Home

Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 23 april 1986. - SpA Sideradria industria metallurgica tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen. - Leveringsquotum voor staal - Nietigverklaring. - Zaak 204/84.-

Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 23 april 1986. - SpA Sideradria industria metallurgica tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen. - Leveringsquotum voor staal - Nietigverklaring. - Zaak 204/84.-

1 BIJ VERZOEKSCHRIFT , NEERGELEGD TER GRIFFIE VAN HET HOF OP 13 AUGUSTUS 1984 , HEEFT SIDERADRIA SPA ( HIERNA : SIDERADRIA ), GEVESTIGD TE ADRIA ( ITALIE ), KRACHTENS ARTIKEL 33 , TWEEDE ALINEA , EGKS-VERDRAG BEROEP INGESTELD TOT NIETIGVERKLARING VAN DE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE VAN 3 JULI 1984 , HOUDENDE VASTSTELLING VAN HAAR PRODUKTIE- EN LEVERINGSQUOTA VOOR HET DERDE KWARTAAL VAN 1984 .

2 SIDERADRIA IS EEN IJZER- EN STAALONDERNEMING DIE BETONSTAAL PRODUCEERT . ALS ZODANIG VALT ZIJ ONDER DE REGELING VAN ALGEMENE BESCHIKKING NR . 1831/81 VAN 24 JUNI 1981 TOT INVOERING VAN EEN STELSEL VAN TOEZICHT EN VAN EEN NIEUW QUOTASTELSEL VOOR DE VERVAARDIGING VAN BEPAALDE PRODUKTEN VOOR DE ONDERNEMINGEN VAN DE IJZER- EN STAALINDUSTRIE ( PB 1981 , L 180 , BLZ . 1 ).

3 BIJ DEZE ALGEMENE BESCHIKKING HEEFT DE COMMISSIE EEN STELSEL INGEVOERD VOLGENS HETWELK DE PRODUKTIE VAN ELKE ONDERNEMING ALSOOK HET GEDEELTE VAN DIE PRODUKTIE DAT OP DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT MAG WORDEN GELEVERD , WORDEN BEPERKT DOOR MIDDEL VAN QUOTA ( HIERNA PRODUKTIE- RESPECTIEVELIJK LEVERINGSQUOTA GENOEMD ). DE BESCHIKKING BEPAALT , DAT DEZE QUOTA WORDEN BEREKEND OP BASIS VAN DE DOOR DE ONDERNEMINGEN TIJDENS EEN BEPAALDE REFERENTIEPERIODE GEREALISEERDE VERKOOPCIJFERS . VAN DE BEPALINGEN VAN DEZE ALGEMENE BESCHIKKING IS VOOR HET ONDERHAVIGE GESCHIL IN DE EERSTE PLAATS ARTIKEL 8 , LID 2 , VAN BELANG , VOLGENS HETWELK DE COMMISSIE KAN OVERGAAN TOT AANPASSING VAN HET LEVERINGSQUOTUM VAN EEN ONDERNEMING , INDIEN DEZE AANTOONT DAT DE VASTSTELLING DAARVAN OVEREENKOMSTIG DE NORMALE CRITERIA VOOR HAAR ERNSTIGE MOEILIJKHEDEN OPLEVERT . VOORTS KAN DE COMMISSIE OP GROND VAN ARTIKEL 14 VAN DEZE BESCHIKKING OVERGAAN TOT AANPASSING VAN DE PRODUKTIE- EN LEVERINGSQUOTA , WANEER EEN ONDERNEMING AANTOONT DAT ZIJ MET ' ' BUITENGEWONE MOEILIJKHEDEN ' ' HEEFT TE KAMPEN . DEZE MOGELIJKHEID BESTAAT EVENWEL NIET , WANNEER AAN DIE ONDERNEMING ' ' MET BETREKKING TOT DE PRIJSVOORSCHRIFTEN SANCTIES ZIJN OPGELEGD ' ' OF ZIJ ' ' DE TER ZAKE VERSCHULDIGDE BOETES NIET HEEFT VOLDAAN ' ' .

4 SIDERADRIA VERZOCHT MEERMAALS OM IN AANMERKING TE KOMEN VOOR DE MAATREGEL BEDOELD IN ARTIKEL 8 , LID 2 , VAN ALGEMENE BESCHIKKING NR . 1831/81 , DOCH DEZE BEPALING WERD SLECHTS OP HAAR TOEGEPAST BIJ DE VASTSTELLING VAN HAAR LEVERINGSQUOTUM VOOR HET VIERDE KWARTAAL VAN 1982 .

5 BOVENDIEN VROEG SIDERADRIA MET BETREKKING TOT HET DERDE EN HET VIERDE KWARTAAL VAN 1983 HERHAALDELIJK OM TOEPASSING VAN ARTIKEL 14 VAN ALGEMENE BESCHIKKING NR . 1831/81 . DEZE VERZOEKEN WERDEN OP 6 JUNI 1984 VERWORPEN . EEN NIEUW VERZOEK , GEBASEERD OP DEZELFDE BEPALING EN BETREKKING HEBBEND OP HET EERSTE KWARTAAL VAN 1984 , WERD EVENWEL TOEGESTAAN DOOR DE COMMISSIE , DIE BEREID WAS HET LEVERINGSQUOTUM VAN SIDERADRIA MET 508 TON TE VERHOGEN . LATERE VERZOEKEN WERDEN AFGEWEZEN OP GROND DAT OP 26 JANUARI 1984 AAN SIDERADRIA EEN BOETE WAS OPGELEGD WEGENS OVERSCHRIJDING VAN HAAR LEVERINGSQUOTUM VOOR HET DERDE KWARTAAL VAN 1981 . BIJ ARREST VAN 12 DECEMBER 1985 ( ZAAK 67/84 , SIDERADRIA , JURISPR . 1985 , BLZ . 3983 ) HEEFT HET HOF HET BEROEP TEGEN DEZE BESCHIKKING VERWORPEN , DOCH HET BEDRAG VAN DE BOETE VERLAAGD .

6 HET ONDERHAVIGE BEROEP IS GERICHT TEGEN DE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE VAN 3 JULI 1984 , WAARBIJ VOOR HET DERDE KWARTAAL VAN 1984 HET PRODUKTIEQUOTUM VAN SIDERADRIA IS VASTGESTELD OP 9 400 TON EN HAAR LEVERINGSQUOTUM OP 4 773 TON .

7 TOT STAVING VAN HAAR BEROEP , WAARVAN DE ONTVANKELIJKHEID NIET WORDT BETWIST , VOERT SIDERADRIA TWEE MIDDELEN AAN : DE BESTREDEN BESCHIKKING ZOU ONRECHTVAARDIG ZIJN , EN DE COMMISSIE ZOU HEBBEN GEWEIGERD REKENING TE HOUDEN MET BEPAALDE BESLISSENDE OMSTANDIGHEDEN .

ONRECHTVAARDIGHEID VAN DE BESTREDEN BESCHIKKING

8 VOLGENS VERZOEKSTER IS HET KLAARBLIJKELIJK ONRECHTVAARDIG , DAT HAAR LEVERINGSQUOTUM SLECHTS 50% VAN HAAR PRODUKTIEQUOTUM BEDRAAGT . OM TE BEGINNEN ZOU HET PRODUKTIEQUOTUM REEDS OP ZICH EEN BEPERKING VORMEN . IN CASU ZOU SIDERADRIA DAARDOOR SLECHTS 50% VAN HAAR PRODUKTIECAPACITEIT KUNNEN BENUTTEN . AANGEZIEN DE MARKTEN BUITEN DE GEMEENSCHAP ONTOEGANKELIJK ZIJN GEWORDEN , ZOU HET GEDEELTE VAN HET PRODUKTIEQUOTUM , DAT NIET OP DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT MAG WORDEN GELEVERD , BOVENDIEN ONVERKOOPBAAR ZIJN . DE STRIKTE TOEPASSING VAN DE GELDENDE REGELING ZOU DUS TOT GEVOLG HEBBEN , DAT VERZOEKSTER SLECHTS ONGEVEER 25% VAN HAAR PRODUKTIECAPACITEIT KAN BENUTTEN . VERZOEKSTER MEENT IN DIT VERBAND DAT ZIJ WORDT GEDISCRIMINEERD , GELET OP HET FEIT DAT DE GROTE MEERDERHEID VAN DE EUROPESE IJZER- EN STAALONDERNEMINGEN NAGENOEG HAAR TOTALE PRODUKTIE OP DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT KAN LEVEREN .

9 DE COMMISSIE VAN HAAR KANT BEPERKT ZICH ERTOE EROP TE WIJZEN , DAT ZIJ BIJ DE BEREKENING VAN VERZOEKSTERS LEVERINGSQUOTUM DE GELDENDE REGELING NAUWGEZET HEEFT TOEGEPAST . WAT MEER BEPAALD HET BEZWAAR INZAKE DISCRIMINATIE BETREFT , HEEFT DE COMMISSIE TER TERECHTZITTING OPGEMERKT , DAT INGEVOLGE DE TOEPASSING VAN DE GELDENDE REGELING ANDERE IJZER- EN STAALONDERNEMINGEN SLECHTS EEN GERING GEDEELTE VAN HUN PRODUKTIEQUOTUM OP DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT KUNNEN VERKOPEN .

10 IN DE EERSTE PLAATS ZIJ OPGEMERKT , DAT VERZOEKSTER NIET STELT DAT DE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE VAN 3 JULI 1984 MOET WORDEN NIETIGVERKLAARD WEGENS STRIJDIGHEID MET ALGEMENE BESCHIKKING NR . 1831/81 , WAAROP ZIJ IS GEBASEERD . VERZOEKSTER GEEFT INTEGENDEEL ZELF TOE , DAT DE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE IN OVEREENSTEMMING IS MET ALGEMENE BESCHIKKING NR . 1831/81 . VERZOEKSTERS KRITIEK IS DUS KENNELIJK GERICHT TEGEN HET BIJ DEZE ALGEMENE BESCHIKKING INGEVOERDE SYSTEEM ALS ZODANIG . VERZOEKSTER VOERT ECHTER NIETS AAN OP GROND WAARVAN DE WETTIGHEID VAN ALGEMENE BESCHIKKING NR . 1831/81 IN TWIJFEL ZOU KUNNEN WORDEN GETROKKEN .

11 MET BETREKKING TOT VERZOEKSTERS BEZWAAR , DAT ZIJ HET SLACHTOFFER IS VAN DISCRIMINATIE , DIENT TE WORDEN VASTGESTELD DAT ZIJ GEEN ENKEL BEWIJS HEEFT AANGEBRACHT VOOR DE JUISTHEID VAN HAAR BEWERINGEN . DE COMMISSIE DAARENTEGEN HEEFT AAN HET HOF BEPAALDE - NIET DOOR VERZOEKSTER BETWISTE - CIJFERS OVERGELEGD , WAARUIT BLIJKT DAT ANDERE IJZER- EN STAALONDERNEMINGEN IN DEZELFDE SITUATIE VERKEREN ALS VERZOEKSTER EN DAT DE TOEPASSING VAN DE GELDENDE REGELING OP DEZE ONDERNEMINGEN TOT DE VASTSTELLING HEEFT GELEID VAN LEVERINGSQUOTA DIE SLECHTS EEN UITERST GERING GEDEELTE VAN HUN PRODUKTIEQUOTUM VERTEGENWOORDIGEN .

12 MITSDIEN MOET WORDEN GECONCLUDEERD , DAT HET EERSTE MIDDEL ONGEGROND IS .

NIET-INACHTNEMING VAN BEPAALDE BESLISSENDE OMSTANDIGHEDEN

13 VERZOEKSTER VOERT IN DE EERSTE PLAATS AAN DAT DE COMMISSIE BIJ DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 8 , LID 2 , VAN ALGEMENE BESCHIKKING NR . 1831/81 OP HET DERDE KWARTAAL VAN 1982 , HAAR LEVERINGSQUOTUM MEER HAD MOETEN VERHOGEN DAN ZIJ HEEFT GEDAAN . VERVOLGENS STELT VERZOEKSTER , DAT DE COMMISSIE TE LANG HEEFT GEWACHT MET HAAR BESLISSING OVER DE KRACHTENS ARTIKEL 14 VAN ALGEMENE BESCHIKKING NR . 1831/81 INGEDIENDE VERZOEKEN , MET HET GEVOLG DAT VERZOEKSTER ZICH NIET MEER OP ARTIKEL 14 KAN BEROEPEN , OMDAT HAAR INTUSSEN EEN BOETE IS OPGELEGD . TEN SLOTTE BETOOGT VERZOEK STER DAT DE AAN DE COMMISSIE MEEGEDEELDE CIJFERS , OP BASIS WAARVAN DE PRODUKTIE- EN LEVERINGSQUOTA ZIJN BEREKEND , FOUTEN BEVATTEN . IN DIT VERBAND VERWIJST ZIJ NAAR ZAAK 67/84 , WAARIN ZIJ DIT ARGUMENT OOK REEDS HAD AANGEVOERD . ZIJ STEUNT OP DE VOLGENDE REDENERING : ZIJ HEEFT ONTDEKT , DAT DOOR DE KOPERS VAN HAAR PRODUKTEN BTW IS BETAALD ; WAREN DEZE PRODUKTEN UIT ITALIE UITGEVOERD , DAN HAD GEEN BTW BEHOEVEN TE WORDEN BETAALD ; BIJGEVOLG ZIJN BEDOELDE PRODUKTEN IN ITALIE VERKOCHT , ZODAT EEN HOGER LEVERINGSQUOTUM HAD MOETEN WORDEN VASTGESTELD .

14 DE COMMISSIE HERINNERT ERAAN , DAT VOOR HET DERDE KWARTAAL VAN 1982 TEN GUNSTE VAN SIDERADRIA TOEPASSING IS GEMAAKT VAN ARTIKEL 8 , LID 2 , VAN ALGEMENE BESCHIKKING NR . 1831/81 . INDIEN VERZOEKSTER DE HAAR ALDUS TOEGEKENDE VERHOGING ONVOLDOENDE ACHTTE , ZOU ZIJ DIE BESLISSING TOEN HEBBEN MOETEN BETWISTEN . AANGEZIEN ZIJ DIT NIET HEEFT GEDAAN , ZOU ZIJ DAAR NU NIET MEER OP KUNNEN TERUGKOMEN . WAT DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 14 VAN ALGEMENE BESCHIKKING NR . 1831/81 BETREFT , ZOU DE COMMISSIE VERSCHILLENDE VERZOEKEN HEBBEN AFGEWEZEN , ZONDER DAT TEGEN DIE BESLISSINGEN ENIG BEZWAAR IS GEMAAKT . TEN SLOTTE HERHAALT DE COMMISSIE DAT ZIJ , ZOALS IN ZAAK 67/84 , TEN ZEERSTE TWIJFELT AAN DE WAARDE VAN VERZOEKSTERS BEWIJZEN IN VERBAND MET DE ZOGEZEGD DOOR HAAR BEGANE VERGISSINGEN .

15 MET BETREKKING TOT DE EERSTE TWEE ARGUMENTEN VAN VERZOEKSTER ZIJ OPGEMERKT , DAT DE BESLISSING VAN DE COMMISSIE OM ARTIKEL 8 , LID 2 , VAN ALGEMENE BESCHIKKING NR . 1831/81 TOE TE PASSEN , NOCH HAAR WEIGERING OM ARTIKEL 14 VAN DIE BESCHIKKING TOE TE PASSEN , TIJDIG DOOR VERZOEKSTER ZIJN BETWIST . VOLGENS VASTE RECHTSPRAAK KAN DE VERZOEKENDE PARTIJ ZICH IN HET KADER VAN EEN BEROEP TOT NIETIGVERKLARING VAN EEN INDIVIDUELE BESCHIKKKING NIET TEN EXCEPTIEVE BEROEPEN OP DE ONWETTIGHEID VAN ANDERE , TOT HAAR GERICHTE EN DEFINITIEF GEWORDEN INDIVIDUELE BESCHIKKINGEN .

16 WAT DE VOLGENS VERZOEKSTER BIJ DE VASTSTELLING VAN HET LEVERINGSQUOTUM BEGANE VERGISSINGEN BETREFT , ZIJ ERAAN HERINNERD DAT HET HOF IN VOORMELD ARREST VAN 12 DECEMBER 1985 HEEFT OVERWOGEN , DAT ' ' VERZOEKSTER NIET AANNEMELIJK HEEFT GEMAAKT DAT DE BETALING VAN DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE DOOR DE KOPER MET ZEKERHEID DE EINDBESTEMMING VAN HET PRODUKT AANGEEFT , EN DUS EVENMIN DAT FOUTEN ZIJN GEMAAKT BIJ DE BEREKENING VAN HET BEDRAG VAN DE VERKOPEN BUITEN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT ' ' .

17 MITSDIEN MOET HET TWEEDE MIDDEL VAN VERZOEKSTER EVENEENS WORDEN VERWORPEN .

HET HOF VAN JUSTITIE ( EERSTE KAMER ),

RECHTDOENDE :

1 ) VERWERPT HET BEROEP .

2 ) VERWIJST VERZOEKSTER IN DE KOSTEN .

1 . EGKS - PRODUKTIE - STELSEL PRODUKTIE- EN LEVERINGSQUOTA VOOR STAAL - VASTSTELLING VAN QUOTA - TOEPASSING VAN GELDENDE WETGEVING - ONRECHTVAARDIG EN DISCRIMINEREND KARAKTER - AFWEZIGHEID

( EGKS-VERDRAG , ARTIKEL 58 ; ALGEMENE BESCHIKKING NR . 1831/81 )

2 . EXCEPTIE VAN ONWETTIGHEID - HANDELINGEN TEN AANZIEN WAARVAN EXCEPTIE VAN ONWETTIGHEID MOGELIJK IS - INDIVIDUELE BESCHIKKINGEN - UITSLUITING

( EGKS-VERDRAG , ARTIKEL 36 , DERDE ALINEA )

KOSTEN

18 INGEVOLGE ARTIKEL 69 , PARAGRAAF 2 , VAN HET REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING MOET DE IN HET ONGELIJK GESTELDE PARTIJ IN DE KOSTEN WORDEN VERWEZEN . AANGEZIEN VERZOEKSTER IN HET ONGELIJK IS GESTELD , DIENT ZIJ IN DE KOSTEN TE WORDEN VERWEZEN .

IN ZAAK 204/84 ,

SIDERADRIA INDUSTRIA METALLURGICA SPA , GEVESTIGD TE ADRIA ( ROVIGO , ITALIE ), VERTEGENWOORDIGD DOOR G . MARCHESINI , ADVOCAAT BIJ DE CORTE DI CASSAZIONE VAN DE ITALIAANSE REPUBLIEK , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ E . ARENDT , ADVOCAAT ALDAAR , RUE PHILIPPE-II 34 B IV ,

VERZOEKSTER ,

TEGEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , VERTEGENWOORDIGD DOOR O . MONTALTO , LID VAN HAAR JURIDISCHE DIENST , ALS GEMACHTIGDE , BIJGESTAAN DOOR W . VISCARDINI DONA , ADVOCAAT BIJ DE CORTE DI CASSAZIONE VAN DE ITALIAANSE REPUBLIEK , KANTOORHOUDENDE TE PADUA , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ M . BESCHEL , LID VAN DE JURIDISCHE DIENST VAN DE COMMISSIE , BATIMENT JEAN MONNET , KIRCHBERG ,

VERWEERSTER ,

BETREFFENDE EEN BEROEP TOT NIETIGVERKLARING VAN DE BESCHIKKING VAN 3 JULI 1984 , WAARBIJ HET GEDEELTE VAN HET PRODUKTIEQUOTUM WAS VASTGESTELD , DAT VERZOEKSTER TIJDENS HET DERDE KWARTAAL VAN 1984 OP DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT MOCHT LEVEREN ,