Kennisgeving aan ABDUL REHMAN MAKKI, die is toegevoegd aan de lijst bedoeld in de artikelen 2, 3, en 7 van Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van 27 mei 2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met de organisaties ISIS (Da‘esh) en Al-Qa‘ida, overeenkomstig Verordening (EU) 2023/140 van de Commissie 2023/C 20/10
Kennisgeving aan ABDUL REHMAN MAKKI, die is toegevoegd aan de lijst bedoeld in de artikelen 2, 3, en 7 van Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van 27 mei 2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met de organisaties ISIS (Da‘esh) en Al-Qa‘ida, overeenkomstig Verordening (EU) 2023/140 van de Commissie 2023/C 20/10
20.1.2023 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 20/26 |
Kennisgeving aan ABDUL REHMAN MAKKI, die is toegevoegd aan de lijst bedoeld in de artikelen 2, 3, en 7 van Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van 27 mei 2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met de organisaties ISIS (Da‘esh) en Al-Qa‘ida, overeenkomstig Verordening (EU) 2023/140 van de Commissie
(2023/C 20/10)
1.
Besluit (GBVB) 2016/1693 van de Raad (1) roept de Unie ertoe op de tegoeden en economische middelen te bevriezen van de leden van de organisaties ISIS (Da‘esh) en Al-Qa‘ida en andere daarmee verbonden personen, groepen, ondernemingen en entiteiten, als bedoeld in de lijst die is opgesteld op grond van Resolutie 1267(1999), Resolutie 1333(2000) en Resolutie 2253(2015) van de VN-Veiligheidsraad, die regelmatig wordt bijgewerkt door het VN-comité dat is ingesteld bij Resolutie 1267(1999) van de VN-Veiligheidsraad (hierna “het Sanctiecomité” genoemd).De door dit VN-comité opgestelde lijst omvat:
— | ISIS (Da‘esh) en Al-Qa‘ida; |
— | natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten, lichamen en groepen die banden hebben met ISIS (Da‘esh) en Al-Qa‘ida; en |
— | rechtspersonen, entiteiten en lichamen die in handen zijn van of gecontroleerd worden door, of op enige andere wijze ondersteuning bieden aan deze personen, entiteiten, lichamen en groepen. |
Handelingen of activiteiten die erop wijzen dat een persoon, groep, onderneming of entiteit “verbonden is met” ISIS (Da‘esh) en Al Qa‘ida, zijn:
a) | deelnemen aan het financieren, plannen, faciliteren, voorbereiden of uitvoeren van handelingen of activiteiten van, in samenhang met, uit naam van, ten behoeve van of ter ondersteuning van ISIS (Da‘esh) en Al-Qa‘ida, of een cel, afdeling, splintergroepering of afsplitsing daarvan; |
b) | leveren, verkopen of overdragen van wapens of daarmee verband houdend materieel aan bedoelde personen of organisaties; |
c) | aanwerven van personeel voor bedoelde personen of organisaties; of |
d) | op andere wijze ondersteunen van handelingen of activiteiten van bedoelde personen of organisaties. |
2.
Op 16 januari 2023 heeft het Sanctiecomité besloten ABDUL REHMAN MAKKI toe te voegen aan de ISIS (Da‘esh)- en Al-Qa‘ida-lijst van het Sanctiecomité.ABDUL REHMAN MAKKI kan te allen tijde een verzoek richten aan de ombudspersoon van de Verenigde Naties, met ondersteunende documentatie, tot heroverweging van de gronden waarop hij op de bovengenoemde VN-lijst is geplaatst. Dit verzoek moet aan het volgende adres worden gericht:
United Nations – Office of the Ombudsperson |
Room DC2-2206 |
New York, NY 10017 |
VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA |
Tel. +1 2129632671
Fax +1 2129631300/3778
E-mail: ombudsperson@un.org
Voor meer informatie zie:
https://www.un.org/securitycouncil/sanctions/1267/aq_sanctions_list/procedures-for-delisting
3.
Naar aanleiding van het in punt 2 genoemde besluit van de Verenigde Naties heeft de Commissie Verordening (EU) 2023/140 (2) vastgesteld, tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van 27 mei 2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met de organisaties ISIS (Da‘esh) en Al-Qa‘ida (3). Bij die wijziging, die overeenkomstig artikel 7, lid 1, punt a), en artikel 7 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 881/2002 is verricht, wordt ABDUL REHMAN MAKKI toegevoegd aan de lijst in bijlage I bij die verordening (hierna “bijlage I” genoemd).De onderstaande maatregelen van Verordening (EG) nr. 881/2002 zijn van toepassing op de aan bijlage I toegevoegde personen en entiteiten:
(1) | de bevriezing van alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn van, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van de in bijlage I vermelde personen en entiteiten, of van een derde partij die namens hen of op hun aanwijzing handelt, alsmede het voor iedereen geldende verbod op de terbeschikkingstelling, direct of indirect, van tegoeden en economische middelen aan of ten behoeve van deze personen en entiteiten (artikelen 2 en 2 bis), en |
(2) | het verbod op het direct of indirect verstrekken van technisch advies, bijstand of opleiding in verband met militaire activiteiten, en meer in het bijzonder opleiding en bijstand in verband met de vervaardiging, het onderhoud of het gebruik van wapens en bijbehorend materieel van enigerlei aard, aan de in bijlage I vermelde personen en entiteiten (artikel 3). |
4.
Artikel 7 bis van Verordening (EG) nr. 881/2002 voorziet in een toetsingsprocedure waarbij een op de lijst geplaatste persoon of entiteit opmerkingen kan indienen. Indien er opmerkingen worden ingediend, toetst de Commissie het besluit tot plaatsing op de lijst van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 in het licht van die opmerkingen. De personen en entiteiten die bij Verordening (EU) 2023/140 aan bijlage I zijn toegevoegd, kunnen de Commissie verzoeken om een toelichting over de redenen waarom zij op de lijst zijn opgenomen. Dit verzoek en eventuele opmerkingen dienen aan het volgende adres te worden gericht:Europese Commissie |
“Beperkende maatregelen” |
Joseph II-straat 54 |
1049 Brussel |
BELGIË |
5.
De betrokken personen en entiteiten worden er tevens op geattendeerd dat zij tegen Verordening (EU) nr. 2023/140 beroep kunnen instellen bij het Gerecht van de Europese Unie, overeenkomstig artikel 263, vierde en zesde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
6.
Voor de goede orde worden de aan bijlage I toegevoegde personen en entiteiten erop geattendeerd dat zij een verzoek kunnen richten tot de bevoegde autoriteiten van de lidstaat of lidstaten, als vermeld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 881/2002, om een machtiging te verkrijgen om bevroren tegoeden, andere financiële activa of economische middelen te gebruiken voor essentiële behoeften of specifieke betalingen, in overeenstemming met artikel 2 bis van die verordening.
(1)PB L 255 van 21.9.2016, blz. 25.