Hof van Justitie EU 08-10-1981 ECLI:EU:C:1981:225
Hof van Justitie EU 08-10-1981 ECLI:EU:C:1981:225
Gegevens
- Instantie
- Hof van Justitie EU
- Datum uitspraak
- 8 oktober 1981
Conclusie van de advocaat-generaal
Sir Gordon Slynn
van 8 oktober 1981 (*)
Mijnheer de President,
mijne heren Rechters,
In zaak 29/81 verzoekt de Commissie het Hof vast te stellen dat de Italiaanse Republiek haar verplichtingen krachtens het EEG-Verdraag niet is nagekomen door niet binnen de in artikel 6 gestelde termijn de nodige bepalingen vast te stellen voor de uitvoering van 's Raads richtlijn nr. 74/562 van 12 november 1974 (PB L 308 van 1974, blz. 23).
De Italiaanse Republiek heeft uitgelegd dat het in dit geval noodzakelijk was de betrokken partijen te raadplegen en dat die procedure onvermijdelijk de voorlegging aan de Italiaanse wetgever heeft vertraagd. Eens te meer komt het mij voor dat volgens 's Hofs vaste rechtspraak een Lid-Staat zich niet kan beroepen op omstandigheden of praktijken in zijn nationale rechtsorde of administratie ter rechtvaardiging van zijn verzuim om de hem door een richtlijn opgelegde verplichtingen na te komen.
Ook in dit geval werd het Hof verzocht de vaststelling uit te stellen en de termijn voor uitvoering van deze richtlijn te verlengen. Met alle begrip voor de gronden die de raadsman van de Italiaanse Republiek aanvoert, geloof ik om de in mijn conclusie in zaak 28/81 gegeven redenen niet dat het Hof vrij is de termijn te verlengen, of dat het juist zou zijn de uitspraak over de zaak uit te stellen.
Mitsdien concludeer ik ook in dit geval tot toewijzing van het beroep van de Commissie, en tot verwijzing van de Italiaanse Republiek in de kosten van de procedure, zoals door de Commissie gevorderd.