Home

Arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Vierde kamer) van 30 maart 2000.

Arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Vierde kamer) van 30 maart 2000.

1 Het beginsel van het volledig contradictoire karakter van de administratieve procedure voor de Commissie op het gebied van de op ondernemingen toepasselijke mededingingsregels geldt slechts ten aanzien van ondernemingen die kunnen worden bestraft bij een beschikking van de Commissie waarbij een inbreuk op de artikelen 85 of 86 EG-Verdrag (thans artikelen 81 EG en 82 EG) wordt vastgesteld; de rechten van derden, zoals neergelegd in artikel 19 van verordening nr. 17, zijn daarentegen beperkt tot het recht om betrokken te worden bij de administratieve procedure. In het bijzonder kunnen derden niet onder dezelfde voorwaarden als de vervolgde ondernemingen aanspraak maken op een recht van toegang tot de stukken die de Commissie onder zich houdt. (cf. punt 34)

2 Wanneer de Commissie besluit over te gaan tot het onderzoek van een bij haar ingediende klacht, moet zij dat, behoudens een voldoende uitvoerige motivering, met de vereiste zorg, ernst en nauwgezetheid doen, zodat zij in staat is de door de klagers aangedragen feitelijke en juridische elementen met volledige kennis van zaken te beoordelen.

In het geval dat het onderzoek van de Commissie meer dan vier jaar duurde, in welke periode zij opmerkingen heeft ingezameld van een aanzienlijk aantal ondernemingen in de sector, deze inlichtingen heeft geanalyseerd en klaagster herhaaldelijk de gelegenheid heeft geboden om alle elementen aan te dragen die in aanmerking konden worden genomen, heeft de Commissie blijk gegeven van de vereiste zorg, ernst en nauwgezetheid. (cf. punten 45-46)

3 De verwijzing die in een handeling wordt gemaakt naar een afzonderlijke handeling, moet worden beoordeeld in het licht van artikel 190 EG-Verdrag (thans artikel 253 EG), en levert geen schending op van de motiveringsplicht die op de gemeenschapsinstellingen rust.

In het bijzonder een beschikking van de Commissie die is medegedeeld aan de indiener van de klacht die tot een onderzoek heeft geleid, en waarin naar een document wordt verwezen dat de redenen voor afwijzing van de klacht bevat en als bijlage bij de beschikking is gevoegd, geeft duidelijk genoeg aan om welke redenen de klacht is afgewezen en voldoet dus aan de motiveringsplicht van artikel 190 van het Verdrag. (cf. punt 51)

4 Bij het onderzoek of een onderneming eventueel een machtspositie op een bepaalde markt bezit, moeten de concurrentiemogelijkheden worden beoordeeld binnen het kader van de markt van alle producten die door hun eigenschappen bijzonder geschikt zijn om in een constante behoefte te voorzien, en die slechts in geringe mate door andere producten kunnen worden vervangen.

Wanneer de verschillende typen en afmetingen van een product vanuit het oogpunt van de specifieke behoeften van de gebruiker niet onderling vervangbaar zijn, betekent dit niet dat voor elk van die types en afmetingen een afzonderlijke markt bestaat voor de beoordeling van het bestaan van een machtspositie. Omdat bovendien de bepaling van de relevante markt ertoe dient om te beoordelen of de betrokken onderneming in staat is de instandhouding van een daadwerkelijke mededinging te verhinderen en zich jegens haar concurrenten, haar afnemers en de consumenten in belangrijke mate onafhankelijk te gedragen, mag men zich hierbij niet beperken tot een onderzoek van de objectieve kenmerken van de betrokken producten, maar moet men eveneens de mededingingsvoorwaarden en de structuur van vraag en aanbod op de markt in aanmerking nemen. (cf. punt 62)

5 Een tegenstrijdigheid in de motivering van een beschikking levert een schending van de motiveringsplicht van artikel 190 van het Verdrag (thans artikel 253 EG) op die de geldigheid van die handeling aantast, indien blijkt dat de geadresseerde van de handeling daardoor geheel of gedeeltelijk onwetend blijft van de werkelijke redenen van de beschikking, waardoor het dispositief van de handeling een juridische grondslag geheel of gedeeltelijk ontbeert. (cf. punt 85)

1 Mededinging - Administratieve procedure - Beginsel van hoor en wederhoor - Draagwijdte - Grenzen - Toegang van klagers tot dossier

[EG-Verdrag, art. 85 en 86 (thans art. 81 EG en 82 EG); verordening nr. 17 van de Raad, art. 19]

2 Mededinging - Administratieve procedure - Onderzoek van klachten - Verplichtingen van Commissie

3 Handelingen van de instellingen - Motivering - Verplichting - Draagwijdte - Beschikking van Commissie houdende afwijzing van klacht inzake inbreuk op mededingingsregels - Verwijzing naar bijlage

[EG-Verdrag, art. 190 (thans art. 253 EG)]

4 Mededinging - Machtspositie - Relevante markt - Afbakening - Criteria

[EG-Verdrag, art. 86 (thans art. 82 EG)]

5 Handelingen van de instellingen - Motivering - Tegenstrijdigheid - Gevolgen

[EG-Verdrag, art. 190 (thans art. 253 EG)]