Home

Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 18 juni 1991.

Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 18 juni 1991.

1) Artikel 29, lid 5, van richtlijn 71/305/EEG van de Raad betreffende de cooerdinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken, verbiedt de Lid-Staten bepalingen in te voeren volgens welke bepaalde, volgens een mathematisch criterium aangewezen inschrijvingen ambtshalve worden uitgesloten van overheidsopdrachten van openbare werken, in plaats van de aanbestedende dienst te verplichten de door de richtlijn voorziene contradictoire verificatieprocedure toe te passen.

2) Bij de omzetting van richtlijn 71/305/EEG van de Raad in nationaal recht mogen de Lid-Staten niet substantieel afwijken van het bepaalde in artikel 29, lid 5, van die richtlijn.

3) Artikel 29, lid 5, van richtlijn 71/305/EEG van de Raad staat de Lid-Staten toe, verificatie van de inschrijvingen voor te schrijven zodra deze abnormaal laag lijken te zijn, en niet slechts wanneer zij duidelijk abnormaal laag zijn.

Artikel 29, lid 5, van richtlijn 71/305, waarvan de Lid-Staten bij omzetting in nationaal recht niet substantieel mogen afwijken, verbiedt hen, bepalingen in te voeren volgens welke bepaalde, volgens een mathematisch criterium aangewezen inschrijvingen ambtshalve worden uitgesloten van aanbestedingen van openbare werken, in plaats van de aanbestedende dienst te verplichten de door de richtlijn voorziene contradictoire verificatieprocedure toe te passen.

De Lid-Staten kunnen verificatie van de inschrijvingen voorschrijven zodra deze abnormaal laag lijken te zijn, en niet slechts wanneer zij duidelijk abnormaal laag zijn.

(De in deze zaak gestelde vragen, die inhoudelijk identiek zijn met die waarop het arrest van 22 juni 1989 - zaak 103/88, Fratelli Costanzo, Jurispr. 1989, blz. 1839 - betrekking had, worden door het Hof in dezelfde termen als in dat arrest beantwoord.)

++++

Harmonisatie van wetgevingen - Procedures voor plaatsen van overheidsopdrachten voor uitvoering van werken - Richtlijn 71/305 - Gunning van opdrachten - Abnormaal lage inschrijvingen - Automatische uitsluiting - Ontoelaatbaarheid - Verplichting verificatieprocedure in te stellen - Inschrijvingen onderworpen aan verificatie

(Richtlijn 71/305 van de Raad, art. 29, lid 5)

in zaak C-295/89,

betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Tribunale amministrativo regionale del Friuli-Venezia Giulia (Italië), in het aldaar aanhangig geding tussen

Impresa Donà Alfonso di Donà Alfonso & Figli SnC

en

Consorzio per la sviluppo industriale del comune di Monfalcone,

Regione Friuli-Venezia Giulia,

Impresa Luigi Tacchino SpA,

Impresa Carlutti Costruttori Srl,

om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van artikel 29, lid 5, van richtlijn 71/305/EEG van de Raad van 26 juli 1971 betreffende de cooerdinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken (PB 1971, L 185, blz. 5).

HET HOF VAN JUSTITIE (Eerste kamer),

samengesteld als volgt: G. C. Rodríguez Iglesias, kamerpresident, Sir Gordon Slynn en R. Joliet, rechters,

(rechtsoverwegingen niet opgenomen)

uitspraak doende op de vragen bij beschikking van 7 april 1989 gesteld door het Tribunale amministrativo regionale del Friuli-Venezia Giulia, verklaart voor recht: