Home

Beschikking van de president van het Hof van 14 augustus 1990.

Beschikking van de president van het Hof van 14 augustus 1990.

1 Bij verzoekschrift, neergelegd ter griffie van het Hof op 18 april 1990, heeft Emerald Meats Limited krachtens artikel 173, tweede alinea, en de artikelen 178 en 215 EEG-Verdrag beroep ingesteld tot :

- nietigverklaring van :

- het besluit van de Commissie, genomen krachtens artikel 6, lid 1, van verordening ( EEG ) nr . 4024/89 van de Commissie van 21 december 1989 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van de bij verordening ( EEG ) nr . 3889/89 van de Raad ingestelde invoerregeling voor bevroren rundvlees van GN-code 0202 en de produkten van GN-code 0206 29 91 ( PB 1989, L 382, blz . 53 ), waarbij is bepaald in hoeverre aan aanvragen om afgifte van invoercertificaten voor het communautaire tariefcontingent voor bevroren rundvlees voor 1990 ( hierna : het tariefcontingent ) kan worden voldaan, en/of

- het op bovengenoemd besluit gebaseerde gedeelte van verordening ( EEG ) nr . 337/90 van de Commissie van 8 februari 1990 tot vaststelling van de mate waarin gevolg kan worden gegeven aan de op grond van verordening ( EEG ) nr . 4024/89 ingediende aanvragen om afgifte van invoercertificaten in de rundvleessector ( PB 1990, L 37, blz . 11 ),

- en veroordeling van de Commissie van de Europese Gemeenschappen tot schadeloosstelling van verzoekster voor de verliezen die zij heeft geleden of zal lijden ten gevolge van de nalatigheid van de Commissie om het tariefcontingent behoorlijk te besturen en te beheren .

2 Bij afzonderlijke akte, neergelegd ter griffie van het Hof op 13 juli 1990, heeft Emerald Meats krachtens artikel 186 EEG-Verdrag een verzoek in kort geding ingediend, waarin zij het Hof verzoekt, de opschorting te gelasten van de tenuitvoerlegging van de besluiten waartegen zij beroep tot nietigverklaring heeft ingesteld en de Commissie te gelasten, alle nodige maatregelen te nemen om het mogelijk te maken dat verzoekster in aanmerking komt voor het gedeelte van het tariefcontingent waarop zij recht meent te hebben .

3 Artikel 1 van verordening ( EEG ) nr . 3889/89 van de Raad van 11 december 1989 betreffende de opening en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor bevroren rundvlees van GN-code 0202 en voor de produkten van GN-code 0206 29 91 ( 1990 ) ( PB 1989, L 378, blz . 16 ) opent voor het jaar 1990 een communautair tariefcontingent voor een totale hoeveelheid van 53 000 ton .

4 Ingevolge artikel 2 van verordening nr . 3889/89 wordt deze hoeveelheid in twee delen gesplitst, waarvan het eerste deel gelijk is aan 90 % en wordt verdeeld over de importeurs die kunnen aantonen, in de laatste drie jaar bevroren rundvlees van de betrokken tariefposten te hebben ingevoerd; het tweede deel, gelijk aan 10 %, wordt verdeeld onder de handelaren die kunnen aantonen dat zij in het kader van de handel met derde landen in rundvlees dat niet onder deze invoerregeling of onder de regelingen actieve of passieve veredeling valt, een activiteit uitoefenen die gedurende een nog te bepalen periode betrekking heeft op een nog nader vast te stellen minimumhoeveelheid .

5 Artikel 3, lid 1, van deze verordening bepaalt, dat de hoeveelheden waarvoor op 31 augustus 1990 geen invoercertificaten zijn aangevraagd, in het vierde kwartaal van dat jaar opnieuw worden toegewezen, in voorkomend geval zonder dat daarbij rekening wordt gehouden met de in artikel 2 bedoelde verdeling .

6 Verordening nr . 4024/89 bevat in artikel 1, leden 1 en 2, de criteria voor toewijzing van de beide delen van het tariefcontingent . Volgens artikel 1, lid 3, van deze verordening wordt het bewijs dat er tijdens de laatste drie jaren bevroren rundvlees van de betrokken tariefposten is ingevoerd, geleverd aan de hand van het douanedocument waarmee de goederen in het vrije verkeer worden gebracht . Volgens deze bepaling kunnen de Lid-Staten voorschrijven, dat dit bewijs moet worden geleverd door degene die in vak 4 van het invoercertificaat is vermeld .

7 Artikel 4, lid 1, van verordening nr . 4024/89 bepaalt, dat de importeurs de aanvraag tot invoer, vergezeld van het in artikel 1, lid 3, bedoelde bewijs, uiterlijk op 19 januari 1990 bij de bevoegde instanties moeten indienen en dat de Lid-Staten de lijst van de importeurs uiterlijk op 31 januari 1990 aan de Commissie moeten doen toekomen .

8 Artikel 6, lid 1, verleent de Commissie de bevoegheid te beslissen, in hoeverre aan de aanvraag kan worden voldaan .

9 Emerald Meats is een in Ierland gevestigde onderneming, die vleesprodukten in de Gemeenschap invoert . In januari 1990 diende zij overeenkomstig artikel 1, lid 1, van verordening nr . 4024/89 een aanvraag tot invoer in het kader van het communautaire tariefcontingent in; tot ondersteuning van deze aanvraag legde zij een aantal documenten over om het in artikel 1, lid 3, bedoelde bewijs te leveren .

10 Van oordeel dat Emerald Meats met betrekking tot twee derde van de hoeveelheden die zij tussen 1987 en 1989 had ingevoerd, was opgetreden als tussenhandelaar voor vleesproducenten aan wie reeds eerder een aandeel in het tariefcontingent was toegekend in het kader van het Ierse nationale sub-contingent en die zelf aanvragen voor 1990 hadden ingediend, zond het Ierse Ministerie van Landbouw de Commissie overeenkomstig artikel 4 van verordening nr . 4024/89 een lijst van importeurs, waarop Emerald Meats vermeld stond met een ingevoerde hoeveelheid die overeenkwam met slechts een derde van de door de onderneming opgegeven hoeveelheid .

11 Met het argument dat het Ierse Ministerie van Landbouw de door haar ingevoerde hoeveelheden onjuist had beoordeeld, wendde Emerald Meats zich eind januari 1990 tot de Commissie, die de Ierse autoriteiten terstond om nadere gegevens verzocht .

12 Op 8 februari 1990 stelde de Commissie de reeds genoemde verordening nr . 337/90 vast . Artikel 1, lid 1, sub a, van deze verordening bepaalt, dat elke overeenkomstig verordening nr . 4024/89 ingediende aanvraag om een invoercertificaat voor de in artikel 1, lid 1, van verordening nr . 4024/89 bedoelde importeurs wordt ingewilligd voor een hoeveelheid van 321 581 kg per in 1987, 1988 en 1989 ingevoerde ton . Overeenkomstig artikel 1, lid 2, van verordening nr . 337/89 geven de Lid-Staten de invoercertificaten af met ingang van 9 februari 1990 .

13 Bij verordening nr . 143/90 van de Commissie van 19 januari 1990 tot wijziging van verordening ( EEG ) nr . 4024/89 ( PB 1990, L 16, blz . 29 ) werd de datum voor indiening van de invoercertificaten uitgesteld tot 24 januari 1990 .

14 Emerald Meats was niet tevreden met het resultaat van de besprekingen tussen haar en de Commissie en tussen laatstgenoemde en het Ierse Ministerie van Landbouw . Daarop stelde zij op 18 april 1990 beroep tot nietigverklaring en tot schadevergoeding in en diende zij op 13 juli 1990 het onderhavige verzoek in kort geding in .

15 Alvorens de zaak bij het Hof aanhangig te maken, had Emerald Meats bij de Ierse rechter reeds beroep ingesteld tegen het besluit van het Ierse Ministerie van Landbouw om haar niet voor alle aangegeven hoeveelheden als importeur te beschouwen .

16 Volgens artikel 185 EEG-Verdrag heeft een bij het Hof ingesteld beroep geen schorsende werking . Ingevolge artikel 186 EEG-Verdrag kan het Hof van Justitie evenwel in zaken welke bij dit college aanhangig zijn gemaakt, de noodzakelijke voorlopige maatregelen gelasten .

17 Volgens artikel 83, paragraaf 2, van het Reglement voor de procesvoering is een beschikking houdende voorlopige maatregelen slechts mogelijk indien het verzoek in kort geding de omstandigheden vermeldt waaruit het spoedeisende karakter van het verzoek blijkt, alsmede de middelen, zowel feitelijk als rechtens, op grond waarvan die maatregelen aanvankelijk gerechtvaardigd voorkomen .

18 Aangaande de middelen feitelijk en rechtens op grond waarvan de voorlopige maatregelen aanvankelijk gerechtvaardigd voorkomen, stelt verzoekster, dat verordening nr . 337/90 in werkelijkheid een beschikking vormt die, hoewel genomen in de vorm van een verordening, haar rechtstreeks en individueel raakt, en dat een beroep tegen deze beschikking dus ontvankelijk is . Verordening nr . 4024/89 zou een stelsel van gemeenschappelijk beheer van het tariefcontingent bevatten waarbij de Commissie bevoegd is om te beslissen over de toewijzing van de delen ervan . Verzoekster zou hebben voldaan aan de in de communautaire wetgeving gestelde bewijsvoorwaarden, die in de gehele Gemeenschap uniform van toepassing zijn, en het zou aan de Commissie hebben gestaan om de haar door Ierland verstrekte gegevens te controleren en de onder haar aandacht gebrachte vergissingen zo nodig te corrigeren .

19 De Commissie wijst erop, dat het ingevolge artikel 4 juncto artikel 6 van verordening nr . 4024/89 aan de Lid-Staten staat om de Commissie een lijst van importeurs te verschaffen, waarna de Commissie moet beslissen in hoeverre aan de ingediende aanvragen kan worden voldaan . Dit laatste is gebeurd bij verordening nr . 337/90 . De Commissie zou geen verdere controleplicht hebben . Evenmin zou zij de vaststelling van verordening nr . 337/90 hebben kunnen uitstellen in afwachting van het resultaat van eventuele controles .

20 Aangaande de gevraagde voorlopige maatregelen verklaart de Commissie, dat zij aan het gemeenschapsrecht geen enkele bevoegdheid ontleent om Emerald Meats de gevraagde certificaten toe te wijzen, noch om Ierland te gelasten deze af te geven .

21 Volgens de Commissie zou eventuele opschorting van de tenuitvoerlegging van het krachtens artikel 6, lid 1, van verordening nr . 4024/89 genomen besluit of van een gedeelte van verordening nr . 337/90, haar niet de bevoegdheid verlenen om de door verzoekster gevraagde maatregelen te treffen .

22 Zonder dat in het stadium van het onderhavige kort geding een uitspraak behoeft te worden gedaan over de ontvankelijkheid van het beroep tot nietigverklaring van een handeling die op het eerste gezicht een algemene strekking heeft, moet worden vastgesteld dat Emerald Meats er niet in is geslaagd aan te tonen, zij het maar op het eerste gezicht, hoe nietigverklaring van die handeling haar zou kunnen baten .

23 De grieven van verzoekster hebben in werkelijkheid immers geen betrekking op de vaststelling van de hoeveelheden rundvlees die elke individuele handelaar in het kader van het totale communautaire contingent mag invoeren op basis van de importen in 1987, 1988 en 1989, maar op het feit dat de bevoegde Ierse autoriteiten, beweerdelijk ten onrechte, hebben verzuimd rekening te houden met bepaalde importen van Emerald Meats gedurende de referentiejaren .

24 Met betrekking tot het verzoek om opschorting van de tenuitvoerlegging van verordening nr . 337/90 moet erop worden gewezen, dat Emerald Meats niet heeft kunnen aantonen hoe een beschikking van het Hof waarin de opschorting wordt gelast van de regeling inzake de verdeling van het communautaire quotum over de individuele handelaren, zou kunnen leiden tot de afgifte van invoercertificaten voor de hoeveelheden waarop verzoekster recht meent te hebben .

25 Met betrekking tot het gevraagde bevel aan de Commissie, de nodige maatregelen te nemen om het mogelijk te maken dat Emerald Meats de invoercertificaten krijgt toegewezen waarop zij in het kader van de twee gedeelten van het communautaire tariefcontingent recht meent te hebben gelet op haar importen in de jaren 1987, 1988 en 1989, moet worden opgemerkt dat een dergelijk bevel slechts denkbaar zou zijn, indien de Commissie de bevoegdheid had de Lid-Staten instructies te geven ter zake van de toewijzing van certificaten aan bepaalde handelaren .

26 Emerald Meats heeft echter geen elementen aangevoerd op grond waarvan op het eerste gezicht kan worden geconcludeerd, dat de Commissie in geval van nietigverklaring van de bestreden bepalingen bevoegd zou zijn om zelf het tariefcontingent over de individuele handelaren te verdelen .

27 Onder die omstandigheden moet worden vastgesteld, dat Emerald Meats niet de middelen feitelijk en rechtens heeft aangevoerd op grond waarvan de gevraagde voorlopige maatregelen aanvankelijk gerechtvaardigd voorkomen .

28 De Commissie heeft te kennen gegeven, belang te hebben bij een rechtvaardige oplossing en bij een juiste toepassing van de verordening, met de verklaring dat zij volgend jaar niet met dezelfde moeilijkheden wenst te worden geconfronteerd . Zij stelt derhalve voor om krachtens de artikelen 22 van 's Hofs Statuut-EEG en 45 van het Reglement voor de procesvoering een deskundige te benoemen die de rechten van Emerald Meats moet vaststellen .

29 In dit stadium van de procedure en gelet op het standpunt van de Commissie, die ontkent enige bevoegdheid te bezitten om maatregelen te nemen die Emerald Meats genoegdoening zouden kunnen geven, kunnen de bevindingen waartoe een deskundige zou kunnen komen, niet worden geacht van doorslaggevende betekenis te zijn voor de beslechting van het geschil in de hoofdzaak .

30 Bijgevolg zijn er geen termen aanwezig om een deskundigenonderzoek op de door de Commissie aangegeven punten te gelasten .

De president van het Hof van Justitie

van de Europese Gemeenschappen,

rechtdoende bij voorraad,

beschikt :

1 ) Het verzoek in kort geding wordt afgewezen .

2 ) De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden .

Luxemburg, 14 augustus 1990 .

++++

Kort geding - Opschorting van tenuitvoerlegging - Voorlopige maatregelen - Voorwaarden - "Fumi boni juris" - Geschiktheid van gevraagde maatregelen

( EEG-Verdrag, artikelen 185 en 186; Reglement voor de procesvoering, artikel 83, paragraaf 2 )

In zaak C-106/90 R,

Emerald Meats Limited, vennootschap naar Iers recht, gevestigd te Dublin, vertegenwoordigd door J . Ratliff, barrister van de Middle Temple, van het kantoor Stanbrook and Hooper, te Brussel, bijgestaan door J . Lavery, solicitor te Dublin, van het kantoor Lavery, Kirby & Co ., te Dublin, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij Stanbrook and Hooper, 3, rue Thomas Edison,

verzoekster,

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door P . Oliver, lid van haar juridische dienst, als gemachtigde, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij G . Kremlis, lid van haar juridische dienst, Centre Wagner, Kirchberg,

verweerster,

betreffende :

- een verzoek om opschorting van de tenuitvoerlegging van :

- het besluit van de Commissie, genomen krachtens artikel 6, lid 1, van verordening ( EEG ) nr . 4024/89 van de Commissie van 21 december 1989 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van de bij verordening ( EEG ) nr . 3889/89 van de Raad ingestelde invoerregeling voor bevroren rundvlees van GN-code 0202 en de produkten van GN-code 0206 29 91 ( PB 1989, L 382, blz . 53 ), waarbij is bepaald in hoeverre aan aanvragen om afgifte van invoercertificaten voor het communautaire tariefcontingent voor bevroren rundvlees voor 1990 kan worden voldaan,

- het op bovengenoemd besluit gebaseerde gedeelte van verordening ( EEG ) nr . 337/90 van de Commissie van 8 februari 1990 tot vaststelling van de mate waarin gevolg kan worden gegeven aan de op grond van verordening ( EEG ) nr . 4024/89 ingediende aanvragen om afgifte van invoercertificaten in de rundvleessector ( PB 1990, L 37, blz . 11 ),

- een verzoek om voorlopige maatregelen, waarbij de Commissie wordt gelast alle nodige maatregelen te nemen om het mogelijk te maken dat aan verzoekster overeenkomstig artikel 1, leden 1 en 2, van voornoemde verordening nr . 4024/89 het gedeelte van het betrokken tariefcontingent waarop zij recht meent te hebben, wordt toegewezen,

geeft

de president van de Tweede Kamer,

waarnemend voor de president van het Hof krachtens de artikelen 85, tweede alinea, en 11 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof,

gehoord de advocaat-generaal, J . Mischo,

de navolgende

Beschikking