Home

Arrest van het Hof van 14 juni 1990.

Arrest van het Hof van 14 juni 1990.

1 ) Door geen mededeling te doen van de programma' s en verslagen bedoeld in de artikelen 3, lid 2, en 12 van richtlijn 75/442/EEG van de Raad van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen, artikel 10 van richtlijn 76/403/EEG van de Raad van 6 april 1976 betreffende de verwijdering van polychloorbifenylen en polychloorterfenylen, en de artikelen 12, lid 2, en 16 van richtlijn 78/319/EEG van de Raad van 20 maart 1978 betreffende toxische en gevaarlijke afvalstoffen, is de Italiaanse Republiek de krachtens die richtlijnen op haar rustende verplichtingen niet nagekomen .

2 ) Het beroep wordt verworpen voor het overige .

3 ) De Italiaanse Republiek wordt verwezen in de kosten van de procedure .

Volgens vaste rechtspraak kan een Lid-Staat zich niet beroepen op nationale bepalingen, praktijken of situaties ter rechtvaardiging van de niet-nakoming van verplichtingen en termijnen die in gemeenschapsrichtlijnen besloten liggen .

++++

Lid-Staten - Verplichtingen - Uitvoering van richtlijnen - Niet-nakoming - Rechtvaardiging - Ontoelaatbaarheid

( EEG-Verdrag, artikel 169 )

in zaak C-48/89,

Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door S . Fabro, lid van haar juridische dienst, als gemachtigde, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij G . Kremlis, lid van haar juridische dienst, Centre Wagner, Kirchberg,

verzoekster,

tegen

Italiaanse Republiek, vertegenwoordigd door L . Ferrari Bravo, hoofd van de dienst diplomatieke geschillen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, als gemachtigde, bijgestaan door P . G . Ferri, avvocato dello stato, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg ter Italiaanse ambassade, 5, rue Marie-Adelaïde,

verweerster,

betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 169 EEG-Verdrag, strekkende tot vaststelling dat de Italiaanse Republiek de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens richtlijn 75/442/EEG van de Raad van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen ( PB 1975, L 194, blz . 39 ), richtlijn 76/403/EEG van de Raad van 6 april 1976 betreffende de verwijdering van polychloorbifenylen en polychloorterfenylen ( PB 1976, L 108, blz . 41 ), en richtlijn 78/319/EEG van de Raad van 20 maart 1978 betreffende toxische en gevaarlijke afvalstoffen ( PB 1978, L 84, blz . 43 ), alsmede krachtens artikel 5 EEG-Verdrag .

HET HOF VAN JUSTITIE,

samengesteld als volgt : O . Due, president, F . A . Schockweiler en M . Zuleeg, kamerpresidenten, G . F . Mancini, R . Joliet, T . F . O' Higgins, J . C . Moitinho de Almeida, G . C . Rodríguez Iglesias en F . Grévisse, rechters,

( rechtsoverwegingen niet opgenomen )

rechtdoende, verstaat :