Home

Arrest van het Hof van 28 oktober 1999.

Arrest van het Hof van 28 oktober 1999.

1 Aangezien het voorwerp van een beroep krachtens artikel 169 van het Verdrag (thans artikel 226 EG) wordt afgebakend door de in dit artikel bedoelde precontentieuze procedure, kan het beroep niet op andere grieven worden gebaseerd dan die welke in het met redenen omkleed advies van de Commissie zijn genoemd. Wat deze laatste betreft, is de Commissie niet verplicht de maatregelen aan te geven die het mogelijk maken de verweten niet-nakoming te beëindigen; zij moet de betrokken lidstaat er evenwel in het bijzonder op wijzen, dat hij een bepaalde maatregel moet nemen, indien zij het achterwege laten van die maatregel tot voorwerp van haar beroep wegens niet-nakoming wil maken.

2 In het kader van een beroep wegens niet-nakoming heeft de precontentieuze procedure tot doel, de betrokken lidstaat in de gelegenheid te stellen de krachtens het gemeenschapsrecht op hem rustende verplichtingen na te komen en nuttig verweer te voeren tegen de door de Commissie geformuleerde grieven.

In verband met dit tweeledige doel is de Commissie verplicht de lidstaten een redelijke termijn te laten om op de schriftelijke ingebrekestelling te antwoorden en het met redenen omkleed advies op te volgen of, in voorkomend geval, hun verweer voor te bereiden. Om uit te maken of de gestelde termijn redelijk is, moet rekening worden gehouden met alle omstandigheden van het concrete geval. Zo kunnen zeer korte termijnen gerechtvaardigd zijn in bijzondere omstandigheden, met name wanneer dringend moet worden opgetreden tegen een verzuim of wanneer de lidstaat al lang vóór het begin van de procedure volledig op de hoogte was van het standpunt van de Commissie.

3 De procedure volgens welke de Commissie krachtens richtlijn 89/665 houdende coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de beroepsprocedures inzake het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen en voor de uitvoering van werken, bij een lidstaat kan interveniëren wanneer zij van oordeel is dat een duidelijke en kennelijke schending van de communautaire voorschriften inzake het plaatsen van overheidsopdrachten heeft plaatsgevonden, is een preventieve maatregel, die niet kan derogeren aan of in de plaats treden van de bevoegdheden van de Commissie krachtens artikel 169 van het Verdrag (thans artikel 226 EG). De modaliteiten van deze bijzondere procedure zijn dus irrelevant voor de ontvankelijkheid van een op basis van dit artikel ingesteld beroep.

4 Een federale lidstaat kan verantwoordelijk worden gesteld voor de gedraging van een aanbestedende dienst in de zin van artikel 1, sub b, tweede alinea, van richtlijn 93/37 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken, waarvan alle activiteiten worden gecontroleerd en gefinancierd door een deelstaat van deze staat. De communautaire voorschriften inzake het plaatsen van overheidsopdrachten zouden namelijk hun nuttig effect missen wanneer de gedraging van die aanbestedende dienst niet aan de betrokken lidstaat kon worden toegerekend.

1 Beroep wegens niet-nakoming - Precontentieuze procedure - Voorwerp - Met redenen omkleed advies - Inhoud

[EG-Verdrag, art. 169 (thans art. 226 EG)]

2 Beroep wegens niet-nakoming - Precontentieuze procedure - Doel - Aan lidstaat gestelde termijnen - Vereiste van redelijke termijnen - Beoordelingscriteria

[EG-Verdrag, art. 169 (thans art. 226 EG)]

3 Harmonisatie van wetgevingen - Beroepsprocedures inzake plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen en voor uitvoering van werken - Richtlijn 89/665 - Procedure die Commissie mogelijkheid biedt preventief op te treden in geval van duidelijke en kennelijke schending van communautaire voorschriften inzake plaatsing van opdrachten - Procedure die geen verband houdt met niet-nakomingsprocedure van artikel 169 van Verdrag (thans artikel 226 EG)

[EG-Verdrag, art. 169 (thans art. 226 EG); richtlijn 89/665 van de Raad]

4 Harmonisatie van wetgevingen - Procedures inzake plaatsen van overheidsopdrachten voor uitvoering van werken - Richtlijn 93/37 - Schending van gemeenschapsbepalingen door aanbestedende dienst die wordt gecontroleerd en gefinancierd door deelstaat van federale staat - Schending die kan worden toegerekend aan staat

(Richtlijn 93/37 van de Raad, art. 1, sub b)