Home

Arrest van het Hof (Derde kamer) van 16 januari 1997.

Arrest van het Hof (Derde kamer) van 16 januari 1997.

1 Bij beschikking van 27 juli 1995, ingekomen bij het Hof op 9 augustus daaraanvolgend en aangevuld bij beschikking van 4 september 1995, ingekomen bij het Hof op 12 september daaraanvolgend, heeft de Pretura circondariale di Verona, sezione distaccata di Isola della Scala, krachtens artikel 177 EG-Verdrag een prejudiciële vraag gesteld over de uitlegging van de artikelen 10 en 11 van verordening (EEG) nr. 3478/92 van de Commissie van 1 december 1992 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor de toepassing van de premieregeling in de sector ruwe tabak (PB 1992, L 351, blz. 17), zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 3477/93 van de Commissie van 17 december 1993 betreffende de in de sector tabak toe te passen landbouwomrekeningskoersen (PB 1993, L 317, blz. 30).

2 Deze vraag is gerezen in een geding tussen een individuele tabaksproducent, de onderneming Impresa Agricola Buratti Leonardo, Pierluigi e Livio (hierna: "Buratti"), en de producentengroepering waartoe laatstgenoemde behoort, Tabacchicoltori Associati Veneti Soc. coop. arl (hierna: "TAV"), betreffende de datum die in aanmerking moet worden genomen voor de bepaling van de op de bewerkingspremie toepasselijke landbouwomrekeningskoers.

3 Verordening (EEG) nr. 2075/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector ruwe tabak (PB 1992, L 215, blz. 70), heeft belangrijke wijzigingen aangebracht in de communautaire regeling van de markt voor ruwe tabak. Teneinde die markt te stabiliseren en de betrokken landbouwbevolking een billijke levensstandaard te verzekeren, heeft verordening nr. 2075/92 onder meer een premieregeling (titel I) en een regeling voor de beheersing van de produktie (titel II) ingevoerd voor de oogsten 1993 tot en met 1997.

4 In de zesde overweging van de considerans van verordening nr. 2075/92 wordt verklaard, dat de premieregeling doeltreffend kan worden beheerd via teeltcontracten tussen de telers en het verwerkingsbedrijf, waardoor enerzijds de teler een stabiele afzet en anderzijds het bewerkingsbedrijf een regelmatige voorziening worden gegarandeerd. Een systeem waarbij het bewerkingsbedrijf aan de producent een met de premie overeenkomend bedrag betaalt zodra de tabak waarop het contract betrekking heeft en die aan de kwaliteitseisen voldoet, wordt geleverd, draagt bij tot de ondersteuning van de telers en vergemakkelijkt tegelijkertijd het beheer van de premieregeling.

5 Ingevolge artikel 5, sub c, van verordening nr. 2075/92 wordt de premie slechts toegekend, indien "de tabaksbladeren (...) door de producent op basis van een teeltcontract aan het bedrijf voor eerste verwerking worden geleverd".

6 Artikel 6 van verordening nr. 2075/92 bepaalt het volgende:

"1. In het teeltcontract dienen ten minste te worden opgenomen:

- een verbintenis van het bedrijf voor eerste bewerking om bij de levering, naast de aankoopprijs, aan de teler een met de premie overeenkomend bedrag te betalen voor de hoeveelheid waarvoor het contract is gesloten en die werkelijk is geleverd;

- de verbintenis van de teler om aan het bedrijf voor eerste bewerking ruwe tabak te leveren die aan de kwaliteitseisen voldoet.

2. De bevoegde instantie vergoedt het bedrijf voor eerste bewerking het premiebedrag tegen overlegging van het bewijs dat de teler de tabak heeft geleverd en dat het in lid 1 bedoelde bedrag is betaald."

7 Artikel 12, lid 1, van verordening nr. 2075/92 luidt als volgt:

"Om te bevorderen dat het aanbod wordt geconcentreerd en dat de kwaliteit ervan aan de behoeften van de markt wordt aangepast, wordt een specifieke steun ten bedrage van 10 % van de premie toegekend, wanneer de teeltcontracten zijn gesloten tussen een bedrijf voor eerste bewerking en een erkende telersvereniging en die contracten betrekking hebben op de levering van de totale produktie van de leden van de vereniging."

8 Verordening nr. 3478/92 stelt de uitvoeringsbepalingen vast voor de toepassing van de premieregeling in de sector ruwe tabak, onder meer opdat "de premie in nationale valuta gelijk is voor alle producenten die hun tabak aan de bewerkers leveren gedurende een bepaalde periode door de aan het begin van de betrokken afzetperiode geldende omrekeningskoers aan de houden" (negende overweging van de considerans).

9 Artikel 2, leden 1 en 2, brengt het volgende in herinnering:

"1. Het in artikel 5, onder c, van verordening (EEG) nr. 2075/92 bedoelde teeltcontract wordt gesloten tussen een producent of een producentengroepering enerzijds en het bewerkingsbedrijf dat de eerste bewerking uitvoert en de tabak verpakt anderzijds.

2. Het teeltcontract wordt per soortengroep gesloten. Op grond van het contract dient het bewerkingsbedrijf de in het contract vastgestelde hoeveelheid tabaksbladeren in ontvangst te nemen en dient de producent of de producentengroepering die hoeveelheid, tot maximaal zijn werkelijke produktie, aan het bewerkingsbedrijf te leveren."

10 Artikel 10 van verordening nr. 3478/92 luidt als volgt:

"Het met de premie overeenkomende bedrag moet binnen één maand na het einde van elke contractuele levering door het bewerkingsbedrijf aan de producent worden betaald."

11 Artikel 11 van verordening nr. 3478/92 ten slotte bepaalde in haar oorspronkelijke versie het volgende:

"Het premiebedrag en het voorschot op dat bedrag worden in nationale valuta omgerekend aan de hand van de landbouwomrekeningskoers die geldt op 1 augustus van het jaar van de oogst voor leveringen tot en met 31 december van dat jaar, en voor leveringen na die datum aan de hand van de koers die geldt op 1 januari van het jaar na dat van de oogst. De premie wordt door het bewerkingsbedrijf aan de producent betaald in de valuta van de Lid-Staat waar de tabak is geoogst."

12 Artikel 11, eerste volzin, is ingetrokken bij artikel 6 van verordening nr. 3477/93, waarin, na de invoering van de nieuwe gemeenschappelijke ordening der markten, duidelijkheidshalve de specifieke bepalingen op het gebied van de omrekeningskoersen in de sector tabak zijn bijeengebracht. Artikel 1 van verordening nr. 3477/93 bepaalt, in nagenoeg gelijkluidende bewoordingen als het oude artikel 11 van verordening nr. 3478/92:

"De landbouwomrekeningskoers die moet worden toegepast voor de omrekening in nationale valuta van de premie en het premievoorschot als bedoeld in artikel 3 van verordening (EEG) nr. 2075/92 is die welke geldt op 1 augustus van het oogstjaar voor leveringen tot en met 31 december van dat jaar en voor latere leveringen die welke geldt op 1 januari van het volgende jaar."

13 Buratti is een landbouwonderneming van groot economisch belang, gevestigd te Sossano (Italië), die zich voornamelijk bezig houdt met de teelt van de tabakssoort Bright. Zij is lid van de cooeperatieve vennootschap TAV, een groepering van tabaksproducenten, die voor de oogsten 1993-1994 een teeltcontract voor de volledige produktie van haar leden heeft gesloten met een onderneming voor eerste bewerking, Cooperativa Tabacchi Verona (hierna: "CTV").

14 Ter uitvoering van dit contract leverde Buratti aan TAV 88 529 kg tabak van de soort Bright, die deze groepering vervolgens voor bewerking aan CTV leverde.

15 Vastgesteld moet worden, dat de verwijzingsbeschikking niets vermeldt aangaande de materiële omstandigheden waaronder de levering van de tabak heeft plaatsgevonden. Uit de bij het Hof ingediende schriftelijke opmerkingen blijkt evenwel, dat de leden van TAV de tabak tussen augustus 1993 en januari 1994 in een door CTV aan TAV gratis beschikbaar gesteld entrepot hebben opgeslagen, onder toezicht van het met de betaling van de premie belaste Italiaanse interventieorgaan, de Azienda di Stato per gli interventi nel mercato agricola (AIMA). Bij die gelegenheid werden afgiftebewijzen opgesteld met de uitdrukkelijke vermelding: "Ondergetekend bewerkingsbedrijf [dat wil zeggen CTV] verklaart, dat dit bewijs niet betekent dat de tabak is overgenomen." Bovendien werd de overeenkomst tussen TAV en CTV over de indeling van de tabak eerst op 28 januari 1994 ondertekend. Volgens de BTW-uittreksels van CTV vond de juridische overdracht van de eigendom van de tabak aan CTV plaats op 7 en 31 januari 1994.

16 Na de levering van de tabak betaalde CTV het bedrag van de premie aan TAV, waarbij zij voor de omrekening van dat bedrag in nationale valuta de op 1 augustus 1993 geldende omrekeningskoers toepaste. CTV was van oordeel, dat wanneer leveringen werden verricht ter uitvoering van een door een producentengroepering gesloten teeltcontract, voor de bepaling van de toepasselijke omrekeningskoers niet moest worden uitgegaan van de datum van de contractuele levering, die volgens haar had plaatsgevonden in januari 1994, maar van de data van de "inbrengen" van de leden aan de groepering, die hadden plaatsgevonden gedurende het tweede halfjaar van 1993. CTV gaf te kennen, dat zij zich door aldus te handelen had gehouden aan de desbetreffende instructies van het AIMA, die op hun beurt berustten op door de diensten van de Commissie gegeven instructies.

17 Bij brief van 14 april 1994 vroeg TAV aan de diensten van de Commissie, of de data die in casu in aanmerking moesten worden genomen voor de toepassing van de omrekeningskoers ECU/LIT van de premie, inderdaad 7 en 31 januari 1994 waren.

18 Bij brief van 26 mei 1994 gaf de directeur-generaal van DG VI te kennen dat, rekening houdend met de toepasselijke bepalingen en de door TAV aangevoerde omstandigheden, als leveringsdata voor de bepaling van de wisselkoersen de op de dagelijkse afgiftebewijzen vermelde data in aanmerking moesten worden genomen.

19 Na ontvangst van deze brief inde TAV het bedrag van de premie, in nationale valuta berekend tegen de op 1 augustus 1993 geldende omrekeningskoers, en verdeelde zij deze onder haar leden. Aan Buratti kende zij voor de 88 529 kg Bright-tabak van de oogst 1993 een lager bedrag toe dan het geval zou zijn geweest indien de op 1 januari 1994 geldende omrekeningskoers was toegepast.

20 Na van TAV vergeefs het verschil te hebben gevorderd, wendde Buratti zich op 25 mei 1995 tot de Pretura circondariale di Verona. Zij vorderde veroordeling van TAV tot betaling van een bedrag van 19 296 666 LIT, ter aanvulling van de premie die haar op basis van de op 1 januari 1994 geldende omrekeningskoers verschuldigd was, vermeerderd met wettelijke interessen.

21 In het hoofdgeding heeft TAV haar standpunt herhaald, dat de voor de bepaling van de omrekeningskoers in aanmerking te nemen datum de datum is waarop de tabak door de producenten aan hun groepering is geleverd.

22 Daarop heeft de Pretore di Verona de behandeling van de zaak geschorst en het Hof de volgende prejudiciële vraag gesteld:

"Moet verordening (EEG) nr. 3478/92, inzonderheid het bepaalde in de artikelen 10 en 11, aldus worden uitgelegd, dat voor de toepassing van de landbouwomrekeningskoers op het bedrag van de bewerkingspremie, moet worden uitgegaan van de datum waarop de tabak door de producentengroepering aan het bewerkingsbedrijf is geleverd, dan wel van de datum waarop het produkt door de individuele producent aan de groepering is geleverd, en wat moet onder het begrip $contractuele levering' in de zin van die bepalingen worden verstaan?"

23 Aangezien, zoals in rechtsoverweging 12 van het onderhavige arrest uiteen is gezet, artikel 11, eerste volzin, van verordening nr. 3478/92 is ingetrokken en vervangen door artikel 1 van verordening nr. 3477/93, moet de vraag van de verwijzende rechter aldus worden begrepen, dat deze wenst te vernemen, hoe de in artikel 10 van verordening nr. 3478/92 respectievelijk artikel 1 van verordening nr. 3477/93 gebruikte begrippen "contractuele levering" en "levering" moeten worden uitgelegd, ingeval het bewerkingsbedrijf een teeltcontract heeft gesloten met een producentengroepering.

24 Dienaangaande moet om te beginnen worden opgemerkt, dat het begrip "levering" een gemeenschapsrechtelijk begrip is. Het vormt een centraal element van de in de sector ruwe tabak geldende premieregeling, die de betaling van de aankoopprijs regelt, de betaling van de premie aan de producent, de vergoeding van de premie aan het bewerkingsbedrijf alsmede de door de bevoegde autoriteiten verrichte controles.

25 Zo bepaalt artikel 10 van verordening nr. 3478/92, dat binnen één maand na het einde van elke "levering" de betaling van de aankoopprijs en de overmaking aan de producent door het bewerkingsbedrijf van het met de premie overeenkomende bedrag moeten plaatsvinden. Bovendien bepaalt artikel 12 van verordening nr. 3478/92, dat het bedrag van de aan de producent betaalde premie slechts aan het bewerkingsbedrijf kan worden vergoed op grond van een controleattest dat door de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten wordt afgegeven nadat zij alle van één oogst afkomstige leveranties aan dat bedrijf hebben geverifieerd.

26 Hieruit volgt, dat het begrip "levering" niet kan afhangen van nationale kwalificaties in het kader van het civiele, handels- of belastingrecht, omdat anders de gemeenschappelijke ordening der markten in de Lid-Staten verschillend zou worden toegepast op gebieden die voor de goede werking ervan van bijzonder belang zijn, te weten de termijn voor betaling van de premies, de bepaling van de omrekeningskoers en de verrichting van controles.

27 Aangaande de inhoud van dit begrip moet vervolgens worden vastgesteld, dat de bepalingen van de verordeningen nrs. 2075/92 en 3478/92 waarin de begrippen "contractuele levering" en "levering" voorkomen, de betrekkingen tussen het bewerkingsbedrijf en de producent of de producentengroepering regelen, en niets uitstaande hebben met de betrekkingen tussen de individuele producenten en de groepering waartoe zij behoren.

28 Zo stelt artikel 5, sub c, van verordening nr. 2075/92 de toekenning van de premie met name afhankelijk van de voorwaarde, dat de tabaksbladeren door de producent op basis van een teeltcontract aan het bedrijf voor eerste bewerking werden "geleverd". Ingevolge artikel 6 van deze verordening moet dit contract de verbintenis van de teler bevatten om de tabak aan het bewerkingsbedrijf te "leveren". Bovendien moedigt artikel 12, lid 1, de oprichting van producentengroeperingen aan door te bepalen, dat een specifieke steun ten bedrage van 10 % van de premie wordt toegekend, wanneer de teeltcontracten zijn gesloten tussen een bedrijf voor eerste bewerking en een erkende telersvereniging en die contracten betrekking hebben op de levering van de totale produktie van de leden van de vereniging.

29 Evenzo omschrijft artikel 2, leden 1 en 2, van verordening nr. 3478/92 het teeltcontract als een contract gesloten tussen het bewerkingsbedrijf en "een producent of een producentengroepering", dat het bewerkingsbedrijf verplicht, de in het contract vastgestelde hoeveelheid tabaksbladeren "in ontvangst" te nemen, en de producent of de producentengroepering, die hoeveelheid tot maximaal zijn werkelijke produktie aan het verwerkingsbedrijf te leveren.

30 Bovendien bepaalt artikel 10 van verordening nr. 3478/92, dat binnen één maand na het einde van elke "contractuele levering" door het bewerkingsbedrijf aan de producent het met de premie overeenkomende bedrag moet worden betaald. Ingevolge artikel 1 van verordening nr. 3477/93 wordt dit bedrag in nationale valuta omgerekend door toepassing van de landbouwomrekeningskoers die geldt op 1 augustus van het oogstjaar voor "leveringen" tot en met 31 december van dat jaar, en zoals die op 1 januari van het volgende jaar geldt voor latere "leveringen".

31 De artikelen 12 en 15 van verordening nr. 3478/92, betreffende de vergoeding van de premies, respectievelijk de voorschotten op de premies, gebruiken eveneens het begrip levering ter aanduiding van de levering van de tabak door een producent of een producentengroepering aan het bewerkingsbedrijf.

32 Derhalve moet worden geconcludeerd, dat het in artikel 1 van verordening nr. 3477/93 gebruikte begrip "levering", ingeval het bewerkingsbedrijf met een producentengroepering een teeltcontract heeft gesloten aldus moet uitgelegd, dat het doelt op de levering van de tabak aan het bewerkingsbedrijf door de producentengroepering, en niet op de inbreng van de tabak in de groepering door de individuele producent.

33 Bovendien moet worden beklemtoond, dat het begrip "levering" verwijst naar de afgifte, door een producent of een producentengroepering aan het bewerkingsbedrijf, van een hoeveelheid tabak met het oog op de verwerking daarvan ter uitvoering van een teeltcontract.

34 Het feit dat artikel 10 van verordening nr. 3478/92 het begrip "contractuele levering" gebruikt, vormt geen grond voor een andere uitlegging. Zoals de advocaat-generaal in punt 20 van zijn conclusie heeft opgemerkt, heeft het gebruik van het adjectief "contractuele" enkel tot doel, er de nadruk op te leggen dat de termijn van één maand waarbinnen de premie door het bewerkingsbedrijf moet worden betaald, pas ingaat bij de levering van de goederen overeenkomstig de in het teeltcontract neergelegde clausules.

35 In casu staat het aan de nationale rechter om, rekening houdend met alle feitelijke omstandigheden waaronder de tabak is geleverd, te bepalen wanneer de aldus gedefinieerde levering van de tabak heeft plaatsgevonden. Daartoe dient hij inzonderheid te onderzoeken, of de tabak enkel is opgeslagen in een door het bewerkingsbedrijf beschikbaar gesteld entrepot, of dat de afgifte van de tabak daadwerkelijk heeft plaatsgevonden met het oog op bewerking, hetgeen onder meer het geval zou kunnen zijn voor zover die afgifte zou hebben plaatsgevonden onder toezicht van de in het kader van de gemeenschappelijke marktordening bevoegde nationale autoriteiten.

36 Mitsdien moet op de vraag van de verwijzende rechter worden geantwoord, dat de in artikel 10 van verordening nr. 3478/92 respectievelijk artikel 1 van verordening nr. 3477/93 gebruikte begrippen "contractuele levering" en "levering", ingeval het bewerkingsbedrijf met een producentengroepering een teeltcontract heeft gesloten, aldus moeten worden uitgelegd, dat zij doelen op de afgifte, door een producent of door een producentengroepering aan het bewerkingsbedrijf, van een hoeveelheid tabak met het oog op de bewerking daarvan ter uitvoering van het teeltcontract.

HET HOF VAN JUSTITIE (Derde kamer),

uitspraak doende op de door de Pretura circondariale di Verona, sezione distaccata di Isola della Scala, bij beschikkingen van 27 juli en 4 september 1995 gestelde vragen, verklaart voor recht:

De in artikel 10 van verordening (EEG) nr. 3478/92 van de Commissie van 1 december 1992 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor de toepassing van de premieregeling in de sector ruwe tabak, respectievelijk artikel 1 van verordening (EG) nr. 3477/93 van de Commissie van 17 december 1993 betreffende de in de sector tabak toe te passen landbouwomrekeningskoersen, gebruikte begrippen "contractuele levering" en "levering" moeten, ingeval het bewerkingsbedrijf met een producentengroepering een teeltcontract heeft gesloten, aldus worden uitgelegd, dat zij doelen op de afgifte, door een producent of door een producentengroepering aan het bewerkingsbedrijf, van een hoeveelheid tabak met het oog op de bewerking daarvan ter uitvoering van het teeltcontract.

In het kader van de bij de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector ruwe tabak ingevoerde premieregeling, bepaalt artikel 1 van verordening nr. 3477/93, betreffende de in deze sector toe te passen landbouwomrekeningskoersen, dat de koers die moet worden toegepast voor de omrekening in nationale valuta van het bedrag van de premie die door het verwerkingsbedrijf aan de producent is betaald, wordt bepaald door de datum van de "levering" van de tabak. Dit begrip moet, evenals het begrip "contractuele levering" in artikel 10 van verordening nr. 3478/92, tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor de toepassing van de premieregeling, ingeval het bewerkingsbedrijf met een producentengroepering een teeltcontract heeft gesloten aldus worden uitgelegd, dat het doelt op de levering van de tabak aan het bewerkingsbedrijf door de producentengroepering, en niet op de inbreng van de tabak in de groepering door de individuele producent.

Landbouw - Gemeenschappelijke ordening der markten - Ruwe tabak - Premieregeling - Op premiebedrag toe te passen landbouwomrekeningskoers - Bepaling - Datum van "levering" - Begrip

(Verordeningen van de Commissie nr. 3478/92, art. 10, en nr. 3477/93, art. 1)

Kosten

37 De kosten door de Commissie van de Europese Gemeenschappen wegens indiening van haar opmerkingen bij het Hof gemaakt, kunnen niet voor vergoeding in aanmerking komen. Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen.

In zaak C-273/95,

betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Pretura circondariale di Verona, sezione distaccata di Isola della Scala (Italië), in het aldaar aanhangig geding tussen

Impresa Agricola Buratti Leonardo, Pierluigi e Livio,

en

Tabacchicoltori Associati Veneti Soc. coop. arl (TAV),

om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van de artikelen 10 en 11 van verordening (EEG) nr. 3478/92 van de Commissie van 1 december 1992 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor de toepassing van de premieregeling in de sector ruwe tabak (PB 1992, L 351, blz. 17), zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 3477/93 van de Commissie van 17 december 1993 betreffende de in de sector tabak toe te passen landbouwomrekeningskoersen (PB 1993, L 317, blz. 30),

wijst

HET HOF VAN JUSTITIE

(Derde kamer),

samengesteld als volgt: J. C. Moitinho de Almeida (rapporteur), kamerpresident, C. Gulmann en J.-P. Puissochet, rechters,

advocaat-generaal: M. B. Elmer

griffier: H. A. Ruehl, hoofdadministrateur

gelet op de schriftelijke opmerkingen ingediend door:

- Impresa Agricola Buratti Leonardo, Pierluigi e Livio, vertegenwoordigd door E. Cappelli en P. De Caterini, advocaten te Rome, en door C. Fratta Pasini, advocaat te Verona,

- de Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door E. de March, juridisch adviseur, en G. Berscheid, lid van haar juridische dienst, als gemachtigden,

gezien het rapport ter terechtzitting,

gehoord de mondelinge opmerkingen van partijen, ter terechtzitting van 12 september 1996,

gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 14 november 1996,

het navolgende

Arrest