[De ondernemingen] (...) Hercules Chemicals NV (...) hebben inbreuk gemaakt op artikel 85, lid 1, van het EEG-Verdrag, door deel te nemen (...), in het geval van Hercules, Linz, Saga en Solvay, vanaf omstreeks 1977 tot ten minste november 1983 (...) aan een midden 1977 gesloten overeenkomst en onderling afgestemde feitelijke gedragingen krachtens welke de producenten die polypropyleen op het grondgebied van de EEG aanbieden:
-
met elkaar in contact traden en regelmatig (vanaf begin 1981, tweemaal per maand) in een reeks geheime vergaderingen bijeenkwamen om hun commercieel beleid te bespreken en te bepalen;
-
van tijd tot tijd voor de verkoop van het product in elke lidstaat van de EEG ‚richt’- (of minimum)prijzen bepaalden;
-
verschillende maatregelen overeenkwamen waarmede de toepassing van dergelijke richtprijzen moest worden vergemakkelijkt, met inbegrip van (hoofdzakelijk) tijdelijke beperkingen van de productie, de uitwisseling van gedetailleerde informatie over hun leveringen, het houden van plaatselijke vergaderingen, en tegen het einde van 1982 een systeem van ‚account management’ bedoeld om prijsverhogingen voor individuele klanten toe te passen;
-
gelijktijdig hun prijzen verhoogden met het oog op de toepassing van de genoemde richtprijzen;
-
de markt verdeelden door aan elke producent een jaarlijks doel of ‚quotum’ voor de verkoop toe te kennen (1979, 1980 en voor ten minste een gedeelte van 1983) of bij gebreke van een definitieve zich over het gehele jaar uitstrekkende overeenkomst door van de producenten een beperking te eisen van hun verkoop in elke maand in vergelijking met een voorafgaande periode (1981, 1982).