Hof van Justitie EU 15-01-1987 ECLI:EU:C:1987:13
Hof van Justitie EU 15-01-1987 ECLI:EU:C:1987:13
Gegevens
- Instantie
- Hof van Justitie EU
- Datum uitspraak
- 15 januari 1987
Conclusie van advocaat-generaal
Sir Gordon Slynn
van 15 januari 1987(*)
Mijnheer de President,
mijne heren Rechters,
In 1980 stelde de Raad drie richtlijnen vast betreffende gezondheids- en veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vlees en vleesprodukten. Zij droegen respectievelijk de nummers 80/214, 80/1099 en 80/1100 (PB 1980, L 47, blz. 3; L 325, blz. 14 en 16).
Het is misschien niet zonder belang erop te wijzen, dat de Raad in de richtlijnen nrs. 80/1099 en 80/1100 overwoog, dat het bestaan van een bepaalde varkensziekte een gevaar vormde voor de varkensstapel van de Gemeenschap en dat derhalve passende garanties moesten worden geboden om de verbreiding van deze ziekte bij het handelsverkeer in varkensvlees te voorkomen.
Er werd dan ook een uiterste datum bepaald voor de uitvoering van deze richtlijnen: 31 december 1980 voor richtlijn nr. 80/214 en 1 juli 1981 voor de twee andere.
Nadat zij de Italiaanse autoriteiten bij brief van 22 december 1983 had gevraagd welke maatregelen reeds waren getroffen, en zij daarop geen antwoord had ontvangen, bracht de Commissie op 7 juni 1985 een met redenen omkleed advies uit, waarin zij vaststelde dat Italië zijn verdragsverplichtingen niet was nagekomen. Vervolgens heeft zij het onderhavige beroep ingesteld.
In haar verweerschrift en vandaag ter terechtzitting heeft de Italiaanse regering verklaard, dat een wetsontwerp ter uitvoering van richtlijn nr. 80/1099 bij het Italiaanse parlement is ingediend en blijkbaar op het punt staat door de Senaat te worden goedgekeurd. De voorbereiding van de wettelijke regeling die nodig is om uitvoering te geven aan de richtlijnen nrs. 80/214 en 80/1100, lijkt meer vertraging te hebben opgelopen.
Het feit dat deze richtlijnen niet binnen de gestelde termijn zijn uitgevoerd, levert zonder meer een schending van het Verdrag op.
Ik meen dan ook dat de vordering van de Commissie gegrond is en dat de Italiaanse regering in de kosten moet worden verwezen.