Hof van Justitie EU 24-10-1991 ECLI:EU:C:1991:409
Hof van Justitie EU 24-10-1991 ECLI:EU:C:1991:409
Gegevens
- Instantie
- Hof van Justitie EU
- Datum uitspraak
- 24 oktober 1991
Conclusie van advocaat-generaal
C. O. Lenz
van 24 oktober 1991(*)
Mijnheer de President,
mijne beren Rechters,
Het door de Franse rechterlijke instanties en de Commissie in deze zaak ingenomen standpunt ten aanzien van de door de Cour d'appel de Chambéry gestelde vraag omtrent de uitlegging van artikel 48 EEG-Verdrag en artikel 7 van verordening (EEG) nr. 1612/68(*) lijkt mij volkomen overtuigend.
Het lijkt me niet nodig een en ander hier uitvoerig te herhalen, en ik mag voor hun betoog met betrekking tot
-
de hoedanigheid van werknemer van een stagiair (in het hoofdgeding gaat het om de vraag hoe deze stagiair sociaal-zekerheidsrechtelijk moet worden behandeld);
-
het ingevolge artikel 48 EEG-Verdrag en verordening nr. 1612/68 geldende verbod onderdanen van andere Lid-Staten ongunstiger te behandelen (waaronder ook verkapte discriminatie valt) ;
-
het feit, dat op het gebied van het vrije verkeer van werknemers verdragen tussen de Lid-Staten geen rol spelen;
alsmede met betrekking tot de subsidiair aangevoerde argumenten aangaande de toepasselijkheid van artikel 7 EEG-Verdrag op het gebied van de beroepsopleiding, verwijzen naar het rapport ter terechtzitting en de zojuist gemaakte mondelinge opmerkingen.
Conclusie
Gelet op deze betogen en aangezien verzoekster in het hoofdgeding geen overtuigende tegenargumenten heeft kunnen aandragen voor de oplossing van de onderhavige problematiek, kan de vraag van de Cour d'appel de Chambéry slechts worden beantwoord als volgt:
Artikel 48 EEG-Verdrag en artikel 7 van verordening nr. 1612/68 moeten aldus worden uitgelegd, dat zij zich verzetten tegen een nationale regeling ten gevolge waarvan in de Lid-Staat waar zij geldt, werkgevers die stagiairs met een opleiding in een andere Lid-Staat als werknemers in de zin van het gemeenschapsrecht in dienst nemen, hogere sociale-zekerheidsbijdragen moeten betalen dan in het geval van stagiairs wier beroepsopleiding plaatsvindt in het kader van een specifieke regeling van de betrokken Lid-Staat.