Home

Beschikking van de president van het Gerecht van eerste aanleg van 3 maart 1998. - Hanne Norup Carlsen, Ingeborg Fangel, Nicolas Fischer, Jørgen Erik Hansen, Marianne Henriksen, Ole Donbæk Jensen, Yvonne Petersen, Iver Reedtz-Thott, Lars Ringholm en Arne Würgler tegen Raad van de Europese Unie. - Beschikking houdende weigering van toegang tot bepaalde documenten - Advies van juridische dienst - Bescherming van algemeen belang - Verzoek om voorlopige maatregelen - Verzoek om toezending van documenten aan nationale rechter. - Zaak T-610/97 R.

Beschikking van de president van het Gerecht van eerste aanleg van 3 maart 1998. - Hanne Norup Carlsen, Ingeborg Fangel, Nicolas Fischer, Jørgen Erik Hansen, Marianne Henriksen, Ole Donbæk Jensen, Yvonne Petersen, Iver Reedtz-Thott, Lars Ringholm en Arne Würgler tegen Raad van de Europese Unie. - Beschikking houdende weigering van toegang tot bepaalde documenten - Advies van juridische dienst - Bescherming van algemeen belang - Verzoek om voorlopige maatregelen - Verzoek om toezending van documenten aan nationale rechter. - Zaak T-610/97 R.

Beschikking van de president van het Gerecht van eerste aanleg van 3 maart 1998. - Hanne Norup Carlsen, Ingeborg Fangel, Nicolas Fischer, Jørgen Erik Hansen, Marianne Henriksen, Ole Donbæk Jensen, Yvonne Petersen, Iver Reedtz-Thott, Lars Ringholm en Arne Würgler tegen Raad van de Europese Unie. - Beschikking houdende weigering van toegang tot bepaalde documenten - Advies van juridische dienst - Bescherming van algemeen belang - Verzoek om voorlopige maatregelen - Verzoek om toezending van documenten aan nationale rechter. - Zaak T-610/97 R.

Jurisprudentie 1998 bladzijde II-00485


Samenvatting


1 Handelingen van de instellingen - Motivering - Verplichting - Draagwijdte - Beschikking houdende weigering van toegang tot adviezen van juridische diensten van gemeenschapsinstellingen

(EG-Verdrag, art. 190)

2 Raad - Recht van toegang van publiek tot documenten van Raad - Weigering van toegang tot adviezen van juridische diensten van gemeenschapsinstellingen - Schending van gedragscode of van besluit 93/731 - Geen

(Besluit 93/731 van de Raad)

3 Kort geding - Voorlopige maatregelen - Voorwaarden - Maatregelen die beslissing in hoofdzaak niet prejudiciëren - Verzoek om toegang tot documenten, dat is afgewezen bij beschikking waartegen beroep tot nietigverklaring is ingesteld - Voorwaarde niet vervuld

(EG-Verdrag, art. 186; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 107, lid 4)


4 De door artikel 190 van het Verdrag vereiste motivering moet aan de aard van de betrokken handeling beantwoorden. De redenering van de instelling die de handeling heeft vastgesteld, moet er duidelijk en ondubbelzinnig in tot uiting komen, zodat de belanghebbenden de rechtvaardigingsgronden van de genomen maatregel kunnen kennen en de rechter zijn toezicht kan uitoefenen.

In geval van een beschikking tot afwijzing van een verzoek om toegang tot documenten van de Raad, dat wordt gemotiveerd met de verklaring, dat het bij deze documenten om standpunten betreffende juridische vraagstukken gaat, die afkomstig zijn van de juridische diensten van de gemeenschapsinstellingen en waarvan de verspreiding afbreuk zou kunnen doen aan het algemeen belang, "inherent aan de bescherming van de rechtszekerheid en de stabiliteit van het gemeenschapsrecht", en aan "de mogelijkheid voor de Raad om onafhankelijk juridisch advies in te winnen", moet deze motivering in het kader van een procedure in kort geding als voldoende worden aangemerkt. In het bijzonder levert het ontbreken van een verwijzing in de motivering naar de specifieke gevolgen van de verspreiding van documenten met een dergelijke inhoud geen ontoereikende motivering op.

5 Na een eerste onderzoek in het kader van een procedure in kort geding lijkt de afwijzing door de Raad van een verzoek om toegang tot adviezen van de juridische diensten van de gemeenschapsinstellingen betreffende een bepaald ontwerp voor een wettelijke regeling niet in strijd met de gedragscode inzake de toegang van het publiek tot documenten van de Raad en van de Commissie of met besluit 93/731 betreffende de documenten van de Raad, voor zover deze afwijzing gebaseerd is op de noodzaak "de bescherming van het algemeen belang en de stabiliteit van het gemeenschapsrecht" te verzekeren, en "de mogelijkheid voor de Raad om onafhankelijk juridisch advies in te winnen" te waarborgen.

Enerzijds zijn dergelijke documenten immers slechts werkdocumenten, waarvan de verspreiding tot gevolg zou hebben, dat de interne discussie en gedachtewisseling van de instelling betreffende de wettigheid en de draagwijdte van de vast te stellen rechtshandeling openbaar werd, hetgeen onzekerheid omtrent de wettigheid van gemeenschapshandelingen zou kunnen veroorzaken en een negatieve uitwerking zou kunnen hebben op zowel de stabiliteit van de communautaire orde als de goede werking van de gemeenschapsinstellingen: algemene belangen waarvan de eerbiediging stellig moet worden verzekerd. Anderzijds worden deze belangen weliswaar niet uitdrukkelijk vermeld in de lijst van uitzonderingen in de gedragscode en in besluit 93/731, waarin wordt bepaald: "Er kan geen toegang worden verleend tot een document van de Raad, wanneer de verspreiding ervan afbreuk zou kunnen doen aan de bescherming van het algemeen belang (openbare veiligheid, internationale betrekkingen, monetaire stabiliteit, gerechtelijke procedures, inspecties en enquêtes)", maar uit deze bepaling blijkt, dat de weigering van toegang kan worden gerechtvaardigd door de bescherming van het algemeen belang in het algemeen. Het zou derhalve geen grond zijn om de strekking van dit begrip te beperken tot enkel de vijf tussen haakjes vermelde gevallen, die op hun beurt slechts enkele specifieke gevallen zijn, waaraan op duidelijke en ondubbelzinnige wijze een geringer belang wordt toegemeten dan aan het algemene vereiste van bescherming van het algemeen belang.

6 De maatregelen waartoe de rechter in kort geding kan besluiten, zijn enerzijds voorlopige maatregelen, in die zin dat zij in beginsel onmiddellijk wanneer het eindarrest wordt uitgesproken hun werking verliezen en in geen enkel opzicht op de uitspraak van het Gerecht ten gronde mogen vooruitlopen, en anderzijds bijkomende maatregelen, in die zin dat zij alleen tot doel kunnen hebben, tijdens de procedure voor het Gerecht de belangen van een der partijen in het geding te beschermen, teneinde het arrest in de hoofdzaak niet zinledig te maken door het zijn nuttige werking te ontnemen.

Met betrekking tot een verzoek om voorlopige maatregelen, ertoe strekkende dat de Raad wordt gelast aan een nationale rechter en aan de partijen in een bij deze rechter aanhangige zaak bepaalde interne documenten te verstrekken, heeft niet alleen het feit dat de overlegging van de documenten zou vooruitlopen op het arrest op het beroep tot nietigverklaring, dat precies de beschikking tot afwijzing van het verzoek om toegang tot diezelfde documenten tot voorwerp heeft, maar ook het feit dat deze overlegging gevolgen zou hebben waaraan niet definitief een einde komt wanneer dit arrest wordt uitgesproken, tot gevolg dat deze maatregelen niet als voorlopig kunnen worden aangemerkt.