Home

Arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Derde kamer) van 6 december 1990. - Alessandro Petrilli tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen. - Ambtenaar - Exceptie van niet-ontvankelijkheid - Tardieve klacht - Verval van recht - Nieuwe termijn - Voorwaarden - Nieuw feit - Ambtenarenstatuut, art. 90 en 91. - Zaak T-6/90.-

Arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Derde kamer) van 6 december 1990. - Alessandro Petrilli tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen. - Ambtenaar - Exceptie van niet-ontvankelijkheid - Tardieve klacht - Verval van recht - Nieuwe termijn - Voorwaarden - Nieuw feit - Ambtenarenstatuut, art. 90 en 91. - Zaak T-6/90.-

rechtdoende :

1 ) Verklaart het beroep niet-ontvankelijk .

2 ) Verstaat dat elk der partijen de eigen kosten zal dragen .

1 . De in artikelen 90 en 91 Ambtenarenstatuut bepaalde klacht - en beroepstermijnen dienen om de zekerheid van de rechtssituaties te waarborgen . Zij zijn derhalve van openbare orde en de partijen of de rechter kunnen er niet naar believen over beschikken .

De omstandigheid dat een instelling om redenen van personeelsbeleid een antwoord ten gronde geeft op een te laat ingediende administratieve klacht, betekent niet dat aan het in de artikelen 90 en 91 van het Statuut neergelegde stelsel van dwingende termijnen wordt gederogeerd ( zie arrest van 12 juli 1984, zaak 227/83, Moussis, Jurispr . 1984, blz . 3133 ), noch dat de administratie de mogelijkheid heeft verloren om in de contentieuze procedure een exceptie van niet-ontvankelijkheid wegens te late indiening van de klacht op te werpen .

2 . Een ambtenaar kan niet door middel van een verzoek een eerder besluit waartegen hij niet binnen de in de artikelen 90 en 91 van het Statuut bepaalde termijn met een klacht en een beroep is opgekomen, weer aan de orde stellen .

Uitsluitend een nieuw feit van wezenlijk belang, dat voor de betrokkene bezwarend kan zijn, kan leiden tot het ingaan van een nieuwe termijn en grond opleveren om een dergelijk verzoek in overweging te nemen ( zie arresten van 12 juli 1973, zaak 28/72, Tontodonati, Jurispr . 1973, blz . 779; 18 juni 1981, zaak 173/80, Blasig, Jurispr . 1981, blz . 1649; 1 december 1983, zaak 190/82, Blomefield, Jurispr . 1983, blz . 3981; 30 mei 1984, zaak 326/82, Aschermann, Jurispr . 1984, blz . 2253, en 26 september 1985, zaak 231/84, Valentini, Jurispr . 1985, blz . 3027 ).

++++

1 . Ambtenaren - Beroep - Voorafgaande administratieve klacht - Termijnen - Van openbare orde

( Ambtenarenstatuut, artikelen 90 en 91 )

2 . Ambtenaren - Beroep - Voorafgaande administratieve klacht - Termijnen - Verval van recht - Heropening - Voorwaarden - Nieuw feit

( Ambtenarenstatuut, artikelen 90 en 91 )

in zaak T-6/90,

A . Petrilli, ambtenaar van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, wonende te Brussel, vertegenwoordigd door J . L . Lodomez, advocaat te Brussel, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij E . Arendt, advocaat aldaar, 4, avenue Marie-Thérèse,

verzoeker,

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door S . van Raepenbusch, lid van haar juridische dienst, als gemachtigde, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij G . Berardis, lid van haar juridische dienst, Centre Wagner, Kirchberg,

verweerster,

betreffende een beroep tot nietigverklaring van het besluit van 17 november 1989 houdende afwijzing van verzoekers klacht over het uitblijven van een antwoord van de Commissie op zijn op 16 januari 1989 ingediend verzoek om herziening van zijn indeling .

HET GERECHT VAN EERSTE AANLEG ( Derde Kamer ),

samengesteld als volgt : C . Yeraris, kamerpresident, A . Saggio en B . Vesterdorf, rechters,

( rechtsoverwegingen niet opgenomen )