Home

Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 29 juni 1989.

Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 29 juni 1989.

1 ) Verklaart de beroepen niet-ontvankelijk .

2 ) Verwijst verzoekster in de kosten van de Raad en de Commissie .

Noch door de bepalingen van de verordening houdende invoering van een steun voor de raffinage van ruwe suiker uit de Franse overzeese departementen, die wordt toegekend aan alle op het Europese grondgebied van de Lid-Staten gelegen raffinaderijen, noch door die van de verordening houdende invoering van een steun voor de raffinage in Portugese raffinaderijen van ruwe suiker verkregen uit in de Gemeenschap geoogste suikerbieten, wordt een van de Portugese raffinaderijen individueel geraakt in de zin van artikel 173, tweede alinea, EEG-Verdrag . Die onderneming wordt door bedoelde bepalingen slechts geraakt in haar hoedanigheid van suikerraffinaderij, op dezelfde voet als iedere andere deelnemer aan het economisch verkeer die in een gelijke situatie verkeert; zij voldoet derhalve aan geen van de voorwaarden waarvan volgens vaste rechtspraak ( zie arrest van 24 februari 1987, zaak 26/86, Deutz & Geldermann, Jurispr . 1987, blz . 941 ) de ontvankelijkheid afhangt van een door een particulier ingesteld beroep tot nietigverklaring van een handeling die de vorm heeft van een verordening .

++++

Beroep tot nietigverklaring - Natuurlijke of rechtspersonen - Handelingen die hen rechtstreeks en individueel raken - Bepalingen van verordeningen inzake afzetvoorwaarden voor bepaald type suiker en grondstoffenbevoorrading van in een Lid-Staat gevestigde suikerraffinaderijen

( EEG-Verdrag, artikel 173, tweede alinea; verordening nr . 2225/86 van de Raad, artikel 3; verordening nr . 3214/86 van de Commissie, artikelen 2, lid 1, sub b, en 6, sub b )

in de gevoegde zaken 250/86 en 11/87,

Refinarias de Açúcar Reunidas SA ( RAR ), te Porto, vertegenwoordigd en bijgestaan door N . Ruiz, advocaat te Lissabon, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij G . Harles, advocaat aldaar, 4, avenue Marie-Thérèse,

verzoekster,

tegen

Raad van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door A . Sacchettini, directeur bij zijn juridische dienst, bijgestaan door A . Lucidi, als gemachtigden, en door I . Lopes Cardoso als medegemachtigde, leden van zijn juridische dienst, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij J . Kaeser, directeur van de juridische dienst van de Europese Investeringsbank ( zaak 250/86 ),

verweerder,

ondersteund door

Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door L . Antunes en P . Oliver, leden van haar juridische dienst, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij G . Kremlis, lid van haar juridische dienst, Centre Wagner, Kirchberg,

interveniënte,

en tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door L . Antunes en P . Oliver, leden van haar juridische dienst, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij G . Kremlis, lid van haar juridische dienst, Centre Wagner, Kirchberg ( zaak 11/87 ),

verweerster,

betreffende een beroep krachtens artikel 173, tweede alinea, EEG-Verdrag tot nietigverklaring van

- artikel 3 van verordening nr . 2225/86 van de Raad van 15 juli 1986 tot vaststelling van de maatregelen voor de afzet van in de Franse overzeese departementen geproduceerde suiker en de egalisatie van de prijsvoorwaarden met die voor preferentiële ruwe suiker ( PB 1986, L 194, blz . 7 ), en

- artikel 2, lid 1, sub b, en artikel 6, sub b, van verordening nr . 3214/86 van de Commissie van 22 oktober 1986 tot vaststelling van de maatregelen voor de voorziening van de Portugese raffinaderijen, in het verkoopseizoen 1986/1987, met ruwe suiker van in de Gemeenschap geoogste suikerbieten ( PB 1986, L 299, blz . 24 ).

HET HOF VAN JUSTITIE ( Zesde kamer ),

samengesteld als volgt : T . Koopmans, kamerpresident, G . F . Mancini, C . N . Kakouris, F . A . Schockweiler en M . Diez de Velasco, rechters,

( rechtsoverwegingen niet opgenomen )

rechtdoende :