Home

Arrest van het Hof van 19 februari 1991.

Arrest van het Hof van 19 februari 1991.

1 ) Door niet de maatregelen te treffen die noodzakelijk zijn om uitvoering te geven aan het arrest van het Hof van Justitie van 9 april 1987, is het Koninkrijk België de krachtens artikel 171 EEG-Verdrag op hem rustende verplichtingen niet nagekomen .

2 ) Het Koninkrijk België wordt verwezen in de kosten van de procedure .

1 . Volgens vaste rechtspraak kan een Lid-Staat zich niet beroepen op nationale bepalingen, praktijken of situaties ter rechtvaardiging van de niet-nakoming van krachtens het gemeenschapsrecht op hem rustende verplichtingen .

2 . Met de uitvoering van een arrest waarbij de niet-nakoming van een Lid-Staat is vastgesteld, moet onmiddellijk een begin worden gemaakt en zij moet zo snel mogelijk worden voltooid ( zie arrest van 13.7.1988, zaak 169/87, Commissie/Frankrijk, Jurispr . 1988, blz . 4093 ).

++++

1 . Lid-Staten - Verplichtingen - Niet-nakoming - Rechtvaardiging - Ontoelaatbaarheid

( EEG-Verdrag, art . 169 )

2 . Beroep wegens niet-nakoming - Arrest van het Hof, waarbij niet-nakoming wordt vastgesteld - Uitvoeringstermijn

( EEG-Verdrag, art . 171 )

in zaak C-375/89,

Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door haar juridisch hoofdadviseur A . Abate en M . Nolin, lid van haar juridische dienst, als gemachtigden, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij G . Berardis, lid van haar juridische dienst, Centre Wagner, Kirchberg,

verzoekster,

tegen

Koninkrijk België, vertegenwoordigd door R . Hoebaer, bestuursdirecteur bij het Ministerie van Buitenlandse zaken, Buitenlandse handel en Ontwikkelingssamenwerking, als gemachtigde, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg ter Belgische ambassade, 4, rue des Girondins,

verweerster,

betreffende een verzoek aan het Hof om vast te stellen dat het Koninkrijk België, door niet de nodige maatregelen te treffen ter uitvoering van het arrest van het Hof van 9 april 1987 ( zaak 5/86, Commissie/België, Jurispr . 1987, blz . 1773 ), de krachtens artikel 171 EEG-Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen .

HET HOF VAN JUSTITIE,

samengesteld als volgt : O . Due, president, G . F . Mancini, T . F . O' Higgins en G . C . Rodríguez Iglesias, kamerpresidenten, Sir Gordon Slynn, R . Joliet en F . A . Schockweiler, rechters,

( rechtsoverwegingen niet opgenomen )

rechtdoende, verstaat :