Home

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van de douanerechten die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde goederen van oorsprong uit of rechtstreeks of onrechtstreeks uitgevoerd uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van de douanerechten die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde goederen van oorsprong uit of rechtstreeks of onrechtstreeks uitgevoerd uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Brussel, 28.1.2025

COM(2025) 34 final

2025/0021(COD)

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van de douanerechten die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde goederen van oorsprong uit of rechtstreeks of onrechtstreeks uitgevoerd uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus

TOELICHTING

De voorgestelde verhogingen van de douanerechten op bepaalde landbouwproducten en meststoffen van oorsprong uit of rechtstreeks of onrechtstreeks uitgevoerd uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus die in dit voorstel zijn opgenomen, zouden in overeenstemming zijn met de beperkende maatregelen die de Unie tegen deze landen heeft genomen naar aanleiding van de niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde militaire agressie van de Russische Federatie tegen Oekraïne en de steun die de Republiek Belarus blijft verlenen aan de agressie van de Russische Federatie. De tariefverhogingen in dit voorstel voor een verordening zouden derhalve voldoen aan het vereiste van artikel 21, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie om te zorgen voor samenhang tussen de verschillende onderdelen van het externe optreden van de Unie. Zij zouden ook in overeenstemming zijn met artikel 207, lid 1, VWEU, waarin is bepaald dat de gemeenschappelijke handelspolitiek wordt gevoerd in het kader van de beginselen en doelstellingen van het externe optreden van de Unie.

De rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 207, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

De gemeenschappelijke handelspolitiek is overeenkomstig artikel 3, lid 1, punt e), VWEU een exclusieve bevoegdheid van de Unie, waardoor het subsidiariteitsbeginsel niet van toepassing is.

Dit voorstel voor een verordening is noodzakelijk voor de uitvoering van de gemeenschappelijke handelspolitiek, met als doel de invoer uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus in de Unie te verminderen. Deze daling is het gevolg van de bezorgdheid dat die invoer de bestaande afhankelijkheden vergroot en derhalve een negatief effect heeft op de voedselzekerheid van de Unie. De voorgestelde verordening is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel en gaat niet verder dan wat nodig is om de doelstellingen van de Verdragen te verwezenlijken, met name de noodzaak om te voorkomen dat de betrokken landbouwproducten en meststoffen van oorsprong uit of rechtstreeks of onrechtstreeks uitgevoerd uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus de markt van de Unie voor die goederen en de goede werking van de douane-unie verstoren. Die goederen mogen derhalve geen toegang hebben tot de markt van de Unie onder voorwaarden die even gunstig zijn als de voorwaarden die van toepassing zijn op de invoer van dergelijke goederen uit andere derde landen. De evenredigheid wordt gewaarborgd door het feit dat de voorgestelde verordening de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief die van toepassing zijn op de invoer uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus zou verhogen, en door het feit dat dit noodzakelijk is om die invoer te beperken wanneer de huidige tarieven op nul of een laag niveau zijn vastgesteld. De verhoging is noodzakelijk om de mogelijkheid voor de Russische Federatie en de Republiek Belarus om hun uitvoer naar de Unie als wapen te gebruiken, te beperken. De voorgestelde verhoging van de tarieven beperkt de uitoefening van bepaalde grondrechten, maar doet dit alleen voor zover dit nodig is om de doelstellingen ervan te verwezenlijken.

Dit voorstel is in overeenstemming met artikel 207, lid 2, VWEU, dat voorziet in maatregelen in het kader van de gemeenschappelijke handelspolitiek waarmee tariefwijzigingen worden vastgesteld in de vorm van een verordening.

Niet van toepassing.

Niet van toepassing.

Niet van toepassing.

Gezien het huidige vermogen van de Russische Federatie om haar uitvoer van bepaalde landbouwproducten, en met name de betrokken meststoffen, te gebruiken om de markten van de Unie te destabiliseren, de voedselzekerheid van de Unie negatief te beïnvloeden en de eenheid van de Unie bij het ondersteunen van Oekraïne te ondermijnen, alsook in het licht van de steun van de Republiek Belarus voor het optreden van de Russische Federatie, is het belangrijk dat de voorgestelde verordening met spoed in werking treedt om de rechten die van toepassing zijn op de betrokken goederen uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus zo spoedig mogelijk te verhogen. Er is dan ook geen effectbeoordeling uitgevoerd voor de voorgestelde verordening. Verwacht wordt dat de voorgestelde maatregel de invoer in de Unie van de betrokken goederen van oorsprong uit of rechtstreeks of onrechtstreeks uitgevoerd uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus aanzienlijk zal verminderen en dat dit zal leiden tot een verdere diversificatie van de bevoorrading met die goederen van buiten de Russische Federatie en de Republiek Belarus.

De maatregel leidt niet tot een onevenredige verhoging van de regeldruk voor bedrijven en overheidsinstanties.

De voorgestelde verordening zou geen financiële gevolgen hebben voor de uitgaven en slechts een zeer beperkte financiële impact op de ontvangsten. Wanneer de voorgestelde verordening volledig wordt toegepast, zou de inning van de verhoogde douanerechten overeenkomstig de voorgestelde verhogingen naar verwachting minimaal zijn (bijna nul), omdat de voorgestelde verhoging van de rechten waarschijnlijk de invoerstromen uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus tot verwaarloosbare hoeveelheden zou verminderen.

2025/0021 (COD)

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van de douanerechten die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde goederen van oorsprong uit of rechtstreeks of onrechtstreeks uitgevoerd uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus

Omgekeerd kunnen bepaalde begrotingsverliezen worden verwacht omdat de eigen middelen die voor de begroting van de Unie worden gegenereerd, waarschijnlijk zouden afnemen. De exacte waarde van de begrotingsverliezen zou afhangen van de wijze waarop de invoer uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus zou worden vervangen. Enerzijds zou de vervanging van deze invoer door binnenlandse productie binnen de Unie of door preferentiële invoer (met name van meststoffen uit Algerije en Egypte) leiden tot een vermindering van de eigen middelen. Anderzijds zou de vervanging ervan door een toename van de invoer uit andere derde landen die geen preferentiële partners zijn, de eigen middelen niet verminderen, omdat deze extra nieuwe invoer hetzelfde niveau van gemeenschappelijke douanetarieven zou genereren als de invoer uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus die zij zouden vervangen. Zodra de voorgestelde verordening volledig van toepassing is, wordt het effect op de traditionele eigen middelen van de begroting van de Unie derhalve geraamd op een verlies van maximaal 84 miljoen EUR (d.w.z. 75 % van de totale tariefinkomsten voor 2023 van 112 miljoen EUR) in een scenario waarin alle bestaande invoer uit de Unie uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus wordt vervangen door de binnenlandse productie en preferentiële invoer van de Unie.

Het inkomstenverlies aan traditionele eigen middelen bij volledige toepassing van de maatregel zou worden gecompenseerd door het bruto nationaal inkomen (bni) van de lidstaten op basis van bijdragen aan de middelen. Verwacht wordt echter dat tijdens de eerste drie jaar van toepassing van de voorgestelde maatregelen extra tariefinkomsten in verband met hogere tarieven op de resterende invoer van stikstofhoudende meststoffen uit de Russische Federatie of de Republiek Belarus de inkomstenverliezen als gevolg van lagere ingevoerde hoeveelheden gedeeltelijk of mogelijk zelfs volledig zouden compenseren. Men zou dan ook kunnen verwachten dat het nettoverlies aan inkomsten voor deze goederen in de traditionele eigen middelen in deze eerste periode van drie jaar bijna nul zou zijn.

Het financieel memorandum bevat nadere informatie over de gevolgen van de voorgestelde verordening voor de begroting.

Online rapportage over de ontwikkeling van de invoer in de Unie van de betrokken landbouwproducten en meststoffen van oorsprong uit of rechtstreeks of onrechtstreeks uitgevoerd uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus is beschikbaar op speciale websites van de Europese Commissie (Eurostat) 4 .

Niet van toepassing.

tot wijziging van de douanerechten die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde goederen van oorsprong uit of rechtstreeks of onrechtstreeks uitgevoerd uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. De invoer in de Unie van ureum en stikstofhoudende meststoffen uit de Russische Federatie was in 2023 met 3,6 miljoen ton aanzienlijk en nam in 2024 nog eens aanzienlijk toe ten opzichte van 2023. Het niveau van de invoer in de Unie uit de Russische Federatie van de onder deze verordening vallende landbouwproducten (“de betrokken landbouwproducten”) is voor de meeste goederen relatief laag, maar zou aanzienlijk kunnen toenemen als de huidige marktomstandigheden aanhouden.

  2. De invoer van de onder deze verordening vallende meststoffen (“de betrokken meststoffen”) weerspiegelt momenteel een situatie van economische afhankelijkheid van de Russische Federatie. Bovendien zou de invoer van de betrokken landbouwproducten kunnen leiden tot een vergelijkbare, bijkomende economische afhankelijkheid van de Russische Federatie, wat in de huidige omstandigheden moet worden voorkomen en beperkt om de markten van de Unie te beschermen en de voedselzekerheid van de Unie te waarborgen.

  3. De gemeenschappelijke “erga omnes”-douanerechten van de Unie zijn de momenteel toegepaste meestbegunstigingsrechten op de invoer van de betrokken landbouwproducten en meststoffen. Zij lopen momenteel sterk uiteen. Afhankelijk van het goed zijn sommige tarieven op nul of een zeer laag niveau vastgesteld, terwijl andere zo hoog zijn dat er geen handel plaatsvindt.

  4. De aanhoudende invoer van de onder deze verordening vallende landbouwproducten en meststoffen uit de Russische Federatie onder de huidige voorwaarden zou de Unie kwetsbaar kunnen maken voor dwangmaatregelen van de Russische Federatie. Een mogelijke toename van de invoer van de betrokken goederen uit de Russische Federatie zou met name de markt van de Unie kunnen verstoren en negatieve gevolgen kunnen hebben voor de producenten in de Unie. Daarom moeten passende tariefmaatregelen worden genomen om de huidige en potentiële economische afhankelijkheid van de Unie van de invoer van die goederen uit de Russische Federatie aan te pakken. Dit moet gebeuren door een einde te maken aan de huidige situatie waarin zij de markt van de Unie binnenkomen onder voorwaarden die even gunstig zijn als die welke gelden voor goederen van andere oorsprong die een meestbegunstigingsbehandeling krijgen.

  5. Momenteel neemt de invoer van de betrokken meststoffen uit de Russische Federatie al toe, en deze kan snel nog verder toenemen als een groter aandeel van de Russische productie wordt verlegd naar de Unie. Een dergelijke potentiële toename van de invoer uit de Russische Federatie zou de markt van de Unie voor die goederen verstoren en schade toebrengen aan de producenten van stikstofhoudende meststoffen in de Unie, die reeds moeite hebben om te concurreren met de invoer uit de Russische Federatie omdat de gasprijzen in de Unie hoog blijven. Het voortbestaan van de stikstofmeststoffenindustrie van de Unie op lange termijn is van cruciaal belang voor de voedselzekerheid van de Unie, omdat de landbouwsector van de Unie deze meststoffen nodig heeft om voedsel te produceren. Het aanpakken van de toenemende afhankelijkheid van de invoer van de betrokken meststoffen uit de Russische Federatie en het behoud van de levensvatbaarheid van een autonome stikstofmeststoffenindustrie van de Unie zijn daarom van essentieel belang om de voedselzekerheid van de Unie te waarborgen en te handhaven. Om een toekomstige afhankelijkheid van de invoer van landbouwproducten uit de Russische Federatie te voorkomen, moeten ook voor deze producten de tariefniveaus worden aangepast.

  6. De tariefmaatregelen moeten ook worden genomen ten aanzien van de Republiek Belarus, om te voorkomen dat potentiële invoer uit de Russische Federatie naar de Unie wordt verlegd via de Republiek Belarus, gezien haar nauwe politieke en economische banden met de Russische Federatie. Dit zou kunnen gebeuren als de tarieven van de Unie op de invoer van goederen uit de Republiek Belarus ongewijzigd zouden blijven.

  7. De invoer van de betrokken landbouwproducten en meststoffen die van oorsprong zijn of rechtstreeks of onrechtstreeks worden uitgevoerd uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus, moet derhalve aan hogere douanerechten worden onderworpen dan de invoer uit andere derde landen.

  8. De invoer uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus mag niet in aanmerking komen voor lagere tarieven in het kader van de tariefcontingenten van de Unie op basis van de meestbegunstigingsbehandeling. De verlaagde rechten die zijn vastgesteld in de tariefcontingenten van de Unie voor de in de bijlagen I en II bij deze verordening vermelde goederen, mogen derhalve niet van toepassing zijn op goederen van oorsprong uit of rechtstreeks of onrechtstreeks uitgevoerd uit de Russische Federatie of de Republiek Belarus naar de Unie.

  9. De beoogde verhoging van de douanerechten zal naar verwachting geen negatieve gevolgen hebben voor de mondiale voedselzekerheid, aangezien de verhoging van de tarieven alleen van toepassing is op de invoer in de Unie en geen gevolgen heeft voor onder de verordening vallende goederen die slechts door het grondgebied van de Unie worden doorgevoerd naar derde landen van eindbestemming. Integendeel, de beoogde verhoging van de invoerrechten in de Unie kan de uitvoer van die goederen naar derde landen doen toenemen en zo leiden tot een ruimere beschikbaarheid aldaar.

  10. Tegelijkertijd spelen meststoffen een belangrijke rol voor de voedselzekerheid en voor de financiële stabiliteit van de landbouwers in de Unie. Daarom moet worden gezorgd voor voorspelbare en voldoende toegang tot meststoffen tegen betaalbare prijzen voor landbouwers in de Unie, wat op zijn beurt moet bijdragen tot de stabilisatie van de landbouwmarkten. Tijdens een overgangsperiode zou de voorgestelde maatregel de intensivering van de productie in de Unie stimuleren en het mogelijk maken alternatieve bevoorradingsbronnen afkomstig van andere internationale partners te versterken, waardoor het risico dat de meststoffenprijzen voor landbouwers in de Unie aanzienlijk zouden stijgen, tot een minimum wordt beperkt. Daartoe moet de Commissie nauwlettend toezicht houden op de ontwikkeling van de meststoffenprijzen op de markt van de Unie. Indien de meststoffenprijzen aanzienlijk stijgen, moet de Commissie de situatie beoordelen en alle passende maatregelen nemen om een dergelijke stijging te verhelpen.

  11. De beoogde verhoging van de douanerechten is in overeenstemming met het externe optreden van de Unie op andere gebieden, zoals vastgesteld in artikel 21, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie. De betrekkingen tussen de Unie en de Russische Federatie zijn de afgelopen jaren, en met name sinds 2022, sterk verslechterd. Dit is te wijten aan de flagrante veronachtzaming van het internationaal recht door de Russische Federatie en met name aan haar niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde militaire agressie en grootschalige invasie van Oekraïne. Als reactie op de acties van de Russische Federatie ten aanzien van Oekraïne heeft de Unie sinds juli 2014 geleidelijk beperkende maatregelen ingesteld op de handel met de Russische Federatie.

  12. De Russische Federatie is lid van de Wereldhandelsorganisatie. Vanwege de uitzonderingen die van toepassing zijn op grond van de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie, en met name artikel XXI van de GATT 1994 (uitzonderingen op grond van veiligheidsoverwegingen), mag de Unie momenteel echter de verplichting negeren om aan uit de Russische Federatie ingevoerde goederen de voordelen toe te kennen die worden toegekend aan soortgelijke producten die uit andere landen worden ingevoerd (meestbegunstigingsbehandeling), en wordt het haar niet belet hogere invoerrechten te heffen dan die welke zijn opgenomen in de lijst van tariefverbintenissen van de Unie voor de handel in goederen, indien de Unie dergelijke maatregelen noodzakelijk acht om haar wezenlijke veiligheidsbelangen te beschermen.

  13. Ook de situatie tussen de Unie en de Republiek Belarus is de afgelopen jaren verslechterd als gevolg van de veronachtzaming van het internationaal recht, de fundamentele vrijheden en de mensenrechten door het regime en zijn steun voor de grootschalige invasie van Oekraïne door de Russische Federatie. Sinds oktober 2020 heeft de Unie ten aanzien van de Republiek Belarus geleidelijk beperkende maatregelen op het gebied van handel ingesteld.

  14. De Republiek Belarus is geen lid van de Wereldhandelsorganisatie. De Unie is derhalve op grond van de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie niet verplicht goederen uit de Republiek Belarus een meestbegunstigingsbehandeling en andere behandeling in overeenstemming met die overeenkomst toe te kennen. Bovendien bieden de bestaande handelsovereenkomsten de mogelijkheid om maatregelen te nemen die gerechtvaardigd zijn op basis van toepasselijke uitzonderingsclausules, met name uitzonderingen met betrekking tot de veiligheid.

  15. Deze verordening gaat overeenkomstig artikel 5, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie niet verder dan nodig is om de beoogde doelstellingen te verwezenlijken, Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel is het noodzakelijk en passend regels vast te stellen om de tarieven voor die goederen met onmiddellijke ingang te verhogen, ten eerste om de basisdoelstelling te verwezenlijken, namelijk ervoor te zorgen dat de betrokken landbouwproducten en meststoffen die van oorsprong zijn of rechtstreeks of onrechtstreeks worden uitgevoerd uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus de markt van de Unie voor die goederen niet verstoren, en ten tweede om uitvoering te geven aan de gemeenschappelijke handelspolitiek en de invoer door de Unie van deze goederen en meststoffen uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus te verminderen uit bezorgdheid over de mogelijkheid dat die invoer negatieve gevolgen zou kunnen hebben voor de interne markt van de Unie en de voedselzekerheid van de Unie zou kunnen aantasten,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

  1. Voor goederen die zijn ingedeeld in de in bijlage I vermelde codes van de gecombineerde nomenclatuur (GN) en die in de Unie worden ingevoerd en van oorsprong zijn of rechtstreeks of onrechtstreeks worden uitgevoerd uit de Russische Federatie of de Republiek Belarus, geldt een aanvullend ad-valoremdouanerecht van 50 %, dat van toepassing is bovenop het toepasselijke recht van het gemeenschappelijk douanetarief. Dergelijke goederen van oorsprong uit of rechtstreeks of onrechtstreeks uitgevoerd uit de Russische Federatie of de Republiek Belarus komen niet in aanmerking voor lagere invoerrechten voor beperkte hoeveelheden (tariefcontingenten), zoals deze van toepassing zijn omdat zij ofwel vereist zijn op grond van de verplichtingen van de Unie uit hoofde van de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie, ofwel zonder een dergelijke verplichting door de Unie zijn ingesteld.

  2. Voor goederen die zijn ingedeeld in de in bijlage II vermelde tarieflijnen en die in de Unie worden ingevoerd en die van oorsprong zijn of rechtstreeks of onrechtstreeks worden uitgevoerd uit de Russische Federatie of de Republiek Belarus, gelden de volgende invoerrechten:

  1. met betrekking tot de goederen van GN-code 3102:

  1. 6,5 % ad valorem + 40 EUR/ton van 1 juli 2025 tot en met 30 juni 2026;

  2. 6,5 % ad valorem + 60 EUR/ton van 1 juli 2026 tot en met 30 juni 2027;

  3. 6,5 % ad valorem + 80 EUR/ton van 1 juli 2027 tot en met 30 juni 2028;

  4. 6,5 % ad valorem + 315 EUR/ton vanaf 1 juli 2028.

  1. met betrekking tot de goederen van de GN-codes 3105 20, 3105 30, 3105 40, 3105 51, 3105 59 en 3105 90:

    1. 6,5 % ad valorem + 45 EUR/ton van 1 juli 2025 tot en met 30 juni 2026;

    2. 6,5 % ad valorem + 70 EUR/ton van 1 juli 2026 tot en met 30 juni 2027;

    3. 6,5 % ad valorem + 95 EUR/ton van 1 juli 2027 tot en met 30 juni 2028;

    4. 6,5 % ad valorem + 430 EUR/ton vanaf 1 juli 2028.

  2. Onverminderd de punten a) en b) stelt de Commissie, indien de gecumuleerde invoervolumes van de in de punten a) en b) vermelde goederen de hieronder vastgestelde drempels bereiken, binnen 21 dagen een recht in op het in punt a), iv), respectievelijk punt b), iv), vastgestelde niveau voor de resterende invoer van deze goederen in de gegeven periode:

    1. 2,7 miljoen ton van 1 juli 2025 tot en met 30 juni 2026;

    2. 1,8 miljoen ton van 1 juli 2026 tot en met 30 juni 2027;

    3. 0,9 miljoen ton van 1 juli 2027 tot en met 30 juni 2028.

  3. De Commissie kan een uitvoeringshandeling vaststellen ter bepaling van de regelingen om toezicht te houden op de in lid 2 bedoelde invoervolumes. Die uitvoeringshandeling wordt vastgesteld volgens de in artikel 4 van Verordening (EU) nr. 182/2011 bedoelde raadplegingsprocedure.

Artikel 2

  1. De Commissie houdt gedurende vier jaar na de toepassing van deze verordening toezicht op de in de Unie geldende prijzen van de in bijlage II vermelde goederen.

  2. Indien de prijzen van de in bijlage II vermelde goederen in de in lid 1 bedoelde periode aanzienlijk hoger zijn dan in 2024, beoordeelt de Commissie de situatie en neemt zij alle passende maatregelen om een dergelijke sterke stijging te verhelpen. Dit kan in voorkomend geval inhouden dat de tarieven voor betrokken goederen die worden ingevoerd uit andere landen dan de Russische Federatie en de Republiek Belarus, tijdelijk worden geschorst.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Zij is van toepassing met ingang van vier weken na de inwerkingtreding ervan voor de in bijlage I vermelde goederen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,


FINANCIEEL MEMORANDUM

BENAMING VAN HET VOORSTEL:

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de douanerechten die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde goederen van oorsprong uit of rechtstreeks of onrechtstreeks uitgevoerd uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus

BEGROTINGSONDERDELEN:

Hoofdstuk en artikel: hoofdstuk 12, artikel 120.

Begroot bedrag voor 2024: 24 620 400 000 EUR.

FINANCIËLE GEVOLGEN:

   Het voorstel heeft geen financiële gevolgen.

X    Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de uitgaven, maar wel voor de ontvangsten uit de traditionele eigen middelen, en wel om de volgende redenen:

In 2023 bedroeg de totale waarde van de invoer in de Unie uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus onder GN-codes die binnen de werkingssfeer van dit voorstel voor een verordening vallen en waarop de voorgestelde verhoging van toepassing zou zijn, meer dan 1,69 miljard EUR. Van dit totaal bedroeg de invoer van landbouwproducten 380 miljoen EUR en de invoer van meststoffen 1,31 miljard EUR.

Voor de invoer van betrokken meststoffen uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus geldt momenteel een ad-valoremrecht van 6,5 %. Het grootste deel van de invoer van meststoffen in 2023 (516 miljoen EUR) vond plaats onder GN-code 3102 10 10. Er vond ook aanzienlijke invoer plaats onder de GN-codes 3105 30 00 (179 miljoen EUR), 3105 20 10 (151 miljoen EUR), 3105 40 00 (91 miljoen EUR) en 3105 59 00 (89 miljoen EUR). De totale tariefinkomsten voor de Unie uit de invoer van meststoffen uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus bedroegen 85,2 miljoen EUR, vóór aftrek van de inningskosten door de lidstaten.

Op de invoer van de betrokken landbouwproducten zijn uiteenlopende rechten van toepassing. In 2023 bedroegen de totale tariefinkomsten voor de Unie uit de invoer van die goederen uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus 27 miljoen EUR, vóór aftrek van de inningskosten door de lidstaten. Voor deze landbouwproducten zal de verhoging van de tarieven door deze voorgestelde verordening naar verwachting deze handelsstromen aanzienlijk doen afnemen of zelfs stoppen. De inning van overeenkomstig de voorgestelde verhogingen voor landbouwproducten verhoogde douanerechten zal naar verwachting minimaal zijn (bijna nul), omdat de handelsstromen naar verwachting zullen verdwijnen als gevolg van de stijging van de tariefniveaus.

De inning van overeenkomstig de voorgestelde verhogingen voor meststoffen verhoogde douanerechten zal naar verwachting stilvallen wanneer de voorgestelde verordening aan het einde van de driejarige overgangsperiode volledig van toepassing wordt, omdat de handelsstromen naar verwachting zullen verdwijnen als gevolg van de stijging van de tariefniveaus. Verwacht wordt echter dat deze handelsstromen en de bijbehorende douanerechten tijdens de overgangsperiode aanzienlijk zullen blijven.

Op basis van de bovengenoemde factoren wordt de inkomstenderving voor de begroting van de Unie als gevolg van dit voorstel voor een verordening geraamd op maximaal 84 miljoen EUR per jaar vanaf het begrotingsjaar 2029: [(85,2 miljoen EUR + 27 miljoen EUR) = 112,2 miljoen EUR bruto, inclusief inningskosten] × 0,75.

Voor 2025, 2026, 2027 en 2028 zullen de gevolgen van het verlies aan traditionele eigen middelen voor de begroting van de Unie naar schatting veel lager zijn dan het voor 2028 berekende bedrag. De reden hiervoor is dat hogere rechten op meststoffen naar verwachting zullen leiden tot extra tariefinkomsten van 77 miljoen EUR per periode van 12 maanden (na aftrek van inningskosten), wat zal bijdragen tot een verhoging van de eigen middelen met 58 miljoen EUR. De nettovermindering van de eigen middelen zal daarom naar verwachting niet meer bedragen dan 26 miljoen EUR in de eerste 12 maanden van de toepassing (1 juli 2025 – 30 juni 2026), wat overeenkomt met 14 miljoen EUR voor de rest van het jaar 2025. Het is zelfs mogelijk dat de eigen middelen toenemen indien de daling van de invoer uit de Russische Federatie gedeeltelijk wordt gecompenseerd door invoer uit andere derde landen die niet in aanmerking komen voor tariefpreferenties in het kader van de vrijhandelsovereenkomsten van de Unie.

De derving van de ontvangsten uit de traditionele eigen middelen zal worden gecompenseerd door de bijdragen aan de eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen (bni) van de lidstaten.

BIJLAGEN bij Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de douanerechten die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde goederen van oorsprong uit of rechtstreeks of onrechtstreeks uitgevoerd uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus

Brussel, 28.1.2025

COM(2025) 34 final

BIJLAGE I

Lijst van in artikel 1, lid 1, bedoelde goederen

GN-code

Beschrijving

01

Levende dieren

02

Vlees en eetbare slachtafvallen

04

Melk en zuivelproducten; vogeleieren; natuurhoning; eetbare producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen

05

Andere producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen

06

Levende planten en producten van de bloementeelt

Ex 07

Groenten, planten, wortels en knollen, voor voedingsdoeleinden, met uitzondering van:

0713 10 erwten (Pisum sativum)

0713 20 kekers

08

Fruit; schillen van citrusvruchten en van meloenen

09

Koffie, thee, maté en specerijen

1004

Haver

1006

Rijst

1008 60

triticale

Ex 11

Producten van de meelindustrie; tarwegluten, met uitzondering van GN-code 1106 10 00 “van gedroogde zaden van peulgroenten bedoeld bij post 0713”

1209

Zaaigoed, sporen daaronder begrepen, geschikt voor zaaidoeleinden

1210

Hopbellen, vers of gedroogd, ook indien fijngemaakt, gemalen of in pellets; lupuline

1211

Planten, plantendelen, zaden en vruchten, van de soort hoofdzakelijk gebruikt in de reukwerkindustrie, in de geneeskunde of voor insecten- of parasietenbestrijding of voor dergelijke doeleinden, vers, gekoeld, bevroren of gedroogd, ook indien gesneden, gebroken of in poedervorm

1212

Sint-jansbrood, zeewier en andere algen, suikerbieten en suikerriet, vers, gekoeld, bevroren of gedroogd, ook indien in poedervorm; vruchtenpitten, ook indien in de steen en andere plantaardige producten (ongebrande cichoreiwortels van de variëteit Cichorium intybus sativum daaronder begrepen), hoofdzakelijk gebruikt voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen

1213

Stro en kaf van graangewassen, onbewerkt, ook indien gehakt, gemalen, geperst of in pellets

1214

Koolrapen, voederbieten, voederwortels, hooi, luzerne, klaver, hanenkammetjes (esparcette), mergkool, lupine, wikke en dergelijke voedergewassen, ook indien in pellets

13

Gommen, harsen en andere plantensappen en plantenextracten

1401

Plantaardige stoffen van de soort hoofdzakelijk gebruikt in de mandenmakerij of voor vlechtwerk (bv. bamboe, rotting, riet, bies, teen, raffia, lindebast, alsmede gezuiverd, gebleekt of geverfd stro van graangewassen)

1404 20

katoenlinters

1501

Varkensvet (reuzel daaronder begrepen) en vet van gevogelte, ander dan dat vallend onder 0209 of 1503

1502

Schapen- en geitenvet, ander dan dat vallend onder post 1503

1503

Varkensstearine, spekolie, oleostearine, oleomargarine en talkolie, niet geëmulgeerd, niet vermengd, noch op andere wijze bereid

1505

Wolvet en daaruit verkregen vetstoffen, lanoline daaronder begrepen

1506

Andere dierlijke vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

1509

Olijfolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

1510

Andere olie en fracties daarvan, uitsluitend verkregen uit olijven, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd, mengsels daarvan met olijfolie of fracties daarvan, vallend onder post 1509, daaronder begrepen

1511

Palmolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

1513

Kokosolie (kopraolie), palmpitten- en babassunotenolie, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

1515 30

ricinusolie en fracties daarvan

1515 50

sesamolie en fracties daarvan

1515 60

microbiële vetten en vette oliën, alsmede fracties daarvan

1515 90 11

tungolie; jojobaolie, oiticicaolie; myricawas en japanwas; fracties van deze producten

1515 90 21

tabakszaadolie, ruw, en fracties daarvan, voor ander technisch of industrieel gebruik dan voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie

1515 90 29

tabakszaadolie, ruw, en fracties daarvan, niet voor ander technisch of industrieel gebruik dan voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie

1515 90 31

tabakszaadolie, anders dan ruw, en fracties daarvan, voor ander technisch of industrieel gebruik dan voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie

1515 90 39

tabakszaadolie, anders dan ruw, en fracties daarvan, niet voor ander technisch of industrieel gebruik dan voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie

1516 10

dierlijke vetten en oliën, alsmede fracties daarvan

1516 20 10

gehydrogeneerde ricinusolie, zogenaamde “opal wax”

1516 30

microbiële vetten en oliën, alsmede fracties daarvan

1517

Margarine; mengsels en bereidingen, voor menselijke consumptie, van dierlijke, plantaardige of microbiële vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, andere dan de vetten en oliën of fracties daarvan die vallen onder post 1516

1518 00 10

linoxyne

1520

Ruwe glycerol; glycerolwater en glycerollogen

1521

Plantaardige was (andere dan triglyceriden), bijenwas, was van andere insecten, alsmede walschot (spermaceti), ook indien geraffineerd of gekleurd

1522

Dégras; afvallen, afkomstig van de behandeling van vetstoffen of van dierlijke of plantaardige was

1601

Worst van alle soorten, van vlees, van slachtafvallen, van bloed of van insecten; bereidingen van deze producten, voor menselijke consumptie

1602

Andere bereidingen en conserven, van vlees, van slachtafvallen, van bloed of van insecten

17

Suiker en suikerwerk

18

Cacao en bereidingen daarvan

19

Bereidingen van granen, van meel, van zetmeel of van melk; gebak

20

Bereidingen van groenten, van vruchten en van andere plantendelen

21

Diverse producten voor menselijke consumptie

22

Dranken, alcoholhoudende vloeistoffen en azijn

2301 10

meel, poeder en pellets, van vlees of van slachtafvallen, ongeschikt voor menselijke consumptie; kanen

2302 10

zemelen, slijpsel en andere resten van het zeven, van het malen of van andere bewerkingen van mais, ook indien in pellets

2302 40 02

zemelen, slijpsel en andere resten van het zeven, van het malen of van andere bewerkingen van rijst, ook indien in pellets, met een zetmeelgehalte van niet meer dan 35 gewichtspercenten

2302 40 08

zemelen, slijpsel en andere resten van het zeven, van het malen of van andere bewerkingen van rijst, ook indien in pellets, anders dan met een zetmeelgehalte van niet meer dan 35 gewichtspercenten

2302 50

zemelen, slijpsel en andere resten van het zeven, van het malen of van andere bewerkingen van peulvruchten, ook indien in pellets

2306 90 11

perskoeken en andere vaste afvallen, verkregen bij de winning van olijfolie, ook indien fijngemaakt of in pellets, met een gehalte aan olijfolie van niet meer dan 3 gewichtspercenten

2309 90 19

perskoeken en andere vaste afvallen, verkregen bij de winning van olijfolie, ook indien fijngemaakt of in pellets, met een gehalte aan olijfolie van meer dan 3 gewichtspercenten

2307

Wijnmoer; ruwe wijnsteen

2308 00 11

draf (droesem) van druiven, ook indien in pellets, van de soort gebruikt voor het voederen van dieren, elders genoemd noch elders onder begrepen, met een totaal alcohol-massagehalte van niet meer dan 4,3 % mas en met een gehalte aan droge stof van 40 of meer gewichtspercenten

2308 00 19

draf (droesem) van druiven, ook indien in pellets, van de soort gebruikt voor het voederen van dieren, elders genoemd noch elders onder begrepen, anders dan met een totaal alcohol-massagehalte van niet meer dan 4,3 % mas en met een gehalte aan droge stof van 40 of meer gewichtspercenten

2308 00 40

eikels en wilde kastanjes; draf (droesem) van vruchten, andere dan druiven, ook in de vorm van pellets, van de soort gebruikt voor het voederen van dieren, elders genoemd noch elders onder begrepen

2309 10

honden- en kattenvoer, opgemaakt voor de verkoop in het klein

2309 90 10

visperswater en perswater van zeezoogdieren (“solubles”), van de soort gebruikt voor het voederen van dieren

2309 90 33

bereidingen, zogenaamde “premelanges” daaronder begrepen, van de soort gebruikt voor het voederen van dieren, bevattende glucose (druivensuiker), glucosestroop, maltodextrine of maltodextrinestroop, bedoeld bij de onderverdelingen 1702 30 50, 1702 30 90, 1702 40 90, 1702 90 50 en 2106 90 55 doch geen zetmeel bevattend of met een zetmeelgehalte van niet meer dan 10 gewichtspercenten en met een gehalte aan zuivelproducten van 10 of meer doch minder dan 50 gewichtspercenten

2309 90 35

bereidingen, zogenaamde “premelanges” daaronder begrepen, van de soort gebruikt voor het voederen van dieren, bevattende glucose (druivensuiker), glucosestroop, maltodextrine of maltodextrinestroop, bedoeld bij de onderverdelingen 1702 30 50, 1702 30 90, 1702 40 90, 1702 90 50 en 2106 90 55 doch geen zetmeel bevattend of met een zetmeelgehalte van niet meer dan 10 gewichtspercenten en met een gehalte aan zuivelproducten van 50 of meer doch minder dan 75 gewichtspercenten

2309 90 39

bereidingen, zogenaamde “premelanges” daaronder begrepen, van de soort gebruikt voor het voederen van dieren, bevattende glucose (druivensuiker), glucosestroop, maltodextrine of maltodextrinestroop, bedoeld bij de onderverdelingen 1702 30 50, 1702 30 90, 1702 40 90, 1702 90 50 en 2106 90 55 doch geen zetmeel bevattend of met een zetmeelgehalte van niet meer dan 10 gewichtspercenten en met een gehalte aan zuivelproducten van 75 of meer gewichtspercenten

2309 90 43

bereidingen, zogenaamde “premelanges” daaronder begrepen, van de soort gebruikt voor het voederen van dieren, bevattende glucose (druivensuiker), glucosestroop, maltodextrine of maltodextrinestroop, bedoeld bij de onderverdelingen 1702 30 50, 1702 30 90, 1702 40 90, 1702 90 50 en 2106 90 55, met een zetmeelgehalte van meer dan 10 doch niet meer dan 30 gewichtspercenten en met een gehalte aan zuivelproducten van 10 of meer doch minder dan 50 gewichtspercenten

2309 90 49

bereidingen, zogenaamde “premelanges” daaronder begrepen, van de soort gebruikt voor het voederen van dieren, bevattende glucose (druivensuiker), glucosestroop, maltodextrine of maltodextrinestroop, bedoeld bij de onderverdelingen 1702 30 50, 1702 30 90, 1702 40 90, 1702 90 50 en 2106 90 55, met een zetmeelgehalte van meer dan 10 doch niet meer dan 30 gewichtspercenten en met een gehalte aan zuivelproducten van 50 of meer gewichtspercenten

2309 90 53

bereidingen, zogenaamde “premelanges” daaronder begrepen, van de soort gebruikt voor het voederen van dieren, bevattende glucose (druivensuiker), glucosestroop, maltodextrine of maltodextrinestroop, bedoeld bij de onderverdelingen 1702 30 50, 1702 30 90, 1702 40 90, 1702 90 50 en 2106 90 55, met een zetmeelgehalte van meer dan 30 gewichtspercenten en met een gehalte aan zuivelproducten van 10 of meer doch minder dan 50 gewichtspercenten

2309 90 59

bereidingen, zogenaamde “premelanges” daaronder begrepen, van de soort gebruikt voor het voederen van dieren, bevattende glucose (druivensuiker), glucosestroop, maltodextrine of maltodextrinestroop, bedoeld bij de onderverdelingen 1702 30 50, 1702 30 90, 1702 40 90, 1702 90 50 en 2106 90 55, met een zetmeelgehalte van meer dan 30 gewichtspercenten en met een gehalte aan zuivelproducten van 50 of meer gewichtspercenten

2309 90 70

bereidingen, zogenaamde “premelanges” daaronder begrepen, van de soort gebruikt voor het voederen van dieren, geen zetmeel, glucose (druivensuiker), glucosestroop, maltodextrine of maltodextrinestroop, doch wel zuivelproducten bevattend

24

Tabak en tot verbruik bereide tabakssurrogaten; producten, al dan niet nicotine bevattende, bestemd voor inhalatie zonder verbranding; andere nicotine bevattende producten, bestemd voor de opname van nicotine in het menselijk lichaam

2905 43

mannitol

2905 44

D-glucitol (sorbitol)

3301

Etherische oliën (ook indien daaruit de terpenen zijn afgesplitst), vast of vloeibaar; harsaroma’s; door extractie verkregen oleoharsen; geconcentreerde oplossingen van etherische oliën in vet, in vette oliën, in was of in dergelijke stoffen, verkregen door enfleurage of door maceratie; terpeenhoudende bijproducten, afgesplitst uit etherische oliën; gedistilleerd aromatisch water en waterige oplossingen van etherische oliën

3501

Caseïne, caseïnaten en andere derivaten van caseïne; lijm van caseïne

3502

Albuminen (daaronder begrepen concentraten van twee of meer weiproteïnen, bevattende meer dan 80 gewichtspercenten weiproteïnen, berekend op de droge stof), albuminaten en andere derivaten van albuminen

3503

Gelatine (gelatine in vierkante of rechthoekige bladen of vellen, ook indien gekleurd of aan het oppervlak bewerkt, daaronder begrepen) en derivaten daarvan; “isinglass”; andere lijm van dierlijke oorsprong, andere dan lijm van caseïne bedoeld bij post 3501

3504

Peptonen en derivaten daarvan; andere proteïnestoffen en derivaten daarvan, elders genoemd noch elders onder begrepen; poeder van huiden, ook indien behandeld met chroom

3505

Dextrine en ander gewijzigd zetmeel (bv. voorgegelatineerd of veresterd zetmeel); lijm op basis van zetmeel, dextrine of ander gewijzigd zetmeel

3809 10

appreteermiddelen, middelen voor het versnellen van het verfproces of van het fixeren van kleurstoffen, alsmede andere producten en preparaten (bv. preparaten voor het beitsen), van de soort gebruikt in de textielindustrie, de papierindustrie, de lederindustrie of dergelijke industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen, op basis van zetmeel of van zetmeelhoudende stoffen

3824 60

sorbitol, andere dan die bedoeld bij onderverdeling 2905 44

4101

Huiden en vellen van runderen (buffels daaronder begrepen), van paarden of van paardachtigen, ongelooid (vers, gezouten, gedroogd, gekalkt, gepekeld (“pickled”) of anderszins geconserveerd, doch niet gelooid, niet tot perkament verwerkt of verder bewerkt), ook indien onthaard of gesplit

4102

Huiden en vellen van schapen, ongelooid (vers, gezouten, gedroogd, gekalkt, gepekeld (“pickled”) of anderszins geconserveerd, doch niet gelooid, niet tot perkament verwerkt of verder bewerkt), ook indien onthaard of gesplit, andere dan die bij aantekening 1, onder c), op hoofdstuk 41 zijn uitgezonderd

4103

Andere huiden en vellen, ongelooid (vers, gezouten, gedroogd, gekalkt, gepekeld (“pickled”) of anderszins geconserveerd, doch niet gelooid, niet tot perkament verwerkt of verder bewerkt), ook indien onthaard of gesplit, andere dan die bij aantekening 1, onder b) of c), op hoofdstuk 41 zijn uitgezonderd

4301

Pelterijen (koppen, staarten, poten en andere delen, geschikt voor bontwerk, daaronder begrepen), niet gelooid noch anderszins bereid, andere dan de ongelooide huiden en vellen bedoeld bij de posten 4101, 4102 en 4103

5001

Cocons van zijderupsen, geschikt om te worden afgehaspeld

5002

Ruwe zijde (haspelzijde of grège), niet gemoulineerd

5003

Afval van zijde (cocons ongeschikt om te worden afgehaspeld, afval van garen en rafelingen daaronder begrepen)

5101

Wol, niet gekaard en niet gekamd

5102

Fijn haar en grof haar, niet gekaard en niet gekamd

5103

Afval van wol, van fijn haar of van grof haar, afval van garen daaronder begrepen doch met uitzondering van rafelwol en van rafelingen van haar

5201

Katoen, niet gekaard en niet gekamd

5202

Afval van katoen (afval van garen en rafelingen daaronder begrepen)

5203

Katoen, gekaard of gekamd

5301

Vlas, ruw of bewerkt, doch niet gesponnen; werk en afval (afval van garen en rafelingen daaronder begrepen), van vlas

5302

Hennep (Cannabis sativa L.), ruw of bewerkt, doch niet gesponnen; werk en afval (afval van garen en rafelingen daaronder begrepen), van hennep



BIJLAGE II

Lijst van in artikel 1, lid 2, bedoelde goederen

GN-code

Beschrijving

3102

Minerale of chemische stikstofhoudende meststoffen

Ex 3105

Minerale of chemische meststoffen die twee of drie van de vruchtbaarmakende elementen stikstof, fosfor en kalium bevatten; andere meststoffen; producten bedoeld bij dit hoofdstuk, in tabletten of in dergelijke vormen, dan wel in verpakkingen met een brutogewicht van niet meer dan 10 kg,

met uitzondering van:

3105 10 00 – producten bedoeld bij hoofdstuk 31, in tabletten of in dergelijke vormen, dan wel in verpakkingen met een brutogewicht van niet meer dan 10 kg

3105 60 00 – minerale of chemische meststoffen die de twee vruchtbaarmakende elementen fosfor en kalium bevatten