Home

ARREST VAN HET HOF VAN 7 JULI 1993. - KONINKRIJK SPANJE TEGEN COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. - BEROEP TOT NIETIGVERKLARING - ETIKETTERING EN AANBIEDINGSVORM VAN LIKEUREN - VOORWAARDEN VOOR GEBRUIK VAN SAMENGESTELDE TERMEN WAARIN HET WOORD'BRANDY'VOORKOMT. - ZAAK C-217/91.

ARREST VAN HET HOF VAN 7 JULI 1993. - KONINKRIJK SPANJE TEGEN COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. - BEROEP TOT NIETIGVERKLARING - ETIKETTERING EN AANBIEDINGSVORM VAN LIKEUREN - VOORWAARDEN VOOR GEBRUIK VAN SAMENGESTELDE TERMEN WAARIN HET WOORD'BRANDY'VOORKOMT. - ZAAK C-217/91.

ARREST VAN HET HOF VAN 7 JULI 1993. - KONINKRIJK SPANJE TEGEN COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. - BEROEP TOT NIETIGVERKLARING - ETIKETTERING EN AANBIEDINGSVORM VAN LIKEUREN - VOORWAARDEN VOOR GEBRUIK VAN SAMENGESTELDE TERMEN WAARIN HET WOORD'BRANDY'VOORKOMT. - ZAAK C-217/91.

Jurisprudentie 1993 bladzijde I-03923


Samenvatting
Partijen
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum


++++

Harmonisatie van wetgevingen ° Definitie, aanduiding en aanbiedingsvorm van gedistilleerde dranken ° Verordening nr. 1576/89 ° Verbod van gebruik van term "brandy" ter aanduiding van niet met definitie van verordening overeenkomende dranken ° Bevoegdheid van Commissie om van dat verbod af te wijken ° Draagwijdte

(Verordening nr. 1576/89 van de Raad, art. 1, lid 4, sub e, 5, lid 1, en 6; verordening nr. 1014/90 van de Commissie, zoals gewijzigd bij verordening nr. 1781/91, art. 7 ter; richtlijn 79/112 van de Raad)


Artikel 5, lid 1, van verordening nr. 1576/89 van de Raad verbiedt het gebruik van de term "brandy" ter aanduiding van andere gedistilleerde dranken dan die omschreven in artikel 1, lid 4, sub e, van die verordening, doch onder voorbehoud van krachtens artikel 6 van die verordening door de Commissie vastgestelde bepalingen. Deze afwijkingsbevoegdheid van de Commissie wordt slechts beperkt door lid 3 van genoemd artikel 6, dat verlangt dat de aldus vastgestelde bepalingen ertoe moeten dienen verwarring te voorkomen, in het bijzonder rekening houdend met op het moment van inwerkingtreding van de verordening bestaande gedistilleerde dranken. Door bij artikel 7 ter van verordening nr. 1014/90, zoals gewijzigd bij verordening nr. 1781/91, het gebruik van de generieke benaming "brandy" toe te staan in sommige samengestelde benamingen van "likeuren", zelfs wanneer de in die likeuren verwerkte alcohol niet van "brandy" afkomstig is, heeft de Commissie, met name gelet op de aan die machtiging verbonden voorwaarden, haar bevoegdheid niet overschreden, noch ook regels vastgesteld die in strijd zijn met richtlijn 79/112 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake etikettering en presentatie van levensmiddelen, of gehandeld in strijd met het beginsel van gelijke behandeling ten nadele van de "brandy"-producenten, wier situatie niet vergelijkbaar is met die van de "likeur"-producenten.


In zaak C-217/91,

Koninkrijk Spanje, vertegenwoordigd door A. J. Navarro González, directeur-generaal Cooerdinatie juridische en institutionele aangelegenheden van de Gemeenschappen, en R. Silva de Lapuerta, abogado del Estado, hoofd juridische dienst van de Spaanse regering voor het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, als gemachtigden, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg ter Spaanse ambassade, Boulevard Emmanuel Servais 4-6,

verzoeker,

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door haar juridisch adviseur J. L. Iglesias Buhigues en U. Woelker, lid van haar juridische dienst, als gemachtigden, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij N. Annecchino, lid van haar juridische dienst, Centre Wagner, Kirchberg,

verweerster,

ondersteund door

Koninkrijk Denemarken, vertegenwoordigd door T. Lehmann, hoofd van de juridische dienst van het Ministerie van Buitenlandse zaken, als gemachtigde, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg ter Deense ambassade, Boulevard Joseph II 11B,

interveniënt,

betreffende een beroep tot nietigverklaring van artikel 7 ter, lid 3, tweede alinea, van verordening (EEG) nr. 1014/90 van de Commissie van 24 april 1990 houdende uitvoeringsbepalingen voor de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gedistilleerde dranken (PB 1990, L 105, blz. 9), zoals gewijzigd bij verordening (EEG) nr. 1781/91 van de Commissie van 19 juni 1991 (PB 1991, L 160, blz. 5),

wijst

HET HOF VAN JUSTITIE,

samengesteld als volgt: O. Due, president, G. C. Rodríguez Iglesias, M. Zuleeg en J. L. Murray, kamerpresidenten, G. F. Mancini, F. A. Schockweiler, J. C. Moitinho de Almeida, F. Grévisse en P. J. G. Kapteyn, rechters,

advocaat-generaal: C. Gulmann

griffier: H. von Holstein, adjunct-griffier

gezien het rapport ter terechtzitting,

gehoord de pleidooien van partijen ter terechtzitting van 13 oktober 1992,

gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 10 november 1992,

het navolgende

Arrest


1 Bij verzoekschrift, neergelegd ter griffie van het Hof op 19 augustus 1991, heeft het Koninkrijk Spanje krachtens artikel 173, eerste alinea, EEG-Verdrag verzocht om nietigverklaring van artikel 7 ter, lid 3, tweede alinea, van verordening (EEG) nr. 1014/90 van de Commissie van 24 april 1990 houdende uitvoeringsbepalingen voor de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gedistilleerde dranken (PB 1990, L 105, blz. 9), zoals gewijzigd bij verordening (EEG) nr. 1781/91 van de Commissie van 19 juni 1991 (PB 1991, L 160, blz. 5).

2 Verordening (EEG) nr. 1576/89 van de Raad van 29 mei 1989 tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gedistilleerde dranken (PB 1989, L 160, blz. 1; hierna: "basisverordening") geeft in artikel 1 een definitie van de verschillende categorieën gedistilleerde dranken in de zin van de verordening. Hiertoe behoren onder meer "brandy of weinbrand" (artikel 1, lid 4, sub e) en "likeur" (artikel 1, lid 4, sub r).

3 Artikel 5, lid 1, van dezelfde verordening bepaalt dat de in artikel 1, lid 4, genoemde benamingen uitsluitend voor de daarin gedefinieerde gedistilleerde dranken mogen worden gebruikt, onverminderd de bepalingen van artikel 6 van de verordening.

4 Op grond van dit laatste artikel kan de Commissie bijzondere bepalingen vaststellen voor het gebruik van samenstellingen met een van de in artikel 1 gedefinieerde generieke benamingen. Deze bepalingen beogen voornamelijk te voorkomen, dat bedoelde benamingen tot verwarring leiden met produkten die op het tijdstip van de inwerkingtreding van de basisverordening bestaan.

5 Volgens artikel 9, lid 1, van de basisverordening mag in de aanbiedingsvorm van bepaalde gedistilleerde dranken, onder meer "brandy", niet de voor deze dranken gereserveerde generieke benaming voorkomen, wanneer daaraan ethylalcohol uit landbouwprodukten is toegevoegd.

6 Op basis van genoemd artikel 6 van de basisverordening is verordening nr. 1014/90 van de Commissie (hierna: "toepassingsverordening") gewijzigd bij verordening nr. 1781/91 (hierna: "wijzigingsverordening").

7 Volgens de tweede considerans van de wijzigingsverordening mogen bepaalde samenstellingen met een generieke benaming, die worden gebruikt ter aanduiding van "likeuren", verder worden gebruikt, zelfs indien de alcohol niet van de aangegeven gedistilleerde drank afkomstig is. De verordening dient voorts ter precisering van de bepalingen inzake de aanduiding van deze "likeuren" teneinde verwarring met de in artikel 1, lid 4, van de basisverordening gedefinieerde gedistilleerde dranken te voorkomen.

8 Hiertoe is bij artikel 1 van de wijzigingsverordening een artikel 7 ter in de toepassingsverordening ingevoegd, luidende:

"1. Voor de toepassing van artikel 6, lid 1, tweede streepje, van verordening (EEG) nr. 1576/89 mag een generieke benaming voor de vorming van een samengestelde term slechts voor de aanbiedingsvorm van een gedistilleerde drank worden gebruikt, wanneer de alcohol van die drank uitsluitend afkomstig is van de in die term genoemde gedistilleerde drank.

2. Op grond van de toestand bij de inwerkingtreding van deze verordening mogen echter voor de aanbieding van in de Gemeenschap bereide likeuren alleen de volgende samengestelde termen worden gebruikt:

prune-brandy

orange-brandy

apricot-brandy

cherry-brandy

solbaerrom, ook blackcurrant rum genoemd.

3. Wat de etikettering en aanbiedingsvorm van de in lid 2 genoemde likeuren betreft, moet de samengestelde term in letters waarvan het type, de grootte en de kleur gelijk zijn, op het etiket voorkomen op dezelfde regel en moet in de onmiddellijke nabijheid daarvan de term 'likeur' voorkomen in letters die minstens even groot zijn als die welke voor de samengestelde term zijn gebruikt.

Bovendien moet wanneer de alcohol niet van de aangegeven gedistilleerde drank afkomstig is, het etiket van deze likeuren, in hetzelfde gezichtsveld als deze vermeldingen, een verwijzing bevatten naar de aard van de bij de bereiding van die gedistilleerde drank gebruikte alcohol. Deze verwijzing omvat de vermelding welke alcohol uit landbouwprodukten is gebruikt of de vermelding 'alcohol uit landbouwprodukten' , in beide gevallen voorafgegaan door 'vervaardigd uit (...)' of 'bereid met (...)' of 'op basis van (...)' ."

9 Van oordeel dat deze bepaling onwettig is, heeft het Koninkrijk Spanje verzocht om nietigverklaring van artikel 7 ter, lid 3, tweede alinea, van de toepassingsverordening.

10 Voor een nadere uiteenzetting van de feiten van het geding, het procesverloop en de middelen en argumenten van partijen wordt verwezen naar het rapport ter terechtzitting. Deze elementen van het dossier worden hierna slechts weergegeven voor zover dat noodzakelijk is voor de redenering van het Hof.

De ontvankelijkheid

11 Volgens de Commissie kan het in dit beroep eigenlijk alleen maar gaan om artikel 7 ter, lid 2, van de toepassingsverordening, dat het gebruik van samenstellingen met de generieke benaming "brandy" toestaat voor een "likeur" die volgens de definitie van artikel 1, lid 4, sub r, van de basisverordening is vervaardigd op basis van ethylalcohol uit landbouwprodukten. In die bepaling wordt immers in afwijking van de basisverordening toegestaan bepaalde samengestelde termen te gebruiken. Artikel 7 ter, lid 3, van de toepassingsverordening voegt hieraan uitsluitend bepaalde etiketteringsvoorschriften toe.

12 De Commissie is mitsdien van oordeel, dat er tegenstrijdigheden zijn tussen het voorwerp, de middelen en de conclusies van het verzoekschrift en dat het verzoekschrift niet in overeenstemming is met artikel 19 van 's Hofs Statuut-EEG en artikel 38, lid 1, sub c en d, van het Reglement voor de procesvoering, waarin wordt bepaald dat een verzoekschrift het voorwerp van het geschil, de conclusies en een summiere uiteenzetting van de aangevoerde middelen moet inhouden. Het beroep moet derhalve niet-ontvankelijk worden verklaard.

13 Dit bezwaar is niet gegrond.

14 In de eerste plaats heeft het beroep uitsluitend betrekking op artikel 7 ter, lid 3, tweede alinea, van de toepassingsverordening, daar alleen in lid 3 van dit artikel wordt gesproken over ethylalcohol uit landbouwprodukten. In deze alinea komt onmiskenbaar de strekking tot uiting van artikel 7 ter, leden 2 en 3, omdat daar duidelijk wordt aangegeven, dat de in lid 2 opgesomde dranken ethylalcohol uit landbouwprodukten kunnen bevatten.

15 In de tweede plaats komt het beroep op tegen de door voornoemde bepalingen geboden mogelijkheid een van de "likeuren" van artikel 7 ter, lid 2, te vervaardigen op basis van ethylalcohol uit landbouwprodukten.

16 Aldus is het beroep in feite gericht tegen de bepalingen van artikel 7 ter, leden 2 en 3, van de toepassingsverordening. De omstandigheid dat slechts uitdrukkelijk naar lid 3, tweede alinea, van dit artikel wordt verwezen, is geen reden het beroep niet-ontvankelijk te verklaren.

17 De door de Commissie opgeworpen exceptie van niet-ontvankelijkheid moet derhalve worden afgewezen.

Ten gronde

18 Tot staving van zijn beroep tot nietigverklaring voert het Koninkrijk Spanje vier middelen aan, respectievelijk gebaseerd op onbevoegdheid van de Commissie om artikel 7 ter van de toepassingsverordening vast te stellen, motiveringsgebrek van deze verordening, niet-nakoming van de verplichting tot consumentenbescherming, en schending van het beginsel van gelijke behandeling.

Onbevoegdheid van de Commissie

19 Het Koninkrijk Spanje betoogt in de eerste plaats, dat ingevolge artikel 7 ter van de toepassingsverordening de generieke benaming "brandy" mag worden gebruikt in de samengestelde aanduiding van bepaalde "likeuren" die zijn vervaardigd uit ethylalcohol en geen "brandy" bevatten. Deze situatie is in strijd met artikel 5, lid 1, van de basisverordening, dat bepaalt dat de generieke benaming "brandy" uitsluitend mag worden gebruikt voor gedistilleerde dranken zoals gedefinieerd in artikel 1, lid 4, sub e. Wel is het zo, dat wat de samengestelde aanduidingen betreft, bijzondere bepalingen mogen worden vastgesteld ingevolge artikel 6 van de basisverordening. Volgens dit artikel mogen echter slechts dan bijzondere bepalingen worden vastgesteld voor het gebruik van de generieke benaming "brandy" in de samengestelde aanduiding van een "likeur", indien deze werkelijk is vervaardigd op basis van de genoemde gedistilleerde drank. Bijgevolg geeft deze bepaling de Commissie niet de bevoegdheid, in afwijking van artikel 5 van de basisverordening vast te stellen, dat de generieke benaming "brandy" mag worden gebruikt om "likeuren" aan te duiden waarin deze gedistilleerde drank niet voorkomt.

20 Dienaangaande moet erop worden gewezen, dat het in artikel 5, lid 1, van de basisverordening neergelegde verbod om de term "brandy" te gebruiken ter aanduiding van andere gedistilleerde dranken dan de in artikel 1, lid 4, van die verordening genoemde, geldt "onverminderd de krachtens artikel 6 vastgestelde bepalingen". Dit voorbehoud wijst erop, dat volgens de bedoeling van de Raad de Commissie in het kader van de bevoegdheden die haar ingevolge artikel 6, lid 1, toekomen, zou kunnen afwijken van artikel 5.

21 Bovendien moet te worden opgemerkt, dat de bevoegdheid van de Commissie in dezen slechts wordt beperkt door artikel 6, lid 3, van de basisverordening, dat bepaalt, dat de krachtens dit artikel vastgestelde bepalingen verwarring beogen te voorkomen, in het bijzonder rekening houdend met gedistilleerde dranken die op het moment van inwerkingtreding van de basisverordening bestaan.

22 In het onderhavige geval voldoet de bestreden bepaling aan deze voorwaarde. De afwijking voorzien in artikel 7 ter van de toepassingsverordening is dan ook slechts van toepassing op een beperkt aantal samengestelde aanduidingen, die volgens de tweede considerans van de toepassingsverordening overigens al lang worden gebruikt. Bovendien beogen de voorwaarden van artikel 7 ter, lid 3, van de toepassingsverordening inzake etikettering en aanbiedingsvorm te verzekeren, dat de consumenten niet in de veronderstelling komen te verkeren dat zij een "likeur" kopen die "brandy" bevat, terwijl zij in feite een "likeur" zonder "brandy" kopen.

23 Mitsdien moet het door het Koninkrijk Spanje aangevoerde middel ontleend aan schending van artikel 5, lid 1, van de basisverordening, worden afgewezen.

24 In de tweede plaats betoogt het Koninkrijk Spanje, dat artikel 7 ter van de toepassingsverordening in strijd is met artikel 9, lid 1, van de basisverordening, op grond waarvan de generieke benaming van bepaalde gedistilleerde dranken, onder meer "brandy", niet mag worden gebruikt in de aanbiedingsvorm van een drank die ethylalcohol uit landbouwprodukten bevat.

25 Dienaangaande zij opgemerkt, dat de in artikel 7 ter vermelde gedistilleerde dranken "likeuren" zijn die volgens de definitie van artikel 1, lid 4, sub r, van de basisverordening worden vervaardigd op basis van ethylalcohol uit landbouwprodukten, terwijl de in artikel 9 van de basisverordening genoemde dranken dat niet zijn.

26 Derhalve zijn artikel 7 ter van de toepassingsverordening en artikel 9, lid 1, van de basisverordening niet tegenstrijdig.

27 Gelet op het voorgaande, moet het middel ontleend aan onbevoegdheid van de Commissie, worden afgewezen.

Motiveringsgebrek

28 Het Koninkrijk Spanje betoogt, dat in geen van de overwegingen van de considerans van de wijzigingsverordening wordt toegelicht, waarom er een etiketteringsvoorschrift wordt ingevoerd dat, zoals artikel 7 ter van de toepassingsverordening, afwijkt van de beginselen van de basisverordening.

29 Dienaangaande zij aanstonds opgemerkt, dat de wijzigingsverordening uitdrukkelijk is vastgesteld op basis van artikel 6, lid 3, van de basisverordening, die beoogt te voorkomen dat de toepasselijke benamingen tot verwarring leiden, rekening houdend met produkten die op het moment van inwerkingtreding van genoemde verordening bestaan. In de tweede considerans van de wijzigingsverordening wordt dienaangaande uitgelegd, dat om rekening te houden met gebruiken die bij de inwerkingtreding van de basisverordening reeds lang bestaan, het dienstig is toe te staan, dat bepaalde samengestelde "likeur"-benamingen verder worden gebruikt, zelfs indien de alcohol niet afkomstig is van de aangegeven gedistilleerde drank.

30 Onder deze omstandigheden kan het middel ontleend aan motiveringsgebrek, niet worden aanvaard.

Niet-nakoming van de verplichting tot consumentenbescherming

31 Volgens het Koninkrijk Spanje biedt artikel 7 ter van de toepassingsverordening de mogelijkheid, in de aanduiding van een gedistilleerde drank die op basis van ethylalcohol uit landbouwprodukten is vervaardigd, een ingrediënt, te weten "brandy", te vermelden, dat niet in die drank voorkomt. Dit is in strijd met artikel 2, lid 1, sub a, van richtlijn 79/112/EEG van de Raad van 18 december 1978 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake etikettering en presentatie van levensmiddelen bestemd voor de eindverbruiker, alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame (PB 1979, L 33, blz. 1; hierna: "richtlijn 79/112"), dat de etikettering de koper niet mag kunnen misleiden ten aanzien van de kenmerken van het levensmiddel.

32 Dienaangaande zij allereerst opgemerkt, dat de vierde overweging van de considerans van de basisverordening stelt, dat gedistilleerde dranken wat de etikettering betreft, worden onderworpen aan de algemene bepalingen van richtlijn 79/112, maar dat het nodig is, rekening houdend met de aard van de produkten, aanvullende specifieke bepalingen vast te stellen voor een betere voorlichting van de consument.

33 Vervolgens moet erop worden gewezen, dat volgens artikel 7 ter, lid 3, van de toepassingsverordening de samengestelde termen die worden gebruikt bij de etikettering van de aldaar in lid 2 genoemde "likeuren", op dezelfde regel moeten voorkomen in letters waarvan het type, de grootte en de kleur gelijk zijn, en dat in de onmiddellijke nabijheid daarvan de term "likeur" moet voorkomen in letters die minstens even groot zijn als die welke voor de samengestelde termen zijn gebruikt. Bovendien moet, wanneer de alcohol niet van de aangegeven gedistilleerde drank afkomstig is, de aard van de alcohol worden aangegeven op het etiket, in hetzelfde gezichtsveld als de overige vermeldingen.

34 Onder deze omstandigheden moet worden vastgesteld, dat artikel 7 ter, lid 3, van de toepassingsverordening een geëigend middel is om te voorkomen, dat de consumenten worden misleid ten aanzien van de kenmerken van een gedistilleerde drank, en dat het mitsdien niet in strijd is met de bepalingen van richtlijn nr. 79/112.

35 Het middel ontleend aan niet-nakoming van de verplichting tot consumentenbescherming moet derhalve worden afgewezen.

Schending van het beginsel van gelijke behandeling

36 Het Koninkrijk Spanje betoogt, dat artikel 7 ter van de toepassingsverordening de producenten van "brandy" benadeelt en dat dit een schending is van het beginsel van gelijke behandeling, dat een algemeen beginsel van het gemeenschapsrecht is. Allereerst staat dit artikel het gebruik van de generieke benaming "brandy" toe in de aanbiedingsvorm van dranken die zijn vervaardigd op basis van een andere alcohol, hetgeen afbreuk kan doen aan de reputatie van "brandy", terwijl andere gedistilleerde dranken worden beschermd door het gebruik van hun benaming te verbieden wanneer zij ethylalcohol uit landbouwprodukten bevatten. Vervolgens schaadt het bestreden artikel de belangen van de producenten van "brandy" door hun een potentiële markt te ontzeggen ten gunste van producenten van ethylalcohol uit landbouwprodukten. Ten slotte komen de producenten van "brandy" in een minder gunstige concurrentiepositie terecht dan producenten die een gedistilleerde drank met een samengestelde aanduiding met het woord "brandy" kunnen vervaardigen op basis van ethylalcohol uit landbouwprodukten.

37 Dit betoog faalt. Volgens vaste rechtspraak eist het beginsel van gelijke behandeling, als algemeen beginsel van het gemeenschapsrecht, dat vergelijkbare situaties niet op een verschillende manier worden behandeld en dat verschillende situaties niet op een gelijke manier worden behandeld, tenzij dat onderscheid objectief gerechtvaardigd is.

38 In het onderhavige geval moet worden opgemerkt, dat de producenten van "brandy" en van "likeur" totaal verschillende produkten vervaardigen en zich derhalve niet in een vergelijkbare situatie bevinden. Onder deze omstandigheden kan een verschillende behandeling voor elk van die groepen producenten gerechtvaardigd worden.

39 Mitsdien moet het middel ontleend aan schending van het beginsel van gelijke behandeling, worden afgewezen.

40 Aangezien geen van de door het Koninkrijk Spanje aangevoerde middelen kan slagen, moet het beroep in zijn geheel worden verworpen.


Kosten

41 Volgens artikel 69, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering wordt de in het ongelijk gestelde partij in de kosten verwezen, voor zover dit is gevorderd. Aangezien het Koninkrijk Spanje in het ongelijk is gesteld, dient het in de kosten te worden verwezen. Volgens artikel 69, lid 4, van hetzelfde reglement draagt het Koninkrijk Denemarken, als interveniënt, zijn eigen kosten.


HET HOF VAN JUSTITIE,

rechtdoende:

1) Verwerpt het beroep.

2) Verwijst het Koninkrijk Spanje in de kosten.

3) Verstaat dat het Koninkrijk Denemarken zijn eigen kosten zal dragen.