„Wanneer het in lid 1 bedoelde ontstaansfeit nader moet worden bepaald, of om redenen die eigen zijn aan de betrokken marktordening of aan het betrokken bedrag niet in aanmerking kan worden genomen, wordt volgens de procedure van artikel 12 een specifiek ontstaansfeit bepaald met inachtneming van de volgende criteria:
-
de noodzaak wijzigingen in de landbouwomrekeningskoers zo snel mogelijk daadwerkelijk te kunnen toepassen;
-
de onderlinge overeenkomst tussen ontstaansfeiten voor analoge transacties in het kader van de verschillende marktordeningen;
-
de samenhang tussen de ontstaansfeiten voor de verschillende prijzen en bedragen die een zelfde marktordening betreffen;
-
de uivoerbaarheid en doeltreffendheid van controles op de toepassing van adequate landbouwomrekeningskoersen. ”