Beschikking van de president van het Hof van 14 februari 1990.
Beschikking van de president van het Hof van 14 februari 1990.
1 ) Het verzoek in kort geding wordt afgewezen .
2 ) De beslissing omtrent de kosten, die van de interventie daaronder begrepen, wordt aangehouden .
1 . Wanneer in het kader van een kort-gedingprocedure wordt verzocht om opschorting van de tenuitvoerlegging van een verordening tot instelling van een anti-dumpingrecht, is het volgens vaste rechtspraak ( zie beschikking van de president van het Hof van 9.4.1987, zaak 77/87 R, Technointorg, Jurispr . 1987, blz . 1793 ) ten bewijze van de spoedeisendheid van het verzoek niet voldoende, zich te beroepen op een gevolg dat inherent is aan de instelling van een anti-dumpingrecht, te weten een prijsstijging van het door dat recht getroffen produkt . Het doel van een anti-dumpingrecht is nu juist, de vastgestelde dumpingmarge op te heffen door een verhoging van de prijs van het betrokken produkt . Voor een onderneming die dat produkt verwerkt, komt die stijging neer op een stijging van haar produktiekosten en, eventueel, op een stijging van de prijs van het verwerkte produkt en een dienovereenkomstige verkleining van haar marktaandeel voor dit produkt .
Die rechtspraak sluit evenwel niet uit, dat de verzoeker een zodanige schade lijdt, dat de opschorting gerechtvaardigd is . Dit onderstelt echter, dat die schade enkel hem treft en het gevolg is van de instelling van het anti-dumpingrecht .
Een onderneming die zich in dat verband erop beroept, dat haar voortbestaan gevaar kan lopen nu zij na de instelling van het anti-dumpingrecht nagenoeg al haar afzet op de gemeenschappelijke markt - ongeveer een derde van haar produktie - heeft verloren, vermag niet aan te tonen dat het daarbij gaat om een onmiddellijk dreigend gevaar, wanneer zij tevens erkent dat haar werkzaamheid nog steeds winstgevend is en dat de vraag naar haar produkten op de wereldmarkt stijgt .
2 . Een instructiemaatregel zoals de benoeming van een deskundige valt, voor zover zij de procedure in de hoofdzaak en niet de kort-gedingprocedure betreft, ingevolge artikel 45 van het Reglement voor de procesvoering onder de bevoegdheid van het Hof en niet onder die van de president rechtsprekend in kort geding .
++++
1 . Kort geding - Opschorting van tenuitvoerlegging - Opschorting van tenuitvoerlegging van verordening waarin definitief anti-dumpingrecht wordt ingesteld - Voorwaarden - Specifieke schade
( EEG-Verdrag, artikel 185; Reglement voor de procesvoering, artikel 83, paragraaf 2 )
2 . Procedure - Verzoek om instructiemaatregelen - Kort-gedingprocedure daarvoor niet geschikt
( Reglement voor de procesvoering, artikelen 45 en 83, paragraaf 2 )
in zaak C-358/89 R,
Extramet Industrie SA, vennootschap naar Frans recht, gevestigd te Annemasse ( Frankrijk ), vertegenwoordigd door C . Momège, advocaat te Parijs, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij A . May, advocaat aldaar, 31, Grand-rue,
verzoekster,
tegen
Raad van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door zijn juridisch adviseurs Y . Crétien en E . Stein als gemachtigden, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij J . Kaeser, directeur van de juridische dienst van de Europese Investeringsbank, 100, boulevard Konrad-Adenauer,
verweerder,
ondersteund door
Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door E . White, lid van haar juridische dienst, als gemachtigde, bijgestaan door R . Wagner, gedetacheerd nationaal ambtenaar, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij G . Kremlis, lid van haar juridische dienst, Centre Wagner, Kirchberg,
interveniënte,
betreffende, primair, een verzoek om opschorting van de tenuitvoerlegging van verordening ( EEG ) nr . 2808/89 van de Raad van 18 september 1989 tot instelling van een definitief anti-dumpingrecht op de invoer van calciummetaal van oorsprong uit de Volksrepubliek China en de Sowjetunie en definitieve inning van het voorlopige anti-dumpingrecht dat op die invoer werd ingesteld .
De president van het Hof van Justitie
van de Europese Gemeenschappen
( rechtsoverwegingen niet opgenomen )
beschikt :