnenvaartvoertuigen bevorderen

Mijlpaal

Aankoop en levering van een elektrisch vaartuig

Elektrisch vaartuig gekocht en geleverd

KWARTAAL 4

2025

Aankoop en levering van een emissievrij vaartuig dat is uitgerust met een elektrische aandrijflijn om de in mijlpaal 197 bedoelde duwbak zonder eigen aandrijving te duwen.

200

H.1.3. Verhoging van de opwekkingscapaciteit uit hernieuwbare energiebronnen

H.1.3.1. Verbetering van het investeringsklimaat voor ontwikkelaars van hernieuwbare energiebronnen en voorbereiding van een studie naar de modellering van het Litouwse energiesysteem

Mijlpaal

Modelleringsstudie voor het Litouwse energiesysteem

Voltooiing van de studie door de bevoegde autoriteiten

KWARTAAL 2

2026

Voltooiing van de studie, die een analyse van de Litouwse energiesector omvat. In de studie zullen voorstellen worden gedaan voor de noodzakelijke maatregelen om de Litouwse capaciteit voor de opwekking van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen verder te ontwikkelen en moeten voorstellen worden gedaan om een equivalent van 100 % van het totale nationale elektriciteitsverbruik uit hernieuwbare energiebronnen te bereiken, met bijzondere aandacht voor de technische en financiële belemmeringen van 100 %. In de studie wordt ook het effect van hernieuwbare energiebronnen op de vermindering van broeikasgasemissies, op de luchtkwaliteit (met inbegrip van verontreiniging door energieproductie) en op de gezondheid beoordeeld.

201

H.1.3. Verhoging van de opwekkingscapaciteit uit hernieuwbare energiebronnen

H.1.3.1. Verbetering van het investeringsklimaat voor ontwikkelaars van hernieuwbare energiebronnen en voorbereiding van een studie naar de modellering van het Litouwse energiesysteem

Mijlpaal

Inwerkingtreding van wetgeving ter verbetering van het investeringsklimaat voor ontwikkelaars van hernieuwbare energie

In werking getreden wetgeving

KWARTAAL 3

2022

Inwerkingtreding van wetgeving ter vereenvoudiging van de administratieve eisen voor de ontwikkeling van hernieuwbare-energiecentrales. De gewijzigde wetgeving moet:

— Hybride energiecentrales definiëren en reguleren: De hervorming maakt het mogelijk hybride installaties voor hernieuwbare energiebronnen (zoals zonne- en windenergie) of energieopslagfaciliteiten op één punt van het elektriciteitsnet aan te sluiten zonder een vergunningsprocedure te volgen die eenvoudigweg gebaseerd is op een toevoeging van de geïnstalleerde capaciteit. De aansluiting van de hybride energiecentrale op het elektriciteitsnet wordt beoordeeld op basis van een toegestane opwekkingscapaciteit in plaats van de geïnstalleerde capaciteit.

— Een gecombineerde ontwikkelingsvergunning en een gecombineerde productievergunning voor hybride energiecentrales vereisen.

— Afzien van de ontwikkelings- en opwekkingsrechten voor prosumenten en nieuwe HEB-energiecentrales tot 100 kW.

— De duur van de vergunningsprocedures beperken tot één jaar voor nieuwe HEB-energiecentrales: Het verlenen van de drie belangrijkste vergunningen voor de ontwikkeling van installaties voor hernieuwbare energiebronnen (vergunning voor de ontwikkeling van capaciteit voor elektriciteitsopwekking, bouwvergunning en vergunning voor de productie van elektriciteit) mag voor nieuwe HEB-centrales niet meer dan één jaar in beslag nemen.

202

H.1.3. Verhoging van de opwekkingscapaciteit uit hernieuwbare energiebronnen

H.1.3.2. Steun voor de bouw van onshore-HEB-installaties (zonne- en windenergie)

Doel

Creatie van nieuwe capaciteit voor de opwekking van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen (MW)

MW

0

120

KWARTAAL 1

2025

120 MW aan capaciteit voor het opwekken van zonne- of windenergie is in bedrijf gesteld.

203

H.1.3. Verhoging van de opwekkingscapaciteit uit hernieuwbare energiebronnen

H.1.3.2. Steun voor de bouw van onshore-HEB-installaties (zonne- en windenergie)

Doel

Creatie van nieuwe capaciteit voor de opwekking van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen (MW)

MW

120

225

KWARTAAL 2

2026

Ten minste 225 MW aan capaciteit voor het opwekken van zonne- of windenergie in bedrijf is gesteld.

H.3. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor de lening

H.3.1. Investering 1: Steun voor HEB-installaties (zonne- en windenergie op het land)

Deze maatregel bestaat uit een overheidsinvesteringen in het Fonds voor energie-efficiëntie (de faciliteit) om particuliere investeringen te stimuleren en de toegang tot financiering in de Litouwse sector hernieuwbare energie te verbeteren. De faciliteit verstrekt rechtstreeks leningen aan de particuliere sector en aan entiteiten uit de publieke sector die soortgelijke activiteiten ontplooien. Op basis van de investeringen in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit beoogt de faciliteit in eerste instantie ten minste 549 130 737 EUR aan financiering te verstrekken.

De faciliteit wordt beheerd door INVEGA als uitvoerende partner. De faciliteit omvat de volgende productlijn:

Directe leningen aan particuliere entiteiten (met inbegrip van overheidsinstanties die in dezelfde oproep concurreren) om hun investeringen in hernieuwbare-energiecentrales (wind- en zonne-energie) te financieren.

Met het oog op de uitvoering van de investering in de faciliteit ondertekenen Litouwen en INVEGA een financieringsovereenkomst (of een wijziging van een bestaande overeenkomst inzake een fonds van fondsen) die de volgende inhoud omvat:

Beschrijving van het besluitvormingsproces van de faciliteit: Het definitieve investeringsbesluit van de faciliteit wordt genomen door een kredietcomité, de raad van bestuur van INVEGA of een ander relevant gelijkwaardig bestuursorgaan en goedgekeurd met een meerderheid van stemmen van leden die onafhankelijk zijn van de regering.

De belangrijkste vereisten van de bijbehorende beleggingsstrategie, waaronder:

De beschrijving van het financiële product en de in aanmerking komende eindbegunstigden.

De vereiste dat alle gesteunde investeringen financieel levensvatbaar moeten zijn.

Het vereiste om te voldoen aan het beginsel „geen ernstige afbreuk doen”, zoals uiteengezet in de technische richtsnoeren inzake het beginsel „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).

De eis dat eindbegunstigden van de faciliteit geen steun uit andere instrumenten van de Unie ontvangen om dezelfde kosten te dekken.

Het bedrag dat onder de financieringsovereenkomst (of een wijziging van een bestaande fondsovereenkomst) valt, de vergoedingsstructuur voor de uitvoerende partner en de vereiste om eventuele terugvloeiende middelen te herinvesteren overeenkomstig de investeringsstrategie van de faciliteit, tenzij deze worden gebruikt voor de aflossing van leningen in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht.

Monitoring-, audit- en controlevereisten, met inbegrip van:

De beschrijving van de belangrijkste beginselen van het monitoringsysteem van de uitvoerende partner om verslag uit te brengen over de gemobiliseerde investeringen.

De beschrijving van de belangrijkste beginselen van de procedures van de uitvoerende partner die erop gericht zijn fraude, corruptie en belangenconflicten bij de activiteiten van de uitvoerende partner te voorkomen, op te sporen en te corrigeren.

De verplichting om na te gaan of elke concrete actie subsidiabel is overeenkomstig de vereisten van de financieringsovereenkomst (of een wijziging van een bestaande overeenkomst inzake het Fonds van Fondsen) alvorens zich ertoe te verbinden een concrete actie te financieren.

De verplichting om risicogebaseerde controles achteraf uit te voeren in overeenstemming met een intern controleplan van INVEGA. Bij deze controles wordt nagegaan i) of de controlesystemen in INVEGA doeltreffend zijn, met inbegrip van de opsporing van fraude, corruptie en belangenconflicten; naleving van het beginsel „geen ernstige afbreuk doen aan” en de staatssteunregels; en iii) dat wordt voldaan aan het vereiste dat de eindbegunstigden van de faciliteit geen steun uit andere instrumenten van de Unie hebben ontvangen om dezelfde kosten te dekken. Bij de audits wordt ook nagegaan of de transacties wettig zijn en of de voorwaarden van de toepasselijke financieringsovereenkomst (of een wijziging van een bestaande overeenkomst inzake het Fonds van Fondsen) worden nageleefd.

  1. Rapportagevereisten voor klimaatinvesteringen voor de faciliteit 28 .

De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk op 31 augustus 2026 zijn voltooid.

H.4. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor de lening

Nr.

Gerelateerde maatregel (hervorming of investering)

Milestone/

Doel

Titel

Kwalitatieve indicatoren 
(voor stenen)

Kwantitatieve indicatoren 
(voor streefcijfers)

Indicatieve termijn voor voltooiing

Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal en elk streefdoel

Eenheid

Basislijn

Doelstelling

Kwartaal

Jaar

204

H.3.1. Investeringssteun voor HEB-installaties (zonne- en windenergie op het land)

Mijlpaal

Financieringsovereenkomst (of een wijziging van een bestaande overeenkomst inzake een fonds van fondsen)

Inwerkingtreding van de financieringsovereenkomst (of een wijziging van een bestaande overeenkomst inzake een fonds van fondsen)

KWARTAAL 4

2023

Inwerkingtreding van de financieringsovereenkomst (of een wijziging van een bestaande overeenkomst inzake een fonds van fondsen).

205

H.3.1. Investeringssteun voor HEB-installaties (zonne- en windenergie op het land)

Mijlpaal

Publicatie van de oproep tot het indienen van sollicitaties door de nationale stimuleringsinstelling

Publicatie uitnodiging tot het indienen van voorstellen

KWARTAAL 3

2024

INVEGA doet een oproep aan particuliere entiteiten (met inbegrip van overheidsinstanties die met dezelfde oproep concurreren) om aanvragen voor leningen in te dienen overeenkomstig de in de beschrijving van de maatregel gespecificeerde vereisten.

206

H.3.1. Investeringssteun voor HEB-installaties (zonne- en windenergie op het land)

Doel

Juridische overeenkomsten met eindbegunstigden

%

0 %

20 %

KWARTAAL 2

2025

INVEGA moet juridische financieringsovereenkomsten met eindbegunstigden hebben gesloten voor een bedrag dat nodig is om ten minste 20 % van de RRF-investeringen in de faciliteit te gebruiken (rekening houdend met beheersvergoedingen).

207

H.3.1. Investeringssteun voor HEB-installaties (zonne- en windenergie op het land)

Doel

Juridische overeenkomsten met eindbegunstigden

%

20 %

100 %

KWARTAAL 2

2026

INVEGA moet juridische financieringsovereenkomsten met eindbegunstigden hebben gesloten voor een bedrag dat nodig is om 100 % van de RRF-investeringen in de faciliteit te gebruiken (rekening houdend met beheersvergoedingen).

208

H.3.1. Investeringssteun voor HEB-installaties (zonne- en windenergie op het land)

Mijlpaal

Voltooiing van de investeringsoverdrachten in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit voor de faciliteit

Certificaat of ander gelijkwaardig bewijs van overdracht

KWARTAAL 2

2026

Litouwen draagt 549 130 737 EUR over aan INVEGA voor de faciliteit.

Geraamde totale kosten van het herstel- en veerkrachtplan

De geraamde totale kosten van het herstel- en veerkrachtplan van Litouwen bedragen 3 849 237 823 EUR.

DEEL 2: FINANCIËLE ONDERSTEUNING

Financiële bijdrage

De in artikel 2, lid 2, bedoelde tranches worden als volgt georganiseerd:

  1. Eerste tranche (niet-terugvorderbare steun):

Volgnummer

Betrokken maatregel
(Hervorming of investering)

Mijlpaal/Doelstelling

Naam

21

B.1.1 Duurzamere elektriciteitsproductie in het land

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wetgeving ter verbetering van institutionele en juridische mechanismen ter bevordering van de productie, de transmissie en het verbruik van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen

28

B.1.2 Verkeer zonder het milieu te vervuilen

Mijlpaal

Inwerkingtreding van een wetgevingskader tot vaststelling van een procedure voor het vaststellen van eisen inzake energie-efficiëntie en milieubescherming voor de aankoop van wegvoertuigen en voor gevallen waarin deze verplicht zijn

29

B.1.2 Verkeer zonder het milieu te vervuilen

Mijlpaal

Er wordt een fonds voor duurzame mobiliteit opgericht dat de ontwikkeling van alternatieve brandstoffen en voertuiginfrastructuur financiert en operationeel is

37

B. 1.2 Verkeer zonder het milieu te vervuilen — B.1.2.3. Installatie van oplaad- en tankinfrastructuur voor alternatieve brandstoffen

Mijlpaal

Ingebruikneming van een informatiesysteem voor openbare en semi-openbare oplaadpunten voor elektrische voertuigen

43

B. 1.2 Verkeer zonder het milieu te vervuilen — B.1.2.3. Installatie van oplaad- en tankinfrastructuur voor alternatieve brandstoffen

Mijlpaal

Goedkeuring van het actieplan voor de integratie van het netwerk van elektrische laadinfrastructuur

44

B. 1.2 Verkeer zonder het milieu te vervuilen — B.1.2.4. Steun om de lokale productie van hernieuwbare brandstoffen (biomethaangas, vloeibare biobrandstoffen van de tweede generatie voor vervoer en groene waterstof) te verhogen

Mijlpaal

Ingebruikneming van een IT-systeem van boekhoudkundige eenheden voor hernieuwbare transportbrandstoffen

70

C.1.3 klantgerichte diensten

Mijlpaal

Ingebruikneming van een kenniscentrum voor open data en digitale transformatie

83

C.1.5 Stap naar 5G — C.1.5.1. Routekaart 5G

Mijlpaal

Toegewezen radiofrequenties voor de uitrol van 5G-netwerken

84

C.1.5 Stap naar 5G — C.1.5.1. Routekaart 5G

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wijzigingen van de relevante wetten die een snellere installatie van de elektronische-communicatie-infrastructuur mogelijk maken

89

C.1.5 Stap naar 5G — C.1.5.3. Innovatie op het gebied van mobiliteit

Mijlpaal

Een bevoegde instantie aanwijzen voor het beheer van innovatiemaatregelen op het gebied van vervoer

91

D.1.1. Modern algemeen onderwijs — achtergrond van basiscompetenties
D.1.1.1: Verbetering van de kwaliteit van het onderwijs

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wetgeving inzake de methodologie van de procedure voor de externe evaluatie van de kwaliteit van de activiteiten van onderwijsinstellingen die schoolonderwijsprogramma’s uitvoeren

93

D.1.1. Modern algemeen onderwijs — achtergrond van basiscompetenties
D.1.1.2. Reorganisatie van het schoolnetwerk

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wijzigingen van de Regels betreffende de oprichting van een netwerk van scholen die formele onderwijsprogramma’s uitvoeren

94

D.1.1. Modern algemeen onderwijs — achtergrond van basiscompetenties
D.1.1.2. Reorganisatie van het schoolnetwerk

Mijlpaal

Plannen voor de transformatie van het netwerk van scholen voor algemeen onderwijs, opgesteld en goedgekeurd door gemeenten overeenkomstig de onlangs goedgekeurde regels voor de ontwikkeling van het netwerk van scholen die formele onderwijsprogramma’s uitvoeren

95

D.1.1.Modern algemeen onderwijs — Achtergrond van basiscompetenties D.1.1.3: Millenniumschoolprogramma

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wetgeving inzake het millenniumprogramma voor schoolvooruitgang

105

D.1.1. Modern algemeen onderwijs — achtergrond van basiscompetenties
D.1.1.7: Verbetering van voor- en vroegschoolse educatie en opvang

Mijlpaal

Studie naar de haalbaarheid van de ontwikkeling van infrastructuur voor voor- en vroegschoolse educatie in gemeenten

110

D.1.3. Beroepsoriëntatiesysteem om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt in evenwicht te brengen

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de regeringsresolutie over de procedures voor de regeling van de beroepsoriëntatie (loopbaanbegeleiding)

112

D.1.4. In beroepsonderwijs en -opleiding verworven competenties voor de groene en digitale transformatie
D.1.4.1 Nationaal platform voor de vooruitgang op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding

Mijlpaal

Inwerkingtreding van wetgeving inzake de oprichting van het nationaal platform voor de vooruitgang op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding

116

D.1.4. In beroepsonderwijs en -opleiding verworven competenties voor de groene en digitale transformatie
D.1.4.3: Leerlingplaats en werkplekleren

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wetgeving tot instelling van een steunregeling voor leerlingplaatsen en werkplekleren

126

E.1.1. Hoogwaardig hoger onderwijs en sterke instellingen voor hoger onderwijs — E.1.1.4. Systematische bevordering van O & O in instellingen voor hoger onderwijs en onderzoeksanalyse

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de rechtshandeling tot oprichting van het agentschap ter uitvoering van het wetenschapsbeleid

127

E.1.2. Doeltreffende uitvoering van het innovatiebeleid, toegenomen vraag naar innovatie, ontwikkeld ecosysteem voor startende ondernemingen en ontwikkeling van groene innovatie — E.1.2.1. Doeltreffende uitvoering van het innovatiebeleid door de oprichting van één enkel bureau voor de bevordering van innovatie en de optimalisering van het netwerk van bestaande agentschappen

Mijlpaal

De inwerkingtreding van de resolutie van de regering tot oprichting van het innovatieagentschap en de overdracht van taken op het gebied van innovatiebevordering van andere agentschappen

128

E.1.2 Effectieve uitvoering van innovatiebeleid, toegenomen vraag naar innovatie, ontwikkeld ecosysteem voor startende ondernemingen en ontwikkeling van groene innovatie — E.1.2.1. Doeltreffende uitvoering van het innovatiebeleid door de oprichting van één enkel bureau voor de bevordering van innovatie en de optimalisering van het netwerk van bestaande agentschappen

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de herziene wetgeving inzake innovatieve activiteiten

132

E.1.3. Gezamenlijke missies voor wetenschap en innovatie op het gebied van slimme specialisatie — E.1.3.1. Vaststelling van prioriteiten op het gebied van slimme specialisatie

Mijlpaal

Inwerkingtreding van het herziene concept van slimme specialisatie

142

F.1.2. Een eerlijker en groeivriendelijker belastingstelsel. — F.1.2.1. Afschaffing van belastingvrijstellingen en bijzondere belastingregelingen die inefficiënt zijn, niet langer de prioriteiten van de staat weerspiegelen of niet in overeenstemming zijn met de Green Deal

Mijlpaal

Indiening van de voorstellen op basis van een grondige analyse van de intrekking van belastingvrijstellingen en bijzondere belastingregelingen aan het parlement

144

F. 1.2. Een eerlijker en groeivriendelijker belastingstelsel — F.1.2.2. Submaatregel 2: Verdere verbreding van de belastinggrondslag tot bronnen die de economische groei niet belemmeren

Mijlpaal

Uitvoering van de voorstellen om milieubelastingen en belastingen op andere bronnen uit te breiden die minder schadelijk zijn voor de economische groei, op basis van een grondige analyse aan het parlement

146

F.1.2. Een eerlijker en groeivriendelijker belastingstelsel — F.1.2.3. Een beoordeling van de doeltreffendheid van de belasting- en socialezekerheidsbijdragen bij het voorkomen van armoede en het verminderen van inkomensongelijkheid

Mijlpaal

Resultaten van de studie over de doeltreffendheid van de personenbelasting en de socialezekerheidsbijdragen bij het terugdringen van armoede en inkomensongelijkheid

152

F.1.3. Duurzaamheid en transparantie van de nationale begroting op lange termijn — F.1.3.4. Bevordering van publiek-private partnerschappen

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wijzigingen van de regels voor de voorbereiding en uitvoering van publiek-private partnerschappen

155

F.1.4. Verbetering van de naleving van de belastingwetgeving — F.1.4.1. Meer transparantie in de handel in gebruikte voertuigen

Mijlpaal

Nationale belastinginspectie en douane verkrijgen gegevens over voertuigeigenaren uit het boekhoudsysteem van de voertuigeigenaren

168

F.1.6. Slimme belastingdienst om de btw-kloof sneller te verkleinen — F.1.6.3. Robotisering van bedrijfsprocessen bij de nationale belastinginspectie

Mijlpaal

Voltooiing van de automatisering van twee bedrijfsprocessen door de nationale belastinginspectie

179

F.1.9. Registratiesysteem voor audits en controles

Mijlpaal

Opslagsysteem voor audits en controles: informatie voor het monitoren van de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit

182

G.1.1. Gegarandeerde minimuminkomensbescherming — G.1.1.2. Aanvullende maatregelen om de toereikendheid en houdbaarheid van sociale uitkeringen te verbeteren

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wetgeving tot invoering van een aanvullende uitkering voor gehandicapte en oudere alleenstaande personen

185

G.1.1. Gegarandeerde minimuminkomensbescherming — G.1.1.3. Erkenning van sociale zorg

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wetgeving inzake de vereisten voor de verlening van erkende sociale zorg

186

G.1.2. Klantgerichte werkgelegenheidsondersteuning — G.1.2.1. Optimalisering en verbetering van de operationele processen van de dienst voor arbeidsvoorziening, met het oog op een systematische klantgerichtheid

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wetgeving tot regeling van de operationele processen van de dienst voor arbeidsvoorziening

188

G.1.2. Klantgerichte werkgelegenheidsondersteuning — G.1.2.2. Uitbreiding van het toepassingsgebied en de diversiteit van maatregelen ter ondersteuning van de werkgelegenheid, bijdragen tot de doelstellingen van de digitale en groene transformatie en bevordering van de circulaire economie

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wetgeving inzake de regeling ter ondersteuning van de werkgelegenheid voor de uitvoering van proefmaatregelen
(Bevordering van ondernemerschap en ondersteuning van leren dat kwalificaties en competenties met een hoge toegevoegde waarde biedt, met de nadruk op de digitale en groene transitie)

Bedrag termijnbetaling

EUR 649 543 707

  1. Tweede tranche (niet-terugvorderbare steun):

Volgnummer

Betrokken maatregel
(Hervorming of investering)

Mijlpaal/Doelstelling

Naam

2

A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van diensten en bevordering van innovatie

A.1.1.2. Ontwikkeling van een digitaal gezondheidsstelsel dat het secundaire gebruik van gezondheidsgegevens vergemakkelijkt

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wetgeving inzake het secundaire gebruik van gezondheidsgegevens

57

B.1.4 Verhoging van de broeikasgasabsorptiecapaciteit

Mijlpaal

Wetgeving ter regulering van het herstel van wetlands (veengebieden) en de verdere bescherming en het duurzame gebruik ervan is in werking getreden

64

C.1.2 Waarborgen van de doeltreffendheid van gegevensbeheer en open data

Mijlpaal

Inwerkingtreding van wetgeving inzake efficiënte gegevensverwerking.

80

C.1.4 Voorwaarden voor innovatieve technologische oplossingen in het bedrijfsleven en het dagelijks leven — C.1.4.4. Financiële instrumenten voor de oprichting van bedrijven en digitale innovatie

Mijlpaal

Publicatie van een aanbesteding en goedkeuring van de financieringsvoorwaarden voor de ontwikkeling en toepassing van innovatieve technologische oplossingen in het bedrijfsleven

92

D.1.1. Modern algemeen onderwijs — achtergrond van basiscompetenties

D.1.1.1: Verbetering van de kwaliteit van het onderwijs

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de herziene programma’s voor kleuter-, basis-, lager middelbaar en middelbaar onderwijs (curriculum)

107

D.1.2. Toegang tot de ontwikkeling van competenties en de erkenning van kwalificaties voor volwassenen

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wet op het volwassenenonderwijs tot vaststelling van een gecoördineerd systeem voor een leven lang leren (LLL) en tot vaststelling van de beginselen voor de werking ervan

201

H.1.3. Verhoging van de opwekkingscapaciteit uit hernieuwbare energiebronnen

H.1.3.1. Verbetering van het investeringsklimaat voor ontwikkelaars van hernieuwbare energiebronnen en voorbereiding van een studie naar de modellering van het Litouwse energiesysteem

Mijlpaal

Inwerkingtreding van wetgeving ter verbetering van het investeringsklimaat voor ontwikkelaars van hernieuwbare energie

1

A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van diensten en bevordering van innovatie

A.1.1.1. Wetgevingskader voor de organisatie, het beheer en de verrichting van ambulancediensten

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de gewijzigde wet op de zorginstellingen en de wet op het gezondheidsstelsel van de Republiek Litouwen en de daarmee verband houdende wetgeving

3

A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van diensten en bevordering van innovatie

A.1.1.3. Actieplan voor de ontwikkeling van geneesmiddelen in het gezin 2016-2025

Mijlpaal

Goedkeuring van het geactualiseerde actieplan voor de ontwikkeling van gezinsgeneeskunde voor de periode 2016-2025

27

B.1.1 Meer duurzame elektriciteit geproduceerd in het land — B.1.1.3 Installatie van andere infrastructuur voor elektriciteitsopslag

Doel

Geïnstalleerde capaciteit van nieuwe elektriciteitsopslagfaciliteiten (MW)

50

B.1.3 Versnellen van de renovatie van gebouwen en een duurzaam stedelijk milieu — B.1.3.2. Instrumenten om de coördinatie van de renovatie van gebouwen en technische bijstand te vergemakkelijken

Mijlpaal

Kenniscentrum voor de renovatie van gebouwen is opgericht en operationeel

76

C.1.4 Voorwaarden voor innovatieve technologische oplossingen in het bedrijfsleven en het dagelijks leven — C.1.4.2. Digitalisering en toegankelijkheid van culturele hulpbronnen

Doel

Ondertekende contracten met de eigenaars van de digitale en gedigitaliseerde culturele hulpbronnen voor de openstelling van de middelen en toegankelijk gemaakt voor gebruikers

99

D.1.1. Modern algemeen onderwijs — achtergrond van basiscompetenties

D.1.1.4: Versterking van de competenties van pedagogisch personeel

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wetgeving tot vaststelling van eisen voor de voorbereiding en uitvoering van nationale programma’s voor de ontwikkeling van kwalificaties voor pedagogisch personeel.

115

D.1.4. In beroepsonderwijs en -opleiding verworven competenties voor de groene en digitale transformatie

D.1.4.2: Beoordeling van competenties

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wijziging van de wet op de beroepsopleiding inzake kenniscentra in beroepsonderwijs en -opleiding

129

E.1.2. Doeltreffende uitvoering van het innovatiebeleid, toegenomen vraag naar innovatie, ontwikkeld ecosysteem voor startende ondernemingen en ontwikkeling van groene innovatie — E.1.2.1. Doeltreffende uitvoering van het innovatiebeleid door de oprichting van één enkel bureau voor de bevordering van innovatie en de optimalisering van het netwerk van bestaande agentschappen

Mijlpaal

Inwerkingtreding van het nieuwe kader voor stimulansen voor bedrijven om in O & O te investeren

147

F.1.2. Een eerlijker en groeivriendelijker belastingstelsel — F.1.2.3. Een beoordeling van de doeltreffendheid van de belasting- en socialezekerheidsbijdragen bij het voorkomen van armoede en het verminderen van inkomensongelijkheid

Mijlpaal

Inwerkingtreding van wijzigingen van de wetgeving op het gebied van de inkomstenbelasting en de socialezekerheidsbijdragen die niet eerder dan in 2024 in werking moeten treden

158

F.1.4. Verbetering van de naleving van de belastingwetgeving — F.1.4.3. Beperking van het gebruik van contant geld

Mijlpaal

Inwerkingtreding van wetgeving die contante betalingen in risicovolle economische sectoren en/of afzonderlijke soorten transacties beperkt

180

G.1.1. Gegarandeerde minimuminkomensbescherming — G.1.1.1. Studie over de minimuminkomensregeling en de daarmee verband houdende wijzigingen van de wetgeving

Mijlpaal

Afronding van een studie over de toereikendheid van de minimuminkomensregeling

184

G.1.1. Gegarandeerde minimuminkomensbescherming — G.1.1.2. Aanvullende maatregelen om de toereikendheid en houdbaarheid van sociale uitkeringen te verbeteren

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wetgeving inzake wijzigingen in het pensioenindexeringsmechanisme

Bedrag termijnbetaling

EUR 221 820 028

  1. Derde tranche (niet-terugvorderbare steun):

Volgnummer

Betrokken maatregel
(Hervorming of investering)

Mijlpaal/Doelstelling

Naam

4

A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van diensten en bevordering van innovatie

A.1.1.4. Invoering van een basismodel voor de verlening van openbare gezondheidsdiensten

Mijlpaal

Inwerkingtreding van een basismodel voor de verlening van openbare gezondheidsdiensten waarbij gelijke voorwaarden worden geschapen voor het ontvangen van noodzakelijke en hoogwaardige diensten voor doelgroepen in de samenleving, met name kwetsbare en sociaal uitgesloten groepen

18

A.1.3. Systemische verbetering van de veerkracht van het gezondheidsstelsel om in noodsituaties te werken

A.1.3.1. Actieplan ter verbetering van de samenwerking tussen zorginstellingen en modernisering van de infrastructuur voor noodsituaties

Mijlpaal

Inwerkingtreding van een actieplan ter verbetering van de samenwerking tussen gezondheidszorginstellingen en modernisering van de infrastructuur voor noodsituaties

58

B.1.5 Naar een circulaire economie

Mijlpaal

Inwerkingtreding van het actieplan voor de overgang naar een circulaire economie

108

D 1.2. Toegang tot de ontwikkeling van competenties en de erkenning van kwalificaties voor volwassenen

Mijlpaal

Ingebruikneming van het éénloketsysteem voor levenslang leren

121

E.1.1. Hoogwaardig hoger onderwijs en sterke instellingen voor hoger onderwijs — E.1.1.1. Verbetering van de financiering van het hoger onderwijs en de toelatingssystemen voor studenten

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de rechtshandelingen tot instelling van een systeem van contracten met instellingen voor hoger onderwijs

122

E.1.1. Hoogwaardig hoger onderwijs en sterke instellingen voor hoger onderwijs — E.1.1.1. Verbetering van de financiering van het hoger onderwijs en de toelatingssystemen voor studenten — E.1.1.2. Verbetering van de efficiëntie van het hogeronderwijsnetwerk door verfijning van de taken van universiteiten en hogescholen

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de gewijzigde wet inzake onderzoek en studies, waarbij het systeem voor financiering en inschrijving in het hoger onderwijs wordt gewijzigd

143

F.1.2. Een eerlijker en groeivriendelijker belastingstelsel — F.1.2.1. Afschaffing van belastingvrijstellingen en bijzondere belastingregelingen die inefficiënt zijn, niet langer de prioriteiten van de staat weerspiegelen of niet in overeenstemming zijn met de Green Deal

Mijlpaal

Inwerkingtreding van wijzigingen van de belastingwetgeving tot afschaffing van belastingvrijstellingen en bijzondere belastingregelingen

145

F. 1.2. Een eerlijker en groeivriendelijker belastingstelsel — F.1.2.2. Submaatregel 2: Verdere verbreding van de belastinggrondslag tot bronnen die de economische groei niet belemmeren

Mijlpaal

Inwerkingtreding van wijzigingen in de wetgeving inzake accijnzen, milieubelastingen en onroerendgoedbelastingen

156

F.1.4. Verbetering van de naleving van de belastingwetgeving — F.1.4.2. Eerlijke belastingheffing op online economische activiteiten

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wettelijke verplichting voor exploitanten van onlineplatforms om gegevens over transacties op onlineplatforms te verzamelen en aan de belastingautoriteiten te melden

183

G.1.1. Gegarandeerde minimuminkomensbescherming — G.1.1.2. Aanvullende maatregelen om de toereikendheid en houdbaarheid van sociale uitkeringen te verbeteren

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wijziging van de wet op de sociale werkloosheidsverzekering waardoor de dekking van het socialezekerheidsstelsel voor werkloosheid wordt vergroot

5

A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van diensten en bevordering van innovatie

A.1.1.5. Verbetering van de arbeidsomstandigheden en beroepskwalificaties van gezondheidswerkers

Mijlpaal

Inwerkingtreding van wetgeving ter verbetering van de arbeidsomstandigheden en beroepskwalificaties van gezondheidswerkers

69

C.1.3 klantgerichte diensten

Mijlpaal

Publicatie van een aanbesteding voor innovatieve oplossingen en instrumenten om te zorgen voor betere communicatiemogelijkheden voor mensen met een handicap

151

F.1.3. Duurzaamheid en transparantie van de nationale begroting op lange termijn — F.1.3.3. Verbetering van de structuur van de gemeentelijke inkomsten

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wijziging van de wet op de methode voor de vaststelling van gemeentelijke begrotingsinkomsten en bekendmaking van bevindingen van de systematische vergelijking van gemeentelijke begrotingsindicatoren en de beoordeling van de gemeentelijke capaciteit om inkomsten te genereren

177

F.1.8. Één loket voor het betalen van boetes

Mijlpaal

Goedkeuring van wijzigingen in rechtshandelingen die de nationale belastinginspectie in staat stellen het merendeel van de boetes en economische sancties te beheren

6

A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van diensten en bevordering van innovatie

A.1.1.6. Oprichting van een netwerk van instellingen voor persoonlijke gezondheidszorg op basis van het model van regionale samenwerking

Mijlpaal

Inwerkingtreding van wetgeving inzake de oprichting en regulering van een netwerk van instellingen voor persoonlijke gezondheidszorg op basis van het model van expertisecentra en regionale samenwerking

48

B.1.3 Versnellen van de renovatie van gebouwen en een duurzaam stedelijk milieu — B.1.3.1. Actualiseren en testen in de praktijk van pakketten en normen voor de renovatie van gebouwen en ontwikkeling van een methodologie voor de ontwikkeling van duurzame steden

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de volgende wetgevingshandelingen:

a) het uitvoeringsplan voor de langetermijnstrategie voor de renovatie van gebouwen,

wijziging van de technische bouwregeling „Ontwerp en certificatie van de energieprestatie van gebouwen”, goedgekeurd bij Besluit nr. D1-11 van de minister van Milieu van 754-2016-11

richtsnoeren voor duurzame stadsontwikkeling, goedgekeurd bij besluit van de minister van Milieu

d) Wijziging van het technisch bouwvoorschrift CTR 2.05.07: 2005 „Design of Wooden Structures”, goedgekeurd bij 2005-02-10 Besluit nr. D1-79 van de minister van Milieu

60 bis

C.1.1a Transformatie van het beheer van openbare informatietechnologie — Ontwikkeling van de cyberbeveiliging van staten

Mijlpaal

Vaststelling van het programma voor de ontwikkeling van cyberbeveiliging.

106

D.1.1. Modern algemeen onderwijs — achtergrond van basiscompetenties

D.1.1.7: Verbetering van voor- en vroegschoolse educatie en opvang

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de wetgeving inzake de criteria (richtsnoeren) voor leerplannen voor voorschools onderwijs

153

F.1.3. Duurzaamheid en transparantie van de nationale begroting op lange termijn — F.1.3.4. Bevordering van publiek-private partnerschappen

Mijlpaal

Inwerkingtreding van het wetgevingspakket tot vaststelling van een versterkt kader voor het gebruik van strategische publiek-private partnerschappen op lange termijn

154

F.1.3. Duurzaamheid en transparantie van de nationale begroting op lange termijn — F.1.3.5. Consolidatie van de nationale ontwikkelingsinstellingen

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de regeringsresolutie waarbij de status van nationale ontwikkelingsinstelling voor drie instellingen wordt opgeheven en aan één instelling wordt overgelaten

Bedrag termijnbetaling

EUR 452 534 313

  1. Vierde tranche (niet-terugvorderbare steun):

Volgnummer

Betrokken maatregel
(Hervorming of investering)

Mijlpaal/Doelstelling

Naam

15

A.1.2. Hervorming van de langdurige zorg

A.1.2.1. Invoering van het model voor langdurige zorg

Mijlpaal

Inwerkingtreding van wetgeving betreffende de uitvoering van het model voor langdurige zorg

67

C.1.2 Waarborgen van de doeltreffendheid van gegevensbeheer en open data

Doel

Ingebruikneming van het instrument voor gegevensuitwisseling

68

C.1.3 klantgerichte diensten

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de gewijzigde verordening betreffende de verstrekking van informatie aan personen met een handicap

124

E.1.1. Hoogwaardig hoger onderwijs en sterke instellingen voor hoger onderwijs — E.1.1.3. Versterking van het internationale concurrentievermogen van instellingen voor hoger onderwijs

Doel

Aantal door instellingen voor hoger onderwijs voltooide internationaliseringsprojecten

150

F.1.3. Duurzaamheid en transparantie van de nationale begroting op lange termijn — F.1.3.2. Uitgaventoetsingen

Mijlpaal

Voltooiing van de uitgebreide evaluatie van de begrotingsuitgaven

157

F.1.4. Verbetering van de naleving van de belastingwetgeving — F.1.4.2. Eerlijke belastingheffing op online economische activiteiten

Mijlpaal

De nationale belastinginspectie ontvangt gedetailleerde gegevens over transacties op onlineplatforms

169

F.1.6. Slimme belastingdienst om de btw-kloof sneller te verkleinen — F.1.6.4. Digitalisering van de accijnszegels

Mijlpaal

Voltooiing van het proefproject inzake de vervanging van fysieke accijnszegels voor alcoholhoudende dranken door digitale oplossingen

181

G.1.1. Gegarandeerde minimuminkomensbescherming — G.1.1.1. Studie over de minimuminkomensregeling en de daarmee verband houdende wijzigingen van de wetgeving

Mijlpaal

Inwerkingtreding van wijzigingen van de relevante wetten inzake minimuminkomensbescherming

79

C.1.4 Voorwaarden voor innovatieve technologische oplossingen in het bedrijfsleven en het dagelijks leven — C.1.4.3. Productie van digitale onderwijsinhoud en -middelen

Doel

Ingebruikneming van digitale leerfaciliteiten

103

D.1.1. Modern algemeen onderwijs — achtergrond van basiscompetenties

D.1.1.6: Transformatie van digitaal onderwijs

Doel

Aantal leerkrachten in het hoger onderwijs dat de cursus heeft afgerond om de digitale competenties te verbeteren

104

D.1.1. Modern algemeen onderwijs — achtergrond van basiscompetenties

D.1.1.6: Transformatie van digitaal onderwijs

Doel

Aantal leerkrachten dat als IT-docent is gekwalificeerd en een masterdiploma IT heeft behaald

148

F.1.3. Duurzaamheid en transparantie van de nationale begroting op lange termijn — F.1.3.1. Verbeteringen van het begrotingskader

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de begrotingsmethode voor de middellange termijn, de methode voor de berekening van de basiskosten en wijzigingen van de wet op de begrotingsstructuur in verband met de herziening van de staatsbegroting.

81

C.1.4 Voorwaarden voor innovatieve technologische oplossingen in het bedrijfsleven en het dagelijks leven — C.1.4.4. Financiële instrumenten voor de oprichting van bedrijven en digitale innovatie

Doel

Inwerkingtreding van contracten voor financiële stimulansen voor de oprichting van een bedrijf en digitale innovatie

139

F.1.1. Efficiënte overheidssector — F.1.1.2 Invoering van een gecentraliseerd opleidingssysteem voor de ontwikkeling van competenties in deze sector

Mijlpaal

Strategische richtsnoeren en opleidingsmodule

149

F.1.3. Duurzaamheid en transparantie van de nationale begroting op lange termijn — F.1.3.1. Verbeteringen van het begrotingskader

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de regeringsresolutie tot goedkeuring van het eerste gedetailleerde begrotingsproject voor de middellange termijn voor de periode van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2027

159

F.1.4. Verbetering van de naleving van de belastingwetgeving — F.1.4.4. Toekomstige belastingbetalers financieel geletterd

Doel

Aantal leerlingen van de eerste tot en met twaalfde rang die een elektronische leerlingenkaart met betaalfunctie hebben ontvangen.

160

F.1.4. Verbetering van de naleving van de belastingwetgeving — F.1.4.4. Toekomstige belastingbetalers financieel geletterd

Doel

Aantal scholen (lager, middelbaar, programmymnasium, gymnastiekscholen) met nieuw opgerichte of verbeterde niet-contante betaalinfrastructuur

Bedrag termijnbetaling

EUR 199 638 025

  1. Vijfde tranche (niet-terugvorderbare steun):

Volgnummer

Betrokken maatregel
(Hervorming of investering)

Mijlpaal/Doelstelling

Naam

10

A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van diensten en bevordering van innovatie

A.1.1.9. Oprichting van een competentieplatform voor gezondheidswerkers

Mijlpaal

Oprichting van een competentieplatform voor gezondheidswerkers

34

B.1.2 Verkeer zonder het milieu te vervuilen — B.1.2.2. Steun voor de aankoop van emissievrije voertuigen voor openbaar vervoer

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de hervorming van het interstedelijk mobiliteitssysteem

55

B.1.4 Verhoging van de broeikasgasabsorptiecapaciteit

Doel

Vernat veengebied

65

C.1.2 Waarborgen van de doeltreffendheid van gegevensbeheer en open data

Doel

Ingebruikneming van het gegevensbeheermodel

102

D.1.1. Modern algemeen onderwijs — achtergrond van basiscompetenties

D.1.1.6: Transformatie van digitaal onderwijs

Doel

Aantal leerkrachten dat de cursus verbeterde digitale competenties heeft voltooid

111

D.1.3. Beroepsoriëntatiesysteem om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt in evenwicht te brengen

Doel

Aantal loopbaanspecialisten die diensten verlenen op scholen

125

E.1.1. Hoogwaardig hoger onderwijs en sterke instellingen voor hoger onderwijs — E.1.1.3. Versterking van het internationale concurrentievermogen van instellingen voor hoger onderwijs

Doel

Aantal personen dat steun heeft ontvangen voor de integratie van buitenlandse studenten

148 bis

F.1.3. Duurzaamheid en transparantie van de nationale begroting op lange termijn — F.1.3.1. Verbeteringen van het begrotingskader 

Mijlpaal 

Ingebruikneming van het instrument van het strategisch beheersinformatiesysteem om budgettering op middellange termijn te automatiseren 

162

F.1.4. Verbetering van de naleving van de belastingwetgeving — F.1.4.5. Meer transparantie in de bouwsector

Mijlpaal

Ingebruikneming van digitale instrumenten om de registratie in real time van personen die in de bouwsector werkzaam zijn en de identificatie van personen die illegaal werken op bouwplaatsen mogelijk te maken

172

F.1.6. Slimme belastingdienst om de btw-kloof sneller te verkleinen — F.1.6.6. Verbetering van de bevoegdheden van het personeel van de nationale belastinginspectie en de Litouwse douane

Mijlpaal

Ingebruikneming van instrumenten voor een doeltreffend beheer van de bevoegdheden van de nationale belastinginspectie, het douanepersoneel en de klanten van de douane, die nodig zijn voor een efficiënte belasting- en douaneadministratie

175

F.1.7. Ontwikkeling van een ecosysteem voor elektronische documenten — F.1.7.1. Submaatregel 1. Totstandbrenging van een oplossing om e-inkomsten mogelijk te maken

Mijlpaal

Ingebruikneming van technologische oplossingen om het praktische gebruik van e-ontvangsten in bedrijfsprocessen mogelijk te maken

197

H.1.2. De aankoop van emissievrije binnenvaartvoertuigen bevorderen

Mijlpaal

Aankoop en aflevering van een duwbak zonder eigen aandrijving

198

H.1.2. De aankoop van emissievrije binnenvaartvoertuigen bevorderen

Mijlpaal

Aankoop en levering van een 100 % elektrische kraan

25

B.1.1 Duurzamere elektriciteitsproductie in het land — B.1.1.2 Steun voor de bouw van installaties voor hernieuwbare energiebronnen op het land (zonne- en windenergie) en individuele opslagfaciliteiten

Doel

Creëren van nieuwe (individuele) opslagcapaciteit voor elektriciteit uit hernieuwbare bronnen (MWh)

40

B.1.2 Verkeer zonder het milieu te vervuilen — B.1.2.3. Installatie van oplaad- en tankinfrastructuur voor alternatieve brandstoffen

Doel

Ingebruikneming van een dienst van particuliere oplaadpunten

62

C.1.1 Transformatie van openbaar bestuur op het gebied van informatietechnologie

Doel

Het ministerie van Informatietechnologie van de staat verleent IT-diensten aan begrotingsinstellingen die zijn vastgesteld in Resolutie nr. 498 van de regering van de Republiek Litouwen op geconsolideerde basis.

71

C.1.3 klantgerichte diensten

Doel

Ingebruikneming van oplossingen voor digitale overheidsdiensten voor personen met een handicap

135

E.1.3. Gezamenlijke missies voor wetenschap en innovatie op het gebied van slimme specialisatie — E.1.3.3. Wetenschap en bedrijfsleven aanmoedigen om deel te nemen aan het EU-programma voor onderzoek en innovatie Horizon Europa en andere internationale financieringsprogramma’s

Doel

Projecten en adviesdiensten voor potentiële aanvragers van het programma Horizon Europa, gefinancierd door instellingen voor hoger onderwijs en kmo’s

202

H.1.3. Verhoging van de opwekkingscapaciteit uit hernieuwbare energiebronnen

H.1.3.2. Steun voor de bouw van onshore-HEB-installaties (zonne- en windenergie)

Doel

Creatie van nieuwe capaciteit voor de opwekking van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen (MW)

Bedrag termijnbetaling

EUR 199 638 025


  1. Zesde tranche (niet-terugvorderbare steun):

Volgnummer

Betrokken maatregel
(Hervorming of investering)

Mijlpaal/Doelstelling

Naam

8

A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van diensten en bevordering van innovatie

A.1.1.8. Creëren van een representatieve verzameling van referentiegenoomgegevens in het kader van het gezondheidsproject „Genome Europe”

Doel

Aantal uitgevoerde sequentietests voor het gehele menselijke genoom

11

A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van diensten en bevordering van innovatie

A.1.1.10. Ontwikkeling van een model voor de beoordeling van de kwaliteit van de gezondheidszorg

Doel

Aandeel gezondheidszorginstellingen die deel uitmaken van het beeldscherm van het Litouwse nationale gezondheidsstelsel op basis van een reeks prestatie-indicatoren

16

A.1.2. Hervorming van de langdurige zorg

A.1.2.2. Verhoging van de personele middelen en de infrastructuurcapaciteit voor de verlening van diensten voor langdurige zorg

Doel

Aandeel patiënten in de langdurige zorg dat ambulante langdurige zorg ontvangt (%)

22

B. 1.1 Meer duurzame elektriciteit geproduceerd in het land — B.1.1.1 Voorbereidende stappen voor de ontwikkeling van offshore-windinfrastructuur

Mijlpaal

Uitvoering en voltooiing van de voorbereidende werkzaamheden voor de ontwikkeling van offshore-windenergiecentrales en de installatie van infrastructuur

31

B.1.2. Zich verplaatsen zonder het milieu te vervuilen — B.1.2.1. Steun voor de aankoop van schone voertuigen door de overheidssector en het bedrijfsleven

Doel

Aantal in Litouwen aangekochte en geregistreerde schone vervoersvoertuigen

35

B.1.2 Verkeer zonder het milieu te vervuilen — B.1.2.2. Steun voor de aankoop van emissievrije voertuigen voor openbaar vervoer

Doel

Levering van elektrische voertuigen en voertuigen voor het openbaar vervoer op waterstof (bussen)

38

B.1.2 Verkeer zonder het milieu te vervuilen — B.1.2.3. Installatie van oplaad- en tankinfrastructuur voor alternatieve brandstoffen

Doel

Ingebruikneming van een dienst van openbaar toegankelijke laadpunten en laadstations met zeer hoog vermogen voor vracht en bussen

53

B.1.3 Versnellen van de renovatie van gebouwen en een duurzaam stedelijk milieu — B.1.3.4. Steun voor een snellere renovatie van gebouwen in overeenstemming met actuele normen voor de renovatie van gebouwen

Doel

Oppervlakte van gerenoveerde appartementsgebouwen

96

Modern algemeen onderwijs — achtergrond van basiscompetenties

D.1.1.3: Millenniumschoolprogramma

Doel

Aantal scholen dat wordt ondersteund om de kwaliteit van de activiteiten te verbeteren

190

G.1.2. Klantgerichte werkgelegenheidsondersteuning — G.1.2.2. Uitbreiding van het toepassingsgebied en de diversiteit van maatregelen ter ondersteuning van de werkgelegenheid, bijdragen tot de doelstellingen van de digitale en groene transformatie en bevordering van de circulaire economie

Doel

Voltooiing van het proefproject ter ondersteuning van opleiding voor het verwerven van kwalificaties en/of competenties

51

B.1.3 Versnellen van de renovatie van gebouwen en een duurzaam stedelijk milieu — B.1.3.2. Instrumenten om de coördinatie van de renovatie van gebouwen en technische bijstand te vergemakkelijken

Doel

Operationalisering en dienstverlening van drie informatiesystemen voor het ontwerp van de renovatie van gebouwen, voor het beheer van renovatieprojecten en de Litouwse databank voor gebouwengegevens

176

F.1.7. Ontwikkeling van een ecosysteem voor elektronische documenten — F.1.7.2. Submaatregel 2. Totstandbrenging van een oplossing om internationale e-zendingen mogelijk te maken

Mijlpaal

Ingebruikneming van technologische oplossingen om het praktische gebruik van internationale e-zendingen in bedrijfsprocessen mogelijk te maken

Bedrag termijnbetaling

EUR 89 349 768

  1. Zevende tranche (niet-terugvorderbare steun):

Volgnummer

Betrokken maatregel
(Hervorming of investering)

Mijlpaal/Doelstelling

Naam

7

A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van diensten en bevordering van innovatie

A.1.1.7. Oprichting van een centrum voor geavanceerde therapieën

Mijlpaal

Oprichting van een centrum voor geavanceerde therapie

12

A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van diensten en bevordering van innovatie

A.1.1.11. Digitalisering van de gezondheidszorg

Doel

Aandeel van de bevolking van het land dat wordt voorzien van elektronische gezondheidszorgdiensten

13

A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van diensten en bevordering van innovatie

A.1.1.11. Digitalisering van de gezondheidszorg

Doel

Aandeel ambulante en intramurale instellingen voor persoonlijke gezondheidszorg die e-gezondheidsproducten gebruiken

19

A.1.3. Systemische verbetering van de veerkracht van het gezondheidsstelsel om in noodsituaties te werken

A.1.3.2. Modernisering van expertisecentra op het gebied van infectieziekten

Doel

Aantal gemoderniseerde gezondheidszorginstellingen met expertisecentra op het gebied van infectieziekten

20

A.1.3. Systemische verbetering van de veerkracht van het gezondheidsstelsel om in noodsituaties te werken

A.1.3.3. Modernisering van noodhulpdiensten en reanimatie-eenheden in regionale ziekenhuizen

Doel

Aantal gemoderniseerde gezondheidszorgvoorzieningen in ziekenhuizen, reanimatie en intensivecareafdelingen

30

B.1.2 Verkeer zonder het milieu te vervuilen

Mijlpaal

Inwerkingtreding van wetgeving tot invoering van een elektronisch tolheffingssysteem voor het wegverkeer op basis van de beginselen „de gebruiker betaalt” en „de vervuiler betaalt”

45

B.1.2 Verkeer zonder het milieu te vervuilen — B.1.2.4. Steun voor de ontwikkeling van de sector hernieuwbare brandstoffen (biomethaangas, vloeibare biobrandstoffen van de tweede generatie voor vervoer en groene waterstof)

Doel

Geïnstalleerde totale capaciteit van nieuwe installaties voor de productie van biomethaangas, MW

52

B.1.3 Versnellen van de renovatie van gebouwen en een duurzaam stedelijk milieu — B.1.3.3. Bevordering van de levering van bouwproducten en -diensten die de renovatie van gebouwen versnellen

Doel

Operationele productiecapaciteit van modulaire structuren op basis van organisch materiaal

78

C.1.4 Voorwaarden voor innovatieve technologische oplossingen in het bedrijfsleven en het dagelijks leven — C.1.4.2. Digitalisering en toegankelijkheid van culturele hulpbronnen

Doel

Digitale (elektronische) hulpmiddelen ter beschikking gesteld van personen met een handicap

82

C.1.4 Voorwaarden voor innovatieve technologische oplossingen in het bedrijfsleven en het dagelijks leven — C.1.4.5. ICT-kenniscentrum

Doel

Ingebruikneming van het expertisecentrum

85

C.1.5 Stap naar 5G — C.1.5.1. Routekaart 5G

Doel

Ingebruikneming van 5G-diensten in stedelijke gebieden en andere hoofdwegen en spoorlijnen van nationaal belang, luchthavens en zeehavens

123

E.1.1. Hoogwaardig hoger onderwijs en sterke instellingen voor hoger onderwijs — E.1.1.2. Verbetering van de efficiëntie van het hogeronderwijsnetwerk door verfijning van de taken van universiteiten en hogescholen

Doel

Afgeronde projecten voor de reorganisatie van colleges (vernieuwde missies)

133

E.1.3. Gezamenlijke missies voor wetenschap en innovatie op het gebied van slimme specialisatie — E.1.3.2. Ondersteuning van de uitvoering van op missies gebaseerde wetenschaps- en innovatieprogramma’s op het gebied van slimme specialisatie

Doel

Aantal operationele excellentiecentra

163

F.1.4. Verbetering van de naleving van de belastingwetgeving — F.1.4.5. Meer transparantie in de bouwsector

Doel

Het aandeel van elektronisch identificeerbare werknemers op bouwplaatsen in verhouding tot het totale aantal werknemers

164

F.1.5. Instrumenten waarover bedrijven beschikken om het insolventierisico te beheren

Mijlpaal

Inwerkingtreding van vier digitale instrumenten die zijn ontwikkeld voor en bijdragen tot risicobeheer bij insolventie van ondernemingen

170

F.1.6. Slimme belastingdienst om de btw-kloof sneller te verkleinen — F.1.6.5. Nieuwe instrumenten voor gegevensanalyse en modernisering van de IT-systemen van de douane

Mijlpaal

Inwerkingtreding van vijf nieuwe methoden voor gegevensanalyse voor de verwerking van gegevens uit bestaande en vijf nieuwe gegevensbronnen

171

F.1.6. Slimme belastingdienst om de btw-kloof sneller te verkleinen — F.1.6.5. Nieuwe instrumenten voor gegevensanalyse en modernisering van de IT-systemen van de douane

Doel

Interfaces tot stand gebracht met de informatiesystemen van externe autoriteiten die gegevens, voertuigen en goederen beheren en verkeersbeheersystemen

173

F.1.6. Slimme belastingdienst om de btw-kloof sneller te verkleinen — F.1.6.6. Verbetering van de bevoegdheden van het personeel van de nationale belastinginspectie en de Litouwse douane

Doel

Personen opgeleid bij de Litouwse douane en de nationale belastinginspectie

174

F.1.7. Ontwikkeling van een ecosysteem voor elektronische documenten

Mijlpaal

Inwerkingtreding van een reeks wetgevingshandelingen betreffende de verwerking van elektronische afwikkelingsdocumenten en hun fiscale gegevens (kasregisterlogbestanden, e-ontvangstbewijzen, internationale elektronische vrachtbrieven)

187

G.1.2. Klantgerichte werkgelegenheidsondersteuning — G.1.2.1. Optimalisering en verbetering van de operationele processen van de dienst voor arbeidsvoorziening, met het oog op een systematische klantgerichtheid

Doel

Voltooiing van de digitale transformatie van de dienst voor arbeidsvoorziening

199

H.1.2. De aankoop van emissievrije binnenvaartvoertuigen bevorderen

Mijlpaal

Aankoop en levering van een elektrisch vaartuig

9

A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van diensten en bevordering van innovatie

A.1.1.8. Creëren van een representatieve verzameling van referentiegenoomgegevens in het kader van het gezondheidsproject „Genome Europe”

Doel

Aantal uitgevoerde sequentietests voor het gehele menselijke genoom

14

A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van diensten en bevordering van innovatie

A.1.1.9. Oprichting van een competentieplatform voor gezondheidswerkers

Doel

Aandeel gezondheidswerkers wier vergunning wordt geregistreerd en digitaal gemonitord

17

A.1.2. Hervorming van de langdurige zorg

A.1.2.2. Verhoging van de personele middelen en de infrastructuurcapaciteit voor de verlening van diensten voor langdurige zorg

Doel

Aandeel patiënten in de langdurige zorg dat ambulante langdurige zorg ontvangt (%)

41

B.1.2 Verkeer zonder het milieu te vervuilen — B.1.2.3. Installatie van oplaad- en tankinfrastructuur voor alternatieve brandstoffen

Doel

Ingebruikneming van een dienst van particuliere oplaadpunten

72

C.1.3 klantgerichte diensten

Doel

Adequaat gebruik van openbare diensten door personen met een handicap

130

E.1.2. Doeltreffende uitvoering van het innovatiebeleid, toegenomen vraag naar innovatie, ontwikkeld ecosysteem voor startende ondernemingen en ontwikkeling van groene innovatie — E.1.2.2. Toenemende vraag naar innovatie in Litouwen door het potentieel van overheidsopdrachten te benutten — E.1.2.4. Bevordering van de ontwikkeling van groene innovatie

Doel

Aantal uitgevoerde innovatieve projecten

131

E.1.2. Doeltreffende uitvoering van het innovatiebeleid, toegenomen vraag naar innovatie, ontwikkeld ecosysteem voor startende ondernemingen en ontwikkeling van groene innovatie — E.1.2.3. Bevordering van de ontwikkeling van het ecosysteem voor startende ondernemingen

Doel

Aantal startende ondernemingen dat investeringen heeft ontvangen

141

F.1.1. Efficiënte overheidssector — F.1.1.2 Invoering van een gecentraliseerd opleidingssysteem voor ontwikkelingscompetenties in de overheidssector

Doel

Aantal voltooide opleidingen over digitale, financiële, analytische of leidinggevende vaardigheden

Bedrag termijnbetaling

EUR 172 317 410

  1. Achtste tranche (niet-terugvorderbare steun):

Volgnummer

Betrokken maatregel
(Hervorming of investering)

Mijlpaal/Doelstelling

Naam

13 bis

A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van diensten en bevordering van innovatie

A.1.1.11. Digitalisering van de gezondheidszorg

Mijlpaal

Actieplan voor de ontwikkeling van het digitale gezondheidssysteem

26

B.1.1 Duurzamere elektriciteitsproductie in het land — B.1.1.2 Steun voor de bouw van installaties voor hernieuwbare energiebronnen op het land (zonne- en windenergie) en individuele opslagfaciliteiten

Doel

Creëren van nieuwe (individuele) opslagcapaciteit voor elektriciteit uit hernieuwbare bronnen (MWh)

32

B.1.2. Zich verplaatsen zonder het milieu te vervuilen — B.1.2.1. Steun voor de aankoop van schone voertuigen door de overheidssector en het bedrijfsleven

Doel

Aantal in Litouwen aangekochte en geregistreerde schone vervoersvoertuigen

33

B.1.2. Zich verplaatsen zonder het milieu te vervuilen — B.1.2.1. Steun voor de aankoop van schone voertuigen door de overheidssector en het bedrijfsleven

Doel

Aantal geproduceerde (geassembleerde) en aangepaste elektrische bussen in Litouwen

36

B.1.2 Verkeer zonder het milieu te vervuilen — B.1.2.2. Steun voor de aankoop van emissievrije voertuigen voor openbaar vervoer

Doel

Levering van elektrische voertuigen en voertuigen voor het openbaar vervoer op waterstof (bussen)

39

B.1.2 Verkeer zonder het milieu te vervuilen — B.1.2.3. Installatie van oplaad- en tankinfrastructuur voor alternatieve brandstoffen

Doel

Ingebruikneming van een dienst van openbare en openbaar toegankelijke laadpunten en laadstations met zeer hoog vermogen voor vracht en bussen

42

B.1.2 Verkeer zonder het milieu te vervuilen — B.1.2.3. Installatie van oplaad- en tankinfrastructuur voor alternatieve brandstoffen

Doel

Ingebruikneming van een dienst van openbare stations voor gecomprimeerd biogas en waterstof

46

B.1.2 Verkeer zonder het milieu te vervuilen — B.1.2.4. Steun voor de ontwikkeling van de sector hernieuwbare brandstoffen (biomethaangas, vloeibare biobrandstoffen van de tweede generatie voor vervoer en groene waterstof)

Doel

Jaarlijkse extra productie van vloeibare biobrandstoffen van de tweede generatie

47

B.1.2 Verkeer zonder het milieu te vervuilen — B.1.2.4. Steun voor de ontwikkeling van de sector hernieuwbare brandstoffen (biomethaangas, vloeibare biobrandstoffen van de tweede generatie voor vervoer en groene waterstof)

Doel

Totale geproduceerde hoeveelheid „groene waterstof”

54

B.1.3 Versnellen van de renovatie van gebouwen en een duurzaam stedelijk milieu — B.1.3.4. Steun voor een snellere renovatie van gebouwen in overeenstemming met actuele normen voor de renovatie van gebouwen

Doel

Oppervlakte van gerenoveerde appartementsgebouwen

56

B.1.4 Verhoging van de broeikasgasabsorptiecapaciteit

Doel

Vernat veengebied

60b

C.1.1a Transformatie van het beheer van openbare informatietechnologie — Ontwikkeling van de cyberbeveiliging van staten

Mijlpaal

Opzetten van een nationaal monitoringsysteem voor cyberbeveiliging.

60c

C.1.1a Transformatie van het beheer van openbare informatietechnologie — Ontwikkeling van de cyberbeveiliging van staten

Mijlpaal

Versterking van de capaciteit voor onderzoek naar cybercriminaliteit

61

C.1.1 Transformatie van openbaar bestuur op het gebied van informatietechnologie

Doel

Het ministerie van Informatietechnologie van de staat verleent IT-diensten aan begrotingsinstellingen die zijn vastgesteld in Resolutie nr. 498 van de regering van de Republiek Litouwen op geconsolideerde basis.

66

C.1.2 Waarborgen van de doeltreffendheid van gegevensbeheer en open data

Doel

Integratie van informatiebronnen in het gegevensmeer

73

C.1.3 klantgerichte diensten

Doel

Voltooide projecten om diensten te digitaliseren en de maturiteit van de geleverde diensten te verbeteren

74

C.1.4 Voorwaarden voor innovatieve technologische oplossingen in het bedrijfsleven en het dagelijks leven — C.1.4.1. Ontwikkeling van technologische hulpmiddelen voor Litouws taalgebruik

Mijlpaal

Levering van Litouwse taalhulpmiddelen voor de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie en innovatieve technologieën

75

C.1.4 Voorwaarden voor innovatieve technologische oplossingen in het bedrijfsleven en het dagelijks leven — C.1.4.1. Ontwikkeling van technologische hulpmiddelen voor Litouws taalgebruik

Doel

Voltooide projecten voor het creëren van Litouwse taalhulpmiddelen die nodig zijn voor de ontwikkeling van AI-oplossingen

77

C.1.4 Voorwaarden voor innovatieve technologische oplossingen in het bedrijfsleven en het dagelijks leven — C.1.4.2. Digitalisering en toegankelijkheid van culturele hulpbronnen

Doel

Voltooide contracten voor het openen en toegankelijk maken voor de gebruikers van digitale culturele hulpbronnen

88

C.1.5 Stap naar 5G — C.1.5.2. Verdere ontwikkeling van netwerken met zeer hoge capaciteit

Doel

Contact opnemen met particuliere en overheidsbedrijven met gigabitsnelheid, niet-gouvernementele en gouvernementele organisaties en gemeentelijke instellingen (sociaal-economische actoren)

90

C.1.5 Stap naar 5G — C.1.5.3. Innovatie op het gebied van mobiliteit

Doel

Ingebruikneming van digitale oplossingen voor mobiliteitsinnovatie

97

D.1.1. Modern algemeen onderwijs — achtergrond van basiscompetenties

D.1.1.3: Millenniumschoolprogramma

Doel

Aantal scholen dat wordt ondersteund om de kwaliteit van de activiteiten te verbeteren

98

D.1.1. Modern algemeen onderwijs — achtergrond van basiscompetenties

D.1.1.4: Versterking van de competenties van pedagogisch personeel

Doel

Aantal pedagogisch personeel dat een kwalificatieontwikkelingsprogramma heeft voltooid

100

D.1.1. Modern algemeen onderwijs — achtergrond van basiscompetenties

D.1.1.5: Ontwikkeling van het STEAM-ecosysteem

Doel

Aantal verbeterde STEAM-centra

101

D.1.1. Modern algemeen onderwijs — achtergrond van basiscompetenties

D.1.1.5: Ontwikkeling van het STEAM-ecosysteem

Doel

Aantal mobiele laboratoria

109

D.1.2. Toegang tot de ontwikkeling van competenties en de erkenning van kwalificaties voor volwassenen

Doel

Personen van 18-65 jaar moeten een kwaliteitsvolle opleiding volgen, waarvan ten minste 40 procent gewijd is aan digitale vaardigheden met behulp van een uniform LLL-kader

113

D.1.4. In beroepsonderwijs en -opleiding verworven competenties voor de groene en digitale transformatie

D.1.4.1 Nationaal platform voor de vooruitgang op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding

Doel

Nieuwe/geactualiseerde beroepsopleidingsprogramma’s die zijn geregistreerd om ze beschikbaar te stellen voor aanbieders van opleidingen

114

D.1.4. In beroepsonderwijs en -opleiding verworven competenties voor de groene en digitale transformatie

D.1.4.1 Nationaal platform voor de vooruitgang op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding

Doel

Opleiders en/of kapiteins die betrokken zijn bij de opleiding van leerlingen en stagiairs

117

D.1.4. In beroepsonderwijs en -opleiding verworven competenties voor de groene en digitale transformatie

D.1.4.3: Leerlingplaats en werkplekleren

Doel

Voltooide leerlingplaatsen

118

D.1.4. In beroepsonderwijs en -opleiding verworven competenties voor de groene en digitale transformatie

D.1.4.4: Mobiliteitsprogramma

Doel

Studenten die hebben deelgenomen aan een nationale mobiliteitsregeling in sectorale centra voor praktische opleiding en een certificaat van verbetering van hun praktische en digitale vaardigheden hebben gekregen (ten minste 40 % van de deelnemers verbetert hun digitale vaardigheden)

119

D.1.4. In beroepsonderwijs en -opleiding verworven competenties voor de groene en digitale transformatie

D.1.4.5. Meer mogelijkheden om een beroep te verwerven voor scholieren

Doel

Leerlingen die zijn ingeschreven in scholen voor lager en hoger secundair algemeen onderwijs hebben initieel beroepsonderwijs en -opleiding voltooid

120

D.1.4. In beroepsonderwijs en -opleiding verworven competenties voor de groene en digitale transformatie

D.1.4.5. Meer mogelijkheden om een beroep te verwerven voor scholieren

Doel

Leerlingen van het lager secundair onderwijs die zijn ingeschreven voor experimentele beroepsopleidingsprogramma’s hebben steun ontvangen

134

E.1.3. Gezamenlijke missies voor wetenschap en innovatie op het gebied van slimme specialisatie — E.1.3.2. Ondersteuning van de uitvoering van op missies gebaseerde wetenschaps- en innovatieprogramma’s op het gebied van slimme specialisatie

Doel

O &O-projecten voltooid via drie op missies gebaseerde wetenschaps- en innovatieprogramma’s

136

E.1.3. Gezamenlijke missies voor wetenschap en innovatie op het gebied van slimme specialisatie — E.1.3.3. Wetenschap en bedrijfsleven aanmoedigen om deel te nemen aan het EU-programma voor onderzoek en innovatie Horizon Europa en andere internationale financieringsprogramma’s

Doel

Projecten en adviesdiensten voor potentiële aanvragers van het programma Horizon Europa, gefinancierd door instellingen voor hoger onderwijs en onderzoek en kmo’s

137

E.1.3. Gezamenlijke missies voor wetenschap en innovatie op het gebied van slimme specialisatie — E.1.3.3. Wetenschap en bedrijfsleven aanmoedigen om deel te nemen aan het EU-programma voor onderzoek en innovatie Horizon Europa en andere internationale financieringsprogramma’s

Doel

Functies van wetenschappelijke functionarissen en nationale contactpunten (NCP’s) opgericht

138

F.1.1. Efficiënte overheidssector — F.1.1.1 Modernisering van het systeem voor personeelsbeheer in de overheidssector

Mijlpaal

Modernisering van het personeelsbeheersysteem in de overheidssector

161

F.1.4. Verbetering van de naleving van de belastingwetgeving — F.1.4.4. Toekomstige belastingbetalers financieel geletterd

Mijlpaal

Levering van educatieve instrumenten en methodologisch materiaal voor formeel en/of niet-formeel onderwijs met het oog op de ontwikkeling van fiscale geletterdheid voor kinderen en jongeren aan het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Sport, en voorlichtingscampagne om de aandacht te vestigen op het belastingstelsel en de door de nationale belastinginspectie verleende diensten

165

F.1.6. Slimme belastingdienst om de btw-kloof sneller te verkleinen — F.1.6.1. Invoering van nieuwe instrumenten voor gegevensanalyse bij de nationale belastinginspectie

Mijlpaal

Invoering van oplossingen voor analytische uitdagingen bij de belastingdienst om de btw-kloof te verkleinen door gebruik te maken van geavanceerde analysetechnieken en bewustmaking van belastingplichtigen

166

F.1.6. Slimme belastingdienst om de btw-kloof sneller te verkleinen — F.1.6.1. Invoering van nieuwe instrumenten voor gegevensanalyse bij de nationale belastinginspectie

Doel

In het risicoprofiel van de belastingbetaler ingebedde risicocriteria

167

F.1.6. Slimme belastingdienst om de btw-kloof sneller te verkleinen — F.1.6.2. Verbetering van de kwaliteit van de gegevens van de nationale belastinginspectie en van andere instellingen

Mijlpaal

Ingebruikneming van de geïntegreerde metagegevensdatabank van de nationale belastinginspectie en indiening van methodologie/aanbevelingen bij andere financiële instellingen van de staat

178

F.1.8. Één loket voor het betalen van boetes

Doel

Boetes en economische sancties die door 37 autoriteiten worden opgelegd, worden beheerd door één enkele belastingautoriteit — de nationale belastinginspectie

189

G.1.2. Klantgerichte werkgelegenheidsondersteuning — G.1.2.2. Uitbreiding van het toepassingsgebied en de diversiteit van maatregelen ter ondersteuning van de werkgelegenheid, bijdragen tot de doelstellingen van de digitale en groene transformatie en bevordering van de circulaire economie

Doel

Voltooiing van het proefproject ter bevordering van ondernemerschap

191

G.1.2. Klantgerichte werkgelegenheidsondersteuning — G.1.2.2. Uitbreiding van het toepassingsgebied en de diversiteit van maatregelen ter ondersteuning van de werkgelegenheid, bijdragen tot de doelstellingen van de digitale en groene transformatie en bevordering van de circulaire economie

Doel

Voltooiing van het proefproject ter ondersteuning van opleiding voor het verwerven van kwalificaties en/of competenties

195

H.1.1 Versnellen van de renovatie van gebouwen — H.1.1.1. Actualiseren en testen in de praktijk van pakketten en normen voor de renovatie van gebouwen

Doel

Oppervlakte van demonstratiegebouwen die zijn gerenoveerd om gemiddeld ten minste 30 % van het primaire energieverbruik te verminderen, zoals gedefinieerd in Aanbeveling (EU) 2019/786 van de Commissie betreffende de renovatie van gebouwen

196

H.1.1 Versnellen van de renovatie van gebouwen

H.1.1.2. Steun voor snellere renovatie van gebouwen (opgeschaald)

Doel

Oppervlakte van gerenoveerde appartementsgebouwen

200

H.1.3. Verhoging van de opwekkingscapaciteit uit hernieuwbare energiebronnen

H.1.3.1. Verbetering van het investeringsklimaat voor ontwikkelaars van hernieuwbare energiebronnen en voorbereiding van een studie naar de modellering van het Litouwse energiesysteem

Mijlpaal

Modelleringsstudie voor het Litouwse energiesysteem

203

H.1.3. Verhoging van de opwekkingscapaciteit uit hernieuwbare energiebronnen

H.1.3.2. Steun voor de bouw van onshore-HEB-installaties (zonne- en windenergie)

Doel

Creatie van nieuwe capaciteit voor de opwekking van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen (MW)

59

C.1.1 Transformatie van openbaar bestuur op het gebied van informatietechnologie

Mijlpaal

Alle door de staatsinstellingen beheerde systemen zijn gemigreerd naar nieuwe hybride cloudinfrastructuur van de overheid

63

C.1.1 Transformatie van openbaar bestuur op het gebied van informatietechnologie

Doel

Het ministerie van Informatietechnologie van de staat verleent IT-diensten aan alle begrotingsinstellingen die zijn vastgesteld in Resolutie nr. 498 van de regering van de Republiek Litouwen op geconsolideerde basis.

Bedrag termijnbetaling

EUR 312 724 188

Lening

De in artikel 3, lid 2, bedoelde tranches worden als volgt georganiseerd:

  1. Eerste tranche (steun via leningen):

Volgnummer

Betrokken maatregel
(Hervorming of investering)

Mijlpaal/Doelstelling

Naam

192

G.3.1. Verbetering van de kwaliteit van sociale diensten en diensten voor arbeidsvoorziening — G.3.1.1. Verbetering van de integratie van werkgelegenheids-, sociale en andere diensten

Mijlpaal

Wijzigingen van de wetgeving inzake individuele dienstverlening door de dienst voor arbeidsvoorziening en gemeenten aan werklozen en geregistreerde personen die zich voorbereiden op de arbeidsmarkt en problemen ondervinden om aan het werk te gaan

194

G.3.1. Verbetering van de kwaliteit van sociale diensten en diensten voor arbeidsvoorziening — G.3.1.2. Versterking van de competenties van maatschappelijk werkers

Mijlpaal

Oprichting van een centrum voor de verbetering van de beroepsbekwaamheden van werknemers op het gebied van sociale diensten

58 bis

B.3.1 Ontwikkeling van groene financiële producten

Mijlpaal

Goedkeuring van het actieplan voor groene financiering

137 bis

E.3.1. Leningen aan ondernemingen voor de ontwikkeling van groene technologieën met een hoge toegevoegde waarde voor industriële ontwikkeling

Mijlpaal

Richtsnoeren voor industriële ontwikkeling op defensie- en veiligheidsgebied 2023-2027

180 bis

F.3.1. Verbetering van gecentraliseerde overheidsopdrachten

Mijlpaal

Tot vaststelling van een plan voor de centralisatie van overheidsaankopen van zorginstellingen en -agentschappen

 

 

Bedrag termijnbetaling

EUR 387 918 090

  1. Tweede tranche (steun via leningen):

Volgnummer

Betrokken maatregel
(Hervorming of investering)

Mijlpaal/Doelstelling

Naam

58b

B.3.1 Ontwikkeling van groene financiële producten

Mijlpaal

Oprichting en inwerkingtreding van het kennis- en kenniscentrum voor groene financiering

204

H.3.1. Investeringssteun voor HEB-installaties (zonne- en windenergie op het land)

Mijlpaal

Inwerkingtreding van de financieringsovereenkomst (of een wijziging van een bestaande overeenkomst inzake een fonds van fondsen)

180c

F.3.2. Kapitalisatie en financiële veerkracht van de nationale stimuleringsinstelling

Doel

Kapitaaloverdracht van de Litouwse regering aan INVEGA

205

H.3.1. Investeringssteun voor HEB-installaties (zonne- en windenergie op het land)

Mijlpaal

Publicatie van de oproep tot het indienen van sollicitaties door de nationale stimuleringsinstelling

Bedrag termijnbetaling

EUR 310 334 472

  1. Derde tranche (steun via leningen):

Volgnummer

Betrokken maatregel
(Hervorming of investering)

Mijlpaal/Doelstelling

Naam

137b

E.3.1. Leningen aan ondernemingen voor de ontwikkeling van groene technologieën met een hoge toegevoegde waarde voor industriële ontwikkeling

Mijlpaal

Financieringsovereenkomst (of een wijziging van een bestaande overeenkomst inzake een fonds van fondsen)

137c

E.3.1. Leningen aan ondernemingen voor de ontwikkeling van groene technologieën met een hoge toegevoegde waarde voor industriële ontwikkeling

Mijlpaal

Publicatie van de oproep tot kandidaatstelling door INVEGA

180d

F.3.2. Kapitalisatie en financiële veerkracht van de nationale stimuleringsinstelling

Mijlpaal

Investeringsbeleid INVEGA

206

H.3.1. Investeringssteun voor HEB-installaties (zonne- en windenergie op het land)

Doel

Juridische overeenkomsten met eindbegunstigden

137d

E.3.1. Leningen aan ondernemingen voor de ontwikkeling van groene technologieën met een hoge toegevoegde waarde voor industriële ontwikkeling

Doel

Juridische overeenkomsten met eindbegunstigden

 

 

Bedrag termijnbetaling

EUR 387 918 090

  1. Vierde tranche (steun via leningen):

Volgnummer

Betrokken maatregel
(Hervorming of investering)

Mijlpaal/Doelstelling

Naam

180b

F.3.1. Verbetering van gecentraliseerde overheidsopdrachten

Doel

Uitbreiding van de catalogus van de centrale aankooporganisatie (CPO LT)

193

G.3.1. Verbetering van de kwaliteit van sociale diensten en diensten voor arbeidsvoorziening — Verbetering van de integratie van werkgelegenheids-, sociale en andere diensten

Doel

Goedkeuring van programma’s ter bevordering van de werkgelegenheid door gemeenten

137e

E.3.1. Leningen aan ondernemingen voor de ontwikkeling van groene technologieën met een hoge toegevoegde waarde voor industriële ontwikkeling

Doel

Juridische overeenkomsten met eindbegunstigden

137f

E.3.1. Leningen aan ondernemingen voor de ontwikkeling van groene technologieën met een hoge toegevoegde waarde voor industriële ontwikkeling

Mijlpaal

Ministerie heeft de investering voltooid

207

H.3.1. Investeringssteun voor HEB-installaties (zonne- en windenergie op het land)

Doel

Juridische overeenkomsten met eindbegunstigden

208

H.3.1. Investeringssteun voor HEB-installaties (zonne- en windenergie op het land)

Mijlpaal

Ministerie heeft de investering voltooid

 

 

Bedrag termijnbetaling

EUR 465 501 707

DEEL 3: AANVULLENDE REGELINGEN

1. Regelingen voor monitoring en uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan

Het toezicht op en de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan van Litouwen vinden plaats overeenkomstig de volgende regelingen:

De uitvoering van het plan wordt gecoördineerd door het ministerie van Financiën, dat ook de taken van een beheersautoriteit vervult. De functies die door het ministerie van Financiën als beheersautoriteit worden uitgeoefend, worden gescheiden van zijn andere functies, waaronder die van de auditautoriteit. De auditautoriteit, bestaande uit twee administratieve eenheden van het ministerie van Financiën en onafhankelijk van de andere administratieve eenheden van het ministerie, voert audits uit overeenkomstig de vastgestelde auditstrategie. De sectorale ministeries voeren de hun toegewezen verantwoordelijkheden uit, voornamelijk in verband met de praktische uitvoering van het plan. De overheidsinstantie Centraal Agentschap voor projectbeheer (CPMA) is de beheersinstantie die verantwoordelijk is voor het toezicht op en de controle van projecten, met inbegrip van controles ter plaatse, alsmede voor het opstellen en indienen van betalingsverzoeken, het indienen van beheersverklaringen en samenvattingen van audits.

Voor de uitvoering van en het toezicht op het plan zijn extra personele middelen nodig. Binnen de bestaande middelen van de instelling worden bij de beheersautoriteit ongeveer 16 voltijdequivalenten toegewezen en in het CPMA worden ongeveer 100 nieuwe werknemers in dienst genomen om plangerelateerde taken uit te oefenen.

2. Regelingen voor volledige toegang door de Commissie tot de onderliggende gegevens

Om de Commissie volledige toegang te verlenen tot de relevante onderliggende gegevens, beschikt Litouwen over de volgende regelingen:

Als centraal coördinerend orgaan voor het Litouwse herstel- en veerkrachtplan en de uitvoering daarvan is het ministerie van Financiën verantwoordelijk voor de algemene coördinatie en monitoring van het plan. Zij treedt met name op als coördinerende instantie (samen met het CPMA) voor het monitoren van de vooruitgang met betrekking tot mijlpalen en streefdoelen en, in voorkomend geval, het uitvoeren van controle- en auditactiviteiten. Het CPMA verstrekt de Commissie verslagen en betalingsverzoeken. Het coördineert de verslaglegging over mijlpalen en streefdoelen, relevante indicatoren, maar ook kwalitatieve financiële informatie en andere gegevens, zoals over eindontvangers. De gegevenscodering vindt plaats in één informatiesysteem voor het beheer van het herstel- en veerkrachtplan en andere EU-fondsen voor de periode 2021-2027 (INVESTIS), dat uiterlijk op 30 september 2023 wordt opgezet en operationeel wordt. Dit systeem verzamelt de informatie die nodig is om de hele levenscyclus van de hervormingen en investeringen te monitoren, met inbegrip van mijlpalen, streefdoelen en resultaten en andere informatie in verband met de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan (met inbegrip van de krachtens artikel 22, lid 2, onder d), van Verordening (EU) 2021/241 vereiste gegevens). Tijdens de overgangsperiode (totdat INVESTIS volledig operationeel wordt) worden de bestaande nationale informatiesystemen gebruikt om de in artikel 22, onder d), van Verordening (EU) 2021/241 bedoelde gegevens te verzamelen 29 :

Het Monitoring Information System (SIS), dat gegevens bevat over investeringsprojecten die uit de staatsbegroting worden gefinancierd, d.w.z. titel, tijdschema van de uitvoering, behoefte aan middelen, financieringsbronnen, doelindicatoren, gebruik van middelen en andere relevante informatie;

Centraal informatiesysteem voor overheidsopdrachten (CPI IS), dat gegevens verwerkt met betrekking tot aanbestedingsprocedures en de namen van de contractant en de onderaannemer bevat;

Informatiesysteem voor deelnemers aan juridische entiteiten (JADIS), dat gegevens over aandeelhouders van rechtspersonen bevat.

Zodra INVESTIS operationeel is, worden de tijdens de overgangsperiode gegenereerde gegevens naar INVESTIS overgebracht. De toezegging om toezicht te houden op de naleving van de RRF-vereisten, ook tijdens de overgangsperiode waarin alternatieve IT-systemen moeten worden gebruikt, is opgenomen in het plan (zie de overheidscomponent).

Overeenkomstig artikel 24, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241 dient Litouwen na voltooiing van de desbetreffende overeengekomen mijlpalen en streefdoelen in afdeling 2.1 van deze bijlage bij de Commissie een naar behoren gemotiveerd verzoek tot betaling van de financiële bijdrage in. Litouwen zorgt ervoor dat de Commissie op verzoek volledige toegang heeft tot de relevante onderliggende gegevens ter onderbouwing van het betalingsverzoek, zowel voor de beoordeling van het betalingsverzoek overeenkomstig artikel 24, lid 3, van Verordening (EU) 2021/241 als voor audit- en controledoeleinden.